Yallenfle Sierren.
Zondag 23 Augustus 1896.
40ste Jaargang No. 3123.
BIJVOEGSEL.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
1
21.
Mina's intocht en afscheid.
SCHAKER
Zoo gaat het wel meer!
(In de bruidsdagen). Hoe komt
het, dat de sterren dezen avond niet zoo
helder zijn als anders vroeg zij zacht.
Haar glans wijkt voor die van uw
lieve oogen, fluisterde hij.
(Een jaar getrouwd). Hoeveel tele
graafpalen zouden er wel noodig zijn om
van hier tot de maan te reiken vroeg
zij peinzend.
Eén natuurlijk, als hij maar lang
genoeg was, bromde hij. Waarom doe
je toch altijd zulke domme vragen
De grootste plant van de
wereld, zoo vertelt de Prometheus,
is de zoogenaamde Riesentang
(Nereocystis), welks stengel een lengte
van 90 meter kan bereiken. De plant
behoort tot de familie der Lamioatiën en
is het eerst door Mertens beschreven. Zij
groeit aan de noorkust van Amerika en
Azië. Uit de gedroogde, taaie stengels ma
ken de bewoners 80 meter lange touwen.
Stiptheid.
Generaal Washington had een secretaris,
die zeer vaak te laat aan zijn lessenaar
verscheen en altijd de schuld op zijn hor
loge wierp. Eindelijk zeide de generaal
jyHoor eens, gij moet u een ander horlo
ge of ik moet mij een anderen secretaris
aanschaffen."
Een hevige ontploffing.
Dezer dagen waren in Lancaster, in
Pennsylvanië, drie mannen bezig een kist,
gevuld met dynamiet, op een wagen te
lichten. Door het geraas, dat zij bij dezen
arbeid maakten, schrikte het paard. Het
dier sloeg aohteruit en kwam met zijn
hoef in aanraking met de kist, ten ge
volge waarvan de dynamiet ontplofte. De
drie mannen werden onmiddellijk gedood,
terwijl drie omstanders aan de kekomen
wonden zijn overleden. Twintig personen
werden gewond.
Een vreeselijk ongeluk
heeft d.d. bij de wedrennen te Layrec
nabij Agen (Pr. dep. Lot-et-Garonne) plaats
gehad. Op den landweg werd een wed
strijd voor paarden in galop gehouden. Het
publiek had zich in grooten getale verza
meld om de seinvlag van aankomst, die on
gelukkigerwijze geplaatst was achter een
kromming van den weg. De beide eerste
paarden, wier berijders slechts de seinvlag
in het oog hielden, konden door hun ont
zettende snelheid de kromming van den
Roman van Robert Byr.
DERDE BOEK.
„Ja, ja, ik heb daar reeds van gehoord,"
begon de regeeringsraad„en mij zeer over
nwe benoeming verheugd. De verdiensten
behooren erkend te worden. Kan mijzelf ge
luk wenschen, dat ook ik het mijne daartoe
heb bijgedragen. De ruïne van Beman
heeft u den weg gebaand. Het is zeer goed
dat men intelligente jonge mannen carrière
laat maken, en talent hebt gjj, dat is onbe
twistbaar waar. Gij zijt eigenlijk voor een
ander vak opgeleid; maar daar zult gij wél
spoedig voor klaar zijn, een goed ingenieur
moet voor alles vast in den zadel zitten
Wie eenmaal vasten voet gezet beeft, is niet
zoo gemakkelijk meer op zijde te schuiven;
daarvoor zorgen zijn eigen bekwaamheden
en invloedrijke kennissen die zijn ook
geenszins te verachten. Gij hebt gelijk, hun
ne herinnering aan u warm te houden.
Het is altijd goed, wanneer men invloedrij
ke vrienden en vriendinnen heeft."
Eerst de laatste eigenaardige wending
wekte de opmerkzaamheid van Reimar op,
die aan al de vorige opmorkingen geen en
kel oogenblik aandacht geschonken had en
er de finesso niet van begrepen had.
«Invloedrijke vrienden vriendinnen?
Die zon ik hebben
De regeeringsraad zag spottend op den
naïven vrager neer.
«Altijd zoo geheimzinnig. Dat is het, wat
de dames aanstaat. Daarmede heeft men
bij haar altijd groot succes. Daarom wil ik
ook niets gezien hebbeD, ofschoon ik anders
scherp kijk en er op zon willen zweren dat
de jonge dame die daar bij mevrouw Böh-
len in het rijtuig stapte, onze nieuwe hof-
ster is."
«Mijnheer de regeeringsraad
«Ik zeg immors reeds, dat ik niets gezien
heb, in 't geheel niets 1*
«Gij hebt evenwel 't tegendeel reeds be
weerd, ofschoon ook slechts tegen mij, en
daaraan gevolgtrekkingenvastgeknoopt, dat ik
zoo zij door een ander geuit waren, hem
ter verantwoording had geroepen."
„Maar mjjn lieve hemel'" riep de ander,
die door deze ernstige woorden wel een
weinig uit het veld geslagen was. „Gij kunt
weg niet volgen en stortteD met geweld tus-
schen de rijen toeschouwers, die door geen
enkele afsluiting werden beveiligd. De bei
de ruiters vlogen uit het zadel en smak
ten neer op de dichte menigte. Zij kwa
men er betrekkelijk goed af. De paarden
echter, die op de menschenmassa inren-
den, veroorzaakten de grootste, ongeluk
ken. Veischeidenen werden dood, gewond,
met ingetrapte schedels en met gebroken
ribben weggedragen. In 't geheel telt men
een dertigtal slachtoffers.
Zeer leerrijk voor brui-
lofisgasten is de volgende brief van een
Miiuchener restaurateur«Müochen, 12
Augustus 1896. WelEdelGeb. Heer N.N.
alhier. Gij hebt aan het bruiloftsmaal van
M., hetwelk in mijnen restaurant den 28
Pebruari 1893 plaats had, deelgenomen.
Bij dit diner is nu aan spijzen, dranken
enz. bij mij een rekening gemaakt van 741
Mark 83 pf. Ik heb van dit bedrag het
eerst bij het bruidspaar betaling gevraagd,
maar moest tot de treurige ontdekking
komen, dat het totaal insolvent is. Tot
mijn leedwezen ben ik daarom genoodzaakt,
van het mij komend recht gebruik te
maken, mij om de betaling van dat ver
schuldigd bedrag nu te houden aan hen,
die aan dit diner deelnamen. De verplich
ting, in d9 kosten van het diner bij te
dragen, wordt reeds hieruit bewezen, dat
gij eeD evenmatig deel der spijzen en dran
ken hebt genoteD. De omstandigheid, dat
gij door het bruidspaar werdt uitgenoodigd,
geeft u het recht, u tot het bruidspaar
te wenden tot teruggave van het door u
verschuldigde doch dat is^eene tusschen-
derden getroffen overeenkomst, welke mij
niets aangaat. Ik moet u bovendien op
merken, dat mijnheer M. mij zelf gezegd
heeft, dat gij mijne vordering te eerder
zoudt voldoen, omdat gij voor het genoten
bruiloftsmaal hem zelfs niet den wederdienst
in den vorm van een bruidsgeschenk hebt
bewezen. Ik verzoek u dus om spoedige be
taling van het voor u komend deel ad
26 Mark, 40 pf., en wijs er op, dat ik
daarbij de sedert 31/,, jaar verschenen
rente, ten bedrage van 129 Mark, 82 pf.
niet eens in rekening heb gebracht. Hoog
achtend X. X., restaurateur.® Yoor de
bruilofstgasten in de toekomst is het aan-
teiaden, te eischen, dat bruidegom en
familie, voor nog de eerste lepel soep
genuttigd wordt, de kosten van den
feestmaaltijd hebben gedeponeerd.
Ontleding van een zon-
nestraal.
Iedereen kent hel spelletje, dat bestaat
in het opvangen van een zonnestraal, die
door een kleine opening der jaloezieën
een donkere kamer binnendringt, op een
van mijn geheimhouding ten volle verzekerd
zijn."
„Ik behoef uwe geheimhouding volstrekt
niet," wees Reimar geringschattend af, «dat
ik eene dame een paar schreden vergezeld
heb, omdat baar rijtuig niet dadelijk bij de
hand is, zal toch wel niet verborgen behoe
ven te blijven. Ik heb juffrouw von Bran-
dolf sedert maanden niet gezien en verbengde
mij, haar dezen dienst te kunrien bewijzen,
daar ik haar toevallig bij hare onders
aantrof, die ik van Bernau nog kende.
Riet wat Reimar zeide, maar de toon
waarop hij het zeide, werkte overtuigend.
Zoo had geen aanbidder, die zooeven een
rendez-vous had gehad, gesproken. Dat was
geen gemaakte onbevangenheid, bij wie de
opgewondenheid nog niet ten volle bedaard
is, maar dat was werkelijke, doffe onverschillig
heid daaromtrent geloofde de slimme snuf
felaar zich te kunnen geruststellen.
„Natuurlijk 1" liet hij zich dan ook hooren.
„Het was dan ook niets anders dan een
onschuldige plagerij, die moogt ge niet
Maar wat ik u zeggen wilde, het is toob
goed, dat gjj machtige kennissen hebt.
Daarmede mag men u dan toch zeker wel
gelnk wenschen?"
„Jammer dat ik ze niet heb."
„Nn, dat moogt gij zoo botweg niet loo
chenen wat men met eigen oogen al is
het nog zoo'n oppervlakkige kennismaking,
zooals gij zegt, dat het met die nieuwe ster,
die pas haar opgaDg
Met een fijn lachje hield de regeerings
raad het laatste van zijn zin voor zichzelf,
terwijl hij beteekenisvol hemde I Zonder
nieuwsgierigheid, nauwelijks met eenige be
langstelling zag Reimar hem aan.
„Gij gebruikt daar woorden, waarvan ik
de beteekenis niet begrijp."
„Foei 1 Geheimhouding is goed, maar dat
van u is nu wel wat le bespottelijk."
„Dan toch zeker niet met mjjn medewe
ten."
Vol ongeloovige verwondering zag Hollman,
Reimar van ter zijde aan.
„Hoe is 't mogelijk weet ge daar nog
niets van? De zaak heeft anders alreeds
een paar maanden haar beloop. Alles is
er vol van, hof en stad. En gjj Ze
ker, ge zijt in een geheelen tijd niet hier
geweest, maar een wenk, een woord in
't geheel niets? Ja, dan vertel ik u wel
licht werkelijk iets nieuws. Dat wil zeg
gen, de aanvang dateert reeds vanaf het
voorjaar; reeds toenmaals waren de opmerk
zaamheden van zijne hoogheid te opvallend,
om onopgemerkt te blijven. Men kon er
onmogelijk langer aan twjjfelen, dat prins
klein spiegeltje, dat men in de hand
houdt en dat bij de minste beweging een
rond licht plekje op den muur de grillig
ste bewegingen doet sannemen. Wanneer
wij echter een zonnestraal opvangen op
een spiegel, die in een waschkom onder
water wordt gehouden, dan zien wij, wan
neer wij tenminste er voor zorgen, dat
de spiegel den juisten stand heeft (een
helling, die wordt aangeduid door een hoek
van 60°) een prachtig zonue-spectrum
van zeer groote afmetingen en een buiten
gewone zuiverheid, dat zich in alle kleu
ren op den muur afteekeut.
Dit spectrum kan opgevangen worden op
een stuk wit papier, dat raeD op den
muur bevestigd heeft. Wanneer we nu
het water in de waschkom met de hand
in bewegiDg brengen, dan zien we, dat
het spectrum zich beweegtde verschil
lende gekleurde lijnen, violet, indigo,
blauw, groen, geel, oranje en rood, worden
zeldzaam schoone lichtgolven, die aan een
slotnummer van een prachlvuurwerk he
rinneren.
Deze proef, die betrekking heeft op
de ontleding van licht en dia in natuur
kundige laboratorium slechts met behulp
van zeer kostbare kristallen prisma's
wordt genomen, is, zooals men ziet, ook
zonder eenige kosten uitvoerbaar en wel
overal, waar men een stuk spiegelglas,
een kom helder water en eindelijk een
zonnestraal vindt.
Uit de Berl ij nsche recht szaal
Geachte mijnheer de president, laat
u mij toch als 't u blieft vertellen, hoe het
mij met die meid gegaan is, dan zult u
medelijden met me hebben en me niet
straffen. Ik beD nog nooit voor 't tri
bunaal geweest en het is toch geen klei
nigheid, als je hier voor alle menschen....
President: Nn, ik zal luisteren,
maar begin dan direct en laat die geheele
inleiding maar weg.
BeklaagdeDit jaar was het com
pleet een mirakel met die dienstmeiden
van Nieuwjaar tot 15 April heb ik er
net zeven stuks gehad. Dat is wel een
beetje veel, maar daar kon i k niks aan
doen. Den 14en April had ik er weer een
de deur uitgebonjourd. Toen ik dien
avond van het verhuurkantoor terugkwam,
zei ik tegen me man
Willem, zee ik, nou heb ik eens
wat fijns nitgezocht, een groote, flinke
meid ze wil wel zestig thaler loon heb
ben, maar ze zegt, dat ze heel wat doet.
Misschien is dat nou eindelijk eens een
goeie, die lang blijft. Morgenochtend om
negen uur komt ze.
Den volgenden morgen knapte mijn ou-
Eduard zich voor de mooie jonge dame in-
terresseerde. En ook van deD anderen kant
kortom, het was spoedig zoo klaar als
de dag, dat er iets zou gebeuren. Slechts
dat de smaak van den prins eensklaps op
blond viel, was te verrassend voor ben, die
zijn smaak kenden, of tenminste meenden te
kennen.
„'t Was ook hier weer, variatie van spijs
doet eten - ik ben er anders verre van,
omtrent juffrouw Braudolf iels te zeggen
dat niet oorbaar is. Zulke hoogo hoeren,
kan men moeielijk weerstaan- Zij zal wel
al bet mogelijke gedaan hebbeD, om den
hoogen gebieder te ontgaan; zij is den ge
heelen zomer op reis geweest, en men zou
werkelijk geloofd hebben, dat er een stil
stand in de verhondiog was gekomen; maar
de ingewijden waren beter vau de zaak op
de hoogte. Dat was slechts een sluier,
waarachter de diDgen werden afgehandeld,
natuurlijk per brief. De prins beeft in-
tusschen al zijne oude liefdesbanden verbro
ken, dat was passend. Het huis is nu open
en vrij en wacht op den intocht van de
nieuwe meesteres."
Dat wat Reimar daar hoorde, had hem de
spraak belemmerd; zelfs du, nu alle mede-
deelingen ophielden, kon hij de dingen nog
niet geheel voor elkaar krijgen. Met moei
te bracht hij een paar woorden over zijne
lippen.
„De prins wil dus met haar trouwen
„Trouwen Waar denkt gij aan 1 Zulk
een lnxe i" Een verdachtmakend gegrinnik
kwam er over de smalle lippen van Hollmann.
Vervolgens weerklonk de ruwe hatelijke
lach van Reimar.
Dat was dus de hoogte, van waar zij op
het kommervol gewemel kon neerzien. Dat
was nu dat volle groote geluk/
Een wilde woede greep hem aan. Eerst
was alles zoo leeg en hol in zijn binnenste
geweest, nu was hoofd en hart vol bittere
gedachten. Als een vuurstroom schoot hem
het bloed door de aderen.
„Dan mag men immers toch wel van een
nieuw opgaande ster spreken meende Holl
mann.
„Ja waarachtig dan
En andermaal lachte Reimar; bij scheen
zichzelven nauwelijks te kunnen bedwingeD.
Zijn gezel scheen ook door die vroolijkheid
te worden aangestoken en vatte hem ver
trouwelijk onder den arm. Dat was een
hoogst gunstige stemming, waarin een ver
standig woordje een goed plaatsje zon kun
nen vinden.
„Maar maak vooral van deze mededeeling
geen gebruik vooral bij mjjne buisgenooten
de zich een beetje op, om voor het iaam
uit te kijken. Maar het wordt tien uur,
elf uur, maar wie der komt, geen dienst
meid. Ik heb zelf de kamers al schoon
gemaakt en ga non naar de keuken, om
het eten te koken. Ze is er waarachtig
om twaalf uur en om één uur nog niet.
Let op, zeit me maD, die komt
heelemaal niet,
Dat zou nog doller wezen, zeg ik,
ze heeft haar daalder toch aangepakt 1
We zitten eindelijk koffie te drinkeD, elk
aan een raam, het was klokke vijf uur.
Daar houdt opeens een rijtuig voor de
deur stil, en waarachtig ze zit er in ook 1
Mijn God, zeg ik, dat is niet mis
eerste klasse I Vandaag of morgen komen
de dienstmeiden nog met de vierspannige
mijl- of meelkoets (mailcoach, een nieuw
tje te Berlijn, dat echter weer spoedig
opgedoekt^ is) of hoe dat malle nieuwer-
wetsche ding heet, voor je deur, als ze in
een nieuwen dienst komen. En ik moet
me al dadelijk over mijn man ergeren.
Daar loopt me die ouwe ezelskop zoo
hard als tie kan naar buiten en daar staat
ie me waarachtig te buigen als een kaas
mes de stommeling pakt als een bestel
ler met den koetsier de groote reismand
aan en sleept die naar binnen 1 O, o 1 ik
schaamde me dood. En zij ze zweefde
er achter als een heuschelijke dame, die
voor een fijn hotel uitgestapt is. Wacht
maar, denk ik, komt u eerst maar eens
binnen 1 En ze komt ook binnen, alsof
alles al in orde was en ze maakt tamelijk
nit de hoogte een beweging met het hoofd
en wil mij de hand geven natuurlijk
met glaceetjes terwijl zij zegtIk
groet u, waarde mevrouw.
Zoo iets, nee maar, dat had ik van me
leven nog niet bijgewoond. Ik spring twee
passen achteruit, en bekijk haar van kop
tot teen. Was dat mijn dienstmeisje P Met
een voile op der hoed en over der reis
mantel kruiselings twee nemen, waaraan
aan den eenen kant een toeristentaschje en
aan den anderen kant een tooneelkijker
hangt te bengelen
Hoe krijg je 't eigenlijk in je her
sens, vraag ik, om 's middags om vijf uur
te komen aan slampamperen, als ik om ne
gen uur met je afgesproken heb Zeg M.,
nou heb ik je werk voor vandaag moeten
doen Ze trekt een erg lang verwonderd
gezicht en zegt heel snibbig
Wat Word ik zoo ontvangen Dat
ben ik niet gewoon. Mijn vroegere me
vrouwen hebben mij geheel anders ont
vangen.
Zoo, vraag ik. Zoover ik weet wor
den de dames door de dienstboden ontvan
gen en niet omgekeerd.
Is het waar of niet, mijnheer de presi
dent P
Pres.Zeker, maar zorg nn, dat die
niet. Gjj komt ons immers bezoeken?"
„Ik had mg reeds bij n aangemeld," zei
de Reimar, zich met geweld beheerschende,
daarna prattelde hg de verontschuldiging, dat
het zondag was en dat bg zoo laat toob
niet kon komen; maar het woord werd hem
kortweg afgesneden.
„Ei watl onder collega's formaliteiten.
Gg brengt den avond bg ons door. Gg
zult toch uwe promotie moeten vieren Bg
een glas champagne Moet ge nog vandaag
weer weg Zoo vele werkzaamheden Zoo
nauwgezet van geweten Nu kom dan in
den achtermiddag op een kop tbee Ik
denk ook, dat mgne zuster er wel zal zgn;
dat zal baar dus zeer veel genoegen doen.
Zg heeft mg reeds zooveel van u verteld, dat
ik geloof, dat zg een oogje op u heeft;
maar daar heb ik nu inderdaad een indisore-
tie begaan." Eenj listige blik, een zacht
lachen versterkte die onbescheidenheid nog
meer, dan dat zg er minder door werd.
„Het is overigens ook geen wonder, wan
neer een zoo aardige, intelligente jonge man,
de dames het hoofd op hol brengt, zoodat
zg alles vergeven en vergeten, ook sgne
onaardigheden. Onder ons gezegd, Ada
was nwe voorspraak bgjj mg; de indruk
dien gg bg uwe ontmoeting op haar ge
maakt hebt, is nog immer niet uitge-
wischt."
„Dan is de indruk wederkeerig geweest,"
verzekerde Reimar vriendelgk maar ver
strooid. De regeeringsraad potte daaruit
echter den moed, om nog vertronwelgker
voort te gaan.
„Werkelgk? Maar dat moet ge haar
toch zelve zeggen. Waarom dan zoo schuch
ter tot dusverre Hg die verliefd is en
verlegen gg kent het spreekwoord wel
verder. Dus Ada bevalt u Ja, mooi is
Ada en tevens vol geest, dat moeten hare
bengders haar zelfs toegeven. En boven
dien een groote knnstenares Jammer dat
zg het moede wordt, nog laDger tooneel te
spelenDaar is niets meer aan te veran
deren, al mgn bidden en smeken helpt geen
zier, zg wil niet luisteren. Het is beslist,
zg trekt zich terug. Nu ja, dat is waar, zg
kan op bare lauweren gaan rusten, een
aardig vermogen heeft zg bovendienzg
kan leven schitterend leven bovendien.
Da» was nu eigenlgk eens iets voor u,
waarde collega 1" Een oogenblik hield hg
op, om daarna het vervolg van zgn toe
spraak in te richten; maar hg zag niets an
ders dan verwondering op het gelaat vaD
zgn toehoorder en trok daaruit de gevolg
trekking, dat hg alles niet als soberts ver
der behoefde te behandelen. Daarom ging
geschiedenis uitkomt.
Bekl.Ja meneer, maar wat ik zeg
gen wou. ik vraag dus hoe het komt
dat ze zoo iaat komt.
O, zeit ze, ze had nog allerlei dingen
te doen gehad, ze had nog boeken, die ze
gelezen had, naar de leesbibliotheek terug
moeten brengen, en dan had ze eerst haar
handschoenen moeten halen, die gewasschen
waren, en dan had ze nog een nisuwe Eis-
snaar voor haar citer moeten koopen om
dat het ding gesprongen was, toen ze haar
laatste mevrouw een afscheidsovatie wilde
brengen.
Zoo vraag ik erg vrindelijk, speelt
u ook citer P
En niet zoo heel slecht ook, meent
ze. Mijn cavalier heeft mij een zeer
schoon instrument cadeau gedaan, waar
hij groote stokken op «peelt.
Wilt u niet zoo vrienderijk zijn
juffrouw, zeg ik, hier op de sofa een oogen
blik plaats te nemen, maar niet bg het raam,
daar mocht het eens tochten. Mijn man
zal u dadelijk een glas port brengen.
Dus u heeft ook een aanstaande
vraag ik weer. Wat voor een geëerde be
trekking bekleedt hij eigenlijk P
Hij blaast tuba in een groot orkest,
zeit ze.
Kijk eens aan, zeg ik, dat is lang
geen blik, dat is bepaald iets degelijks.
„Nee, zeg ik als ik zie, dat zij aan
stalten maakt om haar handschoenen uit
te trekken houd ze liever nog een
poosje aan, u bent een klein beetje ge-
chuffeerd door het rijden in zoo'n gewoon
huurrijtuig met de gezondheid kan men
niet voorzichtig genoeg omgaan. Maar wat
hebt u daar een prachtigen regenmantel
aan sta toch eens even op, dat ik hem
bekijk. Is hij van Hertzog Het is al een
beetje donker, zeg ik dan verder, en zet
de gangdeur open. Zoo, ga nu eens met
uw gezicht naar die open deur staan, dat
ik den mantel van achteren behoorlijk be
kijken kan, nee maar, wat een elegant fi
guurtje hebt u, zeg ik En zij, ze staat
daar met haar lichaam te draaien als een
kalkoensche haan.
Nu liep echter mijn gal over; is kon
er niets aan doen, maar ik gaf haar een
oplawaai in der nek, dat rij ineens de
gang op- en de trap afvloog en toen riep
ik haar na, dat ze moest zorgen, dat ze
zoo gauw mogelijk mijn deur uitkwam,
haar godspenning mocht ze voor mijn
part honden.
PresidentUw toorn was gerechtigd
doch op deze wijzen hadt ge u niet van
de meid moeten ontslaan. Want kijk
eens aan, door den val heeft ze, hoewel
gelukkig niet ernstig, het scheenbeen ge
blesseerd
Het feit naar eisch van rechten be
wezen zijnde, veroordeelde de rechtbank
de woordenrijke burgerjuffrouw.
hij voorzichtig voort„Inderdaad, wanneer
ik er zoo over nadenk, waarom ook niet
Men moet zijn ambt, zgn brood hebben,
zult ge zeggen; maar ik vraag u, hoe lang
is men daar zeker van Er kan zooveel
gebeuren, de titel verzekert u dat niet, van
de gunst van de hooge heeren moet ge het
hebben; zoo op eenmaal er behoeft bij
den bouw maar iets te gebeuren en de on
genade is daar. Dan is het goed, als men
een stevig achterdeurtje heeft, dat tot een
veilig nestje toegang geeft dat zou u
zulk een huwelijk geven."
„Ja zeker, waarachtig I" riep Reimar in
wilde opgewondenheid, waarvan de ander
de scherpe ironie niet begreep. „Daarop
komt het aan, op die hoogte te staan, van
waar men op het kommervol gewemel der
kleinen op aarde kon neerzien
„Ge hebt volkomen gelijk, volkomen ge
lijk!" stemde de slimme raadgever hem
toe. „Ada is slechts tooneelspeelster, maar
zg neemt in onze kringen toch een zekere
plaats in Dat blijft bestaan, dat gaat op
haar echtgenoot over. Men zal er hem
dankbaar voor zijn, dat hij de residentie
haar doet behouden, en de weidenkenden
zullen u prijzen, dat gij ondanks de inbla
zingen van hare benijders, toch gehoor
geeft aan uwe eigene gevoelens. Men zal
u dat tooneD, haar bewonderen de oude
kennissen kortom, gij zult een verwon
derlijke carrière maken, en ik ben over
tuigd, dat het niet lang zal dnren, of ge
zijt opperbouwraadbovendien vergeet de
wereld ook heel spoedig wat geweest is
ik bedoel de tooneelspeelster en derge
lijke vooroordeelen. Maar daar stoort gij
u niet aan, die zgn reeds lang overwon
nen."
„Zeker 1 Hooger op, tot iederen prijs I
Al het andere is dwaze rommel kinder
achtige gevoelens
„Dat zeg ik ook. Das tot heden na
middag, waarde collega i*
Met handslag werd de nitnoodigiDg aan
genomen. Zij waren aan den uilgang van
het plantsoen gekomen, waar honne wegen
van elkander scheidden. Hoog tevreden met
den nitslag zijner bemoeiingen, sloeg de re
geeringsraad zijn weg in en in opgewonden
overmoed begaf Reimar zich naar de eerste
de beste bodega. Zijne benoeming moest
met champagne begoten worden. Een voor
treffelijk ideede nienwe bouwraad, lang
zou hij leven en vervolgens de opper-
bonwraad in spe en zoo verder. Het
plan was lang niet kwaad. Hooger op, hoo
ger op I Waarom zou hjj dien raad niet
opvolgen en Hilde toonen, dat hjj niet doo-