Brieven uil de Maasstad.
Brieven nit Zuifl-Afrika.
Laat Verzoend.
Zondag 3 Januari 1S97.
41ste Jaargang No. 3165.
I
I
BIJVOEGSEL.
cxvn.
F E BILLET ON.
D.
GEMENGD NIÉUWS.
Landbouwscholen.
SCHAGER
Rotterdam, 29 Decemb. 1896.
Nog een paar dagen en we hebben een
nieuw jaar.
En dan nog drie jaren en we hebben
eene nieuwe eeuw.
Zoo rekent een mensch vooruit. Men
kan er nog honderd jaren bijtellen en zeg
gen en dan nog honderd jaar en we le
ven geen van allen meer.
Ik vind nabetrachtingen in den regel
geweldig vervelend en van voorbetrachtin
gen ben ik ook geen vriend. Nu zal er
juist in deze laatste jaardagen van alle
zijden een orkaan van voor— en nabe
trachtingen loskomen. We zullen gewezen
worden op het jaar, dat achter ons ligt,
ons zal worden afgevraagd of we wel braaf
zijn geweest en onzen plicht hebben ge
daan we zullen gewezen worden op het
jaar, dat vóór ons ligt en ons zal worden
afgevraagd, of we wel van plan zijn braaf
te wezen en onzen plicht te doen enz. enz.
Zonder gemoedsbezwaren mag ik mij
dus ontslagen rekenen van betrachtingen,
waarvoor ik overigens motieven en con-
clasies in voorraad heb, en mij bepalen tot
een' algemeenen indruk van deze laatste
levensdagen van 1896.
Ik herinner me hier een ouwen oom,
die nu ook. al jaren tot zijne vaderen is.
Die kwam geregeld de oudejaarsavonden
bij ons doorbrengen en dan begon ie,
zoodra hij gezeten was, het woord tot ons
allen te richten, deftig en goed-gemeend-
hartelijk
Kinderen, zei ie, vóór we nu gaan
eten en drinken en smullen eu luisteren
naar 't uitschieten van het jaar en praten
over koetjes eu kalfjes, moeten we eerst
't eens hebben over wat gebeurd is en
wat komen zal.
Zoo geschiedde het en dat was onder
ons stom vervelend. Totdat één van
mijn broers hem e6ns in de /rrede" viel
met de wel wat onhebbelijke bewering
Och oom, laten we dat rusten laten,
wat gebeurd is, is gebeurd, en van wat
komen zal, weten we niets. Waarom dus
dat doelloos gepraat
Wij jongeren, die 't óók vervelend
vonden, klapten van pret in de handeD,
als teeken van bijval. Oom lachte wee
moedig en keek ma aan om te zien, wat
die ervan dacht. Ma was het iu haar hart
met'ons eens, maar, voor 't fatsoen, zei zij te
vinden, dat ooms voorstel werkelijk goed
was. Als een mensch niet eens nadenkt eu
overlegt, begaat hij dwaasheden.
Op 't moment ben ik het met ma
eenstoen vond ik haar betoog nog al
zeDrig. Maar dit is zeker, ook thans zon ik
niet wenschen, een onde oom als wijlen
de mijne te wezen, en daarom betracht
ik nu niet.
Iu eene handelsstad is de nadering van
't nieuwe jaar heel duidelijk merkbaar.
Je kunt het hoogeren en lageren kantoorbe
dienden zoo aanzien, dat zij zwaar gebukt
gaan ouder 't besef der belangrijkheid van
de te maken balansen. Er is eene massa
werk te doen, alle avonden wordt er op
de kantoren gewerkt, ijverig, om alles op
tijd gereed te krijgen.
Om tien, om elf, om twaalf, om één
uur ziet men groepen heeren in vluggen
stap over de straten gaan de kantoren
hebben ze losgelaten na avonden van in
spannend werk. De patroons gaan dan nog
Roman naar bet Engelich
26. vil%lla Wald.
Bisil Meredith begreep van den baat van
den jongen tegenover Mrs. Inez niets en
daarom vroeg hij
Will, waarom haat je Mrs. Inez tocb
zoozeer.'
„Omdat zij mij op een zekeren dag een
slag in 't gelaat gegev9D heeft, mijnheer,*
antwoordde de jongen, terwijl zijne wangen
zich boog rood kleurden. „Het was op
deszelfden dag, toen ik het pipier vond en
ik wis op het oogenhlik, dat zij mij sloeg,
racend; wanneer ik een man geweest was,
geloot ik, dat ik haar op dezelfde plaats gedood
had."
„O, stil, stil, mijn jongen I' zeide Basil
verwijtend. „Gij moet nooit gedoogen, dat
gij uwe gevoelens geen meester blijft, want
dat temperament, dat u zooeven beheerschte
is het temperament, waarvan men moorde
naars maakt.*
„Dat weet ik mgnheer," antwoordde de
jongen nu weder bedaard, „en tegenover
niemand heb ik ooit dergelijke gevoelens
gehad. Maar de klap, dien zij mg gegeven
heeft, heelt die groote, donkere sporen op
mijne wang achter gelaten, welke eene week
lang niet wilden verdwijnen, en mij aan den
hoon en spot mijner kameraden prijs
gaven.*
»Wel, wel, wanneer ik in jou plaats was,
ZOu ik over dat zaakje maar niet langer
Dadenken,* merkte Mr. Meredith vriendelijk
°P. .en zon ik alleen maar mijn best doen,
om Mrs, Ralph Plympton aan het haar
recht matig, toekomende te helpen en sou ik die
kwestie niet als eene wraakneming op te vat
ten, haat en boosheid vallen gewoonlijk op
diegenen terug, die dergelijke gevoelens
koesteren. Wees alleen blijde en verheugd,
dat uwer goede vriendin gerechtigheid we-
later, drie of vier nnr, soms zelfs blijven
zij den nacht door.
Met de scheepvaart is het in dit jaar
prachtig gegaan. Op den 22sten Decem
ber kwam het zes-duizendste schip den Nie-
wen Waterweg binnen, en half November
hadden wij juist zooveel schepen binnen
als over het geheele jaar 1895. Een be
wijs du9, dat we vooruit gaan. Trouwens,
in den regel liggen ooze reusachtige ha
vens propvol, dikwijls weet de havenmees
ter niet, waar hij de nieuw-binnengekomene
leggen zal.
In den handel is 1896 micder voor
spoedig geweest. Ik meen zeker te we-
teD, dat er in verschillende takken van
bedrijf, inzonderheid in granen, schatten
verloren zijn. Op de Beurs vang ik zoo
nu en dan wel eens eene kleine recensie
van vertrouwbare bevoegden op en dan
hoor ik van Jan, Piet en Klaas, die ik
rijk dacht en bezitters van bloeiende za
ken, dat zjj geweldig achteruitgegaan en
dal hunne zaken op sterven na dood zijn.
Als de familie niet bijgesprongen was,
hoor ik dan verder, zou het al gedaan we
zen.
Dit is natuurlijk niet alleen zoo in Rot
terdam. Oik in andere steden wordt de
algemeene malaise van 't moment zwaar
gevoeld. Eu Rotterdam is in zooveel voor-
deeliger conditie dan eene gewone handels
stad, omdat bij haar de bloeiende scheep
vaart zoo machtig veel voordeel brengt,
grooter dan het slechtste jaar van bandei
aan nadeel kan opleveren. En dan, hier
geldt ook de spreuk der oude Hollanders:
„ende desespereert niet'; het is in eiue
stad als deze *up and down', het is nu
»down' geweest, een ander jaar zal het
„up* zijn.
In den winkelierstand moet het, hoor
ik, heel goed zijn gegaan in 1896. De
bevolking nam, zooals in de laatste jaren
geregeld, zeer toe, en dat voor 't meeren-
deel in het genre „gegoeden burgerstand.'
Bijna al onze nieuwe wijken zijn van def
tige burgerwoningen; op dit bestanddeel is
dus gerekend en niet vergeefs. De win
keliers ondervinden er de voordeelen
van.
Ook voor hen is het in deze dagen „ba
lans opmaken". Loopboekboaders, zooals
ik dit slag noemen wil, in overeenstem
ming met floopminnen', die ook
meer dan één klant bedienen, gaan de
verschillende winkeliers af, om er de boe
ken over het jaar bij te schrijven en nit
te rekenen, wat er verdiend is. Vervelen
der werk is wel niet denkbaar. Zij zijn
te krijgen, voor wie ze hebben wil en met
evenveel ijver maken zij eene balans van
suiker en koffie bij een' kruidenier, als van
jassen en broeken bij een' confectiehande-
laar, als van ijzeren binten en potkacheltjes
bij een smid, als van laurierdrop en slaap
bollen bij een' drogist.
Het balansopmaken sluit natuurlijk in
zich de bepaling van de overblijfselen vau
artikelen in dit jaar en dit geeft in de stof
jeswinkels aanleidiog tot het houden van
rgrooten lappendag." Dan wordt voor spot
prijzen" opgeruimd, wat over is.
Die ^spotprijzen" verlokken vele huis
moeders, het huiselijk balansje aan de de
betzijde te verhoogen. 't Is zoo goed
koop, Diet waar, en daarom slaan zij tien
el van dit in en vijftien meter van dit en
een zomermaot-ltje en een winteronderrok
of zoo, dingen die zij niet noodig hebben en
ook niet noodig zullen hebbeD, maar die
zoo „spotgoedkoop" zijn.
De goede buitenlui weten het ook. Die
trekken op lapjesdagen naar den winkel
en slaan quantiteiten in, waaraan de gao-
sche familie ic drie volgende jaren genoeg
heeft. Je kont Diet weten, er moest in
't volgend jaar eens geen lappendag zijn 1
Dat herinnert me aan een braven jon
geling, die trouwen zou in Mei en in De
cember daaraan voorafgaande zoo goed
koop een ameublement kon overnemen.
Gunst, 't scheelde hem wel f150.of
f 200.En hij kocht in December het a-
menblement, huurde eene goedkoope woning
om den boel in te zetten h f2.25 per week,
betaalde f 49.50 totaal, vond in Mei
veel beschimmeld goed erbij en zag ten slot
te, d-t het buffet veel te groot was voor
de huiskamer en de spiegelkast veel te breed
voor de slaapkamer.
Dat is van die koopjeslooperij, die de
zoinigheid bedriegt 1
Wat ook tegen Nieuwjaar merkwaardig
zijnde vele firmaveranderingen en vesti
ging van nieuwe firma's, bij notarieel con
tract en voor zóóveel jiren. Met het
nieuwe jaar wordt een nieuw bedrijf begon
nen mei nieuwe moed en misschien met
veel nieuwen teleurstellingen. (Pas op, daar
had ik bijna een voorbetrachting).
De post heeft het druk met het be
stellen van de desbetreffende circulaires en
zij heeft het óók druk met kaartj'es en
brieven van heilwensch, die velen, om niet te
laat te komen, reeds eenige dagen te voren
in eene brievenbus steken. Tot hnlp van het
gewone personeel, wordt eene afdeeling mari
niers aangewezen, die braaf haar best doet en
het bewijs levert, dat landverdedigen in
plan best kan gepaard gaan met prac-
tisch werk. De idee om soldaten te laten
heide ontginnen, straten maken, dijken
verhoogen, kanalen graven enz. is immers
al meer dan duizend weken oud Luite
nants Brüsewitz, die *mir nichts dir
niohts* een vrijmoedig burger overhoop
steken, zijn voor Daitschland alleen; ik
durf dus, zooder vrees het met Jen dood
te moetsn bekoopen, aanbevelen die idee
nog eens van alle kanten te bekijken.
Behalve in boekwinkels, waar de etalage
kasten vol scheurkalenders hanger), bemerkt
men in de winkelstraten weinig van het
komend nieuwjaar. Kooplieden; die anders
in sinaasappelen doen, gaan nu met chris
telijke en humoristische scheurkalenders
rond en de onsterfelijke man met zijn
„almanaak, nlmanaak nieuw almanaak
van de befaamde Enkhuizer laat zijn
roep door alle straten klinken.
Bakkers hebbeD het drnk met bestel
lingen van oliebollen. Dat deed men
vroeger zelf, moeder liet meel en blom
halen en eene flesch olie en bakte je bol-
len, waar je je een bedorven maag aan at.
En het jolige ervan was dat bakken zelf,
het huis stond vol rook, moeder kwam
van tijd tot tijd eens uit de keuken met
een rood hoofd, de handen vol olie om
naar de smullende kinderen te kijken,
wier mond vet was tot de kin en tot den
neus. Nu geeft moeder er de brui van,
't is haar te veel werk en een te onaan
gename lncht in huis.
De bakker moet het nn maar doen, die
is er voor ingericht en die bakt ze beter.
Nu, lekkerder zijn de bollen van den bak
ker misschien wel, maar smaken deden ze
vroeger beter, daar gaat niets van af. Ge
lukkig de gezinnen waar moeder nog olie
bollen bakt1 sist het conservatieve dui
veltje in me en het lacht daarbij van
re-man-ci-pa-tie, die anti-oliebollenbakkerij
is
Punch en saliemelk, die niet zoo moei
lijk klaar te maken zijn, je hebt er alleen
warm water of warme melk voor Doodig,
worden in huis genomen voor deu ouwe-
jaarsavond. Grossiers in sterke dranken
leveren heel wat pnnch af.
Na de balansen en de lapjesdagen de
groote avond, met oliebollen en
punch, schieten en klappers afstekeD, ter
dervaren zal en laat de zaak daarmede ge
ëindigd zijn. Herkendet gij haar niet, toen
gij nw kleinen broeder bij haar bracht en
zij hem als baren zoon aannam P*
Will zag zich door deze vraag in het
naaw gedreven en vertelde de geschiedenis,
zooals zij zich bad toegedragen en eindigde
bedrakt„Ja mijnbeer, ik heb haar wel
herkend, bij den eersten oogopslag reeds."
„Dan verwondert het mij ten zeerste, dat
gij bereid waart, haar bet kind over tqge
ven," antwoordde Basil verbaasd.
.Dat moest ik wel doen," antwoordde de
knaap met een' diepen zacht. „Moeder was
stervende en er moest toch iets met bet kind
geschieden. Wij lazen de advertentie in de
conrant en moeder geloofde, dat als wij dat
gedaan konden krijgen, het voor ons allen
veel beier zon zijn, dan dat het kind naar
een weeshuis ging. Ik had al reeds half en
halt het plan, het kind weer mede te Demen,
toen ik zag, wie den jongen opvoeden moest;
maar zij beloo'de mij, dat zij goed voor hem
zon zorgen, en dat hij als de zoon des hui
zes sou opgevoed worden. Toen dacht ik
weer, dat het maar beter was, hem daar te
laten. Gelooft ge, dat ze den jongen verstoo-
len zal, als de geschiedenis uitkomt en zij
geen voordeel meer trekken kan van zijn
persoon?"
„Daar ben ik haast zeker van," antwoord
de Basil, .want zij beeft geen ander doei
met dat kind gehad, dan om zoodoende in 'tbe-
zit te geraken van den rijkdom van baar over
leden echtgenooten ik ben er vast van over
tuigd, dat als zij bare pogingen mislukt ziet, zij
dieD lastpost geen ogenblik langer meer zal
willen hebben Maar ik verzeker u Will, dat nw
kleine broeder evengoed uitstekend verzorgd
zal worden eu mogelijkerwijs tot een beter
mensch tal opgroeien, dan onder de leiding
van mevrouw Inez*.
„Daarvan ben ik zeker, mijnheer en
en wanneer wij te samen konden blijven,
dan -
Will moest plotseling ophouden, om niet
in tranen uit ie barsten.
Maar zijne terneergeslagen oogen en tril
lende lippen verrieden duidelijk genoeg, hoe
een naam en verlaten hij zich gevoelde, om
dat hij tot dusverre nog niet in staat
was geweest, zijne bloedverwantschap met
een enkel mensch te kunnen bewijzen.
„Dat zal gebeuren Will, wanneer dat maar
eenigszins gemaakt kan worden*, antwoord
de Mr. Meredith vriendelijk. „Zoolang gij
vlijt en goeden wil toont, om den rechten
weg te bewandelen, en nw niterste
best doet om u braaf en verstandig te ge
dragen, d»n knot gij op mij als op uw' vriend
rekenen en zal ik n beiden voorthelpen."
„Ik dank n, mijnheer,* zeide de knaap
bijna deemoedig. „Ik zal al bet mogelijke
doen ja, dat zal ik op mijoe eer.*
.Zoo is'tgoed!" merkte Mr. Meredith op
bigden toon op. „No ga ik naar Mrs. Plymp-
toD, om haar mede te deelen, wat gg mij
gezegd hebt en kant gij in dien tnsschentgd
naar de keuken gian en nw avondsten ge
bruiken,* besloot Basil, toen hij Rutb de trap
boorde afkomen
Will verwijderde zich oogenblikkelijk en
Basil keerde naar zijn lievelingsplekje voor
de huisdeur terug, om daar zijne verlooide
af te wachten.
„Mijn schatje," fluisterde hij haar toe,
toen zij naar buiten kwam en naast hem
giDg zitten, „ik ben zeer nieuwsgierig, wat
ge van al de nieuwigheden, die ik u te ver
tellen heb, znlt zeggen.*
„Nieuwigheden herbaalde Ruth lachend
en verrast.
„Ja, iets dat zeer veel invloed op nwe
toekomst zal hebben
„Zoo!* riep zij nit, hem vlak in het
gelaat ziende. „Mgne toekomst P Gij zegt
niet „onze*, en ik vrees dus, iets te hooren,
waarbij gij niet zijt betrokken en dat boe
zemt mij zeer weiDig belang in.*
Basil 'zag baar met schitterende oogen
aan, en greep hare hand die het dichtst bij
hem was, die hand, waaraan het teeken zij
ner liefde schitterde.
„Wellicht zult gij er wel belaDg in stel
len, wanneer gij te weten komt, wat ik n
te zeggen heb ik heb vandaag Inez Golding
gezien."
„Is het mogelijk P Ach, ja, wij waren van
middag zeer dicht bij Hazlewood Heights
riep, Ruth uit en zij werd zeer bleek, toen
eere van 't oude en ter eere van 't nieuwe
jaar. Een vtoolijk einde en een vroo'.ijk
begin.
Nn is het maar de vraag, of't ook een
vroolijk midden zijn zal.
Foei, wat vraagI Natuurlijk, zal
het
Particuliere Correspondentie.
Johannesbnrg, 4 Dec. '96.
Het zal ongeveer nieuwjaar zijn, als de
lezers van de Schager Courant dit schrij
ven onder hunne oogen krijgen. Ik wil van
die gelegenheid gebrnik maken, om al die
in mijne brieven belangstellen, eer prett'g
nieuwjaar te wenschen. Mijnen vrienden en
kennissen in 't bijzonder een hartelijke
heilgroet nit Znid-Afrika, met den oprech
ten wensch, dat hun vele jaren het geluk
moge ten deel vallen, 't welk ik zelf ge
niet, nl. eene uitstekende gezondheid en
voorspoed in zaken. Aan hen, die nieuws
gierig rijn of ik dan zaken aan dn hand
heb, wil ik even in 't geheim vertellen,
dat ik doorloopend karweitjes van de
Ned. Zuid-Af. Spoorw. Maatschappij onder
handen heb, die gelukkig nog al mee val
len. Dat is Diet alleen voor mij prettig,
maar daardoor ben ik ook in de gelegenheid
aan een drietal timmerlui van mijne ken
nis geregeld werk te verschaffen.
Ook heb ik eenige Kaffers in mijn'
dieDst. Als sjouweilui zijn deze zwarte
inboorlingen onmisbaar. Er zijn er hier
heel wat. In het verslag, waarvan ik in
mijn vorigen briei sprak, staan 18971
dergelijke sjouwerlieden opgeteekend.
Deze Kaffers zijn een bijzonder krachtig
soort van menscheu, met dikke lippen, een
platten neus, kort kroes haar. Hnnne hnid is
zwart, met eene roodachtige tint. ZoolaDg
ze jong zijn, is hun voorkomen nog al
dragelijk, maar ze veranderen zeer spoedig
e.n worden dan bepaald leelijk. Vooral is
dat met Kaffervronweniiet geval. In de
straten van Johannesbufg ziet men soms
heele troepen dezer vrouwen rondslenteren,
gekleed in hun nationaal kostuum bloots
hoofds, met bloote armen, waarom alletlei
soort van ringen zitten, en bloote beenen
en voeten. Zij dragen een heel kort rokje,
terwijl om het lijf een bonte deken is
geslagen, waarop van achteren een pun
tige zak is bevestigd. In dien zak draagt
mama hare jongstgeborene, die heel pot
sierlijk met het kopje boven deu zak uit
steekt. De andere kinderen loopen in deD
regel naast en achter hnnne moeder, soms
allen met de bonte deken bedekt. Als
de Kaffervrouw werk verricht, en dat ge
beurt nog al eens, doet zij dat geregeld
met de vreemde wieg op den rug, zondei
dat men bemerken kan, dat zij van dat
lastige vrachtje ook maar cenigen hinder
heeft. Moeder noch kind schijnen elkan
der te hinderen. Welke vreemde bewe
gingen de vrouw ook verricht de kleine
slaapt er even rustig om.
De Kaffers zijn Heidenen. Wel doen
Engelsche en Hollandsche zendelingen hnn
best, om hen tot het Christendom te be-
keeren, maar op de groote hoop schijnt
dat nog van weinig invloed te zijn. Wat
ik van hnn geloof tot heden te weten
kwam, beteekent weinig. In hoofdzaak
looven zij, dat de geest vau den ges'
ven Kaffer naar de qnderwereld verhuisf,
vanwaar hij een oogje op de achterge
bleven familieleden houdt. Dreigt er on
raad of ziekte, of zijn zij om de eene of
andere reden op hnnne bloedverwanten
verstoord, dan nemen de geesten het
het haar in de gedachte kwam, 'dat bij zoo
lang weg was geweest om Will te zoeken.
Alleen de bloote gedachte aan die vrouw,
die baar zulk een groot onrecht had gedaaD,
drukte haar altijd neer.
„Ik heb u er nog niets van verteld," ging
Basil voort, „omdat ik mij eerst van ze
kere dingen wilde overtuigen, voor en aleer ik
u met de zaak op de hoogte stelde."
Toen begon hg haar te vertellen, hoe bg
uitgegaan was, om Will te zoeken hoe
hg zoodoende plotseling Will en Inez had
aangetroffen en een geheim van het grootste
gewicht gedeeltelijk was te hooreo gekomen.
Hij verhaalde daarna de geschiedenis, zooals
Will hem die had medegedeeld.
„Ei, Basil, is het mogelijk, dat die vronw
zich tot zulk eene laagheid zou kunnen verne
deren riep Ruth uit.
„Deze daad is volstrekt niet erger, dan
zooveleD, welke sij; reeds vroeger heeft ge
daan", antwoordde hg. ,Ik ben er vol
strekt niet verwonderd over. Het eenige,
wat mij belangwekkend genoeg is, is, dat de
zaak ontdekt is."
„Dat is waar, dat schijnt bijna wonder
baar," antwoordde Ruth. „Zonder Will
waren wg nooit op het denkbeeld gekomen.
Wie had ooit gedacht, dat soo'n daad nit
medelijden, die ik begaan heb, zulke groote
gevolgen na zich zon kannen slepen. Het
is bgna het zonderlingste, dat ooit op de we
reld is voorgevallen."
„Ja" antwoordde Basil lachend. „Maar",
voegde bij er ernstig aan toe, „ik keb het
nooit als eene kleinigheid opgevat, om een'
menBch nit de torgen te helpen, en zulke
daden brengen gewoonlgk zegen aan.
„Maar zelfs met de ontdekking van dit
geval, zal het ons nog altijd zwaar vallen,
de aanspraken van Hope op de bezittingen
te bewgzen. Het doet mg bgna
leed, dat gij reeds de eerste stappen daar
toe hebt gedaan," zachte Rath, terwijl haar
een trek van angst over bet gelaat gleed.
Zij zag er ontzettend tegen op, haar fa
milieleven aan de openbare meening prijs
te geven, en dit zon er het ontwijfelbaar
gevolg van zijn- Zij was immers zoo ge
lukkig, zoodat zij de gedachte niet kon
lichaam van een dier aan, en verschijnen
in die gedaante in de hut van hnnnen na
bestaande. Kruipt eene hagedis in zijne hut,
schuifelt er e?ne slag binnen of vertoont
zich de kop van een schaap, dan is de
eigenaar vast overtuigd, dat hij visite van
een zijner voorvaderen heeft ontraDgen.
Teneinde den bezoeker aangenaam te
zijD, wordt hem een en snder aangeboden,
wat met den aard van het beest overeen
komt.
Soms ook laat men eene hoeveelheid ta
bak verbranden,of strooit men wat snuif over
de aarden vloer, want snuif en tabak
zijn twee artikelen, waar de Kaffers op
verzot zijn. Zijne snnif bereidt hij zelf.
Tusschen twee steenen wrijft hij tabak
tijo, doet daarbij een weinig water, om er
eene soort van deeg van te maken.
Dit deeg wordt tot een en koek gedroogd,
daarna opDieuw fijn gewreven, Onder dit
poeder mengt men een hoeveelheid ascb
en de snnif is gereed. Het kostbare pro
duct bewaart men meestal in kleine
rieten kokertjes. Deze snuif is zoo sterk
en prikkelend, dat den liefhebbers bij het
gebruiken de tranen langs de wangen
loopen. Ook voor tabak getroost hij zich
menige opoffering. Yoor eene flinke ptnim
zware tabak is de Kaffer tot allerlei dien
sten bereid.
Ik verzeker je, dat onze fabrikant uit
de Molenstraat met zijne zware van de
acht hier uitstekende zaken zon doen.
Met zoo'n zware tusschen zijne dikke lip
pen zon de Kaffer zich verbeelden, in den
zevenden hemel te zijn. Mijn brief zou
te lang worden, als ik al de bijzonderhe
den, die soms het snuiven, pruimen en
looken vergezellen, op ging teekenen, daar
om stap ik thans van de Kaffers af, om
nog iets van Johannesbnrg te vertellen.
Ik zei dat de Kaffers Heidenen zijn, doch
ook andere Godsdiensten hebben hier ve
le aanhangers. Men vond in de stad
bij de laatste volkstelling 4821 8 Protes
tanten, 4800 Katholieken, 625 3 Joden,
2665 Mohammedanen, 1822 Hindoes, 238
Boedaisten, 4 Brahmanen en 582 aan
hangers van CoDtusius.
Ik verklaar plechtig, niet in staat te
zijn, het onderscheid tusschen al deze ge
loofsbelijdenissen op te kunnen geven.
Mocht ik soms later achter de geheimen
komen, dan ga ik ze n verklappen.
Het meerendeel der Protestanten be
hoort tot verschillende EDgelsche kerkge
nootschappen, te zaaien ongeveer 28000.
Yan de Kaffers behoeren er 1782 tot deze
kerk. De Engelsche kerk is hier zoo sterk
vertegenwoordigd, omdat een belangrijk
deel der inwoners van Johannesburg van
Engelsche aikomst is. Er zijn hier 16557
Zuid-Afrikaansche Britten, geboren in Na-
tal en de Kaapkolonie, en nog 17463 af
komstig uit Engeland, Schotland,
Ierland, Australië of Canada. De ande
re Protestanten behooren voornamelijk tot
de Hollandsche kerk en wel in deze getal
sterkte: Hollandsche kerk, blauken 10281,
zwarten 2929.
Nog waren er 2097 Lutheranen en
743 Doopsgezinden. De Hollandsche kerk
wordt gevormd door hier gevestigde
Transvalere 6225, Vrijstaters 1734
Nederlanders 819 en Hollandsche boe
ren uit Kaapland en Natal. De Hollandsche
boeren vormen niet alleen de meerderheid
der bevolking van Kaapland, ook in de
onafhankelijke landen OraDje Vrijstaat en
de Zuid-Alrikaanscne Republiek of Trans
vaal zijn zjj het sterkst.
Hunne taal komt zeer veel met de Ne-
derlandsche overeen, wat niet te verwon
deren is als men weet, dat deze Boeren
afstammelingen zijn van Hollanders, die
zich honderd en meer jaren om verschil-
lende redenen in Znid-Afrika nebben ge
vestigd. Toen de Kaap door de Kr,gel.
schen werd veroverd, trok een deel "der
Boeren langzamerhand naar het Noorden
en bevolkte zoo voor en na, doch
niet zonder onophoudelijke oorlogen met
de Kaffers, Natal, den Vrijstaat Pn
Transvaal. Zoo'n Boer is eene merk
waardige verschijning. Het zijn
mannen met donkerbruine gezichten, iaa. fl
ge baarden en knevels, gekleed in een,
korte buis, broek met hooge jM 8 V
een slappen hoed met broeden rand V,
het hoofd. Van de tien hebben vast
negen eene korte, kromme pijp jD den d
Op marktdag komen zij bij honderde;
met hnnne ossenkarren ea ossenwagens
in de stad. Ik heb met enkelen al eens
een praatje gemaakt en ben zoo al heel
wat van het land te weten gekomen, ge- s.
noeg om er oen volgenden brief geheel
mee te vullen.
Tot slot wil ik u nog vertellen, dat ik
hier vrijgeregeld de Schager Courant
lees.
Als de mail aankomt en ik orita—
een pakket, grijpt ieder er een. N5 u van
leen ik en mijn kameraad, maar oo^.e Ton<*
nit Amsterdam, Haarlem, Den HeldtJP,
'k weet al niet waar vandaan, lezen
blad. Soms komen er geheel vreemde gf**
zichten bij mij, om de Hollaudsche Coêaa
raiit eens te mogen lezen, wat ik alleen^"
toesta onder de plechtige belofte, haar
spoedig terug te brengen.
Ik herbaal het nog eens, wie het een
of ander wil weten, geve daarvan maar per
brief kennis aan den heer Winkel.
gens mijn beste weten zal ik nienw'sgien?^*
gen of belangstellenden van antwoord
nen.
-■■■w zyne
In een Daitsch landbouwweekblad kwam
onlaDgs een artikel voor van de hand van
Dr. Schacht, landbouwleeraar nit Br-ff.
stedt in Sleeswij k, waarin, onder meer, liet
volgende voorkomt
De winterlandbonwscholen zijn oor
spronkelijk opgericht voor de zonen van
den kleinen landbouwer, die in den zomer
bij den veldarbeid niet kannen gemist
worden en die zich het bezoek der hooge-
re landbouwscholen ook in den zomer,
wegens financiëele bezwaren moeten ont
zeggen.
Toen het nnt der winterlandbouwscholei
aan het licht kwam, gaven ook meerge^
goede landbouwers voor hunne zonen :m
voorkeur aan deze inrichtingen, omdat ,j„
daarin het middel zagen tegen eenzijdige
theoretische opleiding en tegen het ont
wennen aan het praktische werk op het
land.
Zoo is het gekomen, dat naast de hoo-
gere landbouwscholen, in de meeste Duit-
sche provinciën de winterlandbouwcursussen
in menigte zijn opgericht en dat ze ge
waardeerd zijn geworden als geschikte
instellingen voor het grootste deel der
landbouwende bqyolking.
Sleeswijk-Holstein geldt, vooral door
zijne veefokkerij en zmvelbereiding, voor
eene welvarende provincie. Yoorheen was
hier het onderwijs op de landbouwscholen
zeer gezocht. Wij waren daarin ongetwij
feld de andere Dnitsche provinciën vooruit
en menig landbouwer heeft van hieruit
zijDe kennis naar elders overgebracht.
Doch thans gaat men ook daar de Wm.
terlaDdbonwscholen tot zijn voordeel
J
verdragen, dat deze zaak haar eenige on
aangename dagen zon kannen bezorgen.
„Neen," zeide Basil ernstig, „er zullen nu
geen moeilijkheden meer voorkomen om alles
te bewijzen, wat wij gaarne bewijzen wil
len. Ik heb reeds een afschrift van de lijst
van alle passagiers van de Germanic, die geza
menlijk met u de <"orvaart noarFrankryk heb
ben gedaan. Dii ue wijst al reeds, dat Ralph
Plympton n als zijne vrouw heeft erkend.
Ik heb ook reeds brieven van twee heeren,
die uwe reisgenooten waren, en die daarin
verklaren, dat gij bun als Mrs. Plympton
zijt voorgesteld.
„Ook Doop ik, Dog voor en aleer het geval
verder onderzocht wordt, eene opgave van
den eigenaar van bet hotel te Parijs te
krijgen, waar gij te zameo eenige maanden
gewoond hebt, ook daarmede zullen we kannen
bewijzen, dat ,gg als Mr. en Mrs. Plympton
hebt geleefd, en
„Ach lieve hemel, kon die schrijver maar
gevonden worden, die als getuige bij ons
huwelijk tegenwoordig was deed Ruth
zuchteod hooren.
„Dien hebben wg nu niet meer noodig,
Helste, wij hebben in 't geheel geen bewij
zen meer noodig. Gjj znlt het nauwelijks
gelooven, wanneer ik u zeg, dat de trouw-
acte gevonden is."
En bij deze woorden drukte hg haar het
papier in de band.
HOOFDSTUK XXXTf-
Basil!" riep Ruth ontsteld nit, „dat kan
na verloop van zolk een langen tgd niet
meer mogeigk zgnl"
„Het is inderdaad niet slechts mogelyk,
maar gg hebt daar in nwe hand een tastbaar
bewgs,* zeide hg, op het papier wgzend.
„Zie dan.mgn engel en overtuig u zelve."
Zg deed nu alle moeite, om het papier
open te vouwen, maar hare handen sidder
den van groote opgewondenheid.
„O, is het waar murmelde zg, „Kan
mgn huwelijk als wettig bewezen worden P
Kan het bewezen worden, dat mijn kind aan
spraak heelt op de nalatenschap baars va
ders
Basil nam haar het papier uit de bevende
vingers en vouwde het voor haar open.
„Lees, Ruth lees de gezegende waar
heid," zeide hg liefdevol.
Ja, er was nu geen twgfel meer moge-
lijk, want daar stond het duidelgk voor ha
re oogen geschreven en door den ambtenaar -
van den burgerlgken stand en zgn' klerk on/
derteekend, dat Ralph Estlake Hartmaan
Plympton en Ruth Elisabeiu Reynolds op
dien dag voor bovengenoemde beambten echt
en wetteigk in den echt wareo verbonden.
„Maar boe zgt ge in 's hemelsnaam daar
aan gekomen riep Ruth, dankbaar hare
oou-en tot hem opslaande, terwgl zg bet pa
pier tusschen hare vingers streelde, alsof tg
niet gelooven ton, dat het werkelgkheid en
geen droom was.
Toen vertelde Basil haar hoe, waar en
wanneer bet papier gevonden was.
„Dos moeten wg Will ook voor dit gfevai
dankbaar zgn?" riep de gelukkige vronw,
uit, toen Basil zweeg. „Het is wonder oaarl
Waarlgk, ik heb een' engel huisvesting ver
leend.*
Basil lachte vergenoegd. x2/
„Ik vrees, lieveling, dat onze arme L»-
schermeling, op dit oegenblik een engel"
van twijfelachtige soort is. steeM u»
hem nog te veel de straatjongen. M ar
ten wg hem alle eer geven, die hern toe
komt, en ons vast voornemen, al onze k-ae -
ten in te spannen om een goed meDi.,
van hem te maken, om hem t bewgt
te leveren, dat hetgeen bg voor ons
□eelt, door ons vaarde wordt g* *<-
„Ja, dat willen wg. MaarBasd, 8®"
lnksbeker is vol. Nn heb ik geen eL
wensch, geen enkel verlangen meer,
Ruth zeer aangedaan hooren.
„Ik heb nog één wenscb ^twoordde
hg, terwgl hg bare hand teg-
lippen drukte, mijne vrouw te noeme
dan eerst zal ons geluk volkomen ziju.
dit gewichtig stuk papier m"and*?
p rsoonlgk naar onzen advocaat r
voegde hg er na verloop van een oog
aan toe, „wg moeten zeer vlug ao
ieders is die lieve Mrs. Plympton op e
ker oogenblik op eens verdweneD.
Zoodoende keerde Mr. Meredith met aoo-
-*