brief aan zjjne moeder had hij over zijn Fritsje geschreven. En ah hij nu dat kind zoo voor zich zag, toen maakte het gevoel van vader-vrecgde hem buiten zin nen, als ware hij dronken van wijn. Hij bcog zich over het wicht en drukte een lange, stille kus op de lippen van het kind. „Fritsje", zeide hij, „is de eenigo kost bare en onbevlekte schat, welken ik uit de schipbreuk van mijn huwelijk gered heb. Ik zal mij dien nimmer laten ont rukken. Tot geen prijs I Goeden nacht moeder Kort daarna stond hij in zijn werkka mer. Hij liet zich neder in den leun stoel voor zijn schrijftafel, op welke een brandende lamp stond. Wat nu zoo dacht hij. Hij zou ziju leven op de ou de wijze weder voortzetten. In de fabriek was gelijk zijn procuratie-houder hem had geschreven heel veel te doen. Het zou hem dus aan werk niet ontbreken; wel is waar, zouden de eerste weken toch zeer pijnlijk zijn. Immers een bedrogen echt genoot heeft zooderliogerwijze in de maatschappij iets belachelijks. Maar hij zal zich daarover wel weten heen te zet ten ook dat zal verdwijnen evenals hij zooveel hetft overwonnen. Toch, gedu rende de avonden die stilte in zijn tehuis, deze huiveringwekkende stilte, welk zoo zonderling afstak bij dat bonte ea jolige leven, dat vroeger hier heerschte, toen Zijn hand gleed over het voorhoofd, als wilde hij de gedachte verjagen, welke nu bij hem was opgekomen. Hij leunde in zijn stoel achterover. En als hij daar zoo zat te staren, viel zijn blik op eene ledi ge plaats aan den wand boven zijn schrijf tafel. Daar had vroeger het portret ge hangen. Zijne moeder had het zeker weggenomen. Zij had daaraan goed ge daan. Hij wilde ïomers door niets meer aaa het verleden heiinnerd worden. Het verleden was immers ook in hem op gelost. Was dat werkelijk het geval Een huivering voer hem bij deze vraag door de leden, een bange vrees voor iets on bestemds, voor eene lokkende, geheimzin nige macht, welke nog ergens zetelde en welke op zekeren dag, uit haren schuilhoek zou treden, zijue zoo met moeite be vochten rust zou verstoren en zijn be staan weder verwoesten. Waar was zij, die macht Waarom had hij den invloed dier macht in den vreemde niet gevoeld? Kleefde zij misschien aan deze omgeving, aan de doode voorwerpen van deze ka mer, uit welke zoo vele, zoo schoone, zoo zoete herinneringen aan lang vervlogen gelukkige uren weder konden opdoemen Zetelde die macht zelfs ook in hare brieveD, welke hij, gelijk hij nu mat schrik zich herinnerde, nog bezat Hij opende met eene haastige beweging de schuiflade en haalde er een pakje uit te voorschijn. Het bevatte de brieven uit de eerste jaren van zijn huwelijk. Hij wilde ze niet lezen, niet eens doorvliegen. Maar terwijl hij het roodzijden bandje losrukte, hetwelk den bundel bijeenhield, werd zijn blik getroffen door eenige woor den, aan het slot van een schrijven „Uwe, u trouw liefhebbende echtgenoote". Dat was hare stereotjrpe slotzin, niets beleekenend, gedachteloos neergeschreven. En toch, welke zware aanklacht lag in Ik verzoek u ook, zijne hoogheid mijn dank te betuigen voor zijne welwillendheid. Het is eenmaal niet te veranderen, dat ik die verloren heb. Ik zal daaruit echter leering voor het vervolg trekken." De manier, waarop deze onbillijk behan delde man, de zaak betrachtte, dwong zelfs den officier achting en eerbied af en hij trachtte door meer dan gewone beleefdheid voor zijn persoon, den onaangenamen indruk zooveel mogelgk weg te nemen. Tot aan de deur, ja tot aan het einde van den gang, tot aan de trap, deed hij hem uitgeleide, telkens zijne hoogachting te kennen gevende, zoodat het meer het nitgeleido scheen, van een zeer geëerd bezoeker, dan van een ont slagen beambte. Yoor zulk eene onder scheiding mankeerde echter Beimar elk ge voel. In doffe neerslachtigheid verliet hij de villa en wierp zich in het hem wach tende rijtuig. Hij had eerst den koetsier geen aanwij zing gegeven waarheen hij wilde, maar door een [plotselinge gedachte gedrongen, riep hij hem een adres toe, waarna hij zich we der achterover in het rijtuig wierp. Na een poos hield het rijtuig in een afge legen gedeelte van dejstad stil, voor een oud, bouwvallig huis, dat onder den droevigen donkeren hemel er uitzag als een broeinest der ellende. Een onaangename geur ontving de binnen tredende; Beimar stapte fluks den 6ma)len gang door en de vnile trap op en stootte, zonder belet te vragen een deur open, die toegang gaf tot een kale, ou vriendelijke ka mer, den voorhof van het leeuwenhol, zooals dr. Schmitz het noemde. Dez9 ruimte was leeg, geen mensch bevond zich daarin, maar twee tegen elkander geplaatste bnre&ux, wel ke met papieren bezaaid waren, waren be stemd om den indruk te geveD, dat de advo- ;en zeer drukken praktijk uitoefende. En niet veel v.:.-lelijker en aantrek Dr'ijxe* z*g het tmedSG godcaU» van de woning er c:* Een tafel, een en een rood-gebrandde kacnei, u» «ie eerste indruk. Doffe koude heerschte er in de kamer, die geheel door dikke tabaksrook gevnld was, en waarin men met moeite dr. Schmitz aan do tafel kon ontdekken, Hij gaf zioh volstrekt niet den schijn van schrijven, toen hij de nRdorende voetstappen hoorde, hij was enkel en alleen bezig met zijn dikke studentenpijp, waaruit hij afschuwelijke rook kolommen opblies, door welke hij omringd was en die vcor elk ander mensch verstik kend moesten zijn. Hem deed het geen letsel, zijne oogen waren aan een dergelijken atmosfeer ge- deze gedachteloos neergeschreven, niets he- teekeneude woorden Maar misschien had den die woorden toenmaals toch een be- teekenis, ontsprongen misschien aan een echt gevoel Hij klemde zich eensklaps aan deze gedachte vast. Een overvloed van intieme bizonderheden, gelijk die in de samenleving tusschen man en vrouw zich voordoen en zich ontwikkelen, toover- den zich voor zijn geestesoog en dat alles scheen aan deze gedachte kracht en indruk te verkenen. Wanneer zij hem dan toch had liefgehad, van waar dan die plotselinge omkeering En het was toch ook niet een oogenblik van verzaking ge weest, wat haar in de armen van dien an der dreefDaarover zou hij zich ten slotte nog hebben heeDgezet, dat zou hij misschien nog hebben kuunen vergeven Maar die verhouding had maanden lang geduurd. Maandenlang had zij hetzelfde huichelachtige, leugenachtige spel gedreven! Zij had het immers zelve bekend, en toen hij met de onwederlegbare bewijzen harer schuld voor haar trad, toen hij haar de aanklacht in het gelaat slingerde, toen had zij niets anders geantwoord dan„Ons huwelijk was tceh immers toch maar een contracts-huwelijk 1" En zij had niet gelogen. Het was in derdaad een gewone overeenkomst ge weest, bij welke in hem langzamerhand de liefde tot zijne vrouw zich ontwikkelde, misschien gevoed door een gevoel van ijdel zelbehagen. Zij was immers een schoone vrouw, oversproeiend van levens lust. Zij was gevleid, gevierd. En hij was er trots op, dat deze vrouw de zijne was. Wel is waar, hoe zeer hij ook aan haar hing, dat werd hem eerst recht duidelijk in het oogenblik, toen hem hare ont- trouw duidelijk werd, toen hem de ver beeldingskracht met geraffineerde volko- mendheid die uren voor den geest tee- kende, welke zij in geheime vertrouwelijk heid met den ander had doorgebracht. En waarin bestond de betoovering van dien ander? Was het alleen de zoete, zondige verlokking van het verbodene, wat haar bedwelmd had? Of was het hartstocht, die liefde, welke hij niet in staat was haar te schenken Misschien was hij voor haar slechts een wandelende portemonnaie, gelijk een modern dichter, met wien zij dweepte, een echtgenoot van zijn slag gedoopt had Hij sprong van zijn stoel op en liep met haastige schre den door ziju kamer heenden weder. Hij was ontevreden op zich zeiven. Nu w&s het weder levend geworden, dat verleden, hetwelk hij in zijn hart begraven waande. En het woelde met zijn klauwen in zijn ziel. Niet denkenklonk het in hem. Hij zuchtte, bleef staan, greep de brie ven, verscheurde ze en wierp de stukken in de papiermand. Daarna viel hij in zijn stoel. Er lag nog een brief voor hem, vier pagina's dicht beschreven. Dat was haar brief aau zijne moeder, waarin zij om het kind smeekte. Het kind weerklonk het in zijn ge moed. Dat was een stuk van het verleden, het welk hij niet van zich kon afschudden, en ook niet van zich afschudden wilde. Dat was toch een band, welke zich niet verbreken liet, welke hem voor eeuwig aan haar ke tende ^Fritsje," klonk het van zijne lippen. Hij zag het beeld van zijn kind duidelijk woon. Zoodoende zag hij ook dadelijk, wie daar over den drempel stapte, zoo onaan gediend en op een alles behalve zachtaar dige manier. Eene beweging als wilde hij opspringen kwam niet geheel ten uitvoer, maar de pen die hij in den hand had, legde hij toch weg en wenkte met de band als ten groet, zoodat de rookkolommen in een zwaaiende beweging geraakten. „God, ben jij hetWat een gebeurtenis i Ja, waarmede kan ik mijnbeer den bonwraad van dienst zijn.* Er waa een valsche klank in die vriend schappelijke begroeting. Reimar sneed hem daarom scherp het woord af. „Spaar me die gevoelsbetuigingonzeide hij en toen Schmitz wederom den wijdsehen titel van bouwraad gebruikte, klonk het barsch,laat dien titel! Dat is afgedaan I" „Maar gj zijt toch vast - „Ik geef je dien heelcn rommel cadean titel, betrekking, viel Beimar hem opgewon den in de rede. „Ik ben ingenienr Beimar verder niets. Als dieugene sta ik hier voor je, begrepen 1" Schmitz sloeg in de hoogste verwondering de handen ineen. „Hoe Gij hebt nwe betrekking neer gelegd riep hij in slecht gehuichelde deel name. Langzaam trad Reimar nader en zag hem scherp in de oogen. „Die vraag is zonderling," zeide hij in het begin spottend, maar vervolgens met ieder woord scherper en heftiger wordend. „Zonderling, daar gij mij er toch toe ge dwongen hebt. Ik zon integendeel joa wel een vraag willen stellen. Hoe noemt gij het, wanneer men eeD particulieren brief opzoekt, om hem tegen diengene te gebrui ken, die hem eens geschreven heeft, en wat heeft jou tot zulk een misbruik van ver trouwen aanleiding gegeven f" rief? Meent ge een brief, die—" ohelary verbitterde Beimar nog „Doe niet, alsof je het niet begrijpt. Je weet zeer goed wat ik bedoel. Die brief is aan jou gericht geweestgij zijt daarvoor verantwoordelijk, wanneer hij in handen kwam, waarvoor hij niet bestemd is ge weest." „O, ik geloof je te begrijpenIn ver keerde handen zegt ge Maar hoe had ik dat kunnen denken Er kan slechts van dien eenen brief sprake zijn, dien Jenisch mij heeft afgesmeekt." „Och kom, nu begrijp ik alles," sprak Reimar. „En op grond van dien brief heeft men voor zich. Hoe was het nauwkeurig het evenbeeld der moeder Wanneer de blau we oogjes van zijn Frits hem aankeken, dan zou hij hare oogen zieD, zijn kuiltjes in de wangen, het kleine moedervlekje in den hals dat alles was zij zelve. Dat had bij reeds in dien nacht gevoeld, toen hij voor het eerst alleen ia huis was. Toenmaals, iu die vreeselijke uren, waarin de begeerte naar zelfvernietiging in hem opsteeg, toen hij zijn hand naar den re volver uitstrekre, toen had hij het kind aan zijn borst gedrukt, urenlang krampachtig omarmd gehoudeD, als weer middel tegen die vreeselijke gedachte. Het kind was zijne redding geweest. Maar thans, nu hij voor de gedachte aan zelfmoord niet meer bang behoefde te zijD, zou zijn Fritsje juist te voorschijn roepen, waarvoor hij ontstelde: haar beeld. Hij zou het dagelijks, elk uur voor zijn oogen hebben; het zou opnieuw in zijn hart een plaats innemen, en wat dan Hij haalde diep adem. Daar viel zijn blik op den brief, welke voor hem lag. Hij boog zich voorover en las de eerste regelen. Daarna las hij het schrijven half luid met bevende stem tot aan het laatste woord. En terwijl hij las, was het hem als stond zij zelve voor hem en sprak zij datgene, wit hij in zichzelven mompel de. Eu uit die woorden klonk iets, wat hem buitengewoon aangreep, hoe zeer hij zich daartegen ook verzette. Het was de moederliefde welke nu eens hartstochtelijk, dan weder teeder, Bmee- kend en ook bezwerend, angstig in ver warde, hartstochtelijk gebouwde zinnen zich hier openbaarde. Wie had grooter recht op het kiod vroeg hij. De wet heeft het mij toegekend maar bestaat er niet een hoogere gerechtigheid, welke an ders zou oordeelen En hij dacht daar over na. Daarbij ontviel de brief aan zij ne hmd. Het hoofd viel op de borst ne der. Het eene uur na het andere verstreek. Hij zat nog steeds onbeweeglijk in zijn stoel. Daar werd de deur zijner kamer geopend. Hij hief het hoofd op en keek verward om zich heen. Zijne moeder was binnengetreden. ffGij hebt den geheelen nacht zoo ge zeten vroeg zij getroffen. „Ja", antwoordde hij, pijnlijk lachend, „ik heb over allerlei dingen nagedacht, en daarby een besluit genomen. Gij zult Fritsje vandaag nog aan zijne moeder te ruggeven. Het doet mij zeer leed, maar ik kan niet anders. Ik zal mij ook daaraan gewennen, eenzaam voort te leven. De oude vrouw verliet stil de kamer. Hij stond op, liep naar het venster en staarde droomende naar den dichten ne vel, iu welke de gasvlam op den hoek der straat als een roodgeweend mensehenoog gloeide Een gescalpeerd meisje. In een fabriek te Fünfkirchen had de zer dagen een onzettend ongeluk plaats. Een der arbeidsters, de 19-jarige Mariska Csillag, stond vlak bij den drijfriem welke in duizelingwekkende vaart zich gonzend voortbewoog, en zij was juist bezig haar hoofddoek vast te binden, toen de riem den doek en de haarvlecht van het meisje greep en in een oogenblik haar geheele hoofdhuid benevens de wenkbrauwen en de ooien wegrukte. Alleen de omstandig- u onaangenaamheden berokkent Het is ongehoord. Maar dat moogt ge u niet laten welgevallen Zulke oude zonden geven nie mand daartoe het recht- Dat is verbreking van gerechtelijke vormenwij nemen dat niet zoo gemakkelijk aan, ik zal dat zaakje behandelen vriend, dat zal een ontzettend schandaal geven. Wij protesleeren, wij pro- cedeeren, wij verlangen rekenschap „Ik verlang slechts rekenschap van jou I" voegde Beimar den ander brutaal toe. „Met jou schaudaalmaken ben ik Diet gediend. Geef eerlijk en oprecht antwoord op mijn vragen als je het tenminste nog kunt." De laatste op eigenaardige toon gezegde toevoeging, beleedigde dr. Schmitz in geen enkel opzicht. „Maar lieve hemel," riep hij, „wat beb je toch eigenlijk met me voor. Yoor mij had dien ouden brief volstrekt geene beteeke- nis, ik heb bet niet eens meer gelezen tos- vallig herinner ik hem mij, en daar zij perse een autograaf van n wilde „Och kom, een autograaf I Hoe be lachelijk, wanneer het Diet te nietswaardig ware." „Ja wel, een autograaf, Waarom had ik behoeven te aarzelen, het aan uwe verlooide te geven P" „Zij is nooit mjjne verloofde geweest en wordt dat ook nooit." „Wat ge zegt j" Het moost een uitroep van verwondering beteekenen, maar het klonk even hol, als al hetgeen er tot dusverre door dien cy- cischen mond was gezegd, zoodat Reimar den ousoiiuid-aithangenden bult bij den schouder vatte. „Geef je geen moeite, mij te bedriegen. Ook dat alles weet ge even nauwkeurig, ja wellicht nog nauwkeuriger dan ik zelf. Gij kendet het plannetje wel, dat men met mijn brief op het oog had, bet is niet het eenige geweest, dat het edele verbond te gen mij heeft ten berde gebracht. De len- gens, dat ik geld had verduisterd, komt nit de zelfde bron. Wanneer ik getuigen had, bij die handelwijze met Luckhorst over die borgstelling, dan waart gij er een van." „Ik, hoe kan „Lieg nietl Gii hebt het voorgevallene medo bijgewoond." „Ik was niet do eenige getuige." „Maar gij waart wel degene, die het naar «w zin hebt uitgelegd. Van u gaat die ont- eerende getuigenis uit." „Gij bedient n van scherpe uitdruk kingen." „En ik zal mij van nog scherpore bedie nen, om betgeen gij gedaan hebt, naar mijn heid, dat de machine onmiddellijk tot staan werd gebracht, voorkwam, dat niet het lichaam van het meisje door het vliegwiel werd vermorseld. Desniettegenstaande is er weinig hoop, de ongelukkige arbeidster in het leven te houden, daar zij behalve aan de bekomen hevige verwonding, ook nog aan hersenschudding lijdende is. Mariska Csillag was de verzorgster ha rer giijze moeder en harer jongere zusjes en broertjes. In Amerika is een proef genomeD, in hoeveel tijd men van San Francisco naar New-York kan rijden per wiel. De afstand werd gereden, en de tijd was dertien dagen en negen—en- twintig minuten, Een correspondent van 0 s t e n d e schrijft aan het Journal de Liège een artikel over het brutale s p e- 1 e n, dat men aldaar in de besloten club van de Kurzaal doet #Te Monte-Carlo is de hoogste iDzet 9 napoleons op het nummer der roulette. Hier gaaf men tot 300 franks, en men heeft uitgerekend, dat één enkele coup on geveer 200,000 fr. winst kan opbrengen. „Op de trente et quarante is het ma ximum 12,000 fr., maar meestal laten de croupiers een bijvoegsel toe van 6000 fr., te wagen op één coup. *Men moet er bijvoegen dat men te Monte-Carlo speelt met goudte Ostende neemt men jetons aan, wier waarde 6000 fr. beloopt, en zekere personen, bij de Bank bekend, hebben nog een bijna onbeperkt krediet. j,Ik herinner mij gezien te hebben, dat vier sptlers tegelijk het maximum van 12000 fr. op eiken coup zetten, ter- wyl te Monte-Carlo al de spelers der roulette zouden zijn opgestaan en geroe pen hebben „Een heer speelt het maxi mum Yerder zegt de correspondent dat vrouwen het hevigste spelen te Ostende, vooral de Engelsche en de Duitsche. Ook de demi-monde levert een groot getal speel sters. De groote Russische spelers komen in September, de zalen worden te klein; vele spelers vinden geen plaats om te zit ten. Dorstige parlementsle- den. Volgens een officiéél bericht," hebben de leden van het Engelsche par lement in het laatste zittingstijdperk zoo ongeveer voor f24000 aan wijn verteerd aan het buffet in het gebouw. Dat is voor ieder lid zesmaal zooveel als gemid deld een Engelschman voor alcoholische dranken uitgeeft. Voor enkele weken hebben de heeren druk gedebatteerd over de middelen #Om een einde te maken aan de verschrikkelij ke vorderingen van het alcoholisme". Misschien zijn ze daarvan dorstig ge worden. Een soldaat gehuwd met een koningsdochter. Het is geen sprookje uit Duizend en Eén Nacht, maar een waar verhaal. Een soldaat van het Duitsche leger in Zuid- west-Afrika, is naar zijn land teruggekeerd, in gezelschap van zijn bruid, die niemand minder is dan de dochter van den kaffer koning Witbooi. De jonge dame heeft, volgens de Yoss, Ztg., een aangenaam ui terlijk zij is het Duitsch reeds volkomen zin te kunuen veraohten." „Gij laat u door uwe ontstemming mede slepen," zeide Schmitz met onbeschaamde gelatenheid, die bjj altijd wist te bewaren, wanneer er een vuurwerk ter zijner eere werd afgestokenbij beschouwde zijn pijp mot de grootste opmerkzaamheid en stopte ze daarna met de meest mogelijke onver schilligheid en begon bedaard „De zaak kan men ook nit een ander oogpunt beschouwen. Stellen wij het geval eens, dat ik gedaan had, wat gij van mij gelooft. Ik zeg, laat ons dat eeDs aanne men konden dan geene hoogere beweegre denen mij daartoe gevoerd hebben Welke andere beweegredenen zonden mij daartoe hebben kannen leiden Nijd? Gij stondt mij niet in den weg, Mat en voordeel kon ik van uw val nooit krijgen. Dus Hoogere beweegredenen enkel en alleen 1 In 't eerst medelijden met uJa wel me delijden 1 Gij waart zwak en afvallig ge worden, ge waart op weg uw verstand te verstempen, uw helderen blik te verliezen. Eigenlijk giug het mij niets aan, maar toch ik ben nu eenmaal zoo heeft het mjj de ziel week doen worden. Er nit met hem, uit het moeras, zeide ik tot mijzelf; het is een groote vriendschapsdienst die ik hem daarmede bewijsb1 verkrijgt men daarmede eonigzins vuile handen, dat hin dert nietHet is een offer, dat m8n den vriend, dat men der zaak die men voorstaat, volgaarne brengthet loon daarvoor, is het bewustzijn, dat men beiden daarmede ge diend heeft. Ziet ge, zoo denkt een on baatzuchtig metisch en handelt zoo, op het gevaar af miskent en beleedigd te worden. Op dank maak ik geen aanspraak; mij is het gevolg alleen Toldoende en dat is nn daar. Na hebt gij het beleefd, hebt het ervaren, hoe het bij nwe lieve aristocraten is, tot wie ge zoo heimelijk zijt overgeloo- pennu hebt gij ze in nwe nabijheid ge- bad en naar waarde kunnen leeren beoor- deelen. Gij bebt kennis kunnen maken met de edele gevoelens, die daar worden voor- gostaangij hebt n kunuen spiegelen aan hunne protectie, rechtsverkrachting, men- schenverachting en trouweloosheid. Gij hebt hen volop leeren kenDen en hebt er nu meen ik, voldoende genoeg van. En juist zoo is het goed, zoo is het moeten worden. Wanneer ik n goed begrepen heb, hebt gij ben alles voor de voeten geworpen, hebt gij gebroken met dat addergebroed, zijt go weder vrij en onafhankelijk, ontgoocheld van alle illussiën en zooals van zelf spreekt verbitterd en met haat vervuld. Ziet ge, dat is bet ware, dat doet mij goed, nu zijt ge machtig, en heeft zich ook de Duitsche gewoonten eigen gemaakt. Het huwelijk zal binnenkort worden voltrokken in de geboorteplaats van den bruidegom in Oost-Friesland. Bij Weenen werd giste- ren een machinist plotseling waanzinnig a<i reed met zijn locomotief en tender opeen andere stilstaande locomotief aan. Hij ver loor daarbij het levende stoker, die vergeefs getracht had, hem tegen te hou den, werd gelukkig niet zwaar gekwetst. Een liefhebber van lezen.' Iemand gaf eens op de volgende wijze zijn meening te kennen over de waarde van een boek. Is het in kalfsleer gebon den, dan is het goed om er je scheermes op aan te zetten. Is het dik, dan past het op een stoel, om een kind wat beter bij de tafel te doen komen. Is het in een omslag dat gesloten kan worden, dan kan het worden gebruikt om er een hond meê te gooien. Is het dun en smal, dan kan het voor een gebroken ruit worden gezet en is het van iemand anders, dan kan het met succes gebezigd worden om on der een raam te zstten, waarvan het te genwicht gebroken is. Nabij Londen heeft een groote vergadering van dokwerkers plaats gehad, ter beslissing, welke houding men zal aannemeD, indien de werkgevers weige ren de, eischen der internationale federa tie in te willigen. Medegedeeld werd, dat 34 syndicaten zich bij de beweging heb ben aangesloten en dat uit de voornaam ste havens dei Vereenigde Staten aanvra gen zijn ingekomen omtrent het doel der beweging, met het oog op aansluiting. Naar schatting omvat de federatie op het oogenblik 1,750,000 personen. Een nieuw drinkgeld. Een fabrikant te Gladbach heeft een aardig middel bedacht om zijn werklieden van het drinken af te houden. Elk werk man boven 16 jaren, die zich geheel ont houdt van sterken drank, ontvangt per maand één mark extra. En de conti 61e be staat eenvoudig hierin, dat de werkman op den laatste van elke maand een briefje on derteekent van den volgenden inhoud jlk, ondergeteekende verklaar op mijn woord van eer, dat ik in de afgeloopen maand geen brandewijn, bitter enz., noch eenige andere gestookte drank heb ge bruikt." Deze briefjes worden in een bus geworpen en nagezien door den fabrikant, den meesterknecht en twee werklieden- Het middel wordt reeds eenige jaren toegepast en moet uitstekend werken. Eene nuttige groente. Onder deze moet gerangschikt worden de selderij, waarvan een Eugelsch blad het volgende meldt „Ik heb vele personen gekend, die ter oorzake van de eene of andere reden aan zenuwzwakte leden, en die herstelden door bet matig, dagelijksch gebruik van sel derij-stengels. Ter bereiking van hetzelfde doel kan men ook den selderij-kcol of-wortel ge bruiken. Bij de avond-boterham worden door de handwerklieden in Engeland veel sel derij-stengels met een weinig zout ge bruikt. voor eeuwig, waar ik u hebben wilde. Zoo kunnen wij u gebruiken. Mot menschen- liefde en illusie komen wij niet ver, dat zijn factoren die in onze wereld onnnt zijn. Wy hebben mannen noodig van wetenschap en talent, maar die gewond zyn, tot den dood toe, zooals gij. Nu zyt gij eerst goed voorbereid. Nu zijt gij geheel de onzeEn ge zyt van barte welkom, wij nemen n met open armen in ons midden op.* Met een soort van stomme verwondering had Reimar dit gebraak aangeboord, nu evenwel was hy niet meer in staat zich in te honden. „En met dit gemeene gezwets, meent ge mij een rad voor de oogen te kannen draaien riep bij. „Geen woord geloof ik ervan hebt gjj dat zelf zoo gecombineerd, dan komt uwe rekening valsch en verkeerd uit i" Bedachtzaam stootte Schmitz zijn pijp nit, draaide het nicotine-balletje eraf en liet het bruine vocht op den grond druipen. „Kom, wees verstandig," voer hy den an der listig toe„uw val is prachtig geschikt tot een geruchtmakende reclame. Sta naast ons en wreek n op dit immoreele soort." „Aan uwe zyde Neen l" luidde het ver achtelijke antwoord. „Daarvoor ben ik niet hier gekomen." „Waarvoor dan „Om jou toe to dienen wat je bolooning is," antwoordde Reimar, onwillekeurig het lange pijpenroer dat op tafel lag, grijpende. De bedreigde sprong bliksemsnel op en week tot naar, de bij het venster staande kast terug; we! een bowijs, dat bij niot zoo bedaard en onverschillig was, als hij wel wilde doen voorkomen. „Ik maak er u opmerkzaam op, dat hand- tastelykhedea „Om u te zeggen," vervolgde Reimar, zonder acht te slaan op hetgeen hij ant woordde „wat ge in mijne oogen zijteen bloedzuiger, een leugenaar, een bedriegor Deze woorden raakten den ander evenwel de koude kleeren niet, maar lokten hem een spottend lachje om de lippen. „Gij kont van geluk spreken," zeide hij, „dat er geene getuigen aanwezig zyn. An ders zou ik genoodzaakt zyn, trots onze oude vriendschap, u een proces van beleedi- ging aan te doen." ,,Ea onder vier oogen gevoelt gy uw eer niet beleedigd Schmitz baalde de schouders op. Over dergelijke oordeelvellingen bekommer ik mij heel weinig," antwoordde hij kalmpjes en bedaard grynzeud. En rookte weer bedaard verder- WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 6