Met overziet! ter weet. Uit en voor de Pers. Anna, Paulowna 21 Aug. 1896. A t j e li. Lombok. De verdeeling der producten, Uuitenlandsch Nieuws. Giiterensvond had in Veerborg een tweede bijeenkomst plaats tut oprichting eeuer afdeeliug van het Witte Kruisdie thans geconstitueerd is. De vergadering werd geleid door den heer Walltr; een 15 tal personen waren aanwezig. Het voorloopig bestuur bracht een Concept-reglement ter tafel, dat na eene geringe wijziging werd goedgekeurd. Verder werd besloten, in navolging van vele afdeelingen, rechtspersoonlijkheid aan te vragen bij de Koningin, hoewel het de vraag \v, of zuiks wel noodig is, daar toch de Vereeniging zelve rechtspersoonlijkheid bezit, en de Stunten eener afdeeliug niet in strijd mogen zijn met die van 't hoofd bestuur, aan wiens goedkeuring ze onder worpen zijn. De contributie werd voor het loopende jaar en ook voor 't vervolg bepaald op f 1, hoewel er ook leden waren, die voor minvermogenden de toekenning van het lidmaatschap op 50 ets. wilden bepalen. Het voorloopig bestuur werd na stem ming en herstemming, dtfiuitiel benoemd en bestaat uit de heeren Waller, Br. Oostra JellesVan Wijk en van Geytenbeekdie onderling de tunctien van Yoorzitter, vicc-voorzitter, SecretarisPenningmeester eu magazijnmeester zullen verdeelen. Het houdt zitting tot het voorjaar van 1898, en is weder terstond herkiesbaar. Ben voorstel van een der leden, om de aftredenden eerst na verloop van een jaar te mogen herkiezen, werd verworpen. Mededeeling verdient nog, dat ook vrou wen lid der afdeeling kannen worden en dat deze afd. thans 50 leden telt. Uit GROOTEBROEK schrijft men Onlangs werd van hier gemeld, dat bij den heer O. K. petroleum zou zijn op- gepomt uit een waterput. Op andere plaat sen schijnt zoo iets ook wel te zijn voor gevallen. Men zou bijna geneigd zijn te gaan denken aan het bestaan van petrole- nmbronnen en dus van een tot dusver onopgemerkten bijzonderen rijkdom van den bodem. Er is intusschen een zeer eenvoudige verklaring te vinden, waardoor allerlei ontworpen luchtkasteelen plotse ling ineenstorten. De petroleum is vroe ger uit een in de nabijheid gelegen vat in den grond gedrongen en drijvende ge bleven op het water; tengevolge van de langdurige droogte in dezen zomer is ook in verscheiden putten de watervoorraad uiterst geringwie dau daarvan wil op pompen loopt dus groote kans. ook petro leum naar boven te halen. Zoo is ook het wonder onzer petroleum te verklaren T e SLEEWIJK (N.-B.) kwamen de boeren, die Dinsdagmorgen in het land hun vee gingen melken, tot de ontdek king, dat het dien nacht gevroren had en wel zoo dat het gras wit en stijf was eD de hooi-oppers wit zagen. Ter gelegenheid van de voltooiing van den toren der R.-K. kerk te BUSSUM en de wijding der klokken aldaar, was eergisteren het dorp in feestdos. Overal wapperden de vlaggen en eergistera vond werd op den toren een vuurwerk af gestoken, terwijl in de gemeente allerwe- ge werd geïllumineerd. Het feest is echter treurig geëindigd. Een der vuurpijlen ontplofte te laat en kwam op een hooiberg terecht, waardoor deze in brand geraakte en een boerderij en buitenplaats mede in aseh werden ge legd. De bewoners en het vee waren bijtgds in veiligheid. H et dorp DRIEL in de O v e r- Betuwe, 't welk bij den Ratsten orkaan reeds zoo hevig werd getroffen, is eergiste ren door een hevige» hagelslag geteisterd. Het prachtige te veld staand tabaksgewas is totaal verloren. De baas van een dezer da- gen te GENNEP vertoevenden kermiswa gen was boos, dat zijn vrouw geen bief stuk had gebakken. Hij sleepte bed, stoe len, tafel, kortom, hutje met mutje naar buiten, en trapte alles kort en klein. Ook een prachtige harmonica, die de familie reeds dikwijls uit den nood had gered. De vrouw was blijkbaar aan dergelijke grappen gewoon. Zij raapte kloekbloedig de brokken bij elkaar, spande zich in het gareel en volgde den baas gedwee in de richting naar de Boksmeeische kermis. Influenza. In Eriesland begint de iufluenza weer te heerschen. Er zijn gezinnen, waarvan vier en meer leden plotseling door de ziekte werden aangetast en ernstig ook. Behalve de gewone verschijnselen pjjn in hoofd en rug klagen de lijders thans ook over erge keelpijn, zoodat slikken bij na niet mogelijk is. In de algemeene vergade- ring der Broederschap van Candidaat-No- tarissen in Nederland, die den 24 en 25en Augustus te ARNHEM wordt ge houden, komt o. a. de door het hoofdbe stuur gestelde vraag aan de orde, welke wijzi gingen in de nolarieele wetgeving met behoud van de tegenwoordige grondslagen en in het bijzonder met het oog op de be langen van den candidaat-notaris wensche- lijk geacht kunnen worden. Over deze vruag is etn praeadvies uit gebracht door den heer J. C. Th. Grone- mancandidaat-notaris. Een 6-jarig knaapje te DE WERKEN, dreigde een schoolmak kertje van gelijken leeftijd, zonder dat liij er reden voor had, met de woorden: „il zei jon de kop is afsnijen hoor", en werkelijk het scheen den deugniet ernst te zijn, tenminste hij liep op het ventje toe, pakte hot bij den kraag en sneed zoodanig met eon mes in dieus oor, dat het alleen nog met een klein velletje aan zijn hoofd bleef. De heer P. van Foreest, Dijkgraaf van de Hondsbossche en Duinen tot Petten, heeft in het Handelsblad een uitvoerig artikel ge schreven ter zake van den strijd, „nu reeds geruimen tijd gestreden tusschen hot Rijk en de Provincie Noord-Hol land, over de vraag, wie verplicht is, de kust tusschen de Heldersche zeewe ring en de Rijkswerken te Petten, te gen het geweld der golven van de Noordzee te beschermen." „"Welke is de toestand vraagt de heer v. F. en antwoordt daarop De circa 21 kilometer lange kust van Noord Holland benoorden de rijkszeewe ring te Petten, vertoont langs het strand eene op vele plaatsen zeer smalle strook zeeduin. Achter deze zeeduinen bevinden zich op onderscheidene plaatsen grootere en kleinere vlakten, welker niveau weinig of niet boven volzee is gelegen, terwijl bij kilometerpaal 13 de polder Callantsoog slechts door één smal duintje van het strand gescheiden is. Op eenigen afstand achter dezen bui- tenduinregel ligt de oude Zijper Zeedijk, tegen een gedeelte van welken in vroe ger tijden een regel binnen duinen is op gestoven, en welke zich ongeveer tusschen kilometerpaal 11 en 12 aansluit aan den Noord Schinkeldijk. Laatstgenoemde Schinkeldijk, voor een gedeelte Helmdijk genaamd, sluit bij kilom. paal 10 aan den Ouden Zanddijk of Dijk van Olden- barnevelde aan. Slaat nu bij hoogeu vloed het thans nog bestaande zeeduin weg (op meer dan eene plaats heeft de zee daarin reeds bressen gemaakt) dan zullen de hierbo ven genoemde dijken, door het volstroo- men der duinvlakten en van den pol der Kallantsoog, de daarachter gelegen polders Zijpe en Koegras tegen het Noordzeewater moeten beschermen. Of zij daartoe op den duur in staat zul len blijken, betwijfel ik ten sterkste." Het zaakrijk en belangrijk art. besluit de scbr. aldus De ondervinding heeft bewezen dat er een middel is om aldaar, met betrek kelijk geringe kosten, den toestand af doende te verbeteren. En dat middel wordt niet aangewend omdatik schaam mij haast de woor den neer te schrijven, men het er niet over eens kon worden wie het zal moe ten betalen. Wat zullen de gevolgen zijn, van het laten voortduren van den tegenwoordigen toestand lo. instrooming van den polder Cal lantsoog. 2o. groot gevaar en dientengevolge groote kosten voor de polders Zijpe en Koegras, benevens voor het Noordhol- landsch Kanaal, den spoorweg Alkmaar- Helder en de stelling Helder 3o. het ontstaan van een onregelma tige kustlijn vol inhammen en van een strand met diepe geulen 4o. door het achterwaarts gaan van het strand, veel sterker aandrang op en veel meer stormschade aan de rifkswer ken te Petten en aan de Hondsbossche zeewering. (Reeds nu is de verdieping voor en de aandrang op die als een kaap in zee vooruitspringende werken zoo groot, dat in den afgeloopen zomer geen aannemer is kunnen worden gevonden, die het ri sico van de reconstructie van een der Rijkshoofden, op zich heeft durven ne men). En eindelijk 5°. de onmogelijkheid, om, wanneer niettegenstaande de kosten die er tegenwoordig aan worden besteed, de thans nog bestaande toestand is ver loren gegaan, werken aan te leggen zoo als die indertijd tusschen paal 18 en 20 zijn gemaakt, zoodat men om den noor delijken punt van Noord-Holland te be waren, tot het maken van oneindig veel kostbaarder werken zal moeten overgaan. Als jongmensch had ik het genoegeD meermalen in gezelschap te zijn met nu wijlen J. C. de Leeuw, den energieken droogmaker van de Anna Paulowna. Een zijner vaste gezegden was„wie werken tot wering van de zee aanlegt, moet zorgen dat die tegen eene St. Eli- zabethsvloed bestand zijn." Welnu, één zoodanige vloed is slechts noodig om al de toestanden hierboven door mij geschilderd, zoo niet erger, in het leven te roepen. Laat ons hopen dat ons vaderland van dusdanige ramp in den aanstaanden winter verschoond zal blijven, maar te vens, dat spoedig allen die in deze een stem in het kapittel hebben, tot de over tuiging zullen komen, dat er periculum in mora is, en dat dientengevolge het nutteloos getwist ophoude, en door sa menwerking worde verkregen dat in dit Rijks en Provinciaal belang worde voorzien, vóór het te laat is. Bij het departement van koloniën is ontvangen het volgende, d. d. 24 Augs. gedagteekende telegram van den Gou verneur-Generaal van het Ned -Indië, betreffende de krijgsverrichtingen in Atjeh „Tijdelijke posten Boekit Lamtjong en heuveltop Daman als onnoodig opgehe ven. Voor de vestiging van eene colonne beoosten Tjot-Mantjang, tot het be- heerschen der 26 Moekims eu der 5 Moekims Montassik, levert de bevolking der 26 Moekims klapperstammen". De correspondent der N. R. Cl. te Ba tavia seint onder dagteekening van Vrij dag 21 Augs. Batoe Ivlian op Lombok werd door den vijand verbrand. Een patrouille van ons werd omsingeld en gedurende 3 uren beschoten. Vier minderen van ons wer den gewond, een gedood. De vijand had zes dooden. De resident is op Lombok aangeko men. Bij het departement van koloniën werd onvangen het volgende telegram van den Gouverneur-Generaal van Ned.- Indi e „Bende Praja belangrijke verliezen toegebrachtj door militaire patrouille, waarvan vier militairen beneden den rang van officier gewond werden." Dit bericht geeft blijk, dat de Sasaks in het {binnenland van Lombok maar matig dankbaar zijn voor hunne verlos sing uit de handen der Balineezen. Dat zij door de laatsten zoo onderdrukt werden, zullen de Sasaks voor een deel wel aan zich zei ven te wijten hebben gehad. Het is voor ons zaak ook dat luie volkje ons overwicht te doen ge voelen en krachtig tot het bewaren van rust en orde en tot waakzaamheid te dwingen. Als dat nu niet dadelijk ge schiedt kan het ons nog veel last ver oorzaken en aanleiding geven, dat het vruchtbare Lombok niet zoo spoedig tot die ontwikkeling en welvaart komt, waartoe het door de natuur is aange geven. Hoor eu Wederhoor. Naar aanleiding van een in onze Persrubriek uit „het Geeltje" overge nomen artikel Een werkman over de Sociaal-democratie'''' vestigt men onze aandacht, op het in Recht voor Allen d.d. 20 en 21 Aug. 1.1. voorkomende artikel, getiteld en vraagt ons: „of we dat arti kel niet eens zouden willen overnemen?" Waarom niet luidt onze weder vraag. Naar onze meening hebben ter zake der maatschappelijke vraagstukken alle partijen het recht hun meening te uiten en of het nu in de Amsterdammer in de Tijd of in Recht voor Allen staat, is voor ons van geenerlei beteekenis. De vraag voor ons is, of de inhoud en de toon, op welken betoogd wordt, g e- n i e t b a a r zijn. Waar zulks bet geval is, en men ons ruimte vraagt, zullen wij de opname niet licht weigeren. In bedoeld art. zegt nu R. v. A. het volgende Maar wij kunnen toch niet allemaal evenveel hebben in de wereld, wij kun nen toch niet allemaal gelijk zjjn. Zoo hoort men dikwijls aanvoeren te gen de socialisten. Wij antwoorden daarop Maar wie ver langt dat Wij socialisten weten toch ook heel goed, dat wij niet allemaal de zelfde behoeften, dat wij geen gelijke magen hebben en dat de gelijkheid van heden toch weer zou voeren tot onge lijkheid van morgen. Het geldt hier dus de vraagVolgens welk beginsel zal onder de socialisten de verdeeling plaats hebben der goederen, door gemeenscbappelijken arbeid voort gebracht Eerst hebben wij dan te doen met de staats-socialisten, de zoogenaamde kollek- tivisten. Volgens ben is de staat de alregelaar van den arbeid. Hij deelt de menschen in en zij hebben te werken waar en wanneer bet hun gezegd wordt. Dezulken erkennen dat de produktie rechtens toekomt aan het gebeele aantal arbeiders, dat bijgedragen heeft tot ver vaardiging, daar de een nu meer ge daan heeft dan de ander, zal er noodza kelijk ongelijkheid plaats vinden bij de verdeeling. Hoe zal de waarde van elks arbeid worden vastgesteld Loon naar werk zoo zeggen zij. Men zal krachtmeters hebben, waardoor spier-, hersen- en zenuwarbeid gemeten zal worden en dan wordt volgens de verbruikte kracht de productie verdeeld. De een werkt acht uur per dag en de andere ook, maar bet resultaat van beider arbeid is lang niet hetzelfde. Moet nu degeen, die het meest heeft gedaan in dien tijd, ook het meest ontvangen, terwijl de ander even bard gewerkt, ja naar de mate van zijn krachten misschien nog meer heeft gedaan Tot schromelijke onbillijkheden komt men op die manier. Elk onzer vindt bij zijn geboorte reeds een schat van voorafgeganen arbeid, waar door het leven ons nu zooveel gemak kelijker kan zijn dan eenige eeuwen ge leden. In ruil voor deze voordeelen, die de gemeenschap hem schenkt, vraagt deze van hem niets anders dan dat hij de vermogens van lichaam en geest zoo nuttig mogelijk aanwendt. Als ieder dus daartoe geeft naar zijn kiacht, dan kan ter van hem niet meer verlangd worden. Is de kracht van den een niet zoo groot als die van den ander, dat doet er niet toe, want elk geelt naar zijn kracht eu meer kan men niet doen. Komt het nu op do verdeeling aan, dan moet elk ontvangen naar zijn be hoeften. Allereerste eisch toch is, dat allen ge lijkelijk in staat zullen zijn om hun be hoeften te voldoen. Onvoldane behoef te is een kwaad niet alleen voor hen die het lijden, maar tevens voor de ge meenschap, waarin zij leven. Immers zij maakt ongelukkige menschen en het gezicht van hen werkt nadeelig terug op allen. De behoeften nu zijn zeer verschillend De een heeft meer voedsel noodig dan de ander en niet allen verlangen dezelf de soort van voedsel. Als wij tezamen aan tafel eten, dan verlang ik niet dat allen evenveel zullen eten, maar wel dat allen een voldaan gevoel hebben, als zij van tafel opstaan. Zal ik nu boos zijn, omdat een ander meer at, terwijl ik voldaan van tafel ging On zin De maag van den een heeft meer noodig dan die van den ander en als nu beiden voldoening hebben, dan zijn zeiden gelijk, omdat ze beiden voldaan zijn, al is de hoeveelheid voedsel, die beiden krijgen, ongelijk. En nu kan onmogelijk de een voor den ander bepalen, hoeveel hij noodig heeft om zich voldaan te gevoelen. Daarom zal hier rekening gehouden moeten worden met de individueele be hoeften. Elkeen is de maatstaf voor zichzel- ven. Maar, vraagt men dan allicht, hoe moet het dan gaan met menschen, die niet werken? Oorzaak hiervan kan wezen dat dezen niet werken kunnen of niet werken wil len. Als zij niet kunnen, als zij ziekelijk of gebrekkig zijn, welnu dan moet de gemeenschap hen natuurlijk onderhou den. En als zij niet willen, dan is dit ook een ziekelijkheid, die niet door dwang maar door het opheffen der oor zaak kan worden weggenomen. Met dwang zal men in dezen niet veel uitvoeren. Gesteld dat wij een gezelschap heb ben van 100 personen en 10 er van willen eenvoudig niet werken. Hoe moe ten wij daarmede aan Wie niet werkt, die zal ook niet eten zoo zeggen sommigen en dus als zij hun aandeel aan den arbeid niet willen leveren, dan krijgen zij ook niets. Zullen die tien dan in een hoekje gaan zitten en stil verhongeren Of zullen zij zeggen Welnu dan nemen wij eenvou dig, wat wij behoeven. Zal men dat kunnen beletten Met geweld maar dan heeft men politie noodig tegenover die onwilligen, dan moet men staatsgevangenissen heb ben om ze in op te sluiten. Inderdaad zoo keeren al die afschu welijke instellingen weer terug, die wij meenden te kunnen verwijderen. Neen, zoo gaat het niet. Wij zouden zeggenLaat ze maar meeëten met de anderen, maar laat ze tevens gevoelen dat zij uit genade ge duld worden en werkt op bun eerge voel. Het zal niet lang duren of de meesten zullen aan 't werk gaan. Wij twijfelen daaraan geen oogenblik. En mocht er een enkele uitzondering blij ven bestaan, welnu wij zullen dien zon derling in ons midden dulden en daar mede uit. Luiheid is geen ingeboren kwaal, maar een maatschappelijk kwaad, dat voortkomt óf uit ziekelijkheid óf uit weerzin in de soort werk, waartoe men geen lust of aanleg bezit. Dus werkt elkeen overeenkomstig zijn eigen lust, volbrengt hij dien arbeid waartoe hij aanleg bezit, hij zal gaan werken zon der dat anderen hem daartoe aanzetten. Als er gezorgd wordt dat alles in overvloed voorhanden is, dat er alge meen welvaren heerscht, dan vervallen vele der bezwaren die men nu opwerpt tegen een socialistische maatschappij. Wanneer men thans met elkander eet aan een table d'höte in het een of an der logement, dan krijgen de menschen zelts nu geen ruzie over de porties eten. Waarom niet Omdat elkeen weet dat er genoeg is. Men behoeft dus niet met leede oogen te kijken naar de portie van zijn buurman of vrees te koesteren dat men zelf niets krijgt. Ziedaar dus de eerste voorwaardeEr moet genoeg zijn voor allen. Welnu, aan die voorwaarde kan vol daan worden, want er is genoeg en er zal ontzettend veel meer komen bij een verstandige produktie. Wij verlangen niet dat allen evenveel zullen eten en eveneens gekleed zullen gaan. O neen, die eenvormigheid, die eentonigheid zou de dood zijn. Juist het verschil van smaak zal oorzaak zijn dat er verscheidenheid is en deze is het le ven. En die verscheidenheid kan veelgroo- ter zijn en zij zal het ook wezen, juist om dat elkeen gevolg kan geven aan zijn smaak. Daarom laat ons niet bevreesd zijn voor de vervelende eentonigheid die voort zou vloeien uit een eenerlei in de vervulling der behoeften. Er zal onein- digd veel grooter verscheidenheid be staan en toch gelijkheid zal heerschen. Gelijkheid in de voorwaarden, die elk een kan vervullen overeenkomstig zijn aanleg en smaak. Daarin bestaat juiBt de gelijkheid, dat elkeen die voorwaar den kan vervullen. Eerst dan zal het leven opgewekt zijn en iedereen toelachen, daar de zorgen verbannen zijn en niemand gebukt gaat onder den angst voor de toekomst. Als wij goed nadenken, dan vervallen de bezwaren die men maakt en wel het meest daar, waar men rekening houdt met de ontplooiing van elks neigingen en lusten. Geen dwangbuis aan, dat alles drukt, maar de vrijheid zij de atmosfeer waarin wij leven, omdat wij daarin naar harte lust kunnen ademen en dus gelukkig zijn- Het zal velen onzer lezers bekend zijn, dat PINLAND feitelijk slechts door eene persoonlijke unie met Rusland ver bonden is. Bij de vrede van PREDE- RIKSHAMM in 1809, die aan den oor log tusschen Zweden en Rusland een einde maakte, stond Zweden het groot hertogdom Finland aan Rusland af. Finland bleef echter in 't bezit van zijne aloude rechten en privilegiën, waarvan wel de voornaamste waren, dat de lands- zonen een zelfstandig legercorps vorm den, dat 's Jands taal in school en kerk en bij de rechterlijke macht gehandhaafd bleef en dat de senaat, samengesteld uit de afgevaardigden van steden, edelen, geestelijken en boeren, met eene wetge vende administatieve macht was bekleed. Onder de regeering van Alexander III werden voor en na de bijzondere rech ten van Pinland ingetrokken. Onder den invloed zijner panslavistische raadgevers streefde hij er naar van de verschillen de Staten een onverdeeld geheel te ma ken. Finland, Polen en de Oostzee—pro vinciën trof eenzelfde lot. 't Schijnt dat Nicolaas II van een an der gevoelen is, dan wijlen zijn vader, althans bij een keizerlijk decreet is de Senaat van Finland in zijne rechten her steld. Dat hooge staatslichaam mag thans weder ambtenaren benoemen en ontslaande reglementen der stads en dorpsoverheden naar goedvinden wijzi gen geldmiddelen voor het inwendig be stuur toestaan tollen opheffen, scholen stichten en wat dies meer zij. 't Is te begrijpen, dat deze blijde boodschap door de Luthersche bevolking van 't Groothertogdom met blijdschap is vernomen. Ook naar het buitenland volgt de Tsaar een verzoenende staat kunde. Er is wellicht geen volk zoo zeer op Rusland gebeten als het Ilongaarsche. Toen HONGARIJE naar een langdu- rigen strijd in 1849 de OOSTENRIJK- SCIIE leger-benden uit zijn gebied had verdreven, toen het zijne onafhankelijk heid en zelfstandig bestaan na een bloe dige worsteling had herkregen, kwamen op verzoek van keizer Frans Jozef de Russische horden in het land vallen en vereenigd met de Zuid-slaven en Oostenrijkers werd Hongarije andermaal ten onder gebracht. Wel zijn de toe standen ten gunste van Hongarije ver anderd, maar zijn haat tegen Rusland is onverminderd blijven bestaan. De helden van de vrijheidsoorlogen worden in Hongarije in hooge eer ge houden en het is vooral het geslacht Rakoczy dat het vaderland vele uitste kende mannen heeft geschonken. Vorst George Rakoczy van Sebenburgen ver zekerde de vrijheid van godsdienst voor de protestanten bij bet tractaat van Linz in 1645. Frans Rakoczy streed van 1703 tot 1710 met afwisselend geluk tegen de Oostenrijkers, doch moest ten slotte in Polen een goed onderkomen zoeken. Het leven en de lotgevallen dezer beste mannen staan in de geschiedenis van Hongarije met gulden letters opgetee- kend; dichters hebben hunne daden be zongen, hun vaderlandsliefde en helden moed gelden bij jong-Hongarije als prik kelende voorbeelden. Op welke wijze het zwaard van Frans Rakoczy in het bezit van Rusland is ge komen, vinden wij nergens opgeteekend waarschijnlijk is het na zijne vlucht in Warschau gebleven en bij de inlijving van Polen het eigendom van den Tsaar geworden. Bekend is het echter, dat het wapen, dat eens de Oostenrijkers deed sidderen, als een nationaal kleinood werd beschouwd, hetwelk men gaarne tot iede- ren billijken prijs had teruggekocht. En wat doet nu Nicolaas II Begeleid van een hoogst vriendelijk schrijven, wordt de reliquie aan het Hongaarsch mu seum te Buda-Pest afgestaan. In Hon garije is men over dit blijk van vriend schappelijke toenadering in de wolken en de bladen van allerlei richtingen ste ken de loftrompet van den gewezen aartsvijand. Deze blijken van vredelievende en vrij zinnige buiten- en binnenlandsche poli tiek zijn de komst van de Tsaar naar midden en West-Europa als blijde bood- schappen vooruitgesneld. Waarom wel de keizerlijke bezoeken in de hoofdsteden Weenen, Londen en Parijs plaats hebben en dat aan Duitsch- land te Breslau, is een prachtig veld voor allerlei politieke gissingen. De een zoekt er anti-Duitsche neigin gen van den Tsaar in, een tweede ziet hierin de hand van de keizerin-weduwe, weer anderen willen het bezoek aaa Parijs daardoor te sterker doen uitko men, maar daarvoor zijn allen het eens,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 2