gemengd niéuws. sfyüa "5 - 01' "i,o4r» ni,:o""' die uwe gen Hoe mijnheer Nicolaas hernam Brus- niet. Ik heb vriendelijk zijn, Hoe mij""- Bruskai bewees, telt de heer Een mijner de Paris - George Anriol in koorddanser en die die van beroep jongto, h t rentemmer u, b brief 8f te postkantoor te Mewx beriep, door halen. Daar ^5 Nicolaas Brnskui be- geherl Europa als Nwm d dat de kend te zijn» was hy zeer Bruskai. ]iik hebt," hernam •J'' 'l „„k«i, a»t J' b™< S&ê&m Bruskai »yt. heet en niet DurandQn^pr be- aangeteekend als u mij een of ander be wijs levert of een getuige meebrengt, dan is dat voldoende „Goed", zeide Bruskai en verwijderde Z'CNa verloop van ongeveer een uur kwam ^„üaaf ben ik weer!" zeide bij aan het loket, „ik ben het „Ik Wie ik was de eemgszins ruwe vraag van den beambte. „Ik! Bruskai! U weet wel. ik kom voor den brief uit Praag „Ab, juist", zeide de beambte, „en hebt u het noodige bij u „Ik geloof het wel", antwoordde de jongleur. „Laat eens zien 1 „Ja, dat is te zeggen^, kai, „niet hier, dat gaat twee getuigen, wilt u zoo v even met mij naar buiten te gaan De beambte was nieuwsgierig en ging mede. Buiten stond een wagentje met een ponny bespannen. „Dat zijn mijne bewijsstukken," zeide Bruskai, „ik heb geen andere. Maar de ze zullen wel voldoende zijD, want hier slaat op het wagentje met groote letters: Nicolaas Bruskai!" De postbeambte aarzelde nog, „Ik zie wel nw papieren, die van hout zijn," zeide hij, „maar waar zijn uwe ge tuigen?" De kunstenmaker opende een kastje dat op het wagentje stond en haalde er een papegaai uit. „Je zou me een groot genoegen doen, papegaai," sprak Bruskai het dier aan, „als je me zei, met wien je de eer hebt te spreken." „Varken," krijschte de papegaai. „Je bent niet beleefd", hernam de kunstenmaker, „maar aangenomen, dat de man, met wien je spreekt, een zwijn is, kan je me dan ook zeggen, hoe dat zwijn beet „Bruskai Nicolaas", antwoordde de pa pegaai. „Mooi, nu mag je weer naar je huisje gaan", hernam zijn baas, die nu de pony aansprak tjPatrik, ben je niet het lievelingspaard van den keizer van China Het paard schudde ontkennend met het hoofd. „Men beweert, dat je het eigendom bent van een zekeren Nicolaas Bruskai, is dat waar?" Patrik knikte zeer duidelijk „ja". „En behoort de wagen ook aan Nico laas Bruskai Andermaal antwoordde da pony bevesti. gend. „Zweer het bij je eergebood de „Neem die mee naar huis," zeide zij hem vriendelijk toelachende, „zij zijn het teeken van den vrede. Maar zeg er uwe vrouw maar niets van, dat ik haar de bloemen heb gestuurd; zij moet mij eerst lief krijgen en dat zal nog wel eenigen tijd duren.* Zij had bIuw genoeg er voor gezorgd dat zij beiden een klein geheim hadden té bewaren, en dat moest er toe bijdragen, den ïwakkec band, die heo beiden na reeds weder verbond, wat sterker te maken. Hij had de gave giarne afgewezen, maar hij kon dit onmogelgk doen, zonder onbe- beleefd en rnw te schijnen en bovendien haar zeldzame, eigenaardige schoonheid oe fende een bedwelmenden indruk op hem uit. Hij zou blijde geweest zijn, als zich een mogelijkheid had voorgedaan om de bloemen weg te werpen want hij deinsde er voor terng, ze aan Rath te brengen, daar hij wist, hoe groot haar afschuw was voor iDez Golding's persoon. Maar Ralph had geene gelegenheid ze weg te werpen, want de slimme dnivelin begeleidde hem tot de kamer waar zijn vrouw lag en zeide hem eerst bij die deur goeden dag, zoodat hij zich wel verplicht gevoelde met de bloemen naar binnen te gaan. Ruth scheen door haar slaap zeer ver kwikt te zijn en zich zichtbaar beter te gevoelen. Zij ging in haar bed opzitten en nam de bloemen in hare handen, zij be wonderde ze en dankte hem er voor, dat hij zoo goed en oplettend geweest was, ze haar te brengen. Ralph kreog het wol oenigszins benauwd; hij kwam zichzelf voor als een gomeene be drieger, hij schaamde zich over hetgeen hij deed, en toch ontbrak hem de zedelijke moed er voor uit te komen. Den volgenden morgen gevoelde Ruth ziob veel beter en nadat zij hot ontbijt had gebruikt, zoide zjj plotseling „Ralph, wij moesten vandaag eens n» het St.-Anthony-hospitaal gaan en eens Mr. Meredith vragen. Wat zal hii ua- onB denken, dat wij hem zoo ver°° „aa" men Kunnen wij vandaag Ralph kunstenmaker. Het paardj'e lichtte den rechterpoot op en nieste met znlk eene oprechtheid, dat de hardnekkige beambte eindelijk overtuigd was en Nicolaas Bruskai den brief gaf. Paardenvleesch. Het gebruik van paatdeuvleesch is te Berlijn zeer groot. In 1895 werden er te Hamburg 951 paarden geslacht, te Ber lijn werden er echter 7620 in datzelfde ja®' getold. Te Breslau werden er in 1895, 2881; paarden voor de consumptie geslacht, zelfs de veel kleinere stad Altona slacht, nog meer dan 100C paarden. Het schijnt dus wel, dat paardenvleesch in Duitschland veel gegeten wordt. 'De bekende vaster dr. T a n- ner is bij een brand te Cleveland in Ohio omgekomen. Hij werd in 1885 in Engeland geboren en begon in 1880 met zijn vastproeven, waarmee hij wilde bewijzen, dat de mensen vele dagen bniten eeuig voedsel leven kan, op niets anders dan wat zui ver water. Hij bewees, dat dr. Tanner het kon. In het openbaar, maar waarschijnlijk na voorafgaande oefening, begon hij met een proef, die 48 dagen duurde. Later her haalde hij die nog eens, maar toen Succi en Merlatti hem ging navolgen, achtte hij zijne stelling bewezen en men hoorde niets meer van hem tot 1891, toen hij Sacci uitdaagde met hem te wedijveren. Succi bedankte. Nu is hij gestorven, niet van honger maar door een ongeluk. Het zou evenwel kunnen, dat wij binnen kort weer iets van hem hoorden. Immers, ook in 1881 liep het gerucht van zijn dood, tengevolge van een val te Amsterdam, en een poos later kwam hij te voorschijn uit een krankzin nigengesticht in Lonisiana, waar men hem opgesloten had. De „B aco-S t an d a r d", een En- gelsche stoomer ingericht tot het stoken van petroleum in ketels, heeft den overtocht gemaakt van Engeland naar Philadelphia alleen met gebruik van genoemd verhit- tingsmiddel. De proefneming is uitstekend geslaagd, maar het verbruik is grooter geweest, dan men zich had voorgesteld. In plaats van een dagelijksch verbruik van 34 ton kolen, waren 20 ton pe troleum per dag noodig. Intusschen mee- nen Amerikaansche deskundigen, dat het gebezigde systeem voor veel verbete ring vatbaar is. Ook de Fransche marine heeft een proef genomen met petroleum met het oorlog schip „Surcouf'. Op het dek was in een waterketel van een inhoud van 2000 L. petroleum geborgen. Met eene pomp werd deze vloeistof naar de stookplaats gevoerd, waar de steenkool met petrole um werd gedrenkt. Gedurende twee uren werd met slechts 2 ketels gestoomd met deze gedrenkte steenkolen; daarbij kon eene vaart van 18.5 znijl worden behouden. Een gelijk tijdsverloop met gewone steenkool stoo- mende bedroeg de vaart slechts 8 mijl. Onze dienstboden. Mijnheer„Zeg, je moet betere koffie zeiten, het lijkt wel slootwater". Keukenmeid „Ten eerste laat 'k me niet afsnauwen en ga ik over zes weken heenten tweede moet u maar een uurtje vroeger beneden komen, voordat de koffie lauw is, en ten derde zou 'r niets te re- klameeren zijn geweest, als ik het water maar even had laten doorkoken. Iemand was met zijne zus- ter in een vertrouwelijk gesprek over een meisje. Waarom trouw je niet met haar? vroeg zij. Dal zou ik wel willeD, antwoordde haar broeder, maar ongelukkig heeft zij een gebrek in hare spraak. Zij kan geen „ja" zeggen De broosheid van lamp e- glazen. Niets breekt zoo gemakkelijk als de glazen van petroleumlampen, die thans zoo algemeen in gebruik zijn. De huis. nog 8a Ralph stemde toe en een poosje later nam hij een rijtuig en reden zij naar het zieken- hnis om daar te vernemen hoe, het hnn vriend ging- „Ja," werd hen op hun vraag ge antwoord, „mijnheer Meredith is hier opge nomen, de operatie is twee weken geleden geschied, maar sedert dat oogenblik is de patiënt zeer zwak en mag nog geen bezoek ontvangen-" „Ma»r, hij zal dat toch immers spoedig knnnen doen, niet waar P" vroeg Rath ang- stig. „Dat kunnen wy niet weten, mevrouw. Niemand kan dat zeggen," verklaarde de portier met grooten ernst. „Mr. Meredith's toestand is uiterst bedenkelijk; het is nog niet eens zeker te zeggen, of Mr. Meredith wel van zijn ziekbed zal opstaan," eindigde hjj na eenige aarzeling. „O fluisterde de jonge vrouw op boven den toon. „Is de operatie dan niet gelukt." „Ook dat is nog niet zeker mevrouw," was het ontwjjkende antwoord. Zoodoende konden zij niet anders doen den hunne visite-kaartjes afgeven en de teil hyacinten, die Rath voor hem gekocht had, daarbij voegen en bedroefd over de weinige be moediging, die zij hier ontvangen hadden, namen zij den teragweg aan. „Ik vrees, dat hij zal sterven," mompelde Rnth, een zacht onderdrukkend, toen zij de steenen trap van bet statige huis afstapten „wanneer hij sterft, verliest de werold een groot en edel mensch." „Bi, Ruthie, liefste," antwoordde Ralph piagond, tor wijl hij haar lachond in hot droevige gelaat Mg, „ik zon bijna gedwongen zjjn, jaloersoh op Mr. Meredith te worden. Gij moet hem wel zeer lief hebben, dat gij uw kopje zoo om hem laat hangen." „Gij behoeft nooit ijverzuchtig op iemand te worden Ralph, want ik ben uwo vrouw 0» mijn eed kan ik zelfs in gedachte niet ontrouw worden. Maar Mr. Meredith beviel piij uitermate goed. Vroeger was hjj even fior en mannelijk schoon cis gij, maar daar- bÜ was hij goed en vriendelijk, zaohtzinnig „0 innemend als eene vrouw." „Maar duivekater Ruth, spreok toch n altijd over hem op een toon alsof hij reeds tot het verleden behoorde. Hij is immers nog op de wereld, en ik heb een gevoel, alsof hij nu nog niet zal sterven. Hij is inderdaad een knap mensch geweest, maar het is toch verduiveld jammer, dat hij nu zoo scheef en kreupel is. Al wordt hij nu weder zoo gezond als een visch, zal hij toch een zeer afgezonderd en treurig leven moeten lijden, want het is niet denkbaar, dat er eene vrouw van zijnen stand zal zijn, die znlk een misvormd man tot den haren zal nemen." Ruth bloosde bij een dergelijke brnnske opmerking. „Dat zie ik volstrekt niet in,"antwoordde Ruth levendig. „Ik geloof dat iedere vrouw er trots op zal kunnen zijn, znlk een man den haren te mogen noemen." Zij dacht aan het gesprek, dat zij eens met Meredith over dit punt gevoerd bad. Maar zij bad dit nooit aan haar man ver teld omdat zij het als zeer streng vertrou welijk had opgevat. Haar man wendde zich na evenwel vol verwondering tot haar. „Maar Ruth, meent gij, dat gij als bet n voorgesteld geworden was, een kreopole als Mr. Meredith zondt kunnen huwen „Ja zeker, wanneer ik hem liefhaden ik zon ook trots op bem zijn 1" antwoorde zij met een ernst, die haar oprechtheid be wees. „Dus, als het eens gebeuren moeht, dat ik ellendig kreupel of vreeselijk verminkt werd, zoudt gij niet voor mij terngdeinzen, maar mij even oprecht liefhebl>oa y" „Nooit zou ik O kanno.. vor.hohuw™ T jj „/vnrler aarzelen. „Wanneer antwoordde zjj 2o°«rd en odo, b|eort «is K„ gij innerlijk even g ,t«d diegene voor u nu «fit, d"n *oa «oor u ben. Ik zou u blijven, die ik nu fbobbo„ en verzorgen blijven eeren e«J gobrek, g'J ook mot wélk urBchowo.Uk ronddr«gen.__Het is_de moeders zijn er wanhopig over. De ge leerde scheikundige Chiappe leert er ons de oorzaak van kennen en dat is al iets, doch niet het geneesmiddel en daarin heeft hij groot ongelijk. Volgens dezen geleerde zet er zich op de verdikkingen der lampeglazen een poedervormige laag zwavelzure soda af, zooals de ontleding aan 't licht brengt. Van waar deze zwa- velzure soda f Daarvan, dat de petroleum beurtelings gezuiverd wordt met zwavel zuur en soda. Na blijft er in de vloei stof ondanks herhaalde zuivering een zwa velig zuur over, dat, bij de verbranding weder oxydeert in zwavelzuur, het glas aantast en ncodiottige zwavelzure soda vormt. Dat is de niet zeer troostrijke uit legging van het luidruchtig breken der lampeglazeD, waarvan men, zooals het heet, nog zoo lang pleizier hoopte te heb ben. Alt ij d een geluk bij een ongeluk De student Meier gaat om één nnr des nachts naar hnis. In een eenzame straat ontmoet hij een man, die er tamelijk ver dacht uitziet en naar hem toekomt met de vraag „Kunt u me ook zeggen, hoe laat het is Meier begreep, dal hij een gauwdief voor zich had, die slechts deze gelegen heid te baat wilde nemen om hem het horloge uit de hand te rukken. Zonder zich lang te bedenken, geeft od- ze student hem een krachtigen slag op het hoofd en zegt „Het heeft daar juist één uur gesla- De schavuit kiest, luid gillend, het ha zenpad. Eensklaps blijft hij staan, tast naar zijn hoofd en zegt „Nou, gelukkig dat ik hem niet een uur vroeger gevraagd heb, hoe laat het was 1* Van Amerika naarEuro- pa in één dag. Indien de plannen van een inwoner van Brooklyn niet mislukken, dan zal het weldra mogelijk zijn 's morgens in New-York te ontbijten en 's avonds te Londen te dineeren. James Gresham is bezig een boot te vervaardigen, die, naar hij zegt, in staat zal zijn met eene snelheid van vijf of zes mijlen per minuut, zoowel on der als boven water, te loopen. De deelen van het vaartuig zijn op 't oogenblik in bewerking in verschillende machinefabrieken en scheepsbouw werven nabij New-York en het in elkaar zetten zal, wanneer de alzonderlijke deelen klaar zijn, weinig tijds vorderen. De heer Gres ham heeft al een drie voet lang model gemaakt, welke de uitvoerbaarheid der uitvinding bewezen en hem aangemoedigd heeft, hem en andere kapitalisten om de 10000 dollars voor te schieten, die noo dig zijn voor den bouw van de grootere boot. Het model bestaat uit een cylinder van gepolijst staal, welke ongeveer 87.5 cM. lang en 20 cM. in middellijn is. Om den cylinder loopt van 't eene tot 't andere eind eene dunne stalen ribbe, die spiraalsgewijze zoo aangebracht is, dat ze altijd rechthoekig op de oppervlakte van den cylinder in ongeveer twee ge- heele windingen om den cylinder heenloopt. Als de cylinder om zijn as draait, oefent de ribbe die op het model ongeveer 6 74 cM. breed is, op het water ten naastenby dezelfde werking uit als een schroef, met andere woordeD, die spiraal- ribbe stuuwt al draaiende het water terug, zoodat de cylinder vooruit wordt voortbe wogen. Daar deze ribbe den cylinder van het eene einde tot het andere omgeeft, kan men nagaan, dat de voortstuwende kracht geweldig is. Aan elke einde verheft zich een gebo gen pijp, die een middellijn van 37$ cM. beeft en 15 cM. lang is. Deze buizen zijn van boven open en er loopt een wei nig lager een miniatunrgaanderij omheen. Aan het eene einde van den cylinder be vindt zich een stalen roer, verbonden aan een stevige stalen kiel, welke onder den cylinder is aangebracht. u zoudt ziel, bot en hetkarakter, wol- biod afdwingen, mot - donr- mot moeteu eeniood ïIOI?i«fde" achting 00 "'"1't geen geen hit vteeéohelijko g"w.oa^ndigdo Ra.hme. iaam bosta.n beo r bokoorluk gelaat, non ongowonon ernet dat bem evenwel weer haar geestelijke meer derheid deed gevoelen. „Lieve hemel, Rath, ik had er in de ver ste verte geen gedachten op, dat ge zoo'n kleine filosoof zijt. Maar al nwe theorieën zijn mij te boog en dit door n betitelde vlee- schelijke gewaad is mij het liefst en dier baarst, dat ka n ik zien en daar kan ik mij aan verlnstigenjdeze g estalte kan ik in mijne ar men sluiten en nw gezichtje kan ik met kassen overdekken. En hij voegde de daad bij het woord. „Maar dat zou het niet meer voor u zijn wat het nu is, als het koud en beweging loos voor u lag," antwoordde zij haastig. „O' Neen, neen, maar ik bid je, laat dit akelige gesprek uit zijn," antwoorde de jon ge man, met moeite zijn tegenzin voor al die wijsheid verbergende. „Zeker niet. Ik sprak er van om n te bewijzen, dat de bekoorlijkheid, die Mr. Me redith voor ons beiden bezit, geheel onaf hankelijk van zijne lichamelijke verminking is." Ralph's gelaat betrok en bij bekende zich zelf, dat zijn innerlijke waarde niet zoo groot was, en bij zon zooveel karakter niet bezit ten om in dergelijke omstandigheden hetzelf de te kannen denken. Het gesprek werd toch geëindigd en niet meer opgenomen, ofschoon er later een tijd kwam, waarop do herinnering aan dit ge- Bprek den bittersten nasmaak had en eene kwellende smart bereidde. Zij stuurde daarna bijna eiken dag een boodschap naar het ziekenhuis om naar den looatuiul van Mr. MoroJii.K ttavraaa ia (loon, muur zijn touHtand bloot' ook nu nog boden kol ijk en langon tijd nwoefde hij iusBohcn lovon on dood, totdat zij eindoiyk hot org- sto begonnen t© ▼reetren. Ruth had in do volgende weken ook volo slechte dagen on was dikwijls genoog uan hnre kamer gebonden, terwijl hot dan oen gebeurtenis was, die vanzei t' sprak, dat Ralph on miss Qoldïng mot olkandor gingen won- delen en zoodoende hoe langer boe meer mot elkander op vrlendaohappelijkon voet go- raakten. Op een dag waren zi) weel langer afwezig De wraak van een afge- wezen millionnair. In den zomer van het vorige jaar had de zangeres Lili Lejo zich van Weenen naar Mailand begeven, om daar een geest rol te vervullen, waarbij zij ook groot suc ces verwierf. Daar maakte zij kennis met een jongen, rijken Rus, den vier-en-twin- tig-jarigen Leo Edlen v. Gieystor, die met zijn secretaris naar Mailand gekomen was, om hier zang-onderricht te ontvangen. De ze jonge Saraaat, van wien geheel Mai land wist, dat hij de buitengewone lichaamszwaarte van 160 kilogram had, ver volgde mejuffrouw Lejo met huwelijksaan zoeken, doch werd door deze laatste afge wezen. De beleedigde Don Juan kwam op zekeren dag bij haar met de bedreiging, dat hij eerst haar en later zichzelven zou doodschieten, wanneer zij er niet in toe stemde met hem te hnwendaarbij haalde hij een geladen revolver voor den dag. Aan den zangeres gelukte het, uit de kamer te vluchten, waarna zij de denr van buiten afsloot. De Rus richtte nu, gelijk later bleek, het wapen tegen zich zelf, en men vond hem later als een lijk. Voordat de Rus zich met de revolver naar de zangeres begaf, had hy, veronderstellen de dat hij den dubbelen moord zou ple gen, zijn testament gemaakt, in hetwelk hij tot universeel erfgename benoemde eene mejuffrouw Maluine Brnnner, die terzelfder tijd dat mejuffrouw Lejo in Mai land optrad, na deze in dat vak de voor naamste was. Deze jonge dame, die aan het conserva torium te Weenen hare studiën had vol tooid, was in gezelschap eener vriendin naar Mailand gereisd, waar zij slechts een maal in een openbaar concert optrad. Of zij na mejuffrouw Lejo werkelijk de voor naamste zangeres was, is niet uit te ma ken, maar wel, dat zij in de stad volko men onbekend was. De familie van den rijken Rus verzet zich tegen het testament en ofschoon de Moskouer rechtbank het testament geldig heeft verklaard, heeft men het nu toch voor een hoogere rechtbank gegooid en hoopt de familie de erfenis, die millioenen bedraagt, te behondeD. B ij g e 1 o o f. Te Freiburg in Baden stond dezer da gen een jonge man terecht, die zijn oud tante had vermoord uit bijgeloof. Wer- nett zoo heette het jonge mensch hield zich voor behekst. Hij ging eerst naar den wonderdokter Birklin, die hem een middel aaa de hand deed, dat niet baatte. Eens op een dag verklaarde Birk lin, dat het misschien wel eens goed zon zijn, als men de heks met een stok sloeg. Wernett nam daarop het besluit de heks, die naar zijne meenig niemand anders dan zijn oudtante kon zijn, te ver moorden. Het ging des nachts naar de woning der oude vrouw, klom door het venster haar slaapkamer binnen, pakte haar bij den hals, sleurde haar uit het bed en worgde haar. Na den moord ging Wernett kalm naar huis en legde zich te slapen. Op de vraag van den president, of hij Van zijne daad geen berouw had, antwoordde hij, „dat het maar een heks was De rechter veroordeelde hem tot 10 jaren tuchthuisstraf. Geheimzinnig Eenigen tijd geleden werd een echtpaar te Otto- land voor een hunner vijf kinderen twin tig duizend gulden geboden. Dit bod werd door tnsschenkomst van een derde gedaan, die een geschreven contract bij zich had zoodat de ouders slechts behoef den te teekenen en het geld was disponi bel. De ouders zouden driemaal per jaar hnn kind mogen zien, doch wisten niet aan wien zij het zouden afstaan. Wanneer men nn echter weet dat het bewnste joDgetje met 1 Januari 1897 twee jaar oud wordt en nu al 20 kilo weegt, bovendien aanleg heeft om een breedgeschouderde reus te wordeD, ligt het vermoeden voor de hand, dat bedoeld kind aangekocht zou worden om tegen betaling ter bezichtiging gesteld te worden. Gelukkig weigeren de ouders hun fcind af te staan, al bood men hnn de dubbele som. dan gewoonlijk en Rnth, die zieh, na een lange poos gerust te hebben, veel krachti ger gevoelde, dan sedert vele dagen het ge val was, kleedde zich aan om uit te gaan, met de gedachte, nog eene kleine wandeling te gaan maken door het park, voor zij aan tafel zonden gaan. Zij was juist den tnin van het hotel uit gestapt, toen zij haar echtgenoot en de vrouw, die zij in het,diepst van baar ziel verafschuw de, te zamen zag aankomen. Zij lachten en praatten vriendelijk en on omwonden met elkander. Rnth bleef staaD, zag getroffen van den een naar den ander, terwijl eene schrikkelijke vrees haar harte pijnigde. Ralph kreeg een kleur, bij was zich van schuld bewust, maar miss Goldiug riep ooknn haar gewone brutale vriendelijkheid te hulp, zij scheen tegen alle omstandigheden opge wassen te zijn. „Ah, Mrs. Pljmpton. Ik heb uw echt genoot juist zooeven ontmoet en heb naar uwe gezondheid geïnformeerd. Veroorloof mij n te zeggen,* en hierbij wierp zij een blik op de gloeieDde wangen van Rnth, „dat gij er nu juist niet als een zieke uitziet. Ik teliciteer u." Rnth boog even het hoofd, zonder een antwoord te geven. Vervolgens wendde zij zich tot Ralph en zeide „Ik was juist van plan eene kleine wan- delmg in het park te maken, wilt ge met mij mede gaan Hg lichtte zijn hoed voor Inez, boog be- leeld en bood zijne vrouw een arm, ofschoon hjj liever naar huis was gegaan- Waurorn i»obt niot» togen miss Ool- ^"'8 goaogd b" vroeg bij kurzolig. Hot touii zoor boluoid on aurdig van haar Een gevaarlijke reis. In een waggon eerste klasse van een trein, uit Hongarije naar Weenen, zoo ver telt de Voss. Ztgzaten eenige dagen ge leden twee cavalerie-officieren. Opeens hoorden zij een vervaarlijk gekraak en al spoedig zagen zij tot hun schrik, dat de vloer van den waggon was gespleten. Een dichte stotwolk omringde hen en door het gat in den vloer werden tal van steenen in de coupé geworpen. De officieren zoch ten te vergeefs naar de noodrem. Plotseling zakten de wanden, die zich van de zolde ring scheiddeu en het gevaar werd elke seconde dreigender. De zetels, waaraan de officieren zich nog vastklampten, konden ieder oogenblik met hun iast vallen. Ge lukkig werd het ongeval bijtijds door een conducteur gemerkt, die den trein onmid dellijk tot staan bracht. Het bleek, dat van den band van een der wielen een stuk was afgebroken. Het wiel had met het o- verige gedeelte van den band en met de spaken in den grond geboord, waardoor de steenen met zooveel kracht tegen den vloer werden geslingerd, dat deze spleet. Zou 't nog zoo zijn? William Temple was in de Zeventiende eeuw Engelsch gezant hier te lande Hij schreef toen van de Hollanders: „Er zijn sommige gewoonten of hoeda nigheden, die hun allen gemeen zijn, zoo als groote zuinigheid of orde in bet uit geven van hunne penningen. Hun alge- meene rijkdom bestaat hierin, dat ieder méér heeft dan hij verteert, of, om juis ter te spreken, dat ieder niet meer ver teert, dan hij heeft ean inkomsteD, hoe danig deze ook zijn. Het komt hier niet eens in de gebachte, om gewoonlijk zoo veel te vertereD, als het inkomen be draagt. En wanneer dit al gebeurt, mee- nen zij dat jaar tevergeets geleefd te hebben." Een ontzettende wraakne ming, Uit 8an-Francisco wordt eene geschiedenis meegedeeld, die hoewel zij waar is, aan de reisverhalen van kapitien Majne Reid of Fenimore Cooper herin nert. Twee trappers, Hiram Good en San- by YouDg genaamd, vermoordden name lijk het geheele overschot van den stam der Mill Creek-Indianen, bestaande uit 202 mannen en vrouwen. Young en Good Waren van hun jeugd af vrienden en leidden een jagersleven in het bosch. Toen zij eenige maanden gele den 's avonds van hun arbèid naar hnis terugkeerden, vonden zij de woning in de asch gelegd en Good's vrouw ver moord. Spoedig ontdekten zij, dat de Indianen dit feit hadden gepleegd, en omtrent de identiteit der schurken kon geen twijfel bestaan, daar zij het spoor vonden van het opperhoofd der Mill Creek-Indianen die aan eiken voet zes teenen had. Good en Young zwoeren wraax, en weken achtereen schoten zij verscheidene leden van den stam der roolzuchtige Indianen neer, waar hun dezen door het toeval binnen schot werden gebracht. Eindelijk, in Augustus, vonden zij den geheelen stam gekampeerd, in een ketel- vormig da), omringd door hooge rotswan den. Dit dal was slechts langs de bed ding van een riviertje te bereiken. De beide trappers wachtten tot de Indianen afgemat door eene groote zwelgpartij, zich ter raste begaven, en doorwaadden daarna de rivier. Aan den ingang van het dal maakten zij eene stevige barricade van rotsblokken, waarachter zij met twee zware repeteergeweren, twee grootkaliber revolvers, en ongeveer 1000 patronen plaats namen. Young laadde de wapens en reikte ze aan Good over om te vuren. Op dat oogenblik stond een opperhoofd op, om zich naar het kampvuur te begeven, waarop Good hem een kogel door het hart joeg. De Indianen, door het schot gewekt, sprongen in een paniek op. Good bleef met onverstoorbare kalmte doorvuren, en ieder schot velde een Indi aan. Verscheidene Indianen snelden naar hot riviertje doch vielen, na eenige schre den in die richting gedaan te hebben, doodelijk getroffen neer. Mannen en vrou wen liepen gillend in eene wilde verwar ring dooreen, en werden èèn voor èón door een onzichtbare hand weggerukt. Dit mooiddadige vuur duurde ruim een half uur. Toen er geen Indianen meer in leven schenen te zijn, verlieten de beide trap pers, met den vinger aan den trekker hunner revolverB, hun schuilplaats, om een onderzoek in te stellen naar de uit werking van hun vnnr. Alle Indianen waren dood, met uitzondering van een 6-jarigen knaap, dien zij mee namen naar San-Francisco. YouDg en Good zijn sedert niet meer ge zien en men denkt, dat zij naar Australië zijn vertrokken, om aan de gevolgen de zer moordpartij te ontkomen. Eene misrekening. Tan te tot nichtje: „Als je van avond toch uiigaat, ging ik naar het Paleis voor Volksvlijt daar geven ze een kus van f 50.000 Tante tot haar nichtje (thuis komende): „En?..." Nichtje: „Ja, 't was heel aaidig, maar ik heb geen kus gehad en moest toch nog toe betalen." §Een vreemdsoortigeboot» Onlangs heeft men een vaartuig ge maakt, hetwelk naar zijn uitvinder „stroombood" genoemd wordt en in Huizum reeds proefondervindelijk heeft bewezen aan de gestelde verwachtin gen te kunnen voldoen. Deze boot, wel ke het meest gebruikt zal worden op de jacht en bij de vischvangst, is ver vaardigd van Gummie, kan in elkaar gevouwen worden en bestaat uit vier luchtdichte afdeelingen. Het geheel is zoo licht, dat het samengevouwen en gemakkelijk meegenomen kan worden. Moet ze voor het gebruik gereed ge maakt worden, dan geschiedt dit in en kele minuten met behulp van een lucht pompje. Het eigenaardige aan het boot je is echter, dat onder aan den bodem twee gummizakken neerhangen, in wel ke de beenen gestoken worden, zoodat men in de boot over het land kan loo pen en ook zoo weder te water kan gaan. Het bootje wordt door de voeten voortbewogenalleen bij een sterken stroom is een kleine roeiriem noodig, die evenwel zoo is ingericht, dat zij ook gemakkelijk getransporteerd kan wor den. Een ontaard vader. Te Stockholm heelt een arbeider zijn vier-jarige dochter op verschrikkelijke wijze om het leven willen brengen. Hij kocht een dynamietpatioon en een lont en begai zich met zijn kind naar een afgelegen plaats. Hier gat hij het klei ne meisje de patroon in de hand, en zeide haar, dat zij die goed vast moest houden, waarop de onmensch de lont in brand stak. De patroon ontplofte en de arm van het kind werd verbrij zeld daar het slachtoffer nog leefde, wierp de vader het in het water, waar na hij zichzelf verdrinken wilde. De koude van het water schrikte hem ech ter ai. Hij zwom spoedig naar den kant, waar hij gevangen werd genomen. Het meisje werd dooi voorbijgangers op het droge gebracht. Uit Glasgow wordt (vol gens Paii Mali) gemeld, dat er onder handelingen gaande zijn om de zaken van zes der grootste steenkolenprodu- centen aldaar en in het westen van Schotland samen te smelten, ten einde een steenkolen-trust te ver krijgen. Het kapitaal der combinatie zou worden gesteld op 2 miilioen. De trust zou zich bepalen tot de pro ducenten, en het doei zou zijn de steen- kolenprijzen te handhaven en tevens voortaan door de aaneensluiting groo tere kracht te kunnen uitoefenen in ge val van geschillen over de arbeidsloonen. Vadertrots. A. „Uwe zonen zijn immers naar Amerika gegaan B. „Ja, de eene met twintig duizend, de andere met dertig duizend gniden 1" dal ktij naar u informeerde.'' lioih xv-uitr zug hom vorwondord aan „Ik wil niets mot haar te ,\,7 't ia zooals ik u ruods ,eu hebben I ik boot er voor Sorug, haar in i. Bozegd, moeten sion. liet is couo i 8«laat lo souder hart," antwoordde blo vrouw iialph haar sioh ooa huu hooien dod .Ik bon overtuigd, dat go VoJf'tea- te teergevoelig rijt. liet is niet ehr?„t J.°®1 zulk een gevoel van baat tegen een ander bij zich te dulden." De jonge vrouw was nu bleek genoeg, om voot eene zieke gehouden te kunnen woiden en de smartelgke trek om baar mond was pgnlijk om aan te zien. Zg maakie kgeene enkele directe tegenwer ping, maar bevend antwoordde aij, dat zij zicu met wel gevoelde, dat zg huiverig werd en naar het hotel wilde terugkeeren. Leu volgenden dag moeBi zy weder het bed houden, welke gelegenheid Ralph en inez te baat namen, oen uitstapje in de om geving van Parijs te maken. Bg hun terugkeer aten zij te zamen on gingen 's avonds naar de opera, Ruth had zich reeds lang te voren over dezen avond verheugd, maar toen het tijd stip daar was, was zij niet m Blaat haar hoofd van het kussen op te heffen. Des niettegenstaande zeide zij uit zicnzelve, dat Ralph evengoed naar de opera moest gaan. „ik kan niet zonder u gaan, Ruth," zeide hij, want zijn geweten begon hem te pijni gen, dat hg haar reeds zooveel alleen net. „Kunt gij niet opslaan en met mij medegaanh tiij weei, dat de plaatsen al reeds genomen »yn." „Neen, ik kan niet, ik ben te zwak." „Nu goed," auiwoordde hij aarzelend, „dan zal ik mijn kaarten weggeven en bij u blyven." „Neen, dat moogt ge niet doeD, geef eén kaart weg en ga zelt op de andere." De manier, waarop nij aan baar verzoek voldeed, lag geheel niet iu liuih's bedoeling. Hij noodigdu Inez uit, mot hem naar de ope- rik t« 8UMn> o*» Hoheugriu to booreu e» zuoduuuuo u.ud.Kcio ook aio (W mot ooue ver- trouwelykü uumunkoirmt üeduruiicie don voiimln »oo Ziok, dut couo „mk? "8 WClrd Ka,h worden gehuurd on wanü°nVOr^>ieC^S*Cir xnüe8^ dighoid in hot «iokouy^f 'egouwoor- weid, bracht Ralph hot verlangd don üug by icyn sirouo ooli" SÖU<iel(o van zoodoeudo geheel in haro, »1"W UI *««ak«a spannen noiten verward. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 6