GEMENGD NIÉUWS.
Uitvoering der Kieswet.
Liberale Unie. Gewone A1-
gemeene Vergadering op Zaterdag 14 No
vember 1896, des voormiddag 10uur,
in het gebouw „Eensgezindheid", Spui, te
AMSTERDAM.
De Voorbestemde.
Met &u of meer daartoe aangewezen
ingezetenen, worden de burgemeesters uit-
genoodigd tot het bijwonen eeoer vergade
ring, die in elk der hoofdplaatsen van de
10 afdeelingen zal gehouden worden, on
der voorzitterschap van een der leden van
het tegenwoordig hoofdbestuur. In die
vergaderingen zal de afdee'ing worden op
gericht.
De Limb. Koerier noemt dat schrijven
even roekeloos als misbruik
makend van officieelen in
vloed; het blad herinnert er aan dat de
Boerenbond overal den steun heeft der
geestelijkheid; dat de afdeelingen overal
door de parochiale geestelijkheid zijn op
gericht, of door haar medewerking zijn
tot stand gekomeD.
Door den minister van financiën zijn de
noodige voorschriften vastgesteld omtrent
de, volgens de kieswet, door de ontvan
gers der directe belastingen aan de burge
meesters en aan Ged. Staten in te zenden
opgaven.
Onder anderen is bepaald, dat de inspec
teurs zich moeten overtuigen, dat de werk
zaamheden door de ontvangers tijdig aan
gevangen en met bekwamen spoed voort
gezet worden en dat daaraan in alle op
zichten de noodige zorg wordt besteed.
Blijkt dit niet te geschieden en helpen de
aansporingen van den inspecteur niet, dan
moet daarvan onverwijld rechtstreeks aan
den Minister worden kennis gegeven, casu
qno met de noodige voorstellen ter voor
koming, dat de opgaven niet op tijd ge
reed zonden zijn. Bij de inzending der
opgaven moeten deze, ook voor zooveel de
wanbetalingen en de ontheffingen betreft,
tot den dag zijn bijgewerkt.
Ten overvloede wordt door den Minister
op gewezen, dat volgens art. 114 der kies
wet, de duplicaat-aanslagbiljetten, voor ha
re toepassing gevorderd, kosteloos moeten
worden verstrekt.
Bij het voorlaatste lid van art. 2 der
kieswet is bepaald, dat, indien gedeel
ten eener gemeente in de bij deze wet ge
voegde tabel afzonderlijk worden genoemd,
de grens tusschen die gedeelten door de
Koningin, Ged. Staten gehoord, en wan
neer verandering van omstandigheden daar
toe aanleiding geeft, bepaald wordt.
Ter voorbereiding hiervan zijn thans
door den minister van binnenlandsche za
ken de adviezen van Ged. Staten der pro
vinciën gevraagd.
Punten van behandeling
1. Verslag omtrent den toestand der
Liberale Unie en de werkzaamheden van
het Bestuur gedurende het jaar 1895.
2. Benoeming eener Commissie tot het
nazien van de Rekening van den Penning
meester over het jaar 1895. 3 Verkie
zing van een bestuurslid in plaats van den
heer Mr. L. W. Ebbinge, die in den loop
van dit jaar ontslag nam (aftreding 1899).
4. Behandeling van het voorstal
jongen zien, hoe hij op de achterplaats
van het hotel Ellesmore eenige papierman
den doorzocht.
Hij zocht blijkbaar naar postzegels, want
bij greep haastig naar ieder couvert, welk
een dusdanig bewijs droeg, terwijl hij die,
welke geen postzegel bezaten, wegwierp. Hij
stak echter ook elk leeg velletje papier
zorgvuldig in zijn zak, dat bij dan te voren
van beschreven brieven afscheurde.
„Ei, wat is dat nu mompelde bij, toen
hij een saarrgevouwen, geheel nieuw stuk
papier zag, dat luid tusschen zijne vingers
kraakte.
Maar eene uitdrukking van teleurstelling
gleed er over zijn gelaat, toen hij het papier
uit eikander vouwde en het van binnen
zoowel dicht beschreven als bedrukt vond.
„Nu, wellicht dat de achterkant nog ergens
voor dienen kan," zeide bij tot zichzelf, het
popier in elkander vouwend en bij zijn an
deren voorraad stoppende.
Dat blad was Ruth PJympton's kostbare
trouwacte. Eet kamermeisje had, terwijl zij
de kamer van Ruth voor andere logee's
in orde bracht, den bijbel bij ongeluk van de
tafel goworpendaarbij was het papier op
den grond gevallen en met de andere papie-
reD, die op den grond lagen, in de papier
mand geworpen.
Ralph's brief kwam eerst 's avonds, teen
de kamer dan ook doorzocht werd, maar de
papiermanden kwamen eerst den volgenden
morgen aan de beurt en toen was het na
tuurlijk reeds Ie laat om het document nog
te kunnen vinden.
Do vronw, die den kleinen straatjongen zoo
ruw op den wang geslagen bed, was Inez
Golding.
Zij was naar bet hotel gereden, om zich
te overtuigen, of Ralph en zijne vrouw reeds
werkelijk vertrekken waren.
Welk een verband bestaat er na tosschen
deze schjjnbaar nietige omstandigheden
Hoe kunnen zij na eenigen invloed op deze
geschiedenis hebben f
Wij znllen zien 1
HOOFDSTUK ELF.
Juist eene maand, nadat Ralph en zijne
vrouw New-York hadden verlaten, stoomden
zij Parijs binnen.
Maar men kan zich hnnne teleurstelling
denken, toen zij op weg naar hun hotel
Inez Golding ontmoetten, die evenals zij in
een hoogst elegant rijtuigje een tochtje maak
te.
„01" riep Ruth uit, terwijl zij zich tegen
haar echtgenoot aandtukte. „Dat leeljjke
mensch is hier ook. Wat zullen wjj nu
doen
Het gelaat van den jongen man verduis
terde van ergernis, terwijl bjj den groet, die
.miss Golding hem in het voorbijgaan toe
tot wijziging van Statuten en Huishoude
lijk Reglement. 5. Behandeling van de
ontwerp—besluiten, aan de Kiesverenigin
gen, leden der Liberale Uni», toegezonden
bij circulaire d.d. 17 October 1896.
Het Bestuur hoopt en vertrouwt dat
niet ééa der Kiesvereenigingen, die tot de
Liberale Unie behooren, in gebreke zal
blijven, zich op deze hoogst belangrijke
vergadering te doen vertegenwoordigen.
Te HOOGLAND, nabij Amers
foort, ziju in den nacht van Zondag op
Maandag de bakker S. en zijne vrouw
op noodlottige wijfce om het leven geko
men. Zij zijn gaan slapen in een afgeslo
ten kamer, waarin om de koude een
komfoor met vuur was geplaatst, en door
de inademing van kolendamp gestikt.
Hevige brand. Te Chicago
zijn twee graan-elevators der„ Pacific
Elevator Company", vvaarin 1100000
„bushels" tarwe waren geborgen, door
brand vernield. Schade, naar
schatting, 1050000 dollars.
Mascagni en Leoncavallo
gaan de volgende drie maanden in Amerika
doorbrengen en zullen orkestwerken en opera's
van hen zei ven leiden. De vertegenwoor
diger van Mascagni, Durer, is te New-York
bezig regelingen te treffen, en denkt, dat
de Itsliaansche componisten, behalve New-
York, ook Boston, Philadelphia, Buffalo,
Cincinnatie, Chicago, St. Louis en San
Prancisco bezoeken zullen.
Het leven van een wiel
renner.
Paris-Vélo houdt interviews met de
voornaamste wielrenners, die te Parijs
rijden. Thans heeft het blad het volgende
onderhoud met Jaap Eden gehad
„Hoe en waarom zijt ge wielrenner
geworden
„Uit liefde voor de sport."
„Wat deedt ge voor dien tijd
„Niets.*
„Wat zegt de familie er van
„Daar heb ik nooit naar gevraagd.*
„Wat zondt ge gaan doen als ge
de baan voor goed aioest gaan verlaten
„Leven van het geld, dat mijn vader
mij nalaat."
„Welk bedrag aan prijzen hebt ge
dit seizoen gewonnen P En hoeveel sedert
ge rijdt
„Ik verteer altijd meer dan ik ver
dien, zoodat ik nooit heb kunnen tellen."
„Wat zijn uw genoegens
„Drinken en rooken.*
Arme Jaap Eden 1
TeYonkers (Nieu w-Y o r k)
is een fabrikant, die moeielijkhedec met
zijn werklieden had, met behulp van een
bom vermoord.
wierp, onbeantwoord liet.
„Doen herhaalde hij. „Wij moeten, in
figuurlijken zin gesproken, een wjjden cir
kel om haar maken en geenerlei notitie van
tiaar nemen. Zij gaat ons niets niemendal
aan, wij leven eenvoudig rustig verder en
onderhouden en vermaken ons zoo goed mo
gelijk."
„Maar Ralph, ik ben zeer bang voor haar.
Ik beef, wanneer ik hare oogen op mij ge
vestigd voel," antwoordde Rnth.
„Onzin schatjeZij is Diet waard, dat
gij twee minuten aan haar denkt. Daarom
laat nw aardig kopje ter wille van haar niet
hangen," antwoordde bij eenigzins ongedul
dig, want bij was door de verschijning van
miss Golding in Parijs, meer verontrust dan
bij wilde bekennen.
Tot dosverre had nietr bon geluk en ge
noegen gestoord en het scheen Ruth inder
daad toe, alsof zij een ideaal leventje leidde.
Het was baar of zij over een glad, door den
zon beschenen watertje heen gleed.
Zij bad alles wat haar hart begeerde.
Haar echtgenoot overlaadde haar met alle
mogelijke denkbare attenties, hij was slechts
tevreden als zij kostbare, elegante kleederen
droeg en wjjdde er al zijn tijd aan, haar
leven zoo aangenaam en afwisselend moge
lijk te doen zijn.
Ralph had evenwel een geheim verdriet,
dat hij zijne vrouw niet openbaarde
Terwijl zij in Londen waren, had hij naar
huis geschreven, en zijn vader medegedeeld,
wat hij gedaan had dat, ofschoon het
hem leed deed, zijn vader en moeder be-
leedigd te hebben, hij zonder Ruth niet
ieven kon. Hij bad zijn eigen hoofd ge
volgd, ofschoon het hem zeer speet, dat hij
zijne ouders daarmede leed bad aangedaan
en bij hoopte dat hnnne vergiffenis hem
geschonken zou worden. Hij verzocht hem
tevens zijne gewone renten te zenden.
Mr. Plympton antwoordde boos, dat
nadat hij zich niet had ontzien, zichzelf en
zijne familie te onteeren, bij nooit weder
eenige hulp zou genieteD. Hij verstiet hem
geheel. Yoortaan moest Ralph van zijn
eigen vermogen leven en wanneer dit niet
toereikend was, zou hij kunnen arbeiden
om het meisje te onderhouden, waarmede
hij er van door was gegaan.
Dit was een harde en niet verwachte
slag voor den jongen man, die reeds dik
wijls genoeg het misnoegen zijner ooders
bad opgewekt en door deze daad bon geduld
ten einde had gebracht.
Telkens evenwel hadden zij hem nog
vergiffenis geschonken, zoodat zijne schul
den nog telkens werden betaald en hem bo
vendien zooveel geld gegeven, als bij maar
eonigszins had noodig gehad.
WORDT VERVOLGD.
Novelette van E. Roland.
Een wandelaar daalde langzaam de trap
pen van het Romeiusche kapitool af.
Rondom duistere nachtgeen ster
vertoonde zich aan 't firmamentom
hem heen het zacht gesuizel van den len
tewind, die door de kronen der pijuboo-
men en cypressen streek eu de lang ge
bogen bladeren der palmboomen deed be
wegen.
Zacht klonk in het geruisch van den
wind, het geklater van de oude broD, die
aan den voet van het Senatoren-paleis in
een reusachtig bekken uitmondde.
Hij bleef bij de leuning staan, de lan
taarns gaven hier en daar licht en wierpen
de reusachtige scbaduwea der kolossale
standbeelden over pleinen en straten.
Donkere nacht overalalleen ver
boven het Forum eene fhmmende weerkaat
sing het was namelijk een dier avon
den, op welke het Colosseum op kosten
van den Romaanschen Magistraat met roo-
de, gele en groene vuren (Bengaalsche
vlammen) verlicht werd, een magneet
voor al de toeristen, die Rome bezoeken.
Den eenzamen wandelaar had dit schouw
spel niet aangetrokken het Bengaalsche
speelwerk geleek hem zoo nietig in den
grootschen eenvoud dezer aloude, beroem
de muren. De eenzamen trap van het
kapitool trok zijn aandachtige belangstel
ling veel meer.
Daar weerklonken regelmatige voetstap
pen, als van vele, klapperende sandalen.
Een monniken-orde kwam over de trap,
eng aaneengesloten, als eene spookachtige
rei bleeke ovalen onder ronde schelp-
hoeden.
Zoodra deze uit den schaduw in den kring
van het licht trad, zag hij, dat zij roode
gewaden droegen dus Dnitsche mon
niken
Eensklaps dacht hij aan zijn vader
land.
Hij kwam uit Kaïro en van Sicilië,
en had zijn moedertaal in lang niet meer ge
hoord.
Enkele woorden, door de monnikenschaar
gesproken, bereikten zijn oor.
Daar doken op de boveDste helft der
trap twee vrouwelijke gestalten te voorschijn,
die elkaar in het Duitsch goeden nacht
wenschten, elkaar de hand reikten, en
scheidden.
De eene daalde vlug de trap af, en ging
hem vlak voorbij.
Hij zag, dat het een jong meisje was.
Waarachtig. Moeddacht hij des
nachts zoo alleen over de Capitoolstrap
te durven gaan
Daar trof hem haar blik en in hetzelfde
oogenblik wist hij hetzoo zag diegene
er uit, welke
Hij werd nu herinnerd aan een avond
uit zijn jeugd. Snel als de gedachte
schoot hem dit tafereel door den geest.
Een oude slot-bibliotheek, daar ginds
in het Markische 1 Hij bracht al zijn vrije
uren door tusschen de bestofte boekenkas
ten. Daar kwam hem op zekeren dag toe
vallig eene vertaling van den joodschen
Talmud in handen en toen hij hierin bla
derde, vond hij eene plaats, welke hem
zeer lang daarna nog tot nadenken dwong.
Daar stond geschreven, dat aan elk mensch
op aarde eene hem voorbeschikte, andere
ziel toegedacht was, welke bestemd was,
zijn gelnk uit te maken wanneer hij
haar vond
Wanneer hij haar vond! Dat
was het juist... de meesten strompelden
onhandig voorbij, pasten in het juiste
oogenblik niet op, hadden in het besliste
uur andere dingen in het hoofd
De mensch is nu eenmaal zulk een on
voorzichtig schepsel
Sedert had hij leerling van het eer
ste studiejaar om eiken hoek van een
straat uitgezien naar die voor hem be
schikte ziel, had haar met eiken trein
verwacht, die gestalte, die alleen om zij
nentwille op aarde wandelde.
Dikwijls genoeg meende hij te vinden
doch ten slotte was het telkens eene
vergissing geweest.
Eindelijk vergat hij den Talmud voor
andere boeken, andere plichten en toe
standen.
Maar op deze donkere Capitoolstrap
kwam dat alles hem weder in de gedach
te
Uit de enge straat, welke van de
Jezuïtenkerk tusschen hooge, witgepleister
de huizen naar het Capitool voert, weer
klonk het gerol der rijtuigen en de
galm van uitgelaten menschenstemmen.
Het meisje talmde ten oogenblik en
keek met belaugstelling naar het plein.
Daar stond hij reeds aan hare zijde.
Of hij haar mocht geleiden vroeg hij,
terwijl hij zijn hoed afnam.
Later wist hij niet eens meer, waarover
zij het gehad hadden vermoedelijk iets
alledaagscb, over de verlichting van het
Colosseum
Hij merkte op, dat dit bouwstuk toch
eigenlijk te goed was voor zulk vuurwerk,
dat de Romeinscbe nacht, daarover uit
gespreid, toch veel schooner was.
Baar geraakte zij in heftige tegenspraak.
„O neen riep zij uit en in hare oogen
schemerde alles, wat hij sedert zijn jengd
als ideaal had nagejaagd „het was de
heerlijkste kleurer.-symphonie, fabelachtig
in den donkeren nacht voorbijgaand dat
spookachtige groen, en dat rood, o dat
rood toen ik het zag, begreep ik, dat Ne
ro niet rustte, voor hij Rome in vlammen
zag
„Gij zijt wel wreed
„Ik ben schilderes.*
Het was hem wonderlijk te moede.
Het gevoel van verlatenheid, hetwelk
hem in Afrika en Sicilië op den voet was
gevolgd, had plaats gemaakt voor eene
rijke levenservaringen alles was zoo
plotseling gekomeu 1 Maar bij hem kwa
men de goede ingevingen altijd plotse
ling.
„Ik voer u langs onbekende wegen,"
zeide zij lachend „maar wanneer gij
mij wilt vergezellen, moet gij met mij
naar de Tartarnghebron in die wijk
woon ik.*
„Naar welke bron
„Naar de prachtigste fontein van Ro
me,* zeide zij „maar de meesten
vrienden gaan die achteloos voorbij. Eu
toch zegt men, dat Rafael haar het mees
te heeft geprezen. Men boort hier reeds
haar geklater.
Werkelijk hoorde men een zacht ge-
raisch. Zij sloot eene wijle de oogen.
„Ik ben een vurig bewonderaarster van
Wagntr,* zeide zij, „maar zulk een hoofd
motief, als dit Romaansch brongeiuisch,
een klank, die z66 kan betooveren, heeft
zelfs da meester van Bayreuth nooit ge
vonden.*
Zij betraden nu hel plein.
In gepeins verzookon staarde hij de
zeldzame bronzen groep aan; dat schoon
door—elkander van slanke gestalten,
dolphijnen en schildpadden dat lied
der fontein betooverde hem.
Daar was hel, alsof iemand naast hem
„gelukkigen nacht* lispelde en toen hij
zich tot zijne gezellin wendde, stond zij
reeds iu de donkere deuropening van
een oud paleis, terwijl zij een kleine lan
taarn aangestoken in de hand hield.
Na lang gepeins vervolgde hij rijn
weg.
De ontmoeting werd niet herhaald. Trots
zijn zoeken bleef het spoor voor hem ver
borgen.
Maar toen hij Rome verliet, had hij
het zonderling pijnlijk gevoel, dat zijne
„voorbeschikte" hem toch was ontglipt
zonder dat hij haar had weten
te houden
Eenige jaren later dreef zijne vakstudie
hem naar Boven-Italie en moest hij terwil-
le der oude Mozaïken naar Ravenna.
Op een mooien Aprilmorgen maakte hij
een tochtje naar Classe, naar dat melan
cholische, veriatan havenplaatsje van wel
eer, van hetwelk niets meer over was dan
een nutteloos geworden vuurtoreD, een grij
ze steenen reus, die eenzaam wacht houdt
naast den aloude Basiliek uit den tijd van
keizer Theodorick.
Eene groene, nevelachtige vlakte rondom
drassige bodem, doorsneden van weiden
en hier en daar overdekt met riet, de
plant van den deemoed daarachter de
lichtkleurige band van den Ronco, zich
slingerend door het beroemde slagveld, waar
Gaston de Foix zijn jong heldenleven liet,
en verder daarachter de oude muren van
Ravenna, de wereldberoemde toren van de
trotsche Gothische residentie.
Hij ging den Basiliek binnen.
Een oude bewaker zat bij den ingang
op zijn hurken. Bijna ijzig koel woei de
lucht uit dit wondergebouw den bezoe
ker toe.
Nadenkend liep hij tusschen de rijen
zuilen, voorbij de ledige sarcophagen, die
in eene lange reeks stonden opgesteld als
kunstige ladenprachtige marmerstuk
ken, die honderdvoudig overleefd hadden
die gebeenten, welke een reeds lang uit
gestorven geslacht treurend in haar had
neergelegd.
En op een dezer sarcophagen zat bet
meisje van toenmaals en teekende opmerk
zaam de schoone zuilenrij tegenover haar,
in een groot schetsboek na.
Hij dacht zich te vergissen. Daarna
trad hij op haar toe en sprak over de onde
kennismaking, welke zij zich lachend her
innerde.
Wederom verkreeg dat zonderlinge ge
voel van uit dien nacht te Rome in zijn
gemoed de overhand.
Maar bij was ouder geworden sedert de
eerste maal. Hij was veranderd, had
in het vaderland banden aangeknoopt, wel
ke hem verwachtingen deden koesteren,
in welke zijn verlangen lag verscholen.
Hij behoorde nu tot de mannen,
die bi eene rijke vrouw huwen, öf geen
eene, die over geknotte jongelings-
idealen den banvloek van een gezond re
alisme slingeren onbarmhartig, omdat
elke geestverwant en om de andere
menschen bekommeren zij zich niet
hen gelijk geeft.
Zijn blik bleef ditmaal Diet alleen ge
vestigd op hare oogenhij bekeek ook
haar vrij kaal afgedragen kleeding, bare
schamele uitrusting, haar blauw schilder-
scherm hetwelk een groote scheur had,
midden door
Zelfs hare keurige kleurschetsen, welke
zij hem onbevangen toonde, konden niet
anders dan bij hem den indruk versterken,
dat zij toch in den grond zeer geniaal
was.
Zij spraken lang over kunst en over
Italië. Daarna namen zij voor do Basi
liek afscheid van elkander. Hij wilde
naar Ravenna terugz(j wilde nog wat
schilderen in de Pineta, in dat rnime,
fabelachtige pijnboomenwoud, hetwelk aan
de kust der Adriatische zee eensklaps uit
het vlakland opstijgt.
Hij zag haar, vergezeld van een bruinen
jongen, die haar schilderscherm droeg, op
den landweg voortwandelen,
Zij had op hem indruk gemaakt
tochwel is waar was het niet meer die
electrische stroom uit dien Romeinschen
lentenacht maar iets zonderlings bleef
het toch
Zeldzaam, dat het toeval hem nog een
tweede maal elkander had] doen ontmoe
ten.
Maar eene arme schilderes P nu tegeno
ver de schoone kansen, welke hij thuis
had? onmogelijk?
In den volgenden winter deed hij een
zoogenaamd „schitterend huwelijk."
In den eersten tijd was hij tevreden
daarna begon die tevredenheid hem al te
vervelen en ten slotte dacht bij over zijn
huwelijk al niet meer na.
Hij ging aan zijn arbeid, trachtte zicb
carrière te maken
Op een zijner kunstreizen ver
scheidene jaren latervroeg hem een zij
ner kunstvrienden, of hij reeds aan Nora
Lenz, de beroemde aquarelle-schilderes,
van wie nu de geheele wereld sprak, was
voorgesteld geworden zij was zooeven
aangekomen zij stond daar te midden
van dat groepje menschen bij de deur
„Jong vroeg hij.
„Bij talenten doet de leeftijd niet mee,"
zeide zijn vriend.
„Hupsch schoon
„In tweeërlei opzicht," antwoordde de
gevraagde „ten eerste schoon van vor
men en dan bezit zij die eigenaardige,
geestelijke gratie gij weet wel
„Gehuwd
„Gij zijt wel nieuwsgieriggehuwd
neen 1 maar toch zoo goed als gehuwd,
Men zegt dat de rijke RI*
Zij gingeu nu naar het groepje men
schen.
Eenklaps zeide hij tot zijn vriend, dat
hij toch liever maar niet wilde voorgesteld
worden hij had evengoed al zoovele
visites at te leggen, dien avond...
Hij liet zijn vriend staan en nam plaats
in eene nis.
Van daaruit zag hij haar nog duidelij
ker dan in het eerste oogenblik der her
kenning.
Dus dat was er uit haar gegroeid
Iets wonderschoons, beroemds, bi-
zonders uit de eenvoudige, onbevangen
gestalte, welke hij de laatste maal „te
geniaal" gevonden en wier verscheurd
schilderscherm hem zoo gehinderd had.
En nog eenmaal voelde hij dien elec-
trischen stroom, en nu ook werd het vol
komen zeker in zijn ziel.
Zij was toch de voorbeschikte voor hem
geweest en hij was haar voorbijgegaan
onherroepelijk I
De rijke R. stond naast haar. Zij zag
hem koel en gelaten aan. Die was ook
niet de rechte voor haar de rechte voor
haar, was hij, in de nis!
hij had den Talmnd beter moe
ten lezeu nu was het te laat
En hij verwijderde zich ongemerkt.
Eene derde ontmoeting bad nu voor
beiden geen doel meer.
Vroegewinter.
In Zwitserland is over eene groote uit
gestrektheid eene enorme massa sDeeuw ge
vallen te Chaux-de-Fouds lag zij een hal
ven meter hoog en ook in en oib Bern,
heeft het zwaar gesneeuwd. Een aantal
telegraafpalen zijn gebroken en de tele-
phonische gemeenschap is op vele plaat
sen gestoord. De rivieren zijn geweldig
gezwollen. In Neufchatel, Waadtland, Ba-
sel en Tessino hebben overstroomingen
plaats gehad, waardoor de wijnoogst veel
geleden heeft. In Hffsingen zakten twee
huizen in door den drang van het wa
ter.
Wat het Militairisme be-
looft.
Een ergerlijk geval van mishandeling
van een Dnitseh soldaat wordt uit Heil-
bronn gemeld. Een boer uit dit stadje had
vier zoons in het leger. Een dezer, in
garnizoen te Griind, was tot reserve-offi
cier benoemd, welke bevordering aan een
.sergeant van zijne compagnie den uitroep
ontlokte„Ik zou wel eens willen weten
wie de ezel van een majoor is, die Bau-
er tot reserve-luitenant heeft gemaakt".
De sergeant werd daarvoor gestraft met
drie weken arrest en Da afloop van zijn
straftijd overgeplaatst naar Heilbromn,
waar hij ongelukkig de sectie kreeg, waarin
een broeder van den reserve-luitenaDt lag.
Deze arme jongen moest het nu ontgel
den. Nooit werd hij bij zijn naam ge
noemd, de rnwste en onhebbelijkste scheld
namen werden voor hem nog te goed ge
acht. Hij werd herhaaldelijk onder
de pomp gescbropt met harde borstels
en stroo, zoodat men zelfs de lapjes
vel er bij heeft zien hangen.
Dikwijls werd hij ook geslageD, niet al
leen met de hand maar ook met de sa
bel. Tot het uiterste door de ellende die
bij had te doorstaan, en door de verzeke
ring van zijn pijniger, dat hij niet zou
rusten alvorens Bauer in de gevangenis
te Ulm zat, pleegde de soldaat ten lan
gen leste zelfmoord. Hij schoot zijn ge
weer in zijn mond af. De kogel door
boorde het verhemelte en nam een oog
weg.
Den volgenden dag werd Bauer's vader
gehaald, daar de toestand van den sol
daat zorgwekkend was. Voor een aantal
getuigen verhaalde de jonge man toen
zijn lijden. Twee dagen later werd de va
der weggezonden met de verzekering dat
zijn zoon buiten gevaar was. Hij was
nauwelijks thuis, toen hij het bericht van
het overlijden ontving.
IN aar de verschillende feiten van dit
verhaal is thans een onderzoek ingesteld.
Kwade koortsen in Azië.
Te Petersburg zijn thans bijzonderheden
ontvangen betreffende de schrikkelijke ma
laria-koortsen, welke dit jaar onder de be
volking en de Russische garnizoenen in