Brieven nit de Maasstad.
Laat Verzoend.
Zondag 20 December 189S.
40ste Jaargang No. 3163.
BIJVOEGSEL.
FEUILLETON.
23.
D.
GEMENGD NIÉUWS.
H"°® de hare om8loten hield
richtte zich plotseling in ziju stoel op.
d«b W'
geefs geleden en gestreden riep bij uiV
terwijl zyne stem van inwendig leed beefde 1'
Krupp heeft een half
millioen mark geschonken aan het wedu
wen- en weezenfonds zijner beambten.
Voor het pensioenfonds dei werklieden
heeft hij onlangs 200.000 mark gegeven.
Een afgeweerde aanval.
Een bewoner van eenDuitsch plaats
je, waarlangs een beekje stroomt, merk
te onlangs het volgende op
Het beekje, waarin weliswaar geen
visschen leven, maar wel eene massa
waterratten, die in de afgebrokkelde
wallen eene goede nestplaats vonden,
had de opmerkzaamheid van eene kat
getrokken. De kat giDg op de loer
liggen en bleef daar uren lang liggen,
de oogen op een en hetzelfde punt ge
vestigd, gereed om ieder oogenblik haren
sprong te doen. Vele dagen verliepen,
eer het haar gelukte, eene rat te van
gen en in triumf weg te dragen. De
slimme knaagdieren, die anders zonder
vrees langs den oever heen en weer lie
pen, schenen de aanwezigheid der kat
steeds te bemerken en hielden zich
op een eerbiedigen afstand van haar.
Hare eerste vangst scheen de kat tot
nog grooter ijver in de rattenvangst
aan te zetten. Bewonderingswaardig
was inderdaad het volhouden der kat;
uren achtereen lag zij op de loer.
Op een goeden dag echter scheelde
het weinig, of zij was het slachtoffer
van haar beroep geworden. Op een keer,
dat de kat zich tot den sprong gereed
maakte, waartoe het ook kwam en
waarbij zij eene jonge rat bemachtigde,
sprongen eensklaps twee groote ratten,
waarschijnlijk de ouders van het gevan
gene jong, op de kat toe en beten zich
in een achterpoot van de moordenares
van hun kind vast. Hiermee vergenoeg
den zij zich niet, maar wisten de kat
met een tegelijkertijd uitgevoerden ruk
van den wal in het water te doen stor
ten. Met alle kracht poogden zij daarop
de kat naar den bodem der beek te
trekken, om haar zoodoende te verdrin
ken.
Deze hadden waarschijnlijk ook hun
doel bereikt, want de kat dook meer
malen onder, waarschijnlijk hadden
zich onder water nog andere ratten als
helpers aangesloten, als niet op het
meest kritieke oogenblik hulp gekomen
was. De eigenaar van de kat had het
gevaar, waarin het dier verkeerde, be
merkt en wist met een langen stok de
ratten weg te slaan. Een goed gerichte
sprong bracht de geredde op den vasten
wal; zij had haar' buit zelfs in het
doorgestane doodsgevaar niet losgelaten.
Op de Britsche markt
dreigt de Finsche boter eene geduchte
mededingster van de Deensche te wor
den. Verleden jaar werden uit Finland
81 millioen pond uitgevoerd en van
deze kwam de grootste hoeveelheid aan
de Engelsche markt.
Men rekent, dat er over
de geheele wereld jaarlijks ongeveer 3
milliarden oesters (3000000000) gegeten
worden. Vooral te New-York is het
verbruik groot en worden dagelijks een
millioen oesters, op allerlei wijzen toe
bereid, verteerd.
SCHAKER
COURANT.
Rotterdam, 15 Decemb. 1896.
CXY.
Ik ging onlangs enkele dagen gele
den op een laten avond naar huis.
Er was eene vergadering geweest, ik geloof
van de Maatschappij tot Nut van 'l Alge
meen in elk geval in de Nutszaal aan
de Oppert.
Op dien avond heb ik meegeleefd eene
tragedie, zooals die alleen mogelijk is in eene
stad als deze, waarin zooveel menschen
wonen, in eene samenleving als deze, waar
in zooveel hartstocht is en zooveel zonde.
Vooraf dien ik.te zeggen, dat ik geen
zedepreek ga geven ik wil zelfs niet
eens commentaren leveren, ik zal alleen
vertellen, wat ik gezien heb en daar be
hoeven geen commentaren bij.
Op mijn weg naar huis moet ik door
de Lombardstraat.
Dat is eene tamelijk nauwe, smerige
straat met vele lage huizen er in, leunend
tegen elkaar aan. Huizen zonder deuren
en met ramen, waarachter geen gordijnen
hangen en waarvan de meeste rniten ge
broken zijn. Men pleegt te zeggen, dat
die straat is #de hel voor huisbazen", want
die beuren er zelden huur. Elke week
minstens wordt er in die straat één uit
zijne woning gezet en vddr zij opnieuw ver
huurd kan worden, moet de huisbaas de
woning geheel laten opknappen. Eene zij
straat van deze Lombardstraat en geheel
van 't zelfde type is ironisch
genoeg voor wie de Amsterdamsche
winkelstraat van dien naam kent, de
Kalverstraat.
Ik liep de Lombardstraat door. En
juist, toen ik bij de Kalverstraat was, gin
gen mij twee agenten snel voorbij en de
Kalverstraat in. Met de nieuwsgierigheid,
die nu eenmaal bij den journalist behoort,
schoot ik de agenten op zij. Toevallig
kenden de mannen mij.
Wat ga je uitvoeren vroeg ik. Een
arrestatie
Née meneer, hulp gevraagd zei
éen der agenten.
Mag ik meê
Och jawel, als u er zin in hebt
en misschien kunt u een handje helpen.
Een dikke oploop voor een laag huis
je toonde ons onmiddellijk, waar we we
zen moesten. Uit het raam van dat huis
hing lnidschreeuweDd een kind.
De menschen voor de deur luid-
kwebbelend maakten plaats voor ons.
Ja, maar gauw binnen zei éen
van hen. Er is haast bij, want anders
vermoordt zij hem.
Waarachtig geen wonder aldus
een ander als ze 't deed, had ze groot
gelijk. D'r is géén rechter, die 'r daar
om veroordeelen zou.
Hij heeft het mensch genoeg ge
pijnigd.
Ja, en dat laatste doet de denr
toe.
Een agent giitg naar boven, ik volgde
hem. En de andere agent hield de men
schen tegen, die al naar binnen drongen.
Buiten blijven, menschen, we kunnen
't alleen wel af. Wees non verstandig
en blijf buiten, dan kan ik naar boven
gaan.
Voor dit vriendelijk verzoek bleken de
lui niet ongevoelig. Zij drongen niet meer
op en de tweede agent ging nu dék naar
boven.
Roman naar het Engelsch
van Ella Wald.
„Maar Mr. Meredith," zeide Rath na eene
poos te hebben nagedacht, ,,ik geloof niet, dat
het nu nog iets zal geven, temeer, daar Inez
Golding nu meesteres op Hazlewood-Heights
is en
„Wat viel Basil haar iu de rede.
„Och ja, ik Tergat, dat gij dit niet wist,"
zeide Ruth. „Maar het is daarom niet min
der waar. Zij trof Mr. Plympfon in Parijs
en zij trouwden met elkaar in Maart na den
dood van Ralph, nn regeert zij ala meeste
res in het huis, dat mijner kleine Hope feite
lijk toekomt."
„Waarom hebt gij mij van dit alles niets
geschreven vroeg Basil, ernstig verwij
tend.
„Omdat o, Mr. Meredith, ik kon niet,"
antwoordde Ruth hartstochtelijk. „Ik wilde
niet, dat gij iets van dit alles zoudt te we
ten komen. Wanneer ik u hiervan iets had ge
zegd, zou ik u ook alles eerlijk hebben moe
ten meedoelen. Ik schreef u over den dood
van Mr. Plympton, maar het was mg
onmogelijk, u iets omtrent Inez Golding mee
te deelen. Wanneer ik mijne gansohe ge
schiedenis bad moeten vertellen,had het slechts
onaangenaam voor ons beiden geweest. Maar
nu, ik toch door de mand gevallen ben, zal
ik u ook eerlijk alles opbiechten."
En vervolgens vertelde zij hem alles, wat
èr sedert bare terugkomst in Albany met
haar was voorgevallen en terwijl hij naar
haar luisterde, werd zijn gelaat hoe langer
hoe ernstiger en zijne oogen begonnen toor
nig te fonkelen.
HOOFDSTUK XXVIII.
„En gedurende al dien tijd heb ik geloofd,
dat gij u in overvloed baaddet, en hier ge-
acht en geëerd waart als de wedawe van
den overleden Ralph Plympton," riep Basil
Mijn voorman cn ik waren terwijl de
trappen opgegaan. In 't eerste portaal,
waar het stikdonker was, hoorden we van
links een lnid gillend gekijf, met doffe,
vreemde bonzen er tnsschen.
Daar moeten we wezen, zei mijn
agent.
Op den tast zocht hij in de richting,
van waar 't geluid kwam, eene denr. Ik
hoorde zijne hand langs den munr strijken
en eindelijk, met een ruk een knop aan
vatten en omdraaien. Een stroom licht
viel plotseling in 't portaal. De agent had
eene deur opgestooten en wij keken in eene
kamer.
En was daar een' rommel van door el
kaar geworpen meubelen, een omgesmeten
kastje met stoelen en eene tafel er iangs
en er over. Op den voorgrond lag een
man op den vloer en bij hem stond eene
vrouw met een dik stuk rotting in de
hand, die zich bij het openwerpen van de
deur snel naar ons had omgedraaid. Ver
der naar achteren het raam, waaruit het
schreeuwende kind lag.
De vrouw was mager en haar strak ge
laat, waarin twee donkere, woedende oogen
bliksemden, was doodelijk bleek. Haar
mond was scheefgetrokken als van een fel
toornig—krankzinnigeenuwachtig mensch.
Wat mot jij gilde zij den agent
toe.
Deze was reeds de kamer ingegaan en
had zich - zonder echter te weten, wat hij
doen zou - bij den op den grond liggende
man geplaatst, naast de woedende vrouw. Ik
bleef op den drempel staan en liet den
tweeden agent langs mij naar binnen gaan.
Nou, wat uiot je schreeuwde de
vrouw nog eens.
Kalm, kalm, kalm zei nu de twee
de agent. Je hebt de politie voor je.
Ja, dat zie ik weergas goed, snauwde
ruw de vrouw. Maar hier heb je niet
noodig.
Da's wel waar, want jij maakt bu
rengerucht. En wat mot die man daar op
den grond P
De vrouw stoof plotseling in dolle drift
op. Zij omklemde den rotting met woeste
kracht en sloeg met het einde daarvan
den op den grond liggenden man hevig
in 't gezicht, dat eene roode, diepe striem
in 't grauw—geel gelaat verscheen.
Met een ruk trok de eerste agent haar
den stok uit de hand en de ander sloeg
zijne armen om haar middel en trok haar
van hare plaats weg.
Ik was verder naar binnen gegaan. Het
knaapje aan het venster had z\jn hoofd
in de kamer getrokken en keek, nog half
leunend tegen het raam, angstig en nieuws
gierig naar wat wij doen gingen.
De vrouw, die zich plotseling met zooveel
kracht ontwapend en gevangen vond, strib
belde niet tegen. Zij liet zich naar een
anderen kamerhoek dringen en viel daar
kreunend in een' stoel neer.
De reactie van de hevige overspanning
kwam. Zij barste plotseling in een hevig
gillend huilen uit, hare handen wosst voor
haar gezicht slaande, de schouders opschok-
kend in hevige emotie.
Ik hielp den eersten agent den man naar
een hoek dragen, waar wij hem op een
kermisbed neerlegden. Hij stonk benauwd
erg naar den sterken drank en hij was
waarschijnlijk onder deD invloed daarvaD,
volkomen gevoelloos en slap als een lijk.
Bij de snikkende vrouw was meelijdend
de andere agent blijven staan. Hij had
zelf eene vronw en bij zoo groot eene smart
blijft zelfs een strenge man van de wet
niet ongevoelig. Hij zocht in de kamer
naar de kraan van de waterleiding en toen
hij die gevonden bad, wenkte hij zijn ka-
opgewonden uit, toen Ruth met hare ge
schiedenis ten einde gekomen was. „Wan
neer ik dat alles geweten had, zou ik een
ellendeling geweest zijn, wanneer
„Wees kalm, wind u niet opl® riep Rath
sussend. „Ik heb geen honger of gebrek
geledenalleen heeft het mij pijn gedaan,
dat m'in kind niet als wettig werd er
kend. Integendeel I Ik ben in mijne zaken
zeer gelukkig en voorspoedig geweest. Aan
vankelijk twijfelde ik wel aan mijn welslagen,
of ik wel in staat zou zijn, mijn kind en mij
den kost te kunnen geven, maar bet is mij
gelukt en mijn arbeid beeft mij over 't ge
heel veel vreugde geschonken en ik heb mij
zeer spoedig gewend aan de gedachte, dat
ik eene koopvrouw zou zijn."
„O, wanneer ik het maar had geweten",
herhaalde Mr. Meredith vol spijt en dan
voegde hij er aan toe met eene strengheid,
die Ruth bijna deed ontstellen: „Maar gij
zult u dit onrecht nooit laten welgevallen
gij zult in uwe rechten worden hersteld.
Dat gewetenlooze schepsel zal niet over u
triomfeeren I Ik geloof, dat uwe aanspraken
nu nog met succes zullen bewezen kannen
worden, en ik zal geen moeite ontzien, om
dit gevolg te verkrijgen".
„Gij hebt mjj gezegd, dat op Hazlewood
Heights eveneens een jonge erfgenaam is.
Natuurlijk moet ook die zijn deel van de
erfenis hebben en wanneer er geen testa
ment voorhanden is, krijgt Inez haar wedu-
wengold. Maar de vader van Hope beeft
zeur groote rechten, en dat genomen bij bet
vermogen, dat persoonlijk op hem stond vast
gezet, zal voor nw klein meisje een zeer
aardig inkomen worden. Welk een el
lendig slecht wezen is die vrouw toch"
„Maar ik wil mij het genoegen van dezen
avond door hare slechte daden niet laten ont
nemen,'' merkte Ruth lachend op. „Ik denk
nooit gaarne aan haar, op zijn minst na.
Daarom mijn vriend, laat ons dit alles als
afgehandeld beschonwen en vertel mij Hever
eens iets van die wonderbare verandering,
die er met n is voorgevallen. O, Mr. Me
redith, het schijnt mij zoo wonderbaarlijk toe.
Ik sta er ten eenenmale over verstomd."
„Ook ik kan dat nog nauwelijks zelf be-
meraad toe, wat water te brengen voor de
huilende vrouw.
Hier, driok eens, moedertje, zei hij
zacht - en vertel ons dan maar eens, wat
je mankeert.
De vronw greep zenuwachtig het water
blikje en dronk het met korte schokjes
leeg. Toen keek zij op met matte oogen,
in randeD, rood van veel weenen.
Kom, vertel eens, wat er is.
Och och, klaagde zij, och, och, wat
een ellende en wat een verdriet. En ik
had al zooveel hoop en nu is alles weg,
alles verloren, och, och, alles, alles, alles
verloren.
Wat dan, wijfie P
O, die daar, die man, hij is mijn
man helaas. Hij heeft altijd gedronken.
Van dadelijk na ons trouwen al af. Al
tijd maar door. En overal werd hij weg
gejaagd 6D we hadden honger geleden als
ik niet een paar wasschen had gekregeD.
En toen, op een keer, ben ik ziek gewor
den en de dokter zei, dat ik het in de
longen had. En dat heeft ie zich toen aan
getrokken en hij heeft mij aan mijn ziek
bed beloofd, dat ie nooit meer drinken
zou, nooit meer. Want hij had bij een
neef van ons werk gekregen, en goed be
taald, twaalf gulden per week. O, o, ik
was zoo blij en ik ben er heelemaal van
bp-gekomen, zód blij was ik. Hij werkte
nn vele weken geregeld en hij bracht al
zijn geld thuis. Ik zorgde, dat ie 's mid
dags altijd wat lekkers vond, want die wat
verdient mot wat hebben. En ik haalde, wat
in den lommerd stond, thuis. Ik kocht
ook een nieuw Zondagsch pak voor 'm.
Hij was er zoo blij mee en hij werkte
zoo goed. Nooit, nooit, nooit zou hij
meer drinken, zeide hij. Dat duurde zoo
twaalf weken. Maar eens, op een Zater
dagavond kwam hij niet thuis en, och
God, ik begreep, dat het alweer uit was,
Oj 0^ Oj O t
Weer begon zij woest te huilen. Het
knaapje was, ddk weenend, van het raam
naar haar toegeloopen en sloeg zijne mage
re armpjes om haar hals.
En weenend vertelde toen de vrouw ver
der
Hij kwam den heelen nacht niet
thuis en Zoudags ook niet. Zondagsnachts
om één uur kwam ie boven water, stom
dronken en al zijn geld was op, al zijn
geld. Ik kon hem niets doen, want ik
was te beroerd, ik was weer in bed gaan
liggen, want ik voelde m'n longen weer
zdd.
En hij bleef slapen den heelen Maandag
door en toen ie Dinsdags wakker werd,
wilde hij niet meer naar zijn werk. Hij
vroeg me geld en dat wilde ik hem niet
geven. Toen gapte ie m'n portemonnaie uit
mijn rok, die voor m'n bed lag. O, ik
had 'm kunnen verscheuren, maar ik kon
m'n bed niet nit. En hij liep weg en
bleef weer twee volle dagen weg. O, o,
en we hadden geen geld, hier m'n arm
kind en ik en we hebben zoo'n honger
geleden. Van toen af zoop ie geregeld
door. Als ie wel eens een kleinigheid ver
diend Had, verzoop ie 't weer ea al wat
ik uit den lommerd had gehaald, bracht
hij er weer in.
Ik moest opstaan, want m'n kind kon
toch niet doodgaan van honger. Zoo ziek
als ik was, ben ik an de waschkuip gaan
staan en ik heb gewasschen, om tenminste
brood tc kunnen koopen.
Maar het ergste, o, o, het ergste heeft
ie eergisteren gedaan. Toen heeft ie, ter
wijl ik eene vuile waseh was gaan halen,
van den zolder eene schoone wasch, die
niet eens van mij was, afgenomen en naar
den lommerd gebracht. De dief, de smeerlap.
grijpen. En toeh is mijne genezing lang
zaam genoeg geschied, om mij daaraan te
doen gewennen."
„Herinnert gij n," nam hij na een kort
oogenblik het woord weder op, „dat artikel
nog over die wonderbaarlijke genezing van
ruggemergslijden, dat ik n op onze terugreis
heb voorgelezen
„Ja," zeide Ruth vol belangstelling. „Maar
is het mogelijk P"
„Om u de waarheid te zeggen, dat alles
maakte dieper indruk op mij, dac ik n
toenmaals heb willen bekennen, en toen ik bij
onze komst te New-York hoorde, dat een
onzer firma naar Boston moest, greep ik
die gelegenheid aan, tevens het besluit ne
mende, den man op te zoeken, die van dat
ruggemergslijden zoo radicaal genezen was.
„Ik bezocht hem en bevond, dat het be
richt tot in de kleinste bijzonderheden waar
heid bevatte, zoodat ik dadelijk vertrouwen
in die methode begon te stellen en besloot,
mij daaraan te onderwerpen. Ik zocht den
geleerden heelkundige op, maar in het begin
wilde hij mijn geval niet onderhanden ne
men, omdat hij beweerde, dat er weinig hoop
op herstel bestond, ook al bezat ik den moed,
die zeer pijnlijke en langdurige kuur, welke
dagelijks en telkens eene groote zelfbe-
beersching vorderde te ondergaan.
„Ik verzekerde hem evenwel, dat het mij
aan moed niet zou ontbrekenik beloofde
hem plechtig, al zijne bevelen stipt te zul
len nakomen ja, ik gaf mij over aan de
stadie van zijne wetenschap, alleen om te
weten, wat er in de minste bijzonderheden
van mg gevorderd werd.
„Ik keerde altijd weer voor een tijdlang
naar New-York terug, maar na een kort
oponthoud vertrok ik weder naar Boston om
aldaar de knar weer voort te zetten, en
eindelijk gewerd mij de belooning voor al
mijne pijn on ellende. Ik werd, zooals gjj
ziet, lichamelijk een nieuw mensch en ben
hot ook, zooals ik geloof, dooi mijn liohame-
lijk ljjden, geestelijk geworden."
Toen Mr. Meredith geëindigd had, zag
Ruth hem ernstig aan en zeide
„Bet is wonderbaarlijk 1 Het schijnt bij
na, alsof gij opnieuw geboren zijt."
Nou komt iethuis, smoor—, smoordron
ken gestolen heeft ie gilde zij
plotseling, gestolen heeft ie en hij zal de
kast in. Toe, schrijf 'm op agent, toe
schrijf 'm op. Want hij is een dief, een
dief. En hij heeft ons ongelukkig voor
ons leven gemaakt
Later, toen de aangifte gevolgd was,
zal de agent zijn plicht hebben gedaaD.
De man zal „de kast* in en het getal
slachtoffers van den ellendigen drank is
weer met drie vermeerderd.
Twee, moeder en kind, zijn wel het
diepst te beklageD.
Het nieuwste in de
Duitsche geneeskunde, een middel te
gen koorts heet volgens een opstel in het
Berliner Klinische Wochenschrift*
Dimethylamidophenyldimethylpyrazolon.
Het wonderbaarste is, dat dit poeder
met dien vreeselijken naam, aangenaam
smaakt.
Middel tegen hoofdpijn.
Een bekende New-Yorksche arts, dr.
Ryde, verzekert, dat het beste middel te
gen nervense hoofdpijnen is het achleruit-
loopen. Het is voldoende, meent dr. Ryde,
als men dagelijks tien minuten aan deze
oefening doet, en de beste ruimte daarvoor
is een lange, smalle gang, die het licht
van boven krijgt, waariD men op en neer
kan gaan. De beweging moet echter heel
langzaam gebeuren en men moet eerst met
de teenen en dan met de bak op den
grond stappen. Dr. Ryde heeft dit genees
middel reeds bij vele patiënten toegepast,
en naar hij beweert, steeds met onfeilbaar
succes.
Gevolgen van de vorst te
Londen.
De plotselinge daling van de tempera
tuur der laatste dagen heeft te Londen het
sterftecijfer aanzienlijk doen stijgen. In
minder dan drie dagen waren alle Lon-
densche hospitalen overvnld en tijdens het
heerschen van de vorst zijn twee ongeluk-
kigen in de straten der hoofdstad door
de koude bezwekeD. Eenige dagen geleden
vond de politie des morgens vroeg vddr
de volksbibliotheek in de wijk Clerkenwell
het lijk van een naar schatting 40-jarig,
onbekend man, die door de koude van den
afgeloopen nacht was bezweken. Het lijk
was stijf bevroren. Des middags van den
zelfden dag zakte een 86-jarige verpleegde
van het centraal-armhuis in de Oxford-street
ineen. In eene apotheek in de buurt gaf
een arme man den geesthij was overle
den tengevolge van eene door de koude
veroorzaakte congestie.
Muzikale Amerikanen.
Mevrouw Emma Calvé roemt in een ar
tikel in The Ladies' Home Journal de
schoonheid der Amerikaansche stemmen en
voorspelt, dat de Amerikanen het muzika
le volk bij uitnemendheid voor de toe
komst zulleu wordeD. Volgens haar zijn
de Amerikanen met de beste stemmiddelen
toegerust, die, wanneer slechts behoorlijk
geoefend, niet te evenaren zijn. Boven
dien deinzen zij voor geen enkelen hinder
paal terug, zoodat zij naast den harden
kamp voor het leven, lust en tijd genoeg
houden, om zich in de muziek te bekwa
men. Naast deze natuurgaven en hunne
wilskracht bezitten zij dikwijls eeD mooi
gelaat en bevalligheid van houding en be
weging, wat voorname factoren voor de
„En dat ben ik ook, lieve vriendin, vroe
ger was ik blind, nu zie ik vroeger was
ik verminkt en kreupel, nu ben ik genezen
en rechten dat alles door die wonderbaar
lijke kracht, die een hooger wezen ons geeft
door de kracht der zelfbeheersching.
„Eenmaal zal ik u alles omtrent mijne
operatie vertellen, Ruth. Ik heb n echter
eerst nog iets anders te zeggen. Mijne lie
veling", ging hij voort en zijne stem trilde
van opgewondenheid, „toen ik op de boot
al scheid van n num, scheen het mij toe, als
of het leven voor mij geen waarde meer
had, want toen ik n verliet scheen mjj de
toekomst zeer donker toe.
„Reeds lang had ik geleerd, n lief te
hebben, in de diepste beteekenis, die het
woord maar hebben kan. Maar ik was, zoo-
als ik toenmaals gelooide, een hnlpelooze
kreupele, ik gevoelde, dat ik geen recht bad,
uw jong, bloeiend leven aan het mijne te
verbinden.
„Het is waar, gij hebt mjj eenmaal zeer
duidelijk gemaakt, dat deze verminking van
mjjn lichaam op n geen indruk maakte, dat
go daaraan geen waarde hechtte, dat voor u
mijn werkeljjk ik als ik bet zoo eens
noemen mag en nn begrjjp ik dat alles be
ter alle lichamelijke gebreken onzicht
baar maakte. O, gij hebt mjj erg in ver
zoeking gebraoht, kleine vronw, op dien
dag,toen gij op die heerlijke bloemen in dien
gebroken pot weest. Herinnert gij het u
nog F" vroeg hij haar, zich tot haar over-
buigend.
„Ja, ik herinner het mij", fluisterde zij
bevend.
Basil Meredith stak zjjne hand nit en ratte
de hare, die naast haar op de leuning van
de stoel lag en ofschoon hare band in de
zijne sidderde, liet zij hem die toeh rustig
behouden, als een klein vogeltje, dat tevre
den in syn nestje is.
„Ja, gij hebt mjj bijna meer in verzoeking
gebracht, dan ik heb kannen dragen", be
gon bij weder, „en ik heb een' zwaren strijd
gestreden, eer ik weer rost had met mjjn
hart, eer dat zicb voegen kon naar dat,
wat zooals ik duidelijk gevoelde, alleen
recht was. Toch greep ik alles met graag-
loopbaan van een' zanger zijn. Ten slotte
hebben zij hot veieischte temperament, dat
noodig is voor zangers en acteurs, zoodat
zij voornamelijk groote geschiktheid voor
de opera bezitten.
Inhonderden boomgaarden
in West-Ontsrio (Canada) worden de ap
pelen dezen herfst niet geoogst, wegens
de buitengewone groote opbrengst en de
lage prijzeD, als een gevolg daarvaD. Ve
le boeren kunnen niet meer dan 40 cents
AmerikaaDsch krijgen voor eeD vat gesor
teerde appelen van de beste soort en voe
ren ze san hun vee op. Deze overvloed
in Canada staat cnriens tegenover de ta
melijk hooge prijzen, die deze vrucht op
brengt op de Europeesche markt,
Eene Hannoversohe Boe-
renbrniloft. In het Hannoversche plaatsje
Nordholz is dezer dagen eene bruiloft ge
vierd, waarop niet minder dan 200 fami
lies door bereden bruiloftsboden waren uit-
genoodigd. Vier dagen voor het feest wer
den vier varkens, twee ossen en 140 kip
pen geslacht. Op den derden en tweeden
dag voor het feest werden 300 koeken en
een enorm aantal broodjes gebakken. Op
een langen met 4 paarden bespannen wagen
werd eene enorme quantiteit vaatjes
bier aangebracht, benevens een okshoofd
brandewijn. Reeds een dag te voren be
gon het feest, toen de uitzet van de bruid
met muziek op vier wagens naar het huis
van den bruidegom werd vervoerd.
De bruiloft zelf was een buitengewone
maagturnwedstrijd. Van heinde en ver
kwamen de geDoodigden en op den twee
den dag van het feest was de boerderij
bestormd door niet minder dan 700 gas
ten, die de eer van den tafel hooghielden.
In hunne grage magen verdween alles, wat
de kok geschaft had. Een en ander werd
besproeid met pl.m. 700flesschen wijn, 54
vaten bier, een okshoofd brandewijn en
een oceaan van koffie, terwijl twaalf mu
zikanten, die de balmuziek leverden, voor
de spijsvertering het hunne deden.
In 't stamboek. Iemand
schreef in 't stamboek: ^Van alle zaken
houd ik het meest van de kern/' Een
ander schreef er onder„Met dezen is
het goed kersen eten."
Eene reeks diefstallen.
In het gasthuis Loriboisière te Parijs,
heeft men eene serie diefstallen ontdekt,
die sedert meer dan 20 jaar door eene
bewaakster gepleegd werden, die in 't bij
zonder belast was met het opzicht over
de kleedkamer, waar ook de kleederen be
waard werden van de zieken, die in het
hospitaal overleden. Door dezen post van
vertrouwen heeft zij in al dien tijd meer
dan 100.000 fres. kunnen stelen.
Men heeft huiszoeking gedaan in hare
woning en daar een koffer gevonden, die
allerlei juweelen bevatte. Deze waren
zorgvuldig gerangschikt in houten doosjes.
Men schat, dat er minstens voor 40000
fres- zijn. Verder vond men er in ver
schillende koffers 140 paar schoenen, 11,6
corsetten, 300 paar kousen en tal van
andere kleediDgstukken. Bovendien
20.000 fres. aan geldswaardig papier.
Verlichting met houtgas.
Een nattig gebruik van houlzaagmeel
maakt men inDeservato, eene stad in Canada.
In plaats van uit steenkool, wordt daar
het lichtgas uit houtzaagsel gestookt.
Nadat het gas door verwarming met een
houtvuur in retorten, met zaagsel ge
vuld, bereid is, wordt het gezuiverd, bij
welk zuiveringsproces vooral kalk wordt
gebruikt.
te aan, wat mjj maar eenigszins hoop gaf op
eene vriendeljjker toekomst.
„Ik deed toen inwendig de gelofte, dade
lijk naar Boston te gaanik wilde de waar
heid weten, niets onbeproefd laten ik
wilde de knnde van dien man ook op mij
beproefd zien. Ik heb tegen mijzelf gezegd,
dat ik n nooit weer wilde zien, of ik
moest gevonden hebben, wat ik zocht, of
mij zelf zoozeer meester zijn, dat ik iedere
gedachte, iedere hoop, die ik toenmaals ge
koesterd heb, geheel had overwonnen-
„Het was een harde strijd een strijd,
dien ik zeer zeker niet ten einde zon hebben
gebracht, als het doel, dat mij wachtte, niet
zoo heerlijk, zoo veelbelovend was geweest.
Mijn engel, de gebroken pot is weer hersteld
en ik hoop, dat mijne menschelijke waarde in
nw oog niet is verminderd; zoo is nn alles,
wat ik ben en heb, voor u- Rath, wilt ge
kunt ge mij liefhebben Wilt ge mijne
vronw worden
Tranen stonden de jonge vrouw in de
oogen, maar bet waren tranen van vreugde
over het heerlijke geluk dat haar ten deel viel.
En met deze vreugde vermengde zich het
gevoel van diepe deelneming en vereering voor
den man, die zoo edel en geduldig een ver
twijfelden strijd gestreden had. Zij was op
dit oogenblik niet in staat, zich zoo te be-
heerschen, dat zij spreken kon, en Basil
vroeg r.ioh met zeldramen angst af, waarom
°P zi{n verzoek geen antwoord gaf,
toen er oer. heole traan op sijne hand viel
dat gij die niet met den ^nant 1 ppü*
telheid tan, Mekken" "g?
sneed b6t ha" door het hart
„Neen, neen", fluisterde sij terwiil an
willekeurig b.r. „.ede bidó/'d U",
legde als vreesde zij, dat het groote Z
schenk zQDer liefde haar zou ontwar, 8
Het gezuiverde gas heeft een veel minder
aangenamen reuk dau steenkolengas.
Er worden dagelijks 540 kubieke me
ters gas gestookt. Volgens opgave is de
lichtkracht 12 tot 18 kaarsenmaar daar
bij is niet opgegeven, welken brander men
gebruikt. In de fabriek werken slechts
éen man en éen jongen.
r. sou ontgaan.
Deze handeling, hoe eenvoudig ook, Wa„
welsprekend genoeg. Zij verried Basil alle"
wat hij verlangde te weten zij verried
hem, dat Ruth hem reeds met hart en ziel
was toegedaan.
In het volgende oogenblik knielde hg
naast haar stoel, hield haar met zijne ar
men omstrengeld en drukte haar schoon
hoofd tegen zijno borst.
„Ruth 1" riep bij nit en grenzenlooze
vreugde en tevredenheid klonkeu er nit zijne
stem.
„Ik geloofde niet, dat mijn hart mij zoo
had kunnen bedriegen. Gij hebt mij dus
lief, dierbaar wezen P Gij fijt de mijne
voor eeuwig P Ruth, Rutb," ging hij
voort, zijne lippen op hare wangen druk
kend, „wanneer gij wist, wat deze naam
voor mij beteekent en hoe hij, eene machti
ge tooverspreuk gelijk, in mijn hart weer
klank vindt en mij tot groote opofferingen
aanspoort. Deze naam is voor mg het sym
bool van alles wat lief, rein en vrouweljjk
is. Het was mij een stem der hope, wanneer
ik ontmoedigd was; een anker voor de
toekomst, wanneer ik vertwijfelde en het
eenige licht, dat mijn donker pad bestraalde.
Hebt ge naar mij verlangd, Ruth P Heeft
uw hart over mij tot u gesproken P"
„Veel I Veel!" murmelde zij, hare hand
opheffend en hem liefkozend langs de wan
gen strijkend.
„Dat is eene zoele verzekermg, myn dier
baarste en ik geloof, dat mijne smachtende
ziel dit reeds lang heeft geweien.
Maar ik waagde het met, vroeger mijne
gevoelens voor u uit te spreken, alvorens ik
genezen en recht van gestalte tot n zou kun-
nen komen."
Rnth hief haar hoofd op en trachtte hem
in het gelaat, te zien, ofschoon de inge
vallen duisternis haar bijna belette, zyne
trekken te onderscheiden.
Daarop hadt gij niet behoeven te waoh-
ten Basil", fluisterde zjj, voor de eerste maal
zijn naam schuchter uitsprekende, „want in
mijn hart hebt ge reeds lang als koning ge-
heersoht*.
„En gij zoudt er niet voor zijn terugge-
deinst, mijne vrouw te worden, boe onge
lukkig en mismaakt ik ook was; zooals gjj
mij de laatste maal zaagt P* vroeg hij op