worden, uit te kijken. "Waar tot heden het rijk f30,000 subsidie gaf voor de paardenfokkerij, is onze Minister nu be reid zelfs f 50000.op de begrooting daarvoor uit te trekken, doch treedt nu op met den eisch der reglementeering. De provincie, die zich daaraan niet on derwerpt, zal derhalve de rijkssubsidie moeten missen; hetgeen toch ook weder zou moeten worden betreurd. De heer Jn. Zijp Kz. acht het belang der paardenfokkerij hoog, verklaart een voorstander te zijn van de persoonlijke vrijheid, beweert dat Paarden-Stamboek met de hem ten dienste staande midde len zeer gewoekerd heeft, doch nu de Regeering drang uitoefent, meent Spr. dat men niet uit het oog moet verliezen den krachtigen steun, welken de reg. wil geven en zou Spr. niet gaarne advisee- ren, niet met de regeering mede te gaan. Worden wij gedwongen, een reglement te maken voor de Paardenkeuring in N.-Holl., dan is Spr., als lid der Prov. Stgenegen te zwichten voor den eisch der regeering. De heer N. Loder betreurt het, dat van hooger hand in deze zaak de teugels worden overgenomen. Spr. acht zulks zeer ten schade van de vrijheid en wel vaart van het land. Iets anders is bet, wanneer van hooger hand er op wordt aangedrongen, de gebreken uit de fokke rij te verwijderen. Maar waar de regee ring de paardenfokkerij gaat reglemen teeren, vreest Spr. dat zij dan ook de fokrichting zal bepalen en niet het indi vidu vrijlaat in welke richting hij wil werken. Spr. meent het geraden, alleen te ad- viseeren tot wering van fokdieren met erfelijke gebreken. De heer J. Breebaart Kz. gelooft niet dat het de bedoeling der Regeering is, in de fokrichting invloed uit te oefenen, wel het uitroeien der erfelijke gebreken. Maar dat doel wordt reeds door het Paardenstamboek nagestreefd, en zelfs op nog krachtiger wijze, dan door het rijk wordt vooropgezet. Spr. meent, dat het daarom beter ware, indien het Rijk ons in nog meerderen mate steunt, waardoor dan onze "Vereen, wel meer invloed zal uitoefenen. De heer P. v. Foreest acht die rijks- reglementeering in strijd met den Noord- Hollandschen vrijheidszin; maar ze is ook werkelijk niet noodig. De wijze op welke het Paarden-Stamboek werkt, is daar voor ten bewijs. Reeds nu, dank zij den steun van Rijk en Prov., nu het Stam boek goede hengsten stationneert, doet zich allerwege het verschijnsel voor, dat de eigenaars van fokmerries, hunne die ren brengen naar de gestationneerde heng sten. Spr. zou het betreuren, als elke hengst gekeurd moest worden, en men niet een hengst ter beschikking zou mogen stellen, die niet bij die keuring had vol daan. Yooral in onze prov. waar de paardenfokkerij nog op een lage trap van ontwikkeling staat, zou zoo'n be paling slecht werken. Hoeveel landbou wers zijn er, die een paard hebben, dat weikt en nog veulen kan Maar ook zou die reglementeering de landbouwers noodzaken, met hunne fokmerries groote reizen te maken en groote dekkosten te betalen. "Werkelijk, er zullen nog heel wat paarden zijn, die aardig voordeel opleveren bij de fokkerij, doch door de Commissie wel niet goedgekeurd zou den worden. De heer D. Breebaart Kz. merkt op dat de Prov. Staten pogingen hebben aangewend, om goede hengsten te sta- tionneeren, doch wij weten ook dat het stationneeren van hengsten veel geld kost en dat boven onze krachten gaat. Ru heeft Spr. in het L. W. gelezen, dat de Minister van plan schijnt in het buitenland hengst-veulens te koopen, ze hier te fokken en te stationneeren. Maar dat is een ding voor de verre toekomst Spr. zou liever willen dat de regeering hengsten stationneert, van wie men weet dat ze zeker goed zijn. En dan die ge dwongen keuring niet invoert. Als het rijk zorgt voor geschikte hengsten, dan helpt de reg. ons, daar waar wij ons zeiven niet kunnen helpen. De heer J. Breebaart Kz. acht dat evenwel nog minder gewenscht, want dan worden wij in onze paardenfokkerij nog meer in onze vrijheid beknot. Wij weten toch, hoe moeilijk het is, om goe de hengsten te krijgen, zelfs in het bui tenland. De keuringscommissiën worden uitgezonden om goede hengsten te koo pen en ze komen onverrichter zake te rug. Wij zelf trachten reeds naar, verbetering van ons paardenras en be hoeven door de regeering niet meer aan banden gelegd. De Regeering moest de subsidie zoo gelijk mogelijk over de Pro vinciën verdeelen en de prov. moet de commissie zooveel mogelijk vrijheid van handelen laten. Het schijnt waar, dat de Min. van Oorlog 20 veulens bij boeren wil beste den, ze daar wil laten opgroeien tot 3 en 4 -jarige hengsten en dan zien, wat er van komt. Nu, wij weten het bij ondervinding, als er later van die twin tig 3 4 blijken goed te zijn, is men niet ongelukkig. Maar zoo'n proef kost toch te veel geld. De heer J. L. 2. Groneman, meent dat als de Reg. een hengst stationneert op zekere plaats, wij wel eens een hengst van een onbegeerd ras konden krijgen Spr. zou de keuring der heng sten willen laten aan de fokkers; de re geering bepale zich tot het geven van subsidie. De heer N. Loder is bang voor dezen eersten stap op den weg van Staats-re- glementeering. Do heer J. Zijp Kz., merkt op dat als de Reg. verlangt, dat Prov. Staten een reglement maken voor de paarden fokkerij, de prov. dat slechts heeft te doen, maar dan tevreden mag zijn met de omstandigheid, dat zij zeiven dat re glement mogen ontwerpen naar eigen inzicht. Zij zullen dat dan kunnen doen in de richting als het Paarden stamboek aangeeft. Spr. gelooft niet dat, nu de subsi- diën voor de hengstenkeuringen zoo hoog zijn, voor de fokkers het dekgold nog hoog kan worden. Door den heer Baron E r i c u swordt ter sprake gebracht de bewering,dat in ons land niet genoeg paarden voor het leger worden gefokt.Toen is ook beweerd, dat de Remonte-Commissie ze niet in ons land wil koopen en in het buitenland veel slechter paarden koopen. Als een soort antwoord op die beschuldiging is onlangs op de tentoonstelling te Edam door de Regeering geparadeerd met paar den van het leger, om aan de land bouwers te doen zien, wat zij wil. Eenige weken geleden was Spr. in Groningen, en vernam dat [door de Landb. Yereen. aldaar, bij tijds aan de Regeering verzocht was, dat een of meer harer keurings-commissie-leden op de vergad. zou komen om daar aan te toonen welke paarden de Reg. verlangt en de paarden te toonen. Maar wat ge schiedde Tot groote verbittering dier Gronin gers ontving men het bericht, dat de keurings-commissie den vorigen dag juist naar Ierland was gegaan om paar den te koopen. Daarmede geven die paardenartsen te kennen, dat onze paar den geen goede paarden zijn. De heer P. v. Foreest merkt op, dat de goede paarden, hier gefokt, te hoog in prijs zijn. Voor onze boeren is het gewenscht, dat zij niet aan de remonte commissie verkoopen; want dan maken zij veel beter prijzen. De heer Baron beweert, dat men in Gronigen een 60-tal goede paarden heeft aangeboden aan de Remonte-Commissie tegen nog lager prijzen en toch kocht men ze niet en wilde men ook niet eens de reden opgeven, waarom men niet kocht. Er zijn in Groningen genoeg paarden, goed voor de commissie, die men voor geschikten prijs wel wil geven. De heer J. Breebaart Kz. meent dat het onverklaarbare hierin schuilt, dat de Remonte in het buitenland paarden van 2de en 3de qualiteit betrekt, doch dat onze 2e en 3e qualiteitspaarden daaren tegen wel wat betreft den prijs, doch niet wat betreft de eigenschappen, voor de Remonte geschikt zijn. De heer Baron merkt op, dat de prijs voor de paarden, in Ierland gekocht, verhoogd moet worden met de transport kosten en de reiskosten der commissie. Telt men dat bij elkaar, dan kon men ze hier ook wel koopen. De heer J. L. 1. Groneman gelooft het moeilijk voor niet-deskundigen, deze zaak te beoordeelen. Voor het aankoo- pen in het buitenland schijnt toch een voorname factor te zijn, dat ze daar goed- kooper zijn. Spr. herinnert zich nog, hoe hij zelf verleden jaar te Schagen, een 4-jarige ruin aanbracht. De overste Rappard, lid der Remonte-Commissie, keurde dat paard goed. Maar de prijs welken Spr. bedong, was te hoog. Spr. heeft toen dat paard aan de franschen verkocht voor f 700.De Commissie bood niet meer dan f 500.Spr. neemt aan, dat men voor de remonte in het buitenland goedkooper terecht kan. Spr. was ook te Edam op de tentoon stelling, toen aldaar de paarden van het leger werden getoond. Er waren toen 3 Ministers aanwezig en Spr. stond bij toeval achter hen en hoorde hoe Min. v. Houten vroeg„van waar komen die paarden Antwoord „het zijn Gronin gers." Daarop zeide de Min. v. Houten „dat doet me pleizier te hooren, dat het paarden uit ons land zijn." Men ziet daaruit, merkt Spr. op, dat men onze paarden wel wil, maar dat de prijs de kwestie is. Voorz., de heer P. v. Foreest, mee- nende, dat de aan de orde gebrachte onderwerpen nu voldoende besproken waren, deelt mede, bericht te hebben ontvangen, dat de diner-tafel stond aan gerecht, weshalve hij deze vergad. sloot en belangstellende leden uitnoodigde de herdenking van het 25-jarig bestaan van Holl. Noorderkwartier aan den feestdisch gezamenlijk voort te zetten. Nog zij vermeld dat van den heer "Waldeck telegrafisch feestgroet was toe gezonden; ook de Enkhuizer Courant, niet ter vergad. tegenwoordig, zond een telegram van gelukwensch. Aan het diner namen een veertigtal leden deel. Ook hier heerschte een ge zellige toon en vond men gelegenheid, hulde te brengen aan zoovele mannen van Holl. Noorderwartier, die door hun onvermoeid en krachtig arbeiden aan de bevordering van de belangen van den landbouw Holl. Noorderkwartier hebben gemaakt tot de Vereeniging, die, het mag zonder overdrijving gezegd wor den, voor den Landbouw van onze prov. en ons land, oene der voornaam ste is. Nog zij vermeld, dat bij den aanvang van het diner een telegram vanHulde werd gezonden aan H. M. de Koningin-Regentes waarop het antwoord van dankbetuiging nog tijdens het diner mocht worden ont vangen. Ton slotte maken wij nog van deze gelegenheid gebruik, om melding te ma ken van en door de heer Foreest gedane mededeeling, betreffende een der voor naamste belangrijke landbouw-vraagstuk- ken van den dag. Ingevolge vroeger besluit der vergad. is door het Eostuur van Holl. Noorder kwartier, overgegaan tot de samenstel ling van 5 Pacht-Commissiën onder toezicht van een algemeen bestuur, waarbij de heer J. L. T. Groneman tot algemeen voorzitter en de heer P. Buis Jztot algemeen Secretaris-pen ningmeester werden benoemd en door welke heeren ook die benoemingen wa ren aangenomen. Ten tweede werd als hoogst belang rijk medegedeeld, dat ter zake der in richting van een bactereologisch station te Hoorn, bij de regeering wordt aange drongen op de stichting van een labora torium en de toekenning van een jaar- lijksche subsidie, terwijl het bestuur van Hollands Noorderkwartier toezegging deed van de stichting en beheer eener proef-zuivelboerderij. Mocht dit plan verwezenlijkt worden, dan zou dit voor onze landbouw-zuivel- bereiding een zeer belangrijke schrede voorwaarts zijn. Onder diegenen die het woord voer den, bevond zich ook de ruim zes-en- tachtig-jarigen heer K. Breebaarteen der oprichters der vereeniging. Marktberichten. _l___ SCHAGEN, 24 SEPT. 1896. Aangev. 10 Paarden f 50.a 160. Veulens a Oasen a 5 Stieren 9 50.— a 125.— 35 Geldekoeien(magere] 9 100.— a 150.- 22 Vette Koeien 160. a 220.— 12 Kalfkoeien 160. a 200.— 6 Vaarzen 60. a 90.— Graskalveren 9 a 8 Nuchtere Kalveren 8.— n 22!— 288 Schapen magere 9 10.- a 14.50 90 Idem, vette 9 17.— a 22.- 130 Lammeren 9 9.- a 17.- Bokken en Geiten 9 a 20 Varkens (magere) 9 8.— a 11.'— 16 Idem(vette) per K.G. 9 —.34 a —.40 80 Biggen 9 3.— a 7.— 40 Konijnen 9 —.10 a —.75 60 Kippen -.15 a 1.25 40 Eenden 9 -.30 a -.60 Duiven J» a 300 Kilogr. Boter 9 1.10 a 1.20 200 Kaas 3000 Kipeiereu 9 .25 a —.35 9 3.25 a 3.75 800 Eoadeieren 9 3.40 a 3.50 Snelpersdruk van J. Wikkel te Schagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 6