GEMENGD NIÉUWS. Uitvoering der Kieswet. Liberale Unie. Gewone A1- gemeene Vergadering op Zaterdag 14 No vember 1896, des voormiddag 10uur, in het gebouw „Eensgezindheid", Spui, te AMSTERDAM. De Voorbestemde. Met &u of meer daartoe aangewezen ingezetenen, worden de burgemeesters uit- genoodigd tot het bijwonen eeoer vergade ring, die in elk der hoofdplaatsen van de 10 afdeelingen zal gehouden worden, on der voorzitterschap van een der leden van het tegenwoordig hoofdbestuur. In die vergaderingen zal de afdee'ing worden op gericht. De Limb. Koerier noemt dat schrijven even roekeloos als misbruik makend van officieelen in vloed; het blad herinnert er aan dat de Boerenbond overal den steun heeft der geestelijkheid; dat de afdeelingen overal door de parochiale geestelijkheid zijn op gericht, of door haar medewerking zijn tot stand gekomeD. Door den minister van financiën zijn de noodige voorschriften vastgesteld omtrent de, volgens de kieswet, door de ontvan gers der directe belastingen aan de burge meesters en aan Ged. Staten in te zenden opgaven. Onder anderen is bepaald, dat de inspec teurs zich moeten overtuigen, dat de werk zaamheden door de ontvangers tijdig aan gevangen en met bekwamen spoed voort gezet worden en dat daaraan in alle op zichten de noodige zorg wordt besteed. Blijkt dit niet te geschieden en helpen de aansporingen van den inspecteur niet, dan moet daarvan onverwijld rechtstreeks aan den Minister worden kennis gegeven, casu qno met de noodige voorstellen ter voor koming, dat de opgaven niet op tijd ge reed zonden zijn. Bij de inzending der opgaven moeten deze, ook voor zooveel de wanbetalingen en de ontheffingen betreft, tot den dag zijn bijgewerkt. Ten overvloede wordt door den Minister op gewezen, dat volgens art. 114 der kies wet, de duplicaat-aanslagbiljetten, voor ha re toepassing gevorderd, kosteloos moeten worden verstrekt. Bij het voorlaatste lid van art. 2 der kieswet is bepaald, dat, indien gedeel ten eener gemeente in de bij deze wet ge voegde tabel afzonderlijk worden genoemd, de grens tusschen die gedeelten door de Koningin, Ged. Staten gehoord, en wan neer verandering van omstandigheden daar toe aanleiding geeft, bepaald wordt. Ter voorbereiding hiervan zijn thans door den minister van binnenlandsche za ken de adviezen van Ged. Staten der pro vinciën gevraagd. Punten van behandeling 1. Verslag omtrent den toestand der Liberale Unie en de werkzaamheden van het Bestuur gedurende het jaar 1895. 2. Benoeming eener Commissie tot het nazien van de Rekening van den Penning meester over het jaar 1895. 3 Verkie zing van een bestuurslid in plaats van den heer Mr. L. W. Ebbinge, die in den loop van dit jaar ontslag nam (aftreding 1899). 4. Behandeling van het voorstal jongen zien, hoe hij op de achterplaats van het hotel Ellesmore eenige papierman den doorzocht. Hij zocht blijkbaar naar postzegels, want bij greep haastig naar ieder couvert, welk een dusdanig bewijs droeg, terwijl hij die, welke geen postzegel bezaten, wegwierp. Hij stak echter ook elk leeg velletje papier zorgvuldig in zijn zak, dat bij dan te voren van beschreven brieven afscheurde. „Ei, wat is dat nu mompelde bij, toen hij een saarrgevouwen, geheel nieuw stuk papier zag, dat luid tusschen zijne vingers kraakte. Maar eene uitdrukking van teleurstelling gleed er over zijn gelaat, toen hij het papier uit eikander vouwde en het van binnen zoowel dicht beschreven als bedrukt vond. „Nu, wellicht dat de achterkant nog ergens voor dienen kan," zeide bij tot zichzelf, het popier in elkander vouwend en bij zijn an deren voorraad stoppende. Dat blad was Ruth PJympton's kostbare trouwacte. Eet kamermeisje had, terwijl zij de kamer van Ruth voor andere logee's in orde bracht, den bijbel bij ongeluk van de tafel goworpendaarbij was het papier op den grond gevallen en met de andere papie- reD, die op den grond lagen, in de papier mand geworpen. Ralph's brief kwam eerst 's avonds, teen de kamer dan ook doorzocht werd, maar de papiermanden kwamen eerst den volgenden morgen aan de beurt en toen was het na tuurlijk reeds Ie laat om het document nog te kunnen vinden. Do vronw, die den kleinen straatjongen zoo ruw op den wang geslagen bed, was Inez Golding. Zij was naar bet hotel gereden, om zich te overtuigen, of Ralph en zijne vrouw reeds werkelijk vertrekken waren. Welk een verband bestaat er na tosschen deze schjjnbaar nietige omstandigheden Hoe kunnen zij na eenigen invloed op deze geschiedenis hebben f Wij znllen zien 1 HOOFDSTUK ELF. Juist eene maand, nadat Ralph en zijne vrouw New-York hadden verlaten, stoomden zij Parijs binnen. Maar men kan zich hnnne teleurstelling denken, toen zij op weg naar hun hotel Inez Golding ontmoetten, die evenals zij in een hoogst elegant rijtuigje een tochtje maak te. „01" riep Ruth uit, terwijl zij zich tegen haar echtgenoot aandtukte. „Dat leeljjke mensch is hier ook. Wat zullen wjj nu doen Het gelaat van den jongen man verduis terde van ergernis, terwijl bjj den groet, die .miss Golding hem in het voorbijgaan toe tot wijziging van Statuten en Huishoude lijk Reglement. 5. Behandeling van de ontwerp—besluiten, aan de Kiesverenigin gen, leden der Liberale Uni», toegezonden bij circulaire d.d. 17 October 1896. Het Bestuur hoopt en vertrouwt dat niet ééa der Kiesvereenigingen, die tot de Liberale Unie behooren, in gebreke zal blijven, zich op deze hoogst belangrijke vergadering te doen vertegenwoordigen. Te HOOGLAND, nabij Amers foort, ziju in den nacht van Zondag op Maandag de bakker S. en zijne vrouw op noodlottige wijfce om het leven geko men. Zij zijn gaan slapen in een afgeslo ten kamer, waarin om de koude een komfoor met vuur was geplaatst, en door de inademing van kolendamp gestikt. Hevige brand. Te Chicago zijn twee graan-elevators der„ Pacific Elevator Company", vvaarin 1100000 „bushels" tarwe waren geborgen, door brand vernield. Schade, naar schatting, 1050000 dollars. Mascagni en Leoncavallo gaan de volgende drie maanden in Amerika doorbrengen en zullen orkestwerken en opera's van hen zei ven leiden. De vertegenwoor diger van Mascagni, Durer, is te New-York bezig regelingen te treffen, en denkt, dat de Itsliaansche componisten, behalve New- York, ook Boston, Philadelphia, Buffalo, Cincinnatie, Chicago, St. Louis en San Prancisco bezoeken zullen. Het leven van een wiel renner. Paris-Vélo houdt interviews met de voornaamste wielrenners, die te Parijs rijden. Thans heeft het blad het volgende onderhoud met Jaap Eden gehad „Hoe en waarom zijt ge wielrenner geworden „Uit liefde voor de sport." „Wat deedt ge voor dien tijd „Niets.* „Wat zegt de familie er van „Daar heb ik nooit naar gevraagd.* „Wat zondt ge gaan doen als ge de baan voor goed aioest gaan verlaten „Leven van het geld, dat mijn vader mij nalaat." „Welk bedrag aan prijzen hebt ge dit seizoen gewonnen P En hoeveel sedert ge rijdt „Ik verteer altijd meer dan ik ver dien, zoodat ik nooit heb kunnen tellen." „Wat zijn uw genoegens „Drinken en rooken.* Arme Jaap Eden 1 TeYonkers (Nieu w-Y o r k) is een fabrikant, die moeielijkhedec met zijn werklieden had, met behulp van een bom vermoord. wierp, onbeantwoord liet. „Doen herhaalde hij. „Wij moeten, in figuurlijken zin gesproken, een wjjden cir kel om haar maken en geenerlei notitie van tiaar nemen. Zij gaat ons niets niemendal aan, wij leven eenvoudig rustig verder en onderhouden en vermaken ons zoo goed mo gelijk." „Maar Ralph, ik ben zeer bang voor haar. Ik beef, wanneer ik hare oogen op mij ge vestigd voel," antwoordde Rnth. „Onzin schatjeZij is Diet waard, dat gij twee minuten aan haar denkt. Daarom laat nw aardig kopje ter wille van haar niet hangen," antwoordde bij eenigzins ongedul dig, want bij was door de verschijning van miss Golding in Parijs, meer verontrust dan bij wilde bekennen. Tot dosverre had nietr bon geluk en ge noegen gestoord en het scheen Ruth inder daad toe, alsof zij een ideaal leventje leidde. Het was baar of zij over een glad, door den zon beschenen watertje heen gleed. Zij bad alles wat haar hart begeerde. Haar echtgenoot overlaadde haar met alle mogelijke denkbare attenties, hij was slechts tevreden als zij kostbare, elegante kleederen droeg en wjjdde er al zijn tijd aan, haar leven zoo aangenaam en afwisselend moge lijk te doen zijn. Ralph had evenwel een geheim verdriet, dat hij zijne vrouw niet openbaarde Terwijl zij in Londen waren, had hij naar huis geschreven, en zijn vader medegedeeld, wat hij gedaan had dat, ofschoon het hem leed deed, zijn vader en moeder be- leedigd te hebben, hij zonder Ruth niet ieven kon. Hij bad zijn eigen hoofd ge volgd, ofschoon het hem zeer speet, dat hij zijne ouders daarmede leed bad aangedaan en bij hoopte dat hnnne vergiffenis hem geschonken zou worden. Hij verzocht hem tevens zijne gewone renten te zenden. Mr. Plympton antwoordde boos, dat nadat hij zich niet had ontzien, zichzelf en zijne familie te onteeren, bij nooit weder eenige hulp zou genieteD. Hij verstiet hem geheel. Yoortaan moest Ralph van zijn eigen vermogen leven en wanneer dit niet toereikend was, zou hij kunnen arbeiden om het meisje te onderhouden, waarmede hij er van door was gegaan. Dit was een harde en niet verwachte slag voor den jongen man, die reeds dik wijls genoeg het misnoegen zijner ooders bad opgewekt en door deze daad bon geduld ten einde had gebracht. Telkens evenwel hadden zij hem nog vergiffenis geschonken, zoodat zijne schul den nog telkens werden betaald en hem bo vendien zooveel geld gegeven, als bij maar eonigszins had noodig gehad. WORDT VERVOLGD. Novelette van E. Roland. Een wandelaar daalde langzaam de trap pen van het Romeiusche kapitool af. Rondom duistere nachtgeen ster vertoonde zich aan 't firmamentom hem heen het zacht gesuizel van den len tewind, die door de kronen der pijuboo- men en cypressen streek eu de lang ge bogen bladeren der palmboomen deed be wegen. Zacht klonk in het geruisch van den wind, het geklater van de oude broD, die aan den voet van het Senatoren-paleis in een reusachtig bekken uitmondde. Hij bleef bij de leuning staan, de lan taarns gaven hier en daar licht en wierpen de reusachtige scbaduwea der kolossale standbeelden over pleinen en straten. Donkere nacht overalalleen ver boven het Forum eene fhmmende weerkaat sing het was namelijk een dier avon den, op welke het Colosseum op kosten van den Romaanschen Magistraat met roo- de, gele en groene vuren (Bengaalsche vlammen) verlicht werd, een magneet voor al de toeristen, die Rome bezoeken. Den eenzamen wandelaar had dit schouw spel niet aangetrokken het Bengaalsche speelwerk geleek hem zoo nietig in den grootschen eenvoud dezer aloude, beroem de muren. De eenzamen trap van het kapitool trok zijn aandachtige belangstel ling veel meer. Daar weerklonken regelmatige voetstap pen, als van vele, klapperende sandalen. Een monniken-orde kwam over de trap, eng aaneengesloten, als eene spookachtige rei bleeke ovalen onder ronde schelp- hoeden. Zoodra deze uit den schaduw in den kring van het licht trad, zag hij, dat zij roode gewaden droegen dus Dnitsche mon niken Eensklaps dacht hij aan zijn vader land. Hij kwam uit Kaïro en van Sicilië, en had zijn moedertaal in lang niet meer ge hoord. Enkele woorden, door de monnikenschaar gesproken, bereikten zijn oor. Daar doken op de boveDste helft der trap twee vrouwelijke gestalten te voorschijn, die elkaar in het Duitsch goeden nacht wenschten, elkaar de hand reikten, en scheidden. De eene daalde vlug de trap af, en ging hem vlak voorbij. Hij zag, dat het een jong meisje was. Waarachtig. Moeddacht hij des nachts zoo alleen over de Capitoolstrap te durven gaan Daar trof hem haar blik en in hetzelfde oogenblik wist hij hetzoo zag diegene er uit, welke Hij werd nu herinnerd aan een avond uit zijn jeugd. Snel als de gedachte schoot hem dit tafereel door den geest. Een oude slot-bibliotheek, daar ginds in het Markische 1 Hij bracht al zijn vrije uren door tusschen de bestofte boekenkas ten. Daar kwam hem op zekeren dag toe vallig eene vertaling van den joodschen Talmud in handen en toen hij hierin bla derde, vond hij eene plaats, welke hem zeer lang daarna nog tot nadenken dwong. Daar stond geschreven, dat aan elk mensch op aarde eene hem voorbeschikte, andere ziel toegedacht was, welke bestemd was, zijn gelnk uit te maken wanneer hij haar vond Wanneer hij haar vond! Dat was het juist... de meesten strompelden onhandig voorbij, pasten in het juiste oogenblik niet op, hadden in het besliste uur andere dingen in het hoofd De mensch is nu eenmaal zulk een on voorzichtig schepsel Sedert had hij leerling van het eer ste studiejaar om eiken hoek van een straat uitgezien naar die voor hem be schikte ziel, had haar met eiken trein verwacht, die gestalte, die alleen om zij nentwille op aarde wandelde. Dikwijls genoeg meende hij te vinden doch ten slotte was het telkens eene vergissing geweest. Eindelijk vergat hij den Talmud voor andere boeken, andere plichten en toe standen. Maar op deze donkere Capitoolstrap kwam dat alles hem weder in de gedach te Uit de enge straat, welke van de Jezuïtenkerk tusschen hooge, witgepleister de huizen naar het Capitool voert, weer klonk het gerol der rijtuigen en de galm van uitgelaten menschenstemmen. Het meisje talmde ten oogenblik en keek met belaugstelling naar het plein. Daar stond hij reeds aan hare zijde. Of hij haar mocht geleiden vroeg hij, terwijl hij zijn hoed afnam. Later wist hij niet eens meer, waarover zij het gehad hadden vermoedelijk iets alledaagscb, over de verlichting van het Colosseum Hij merkte op, dat dit bouwstuk toch eigenlijk te goed was voor zulk vuurwerk, dat de Romeinscbe nacht, daarover uit gespreid, toch veel schooner was. Baar geraakte zij in heftige tegenspraak. „O neen riep zij uit en in hare oogen schemerde alles, wat hij sedert zijn jengd als ideaal had nagejaagd „het was de heerlijkste kleurer.-symphonie, fabelachtig in den donkeren nacht voorbijgaand dat spookachtige groen, en dat rood, o dat rood toen ik het zag, begreep ik, dat Ne ro niet rustte, voor hij Rome in vlammen zag „Gij zijt wel wreed „Ik ben schilderes.* Het was hem wonderlijk te moede. Het gevoel van verlatenheid, hetwelk hem in Afrika en Sicilië op den voet was gevolgd, had plaats gemaakt voor eene rijke levenservaringen alles was zoo plotseling gekomeu 1 Maar bij hem kwa men de goede ingevingen altijd plotse ling. „Ik voer u langs onbekende wegen," zeide zij lachend „maar wanneer gij mij wilt vergezellen, moet gij met mij naar de Tartarnghebron in die wijk woon ik.* „Naar welke bron „Naar de prachtigste fontein van Ro me,* zeide zij „maar de meesten vrienden gaan die achteloos voorbij. Eu toch zegt men, dat Rafael haar het mees te heeft geprezen. Men boort hier reeds haar geklater. Werkelijk hoorde men een zacht ge- raisch. Zij sloot eene wijle de oogen. „Ik ben een vurig bewonderaarster van Wagntr,* zeide zij, „maar zulk een hoofd motief, als dit Romaansch brongeiuisch, een klank, die z66 kan betooveren, heeft zelfs da meester van Bayreuth nooit ge vonden.* Zij betraden nu hel plein. In gepeins verzookon staarde hij de zeldzame bronzen groep aan; dat schoon door—elkander van slanke gestalten, dolphijnen en schildpadden dat lied der fontein betooverde hem. Daar was hel, alsof iemand naast hem „gelukkigen nacht* lispelde en toen hij zich tot zijne gezellin wendde, stond zij reeds iu de donkere deuropening van een oud paleis, terwijl zij een kleine lan taarn aangestoken in de hand hield. Na lang gepeins vervolgde hij rijn weg. De ontmoeting werd niet herhaald. Trots zijn zoeken bleef het spoor voor hem ver borgen. Maar toen hij Rome verliet, had hij het zonderling pijnlijk gevoel, dat zijne „voorbeschikte" hem toch was ontglipt zonder dat hij haar had weten te houden Eenige jaren later dreef zijne vakstudie hem naar Boven-Italie en moest hij terwil- le der oude Mozaïken naar Ravenna. Op een mooien Aprilmorgen maakte hij een tochtje naar Classe, naar dat melan cholische, veriatan havenplaatsje van wel eer, van hetwelk niets meer over was dan een nutteloos geworden vuurtoreD, een grij ze steenen reus, die eenzaam wacht houdt naast den aloude Basiliek uit den tijd van keizer Theodorick. Eene groene, nevelachtige vlakte rondom drassige bodem, doorsneden van weiden en hier en daar overdekt met riet, de plant van den deemoed daarachter de lichtkleurige band van den Ronco, zich slingerend door het beroemde slagveld, waar Gaston de Foix zijn jong heldenleven liet, en verder daarachter de oude muren van Ravenna, de wereldberoemde toren van de trotsche Gothische residentie. Hij ging den Basiliek binnen. Een oude bewaker zat bij den ingang op zijn hurken. Bijna ijzig koel woei de lucht uit dit wondergebouw den bezoe ker toe. Nadenkend liep hij tusschen de rijen zuilen, voorbij de ledige sarcophagen, die in eene lange reeks stonden opgesteld als kunstige ladenprachtige marmerstuk ken, die honderdvoudig overleefd hadden die gebeenten, welke een reeds lang uit gestorven geslacht treurend in haar had neergelegd. En op een dezer sarcophagen zat bet meisje van toenmaals en teekende opmerk zaam de schoone zuilenrij tegenover haar, in een groot schetsboek na. Hij dacht zich te vergissen. Daarna trad hij op haar toe en sprak over de onde kennismaking, welke zij zich lachend her innerde. Wederom verkreeg dat zonderlinge ge voel van uit dien nacht te Rome in zijn gemoed de overhand. Maar bij was ouder geworden sedert de eerste maal. Hij was veranderd, had in het vaderland banden aangeknoopt, wel ke hem verwachtingen deden koesteren, in welke zijn verlangen lag verscholen. Hij behoorde nu tot de mannen, die bi eene rijke vrouw huwen, öf geen eene, die over geknotte jongelings- idealen den banvloek van een gezond re alisme slingeren onbarmhartig, omdat elke geestverwant en om de andere menschen bekommeren zij zich niet hen gelijk geeft. Zijn blik bleef ditmaal Diet alleen ge vestigd op hare oogenhij bekeek ook haar vrij kaal afgedragen kleeding, bare schamele uitrusting, haar blauw schilder- scherm hetwelk een groote scheur had, midden door Zelfs hare keurige kleurschetsen, welke zij hem onbevangen toonde, konden niet anders dan bij hem den indruk versterken, dat zij toch in den grond zeer geniaal was. Zij spraken lang over kunst en over Italië. Daarna namen zij voor do Basi liek afscheid van elkander. Hij wilde naar Ravenna terugz(j wilde nog wat schilderen in de Pineta, in dat rnime, fabelachtige pijnboomenwoud, hetwelk aan de kust der Adriatische zee eensklaps uit het vlakland opstijgt. Hij zag haar, vergezeld van een bruinen jongen, die haar schilderscherm droeg, op den landweg voortwandelen, Zij had op hem indruk gemaakt tochwel is waar was het niet meer die electrische stroom uit dien Romeinschen lentenacht maar iets zonderlings bleef het toch Zeldzaam, dat het toeval hem nog een tweede maal elkander had] doen ontmoe ten. Maar eene arme schilderes P nu tegeno ver de schoone kansen, welke hij thuis had? onmogelijk? In den volgenden winter deed hij een zoogenaamd „schitterend huwelijk." In den eersten tijd was hij tevreden daarna begon die tevredenheid hem al te vervelen en ten slotte dacht bij over zijn huwelijk al niet meer na. Hij ging aan zijn arbeid, trachtte zicb carrière te maken Op een zijner kunstreizen ver scheidene jaren latervroeg hem een zij ner kunstvrienden, of hij reeds aan Nora Lenz, de beroemde aquarelle-schilderes, van wie nu de geheele wereld sprak, was voorgesteld geworden zij was zooeven aangekomen zij stond daar te midden van dat groepje menschen bij de deur „Jong vroeg hij. „Bij talenten doet de leeftijd niet mee," zeide zijn vriend. „Hupsch schoon „In tweeërlei opzicht," antwoordde de gevraagde „ten eerste schoon van vor men en dan bezit zij die eigenaardige, geestelijke gratie gij weet wel „Gehuwd „Gij zijt wel nieuwsgieriggehuwd neen 1 maar toch zoo goed als gehuwd, Men zegt dat de rijke RI* Zij gingeu nu naar het groepje men schen. Eenklaps zeide hij tot zijn vriend, dat hij toch liever maar niet wilde voorgesteld worden hij had evengoed al zoovele visites at te leggen, dien avond... Hij liet zijn vriend staan en nam plaats in eene nis. Van daaruit zag hij haar nog duidelij ker dan in het eerste oogenblik der her kenning. Dus dat was er uit haar gegroeid Iets wonderschoons, beroemds, bi- zonders uit de eenvoudige, onbevangen gestalte, welke hij de laatste maal „te geniaal" gevonden en wier verscheurd schilderscherm hem zoo gehinderd had. En nog eenmaal voelde hij dien elec- trischen stroom, en nu ook werd het vol komen zeker in zijn ziel. Zij was toch de voorbeschikte voor hem geweest en hij was haar voorbijgegaan onherroepelijk I De rijke R. stond naast haar. Zij zag hem koel en gelaten aan. Die was ook niet de rechte voor haar de rechte voor haar, was hij, in de nis! hij had den Talmnd beter moe ten lezeu nu was het te laat En hij verwijderde zich ongemerkt. Eene derde ontmoeting bad nu voor beiden geen doel meer. Vroegewinter. In Zwitserland is over eene groote uit gestrektheid eene enorme massa sDeeuw ge vallen te Chaux-de-Fouds lag zij een hal ven meter hoog en ook in en oib Bern, heeft het zwaar gesneeuwd. Een aantal telegraafpalen zijn gebroken en de tele- phonische gemeenschap is op vele plaat sen gestoord. De rivieren zijn geweldig gezwollen. In Neufchatel, Waadtland, Ba- sel en Tessino hebben overstroomingen plaats gehad, waardoor de wijnoogst veel geleden heeft. In Hffsingen zakten twee huizen in door den drang van het wa ter. Wat het Militairisme be- looft. Een ergerlijk geval van mishandeling van een Dnitseh soldaat wordt uit Heil- bronn gemeld. Een boer uit dit stadje had vier zoons in het leger. Een dezer, in garnizoen te Griind, was tot reserve-offi cier benoemd, welke bevordering aan een .sergeant van zijne compagnie den uitroep ontlokte„Ik zou wel eens willen weten wie de ezel van een majoor is, die Bau- er tot reserve-luitenant heeft gemaakt". De sergeant werd daarvoor gestraft met drie weken arrest en Da afloop van zijn straftijd overgeplaatst naar Heilbromn, waar hij ongelukkig de sectie kreeg, waarin een broeder van den reserve-luitenaDt lag. Deze arme jongen moest het nu ontgel den. Nooit werd hij bij zijn naam ge noemd, de rnwste en onhebbelijkste scheld namen werden voor hem nog te goed ge acht. Hij werd herhaaldelijk onder de pomp gescbropt met harde borstels en stroo, zoodat men zelfs de lapjes vel er bij heeft zien hangen. Dikwijls werd hij ook geslageD, niet al leen met de hand maar ook met de sa bel. Tot het uiterste door de ellende die bij had te doorstaan, en door de verzeke ring van zijn pijniger, dat hij niet zou rusten alvorens Bauer in de gevangenis te Ulm zat, pleegde de soldaat ten lan gen leste zelfmoord. Hij schoot zijn ge weer in zijn mond af. De kogel door boorde het verhemelte en nam een oog weg. Den volgenden dag werd Bauer's vader gehaald, daar de toestand van den sol daat zorgwekkend was. Voor een aantal getuigen verhaalde de jonge man toen zijn lijden. Twee dagen later werd de va der weggezonden met de verzekering dat zijn zoon buiten gevaar was. Hij was nauwelijks thuis, toen hij het bericht van het overlijden ontving. IN aar de verschillende feiten van dit verhaal is thans een onderzoek ingesteld. Kwade koortsen in Azië. Te Petersburg zijn thans bijzonderheden ontvangen betreffende de schrikkelijke ma laria-koortsen, welke dit jaar onder de be volking en de Russische garnizoenen in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 2