Yallenfle Sierren. Zondag 23 Augustus 1896. 40ste Jaargang No. 3123. BIJVOEGSEL. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. 1 21. Mina's intocht en afscheid. SCHAKER Zoo gaat het wel meer! (In de bruidsdagen). Hoe komt het, dat de sterren dezen avond niet zoo helder zijn als anders vroeg zij zacht. Haar glans wijkt voor die van uw lieve oogen, fluisterde hij. (Een jaar getrouwd). Hoeveel tele graafpalen zouden er wel noodig zijn om van hier tot de maan te reiken vroeg zij peinzend. Eén natuurlijk, als hij maar lang genoeg was, bromde hij. Waarom doe je toch altijd zulke domme vragen De grootste plant van de wereld, zoo vertelt de Prometheus, is de zoogenaamde Riesentang (Nereocystis), welks stengel een lengte van 90 meter kan bereiken. De plant behoort tot de familie der Lamioatiën en is het eerst door Mertens beschreven. Zij groeit aan de noorkust van Amerika en Azië. Uit de gedroogde, taaie stengels ma ken de bewoners 80 meter lange touwen. Stiptheid. Generaal Washington had een secretaris, die zeer vaak te laat aan zijn lessenaar verscheen en altijd de schuld op zijn hor loge wierp. Eindelijk zeide de generaal jyHoor eens, gij moet u een ander horlo ge of ik moet mij een anderen secretaris aanschaffen." Een hevige ontploffing. Dezer dagen waren in Lancaster, in Pennsylvanië, drie mannen bezig een kist, gevuld met dynamiet, op een wagen te lichten. Door het geraas, dat zij bij dezen arbeid maakten, schrikte het paard. Het dier sloeg aohteruit en kwam met zijn hoef in aanraking met de kist, ten ge volge waarvan de dynamiet ontplofte. De drie mannen werden onmiddellijk gedood, terwijl drie omstanders aan de kekomen wonden zijn overleden. Twintig personen werden gewond. Een vreeselijk ongeluk heeft d.d. bij de wedrennen te Layrec nabij Agen (Pr. dep. Lot-et-Garonne) plaats gehad. Op den landweg werd een wed strijd voor paarden in galop gehouden. Het publiek had zich in grooten getale verza meld om de seinvlag van aankomst, die on gelukkigerwijze geplaatst was achter een kromming van den weg. De beide eerste paarden, wier berijders slechts de seinvlag in het oog hielden, konden door hun ont zettende snelheid de kromming van den Roman van Robert Byr. DERDE BOEK. „Ja, ja, ik heb daar reeds van gehoord," begon de regeeringsraad„en mij zeer over nwe benoeming verheugd. De verdiensten behooren erkend te worden. Kan mijzelf ge luk wenschen, dat ook ik het mijne daartoe heb bijgedragen. De ruïne van Beman heeft u den weg gebaand. Het is zeer goed dat men intelligente jonge mannen carrière laat maken, en talent hebt gjj, dat is onbe twistbaar waar. Gij zijt eigenlijk voor een ander vak opgeleid; maar daar zult gij wél spoedig voor klaar zijn, een goed ingenieur moet voor alles vast in den zadel zitten Wie eenmaal vasten voet gezet beeft, is niet zoo gemakkelijk meer op zijde te schuiven; daarvoor zorgen zijn eigen bekwaamheden en invloedrijke kennissen die zijn ook geenszins te verachten. Gij hebt gelijk, hun ne herinnering aan u warm te houden. Het is altijd goed, wanneer men invloedrij ke vrienden en vriendinnen heeft." Eerst de laatste eigenaardige wending wekte de opmerkzaamheid van Reimar op, die aan al de vorige opmorkingen geen en kel oogenblik aandacht geschonken had en er de finesso niet van begrepen had. «Invloedrijke vrienden vriendinnen? Die zon ik hebben De regeeringsraad zag spottend op den naïven vrager neer. «Altijd zoo geheimzinnig. Dat is het, wat de dames aanstaat. Daarmede heeft men bij haar altijd groot succes. Daarom wil ik ook niets gezien hebbeD, ofschoon ik anders scherp kijk en er op zon willen zweren dat de jonge dame die daar bij mevrouw Böh- len in het rijtuig stapte, onze nieuwe hof- ster is." «Mijnheer de regeeringsraad «Ik zeg immors reeds, dat ik niets gezien heb, in 't geheel niets 1* «Gij hebt evenwel 't tegendeel reeds be weerd, ofschoon ook slechts tegen mij, en daaraan gevolgtrekkingenvastgeknoopt, dat ik zoo zij door een ander geuit waren, hem ter verantwoording had geroepen." „Maar mjjn lieve hemel'" riep de ander, die door deze ernstige woorden wel een weinig uit het veld geslagen was. „Gij kunt weg niet volgen en stortteD met geweld tus- schen de rijen toeschouwers, die door geen enkele afsluiting werden beveiligd. De bei de ruiters vlogen uit het zadel en smak ten neer op de dichte menigte. Zij kwa men er betrekkelijk goed af. De paarden echter, die op de menschenmassa inren- den, veroorzaakten de grootste, ongeluk ken. Veischeidenen werden dood, gewond, met ingetrapte schedels en met gebroken ribben weggedragen. In 't geheel telt men een dertigtal slachtoffers. Zeer leerrijk voor brui- lofisgasten is de volgende brief van een Miiuchener restaurateur«Müochen, 12 Augustus 1896. WelEdelGeb. Heer N.N. alhier. Gij hebt aan het bruiloftsmaal van M., hetwelk in mijnen restaurant den 28 Pebruari 1893 plaats had, deelgenomen. Bij dit diner is nu aan spijzen, dranken enz. bij mij een rekening gemaakt van 741 Mark 83 pf. Ik heb van dit bedrag het eerst bij het bruidspaar betaling gevraagd, maar moest tot de treurige ontdekking komen, dat het totaal insolvent is. Tot mijn leedwezen ben ik daarom genoodzaakt, van het mij komend recht gebruik te maken, mij om de betaling van dat ver schuldigd bedrag nu te houden aan hen, die aan dit diner deelnamen. De verplich ting, in d9 kosten van het diner bij te dragen, wordt reeds hieruit bewezen, dat gij eeD evenmatig deel der spijzen en dran ken hebt genoteD. De omstandigheid, dat gij door het bruidspaar werdt uitgenoodigd, geeft u het recht, u tot het bruidspaar te wenden tot teruggave van het door u verschuldigde doch dat is^eene tusschen- derden getroffen overeenkomst, welke mij niets aangaat. Ik moet u bovendien op merken, dat mijnheer M. mij zelf gezegd heeft, dat gij mijne vordering te eerder zoudt voldoen, omdat gij voor het genoten bruiloftsmaal hem zelfs niet den wederdienst in den vorm van een bruidsgeschenk hebt bewezen. Ik verzoek u dus om spoedige be taling van het voor u komend deel ad 26 Mark, 40 pf., en wijs er op, dat ik daarbij de sedert 31/,, jaar verschenen rente, ten bedrage van 129 Mark, 82 pf. niet eens in rekening heb gebracht. Hoog achtend X. X., restaurateur.® Yoor de bruilofstgasten in de toekomst is het aan- teiaden, te eischen, dat bruidegom en familie, voor nog de eerste lepel soep genuttigd wordt, de kosten van den feestmaaltijd hebben gedeponeerd. Ontleding van een zon- nestraal. Iedereen kent hel spelletje, dat bestaat in het opvangen van een zonnestraal, die door een kleine opening der jaloezieën een donkere kamer binnendringt, op een van mijn geheimhouding ten volle verzekerd zijn." „Ik behoef uwe geheimhouding volstrekt niet," wees Reimar geringschattend af, «dat ik eene dame een paar schreden vergezeld heb, omdat baar rijtuig niet dadelijk bij de hand is, zal toch wel niet verborgen behoe ven te blijven. Ik heb juffrouw von Bran- dolf sedert maanden niet gezien en verbengde mij, haar dezen dienst te kunrien bewijzen, daar ik haar toevallig bij hare onders aantrof, die ik van Bernau nog kende. Riet wat Reimar zeide, maar de toon waarop hij het zeide, werkte overtuigend. Zoo had geen aanbidder, die zooeven een rendez-vous had gehad, gesproken. Dat was geen gemaakte onbevangenheid, bij wie de opgewondenheid nog niet ten volle bedaard is, maar dat was werkelijke, doffe onverschillig heid daaromtrent geloofde de slimme snuf felaar zich te kunnen geruststellen. „Natuurlijk 1" liet hij zich dan ook hooren. „Het was dan ook niets anders dan een onschuldige plagerij, die moogt ge niet Maar wat ik u zeggen wilde, het is toob goed, dat gjj machtige kennissen hebt. Daarmede mag men u dan toch zeker wel gelnk wenschen?" „Jammer dat ik ze niet heb." „Nn, dat moogt gij zoo botweg niet loo chenen wat men met eigen oogen al is het nog zoo'n oppervlakkige kennismaking, zooals gij zegt, dat het met die nieuwe ster, die pas haar opgaDg Met een fijn lachje hield de regeerings raad het laatste van zijn zin voor zichzelf, terwijl hij beteekenisvol hemde I Zonder nieuwsgierigheid, nauwelijks met eenige be langstelling zag Reimar hem aan. „Gij gebruikt daar woorden, waarvan ik de beteekenis niet begrijp." „Foei 1 Geheimhouding is goed, maar dat van u is nu wel wat le bespottelijk." „Dan toch zeker niet met mjjn medewe ten." Vol ongeloovige verwondering zag Hollman, Reimar van ter zijde aan. „Hoe is 't mogelijk weet ge daar nog niets van? De zaak heeft anders alreeds een paar maanden haar beloop. Alles is er vol van, hof en stad. En gjj Ze ker, ge zijt in een geheelen tijd niet hier geweest, maar een wenk, een woord in 't geheel niets? Ja, dan vertel ik u wel licht werkelijk iets nieuws. Dat wil zeg gen, de aanvang dateert reeds vanaf het voorjaar; reeds toenmaals waren de opmerk zaamheden van zijne hoogheid te opvallend, om onopgemerkt te blijven. Men kon er onmogelijk langer aan twjjfelen, dat prins klein spiegeltje, dat men in de hand houdt en dat bij de minste beweging een rond licht plekje op den muur de grillig ste bewegingen doet sannemen. Wanneer wij echter een zonnestraal opvangen op een spiegel, die in een waschkom onder water wordt gehouden, dan zien wij, wan neer wij tenminste er voor zorgen, dat de spiegel den juisten stand heeft (een helling, die wordt aangeduid door een hoek van 60°) een prachtig zonue-spectrum van zeer groote afmetingen en een buiten gewone zuiverheid, dat zich in alle kleu ren op den muur afteekeut. Dit spectrum kan opgevangen worden op een stuk wit papier, dat raeD op den muur bevestigd heeft. Wanneer we nu het water in de waschkom met de hand in bewegiDg brengen, dan zien we, dat het spectrum zich beweegtde verschil lende gekleurde lijnen, violet, indigo, blauw, groen, geel, oranje en rood, worden zeldzaam schoone lichtgolven, die aan een slotnummer van een prachlvuurwerk he rinneren. Deze proef, die betrekking heeft op de ontleding van licht en dia in natuur kundige laboratorium slechts met behulp van zeer kostbare kristallen prisma's wordt genomen, is, zooals men ziet, ook zonder eenige kosten uitvoerbaar en wel overal, waar men een stuk spiegelglas, een kom helder water en eindelijk een zonnestraal vindt. Uit de Berl ij nsche recht szaal Geachte mijnheer de president, laat u mij toch als 't u blieft vertellen, hoe het mij met die meid gegaan is, dan zult u medelijden met me hebben en me niet straffen. Ik beD nog nooit voor 't tri bunaal geweest en het is toch geen klei nigheid, als je hier voor alle menschen.... President: Nn, ik zal luisteren, maar begin dan direct en laat die geheele inleiding maar weg. BeklaagdeDit jaar was het com pleet een mirakel met die dienstmeiden van Nieuwjaar tot 15 April heb ik er net zeven stuks gehad. Dat is wel een beetje veel, maar daar kon i k niks aan doen. Den 14en April had ik er weer een de deur uitgebonjourd. Toen ik dien avond van het verhuurkantoor terugkwam, zei ik tegen me man Willem, zee ik, nou heb ik eens wat fijns nitgezocht, een groote, flinke meid ze wil wel zestig thaler loon heb ben, maar ze zegt, dat ze heel wat doet. Misschien is dat nou eindelijk eens een goeie, die lang blijft. Morgenochtend om negen uur komt ze. Den volgenden morgen knapte mijn ou- Eduard zich voor de mooie jonge dame in- terresseerde. En ook van deD anderen kant kortom, het was spoedig zoo klaar als de dag, dat er iets zou gebeuren. Slechts dat de smaak van den prins eensklaps op blond viel, was te verrassend voor ben, die zijn smaak kenden, of tenminste meenden te kennen. „'t Was ook hier weer, variatie van spijs doet eten - ik ben er anders verre van, omtrent juffrouw Braudolf iels te zeggen dat niet oorbaar is. Zulke hoogo hoeren, kan men moeielijk weerstaan- Zij zal wel al bet mogelijke gedaan hebbeD, om den hoogen gebieder te ontgaan; zij is den ge heelen zomer op reis geweest, en men zou werkelijk geloofd hebben, dat er een stil stand in de verhondiog was gekomen; maar de ingewijden waren beter vau de zaak op de hoogte. Dat was slechts een sluier, waarachter de diDgen werden afgehandeld, natuurlijk per brief. De prins beeft in- tusschen al zijne oude liefdesbanden verbro ken, dat was passend. Het huis is nu open en vrij en wacht op den intocht van de nieuwe meesteres." Dat wat Reimar daar hoorde, had hem de spraak belemmerd; zelfs du, nu alle mede- deelingen ophielden, kon hij de dingen nog niet geheel voor elkaar krijgen. Met moei te bracht hij een paar woorden over zijne lippen. „De prins wil dus met haar trouwen „Trouwen Waar denkt gij aan 1 Zulk een lnxe i" Een verdachtmakend gegrinnik kwam er over de smalle lippen van Hollmann. Vervolgens weerklonk de ruwe hatelijke lach van Reimar. Dat was dus de hoogte, van waar zij op het kommervol gewemel kon neerzien. Dat was nu dat volle groote geluk/ Een wilde woede greep hem aan. Eerst was alles zoo leeg en hol in zijn binnenste geweest, nu was hoofd en hart vol bittere gedachten. Als een vuurstroom schoot hem het bloed door de aderen. „Dan mag men immers toch wel van een nieuw opgaande ster spreken meende Holl mann. „Ja waarachtig dan En andermaal lachte Reimar; bij scheen zichzelven nauwelijks te kunnen bedwingeD. Zijn gezel scheen ook door die vroolijkheid te worden aangestoken en vatte hem ver trouwelijk onder den arm. Dat was een hoogst gunstige stemming, waarin een ver standig woordje een goed plaatsje zon kun nen vinden. „Maar maak vooral van deze mededeeling geen gebruik vooral bij mjjne buisgenooten de zich een beetje op, om voor het iaam uit te kijken. Maar het wordt tien uur, elf uur, maar wie der komt, geen dienst meid. Ik heb zelf de kamers al schoon gemaakt en ga non naar de keuken, om het eten te koken. Ze is er waarachtig om twaalf uur en om één uur nog niet. Let op, zeit me maD, die komt heelemaal niet, Dat zou nog doller wezen, zeg ik, ze heeft haar daalder toch aangepakt 1 We zitten eindelijk koffie te drinkeD, elk aan een raam, het was klokke vijf uur. Daar houdt opeens een rijtuig voor de deur stil, en waarachtig ze zit er in ook 1 Mijn God, zeg ik, dat is niet mis eerste klasse I Vandaag of morgen komen de dienstmeiden nog met de vierspannige mijl- of meelkoets (mailcoach, een nieuw tje te Berlijn, dat echter weer spoedig opgedoekt^ is) of hoe dat malle nieuwer- wetsche ding heet, voor je deur, als ze in een nieuwen dienst komen. En ik moet me al dadelijk over mijn man ergeren. Daar loopt me die ouwe ezelskop zoo hard als tie kan naar buiten en daar staat ie me waarachtig te buigen als een kaas mes de stommeling pakt als een bestel ler met den koetsier de groote reismand aan en sleept die naar binnen 1 O, o 1 ik schaamde me dood. En zij ze zweefde er achter als een heuschelijke dame, die voor een fijn hotel uitgestapt is. Wacht maar, denk ik, komt u eerst maar eens binnen 1 En ze komt ook binnen, alsof alles al in orde was en ze maakt tamelijk nit de hoogte een beweging met het hoofd en wil mij de hand geven natuurlijk met glaceetjes terwijl zij zegtIk groet u, waarde mevrouw. Zoo iets, nee maar, dat had ik van me leven nog niet bijgewoond. Ik spring twee passen achteruit, en bekijk haar van kop tot teen. Was dat mijn dienstmeisje P Met een voile op der hoed en over der reis mantel kruiselings twee nemen, waaraan aan den eenen kant een toeristentaschje en aan den anderen kant een tooneelkijker hangt te bengelen Hoe krijg je 't eigenlijk in je her sens, vraag ik, om 's middags om vijf uur te komen aan slampamperen, als ik om ne gen uur met je afgesproken heb Zeg M., nou heb ik je werk voor vandaag moeten doen Ze trekt een erg lang verwonderd gezicht en zegt heel snibbig Wat Word ik zoo ontvangen Dat ben ik niet gewoon. Mijn vroegere me vrouwen hebben mij geheel anders ont vangen. Zoo, vraag ik. Zoover ik weet wor den de dames door de dienstboden ontvan gen en niet omgekeerd. Is het waar of niet, mijnheer de presi dent P Pres.Zeker, maar zorg nn, dat die niet. Gjj komt ons immers bezoeken?" „Ik had mg reeds bij n aangemeld," zei de Reimar, zich met geweld beheerschende, daarna prattelde hg de verontschuldiging, dat het zondag was en dat bg zoo laat toob niet kon komen; maar het woord werd hem kortweg afgesneden. „Ei watl onder collega's formaliteiten. Gg brengt den avond bg ons door. Gg zult toch uwe promotie moeten vieren Bg een glas champagne Moet ge nog vandaag weer weg Zoo vele werkzaamheden Zoo nauwgezet van geweten Nu kom dan in den achtermiddag op een kop tbee Ik denk ook, dat mgne zuster er wel zal zgn; dat zal baar dus zeer veel genoegen doen. Zg heeft mg reeds zooveel van u verteld, dat ik geloof, dat zg een oogje op u heeft; maar daar heb ik nu inderdaad een indisore- tie begaan." Eenj listige blik, een zacht lachen versterkte die onbescheidenheid nog meer, dan dat zg er minder door werd. „Het is overigens ook geen wonder, wan neer een zoo aardige, intelligente jonge man, de dames het hoofd op hol brengt, zoodat zg alles vergeven en vergeten, ook sgne onaardigheden. Onder ons gezegd, Ada was nwe voorspraak bgjj mg; de indruk dien gg bg uwe ontmoeting op haar ge maakt hebt, is nog immer niet uitge- wischt." „Dan is de indruk wederkeerig geweest," verzekerde Reimar vriendelgk maar ver strooid. De regeeringsraad potte daaruit echter den moed, om nog vertronwelgker voort te gaan. „Werkelgk? Maar dat moet ge haar toch zelve zeggen. Waarom dan zoo schuch ter tot dusverre Hg die verliefd is en verlegen gg kent het spreekwoord wel verder. Dus Ada bevalt u Ja, mooi is Ada en tevens vol geest, dat moeten hare bengders haar zelfs toegeven. En boven dien een groote knnstenares Jammer dat zg het moede wordt, nog laDger tooneel te spelenDaar is niets meer aan te veran deren, al mgn bidden en smeken helpt geen zier, zg wil niet luisteren. Het is beslist, zg trekt zich terug. Nu ja, dat is waar, zg kan op bare lauweren gaan rusten, een aardig vermogen heeft zg bovendienzg kan leven schitterend leven bovendien. Da» was nu eigenlgk eens iets voor u, waarde collega 1" Een oogenblik hield hg op, om daarna het vervolg van zgn toe spraak in te richten; maar hg zag niets an ders dan verwondering op het gelaat vaD zgn toehoorder en trok daaruit de gevolg trekking, dat hg alles niet als soberts ver der behoefde te behandelen. Daarom ging geschiedenis uitkomt. Bekl.Ja meneer, maar wat ik zeg gen wou. ik vraag dus hoe het komt dat ze zoo iaat komt. O, zeit ze, ze had nog allerlei dingen te doen gehad, ze had nog boeken, die ze gelezen had, naar de leesbibliotheek terug moeten brengen, en dan had ze eerst haar handschoenen moeten halen, die gewasschen waren, en dan had ze nog een nisuwe Eis- snaar voor haar citer moeten koopen om dat het ding gesprongen was, toen ze haar laatste mevrouw een afscheidsovatie wilde brengen. Zoo vraag ik erg vrindelijk, speelt u ook citer P En niet zoo heel slecht ook, meent ze. Mijn cavalier heeft mij een zeer schoon instrument cadeau gedaan, waar hij groote stokken op «peelt. Wilt u niet zoo vrienderijk zijn juffrouw, zeg ik, hier op de sofa een oogen blik plaats te nemen, maar niet bg het raam, daar mocht het eens tochten. Mijn man zal u dadelijk een glas port brengen. Dus u heeft ook een aanstaande vraag ik weer. Wat voor een geëerde be trekking bekleedt hij eigenlijk P Hij blaast tuba in een groot orkest, zeit ze. Kijk eens aan, zeg ik, dat is lang geen blik, dat is bepaald iets degelijks. „Nee, zeg ik als ik zie, dat zij aan stalten maakt om haar handschoenen uit te trekken houd ze liever nog een poosje aan, u bent een klein beetje ge- chuffeerd door het rijden in zoo'n gewoon huurrijtuig met de gezondheid kan men niet voorzichtig genoeg omgaan. Maar wat hebt u daar een prachtigen regenmantel aan sta toch eens even op, dat ik hem bekijk. Is hij van Hertzog Het is al een beetje donker, zeg ik dan verder, en zet de gangdeur open. Zoo, ga nu eens met uw gezicht naar die open deur staan, dat ik den mantel van achteren behoorlijk be kijken kan, nee maar, wat een elegant fi guurtje hebt u, zeg ik En zij, ze staat daar met haar lichaam te draaien als een kalkoensche haan. Nu liep echter mijn gal over; is kon er niets aan doen, maar ik gaf haar een oplawaai in der nek, dat rij ineens de gang op- en de trap afvloog en toen riep ik haar na, dat ze moest zorgen, dat ze zoo gauw mogelijk mijn deur uitkwam, haar godspenning mocht ze voor mijn part honden. PresidentUw toorn was gerechtigd doch op deze wijzen hadt ge u niet van de meid moeten ontslaan. Want kijk eens aan, door den val heeft ze, hoewel gelukkig niet ernstig, het scheenbeen ge blesseerd Het feit naar eisch van rechten be wezen zijnde, veroordeelde de rechtbank de woordenrijke burgerjuffrouw. hij voorzichtig voort„Inderdaad, wanneer ik er zoo over nadenk, waarom ook niet Men moet zijn ambt, zgn brood hebben, zult ge zeggen; maar ik vraag u, hoe lang is men daar zeker van Er kan zooveel gebeuren, de titel verzekert u dat niet, van de gunst van de hooge heeren moet ge het hebben; zoo op eenmaal er behoeft bij den bouw maar iets te gebeuren en de on genade is daar. Dan is het goed, als men een stevig achterdeurtje heeft, dat tot een veilig nestje toegang geeft dat zou u zulk een huwelijk geven." „Ja zeker, waarachtig I" riep Reimar in wilde opgewondenheid, waarvan de ander de scherpe ironie niet begreep. „Daarop komt het aan, op die hoogte te staan, van waar men op het kommervol gewemel der kleinen op aarde kon neerzien „Ge hebt volkomen gelijk, volkomen ge lijk!" stemde de slimme raadgever hem toe. „Ada is slechts tooneelspeelster, maar zg neemt in onze kringen toch een zekere plaats in Dat blijft bestaan, dat gaat op haar echtgenoot over. Men zal er hem dankbaar voor zijn, dat hij de residentie haar doet behouden, en de weidenkenden zullen u prijzen, dat gij ondanks de inbla zingen van hare benijders, toch gehoor geeft aan uwe eigene gevoelens. Men zal u dat tooneD, haar bewonderen de oude kennissen kortom, gij zult een verwon derlijke carrière maken, en ik ben over tuigd, dat het niet lang zal dnren, of ge zijt opperbouwraadbovendien vergeet de wereld ook heel spoedig wat geweest is ik bedoel de tooneelspeelster en derge lijke vooroordeelen. Maar daar stoort gij u niet aan, die zgn reeds lang overwon nen." „Zeker 1 Hooger op, tot iederen prijs I Al het andere is dwaze rommel kinder achtige gevoelens „Dat zeg ik ook. Das tot heden na middag, waarde collega i* Met handslag werd de nitnoodigiDg aan genomen. Zij waren aan den uilgang van het plantsoen gekomen, waar honne wegen van elkander scheidden. Hoog tevreden met den nitslag zijner bemoeiingen, sloeg de re geeringsraad zijn weg in en in opgewonden overmoed begaf Reimar zich naar de eerste de beste bodega. Zijne benoeming moest met champagne begoten worden. Een voor treffelijk ideede nienwe bouwraad, lang zou hij leven en vervolgens de opper- bonwraad in spe en zoo verder. Het plan was lang niet kwaad. Hooger op, hoo ger op I Waarom zou hjj dien raad niet opvolgen en Hilde toonen, dat hjj niet doo-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 5