Vallende Sterren. Donderdag 57 Augustus 189S. 40ste Jaargang Ufo. 3127. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. UitgeverJ. WINKEL JBareaa: SCHA©®®, Laan, I) 4. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60* Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. De Herv. Synode en de Sociale Quaeslie. SCHAC Alltlifl i OURAAIT. AiTerieilifi- LuihivHi Aan de Groote Gymnas- tiekuitvoering te BARSINGER- HORN, gehouden op Zondag 23 Augus tus 1896, namen deel: de Westfries vin Barsingerhorn, Hercules van N N i e d o r p, Lycurgus van S c h a g e n, Olympia van Wieringei waard, en Sparta van Winkel. De Augustusmaand verloochende ook ditmaal hare ware natuur niet en ofschoon het er in den morgen naar leek, dat het wel een dikke lucht maar geen vetten dag zou geven, toen 's middags ten 1 ure de optocht plaats greep, zonden de grauwe, loodzware wolken van hare over daad in veelvuldige stralen op de feest vierenden neder. Inmiddels waren de Turners om 12 uur 's middags in het turnlokaal aangetreden^ alwaar ook de leden van den Baad der gemeente Barsingerhorn door hunne te genwoordigheid instemming betuigden met de zaak der Gymnastiek. De heer Jb. Koster van Schagen, voorz. van het Comité, tevens voorz. van Lycurgus, opende deze bijeenkomst met een welkomst groet aan de Gymnasten, aan het Raads- college en aan de verdere belangstellen den. In duidelijke en goedgekozen bewoor dingen, trachtte hij 't nut van de gymnas tiek in het licht te stellenterwijl hij een krachtig pleidooi hield tot de ouderen maar ook tot hen, die zich reeds in het gelid der turners hadden geplaatst, om toch vooral voort te gaan op den tot heden ingeslagen weg, nrnl.tegenstan ders te maken tot vrienden van de gym nastiek. Aan het einde zijner rede reciteerde de heer Jb. Koster een paar verzen uit een der turnliederen en smaakte het welver diend genoegeD, dat een daverend applaus getuigde dat de talrijke menigte althars te dier stonde, het met het door den Spr. zoo vurig betoogde, eens was. Het is voor de goede zaak der gym nastiek te wenschen, dat de belangstelling van het publiek, niet gelijk de klank van de stem des pleiters, vervliegt. Daarna sprak de heer Eshuijs, lid der commissie van toezicht in technische za ken, de turners en het publiek op kern achtige wijze toe, er op wijzende dat het gymnastisch leven in dit gewest in be trekkelijk korten tijd zoo was toegenomen, om welk succes hier hulde diende ge bracht te worden aan de Schager Vereen. Lycurgus, voor de onvermoeide propagan da, harerzijds betoond. Bracht men hulde aan Lycurgus, dan sloot dat in de eerste plaats in zich, dank aan den heer Jb. Roggeveen Izden war men, bekwamen directeur van Lycurgus, die nu reeds ongeveer 15 jaar zijne krach ten wijdt aan de bevordering van den bloei van het turners-leven en de beoe fening der gymnastiek. De heer S. Spaans Dz., voorz. van De Westfriesvoerde daarna nog kort hot woord, waarna de optocht met banieren en muziek van Schagen's Harmoniekapel, plaatst had. Gelijk wij in den aanvang opmerkten, toen ving ook de regenperiode aan. Maar Turners zijn niet voor zoo'n kleintje ver vaard en daarom gingen de oefeningen op het openveld toch door en het publiek deed niet voor de turners onder, maar waagde er ook een nat pakje aan, voor zoover het in de twee tenten geen plaats kon vinden. Da algemeene staafoefeniugen, onder leiding van den directeur van ,De Westfries", den heer S. Spaans Cz slaag den, behoudens enkele teleurstellingen ver oorzaakt door de glibberigheid van den bodem, zeer goed. Het daarop door de verschillende veree nigen gevolgde turnen, bracht voor het publiek aangename afwisseling, hier een brug, daar een rek, ginds de ringen overal waren de turners bezig aan htt pu bliek te laten zien, wat gymnastische oe feningen zijn. Het vereenigingsturnen gaf bovendien aan de vereenigingen gelegenheid het bes te beentje voor te zeiten, en te toonen wat zij konden. Deze serie oefeningen had plaats véér de estrade, op welke de Comm. v. Toe Bom a n van Robert Byr. DERDE BOEK. 22. Een oogenblik zat Reimar dr. Schmitz na diens verdachtmaking aan te staren en ver volgens barstte bij uit „Dat zijn uitdrakkiogsn, die ik niet wensch aan te hooren." Inmiddels was Rei mar zeer opgewonden opgesprongen en deden zijn gloeiende oogen bet den spreker wen- schelyk voorkomeD, eenigzins van toon te ver anderen. Schmitz deed bet evenwel maar in zooverre, dat hij de kwetsende woorden, slechts door eene verklaring trachtte tever- zaohten, die hij met deelnemend gelaat ten beste gaf. „Wel man, ben ik het dan, die de we reld zoo geschapen heeft? Gjj kent mij, of tenminste gij kunt mij kennen en weet, boe ik over dergelijke zaken denk. Daar laat hij zich weder op zijde dringen, in plaats van eveneens de ellebogen te gebrniken, zeg ik tegen mijzelf. Daar komt die verkeerde opvoeding weer door de mazen heen, welke altijd den mond vol heeft over be scheidenheid, die niets dan flauwe awakbeid is en de man verwijfd en de speelbal doet worden van anderen. Dat is mij slechts in de verbittering van het oogenblik uit den mond gevallen. Ik had u de zaak feitelijk kunnen besparen, daar bet u niet treft. Uit die vroegere geschiedenis kob toch nooit iets komen, dat heb ik je vroeger al reeds gezegdmaar jij was zoo verblind en fan tastisch gestemd, dat ik toch aan een doo- vemansdour klopte. Je bent te onverstan dig) j0 onderzoekt te veel en komt daardoor niet tot handelen, blijft staan of keert om. En daarop had ik het oog. Maar zooalsde daadzaken bewijzen, sijt gij ook eindelijk tot mijne resnltaten gekomenziet ge en dat verheugt mij l" „Ik weet niet, wat gij met dat alles be doelt," gaf Reimar ten antwoord, terwijl hjj been en weer stapte; zijne innerlijke opge wondenheid gedoogde Diet, dat bij stil bleef zitten. Schmitz liet zich daardoor evenwel niet storen, bij bleef rustig aehterover leu nen, trok behaaglijk aan zijn sigaarterwijl hij ia schijnbare openhartigheid verder sprak. „Ik bedoel daarmede de manier, waarop £jj bet leven begint op te nemen- Het was zicht, bestaande uit de heerenishuys v. Wormerveer, Hulfhorst en Bornemann v. Amsterdam had plaatsgenomen. De Westfries gaf eene serie vrije oefeningen, keurig samengesteld en accuraat uitgevoerd, Olympia gaf worstelstanden, waarvan de uitvoering zeer zeker te prij zen viel. Hercules gaf een serie krachtoefe ningen aan de ringen, welke de belangstelling van het publiek bizonder boeidea, Spartade Jongensklasse van Winkel, maakte met haar m a r s c h— en r ij oefeningen een prettigen indruk. De heer Vonkde leider dezer Vereeniging van jeugdige gymnasten, heeft, wat betreft de propaganda voor de goede zaak, dezen middag daarin een belangrijk aandeel ge leverd. Immers vooral is het er om te doen, dat jonge knapen en meisjes zich zullen oefenen in de gymnastiek, op dien jeugdigen leeftijd inwclken het lichaam en de spier- en beenvorming gehoorzaamt aan hare invloeden, Lycurgus gaf een serie v r i] e- en staafoefeningen (gemengd), waar van de uitvoering bevestigde,hetgeen de heer Eshuijs reeds bij het welkom had gezegd: dat Lycurgus trots mag zijn op hare uit- nemenden directeur, den heer Jb. Rogge veen Lz. Lycurgus hield haar naam als vrij-oefening-turners hoog. Het laatste nummer was k e u r t u r- n e n, doch het toen buitengewoon slecht weder was oorzaak, dat de groep turners, niet zoo talrijk was als verwacht werd. Te meer verdient het daarom gewaardeerd te worden, dat het beperkt aantal turners door onvermoeiden ijver, door hunne zeer interessante en kranige oefeningen da be langstelling van het publiek boeiden. Terecht waren dan ook de toejuichin gen van het publiek verdiend. Wij herin neren hier slechts aan de oefeningen o. a. verricht door de heeren F. Groneman. Jb. Kaan v. Wieringerwaard, Jb. Koster en Jb. Roggeveen v. Schagen, Spaans, Blaau- boer en Boekei van Barsingerhorn,en anderen. Te halfzes was deze uitvoering afgeloo- pen, welke tevens was opgeluisterd door vroeger ongelukkig met je gesteld, 't Was alles idealiteit eu bombast. De hoofdzaak is immers, dat een mensch zorgt, dat hij een warm nest voor zichzelf verkrijgt. Dat ziet ge nu ook eindelijk ia en gij handelt daarnaar." „Hoedat „Maar mensch, je doet waarachtig net, alsof je verplicht bent je te verdedigen. Wis valt je aan Ik zeker niet. Onder vier oogen heb ik je zooiets altijd kenbaar gemaakt, hos ik over do wereld en de men- sehen, denk. Ik ben zekerlijk een der laat- sten, die u er een verwijt van zal maken, als gij over dwaze vooroordeelen heen stept. In tegendeel, benijden zal ik u over de gunst van het lot, ik was allang op bet standpunt geweest, waar ik rijpelijk de vruchten van de goedertierenheid der hooggeplaatsten zoo kunnen genieten en gij zijt daar no eerst op aangeland. Hoe dikwijls heb ik al reeds niet gezegdik wilde, dat ik nw gestalte, uw talent had, dan zoudt ge zien, wat daar uit geboren werd. Nu eindetijk hebt gij het zelf begrepen, maar waarachtig mijn waarde, het heeft laDg genoeg geduurd. Weet ge nog, hoe ge u toenmaals over die juffrouw Jenisch hebt uitgelaten, toen wij in bet voorjaar orer haar spraken Sedert hebt gij leeren inzien hoe voorbarig uw oordeel omtrent baar was, cd bevalt zii u zelfs." „Ik heb toen alleen over bare begaafdheid als tooneelspeelster gesproken," gaf Reimar eenigziDs bedremmeld ten antwoord, „en haar in menig opzicht onrecht gedaan." „In menig? Gij wilt baar niet eens als vrouw laten gelden. En mooi is zij toch, een prachtige versehijniDg Welk een ge stalte, welk een kop 1 Eenigszins buitenge woon ziet zij er uit, zooals men dat wel eens zegt, maar daarom is zij meer begee- renswaard. 't Is een vrouw, die weet te le ven en te beminnen, geen stroopop, die men met een wasbleek gelaat oreral mede been- voert cn die niets anders weet Ie praten dan dien nonsens, die kaar moeder haar heeft geleerd. Dan prefereer ik de vrouw in vol len bloei, schitterende door bore pikante schoonheid En moet men die daarom af wijzen, omdat er alreeds een stukje van ver loren is gegaan; smaakt de rest dan niet meer Dan zouden alle weduwen onge huwd moeten blijven. En vragen vorsten en graven er naar, of zij hunne vrouwen van bet tooneel weghaleD P Slechts dwazen en knapen kwellen zich met dergelijke be- donkingen; de verstandige man vraagt niet naar het verleden, zooals de hysterische H eldinmn aan hunne geliefden doen, maar Schagen's Harmoniekapeldie af en toe een muzieknummer ten beste gaf. 's Avonds te 71/, ure werd de feestvie ring voortgezet in de kolfbaan van den heer Slotemakeralwaar Schagen's Harmo niekapel ten aanhoore van een stampvol bezette zaal, een uitstekend program met de haar eigen accuratesse eu toewijding, onder dir, van haren talentvollen directeur, den heer L. A. Schoutenten gehoore bracht. Door den volijverigen voorzitter, den heer Jb. Koster werd nog een warm betoog gehouden voor de uitbreiding van het gym- nastiek-onderwijs en de beoefening daar van alsmede werd door hem op handige en geestige wijze buide en dank gebracht aan allen, die hadden bijgedragen tot den goeden uitslag van dezen voor de gymnas tiek in dit gewest zeker belangrijken dag. Het spreekt van zelf, dat een dergelij ke bijeenkomst van vrije turners met een zeer geanimeerd bal werd besloten. Moge de moeite, in deze propaganda door de turners besteed, in den vervolge rijke oogst verwerven 1 Zondagmiddag werdente Anna Paulowna twee kleine kinderen aangereden door een jeugdig wielrijder, met hei gevolg, dat kinderen, wiel en rij der allen in een moddersloot tuimelden. Met den schrik en een smerig pakje kwa men zij er af. Een koemelker te TERHOR- NE vond in den laatsten tijd meermalen zijn vee ziek, zonder dat men den aard daarvan kon bepalen. Een nauwlettend onderzoek van den stal en toezicht op het vee mocht ook geen licht ontsteken. Langzamerhand rees vermoeden van kwaadwilligheid, waarom de hulp der po litie werd ingeroepen. Werkelijk mocht het den veldwachter en twee getuigen nu des nachts gelukken het ongeveer 20- iarige buurmtisj», tot een gegoede fami lie behoorende, doch waarmede de koemel ker op vijandigen voet stond, op heeter- daad te betrappen; terwijl zij bezig was fijn gemaakt glas te mengen in pas gemaaid gras, dat den volgenden morgen bestemd was tot voedering van het vee. Natuur lijk werd proces-verbaal opgemaakt. D e EERSTE KAMER zal in ha re aanstaande bijeenkomsten de kieswet het laatst behandelen van de drie wets ontwerpen, nog bij haar aanhangig. Alsbewijsdat de aardap- pelen in de omstreken van ZALTBOM- MEL, bijna geen waarde hebbeD, of de visch er zeer duur is, wordt medegedeeld, dat, toen voor zeven levende botjes een mud aardappelen in ruil geboden weid, de koop niet werd gegund De besmettel ij ke varkens» ziekte (vlekziekte) heerscht in bet zuide lijk deel van Noord-Holland thans veel en tal van dieren, die de eerste verschijn selen vertoonen, worden onmiddellijk ge slacht. Bij een landbouwer in den HOUT- RAKPOLDER waren reeds 16 varkens gestorven en begraven, voordat aangifte werd gedaan, waartoe hij bij het vervoer van een dood varken naar een slager, wat door de politie werd ontdekt, einde lijk genoodzaakt werd. Door belanghebbenden in verschillende polders in Hollands Hoor derkwartierzal opnieuw gepetitioneerd worden aan het college der U i t w a t e- rende Sluizen, om over te gaan tot een zeer kleine verlaging van het peil. De enorme kosten van stoombemaling zou den dan niet behoeveu gemaakt te worden. Om tot meerdere kennis van de sociale toestanden te komeD, had de Synode der Herv. Kerk reeds vroeger een desbetref fende vragenlijst ter beantwoording aan de kerkeraden toegezonden. Uit deze ant woorden is een rapport opgesteld, met de volgende conclusiën die in de Vrijdag 1.1. ge houden zitting der Synode,zonder hoofdelijke stemming, zijn goedgekeurd 1. dat de voor weinige jaren zoo ster ke propaganda voor de sociaal-democrati sche denkbeelden thans veel minder te beteekenen heeft, zoodat voor het tegen woordige zelfs geen aanleiding wordt ge vonden, om vanwege onze kerk naar de uitbreiding dier voiksagitatie een onderzoek in te stellen dat zijn dwaze denkbeelden in de opge schroefde hoofden van sommige dichters op gekomen, in de werkelijkheid zijn er zulke dwaze vrouwen niet en een helderdenkend man bekommert zich eveneens al heel weinig om datgene wat geweest is. Hij verlangt slechts bet tegenwoordige en wanneer hij erg veeleischend is, ook iets Tan de toekomst Gelijk, groot gelijk hebt ge, wanneer gij al de gal en at het vergit uwer benjjders on aangeroerd laat liggen." „Ja, ja," wan jeer de smaak maar goed vergold is," liet Reimar hooren, terwijl hij met haastige schreden op en neder liep, „Smaak?" Schmitz wiegde zijn hoofd heen eu weder. „Staat in verband met ver smaden. Dus wat de menscheu versmaden Wat versmaden zij echter? Wat zij niet versmaden zoudeD, als bei hen, zelf werd aangeboden. Eu verguld? Na; dat is er nu juist het beroerdste niet van. Welke brui degom maakt tegenwerpingen, omdat bij een rijk0 erfgename naar het a taar voert? Gij vraagt er ook niet naar, of het geld van uw aanstaande alleen uit spaarpenningen van haar gage bestaat. De gastrollen zjjn veel al zeer winstgevend. Vaar nu niet uit, ik spot niet 1 Ben het integendeel geheel met u eens en zou het mij eveneens als geen zonde toerekenen, wanDeor ik mijn vrouw bet door baar verdiende, behaaglijk hielp verte ren. Dat is uw goad reebt, uw recht u door wet en de natuur gascbonken. Wien de vracht behoort, valt ook hot binnenste ten deel. Dat is wijsgeerig gedacht, of beter waar want ook de wjjsgeeren hebben sommige dingen niet helder genoeg in bun hoofd rein, manschelijk, modern; vermindert een goudstuk in waarde wanneer ik het niet rechtstreeks door mijzelven verdiend heb, maar een ander dit lastig werkje voor mij beeft opgeknapt Reimar kon zijn tegenzin niet meer ver bergen. „Houdt op!" zeide hij barsch, met een uitdrukking vol onaangename gewaarwordin gen, die de ander een spottend gelach ont lokten. „Vrij spreken mag men daar niet over,® antwoordde hij, „dat kliDkt te ruw, de waarheid wil niet gaarne gehoord worden; maar als bet op handelen aankomt, doet men het toch." „En wanneer men het toch niet doet barstte Reimar uit, terwijl bij met gekruiste armen voor Schmitz bleef staan. Deze zag hem mot zijne onrustig flikke rende oogen scherp in 't gelaat. .Och, stel je zoo niet aan," hoonde bij. „Nu gij er reeds aan bezig zijt, hals over kop uw nestje klaar te maken." „Het nest Voor ons vroeg hij ver wonderd. „Doe toch niet, alsof je er niets van begrijpt! Dat slot hier bahoort jou in de toekomst." „Je bent niet wel bij je zinneo; ik bouw het op order van den prins." „Als eeo geschenk voor haar," beweerde Schmitz, en voegde er vervolgens boos aardig aan toa, „dat is een deel van den losprijs.® Nu trad Reimar een stap achterwaarts en zag er zeer opgewonden uit. „Dat is niet mogelijk 1" riep hij uit, „dat heb je zelf uitgedacht." „Was het je wellicht liever, als het voor die andere was Als door een slang gebeten, sprong Rei mar op. „Mensch, maak mij niet Hij stiet dit zoo toornig uit, dat Schmitz onwillekeurig zijn stoel nadar bij bet ven ster schoof. „Stal je gerust," zeide hij oen minder boosaardigen toon aanslaande, „de zaak zal zich vanzelf wel ontwikkelen; maar bet blijft bepaald, het wordt de bezitting der toekomstige mevrouw Reimar." „Hoe weet je dat?" „Zoo, dus je weet er werkelijk niets van „Ik vraag je, vanwaar of je het hebt!" drong Reimar sterker aan, terwijl bij Schmitz met een alles behalve vriendelijk gezicht aanzag. Er volgde evenwel ook geen bepaald antwoord. „Zou zij hier anders gekomen zijn, om den'bouw gade te slaan?" antwoordde dr Schmitz sluw. „Zij zal met u het een en ander willen bespreken." „Zij zal dus hier komen „Neen aij is reeds hier." „Hier herhaalde Reimar. „Beneden in Beman Ik ben toevallig met haar mot dienzeltden trein gekomen." Toevallighad Schmitz gezegd. Als bij de waarheid had willen zeggen, had hij moeten antwoorden, dat Jenisch hem bevo len had, baar te vergezellen. Zijn jalousie had haar bevel gaarno doen gehoorzamen en daar de omstandigheden niet te veran deren waren, bad bij, boewei inwendig zie dend, het baantje van reu-maarschalk op zich genomen cn haar geleid tot Reimar, die de door hem begeerde vrucht voor den mond zou wegkapen. Eo grijnzend had bij gehoorzaamd, dat bij baar komst moost gaan medcdeelm en Reimar voor baar plan moest traebtcB te winnen; hij evenwel bad dat gedaan op zijn eigen manier en nadat hij het doel bereikt bad, stond hij op en voer met zijne korte, kromme vingers door zijne rood-stoppelige haren. „Zij zal zich nog een beetje opknappen,* spotte hij. „Dat kunnen de vrouwtjes nu eenmaal niet laten, al hebben zij maar een kwartiertje met het spoor gereden. Stel je eens voor een zwart plekje boven op al die poudre-de-riz. Wat een ontzetting, 't Heeft zooiets van een kus van een schoorsteen veger. Maar ga met mij meo 1 Je moet haar toch gaan begroeten." Ia Reimar werd een sterke tegenzin wak ker. „Ik kan nu onmogelijk weg," zeide hij na eenig aarzelen. „Begrijpeljjk 1" antwoordde Schmitz. „Gjj wilt u laten verrassen, 't Is veel roman tischer. Meu doet alsof men Diets wist en in de vreugde van het eerste oogenblik valt haar ziju wangunstig gegrijns maakte zijn gelaat nog afschuwelijker en zijne kleine oogen sloten zich bijna geheel „doch geluk met je koopje, jij lieveling der goden en godinnen." Reimar boorde nauwelijks meer wat de ander zeide; hij zatte zich ook niet aan z|jn tafel om zich aan zijn arbeid te be geven, die hem volgens eigen beweren niet toestond, zijn bezoc-ker te vergezellen, hjj begon rusteloos in zijn kamer op en nedor te wandeleD. Woord voor woord herhaalde hij in gedachten hot zooeven ge voerde gesprek. Alles wat hij zich in de laatste dagen gezegd had, schoot hem weder in de gedachten, maar dat alles klonk niet zoo scherp, als hetgeen dr. Schmitz hem zooeven gezegd had. Wat bad bij met dat al voor oogen gehad Ontsteld zag Reimar nu de handelwijze, die h|j had willen plegen in het ware licht. Wat bad hij willen doen Ja, doen willen, want het was meer ge weest dan een bloot spel dor gedachten. Hij had over alles nagedacht en wilde hij eerljjk zjjn, dan moest hij bekennen, dat bij in volkomen nuchteren toestand, geen beronw over zijn handelwijze gevoeld had; hij had zich met zijn doel reeds vertrouwd ge maakt, het doel, dat hem na oen afgrond geleek, waarin bij dreigde neer te stor ten. Zjjn jeugd roes voor zjjn geest op; zjjn doel dat hij ziob in jeugdig idealisme voor oogen bad [gesteld, zag hjj nn weer, en rein en onbevlekt was het tot dusverre gebleven, al had de praktijk hem geleerd dat het onpraotisch en onbereikbaar wa». Hjj dacht aan zjjno moeder, die gedul dige lijderes, met hare heerlijke, eenvoudige,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 1