(11(1
AiïErtEilie- LiiünilUL
De Kieswet aaDpnomen.
Zondag 13 September 1898.
40ste Jaargang JTo. 3132.
Nationale Militie.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
Zat e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL
Bureau: ILaait, D 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60*
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit Nummer behoort
een Bijvoegsel.
GemeenteSchagen.
eekendmakiugreu.
Binnenlandsch Nieuws,
Moord-Hoogsteden.
Alkmaar, 10 September.
Te dezer stede hebben zich reeds enkele
buurt-commissiëu gevormd, met het doel
om, docr wekelijksche bijdragen, gelden
bijeen te krijgen tot versiering der stra
ten, ter gelegenheid van het aanvaarden
der regeering door H.M. de Koningin.
SCHAGER
COURANT.
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente SCHAGEN
Brengen, ter voldoening aan de derde
alinea van Art. 26 der Wet op de Natio
nale Militie, van 19Jen Augustus 1861,
(Staatsblad No. 72), ter kennisse van de
belanghebbenden, dat het overeenkomstig
Art. 25 dier Wet afgesloten Inscbrijvings-
Registei vsn 1896, voor de lichting 1897,
met de daaruit opgemaakte alphabetische
naamlijst, op heden ter Secretarie der Ge
meente voor een ieder ter lezing is neder-
gelegd, tot en met den 18deu September
a.s., van des morgens 9 tot des Damiddags
4 nre.
Schagen, den 11 September 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Het klinkt als een gemeenplaats,
wanneer men zegt in onze dagen dat
wij snel leven, en toch dringt die ge
meenplaats zich als van zelf op aan ie
der, die zich rekenschap geeft van den
indruk, dien de aanneming der kieswet
in de Eerste Kamer maakt. Indien ie
mand, die, na getuige te zijn geweest
van de opgewondenheid, door de mis
lukking der kieswet-hervorming van
den heer Tak en de daarop gevolgde
Kamerontbinding en stembusstrijd te
weeggebraeht, ons land verlaten had en
nu was wedergekeerd, dan zou hij ver
baasd staan, dat de aanneming dier
kieswet-VAsHouTEN met zoo volslagen
onverschilligheid wordt aangezien Wat
is er gebeurd in dien tijd zou hij
vragen. En de een zou hem antwoor
den „nu ziet ge eens hoe gauw de
kunstmatige kiesrecht-opwinding is be
daard En de Minister zou hem ant
woorden „Het komt omdat men met
mijn regeling best tevreden is." En
een derde wellicht„Het ligt hierin,
dat de wet niet geeft wat men verlangt
terwijl men toch wel begrijpt op bet
oogenblik niets anders te kunnen krij
gen."
De verklaring ligt elders. Zij ligt
hierin dat het hoofdpunt van den kies-
rechtstrijd door het ontwerp-ïak was
opgelost. Ondanks de mislukking van
zijn ontwerp, heeft de heer Tak daar
door het doel aangewezen waarnaar
men te streven had. Dat deed den een
ontstellen, bij den ander grondwettige
bezwaren rijzen, bij den derde andere
grieven ontstaan, maar nu het ontwerp-
ÏAK eenmaal de grenspalen uitgezet
had zoover als de grondwet toeliet, nu
kon men daaraan nog wat knutselen,
en de palen een weinig verzetten, en
een andere manier van grensaanwijziging
kiezen, maar in hoofdzaak was het
uitgemaakt dat een zeer groote kies
rechtuitbreiding komen moest, en toen
dus de stembus gesproken had, wist
men reeds ongeveer wat er nu komen
zou, want de overwinnaars in don strijd
hadden de zege slechts daaraan te dan
ken, dat zij verklaard hadden, ongeveer
hetzelfde doel van den heer Tak te
willen bereiken, maar met andere mid
delen.
De Minister heeft het zelf nog eens
weer in de Eerste Kamer gezegd, zoo
dat men het niet op ons zeggen be
hoeft te gelooven. „De voorstanders
van 't vorig ontwerp deden zich voor
als uitsluitende voorstanders van kies
rechtuitbreiding, maar de Regeering
wilde wel degelijk uitbreiding, even
groot, maar met beter kenteekens, met
waarborgen van welstand en geschikt
heid. Dit ontwerp is de uitvoering van
een grootsche gedachte van art. 8 van
't vorige."
Juistde grootsche gedachte was van
den heer Tak en die heeft geestdrift
verwektde benepen uitvoering was
van van Houten en die liet de men-
schen koud.
De Minister heeft met het ongunstig
oordeel over zijne uitvoering van de ge
dachte van het vorige ontwerp eeniger-
rnate den draak gestoken. „Zijn voorstel
was," zoo voerde hij de Takkianen spre
kend in „Zijn voorstel was klein, bene
pen, mozaïek, een klein burgerhuis, het
vorige was grootsch, ruim van lijn, een
paleis„maar", zoo werpt hij hun te
gen „Het was niet van marmer, of al
thans slechts van nagebootst marmer, zoo
als op de tentoonstellingen gezien wordt;
het wankelde." Misschien ware hier
aanleiding tot de vraag, of niet de hechtst
ontworpen gebouwen aan het wankelen
te brengen zijn, als de bouwlieden, ge
roepen om de plannen van den bouw
meester uit te voeren, in stede daarvan
den grond ondermijnen, maar wij
willen in die treurige dagen niet terug
treden. Er is hier grond voor eene an
dere opmerking dat de heer Tak een
grootsche gedachte, belichaamd in een
kloek ontwerp, niet tot stand kon bren
gen, en de heer van Houten zijn mid
delmatiger ontwerp wel, ligt voor een
deel aan het parlementaire stelsel, het
welk bij al het goeds dat bet heeft,
niet bijzonder past voor het doen van
groote daden in ééns af, en ten tweede
daaraan, dat de heer van Houten meer
ervaring heeft van de stuurmanskunst
in het parlementaire vaarwater. De
heer Tak heeft in ééns het doel aange
wezen dat hij bereiken wilde, en wilde
er in vaart op los stevenenhij kende
de kunst niet om tegen wind en stroom
en tij op te laveeren, en daarom be
reikte hij de haven niet, waar intus-
schen de heer van Houten ook niet
beland zou zijn, als de heer Tak hem
niet ware voorgegaan. Want al heeft
deze zijne grootsche gedachten niet in
ons beschreven recht een plaats kunnen
bezorgen, hij heeft haar tot het rechts
bewustzijn van het volk doen doordrin
gen.
en wellicht in den aanvang de nieuwe
kiezers op het dwaalspoor moge leiden,
het gezond verstand zal bij het kalme
Nederlandsche volk op den duur de
overhand behouden en waarheid en recht
zullen steeds de zege behalen. En de
vrijzinnige beginselen bestaan niet bij de
genade van den wetgever, en worden
niet gehandhaafd door kunstige kiesrecht
knutselarij, maar rusten op de hechte
grondslagen van gezond verstand, waar
heid en rechtEn daarom, al mogen
nieuwe toestanden andere maatregelen
en grootere krachtsinspanning vorderen,
wij schrijden voort in de oude be
proefde richting, waarin na korteren of
langeren tijd de meerderheid der nieuwe
kiezers ons zeker volgen zal.
Maarde strijd is nu volstreden. Wij
hebben er met warmte aan deelgeno
men tot het laatste oogenblik toe. En
al hadden wij den uitslag anders ge-
wenschtwij willen gaarne ons voegen
bij hen, die den Minister van Houten
hulde brengen voor de wijze, waarop hij
zijn ontwerp den weg naar het Staatsblad
gebaand heeft, en waardoor wij een be
langrijke kiesrechtuitbreiding hebben ge
kregen. Hoe groot die zijn zal, in hoe
verre zij voldoende zal blijken, is nu
nog de vraag. Het woord is nu aan de
praktijk. En er zal nu veel gevergd
worden van hen, wien de belangen vaD
land en volk ter harte gaan. De Minis
ter heeft, geheel in den geest van ons
vorig artikel, erop gewezen, dat de kies-
rechtstrijd nu uit is en de stembus
strijd voor de deur staat.
De stembus-strijd met weinig gege
vens en vele onbekenden. Hoeveel
nieuwe kiezers zullen er komen Wel
ke richtingen en stroomingen zullen
zich openbaren onder en door die nieu
we kiezers Welke invloeden zullen
op hen werken en welke kracht zullen
die uitoefenen P
Zietmen kan daarover in zeer wijd-
loopige bespiegelingen treden. Maar
men komt daarmee niet veel verder.
Eén ding is echter zeker. De nieuwe
toestand brengt mee, dat ieder man zijn
plicht behoort te doen. „De uitbreiding
van het kiesrecht zal ten gevolge heb
ben, dat men zijn populariteit moet be
houden onder een breederen zoom der
bevolking en minder zal letten op de
belangen van een klasse, ook minder
daardoor zal worden beheerscht," zei de
Minister terecht. Daarom stelde het vori
ge ministerie kiesrecht-hervorming als
„voorwaarde van blijvende verbetering"
op don voorgrond.
En daarom nu niet langer den blik
achterwaarts gericht, maar vooruit.' Met
alle kracht die in ons is, geijverd voor
het algemeen belang, voor het heil van
Tand en volk, en dat doende de toekomst
rustig te gemoet getredon. Want welke
invloeden zich ook mogen doen gelden
De vermoedelijke dader
van der. moord op den huzaar Hofmsn
was niet de jaloersche vrijer van het meis
je, dat den huzaar had uiigenoodigd met
baar te drinken, maar 1 .ambertDunnewind te
VEENINGEN, die te Assen door de
marechaussee binnen gebracht werd.
Bij zijn overbrenging heeft D. aan de
marechaussee bekend, de daad te hebben
gedaan, welke bekentenis hij voor den
officier van justitie herhaalde. Een kame
raad had hem aangezet met de woorden
ffSnied hem maor". D., uiterlijk een nie
tig ventje, had daarop den huzaar met
een klein mesje in de borst gestoken.
Eergisteren is de huzaar Hofman,
te Dedemsvaart met militaire eer
begraven. Op de kist lagen twee kransen,
een van zijne kameraden en een van zijne
officieren, die allen hem roemden als
een oppassend en flink soldaat.
Genoemde Lammert Dnnnewind, is pas
17 jaar oud.
De vaste commissie voor
de strafverordeningen te Alkmaar heeft
aan den gemeenteraad ter vaststelling aan
geboden een ontwerp-verordeniDg op het
wielrijden.
Uit MAASTRICHT wordt ons ge
meld, dat vijf der stakende glasslijpers
zich weder bij de firma Regout hebben
aangemeld om het werk te hervatten.
Men verwacht daar, dat dit voorbeeld
door nog meer stakers zal worden ge
volgd.
Volgens het R. N. bid heeft de wagen
verhuurder J. In 't Hout een schrijven
gericht aan den heer Officier van Justitie,
met verzoek met De Vos te worden ge
confronteerd.
Devolgende zonderlinge
dankbetuiging komt voor in bet Week
blad van de Hoeksche Waard:
Wijlen A. de Neeff Az. dankt door de
ze hartelijk voor de vele bewijzen van
belangstelling bij zijn overlijden ondervon
den.
Rotterdam, Sept. '96. A. de Neef Azn,
Gedurende eenige minu
ten (te oageveer 4 uur 's namiddags) was
het op den 9en dezer te SCHERMER-
HORN in letterlijken zin noodweer.
Ratelende donderslagen volgden oogenblik-
kelijk op felle bliksemstralen en tezelfder
tijd ontlastte zich een hagelbui, in korrels
ter grootte van een knikker, wier gewel
dig kletteren tegelijk met het machtige
geluid der donderslagen werkelijk angst
wekkend was.
Van brand was na de bui in den om
trek niets te zien.
De commissaris van poli-
tie in de 6s sectie (bureel Oude Brug
steeg) te AMSTERDAM, verzoekt opspo
ring en bij ontdekking bericht van S. C.
L., weduwe van Th. v. L., 56 jaren, en
haar zoon H. J. v. L22 jaren. Zij
hebben op 30 Augustus 1.1. hunne woning
aldaar verlaten met achterlating van een
met hunne namen onderteekend briefje
van den volgende inhoud
Amsterdam, 30 Aug. 1896.
„Wegens de tegenspoeden der laatste
tijd nemen wij heden afscheid van dit
aardBche tranendal, de groete aan alle be-
kende.^
Aan den zeedijk bij het
Oudn-Schild op het eiland Tessel ge
raakte Woensdag een spelend tweejarig
knaapje te water, zonder door iemand t6
worden opgemerkt. De moeder, die eenigs.
zins ongerust was geworden, toen het kind
niet terugkwam, ging eens zien en kwam
juist op den dijk toen het knaapje weg
zonk.
Zonder zich te bedenken, snelde zij de
steen-glooiïng af en sprong in zee. Zij
wist het kind nog te grijpen en er mee
naar den dijk teiug te worstelen, doch
daar begaven haar de krachten en zonk
zij bezwijmd met het kind neder. Geluk
kig dat er terstond hulpvaardige menschen
in de nabijheid waren, want anders zou
den ongetwijfeld moeder en kind toch nog
verdronken zijn. Snel werden nu beiden
gegrepen en geheel op het droge ge
bracht.
Het duurde nog vrij lang alvorens het
kind geheel buiten gevaar was.
Een heer en dame uit ROT
TERDAM reden per rijwiel achter elkaar
langs den Puinweg te Barendrecht, om
over den Straatweg huiswaarts te keeren.
Waarschijnlijk uit bezorgdheid om vooral
zijn dame niet te verliezen, had de heer
beide fietsen met een tonw verbonden.
Zoo ging het een tijdlang goed, tot op
eens die band van gehechtheid brak, de
dame haar draai nam en kopje-onder te
water reed. Hevig verschrikt en druipnat
bereikte zij met haar galant het café
„Sport", waar men haar van droge klee-
ren voorzag.
Bij de gehoudene stem
ming voor een Lid van den Raad der ge
meente Oudkarspel, in de plaats van
den heer A. Halff die wegens vertrek
naar Alkmaar als zoodanig had bedankt,
zijn op Dinsdag 8 September j. 1. opge
komen 92 van de 184 stemgerechtigden
waarvan op de Heeren 11. Hart Cz,
58 stemmen, Jan Vis 32 en C.Over 1 stem
en één blanco werden uitgebracht,
zoodat met volstrekte meerderheid
van stemmen, tot Lid van den Raad is be
noemd, den heer H. Hart Cz.
Benoemd tot vader en
moeder in het Wees- en Armenhuis te
Barsingerhorn, de heer C. Wouden-
berq en Echtgenoote te Koog a/d Zaan.
Met hen slonden mede op de voor
dracht, de heeren C. Horst te Birsinger-
wd, L. Bruin te Kolhorn, JD. Rob te
Winkel, J. Bijlsma, te de Rijp en L. Hart-
hoorn te Hilversum.
Donderdagnamiddag zonk
te Lutjewinkel door een lek de schuit
van den heer G. Vader te Winkel.
Jammer voor den inan was de schuit ge
laden met galanteriewaren enz. voor de
kermis te Kolhorn en zal de schade door
't water geleden nogal van beteekenis zijn.
Deheer A. J. Onnekesp r e d i"
kant te Winkel, mocht Donderdag den
10e dezer, den dag herdenken, waarop hij
25 jaren geleden als leeraar bij deNed.
Herv. Gem. is opgetreden.
Een bankbiljet- van t 300 1
Een dubbeltje kan raar vallen en een
^papiertje leelijk verzeilen," zooals de heer
B. commis8iounair in stroo, te OOSTWOLD,
heeft ondervonden. Onlangs vermiste hij
een bankbiljet van f 300, dat hij goed
opgeborgen waande. Allerlei gissingen
werden gemaakt. Ook aan verdenkingen
ontbrak het niet, daar weldra rijks- en
gemeentepolitie zich met de zaak inlieten
zoodat o. a. ook de kisten van meid
en knecht doorzocht werden, hoe noode de
baas er ook toe overging. Alles vergeefs.
En nu is gebleken, dat het biljet ei
genlijk niet eens weg was. Het was steeds
in de daarvoor bestemde doos gebleven,
maar bij elk onderzoek in het deksel daar
van blijven steken, dat steeds met den bo
venkant omhoog gebleven was. Meid en
knecht hebben nu om de doorgestane
consternatie te be'.oouen, elk f 10 van hun
meester ontvangen.
Men schrijft ons nader
uit Sint Maarten:
Naar aanleiding van het verslag in
uw Yeel gelezen blad van j.1. Donder
dag, gaven velen hunne verwondering
en ook hun misnoegen te kennen, dat
u w correspondent van bet goed geslaag
de schoolfeest, zulk een beknopte
vermelding maakte.'t Is daarom dat ik, als
inwoner dier plaats, U verzoek, dit nu
nog, meer uitgebreid te willen opnemen.
Reeds in den vroegen morgen van
Maandag 7 dezer, wapperde van
alle huizen de vaderlandsche driekleur,
ten teeken dat die dag feestelijk zouworden
gevierd, en wel een schoolfeest, wat hier
lang niet ieder jaar gebeurt. Onge
veer ten 8 V2 ure, begaven de kinderen
zich, allen voorzien van een vlaggetje,
naar het schoolplein, vanwaar de stoet
zich ten 9 ure in beweging zette. Voor
op de 7 hoornblazers en daarna de
ruim 70 kinderen, waartusscben drie
jongens ieder een keurig bewerkt vaan
del droegen, begeleid door de commis
sieleden. Onder het blazen van een
vroolijken marsch ging het in optocht
naar de herberg van den heer de Vries,
waar de kinderen onthaald werden op
koek en melk.
De zaal was gedeeltelijk versierd,
waarin met fijn sparregroen en dito
bloempjes het woord „welkom" was
aangebracht. Nadat de jeugd een paar
liederen had gezongen, was het tijdstip
aangebroken, voor het rijtoertje door
onze gemeente. Hiervoor waren een
20-tal rijtuigen, ter beschikking gesteld
waarvan vooral een bakwagen, die voor
de muziekanten bestemd was, de aan
dacht trok door de nette versiering.
Toen men het Rijpje passeerde werd
even halt gehouden bij den heer K. Blom
waar de kinderen eenige ververschingen
werden aangeboden, terwijl de hoorn
blazers en koetsier werden getracteerd op
een oorlam. Daarna werd de reis voort
gezet, totdat men te J2 uur weder in
ons dorp arriveerde, waar zeer vele
menschen hunne komst reeds stonden af
te wachten. Toen allen uitgestegen wa
ren, ging het in optocht naar de kolfbaan
van den heer Schermerhom. Alvorens die
binnen te treden, werd in de danszaal een
welkomstlied gezongen, wat door het
steeds toenemende publiek met belang
stelling werd aangehoord. Nu naar de
feestzaal, die voor dat doel met groen
en vlaggen netjes versierd, een recht
feestelijk aanzien gaf. Hier werden aan
de jeugd eerst brood met chocolade-melk
en daarna koek, wijn en andere versna-1
peringen verstrekt. Dit werd telkens
afgewisseld door het zingen van toe
passelijke liederen, waar met veel lof
over werd gesproken, zoo ook de num
mers der muziekanten vonden veel bij
val. Na geruimen tijd in de zaal ver
toefd te hebben, werden de kleinste
kinderen, naar den voor dat doel afge-
huurden draaimolen gebracht, waar zij
na hartelust genoten.
Terwijl de grooteren onder leiding van
den onderwijzer, den heer Akkermaneen
polonaise maakten, waarover de burgers
zeer voldaan waren; ja zelfs meermalen
hoorde men den uitroep: „hoe is het mo
gelijk, wat is dat mooi!"
Daarna werd nog een kinderspel door
hen, onder het zingen van een daarbij
passend lied, op uitstekende wijze uit
gevoerd; ook dit viel in den smaak, wat
wel bleek door het langdurig handge
klap, en de opgeruimde gezichten. Nu
moesten de oudere leerlingen naar de
caroussel en werden door de jongeren
eenige kinderspelen gedaan, onder dezelf
de leiding, wat haast nog meer instem
ming vond. Deze spelen werden door
de kleinen, zoo met aandacht ten beste
gegeven, en er werden tevens met die
zachte stemmetjes zoo lieflijk gezongen,
dat de toeschouwers meermalen hunne
verwondering te kennen gaven, hoe het
toch mogelijk was, dat móester Akkerman
hun dat allemaal kon leeren.
Vervolgens gingen de kinderen wederom
in de feestzaal, teneinde nogmaals te
genieten van de vele lekkernijen. Het
was 3 uur, toen door de jeugd ander
maal een optocht werd gehouden; dit
maal zou men liet dorp doorwandelen,
en tevens den EdelAchtb. Heer Bur-
gem., den heer Wd. Schermerhorn een
serenade brengen; hiervoor werd nog
een vaandel gedragen waarop met gul
den letters het „Hulde aan den Bur
gemeester" stond vermeld. Daar wer
den de kinderen eveneens onthaald op
koek en wijn, en werden, nadat door
lien een paar liederen waren gezongen,
en de geroemde polonaise was gemaakt,
door ZEd.Achtb., die in ambtsgewaad
aanwezig was, op hartelijke wijzo toe
gesproken; terwijl door de jeugd het