Mi NlülS-,
Muiüitiï- LiiiliiTlla
LAAT VERZOEND.
LOTING
en Biiwiel
Zondag 4 OctoTosr 189S.
40ste Jaargang No. 3139.
Nieuw Feuilleton.
Nationale Militie.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a 1 e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN een dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL
Bureau: SCH1GËIV» liaan, D 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60*
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit Nummer behoort
een Bijvoegsel.
In dit nummer is een
GemeenteSchagen.
Bekendmakingen.
Gorrit Bisr, komende van Amster
dam en Arie d.0 Jong, verlofgangers der
lichting 1894, ingedeeld bij het 4e Regi-
ment Vestingartillerie, beiden alhier woon
achtig, worden in hun belang aangemaand,
zich ten spoedigste ter gemeente-secretarie
alhier te vervoegen.
Binnenlandscli Nieuws»
COURANT.
aanvang gemaakt met het nieuwe
Feuilleton, getiteld:
Vertaald uit het Engelseh van Hlla
Wald.
Een Engelseh edelman had voor onge
veer honderd jaar tegenover een onschul
dige, jonge vrouw zijne wettige echt-
genoote een groot onrecht begaaD, doordat
hij haar verloochende en haar en hare
kinderen aan den nood prijs gat. Tientallen
van jaren verliepen en de bewerker van
dit groote onrecht, was reeds lang bij
zijne vaderen begraven geworden, zonder
dat zijn euveldaad verzoeud was. Eerst zijn
achterkleindochter, wier romantische levens
loop de stof voor deze hoogst interessante
geschiedenis uitmaakt, brengt de schuld
van haar overgrootvader aan het licht en
verkrijgt haar rechtmatig erfdeel. De
aard en de manier, waarop deze late verzoe
ning plaats grijpt, is in aangrijpende
ei\ ingewikkelde scènes geschetst, en de
handelende personen van dit verhaal, zijn
naar waarheid geteekend, zoodat wij over
tuigd zijn, met dit nieuwe feuilleton den
grootsten bijval onzer lezers te zullen ver
werven.
Eed.
vader, moeder of voogd
Burgemeester en Wethouders der ge
meente SCHAGEN
Brengen, ter voldoening aan het tweede
gedeelte van Art. 28 der Wet op de Na
tionale Militie van den I9den Augustus
1861 (Staatsblad No. 72), voor de eerste
maal ter kennis van de belanghebbenden,
dat de loting van de in 1896 voor de
Nationale Militie ingeschrevenen, overeen
komstig de ontvangene aanschrijving van
Zijne Excellentie den Heer Commissaris
dezer Provincie, dato 2 September 1896,
No. 8/2231 M. S., zal plaats hebben op
den 24en October a.s. des namid
dags 1 ure, ten R a a d h u i z e de
zer gemeente en worden zij, welke
daaraan moeten deelnemen gelast, om op
den bepaalden tijd aldaar, tot dat einde
aanwezig te zijn, of, bij verhindering, zich
aldaar door hun
te doen vertegenwoordigen
Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34
van gemelde Wet, dadelijk na de trek
king van het Nummer, de redenen van
vrijstelling, welke de Ingeschrevene mocht
hebbeD, moeten worden opgegeven.
Indien hij vermeent, vrijstelling te
kunnen erlangen wegens BROEDER-
DIENST of op grond van te zijn
EENIGE WETTIGE ZOON, zal hij op
Dinsdag den 27 October des voormiddags
ten 10 ure, in het Gemeentehuis moeten
verschijnen, vergezeld van twee bij den
Burgemeester bekende en ter goeder naam
en faam slaande meerderjarige ingezetenen,
die de vereischte getuigenis kunnen af
leggen en het aldaar op te maken getuig
schrift onderteekenen. Wanneer hij aan
spraak maakt op vrijstelling wegens
BROEDERDIENST, zal hij mede voor
zien moeten zijn van zijne geboorte-acte
en van de geboorte-acten van al zijne nog
in leven zijnde broeders, alsmede van de
zakboekjes of paspoorten van gediend heb
bende broeders.
Bij overlegging van laatstgenoemde stuk
ken zullen door den Burgemeester bij den
Kommandanl van het korps, waarbij zijn
broeders dienen of gediend hebben, wor
den aangevraagd de bewijzen van werkelij-
ken dienst of een uittreksel uit het Stam
boek.
Schagen, den 25 September 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
der gemeente SCHAGEN
Brengen naar aanleiding van art. 203,
alinea 3 der Wet van 29 Juni 1851,
(staatsblad No. 85) ter openbare kennis,
dat de Begrooting der plaatselijke inkom
sten en uitgaven voor 1897, zoo als zij
aan den Raad der gemeente is aangebe
den, op de Secretarie der gemeente voor
een ieder ter lezing is nedergelegd tot en
met den 14en October a.s. en dat een
ieder daarvan, tegen betaling der kosten,
een afschrift zal kunnen bekomen.
Schagen, den 30 September 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
der Gemeente SCHAGEN, brengt bij deze
ter kennis van de ingezetenen dier ge
meente dat het Kohier No. 2 voor de
Belasting op Bedrijfs- en andere inkom
sten op den 26 September j.1. door den
Heer Directeur der Directe Belastingen
te Amsterdam, is executoir verklaard en
op heden aan den Heer Ontvanger der
directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang
heeft wordt alzoo vermaand op de voldoe
ning van zijnen aanslag behoorlijk acht
te geven, teneinde alle gerechtelijke ver
volgingen welke uit nalatigheid zouden
voortvloeien, te ontgaan.
Schagen, den 30 September 1896.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd,
S. BERMAN.
Alvorens nader op de regeling derge-
meente-financiën in te gaan, hebben wij
ons bezig te houden met een drietal an
dere ontwerpen van den Minister van
Financiën, wien men werkzaamheid
niet ontzeggen kan, ontwerpen, die
waarschijnlijk veeleer tot afdoening zul
len komen dan dat betreffende de ge-
meente-financiën, dat met al zijn strijd
vragen en verschilpunten wel niet zoo
heel vlot van stapel zal loopen.
Personeel en rijwielen hoe komen
die twee bij elkaar, zal men vragen? Ja,
het is zeker niet ten pleiziere van de
wielrijders, dat de» Tweede Kamer tus-
schen die twee zaken een vroeger niet
bestaand verband heeft gelegd. En als
de Minister van Financiën dat verband
nu weer losmaakt, doet hij dit zeker niet
op de door de wielrijders gewenschte
wijze.
Bij de behandeling van het Personeel
dan heeft men gevolg gegeven aan veler
verlangen, om de rijwielen tot een voor
werp van belasting te maken men heeft
ze als een „grondslag" in het Personeel
opgenomen. Dat was gauw genoeg ge
beurd maar de wijze, waarop het ge
schiedde, was niet zeer doelmatig, en,
nu de Minister er zicli toe zette om aan
dat als het ware schetsmatig aangegeven
denkbeeld vasten vorm te geven, stuit
te hij op allerlei bezwaren, die hem de
den besluiten het rijwiel als grondslag
van het Personeel over boord te wer
pen en er een afzonderlijke belasting
van te maken. Doch, de grondslag is
eenmaal in het Personeel opgenomen en
moet er dus weer uit. En daar de Mi
nister zijn Personeel met 1 Januari a s.
wil invoeren, moest hij wel te gelijk
met het voorstel daartoe, een ontwerp
indienen om de aangenomen wet in den
aangegeven zin te wijzigen en te gelijk
een nieuwe wet ter belasting van het rij
wiel aanbieden. En daar liij beloofd had
te voorzien in de bezwaren, die voor de
gemeenten in den beginne zouden voort
vloeien uit de invoering van het nieuwe
Personeel, moest dit ontwerp nu ook ko
men. Ziedaar, waarom die drie ontwer
pen, zoowat als één gerecht op de parle
mentaire spijslijst staan genoteerd.
zeggen. Dat de Minister de invoering
van het Personeel op 1 Januari a. s.
voorstelt, ligt in den aard der zaak. "Wij
kunnen geen enkele reden bedenken,
waarom hij het niet zou gedaan heb
ben. De reden waarom men destijds de
invoering uitstelde, stond in verband
met de kieswet, en met de wijzi
ging der gemeente-financiën. De kieswet
is aangenomen en de regeling der ge
meente-financiën is voorgesteld. Nog wel
niet behandeld, maar men kan nu toch
het verband, dat de Minister zich ge
dacht heeft, behoorlijk overzien, en zoo ziet
men ook dat het nieuwe Personeel in
werking moet zijn, alvorens de door den
Minister voorgedragen regeling der ge
meente-financiën in werking kan treden,
en dat dus uitstel van het eene al heel
licht ook weer vertraging voor het an
dere zou kunnen te weeg brengen.
Als nu echter met 1 Januari a. s.
de wet wordt ingevoerd, dan zal het
nog wel een maand of wat duren, eer
de kohieren zijn opgemaakt en de ge
meentebesturen dus weten, hoeveel de
hoofdsom der nieuwe belasting in hunne
gemeenten bedraagt. Dat bedrag moe
ten zij evenwel kennen, om te kunnen
uitmaken hoeveel opeenten zij van het
nieuwe Personeel heften moeten, om
evenveel te krijgen als bij hun tegen
woordige opcenten voor het oude. Stel,
dat in eene gemeente de opbrengst van
het oude Personeel in hoofdsom is
f 1000.en door de nieuwe regeling
daalt tot f 800.Als zij nu van het
oude Personeel 40 opcenten heft,
brengt haar dat f 400. op, en wil
zij van het nieuwe Personeel hetzelfde
hebben, dan moet zij 50 opcenten hef
fen. Zoodra dus de opbrengst van het
nieuwe Personeel bekend is, kan die
zaak best in orde komenmaar vóór
1897 weet men dat nog niet en, als
men het verneemt, kan men ook nog
niet zoo dadelijk de bestaande verorde
ning wijzigen. Daarom zegt de Minis
ter hef voor dat jaar nog maar 40
opcenten. Dan ontvangt ge maar 320.—
in plaats van f 400maar f 80.
die u ontbreken, zal ik er uit 's Rijks
schatkist wel bij leggen. Dat is met
verandering der cijfers natuurlijk voor
iedere gemeente in 't bijzonder, de
strekking van 's Ministers tweede voor
stel, tot welks aanneming na deze uit
eenzetting wel niet veel aanbeveling
zal noodig geacht worden.
Over twee ervan zullen wij niet veel
Met de rijwielbelasting is het anders.
Wij zullen ons nu maar niet verdiepen
in de vraag, waarom men een rijwiel
een geschikt voorwerp vindt om er ee
ne belasting op te leggen. De omstan
digheid, dat de Minister, die geen kans
ziet, het in het Personeel te passen,
nu voor de afzonderlijke belasting de
leer verkondigtmen betaalt „voor
het komen met een wiel op den
openbaren weg", is bewijs genoeg dat
er geen eigenlijke grond voor te vinden
is, want waarom men met een wiel wel en
anders niet op den openbaren weg be
lastingschuldig wordt, zal wel niemand
oplossen. Maar, daar nu eenmaal tot het
belasten besloten is, zien wij er ook geen
heil in, er tegen te gaan redeneeren.
Doch dat is nu ook weer geen reden om
het ding zoo uit de hoogte te behande
len, als de Minister dat doet. Heeft hij
voor de berekening van de uitkeering
aan de gemeenten een methode uitgevon
den die aan ingewikkeldheid niets te
wenschen overlaat, hier overdrijft
hij den eenvoud. Zijn stelsel komt toch
hierop neerieder die met een rijwiel
op den weg komt, 't zij hij er op
zit, er naast loope, of er mee stil sta,
moet gedekt zijn door een kaart, die
hij voor f3.bekomen kan.
Als dat nu streng doorgevoerd ware,
zou dit het toezicht zeer vergemakkelij
ken. Maar dat is zoo niet behalve
militairen en politie-agenten, zijn ook an
deren die „in dienst rijden" en kinderen
beneden 12 jaren vrij van het hebben
van een kaart, en de beambten, met het
toezicht belast, zijn dus verplicht, als
iemand geen kaart vertoonen kan, te on
derzoeken of hij wel tot vertooning er
van verplicht is. Die moeilijkheid is
gemakkelijk weg te nemen door de al
dus vrijgestelden, evenals bedienden van
winkeliers en werklieden die 3 kilome
ters of meer afstand hebben af te leg
gen van hun woning naar hun werk, en
die de kaart kosteloos kunnen bekomen,
te verplichten een kaart te vertoonen,
inhoudende dat en waarom zij vrij zijn.
Die werklieden met hun kostelooze
kaarten, verstoren, evenals degenen die
na 30 Juni een kaart aanvragen, den
eenvoud voorde administratie. Ook deze
wordt dus reeds verplicht onderscheidin
gen te maken en er is dus hoegenaamd
geen reden, waarom men in deze niet
nog een stapje verder zal gaan, door
niet alleen hen voor wie het „wielrijden
een pure liefhebberij is, wat meer te
laten betalen, en zoo het beginsel van
belasting naar draagkracht althans eenigs-
zins tot zijn recht te doen komen, maar
vooral door aan het beginsel dat aan
de werkmanskaarten ten grondslag
ligt een ruimere toepassing te geven.
Wij loopen niet bard weg met de
wielersport in baar overdreven uitingen.
Maar dit maakt ons niet blind voor ee
ne andere zijde van de zaak. Wij zien
in bet rijwiel een middel van verkeer
dat door zijn snelheid, door gemak in
het gebruik, door zijn betrekkelijke goed
koopte, geheel past voor de behoefte van
onzen tijd. Nu nog is het woord aan de
weelde en de sport. De wielen moeten
mooi zijn en een razende snelheid moge
lijk maken. Yoor die eischen hebben de
fabrikanten nu alleen nog oog en oor.
Doch wanneer hun aandacht valt op de ei
schen van het gewoon verkeer voor het
praktische leven, dan zullen er, naar wij
verwachten, wielen gemaakt worden die,
voldoende aan deze eischen, door hun
prijs meer in veler bereik komen. En
dan kunnen zij van veel nut zijn, voor
menschen, die uit kleine plaatsen de na
burige groote stad moeten bezoeken,
voor hen, die ter uitoefening hunner za
ken, groote afstanden moeten afleggen,
voor kinderen, die uit kleine plaatsen
de in grootere s gevestigde onder wijs-in
richtingen moeten bezoeken, voor nering
doenden en nij veren wier arbeidsveld
zich over een groot gebied uitstrekt,
voor opzichters, boden, kortom voor
personen die het wiel alles behalve voor
hun genoegen en zeker niet voor hun
genoegen alléén houden. Het is moei
lijk te voorspellen tot welke ontwikke-
liug het gebruik van het rijwiel komen
kan, als de rijwielnijverheid zich er op
gaat toeleggen, om in de behoefte aan
snelle en gemakkelijke verplaatsing, die
een kenmerk is van onzen tijd, te voor
zien.
En dan zullen er onder degenen die
daarvan gebruik maken, velen zijn, voor
wie een driegulden weinig om het lijf
heeft, maar veel meer voor wie dit een
heele schat is, die zij moeielijk kunnen
missen en voor wie of kosteloos, öf voor
minder prijs kaarten dienen te worden
beschikbaar gesteld.
Behalve deze bedenking is er nog ee
ne, wel van minder beteekenis, maar
niet zonder waarde. Men kan slechts
kaarten bekomen voor een jaar, of voor
bet laatste halfjaar. Waarom ook niet
voor kortere termijnen Desnoods dan
tegen iets hooger tarief P Dit is noodig al
ware het alleen terwille van vreemde
lingen, die hier uitstapjes komen maken.
Wij kunnen ons echter ook gevallen
denken, waarin dit voor landgenooten
van veel gerief zou zijn, terwijl het aan
de opbrengst zeker geen schade zou doen
en voor de controle geenerlei moeilijk
heid zou opleveren.
Een veteraan gevallen.
Bij den jongsten storm is een der oudste,
zoo niet de oudste eik in ons land, staande
tusschen MECHELEN en NIJSWILLER,
nabij VAALS, op een der hoogste punten
van Nederland, gevallen. Bedoelde boom
was bij Da 20 meter hoog en aan den voet
5 meter in cmtrek. Op alle oude land
kaarten stond hj aangegeven.
Door w ij 1 e n m e j. G. R e ij n-
ders is aan de gemeente WARFUM ge
schonken een gebouw, ingericht voor werk
verschaffing met daarbij behoorenden grond
en een kapitaal van f 5287.
Voor het kantongerecht
te ROTTERDAM had zich eergisteren een
herbergierster te verantwoorden, die aan
een jongen van 13 jaren voor 32 cent
jenever had verkocht. De politie had het
knaapje op straat gevonden, zoo beschon
ken, dat hij het bewustzijn geheel kwijt
was. Op de vraag van den kantonrech
ter of het wel meer jenever had gedron
ken, zei het kind dat wanneer
hij met zijn vader mee gaat, h ij a 1 ij d
een glaasje krijgt! Het ventja
draagt een korte broek en kan niet boven
de tafel uitk jken
Tegen de herbergierster werd eene geld
boete van f 100 geëischt.
Friesche Volkspart ij.
In een te LEEUWARDEN gehouden
vergadering van de Friesche Volkspartij
ter bespreking van de in het volgende jaar
te houden verkiezing van leden der Twee
de Kamer is met algemeene stemmen de
volgende motie aangenomen
De vergadering, gehoord de discussiëa,
spreekt den wensch uit, dat aan de te
stellen candidaten voor het lidmaatschap
der Tweede Kamer da eisch zal worden
gesteld, behalve dat zij zijn vóór grondwets
herziening, om daardoor aan alle meerder
jarige mannen en vrouwen het kiesrecht
te verzekeren, dat zij instemmen met
1. Het ontwerpen eener onteigenings
wet, waardoor de gemeenten in staat wor
den gesteld, gronden te onteigenen en te
behouden en die aan de arbeiders in ge
bruik te geven, met dien verstande, dat
de pacht niet meer mag bedragen dan
drie pCt, de nadere bepaling te doen
afhangen van plaatselijke omstandigheden
van de som, die door de gemeente voor
den aankoop en de geschiktmaking is be
steed
2o. het vaststellen bij de wet van be
palingen omtrent minimumloon en maxi-
malen arbeidstijd
8o. het krachtig steunen van alle
maatregelen, die ten doel hebben drankbe
strijding ir. den ruimsten zin van het
woord.
Om e enigszins een denk-
beeld te vormen hoe de muizen hebben
huisgehouden in het koren te STAP
HORST moge dienen, dat een landbou
wer bij het ombouwen van 125 are, een
hectoliter boekweit in den grond verborgen
vond in verschillende zeer net uitgeholde
gaten. De boekweit was goed droog en
zeer gaaf. Moet men het instinct dezer
dieren bewonderen, die op die manier voor
de winterprovisie zorgen, het neemt niet
weg, dat de landbouwer er enorme schade
door lijdt.
Te ZALT-BOMMEL had een
droevig ongeluk plaats. Terwijl de moeder
even naar de voordeur liep, viel het twee-
en-een halfjarig dochtertje in een tobbe
met water. Toen de moeder het kind er
uithaalde, was het leven reeds geweken.
Te Edarn is Donderdag
eene harddraverij gehouden,door paarden van
zessen klaar. De prijs is gewonnen door
Jonge labor II van den heer A. de Rid
der in den Noorder IJpolder, pikeur A.
van
Siderius. De lste premie door j
den heer J. de Mol te 's-Gravenhage, pi
keur B. W. Schippers. De 2de premie
door Vliegende Hollander van den heer
Smulders te Utrecht, pikeur J. G. de Boer.
Het dagelijkscb bestuur
in de Friesche gemeente Idaarderadeel
heeft, met het oog op de baldadigheden
der jeugd, tot de ingezetenen het vol
gend verzoek gericht
„Houdt de schooljeugd gedurende de
wintermaanden (van Oct. tot Maart), na
den avondschooltijd, zooveel mogelijk van
de straat. Men zal daardoor het heil der
kinderen en de rust der burgerij bevorderen."
HAARLEM, 1 October. De groote
Katholieke kiesvereeniging heeft als voor-
loopige candidaten voor de Tweede Kamer,
mr. R e ck e r s en de heer Van Be-
veren.
T e ROTHEM bij Hasselt h e fa-
ben twee boomen 600 kilogram noten
opgebracht.
Men schrijft aan het Volfo-
blad uit MAASTRICHT,
De firma Regout heeft voorloopig ge
weigerd den van alle rechtsvervolging ont
slagen glasblazer Bobeers zijn werk terug
te geven. Ze heeft hem niet ontslagen,
maar hij moet wachten tot er weer plaats
voor hem is als meester blazer en dat
wel totdat al de andere meesters, die thans
als knechts werken, eerst geplaatst zijn.
Tusschen dit en ontslag is practisch totaal
geen verschil, en daar de firma zelf wei
gert den man voorloopig als ^relais" d. i,
ledige, wachtende, werk te geven, is de
algemeene overtuiging dat het een ontslag is.
Vandaar heerscht er onder de glasbla-