brief aan zjjne moeder had hij over zijn
Fritsje geschreven. En ah hij nu dat
kind zoo voor zich zag, toen maakte het
gevoel van vader-vrecgde hem buiten zin
nen, als ware hij dronken van wijn. Hij
bcog zich over het wicht en drukte een
lange, stille kus op de lippen van het
kind.
„Fritsje", zeide hij, „is de eenigo kost
bare en onbevlekte schat, welken ik uit
de schipbreuk van mijn huwelijk gered
heb. Ik zal mij dien nimmer laten ont
rukken. Tot geen prijs I Goeden nacht
moeder
Kort daarna stond hij in zijn werkka
mer. Hij liet zich neder in den leun
stoel voor zijn schrijftafel, op welke een
brandende lamp stond. Wat nu zoo
dacht hij. Hij zou ziju leven op de ou
de wijze weder voortzetten. In de fabriek
was gelijk zijn procuratie-houder hem
had geschreven heel veel te doen. Het
zou hem dus aan werk niet ontbreken; wel
is waar, zouden de eerste weken toch zeer
pijnlijk zijn. Immers een bedrogen echt
genoot heeft zooderliogerwijze in de
maatschappij iets belachelijks. Maar hij
zal zich daarover wel weten heen te zet
ten ook dat zal verdwijnen evenals hij
zooveel hetft overwonnen. Toch, gedu
rende de avonden die stilte in zijn tehuis,
deze huiveringwekkende stilte, welk zoo
zonderling afstak bij dat bonte ea jolige
leven, dat vroeger hier heerschte, toen
Zijn hand gleed over het voorhoofd, als
wilde hij de gedachte verjagen, welke nu
bij hem was opgekomen. Hij leunde in
zijn stoel achterover. En als hij daar zoo
zat te staren, viel zijn blik op eene ledi
ge plaats aan den wand boven zijn schrijf
tafel. Daar had vroeger het portret ge
hangen. Zijne moeder had het zeker
weggenomen. Zij had daaraan goed ge
daan. Hij wilde ïomers door niets meer
aaa het verleden heiinnerd worden.
Het verleden was immers ook in hem op
gelost. Was dat werkelijk het geval Een
huivering voer hem bij deze vraag door
de leden, een bange vrees voor iets on
bestemds, voor eene lokkende, geheimzin
nige macht, welke nog ergens zetelde en
welke op zekeren dag, uit haren schuilhoek
zou treden, zijue zoo met moeite be
vochten rust zou verstoren en zijn be
staan weder verwoesten. Waar was zij,
die macht Waarom had hij den invloed
dier macht in den vreemde niet gevoeld?
Kleefde zij misschien aan deze omgeving,
aan de doode voorwerpen van deze ka
mer, uit welke zoo vele, zoo schoone, zoo
zoete herinneringen aan lang vervlogen
gelukkige uren weder konden opdoemen
Zetelde die macht zelfs ook in hare
brieveD, welke hij, gelijk hij nu mat
schrik zich herinnerde, nog bezat Hij
opende met eene haastige beweging de
schuiflade en haalde er een pakje uit te
voorschijn. Het bevatte de brieven uit
de eerste jaren van zijn huwelijk. Hij
wilde ze niet lezen, niet eens doorvliegen.
Maar terwijl hij het roodzijden bandje
losrukte, hetwelk den bundel bijeenhield,
werd zijn blik getroffen door eenige woor
den, aan het slot van een schrijven
„Uwe, u trouw liefhebbende echtgenoote".
Dat was hare stereotjrpe slotzin, niets
beleekenend, gedachteloos neergeschreven.
En toch, welke zware aanklacht lag in
Ik verzoek u ook, zijne hoogheid mijn dank
te betuigen voor zijne welwillendheid. Het
is eenmaal niet te veranderen, dat ik die
verloren heb. Ik zal daaruit echter leering
voor het vervolg trekken."
De manier, waarop deze onbillijk behan
delde man, de zaak betrachtte, dwong zelfs
den officier achting en eerbied af en hij
trachtte door meer dan gewone beleefdheid
voor zijn persoon, den onaangenamen indruk
zooveel mogelgk weg te nemen. Tot aan
de deur, ja tot aan het einde van den gang,
tot aan de trap, deed hij hem uitgeleide,
telkens zijne hoogachting te kennen gevende,
zoodat het meer het nitgeleido scheen, van
een zeer geëerd bezoeker, dan van een ont
slagen beambte. Yoor zulk eene onder
scheiding mankeerde echter Beimar elk ge
voel. In doffe neerslachtigheid verliet hij
de villa en wierp zich in het hem wach
tende rijtuig.
Hij had eerst den koetsier geen aanwij
zing gegeven waarheen hij wilde, maar door
een [plotselinge gedachte gedrongen, riep
hij hem een adres toe, waarna hij zich we
der achterover in het rijtuig wierp.
Na een poos hield het rijtuig in een afge
legen gedeelte van dejstad stil, voor een oud,
bouwvallig huis, dat onder den droevigen
donkeren hemel er uitzag als een broeinest
der ellende.
Een onaangename geur ontving de binnen
tredende; Beimar stapte fluks den 6ma)len
gang door en de vnile trap op en stootte,
zonder belet te vragen een deur open, die
toegang gaf tot een kale, ou vriendelijke ka
mer, den voorhof van het leeuwenhol, zooals
dr. Schmitz het noemde. Dez9 ruimte was
leeg, geen mensch bevond zich daarin, maar
twee tegen elkander geplaatste bnre&ux, wel
ke met papieren bezaaid waren, waren be
stemd om den indruk te geveD, dat de advo-
;en zeer drukken praktijk uitoefende.
En niet veel v.:.-lelijker en aantrek
Dr'ijxe* z*g het tmedSG godcaU» van
de woning er c:* Een tafel, een
en een rood-gebrandde kacnei, u» «ie
eerste indruk. Doffe koude heerschte er in
de kamer, die geheel door dikke tabaksrook
gevnld was, en waarin men met moeite dr.
Schmitz aan do tafel kon ontdekken, Hij gaf
zioh volstrekt niet den schijn van schrijven,
toen hij de nRdorende voetstappen hoorde,
hij was enkel en alleen bezig met zijn dikke
studentenpijp, waaruit hij afschuwelijke rook
kolommen opblies, door welke hij omringd
was en die vcor elk ander mensch verstik
kend moesten zijn.
Hem deed het geen letsel, zijne oogen
waren aan een dergelijken atmosfeer ge-
deze gedachteloos neergeschreven, niets he-
teekeneude woorden Maar misschien had
den die woorden toenmaals toch een be-
teekenis, ontsprongen misschien aan een
echt gevoel Hij klemde zich eensklaps
aan deze gedachte vast. Een overvloed
van intieme bizonderheden, gelijk die in
de samenleving tusschen man en vrouw
zich voordoen en zich ontwikkelen, toover-
den zich voor zijn geestesoog en dat
alles scheen aan deze gedachte kracht en
indruk te verkenen. Wanneer zij hem
dan toch had liefgehad, van waar dan die
plotselinge omkeering En het was toch
ook niet een oogenblik van verzaking ge
weest, wat haar in de armen van dien an
der dreefDaarover zou hij zich ten
slotte nog hebben heeDgezet, dat zou hij
misschien nog hebben kuunen vergeven
Maar die verhouding had maanden lang
geduurd. Maandenlang had zij hetzelfde
huichelachtige, leugenachtige spel gedreven!
Zij had het immers zelve bekend, en toen
hij met de onwederlegbare bewijzen harer
schuld voor haar trad, toen hij haar de
aanklacht in het gelaat slingerde, toen had
zij niets anders geantwoord dan„Ons
huwelijk was tceh immers toch maar een
contracts-huwelijk 1"
En zij had niet gelogen. Het was in
derdaad een gewone overeenkomst ge
weest, bij welke in hem langzamerhand
de liefde tot zijne vrouw zich ontwikkelde,
misschien gevoed door een gevoel van
ijdel zelbehagen. Zij was immers een
schoone vrouw, oversproeiend van levens
lust. Zij was gevleid, gevierd. En hij was
er trots op, dat deze vrouw de zijne was.
Wel is waar, hoe zeer hij ook aan haar
hing, dat werd hem eerst recht duidelijk
in het oogenblik, toen hem hare ont-
trouw duidelijk werd, toen hem de ver
beeldingskracht met geraffineerde volko-
mendheid die uren voor den geest tee-
kende, welke zij in geheime vertrouwelijk
heid met den ander had doorgebracht.
En waarin bestond de betoovering van
dien ander? Was het alleen de zoete,
zondige verlokking van het verbodene,
wat haar bedwelmd had? Of was het
hartstocht, die liefde, welke hij niet in
staat was haar te schenken Misschien
was hij voor haar slechts een wandelende
portemonnaie, gelijk een modern dichter,
met wien zij dweepte, een echtgenoot van
zijn slag gedoopt had Hij sprong van
zijn stoel op en liep met haastige schre
den door ziju kamer heenden weder. Hij
was ontevreden op zich zeiven. Nu w&s
het weder levend geworden, dat verleden,
hetwelk hij in zijn hart begraven waande.
En het woelde met zijn klauwen in zijn
ziel. Niet denkenklonk het in hem.
Hij zuchtte, bleef staan, greep de brie
ven, verscheurde ze en wierp de stukken
in de papiermand. Daarna viel hij in zijn
stoel. Er lag nog een brief voor hem,
vier pagina's dicht beschreven. Dat was
haar brief aau zijne moeder, waarin zij om
het kind smeekte.
Het kind weerklonk het in zijn ge
moed. Dat was een stuk van het verleden, het
welk hij niet van zich kon afschudden, en ook
niet van zich afschudden wilde. Dat was
toch een band, welke zich niet verbreken
liet, welke hem voor eeuwig aan haar ke
tende
^Fritsje," klonk het van zijne lippen.
Hij zag het beeld van zijn kind duidelijk
woon. Zoodoende zag hij ook dadelijk, wie
daar over den drempel stapte, zoo onaan
gediend en op een alles behalve zachtaar
dige manier. Eene beweging als wilde hij
opspringen kwam niet geheel ten uitvoer,
maar de pen die hij in den hand had, legde
hij toch weg en wenkte met de band als
ten groet, zoodat de rookkolommen in een
zwaaiende beweging geraakten.
„God, ben jij hetWat een gebeurtenis i
Ja, waarmede kan ik mijnbeer den bonwraad
van dienst zijn.*
Er waa een valsche klank in die vriend
schappelijke begroeting. Reimar sneed hem
daarom scherp het woord af.
„Spaar me die gevoelsbetuigingonzeide
hij en toen Schmitz wederom den wijdsehen
titel van bouwraad gebruikte, klonk het
barsch,laat dien titel! Dat is afgedaan I"
„Maar gj zijt toch vast -
„Ik geef je dien heelcn rommel cadean
titel, betrekking, viel Beimar hem opgewon
den in de rede. „Ik ben ingenienr Beimar
verder niets. Als dieugene sta ik hier voor
je, begrepen 1"
Schmitz sloeg in de hoogste verwondering
de handen ineen.
„Hoe Gij hebt nwe betrekking neer
gelegd riep hij in slecht gehuichelde deel
name.
Langzaam trad Reimar nader en zag hem
scherp in de oogen.
„Die vraag is zonderling," zeide hij in
het begin spottend, maar vervolgens met
ieder woord scherper en heftiger wordend.
„Zonderling, daar gij mij er toch toe ge
dwongen hebt. Ik zon integendeel joa
wel een vraag willen stellen. Hoe noemt
gij het, wanneer men eeD particulieren brief
opzoekt, om hem tegen diengene te gebrui
ken, die hem eens geschreven heeft, en wat
heeft jou tot zulk een misbruik van ver
trouwen aanleiding gegeven f"
rief? Meent ge een brief, die—"
ohelary verbitterde Beimar nog
„Doe niet, alsof je het niet begrijpt. Je
weet zeer goed wat ik bedoel. Die brief is
aan jou gericht geweestgij zijt daarvoor
verantwoordelijk, wanneer hij in handen
kwam, waarvoor hij niet bestemd is ge
weest."
„O, ik geloof je te begrijpenIn ver
keerde handen zegt ge Maar hoe had ik
dat kunnen denken Er kan slechts van
dien eenen brief sprake zijn, dien Jenisch mij
heeft afgesmeekt."
„Och kom, nu begrijp ik alles," sprak
Reimar.
„En op grond van dien brief heeft men
voor zich. Hoe was het nauwkeurig het
evenbeeld der moeder Wanneer de blau
we oogjes van zijn Frits hem aankeken,
dan zou hij hare oogen zieD, zijn kuiltjes
in de wangen, het kleine moedervlekje in
den hals dat alles was zij zelve. Dat
had bij reeds in dien nacht gevoeld, toen
hij voor het eerst alleen ia huis was.
Toenmaals, iu die vreeselijke uren, waarin
de begeerte naar zelfvernietiging in hem
opsteeg, toen hij zijn hand naar den re
volver uitstrekre, toen had hij het
kind aan zijn borst gedrukt, urenlang
krampachtig omarmd gehoudeD, als weer
middel tegen die vreeselijke gedachte.
Het kind was zijne redding geweest.
Maar thans, nu hij voor de gedachte aan
zelfmoord niet meer bang behoefde te
zijD, zou zijn Fritsje juist te voorschijn
roepen, waarvoor hij ontstelde: haar beeld.
Hij zou het dagelijks, elk uur voor
zijn oogen hebben; het zou opnieuw in
zijn hart een plaats innemen, en wat dan
Hij haalde diep adem. Daar viel zijn
blik op den brief, welke voor hem lag.
Hij boog zich voorover en las de eerste
regelen. Daarna las hij het schrijven half
luid met bevende stem tot aan het laatste
woord. En terwijl hij las, was het hem
als stond zij zelve voor hem en sprak zij
datgene, wit hij in zichzelven mompel
de. Eu uit die woorden klonk iets,
wat hem buitengewoon aangreep, hoe
zeer hij zich daartegen ook verzette.
Het was de moederliefde welke nu eens
hartstochtelijk, dan weder teeder, Bmee-
kend en ook bezwerend, angstig in ver
warde, hartstochtelijk gebouwde zinnen
zich hier openbaarde. Wie had grooter
recht op het kiod vroeg hij. De wet
heeft het mij toegekend maar bestaat er
niet een hoogere gerechtigheid, welke an
ders zou oordeelen En hij dacht daar
over na. Daarbij ontviel de brief aan zij
ne hmd. Het hoofd viel op de borst ne
der.
Het eene uur na het andere verstreek.
Hij zat nog steeds onbeweeglijk in zijn
stoel. Daar werd de deur zijner kamer
geopend. Hij hief het hoofd op en keek
verward om zich heen. Zijne moeder was
binnengetreden.
ffGij hebt den geheelen nacht zoo ge
zeten vroeg zij getroffen.
„Ja", antwoordde hij, pijnlijk lachend,
„ik heb over allerlei dingen nagedacht,
en daarby een besluit genomen. Gij zult
Fritsje vandaag nog aan zijne moeder te
ruggeven. Het doet mij zeer leed, maar
ik kan niet anders. Ik zal mij ook
daaraan gewennen, eenzaam voort te leven.
De oude vrouw verliet stil de kamer.
Hij stond op, liep naar het venster en
staarde droomende naar den dichten ne
vel, iu welke de gasvlam op den hoek der
straat als een roodgeweend mensehenoog
gloeide
Een gescalpeerd meisje.
In een fabriek te Fünfkirchen had de
zer dagen een onzettend ongeluk plaats.
Een der arbeidsters, de 19-jarige Mariska
Csillag, stond vlak bij den drijfriem welke
in duizelingwekkende vaart zich gonzend
voortbewoog, en zij was juist bezig haar
hoofddoek vast te binden, toen de riem
den doek en de haarvlecht van het meisje
greep en in een oogenblik haar geheele
hoofdhuid benevens de wenkbrauwen en
de ooien wegrukte. Alleen de omstandig-
u onaangenaamheden berokkent Het is
ongehoord. Maar dat moogt ge u niet laten
welgevallen Zulke oude zonden geven nie
mand daartoe het recht- Dat is verbreking
van gerechtelijke vormenwij nemen dat
niet zoo gemakkelijk aan, ik zal dat zaakje
behandelen vriend, dat zal een ontzettend
schandaal geven. Wij protesleeren, wij pro-
cedeeren, wij verlangen rekenschap
„Ik verlang slechts rekenschap van jou I"
voegde Beimar den ander brutaal toe. „Met
jou schaudaalmaken ben ik Diet gediend.
Geef eerlijk en oprecht antwoord op mijn
vragen als je het tenminste nog kunt."
De laatste op eigenaardige toon gezegde
toevoeging, beleedigde dr. Schmitz in geen
enkel opzicht.
„Maar lieve hemel," riep hij, „wat beb
je toch eigenlijk met me voor. Yoor mij
had dien ouden brief volstrekt geene beteeke-
nis, ik heb bet niet eens meer gelezen tos-
vallig herinner ik hem mij, en daar zij perse
een autograaf van n wilde
„Och kom, een autograaf I Hoe be
lachelijk, wanneer het Diet te nietswaardig
ware."
„Ja wel, een autograaf, Waarom had ik
behoeven te aarzelen, het aan uwe verlooide
te geven P"
„Zij is nooit mjjne verloofde geweest en
wordt dat ook nooit."
„Wat ge zegt j"
Het moost een uitroep van verwondering
beteekenen, maar het klonk even hol, als
al hetgeen er tot dusverre door dien cy-
cischen mond was gezegd, zoodat Reimar den
ousoiiuid-aithangenden bult bij den schouder
vatte.
„Geef je geen moeite, mij te bedriegen.
Ook dat alles weet ge even nauwkeurig,
ja wellicht nog nauwkeuriger dan ik zelf.
Gij kendet het plannetje wel, dat men met
mijn brief op het oog had, bet is niet het
eenige geweest, dat het edele verbond te
gen mij heeft ten berde gebracht. De len-
gens, dat ik geld had verduisterd, komt nit
de zelfde bron. Wanneer ik getuigen had,
bij die handelwijze met Luckhorst over die
borgstelling, dan waart gij er een van."
„Ik, hoe kan
„Lieg nietl Gii hebt het voorgevallene
medo bijgewoond."
„Ik was niet do eenige getuige."
„Maar gij waart wel degene, die het naar
«w zin hebt uitgelegd. Van u gaat die ont-
eerende getuigenis uit."
„Gij bedient n van scherpe uitdruk
kingen."
„En ik zal mij van nog scherpore bedie
nen, om betgeen gij gedaan hebt, naar mijn
heid, dat de machine onmiddellijk tot staan
werd gebracht, voorkwam, dat niet het
lichaam van het meisje door het vliegwiel
werd vermorseld. Desniettegenstaande is
er weinig hoop, de ongelukkige arbeidster
in het leven te houden, daar zij behalve
aan de bekomen hevige verwonding, ook
nog aan hersenschudding lijdende is.
Mariska Csillag was de verzorgster ha
rer giijze moeder en harer jongere zusjes
en broertjes.
In Amerika is een proef
genomeD, in hoeveel tijd men van San
Francisco naar New-York kan rijden per
wiel. De afstand werd gereden, en
de tijd was dertien dagen en negen—en-
twintig minuten,
Een correspondent van
0 s t e n d e schrijft aan het Journal de
Liège een artikel over het brutale s p e-
1 e n, dat men aldaar in de besloten club
van de Kurzaal doet
#Te Monte-Carlo is de hoogste iDzet
9 napoleons op het nummer der roulette.
Hier gaaf men tot 300 franks, en men
heeft uitgerekend, dat één enkele coup on
geveer 200,000 fr. winst kan opbrengen.
„Op de trente et quarante is het ma
ximum 12,000 fr., maar meestal laten de
croupiers een bijvoegsel toe van 6000 fr.,
te wagen op één coup.
*Men moet er bijvoegen dat men te
Monte-Carlo speelt met goudte Ostende
neemt men jetons aan, wier waarde 6000
fr. beloopt, en zekere personen, bij de
Bank bekend, hebben nog een bijna
onbeperkt krediet.
j,Ik herinner mij gezien te hebben,
dat vier sptlers tegelijk het maximum
van 12000 fr. op eiken coup zetten, ter-
wyl te Monte-Carlo al de spelers der
roulette zouden zijn opgestaan en geroe
pen hebben „Een heer speelt het maxi
mum
Yerder zegt de correspondent dat
vrouwen het hevigste spelen te Ostende,
vooral de Engelsche en de Duitsche. Ook
de demi-monde levert een groot getal speel
sters. De groote Russische spelers komen
in September, de zalen worden te klein;
vele spelers vinden geen plaats om te zit
ten.
Dorstige parlementsle-
den. Volgens een officiéél bericht,"
hebben de leden van het Engelsche par
lement in het laatste zittingstijdperk zoo
ongeveer voor f24000 aan wijn verteerd
aan het buffet in het gebouw. Dat is
voor ieder lid zesmaal zooveel als gemid
deld een Engelschman voor alcoholische
dranken uitgeeft.
Voor enkele weken hebben de heeren
druk gedebatteerd over de middelen #Om
een einde te maken aan de verschrikkelij
ke vorderingen van het alcoholisme".
Misschien zijn ze daarvan dorstig ge
worden.
Een soldaat gehuwd met
een koningsdochter.
Het is geen sprookje uit Duizend en
Eén Nacht, maar een waar verhaal. Een
soldaat van het Duitsche leger in Zuid-
west-Afrika, is naar zijn land teruggekeerd,
in gezelschap van zijn bruid, die niemand
minder is dan de dochter van den kaffer
koning Witbooi. De jonge dame heeft,
volgens de Yoss, Ztg., een aangenaam ui
terlijk zij is het Duitsch reeds volkomen
zin te kunuen veraohten."
„Gij laat u door uwe ontstemming mede
slepen," zeide Schmitz met onbeschaamde
gelatenheid, die bjj altijd wist te bewaren,
wanneer er een vuurwerk ter zijner eere
werd afgestokenbij beschouwde zijn pijp
mot de grootste opmerkzaamheid en stopte
ze daarna met de meest mogelijke onver
schilligheid en begon bedaard
„De zaak kan men ook nit een ander
oogpunt beschouwen. Stellen wij het geval
eens, dat ik gedaan had, wat gij van mij
gelooft. Ik zeg, laat ons dat eeDs aanne
men konden dan geene hoogere beweegre
denen mij daartoe gevoerd hebben Welke
andere beweegredenen zonden mij daartoe
hebben kannen leiden Nijd? Gij stondt
mij niet in den weg, Mat en voordeel kon
ik van uw val nooit krijgen. Dus
Hoogere beweegredenen enkel en alleen 1
In 't eerst medelijden met uJa wel me
delijden 1 Gij waart zwak en afvallig ge
worden, ge waart op weg uw verstand te
verstempen, uw helderen blik te verliezen.
Eigenlijk giug het mij niets aan, maar toch
ik ben nu eenmaal zoo heeft het mjj
de ziel week doen worden. Er nit met
hem, uit het moeras, zeide ik tot mijzelf;
het is een groote vriendschapsdienst die ik
hem daarmede bewijsb1 verkrijgt men
daarmede eonigzins vuile handen, dat hin
dert nietHet is een offer, dat m8n den
vriend, dat men der zaak die men voorstaat,
volgaarne brengthet loon daarvoor, is het
bewustzijn, dat men beiden daarmede ge
diend heeft. Ziet ge, zoo denkt een on
baatzuchtig metisch en handelt zoo, op het
gevaar af miskent en beleedigd te worden.
Op dank maak ik geen aanspraak; mij is
het gevolg alleen Toldoende en dat is nn
daar. Na hebt gij het beleefd, hebt het
ervaren, hoe het bij nwe lieve aristocraten
is, tot wie ge zoo heimelijk zijt overgeloo-
pennu hebt gij ze in nwe nabijheid ge-
bad en naar waarde kunnen leeren beoor-
deelen. Gij bebt kennis kunnen maken met
de edele gevoelens, die daar worden voor-
gostaangij hebt n kunuen spiegelen aan
hunne protectie, rechtsverkrachting, men-
schenverachting en trouweloosheid. Gij hebt
hen volop leeren kenDen en hebt er nu
meen ik, voldoende genoeg van. En juist
zoo is het goed, zoo is het moeten worden.
Wanneer ik n goed begrepen heb, hebt gij
ben alles voor de voeten geworpen, hebt
gij gebroken met dat addergebroed, zijt go
weder vrij en onafhankelijk, ontgoocheld
van alle illussiën en zooals van zelf spreekt
verbitterd en met haat vervuld. Ziet ge, dat
is bet ware, dat doet mij goed, nu zijt ge
machtig, en heeft zich ook de Duitsche
gewoonten eigen gemaakt. Het huwelijk
zal binnenkort worden voltrokken in de
geboorteplaats van den bruidegom in
Oost-Friesland.
Bij Weenen werd giste-
ren een machinist plotseling waanzinnig
a<i reed met zijn locomotief en tender opeen
andere stilstaande locomotief aan. Hij ver
loor daarbij het levende stoker, die
vergeefs getracht had, hem tegen te hou
den, werd gelukkig niet zwaar gekwetst.
Een liefhebber van lezen.'
Iemand gaf eens op de volgende wijze
zijn meening te kennen over de waarde
van een boek. Is het in kalfsleer gebon
den, dan is het goed om er je scheermes
op aan te zetten. Is het dik, dan past
het op een stoel, om een kind wat beter bij
de tafel te doen komen. Is het in een
omslag dat gesloten kan worden, dan kan
het worden gebruikt om er een hond meê
te gooien. Is het dun en smal, dan kan
het voor een gebroken ruit worden gezet
en is het van iemand anders, dan kan
het met succes gebezigd worden om on
der een raam te zstten, waarvan het te
genwicht gebroken is.
Nabij Londen heeft een
groote vergadering van dokwerkers plaats
gehad, ter beslissing, welke houding men
zal aannemeD, indien de werkgevers weige
ren de, eischen der internationale federa
tie in te willigen. Medegedeeld werd, dat
34 syndicaten zich bij de beweging heb
ben aangesloten en dat uit de voornaam
ste havens dei Vereenigde Staten aanvra
gen zijn ingekomen omtrent het doel der
beweging, met het oog op aansluiting.
Naar schatting omvat de federatie op het
oogenblik 1,750,000 personen.
Een nieuw drinkgeld.
Een fabrikant te Gladbach heeft een
aardig middel bedacht om zijn werklieden
van het drinken af te houden. Elk werk
man boven 16 jaren, die zich geheel ont
houdt van sterken drank, ontvangt per
maand één mark extra. En de conti 61e be
staat eenvoudig hierin, dat de werkman op
den laatste van elke maand een briefje on
derteekent van den volgenden inhoud
jlk, ondergeteekende verklaar op mijn
woord van eer, dat ik in de afgeloopen
maand geen brandewijn, bitter enz., noch
eenige andere gestookte drank heb ge
bruikt." Deze briefjes worden in een bus
geworpen en nagezien door den fabrikant,
den meesterknecht en twee werklieden-
Het middel wordt reeds eenige jaren
toegepast en moet uitstekend werken.
Eene nuttige groente.
Onder deze moet gerangschikt worden
de selderij, waarvan een Eugelsch blad
het volgende meldt
„Ik heb vele personen gekend, die ter
oorzake van de eene of andere reden aan
zenuwzwakte leden, en die herstelden door
bet matig, dagelijksch gebruik van sel
derij-stengels.
Ter bereiking van hetzelfde doel kan
men ook den selderij-kcol of-wortel ge
bruiken.
Bij de avond-boterham worden door
de handwerklieden in Engeland veel sel
derij-stengels met een weinig zout ge
bruikt.
voor eeuwig, waar ik u hebben wilde. Zoo
kunnen wij u gebruiken. Mot menschen-
liefde en illusie komen wij niet ver, dat
zijn factoren die in onze wereld onnnt zijn.
Wy hebben mannen noodig van wetenschap
en talent, maar die gewond zyn, tot den
dood toe, zooals gij. Nu zyt gij eerst goed
voorbereid. Nu zijt gij geheel de onzeEn
ge zyt van barte welkom, wij nemen n met
open armen in ons midden op.*
Met een soort van stomme verwondering
had Reimar dit gebraak aangeboord, nu
evenwel was hy niet meer in staat zich in
te honden.
„En met dit gemeene gezwets, meent ge
mij een rad voor de oogen te kannen
draaien riep bij. „Geen woord geloof ik
ervan hebt gjj dat zelf zoo gecombineerd,
dan komt uwe rekening valsch en verkeerd
uit i"
Bedachtzaam stootte Schmitz zijn pijp nit,
draaide het nicotine-balletje eraf en liet het
bruine vocht op den grond druipen.
„Kom, wees verstandig," voer hy den an
der listig toe„uw val is prachtig geschikt
tot een geruchtmakende reclame. Sta naast
ons en wreek n op dit immoreele soort."
„Aan uwe zyde Neen l" luidde het ver
achtelijke antwoord. „Daarvoor ben ik niet
hier gekomen."
„Waarvoor dan
„Om jou toe to dienen wat je bolooning
is," antwoordde Reimar, onwillekeurig het
lange pijpenroer dat op tafel lag, grijpende.
De bedreigde sprong bliksemsnel op en
week tot naar, de bij het venster staande
kast terug; we! een bowijs, dat bij niot zoo
bedaard en onverschillig was, als hij wel
wilde doen voorkomen.
„Ik maak er u opmerkzaam op, dat hand-
tastelykhedea
„Om u te zeggen," vervolgde Reimar,
zonder acht te slaan op hetgeen hij ant
woordde „wat ge in mijne oogen zijteen
bloedzuiger, een leugenaar, een bedriegor
Deze woorden raakten den ander evenwel
de koude kleeren niet, maar lokten hem een
spottend lachje om de lippen.
„Gij kont van geluk spreken," zeide hij,
„dat er geene getuigen aanwezig zyn. An
ders zou ik genoodzaakt zyn, trots onze
oude vriendschap, u een proces van beleedi-
ging aan te doen."
,,Ea onder vier oogen gevoelt gy uw eer
niet beleedigd
Schmitz baalde de schouders op. Over
dergelijke oordeelvellingen bekommer ik mij
heel weinig," antwoordde hij kalmpjes en
bedaard grynzeud. En rookte weer bedaard
verder- WORDT VERVOLGD.