Donderdag 10 Decembor 1886, 40ste Jaargang ITo. 3159- 8d*" Uit en voor de Pers. LANDBOUW. GEMENGD NIÉUWS. BIJVOEGSEL. Radicaal program. Doodgevroren. nietjes. Jan Courage. SCHAGER COURANT. Thans meldt de Vaderlanderorgaan van dr. Bronsveld c.s., Op 30 November jl. was te Utrecht een aantal mannen bijeen uit verschil lende streken van ons land, die hebben opgericht eene algemeene christelijk-histo- rischeKiesvereeniging. Hunne tegenwoor digheid was bewijs van instemming met hunne vooraf kenbaar gemaakte grond beginselen. In die bijeenkomst werd vastgesteld, welke houding op grond van die begin selen moet worden aangenomen ten aan zien van de gewichtigste staatkundige en sociale vraagstukken, welke thans in ons vaderland aan de orde zijn. De definitieve redactie van een be knopt program zal worden vastgesteld in eene vergadering, welke op den lOden dezer wordt gehoudenAlsdan wordt ook het conceptreglement behandeld, dat aan allen, die adhaesie betuigden, toegezonden wordt. Aan de vereenigingen, aangesloten bij den Radicalen Bond, is door het bestuur een schrijven verzonden, mededeelende dat, ter voldoening aan de opdracht, een verkiezingsprogram te ontwerpen, het bestuur gegeven door de algemeene vergadering van 4 Oct. jl.,wordt voorge steld het onderstaand besluit to nemen in de algemeene vergadering, die ge houden zal worden op Zondag 3 Janu ari 1897, des middags te 1 uur in het gebouw voor „Kunsten en Wetenschap pen", te 's-Gravenhage, en met verzoek de behandeling van dit voorstel in de onderscheiden vereenigingen tijdig aan de orde te stellen. De vergadering, voldoende aan arti kel 13 der statuten, spreekt als haar oordeel uit dat de nieuwe kieswet zoodanig strijdt tegen de democratische beginselen dat, zoolang grondwetsherziening niet te ver krijgen is, eene uitbreiding van het kies recht tot de uiterste grens der grond wet een der voornaamste eischen blijft; dat inmiddels op grondwetsherziening moet worden aangestuurd dat het tot stand komen der navol gende hervormingen niet mag worden vertraagd a. Verplichte verzekering tegen de gevolgen van ongevallen, ziekte, invali diteit en ouderdom met geldelijken steun van den Staat. Kamers van arbeid. Wettelijke regeling van het arbeidscon tract, met name ter voorkoming van overmatigen arbeidsduur. Bepalingen om trent loon en arbeidsduur in bestekken en concessiën, van de overheid uitgaan de. b. Vermeerdering van den productie ven landarbeid door de overheid of met haar steun. Uitbreiding van het ontei- geningsrecht, daarvoor noodig, alsmede voor de verbetering van woningstoestan den. c. Herziening der armenwet, ten einde te komen tot eene stelselmatige en af doende leniging van armoede. Ter voor koming van armoede maatregelen tegen werkloosheid en hare gevolgen. d. Leerplicht. Wettelijke regeling van het vakonderwijs. Betere regeling der onderwijzerstraktementen. e. Pachtcommissies die, door den steun der overheid, allerwege de bemid delaars en de scheidslieden kunnen wor den tusschen eigenaar en pachter en het uitgangspunt eener wettelijke regeling van het pachtcontract, voldoende aan plaatselijke behoeften. f. Afschaffing van de plaatsvervan ging en zooveel mogelijke vermindering der uitgaven voor leger en vloot. g. Verbetering van den rechtstoe stand der vrouw. Afschaffing van het verbod tot onderzoek van het vader schap. Bescherming van verwaarloosde kinderen. h. Ingrijpende maatregelen ter bestrij ding van drankmisbruik. i. Schadeloosstelling aan hen die ten onrechte zijn gevangen genomen, en besluit, het bovenstaande vast te stellen als verkiezingsprogram. Het bestuur van het in 1897 te Hoorn te houden 50e Neder- landsche Landhuishoudkundig Congres heeft in een circuhire aan belangstel lenden verzocht opgave van vraagpun ten van actueelen aard, die men wensche- hjk acht, dat op het Congres in behande ling komen. De inzender van een vraag punt is niet bepaald verplicht het ook zelf in te leiden. De gelegenheid tot in zending staat open tot 1 Januari 1897 bij den lslen secretaris, den beer dr. 1). Knuttel te Hoorn. D e beweging op landbouw- gebied, die zich in verschillende richtingen doet gelden, schijnt zich ook te zullen ui ten door uitbreiding van het aantal vakor ganen. Wel werd in de algemeene vergade ring te Utrecht, waar dezen zomer de Ne- derlandsche Boerenbond werd opgericht, verworpen het voorstel van het bestuur, in de concept-statuten opgenomen, om een eigen maandblad op te richten. Als reden werd vooral opgegeven, dat, bij het ver schil van gevoelen omtrent protectie-maat- regelen, de inhoud lichtelijk aanleiding zou kunnen geven tot strijd en verdeeldheid. Nauwelijks echter zijn er verschillende provinciale afdeeliogen opgericht, of het op de algemeene vergadering verworpen denkbeeld wordt opnieuw opgevat. De Groninger Boerenbond heeft reeds eene circulaire verspreid om kapitaal bijeen te krijgen tot het oprichten van een eigen orgaan. #De bestaande couranten zoo zegt hij „zijn ons, met enkele uitzon deringen, vijandig gezind een eigen orgaan is daarom, zoo niet volstrekt noodzakelijk, dan toch hoogst gewenscht." Voor den Noordhollandschen Boerenbond wordt ondet den titel//De Hollindsche Boer8 reeds een nieuw blad aarigskondigd en eindelijk heeft de Provinciale Noord- brabantsche Christelijke Boerenbond dezer dagen insgelijks besloten een maandblad uit te geven, hetwelk aan de leden zal worden verstrekt, voorshands alleen tegen betaling der porto's. Wegens de uitbreiding, die het mond- en klauwzeer in de laat ste weken heeft gekregen, en in verband met het vermoeden, dat in verscheidene ge vallen de veemarkten tot die verspreiding hebben bijgedragen, maakt uitvaardiging van marktverbod op groote schaal thans een punt van overweging bij den minister van binnenlandsche zaken uit. Alvorens evenwel daartoe over te gaan, heelt de Minister inlichting gevraagd aan de Commissarissen der Koningin, van de maatregelen, welke ten aanzien van het toezicht op de veemarkten door de ge meentebesturen worden genomen. Holl. Maatsch. van Land bouw. Door het hoofdbestuur der Maatschap pij is in de plaats van den' heer P. B. J. Ferfdie als commissaris van de Onder linge Verzekering der leden van de Maat schappij moet aftreden, gekozen de heer P. J. A. de Bruinete ZWIJNDRECHT. Breedvoerig is een en ander besproken voor de ïd 1897 te 's Gravenhage te houden tentoonstelling en besloten aan het pro gramma toe te voegen eene afdeeling #bij- enteelt*, eene afdeeling „postduiven en postduiven vluchten8, waarvan de uitvoe ring aan de postduiven-vereenigi&g „'s-Gravenhage* zal worden opgedragen. Ook werd besproken de invoer van Duit- sche schapen, waarbij de meening wordt geuit, dat varkens, die met afval dier schapen zijn gevoed, door mond-en klauw zeer zijn aangetast. Een onderzoek zal daaromtrent worden ingesteld. Verschillende deskundi- gen hebben bevonden, dat men uit koe melk somtijds boter verkrijgt, welke, hoe wel onvervalscht, eene afwijkende samen stelling bezit. Znlke abnormale boter bevat namelijk eene geringe hoeveelheid vluchtige vetzuren en komt te dien opzichte overeen met natuurboter, waarbij men mar garine gevoegd heett. Dit verschijnsel schrijft prof. Soxhlet toe aan den aard der voeding van de koeien, en hij haalt te dier zake twee gevallen aan. In eene distilleerderij, waar men aan de koeien dagelijks 60 tot 65 liter afval van maïs gaf, daalde de titer der vluchti ge vetzuren tot op ongeveer de helft. Een dergelijk resultaat werd door hem zeiven verkregen, door de koeien te voederen met een dagelijksch rantsoen van 8 Kg. hooi en één Kg. sesam-olie. De uit de melk van die koeien vervaardigde boter, ofschoon volkomen zuiver, zou bij che misch onderzoek beschouwd moeten worden als met circa 40°/o margarine vervalscht te zijn, indien men niet overtuigd ware van de echtheid van haren oorsprong. De „verdachte* boter had volgens den Belgischen officieren-deskundige een titer van vluchtige vetzuren (Reichert Meissl Wollny) vaD 27.5 cc. Wanneer men nu nagaat, dat zelfs de Engelschen reeds te vreden zijn met een titer van circa £6 cc., zal men inzien, dat er geen kilogram Hollandscbe boter meer naar België zou kunnen gezonden worden, zonder als ver valscht beschouwd te worden. Bijna al onze natuurbotersoorten titreeren nl. ouder de 26 cc. (M. t. d, V.) Heteiland Montserrat is door schrikkelijke overstroo mingen geteisterd, waarbij 75 menschen verdronken, en wegeD en bruggen vernield zijn. A. In welke maand praten de vronwen het minst B. In welke maand Dat weet ik niet. A. Dat is toch vrij eenvoudig. In Fe bruari. Een strenge winter. Uit Rome wordt aan een Dnitsch blad geschreven, dat een buitengewone strenge winter over geheel Italië is gekomen. Voor- al nit Calabrië en Apulië worden langdu rige verwoestende sneeuwstormen gemeld, die op vele plaatsen de huizen deden in storten en de wijnbergen verwoesten. In Potenza vielen drie huizen boven de inwo ners in, zoodat er drie menschen omkwa men. In Piêve bereikte de sneeuw reeds eene hoogte van 30 cM- en nog duren de buien voort. Zelfs op Sicilië is hier en daar sneeuw gevallen. Alles duidt aan, dat Italië, evenals in 1879, voor een buiten gewoon strengen winter staat, die het toch reeds zoo zwaar bezochte land duur zal komen te staan. Daar men bovendien niet gewoon is om alle huizen te verwarmen, vreest men er voor een nadeeligen invloed op de algameene gezondheid. In Sardinië zijn nu reeds twee gevallen voorgekomen van de vreeselijke ziekte, de honger-typhus. Lastige insecten. Te Lon den kwam dezer dagen een vreemde zaak voor den rechter. Een gepensionneerd ko lonel. Mackiniton, eischte schadevergoe ding van kolonel Paterson, die vroeger hetzelfde huis had bewoond als hij en het huis zoo onbewoonbaar had gemaakt, dat kolonel Mackinnon zijn huishuur had moe ten opzeggen. De hnisbaas werd als getuige geboord en verklaarde, dat toen hij het huis aan klager had verhuurd, hij eerst den inven taris had opgenomen. Hij had de bedden nagekeken en hoewel ze niet zindelijk ge noemd konden worden, zaten ze toch niet vol ongedierte. De rechterIk dacht dat zulk onge dierte slechts 's nachts ta voorschijn kwam .(Gelach.) De huisbaas Mijn eigen ondervinding op dit gebied is zoo beperkt, dat ik n hieromtrent onmogelijk kan inlichten. [Hernieuwd gelach). De vrouw van den beklaagde beweert, zorgvuldig het geheele huis gereinigd te hebben véór zij het verliet, 't Kon daar enboven niet waar zijn, dat de bedden vol vlooien zaten, want zc had KeariDgspoeder gebruikt. Toen werd haar gevraagd, of zij dan onderstelde, dat de familie van aan klager de diertjes zou hebben meegebracht [Gelach) Ja, dat kon wel. De heer Olaverhill had vroeger in het zelfde huis gewoond hij woonde er reeds tien dagen eer hij den eersten springer ontdekte. RechterEn ving je hem Ant woord Gelukkig ja. Vraag: En heeft het bezoek zich nooit herhaald? Antwoord: Neen. RechterIk heb gehoord, dat n een hond hadt. Kan dat de tegenwoordigheid van het ongedierte niet verklaren P Misschien. Heeft u wel eens een hond gezien, die vlooien had Zeker. [Ge lach.) Eene werkvrouw verklaarde dat zij bij mevrouw Paterson drie dagen was bezig geweest om de keuken schoon te maken. Msry Walding, eene keukenmeid, legde de verklaring af, dat zij met de kinder juffrouw de bovenverdieping schoon hield en dat deze twee dagen vóór het vertrek van beklaagde zeer zindelijk was. RechterWaren er drie dagen noodig om jou keuken schoon te maken Ja. [Gelach). Was de keuken even zindelijk als de rest van het huis Ja. [Hernieuwd gelach). De rechter, resumeerende, beweerde dat het eenige punt, dat de jury had uit te maken, de al of Diet bewoonbaarheid van het huis was. En deze stond deD aankla ger eene schadevergoeding van 28. 2 s. 6 1. toe, waarin begrepen was de reeds betaalde huishuur, Te Antwerpen heeft een ongelukkig echtpaar tegen zekeren kapi- lieia een proces ingesteld om 10.000 fres. schadeloosstelling, omdat hij het geweest is, die hun huwelijk bewerkte. Een kras stukje. Er werd verteld van allerlei slimme streken van honden. Dat alles is nog niets, «ei Bluffer. Ver leden had ik vergeten mijn hond eten te geven, Wat doet hij Hij loopt naar den tuin en komt terug met een bloem in den bek. Met een bloem Ja, een vergeet-mij-nietje 1 Een aap als wielrijder. Men weet, dat de bekende Amerikaansche geleerde dr, Garner zich veel met de stu die der apen, hun gewoonten, hun taal, en«. bezig houdt. Hij heeft thans een grootez aap, dien hij Consul heeft genoemd, van de familie der Gorilla's, en waarop hij allerlei proeven neemt. Deze aap schijnt reeds half en half een mensch te zijn. Hij weet de genietingen eener welvoorzie ne tafel te schatten, hij rookt zijne ciga- relte met groot genoegen, scheert zich zelf, schelt zijn bediende, enz. Nu heeft Garner, die met zijn tijd meegaat, hem ook het wielrijden geleerd. Consul toonde, dat hij een aap was en de menschen kon naipen. Hij is reeds zoover, dat hij klei ne tochten kan ondernemen, waarbij hij onafgebroken zijn bel laat weerklinken, min der, omdat hij bang is den voorbijgangers een ongeluk te doen, dan omdat hij zooveel pleizier heeft in den klank er van. Israëlietische tering! ij- ders. De Jewish Chronicle bericht, dat de barones Hirsch besloten heeft een tehuis te stichten voor Joodsche teringlijders. Voor d»t doel heeft «ij onder het beheer van hare bloedverwanten, mevrouw Bischoffsheim, sir Edward Sassoon en den heer Frank Lucas, een bedrag van onge- voer 50.000 gesteld. De bevolking der aarde. Volgens berekeningen van het New- Yorksche tijdschrift „M edicinal Re cord" schijnt de bevolking der aarde in de jaren 1874-1895 van 1391 millioen tot 1480 millioen vermeerderd te zijn, wat eene jaarlijksche toeneming van 4 millioen beteekent. De officiers-eer. Een ergerlijk schandaal, waarin het eer gevoel der officieren is betrokken, is weer voorgevallen in Olmü'z, in Moravië. In een koffiehuis zaten twee officieren, die zich zeer misdroegen. De hoofdredacteur van een plaatselijk blad, die ook in de zaal was, maakte hierop een paar opmer kingen, en daarop volgden hooge woorden. De journalist verhaalde het geval een beetje sterk gekleurd in zijn blad en beide offi cieren eischten daarop rehabilitatie. Dat weigerde de redacteur, maar wel wilde hii duelleeren. Maar met officieren te duel- leeren was hij zeker onwaardig, dezen vie len hem intsgendeel onverhoeds met ge trokken zwaarden aan en brachten hem ernstige verwondingen toe. De officieren zijn gevangen genomen, maar hun regiments-commandant heeft zijne hooge tevredenheid betuigd over zijne onderge schikten. Rhodesisalop weg naar Engeland. Te Beira zal hij scheep gaan naar Kaapstad en daar aan wal stappen, om zijnen vrienden de gelegenheid te geven hem eene huldiging te bereiden. Er wor den al groote plannen gesmeed ora den man, die zich niet ontzag in vollen ernst een inval te beramen en te doen uitvoeren, in een bevrienden staat, te ontvangen als een vorst, wiens daden hem de onvergan kelijke dankbaarheid van zijn volk hebben verschaft. Er worden zelfs verzoekschrif ten ter onderteekening aangeboden, waartij de regeering wordt uitgenoodigd den dag der aankomst van Rhodes te verklaren tot algemeenen feestdag Gevoeligheid van ver schillende menschenrassen. Een Engelsche physioloog heeft een on derzoek ingesteld of de individuen der verschillende menschenrassen eene gelijke gevoeligheid der zinwerktuigen hebben, of nl. eea op de zinnen uitgeoefende prikke ling tegelijkertijd wordt ondervonden. Men kan dit onderzoeken, doordat men den tijd meet, die verloopt, voordat men het oog sluit bij het plotseling zien van een voorwerp, waarvoor men verschrikt, of eene afwerende, onwillekeurige beweging maakt, nadat er een schrille wanklank is gehoord. De Ecgelschman, R. Meade Bache be paalde zich tot de laatste manier van on derzoek, en hij bevond, dat negerkinderen op eene gehoorpiikkeliDg veel spoediger rea- geeren dan kinderen der blanke rassen. Het gehoor der Indianen is echter nog scher per; de Indianen bleken 0.116 seconde noo dig te hebben voor «ij toonden, een bijzonder geluid gehoord te hebben, negers 0.130 seconde, de blanken daarentegen G.147 se conde. Een reeks van proeven gaf steeds hetzelfde resultaat en Meade Bache meent, dat hel grootere verstand en de hoogere ontwikkeling der blanken gepaard gaat met eene vermiuderiug van gevoeligheid der indrukken op de zinswerktuigen. En wij, hoogheschaafden, meenden nog wel zoo gevoelig te wezen voor alle in vloeden van buiten Het Heidelberger Tage- blatt schrijft het volgende over de mnsi- kale talenten van den Italiaanschen ko ning. Gedurende de bruidsdagen van den prins van Napels en prinses Helene van Montenegro, uitte koningin Margaretha te gen hare vertrouwden meermalen denwensch: „Ik hoop, dat de koning, wanneer ik groot moeder geworden ben, mij zal toestaan een bril te dragen. Deze brillenkwestie zoo als men zegt, is de kleine twistappel in het koninklijke huishouden. Telkenmaal wanneer de koning z\jne gemalin met eenen bril op aantreft, zegt hij eenigszins geër- geid„Margaretha, je zoudt mij een groot genoegen doen, wanneer je dien lee- lijken bril op zijde legdet. Wanneer de koningin den bril dan liever wil blyven dragen, voegt hij er lachend aan toe „Margaretha, als je dat diüg bepaald wilt blijven drageD, begin ik dadelijK te zin gen.8 De koningin, die zeer muzikaal ontwikkeld is, is zeer bevreesd voor de valsche noten van haar echtvriend, zoodat zij den ge halen bril dadelijk aflegt, om daardoor vrij te komen van de muzikale uiting van haren echtvriend. Een ges taart mensch. De reiziger Paul Lenjoy verhaalt in het Fraiische tijdschrift „L' Anthropologie8 dat bij m 1890 in Achter-Indië een in- boorhng heett gezieD met eene staart. Dit merkwaardig schepsel was zeer trotsch op dit aanhangsel, dat hij als eeD bewijs be schouwde van onvermengd ras j want als zijn stamgenooten (de Moïs) zich met an dere stammen vermaagschapten, ging de staart allengs verioreD. De Moïs wonen in ondoordringbare bos* schen en zijn zeer schuw en woest; zij verdedigen zich met vergiftige pijlen. Zij staan dan ook op zeer slechten voet met de overige bewoners van Anam. De bedoelde Moï werd door een toeval ont dekt, toen hij in een boom honig zocht. Men hield hem eerst voor een aap, zoo vlug sprong hij vau tak tot tak. Een nauwkeurig onderzoek werd verij deld, omdat de inboorling zijn bewaker vergiftigde en zich uit de voeten maakte. Slapen onder water. In een artikel, getiteldDivers and their work, verklaart Framley Steelcroft, dat het geen buitengewoon geval is bij geoe fende duikers (vooral nu de duikerstoe stellen tot volkomen betrouwbaarheid ver beterd zijn), dat zij onder water een uiltje knappen, wat zeer begrijpelijk is, bij de alt^d heerschende stilte en afwezigheid van alle geruchtmakende invloeden tenzij men daartoe het altijd mogelijke ongenoodigde bezoek van een haai reke nen wil. Steelcroft vertelt onder anderen het ge val van een man, die op den bodem van een haven bezig was den romp van een schip schoon te maken, en die, zich vermoeid gevoelende, besloot 't werk een oogenblik te staken en een beetje in te sluimeren. Niemand zou er iets vau zien, en niefs zou beletten, dat de tijd, dien hij onder water versliep, boven als volle goedbetaalde werktijd werd opgeschreven. Ongelukkigerwijze vergat de man, wat steeds noodig is, als men het ding niet gebruikt, den groven borstel, dien hij bij zijn werk noodig had, aan zijn pols vast te maken, en toen zijn greep door den slaap verslapte, geraakte het los en rees naar de oppervlakte van het water. Het duurde niet lang, of de kameraden van den duiker zagen den borstel naast het schip drijven en raadden, wat er aan de hand was. De officier, die de wacht had, greep na de telefoon, die hem gedurig met den. onder water zich bevindenden man in ver binding doet blijven, en wekte den slaper, die nu, na zich eenigen tijd in hopelooze uitvluchten en leugens te hebben verwik keld, bevel ontving naar boven te komeD om zijn ontslag te ontvangen. Een andere, nog luiere duiker was aan het werk op een wrak en ging eens naar beneden met het vaste voornemen, daar een uurtje uit té rusten. Zoodra bij op den bodem was aangekomen, bond hij zijn luchtbuis en reddingslijn aan een spar van het wrak, zette zich op zijn gemak tegen eeD rotsblok en sliep in. Na eeni gen tijd ontdekte de wachthoudende man boven op de oppervlakte, dat er in de reddingslijn hoegenaamd geen beweging te bespeuren was, en gaf daarom twee koite scherpe rukken aan de koerd, die het sein //Is alles in orde beduidden. Er kwam geen antwoord, en het scheen ook weldra onmogelijk er een te bekomen. Ten slotte, na eene lange poos, en terwijl men reeds aar. het leven van den man be neden wanhoopte, werd een tweede duiker naar beneden gezonden, die zijn makker in zoete rust verzonken aantrof. Het too- neel, dat volgde, toen de ander gewekt was, laat zich beter voorstellen dan beschrijven 00-00 Sodert een week zocht hij te vergeefs naar eene betrekking. Overal het medelijdend schouderophalen en de gemakkelijke troostDat men aan hem zou denken, wanneer er iets open kwam Moede en afgemat van honger en ver moeienis sloop hij door de straten, de hel der verlichte uitstallingen en de snel zich voortspoedende menschen voorbij. Waarheen Hij wist het zelf niet. Hier en daar woei de ruwe December wind hem de pas gevallen sneeuw in het gelaat /Vervloekte sneeuwrommel !8 Hij haalde den ouden winterjas nog nauwer toe en knoopte alle knoopen vast doch het baatte niet veel. De wind sloop door de ruime knoops gaten en droDg door de versleten stof Hoe meer hij de buitenwijken der stad naderde, des te stiller werd het in de stratenslechts zelden ontmoette hij een laten voorbijganger. Was Lij niet zoo vermoeid geweest, hij zou zich verder voortgesleept hebben iraar nu zonk hij uitgeput op de be sneeuwde bank van het plantsoen neder. Werktuigelijk werd de kondc hand aan het gloeiende voorhoofd gebracht, als wil de hij zijne overprikkelde verbeeldings kracht tot stilstand dwingen Wat voor waarde had het leven voor hem Geene. Het was een voortdurend haasten en jagen naar ten onbepaald doel geluk gebeeten eene aaneenschakeling van ontberingen, ontnuchteringende aan houdende zorg om den dag van morgen. Hoe schoon had hij zich de toekomst gedroomd, wat had hij al niet van het leven gehoopt Doch de eene illusie na de andere was vervlogen, tot eindelijk de naakte werke lijkheid overbleef, Geen hart klopt meer voor hem... geen bo»t7.T Pi® VliJdB Zi0h tcgan JK.U d„ koade, toetoende mm. hef'i" h™ir°'' '"hi« ««toonde zieh op te beteekenen verdween hij niet in het overgroot aantal zijner medemenschen Alras was hij ingeslapen Het moede hoofd was op de' harde le„ ning neergezonken. Waarover zou hij wel droomen Van de verwachtingen zijner jeugd Eene slanke meisjesgestalto hield hij iQ zijne armen. Zij slaat haar zachten arm om zijn hals... een innige kus wordt ge- wisseld De gelaatstrekken Tan den slapende ont spannen zich, de diepe rimpels van zijn voorhoofd verdwijnen zijn gelaat spreekt van geluk. Wat het leven hem onthouden had genipt hij in den droom, Intusschen sneeuwt het steeds sterker de windslagen worden veelvuldiger De ademhaling van den slapende' ver. flauwtwordt onregelmatig het lichaam schijnt te verstijvenaan het haar heeft zich een dikke ijzelkorst ge hecht. Nog lag dat getuigenis van geluk op het gelaat, toen reeds lang het ademhalen had opgehouden Zacht is hij van den droom in den dood gegaan. Het noodlot heeft ten slotte met den armen drommel nog medelijden gehad Toen men hem den volgenden morgen op de bank verstijfd aantrof, deed men nog moeite om het leven in hem op te wek ken Doch te vergeels 1* //Weder een doodgevroren Eenige dagen later dacht geen menBch meer aan den doode. De jeugd vermaakt zich naar hartelust op de ijsvlakte en op de bank, op welke een mensehenleven weid uitgedoofd, zit na een minnend paartje, en droomt van geluk en liefde. Een aantal Spaansche kooplieden, financiers en industrieelen zijn overeengekomen om de regeering een ren- telooze leening van 40C millioen peseta» aan te bieden. Deze leening zon geschie den door middel van eene uitgifte van bons van 100 pesetas, aflosbaar in 10 jaren ua den oorlog. Te Rilland Bath staakte Donderdagavond de lantaarnaansteker het werk, zoodat het dorp in dikke duisternis gehuld was. De genoemde functionaris maakte aanspraak op ruimer betaling, om dat er twee lantaarns bij geplaatst waren. Zijn verzoek om veihooging van zijn jaar geld was door het gemeentebestuni niet ingewilligd. Ongelukkig geraakte een raadslid door de duisternis misleid in de sloot aan den ingang van het dorp, en werd met moei te er uit gehaald. Bij al de ellende, welke de Armeniërs hebben te verduren, komt na ook de honger. De Fransche gezant te Konstantmopel heelt uit Diabekir bericht ontvangen, dat er scbsarschte aan levens middelen heerscht in het district. Alleen in de stad Diabekir moeten 25000 men schen gebrek lijden, Het Oostenrijksche Huis van Afgevaardigden heett het wetsontwerp aangenomen, waarbij een krediet van 1250000 florijnen wordt geopend voor het deelnemen van Oostenrijk aan de Parijsche tentoonstelling. Wat zou er gebeuren, als de maan plotseling bleef stilstaan Op deze vraag in een gezelschap opgeworpen, gaf een sterrekundige het volgende ant woord: Als wij aannemen, dat de maan hare wenteling om de aarde niet meer volbracht, maar boven een bepaald punt bleef stilstaan, dan zon des nachts die streek op aarde altijd verlicht zijn, indien niet, wat meer waarschijnlijk is, een bijna eeuwige maansverduistering intrad. De geheele scheepvaart zou een omwenteling van reusachtigen omvang ondergaan, want ebbe eD vloed zouden ophouden en vele havens en riviermonden, die bij ebbe voor groote schepen niet toegankelijk zijn, zou den hunne belangrijkheid verliezen. Op de door de maan verlichte heJft der aarde zouden zich groote watermassa's ophoopen, terwijl de zeeën op de andere helft zeer zouden verminderen. De aardbol zou voor een beschouwer op een andere planeet den vorm krijgen van een ei. Waar gij ook zijt, of wat ge ook doet, Bij allerhande pretjes, Hetzij ge spreekt, of zingt, of schertst, Blijf daarbij altijd netjes. Twee vrienden sukkelden naar huis; Ze waren aardig vetjes. „Pas op,8 zei de een „houd recht je roer J Wel dronken maar toch netjes,8 Eene dame toonde van haar kroost Heel aardige portretjes; En sprak tot Jans „Hoe vindt je ze?' Nou, netjeszei zenetjes I In onze Tweede Kamer maakt Men allerhande wetjes, En kibbelt er wat dikwijls, doch... Parlementair en netjes. Voor troepen in kolonies, zijn Vaak botsingen, verzetjes Men kampt er met den inlander En doet dit altijd netjes. Wanneer men rijmt en lijmt, of wel Somtijds in zijn coupletjes Het kwade hekelt overal, Doe men 't véór alles netjes. Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen«

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 5