Brieven nit de Maasstad. Laat Verzoend. Zondag 20 December 189S. 40ste Jaargang No. 3163. BIJVOEGSEL. FEUILLETON. 23. D. GEMENGD NIÉUWS. H"°® de hare om8loten hield richtte zich plotseling in ziju stoel op. d«b W' geefs geleden en gestreden riep bij uiV terwijl zyne stem van inwendig leed beefde 1' Krupp heeft een half millioen mark geschonken aan het wedu wen- en weezenfonds zijner beambten. Voor het pensioenfonds dei werklieden heeft hij onlangs 200.000 mark gegeven. Een afgeweerde aanval. Een bewoner van eenDuitsch plaats je, waarlangs een beekje stroomt, merk te onlangs het volgende op Het beekje, waarin weliswaar geen visschen leven, maar wel eene massa waterratten, die in de afgebrokkelde wallen eene goede nestplaats vonden, had de opmerkzaamheid van eene kat getrokken. De kat giDg op de loer liggen en bleef daar uren lang liggen, de oogen op een en hetzelfde punt ge vestigd, gereed om ieder oogenblik haren sprong te doen. Vele dagen verliepen, eer het haar gelukte, eene rat te van gen en in triumf weg te dragen. De slimme knaagdieren, die anders zonder vrees langs den oever heen en weer lie pen, schenen de aanwezigheid der kat steeds te bemerken en hielden zich op een eerbiedigen afstand van haar. Hare eerste vangst scheen de kat tot nog grooter ijver in de rattenvangst aan te zetten. Bewonderingswaardig was inderdaad het volhouden der kat; uren achtereen lag zij op de loer. Op een goeden dag echter scheelde het weinig, of zij was het slachtoffer van haar beroep geworden. Op een keer, dat de kat zich tot den sprong gereed maakte, waartoe het ook kwam en waarbij zij eene jonge rat bemachtigde, sprongen eensklaps twee groote ratten, waarschijnlijk de ouders van het gevan gene jong, op de kat toe en beten zich in een achterpoot van de moordenares van hun kind vast. Hiermee vergenoeg den zij zich niet, maar wisten de kat met een tegelijkertijd uitgevoerden ruk van den wal in het water te doen stor ten. Met alle kracht poogden zij daarop de kat naar den bodem der beek te trekken, om haar zoodoende te verdrin ken. Deze hadden waarschijnlijk ook hun doel bereikt, want de kat dook meer malen onder, waarschijnlijk hadden zich onder water nog andere ratten als helpers aangesloten, als niet op het meest kritieke oogenblik hulp gekomen was. De eigenaar van de kat had het gevaar, waarin het dier verkeerde, be merkt en wist met een langen stok de ratten weg te slaan. Een goed gerichte sprong bracht de geredde op den vasten wal; zij had haar' buit zelfs in het doorgestane doodsgevaar niet losgelaten. Op de Britsche markt dreigt de Finsche boter eene geduchte mededingster van de Deensche te wor den. Verleden jaar werden uit Finland 81 millioen pond uitgevoerd en van deze kwam de grootste hoeveelheid aan de Engelsche markt. Men rekent, dat er over de geheele wereld jaarlijks ongeveer 3 milliarden oesters (3000000000) gegeten worden. Vooral te New-York is het verbruik groot en worden dagelijks een millioen oesters, op allerlei wijzen toe bereid, verteerd. SCHAKER COURANT. Rotterdam, 15 Decemb. 1896. CXY. Ik ging onlangs enkele dagen gele den op een laten avond naar huis. Er was eene vergadering geweest, ik geloof van de Maatschappij tot Nut van 'l Alge meen in elk geval in de Nutszaal aan de Oppert. Op dien avond heb ik meegeleefd eene tragedie, zooals die alleen mogelijk is in eene stad als deze, waarin zooveel menschen wonen, in eene samenleving als deze, waar in zooveel hartstocht is en zooveel zonde. Vooraf dien ik.te zeggen, dat ik geen zedepreek ga geven ik wil zelfs niet eens commentaren leveren, ik zal alleen vertellen, wat ik gezien heb en daar be hoeven geen commentaren bij. Op mijn weg naar huis moet ik door de Lombardstraat. Dat is eene tamelijk nauwe, smerige straat met vele lage huizen er in, leunend tegen elkaar aan. Huizen zonder deuren en met ramen, waarachter geen gordijnen hangen en waarvan de meeste rniten ge broken zijn. Men pleegt te zeggen, dat die straat is #de hel voor huisbazen", want die beuren er zelden huur. Elke week minstens wordt er in die straat één uit zijne woning gezet en vddr zij opnieuw ver huurd kan worden, moet de huisbaas de woning geheel laten opknappen. Eene zij straat van deze Lombardstraat en geheel van 't zelfde type is ironisch genoeg voor wie de Amsterdamsche winkelstraat van dien naam kent, de Kalverstraat. Ik liep de Lombardstraat door. En juist, toen ik bij de Kalverstraat was, gin gen mij twee agenten snel voorbij en de Kalverstraat in. Met de nieuwsgierigheid, die nu eenmaal bij den journalist behoort, schoot ik de agenten op zij. Toevallig kenden de mannen mij. Wat ga je uitvoeren vroeg ik. Een arrestatie Née meneer, hulp gevraagd zei éen der agenten. Mag ik meê Och jawel, als u er zin in hebt en misschien kunt u een handje helpen. Een dikke oploop voor een laag huis je toonde ons onmiddellijk, waar we we zen moesten. Uit het raam van dat huis hing lnidschreeuweDd een kind. De menschen voor de deur luid- kwebbelend maakten plaats voor ons. Ja, maar gauw binnen zei éen van hen. Er is haast bij, want anders vermoordt zij hem. Waarachtig geen wonder aldus een ander als ze 't deed, had ze groot gelijk. D'r is géén rechter, die 'r daar om veroordeelen zou. Hij heeft het mensch genoeg ge pijnigd. Ja, en dat laatste doet de denr toe. Een agent giitg naar boven, ik volgde hem. En de andere agent hield de men schen tegen, die al naar binnen drongen. Buiten blijven, menschen, we kunnen 't alleen wel af. Wees non verstandig en blijf buiten, dan kan ik naar boven gaan. Voor dit vriendelijk verzoek bleken de lui niet ongevoelig. Zij drongen niet meer op en de tweede agent ging nu dék naar boven. Roman naar het Engelsch van Ella Wald. „Maar Mr. Meredith," zeide Rath na eene poos te hebben nagedacht, ,,ik geloof niet, dat het nu nog iets zal geven, temeer, daar Inez Golding nu meesteres op Hazlewood-Heights is en „Wat viel Basil haar iu de rede. „Och ja, ik Tergat, dat gij dit niet wist," zeide Ruth. „Maar het is daarom niet min der waar. Zij trof Mr. Plympfon in Parijs en zij trouwden met elkaar in Maart na den dood van Ralph, nn regeert zij ala meeste res in het huis, dat mijner kleine Hope feite lijk toekomt." „Waarom hebt gij mij van dit alles niets geschreven vroeg Basil, ernstig verwij tend. „Omdat o, Mr. Meredith, ik kon niet," antwoordde Ruth hartstochtelijk. „Ik wilde niet, dat gij iets van dit alles zoudt te we ten komen. Wanneer ik u hiervan iets had ge zegd, zou ik u ook alles eerlijk hebben moe ten meedoelen. Ik schreef u over den dood van Mr. Plympton, maar het was mg onmogelijk, u iets omtrent Inez Golding mee te deelen. Wanneer ik mijne gansohe ge schiedenis bad moeten vertellen,had het slechts onaangenaam voor ons beiden geweest. Maar nu, ik toch door de mand gevallen ben, zal ik u ook eerlijk alles opbiechten." En vervolgens vertelde zij hem alles, wat èr sedert bare terugkomst in Albany met haar was voorgevallen en terwijl hij naar haar luisterde, werd zijn gelaat hoe langer hoe ernstiger en zijne oogen begonnen toor nig te fonkelen. HOOFDSTUK XXVIII. „En gedurende al dien tijd heb ik geloofd, dat gij u in overvloed baaddet, en hier ge- acht en geëerd waart als de wedawe van den overleden Ralph Plympton," riep Basil Mijn voorman cn ik waren terwijl de trappen opgegaan. In 't eerste portaal, waar het stikdonker was, hoorden we van links een lnid gillend gekijf, met doffe, vreemde bonzen er tnsschen. Daar moeten we wezen, zei mijn agent. Op den tast zocht hij in de richting, van waar 't geluid kwam, eene denr. Ik hoorde zijne hand langs den munr strijken en eindelijk, met een ruk een knop aan vatten en omdraaien. Een stroom licht viel plotseling in 't portaal. De agent had eene deur opgestooten en wij keken in eene kamer. En was daar een' rommel van door el kaar geworpen meubelen, een omgesmeten kastje met stoelen en eene tafel er iangs en er over. Op den voorgrond lag een man op den vloer en bij hem stond eene vrouw met een dik stuk rotting in de hand, die zich bij het openwerpen van de deur snel naar ons had omgedraaid. Ver der naar achteren het raam, waaruit het schreeuwende kind lag. De vrouw was mager en haar strak ge laat, waarin twee donkere, woedende oogen bliksemden, was doodelijk bleek. Haar mond was scheefgetrokken als van een fel toornig—krankzinnigeenuwachtig mensch. Wat mot jij gilde zij den agent toe. Deze was reeds de kamer ingegaan en had zich - zonder echter te weten, wat hij doen zou - bij den op den grond liggende man geplaatst, naast de woedende vrouw. Ik bleef op den drempel staan en liet den tweeden agent langs mij naar binnen gaan. Nou, wat uiot je schreeuwde de vrouw nog eens. Kalm, kalm, kalm zei nu de twee de agent. Je hebt de politie voor je. Ja, dat zie ik weergas goed, snauwde ruw de vrouw. Maar hier heb je niet noodig. Da's wel waar, want jij maakt bu rengerucht. En wat mot die man daar op den grond P De vrouw stoof plotseling in dolle drift op. Zij omklemde den rotting met woeste kracht en sloeg met het einde daarvan den op den grond liggenden man hevig in 't gezicht, dat eene roode, diepe striem in 't grauw—geel gelaat verscheen. Met een ruk trok de eerste agent haar den stok uit de hand en de ander sloeg zijne armen om haar middel en trok haar van hare plaats weg. Ik was verder naar binnen gegaan. Het knaapje aan het venster had z\jn hoofd in de kamer getrokken en keek, nog half leunend tegen het raam, angstig en nieuws gierig naar wat wij doen gingen. De vrouw, die zich plotseling met zooveel kracht ontwapend en gevangen vond, strib belde niet tegen. Zij liet zich naar een anderen kamerhoek dringen en viel daar kreunend in een' stoel neer. De reactie van de hevige overspanning kwam. Zij barste plotseling in een hevig gillend huilen uit, hare handen wosst voor haar gezicht slaande, de schouders opschok- kend in hevige emotie. Ik hielp den eersten agent den man naar een hoek dragen, waar wij hem op een kermisbed neerlegden. Hij stonk benauwd erg naar den sterken drank en hij was waarschijnlijk onder deD invloed daarvaD, volkomen gevoelloos en slap als een lijk. Bij de snikkende vrouw was meelijdend de andere agent blijven staan. Hij had zelf eene vronw en bij zoo groot eene smart blijft zelfs een strenge man van de wet niet ongevoelig. Hij zocht in de kamer naar de kraan van de waterleiding en toen hij die gevonden bad, wenkte hij zijn ka- opgewonden uit, toen Ruth met hare ge schiedenis ten einde gekomen was. „Wan neer ik dat alles geweten had, zou ik een ellendeling geweest zijn, wanneer „Wees kalm, wind u niet opl® riep Rath sussend. „Ik heb geen honger of gebrek geledenalleen heeft het mij pijn gedaan, dat m'in kind niet als wettig werd er kend. Integendeel I Ik ben in mijne zaken zeer gelukkig en voorspoedig geweest. Aan vankelijk twijfelde ik wel aan mijn welslagen, of ik wel in staat zou zijn, mijn kind en mij den kost te kunnen geven, maar bet is mij gelukt en mijn arbeid beeft mij over 't ge heel veel vreugde geschonken en ik heb mij zeer spoedig gewend aan de gedachte, dat ik eene koopvrouw zou zijn." „O, wanneer ik het maar had geweten", herhaalde Mr. Meredith vol spijt en dan voegde hij er aan toe met eene strengheid, die Ruth bijna deed ontstellen: „Maar gij zult u dit onrecht nooit laten welgevallen gij zult in uwe rechten worden hersteld. Dat gewetenlooze schepsel zal niet over u triomfeeren I Ik geloof, dat uwe aanspraken nu nog met succes zullen bewezen kannen worden, en ik zal geen moeite ontzien, om dit gevolg te verkrijgen". „Gij hebt mjj gezegd, dat op Hazlewood Heights eveneens een jonge erfgenaam is. Natuurlijk moet ook die zijn deel van de erfenis hebben en wanneer er geen testa ment voorhanden is, krijgt Inez haar wedu- wengold. Maar de vader van Hope beeft zeur groote rechten, en dat genomen bij bet vermogen, dat persoonlijk op hem stond vast gezet, zal voor nw klein meisje een zeer aardig inkomen worden. Welk een el lendig slecht wezen is die vrouw toch" „Maar ik wil mij het genoegen van dezen avond door hare slechte daden niet laten ont nemen,'' merkte Ruth lachend op. „Ik denk nooit gaarne aan haar, op zijn minst na. Daarom mijn vriend, laat ons dit alles als afgehandeld beschonwen en vertel mij Hever eens iets van die wonderbare verandering, die er met n is voorgevallen. O, Mr. Me redith, het schijnt mij zoo wonderbaarlijk toe. Ik sta er ten eenenmale over verstomd." „Ook ik kan dat nog nauwelijks zelf be- meraad toe, wat water te brengen voor de huilende vrouw. Hier, driok eens, moedertje, zei hij zacht - en vertel ons dan maar eens, wat je mankeert. De vronw greep zenuwachtig het water blikje en dronk het met korte schokjes leeg. Toen keek zij op met matte oogen, in randeD, rood van veel weenen. Kom, vertel eens, wat er is. Och och, klaagde zij, och, och, wat een ellende en wat een verdriet. En ik had al zooveel hoop en nu is alles weg, alles verloren, och, och, alles, alles, alles verloren. Wat dan, wijfie P O, die daar, die man, hij is mijn man helaas. Hij heeft altijd gedronken. Van dadelijk na ons trouwen al af. Al tijd maar door. En overal werd hij weg gejaagd 6D we hadden honger geleden als ik niet een paar wasschen had gekregeD. En toen, op een keer, ben ik ziek gewor den en de dokter zei, dat ik het in de longen had. En dat heeft ie zich toen aan getrokken en hij heeft mij aan mijn ziek bed beloofd, dat ie nooit meer drinken zou, nooit meer. Want hij had bij een neef van ons werk gekregen, en goed be taald, twaalf gulden per week. O, o, ik was zoo blij en ik ben er heelemaal van bp-gekomen, zód blij was ik. Hij werkte nn vele weken geregeld en hij bracht al zijn geld thuis. Ik zorgde, dat ie 's mid dags altijd wat lekkers vond, want die wat verdient mot wat hebben. En ik haalde, wat in den lommerd stond, thuis. Ik kocht ook een nieuw Zondagsch pak voor 'm. Hij was er zoo blij mee en hij werkte zoo goed. Nooit, nooit, nooit zou hij meer drinken, zeide hij. Dat duurde zoo twaalf weken. Maar eens, op een Zater dagavond kwam hij niet thuis en, och God, ik begreep, dat het alweer uit was, Oj 0^ Oj O t Weer begon zij woest te huilen. Het knaapje was, ddk weenend, van het raam naar haar toegeloopen en sloeg zijne mage re armpjes om haar hals. En weenend vertelde toen de vrouw ver der Hij kwam den heelen nacht niet thuis en Zoudags ook niet. Zondagsnachts om één uur kwam ie boven water, stom dronken en al zijn geld was op, al zijn geld. Ik kon hem niets doen, want ik was te beroerd, ik was weer in bed gaan liggen, want ik voelde m'n longen weer zdd. En hij bleef slapen den heelen Maandag door en toen ie Dinsdags wakker werd, wilde hij niet meer naar zijn werk. Hij vroeg me geld en dat wilde ik hem niet geven. Toen gapte ie m'n portemonnaie uit mijn rok, die voor m'n bed lag. O, ik had 'm kunnen verscheuren, maar ik kon m'n bed niet nit. En hij liep weg en bleef weer twee volle dagen weg. O, o, en we hadden geen geld, hier m'n arm kind en ik en we hebben zoo'n honger geleden. Van toen af zoop ie geregeld door. Als ie wel eens een kleinigheid ver diend Had, verzoop ie 't weer ea al wat ik uit den lommerd had gehaald, bracht hij er weer in. Ik moest opstaan, want m'n kind kon toch niet doodgaan van honger. Zoo ziek als ik was, ben ik an de waschkuip gaan staan en ik heb gewasschen, om tenminste brood tc kunnen koopen. Maar het ergste, o, o, het ergste heeft ie eergisteren gedaan. Toen heeft ie, ter wijl ik eene vuile waseh was gaan halen, van den zolder eene schoone wasch, die niet eens van mij was, afgenomen en naar den lommerd gebracht. De dief, de smeerlap. grijpen. En toeh is mijne genezing lang zaam genoeg geschied, om mij daaraan te doen gewennen." „Herinnert gij n," nam hij na een kort oogenblik het woord weder op, „dat artikel nog over die wonderbaarlijke genezing van ruggemergslijden, dat ik n op onze terugreis heb voorgelezen „Ja," zeide Ruth vol belangstelling. „Maar is het mogelijk P" „Om u de waarheid te zeggen, dat alles maakte dieper indruk op mij, dac ik n toenmaals heb willen bekennen, en toen ik bij onze komst te New-York hoorde, dat een onzer firma naar Boston moest, greep ik die gelegenheid aan, tevens het besluit ne mende, den man op te zoeken, die van dat ruggemergslijden zoo radicaal genezen was. „Ik bezocht hem en bevond, dat het be richt tot in de kleinste bijzonderheden waar heid bevatte, zoodat ik dadelijk vertrouwen in die methode begon te stellen en besloot, mij daaraan te onderwerpen. Ik zocht den geleerden heelkundige op, maar in het begin wilde hij mijn geval niet onderhanden ne men, omdat hij beweerde, dat er weinig hoop op herstel bestond, ook al bezat ik den moed, die zeer pijnlijke en langdurige kuur, welke dagelijks en telkens eene groote zelfbe- beersching vorderde te ondergaan. „Ik verzekerde hem evenwel, dat het mij aan moed niet zou ontbrekenik beloofde hem plechtig, al zijne bevelen stipt te zul len nakomen ja, ik gaf mij over aan de stadie van zijne wetenschap, alleen om te weten, wat er in de minste bijzonderheden van mg gevorderd werd. „Ik keerde altijd weer voor een tijdlang naar New-York terug, maar na een kort oponthoud vertrok ik weder naar Boston om aldaar de knar weer voort te zetten, en eindelijk gewerd mij de belooning voor al mijne pijn on ellende. Ik werd, zooals gjj ziet, lichamelijk een nieuw mensch en ben hot ook, zooals ik geloof, dooi mijn liohame- lijk ljjden, geestelijk geworden." Toen Mr. Meredith geëindigd had, zag Ruth hem ernstig aan en zeide „Bet is wonderbaarlijk 1 Het schijnt bij na, alsof gij opnieuw geboren zijt." Nou komt iethuis, smoor—, smoordron ken gestolen heeft ie gilde zij plotseling, gestolen heeft ie en hij zal de kast in. Toe, schrijf 'm op agent, toe schrijf 'm op. Want hij is een dief, een dief. En hij heeft ons ongelukkig voor ons leven gemaakt Later, toen de aangifte gevolgd was, zal de agent zijn plicht hebben gedaaD. De man zal „de kast* in en het getal slachtoffers van den ellendigen drank is weer met drie vermeerderd. Twee, moeder en kind, zijn wel het diepst te beklageD. Het nieuwste in de Duitsche geneeskunde, een middel te gen koorts heet volgens een opstel in het Berliner Klinische Wochenschrift* Dimethylamidophenyldimethylpyrazolon. Het wonderbaarste is, dat dit poeder met dien vreeselijken naam, aangenaam smaakt. Middel tegen hoofdpijn. Een bekende New-Yorksche arts, dr. Ryde, verzekert, dat het beste middel te gen nervense hoofdpijnen is het achleruit- loopen. Het is voldoende, meent dr. Ryde, als men dagelijks tien minuten aan deze oefening doet, en de beste ruimte daarvoor is een lange, smalle gang, die het licht van boven krijgt, waariD men op en neer kan gaan. De beweging moet echter heel langzaam gebeuren en men moet eerst met de teenen en dan met de bak op den grond stappen. Dr. Ryde heeft dit genees middel reeds bij vele patiënten toegepast, en naar hij beweert, steeds met onfeilbaar succes. Gevolgen van de vorst te Londen. De plotselinge daling van de tempera tuur der laatste dagen heeft te Londen het sterftecijfer aanzienlijk doen stijgen. In minder dan drie dagen waren alle Lon- densche hospitalen overvnld en tijdens het heerschen van de vorst zijn twee ongeluk- kigen in de straten der hoofdstad door de koude bezwekeD. Eenige dagen geleden vond de politie des morgens vroeg vddr de volksbibliotheek in de wijk Clerkenwell het lijk van een naar schatting 40-jarig, onbekend man, die door de koude van den afgeloopen nacht was bezweken. Het lijk was stijf bevroren. Des middags van den zelfden dag zakte een 86-jarige verpleegde van het centraal-armhuis in de Oxford-street ineen. In eene apotheek in de buurt gaf een arme man den geesthij was overle den tengevolge van eene door de koude veroorzaakte congestie. Muzikale Amerikanen. Mevrouw Emma Calvé roemt in een ar tikel in The Ladies' Home Journal de schoonheid der Amerikaansche stemmen en voorspelt, dat de Amerikanen het muzika le volk bij uitnemendheid voor de toe komst zulleu wordeD. Volgens haar zijn de Amerikanen met de beste stemmiddelen toegerust, die, wanneer slechts behoorlijk geoefend, niet te evenaren zijn. Boven dien deinzen zij voor geen enkelen hinder paal terug, zoodat zij naast den harden kamp voor het leven, lust en tijd genoeg houden, om zich in de muziek te bekwa men. Naast deze natuurgaven en hunne wilskracht bezitten zij dikwijls eeD mooi gelaat en bevalligheid van houding en be weging, wat voorname factoren voor de „En dat ben ik ook, lieve vriendin, vroe ger was ik blind, nu zie ik vroeger was ik verminkt en kreupel, nu ben ik genezen en rechten dat alles door die wonderbaar lijke kracht, die een hooger wezen ons geeft door de kracht der zelfbeheersching. „Eenmaal zal ik u alles omtrent mijne operatie vertellen, Ruth. Ik heb n echter eerst nog iets anders te zeggen. Mijne lie veling", ging hij voort en zijne stem trilde van opgewondenheid, „toen ik op de boot al scheid van n num, scheen het mij toe, als of het leven voor mij geen waarde meer had, want toen ik n verliet scheen mjj de toekomst zeer donker toe. „Reeds lang had ik geleerd, n lief te hebben, in de diepste beteekenis, die het woord maar hebben kan. Maar ik was, zoo- als ik toenmaals gelooide, een hnlpelooze kreupele, ik gevoelde, dat ik geen recht bad, uw jong, bloeiend leven aan het mijne te verbinden. „Het is waar, gij hebt mjj eenmaal zeer duidelijk gemaakt, dat deze verminking van mjjn lichaam op n geen indruk maakte, dat go daaraan geen waarde hechtte, dat voor u mijn werkeljjk ik als ik bet zoo eens noemen mag en nn begrjjp ik dat alles be ter alle lichamelijke gebreken onzicht baar maakte. O, gij hebt mjj erg in ver zoeking gebraoht, kleine vronw, op dien dag,toen gij op die heerlijke bloemen in dien gebroken pot weest. Herinnert gij het u nog F" vroeg hij haar, zich tot haar over- buigend. „Ja, ik herinner het mij", fluisterde zij bevend. Basil Meredith stak zjjne hand nit en ratte de hare, die naast haar op de leuning van de stoel lag en ofschoon hare band in de zijne sidderde, liet zij hem die toeh rustig behouden, als een klein vogeltje, dat tevre den in syn nestje is. „Ja, gij hebt mjj bijna meer in verzoeking gebracht, dan ik heb kannen dragen", be gon bij weder, „en ik heb een' zwaren strijd gestreden, eer ik weer rost had met mjjn hart, eer dat zicb voegen kon naar dat, wat zooals ik duidelijk gevoelde, alleen recht was. Toch greep ik alles met graag- loopbaan van een' zanger zijn. Ten slotte hebben zij hot veieischte temperament, dat noodig is voor zangers en acteurs, zoodat zij voornamelijk groote geschiktheid voor de opera bezitten. Inhonderden boomgaarden in West-Ontsrio (Canada) worden de ap pelen dezen herfst niet geoogst, wegens de buitengewone groote opbrengst en de lage prijzeD, als een gevolg daarvaD. Ve le boeren kunnen niet meer dan 40 cents AmerikaaDsch krijgen voor eeD vat gesor teerde appelen van de beste soort en voe ren ze san hun vee op. Deze overvloed in Canada staat cnriens tegenover de ta melijk hooge prijzen, die deze vrucht op brengt op de Europeesche markt, Eene Hannoversohe Boe- renbrniloft. In het Hannoversche plaatsje Nordholz is dezer dagen eene bruiloft ge vierd, waarop niet minder dan 200 fami lies door bereden bruiloftsboden waren uit- genoodigd. Vier dagen voor het feest wer den vier varkens, twee ossen en 140 kip pen geslacht. Op den derden en tweeden dag voor het feest werden 300 koeken en een enorm aantal broodjes gebakken. Op een langen met 4 paarden bespannen wagen werd eene enorme quantiteit vaatjes bier aangebracht, benevens een okshoofd brandewijn. Reeds een dag te voren be gon het feest, toen de uitzet van de bruid met muziek op vier wagens naar het huis van den bruidegom werd vervoerd. De bruiloft zelf was een buitengewone maagturnwedstrijd. Van heinde en ver kwamen de geDoodigden en op den twee den dag van het feest was de boerderij bestormd door niet minder dan 700 gas ten, die de eer van den tafel hooghielden. In hunne grage magen verdween alles, wat de kok geschaft had. Een en ander werd besproeid met pl.m. 700flesschen wijn, 54 vaten bier, een okshoofd brandewijn en een oceaan van koffie, terwijl twaalf mu zikanten, die de balmuziek leverden, voor de spijsvertering het hunne deden. In 't stamboek. Iemand schreef in 't stamboek: ^Van alle zaken houd ik het meest van de kern/' Een ander schreef er onder„Met dezen is het goed kersen eten." Eene reeks diefstallen. In het gasthuis Loriboisière te Parijs, heeft men eene serie diefstallen ontdekt, die sedert meer dan 20 jaar door eene bewaakster gepleegd werden, die in 't bij zonder belast was met het opzicht over de kleedkamer, waar ook de kleederen be waard werden van de zieken, die in het hospitaal overleden. Door dezen post van vertrouwen heeft zij in al dien tijd meer dan 100.000 fres. kunnen stelen. Men heeft huiszoeking gedaan in hare woning en daar een koffer gevonden, die allerlei juweelen bevatte. Deze waren zorgvuldig gerangschikt in houten doosjes. Men schat, dat er minstens voor 40000 fres- zijn. Verder vond men er in ver schillende koffers 140 paar schoenen, 11,6 corsetten, 300 paar kousen en tal van andere kleediDgstukken. Bovendien 20.000 fres. aan geldswaardig papier. Verlichting met houtgas. Een nattig gebruik van houlzaagmeel maakt men inDeservato, eene stad in Canada. In plaats van uit steenkool, wordt daar het lichtgas uit houtzaagsel gestookt. Nadat het gas door verwarming met een houtvuur in retorten, met zaagsel ge vuld, bereid is, wordt het gezuiverd, bij welk zuiveringsproces vooral kalk wordt gebruikt. te aan, wat mjj maar eenigszins hoop gaf op eene vriendeljjker toekomst. „Ik deed toen inwendig de gelofte, dade lijk naar Boston te gaanik wilde de waar heid weten, niets onbeproefd laten ik wilde de knnde van dien man ook op mij beproefd zien. Ik heb tegen mijzelf gezegd, dat ik n nooit weer wilde zien, of ik moest gevonden hebben, wat ik zocht, of mij zelf zoozeer meester zijn, dat ik iedere gedachte, iedere hoop, die ik toenmaals ge koesterd heb, geheel had overwonnen- „Het was een harde strijd een strijd, dien ik zeer zeker niet ten einde zon hebben gebracht, als het doel, dat mij wachtte, niet zoo heerlijk, zoo veelbelovend was geweest. Mijn engel, de gebroken pot is weer hersteld en ik hoop, dat mijne menschelijke waarde in nw oog niet is verminderd; zoo is nn alles, wat ik ben en heb, voor u- Rath, wilt ge kunt ge mij liefhebben Wilt ge mijne vronw worden Tranen stonden de jonge vrouw in de oogen, maar bet waren tranen van vreugde over het heerlijke geluk dat haar ten deel viel. En met deze vreugde vermengde zich het gevoel van diepe deelneming en vereering voor den man, die zoo edel en geduldig een ver twijfelden strijd gestreden had. Zij was op dit oogenblik niet in staat, zich zoo te be- heerschen, dat zij spreken kon, en Basil vroeg r.ioh met zeldramen angst af, waarom °P zi{n verzoek geen antwoord gaf, toen er oer. heole traan op sijne hand viel dat gij die niet met den ^nant 1 ppü* telheid tan, Mekken" "g? sneed b6t ha" door het hart „Neen, neen", fluisterde sij terwiil an willekeurig b.r. „.ede bidó/'d U", legde als vreesde zij, dat het groote Z schenk zQDer liefde haar zou ontwar, 8 Het gezuiverde gas heeft een veel minder aangenamen reuk dau steenkolengas. Er worden dagelijks 540 kubieke me ters gas gestookt. Volgens opgave is de lichtkracht 12 tot 18 kaarsenmaar daar bij is niet opgegeven, welken brander men gebruikt. In de fabriek werken slechts éen man en éen jongen. r. sou ontgaan. Deze handeling, hoe eenvoudig ook, Wa„ welsprekend genoeg. Zij verried Basil alle" wat hij verlangde te weten zij verried hem, dat Ruth hem reeds met hart en ziel was toegedaan. In het volgende oogenblik knielde hg naast haar stoel, hield haar met zijne ar men omstrengeld en drukte haar schoon hoofd tegen zijno borst. „Ruth 1" riep bij nit en grenzenlooze vreugde en tevredenheid klonkeu er nit zijne stem. „Ik geloofde niet, dat mijn hart mij zoo had kunnen bedriegen. Gij hebt mij dus lief, dierbaar wezen P Gij fijt de mijne voor eeuwig P Ruth, Rutb," ging hij voort, zijne lippen op hare wangen druk kend, „wanneer gij wist, wat deze naam voor mij beteekent en hoe hij, eene machti ge tooverspreuk gelijk, in mijn hart weer klank vindt en mij tot groote opofferingen aanspoort. Deze naam is voor mg het sym bool van alles wat lief, rein en vrouweljjk is. Het was mij een stem der hope, wanneer ik ontmoedigd was; een anker voor de toekomst, wanneer ik vertwijfelde en het eenige licht, dat mijn donker pad bestraalde. Hebt ge naar mij verlangd, Ruth P Heeft uw hart over mij tot u gesproken P" „Veel I Veel!" murmelde zij, hare hand opheffend en hem liefkozend langs de wan gen strijkend. „Dat is eene zoele verzekermg, myn dier baarste en ik geloof, dat mijne smachtende ziel dit reeds lang heeft geweien. Maar ik waagde het met, vroeger mijne gevoelens voor u uit te spreken, alvorens ik genezen en recht van gestalte tot n zou kun- nen komen." Rnth hief haar hoofd op en trachtte hem in het gelaat, te zien, ofschoon de inge vallen duisternis haar bijna belette, zyne trekken te onderscheiden. Daarop hadt gij niet behoeven te waoh- ten Basil", fluisterde zjj, voor de eerste maal zijn naam schuchter uitsprekende, „want in mijn hart hebt ge reeds lang als koning ge- heersoht*. „En gij zoudt er niet voor zijn terugge- deinst, mijne vrouw te worden, boe onge lukkig en mismaakt ik ook was; zooals gjj mij de laatste maal zaagt P* vroeg hij op

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 5