INGEZONDEN. Uit en voor de Pers. Polei overzicht ier week. PLAATSELIJK NIEUWS. De aanstaande verkiezingen. S. Herman, burgemeester onzer ge- meent", P. Buis Jz. alhier, J. L. T. Gro- neman te Wieringerwaard, J. Bree- baart Kz. te Winkel, lid der Eerste Kamer der Staten Generaal ea J. V. Böusekom te 't Zand, Zijpe. In uwe courant van Donderdag 7 de zer staat een ingezonden stuk, waarin „Een lezer" beweert, dat de 19e eeuw eindigt 31 Dec. 1900, zoodat de 20ste 1 Jan. 1901, dus over 4 jaar aanvangt. Vergun mij een plaatsje voor het onderstaande om, zoo mogelijk, hem van zijne dwaling te overtuigen. Het jaar toch, dat reeds voleindigd is, wordt door ons nog een jaar lang genoemd. Een kind heeft reeds een jaar achter den rug en gaat in zijn tweede, als wij zeggendat het I jaar oud isgaat het in zijn derde, dan is het 2 jaar oud. Een grijsaard van 77 jaar, heeft 77 jaar vol achter den rug en is in zijn 78steen zoo hebben wij nu 97 jaar van de 19e eeuw achter ons en zullen over 3 jaar aan het einde dier eeuw zijnd.i. 1 Jan. 1900. Tel maar1 Jan. '98 zijn 98 jaren voorbij 1 Jan. '99 zijn 99 jaren voor bij 1 Jan. 1900 zijn 100 jaren voorbij, dan is de 19e eeuw vol en beginnen we alzoo 1 Jan. 1900 aan de 20e eeuw. 7 Januari '97. De le Januari 1897 was de dag, waarop de heer G. Kreuger ophield onderwijzer te zijn aan de openbare lagere school te Barsingerhorn, welke betrekking hij sedert 20 Maart 1860 met lof vervulde. Wat de burgers van Barsingerhorn aan hunnen meester Kreuger verschul digd zijn, daarvan make ieder hunner voor zich de rekening op. Wat de heer Kreuger geweest is als onderwijzer, weten zeker zij het best, die met hem aan dezelfde school heb ben gewerkt. Zonder twijfel zullen die hem rangschikken onder hen, die een buitengewonen ijver voor het onderwijs aan den dag legden. Zoo ooit een ambtenaar wegens nauw gezette plichtsbetrachting, eervol en dit laatste in de volstrekte beteekenis van het woord ontslagen werd, dan zeker mag de heer Kreuger met recht zulk een loffelijk getuigenis van zijne superieuren in ontvangst nemen. De ouderdom, die zijne gebreken me debrengt voor alle menschen, heett ook den heer Kreuger belet, zijn dagelijksch werk zoolang te verrichten, als hij zich dat had voorgesteld. Sedert Augustus van het vorige jaar was hij door onge steldheid verhinderd, voor zijne klasse te werken. Maar volgehouden heeft hij, zoolang het hem mogelijk was, met onverflauwden ijver. Nu met 1 Januari j.1 de heer Kreu ger voor goed het arbeidsveld der on derwijzers van Barsingerhorn verlaten heeft, houden wij ons nochtans over tuigd, dat zijne groote verdiensten als onderwijzer de herinnering aan hem zullen levendig houden. Dat hem nog eenige tijd gegeven zij, om zijne welverdiende rust te ge nieten Eenige vrienden. Schagen, 9 Januari 1897. Wanneer twee zich met el kander verloven. IO ure, des voormiddags. 10 Jaouari, Geen dienst. 17 Ds. A. W. van KluiJ^- 24 Geen dienst. 31 Ds. A. W. van Klufe' 7 Februari, Ds. A. W. van KloiJ^ 14 Ds. A. W. van de gasten moeten ontvangen, worden reeds een jaar te voren aangewezen. De benoo- digde gelden worden ge ronden nit de boe- teD, welke d« ingezetenen of buurtplich- tigen Terschuldigd zijn, wanneer ze bij eventueele sterfgevallen in de buart hunne plichten niet in allen deele vervullen. De bewoners van de eene buurt komen sa men op den Kerstavond, die der andere buurt op den Nieuwjaarsdag. Vroeger klepte de klok 's avonds, als de „driukerij" zou plaats hebben, thans niet meer. Po gingen, wel eens gedaan om de gelden waardiger te besteden, hadden geen ge volg. De Nieuwe Amsterdammer vindt hel pro gram van den Radicalen Bond zoozeer in overeenstemming met dat der Liberale Unie dat zij, indien andere omstandigheden het niet verhinderen, eene zeer vruchtbare sa menwerking tusschen de meestvoornitstre- vende liberalen en radicalen mogelijk acht. Die beide programma's zijn het meest in democratiscben geest gesteld, en de pun ten, die er op voorkomen, zijn juist die, welke in het belang van de democratie zich op den voorgrond gedrongen hebben. Het blad acht het noodig, dat de be langstelling van de kiezers in die punten wordt opgewekt. Met de llaagsche afdee- ling van den Radicalen Bond is het tegen eene nienwe agitatie, maar met alle kracht is het vóór animatie. Met animo moeten da kiezers nu hunne candidaten gaan zoeken. En die animo moet worden opgewekt door hen er van te overtuigen, dat er noodig nieuw bloed in de Tweede Kamer moetdat 't uit moet zijn met het kies- comedietje, waarbij alle oude personen, die, ervaren in het parlementair debat en het vertrouwen reeds zoolang genoten hebbende, staeds maar weer afgevaardigd werden, zoodat zij langzamerhand een soort van recht verkregen, om telkens en telkens weer gekozen te worden. Maar wanneer hierdoor de belangstelling der kiezers verlevendigd wordt, dient ook gebroken te worden met de gewoonte van zooveleD, die geschikte afgevaardigden zou den zijD, en die zich nooit beschikbaar stellen om in hoofdaak deze redendat zij thuis meer geld kannen verdienen d m in Den Haag. Het getal van hen, die zich disponibel stellen voor een' Kamerzetel, dient verveel- vuldigd te wordenanders met den bes ten wil van de wereld en de meest mo gelijke belangstelling van de zijde der kiezers, zal da nieuwe Kamer sprekend ge lijken op de oade en even onvruchtbaar zijn. Dan zal de kiezer, na ééa' keer meege daan te hebben, gelooven, dat hij weer eens opnieuw voor 't lspje is gehouden en een volgenden keer wijselijk thuis blij ven; die geschiedenis is meer vertoond. Vrije kost. Da kieswet zal, wegens het ingewikkelde der nieuwe regeling, vermoedelijk tot vele twistvragen aanleiding geven. Een daarvan is reeds in de provincie Groningen gere zen. Volgens de N. Prov. Gr. Ct. is een plattelaudsburgemeester van oordeel, dat de vrije kost,* die bij de /ooakiezers in aan merking komt, alleen mag worden mede- gerekend, als de kost gedareude alle dagen der week wordt genoten. Niet dus, als de arbeider des zondags met vrouw en kinderen in eigen woning zijne maaltijden gebruikt. Daar de vrije kost als deel van het loon wordt beschouwd, gelooven wij, dat genoemd blad te recht die uitlegging af keurt. Het loon wordt immers enkel over de werkdagen uitgekeerd. De meeste bur gemeesters zullen dit wel aldus opvatten. Voor eene gelijkmatige toepassing der wet is hel zeker wenschelijk, dat de minister van binnenlandsche zaken tegen eene be perkte uitlegging wake. Hbld a—M—MOMP—lil Buitenlandsch Nieuws. De internationale vredebond beoogt zeker een verheven doel, wanneer zij de geschillen tusschen de volkeren, door een algemeen scheidsgerecht tracht te be slechten. De idee, waarvoor zooveel ede le mannen van verschillende naties met hart en ziel strijden, begint gelukkig reeds zooveel ingang te vinden, dat En geland en Amerika in zake de grens kwestie tusschen Britsch Guyana en Ve nezuela niet hebben geschroomd, het ge schil aan de uitspraak van den Zwit- serschen Bondspresident te onderwerpen. Dit is een belangrijke stap in de goede richting, die zeer spoedig door een' twee den nog gewichtiger zal worden gevolgd, 't Blijkt, dat de onderhandelingen tus schen de Angelsaksische rijken zich niet alleen tot genoemde grenskwestie heb ben bepaald, maar van eene veel uitge breider strekking zijn geweest. Bij den Amerikaanschen Senaat is reeds een voor stel van de regeering ingekomen, om een algemeen arbitrageverdrag met En geland te sluiten. 't Is te wenschen, dat de Vereenigde Staten zullen trachten, ook met de an dere Europeesche landen zoodanige schik kingen te treffen, daar het door de toe passing van zijne Monroe-leer, vroeger of ktar ia botsing met het een of ander land meet komen. Geeft de opstand op Gaba tot e«n' oorlog tusschen de Veree nigde Staten en Spanje aanleiding, dan staat Frankrijk, Nederland en Denemar ken bij moeilijkheden in hunne Ame- rikaansche bezittingen ook eene onge vraagde inmenging van Amerika te wach ten. In goed ingelichte kringen verze kert men, dat op voorstel van Duitsch- land, tusschen enkele Europeesche landen reeds eene gedachtenwisseling heeft plaats gehad over de houding, die men tegenover het Amerikaansche dictator schap moest aannemen. Men moet reeds in zooverre tot overeenstemming zijn ge komen, dat Frankrijk en Duitschland niet zullen dulden, dat Spanje door de Ver eenigde Staten van zijne rijkste kolonie wordt beroofd. Men ziet het, de toepassing van de Monroe-leer kan der Unie nog heel wat onaangenaamheden berokkenen, zoodat niet alleen een arbitrageverdrag met Engeland, maar met geheel Europa zeer te verkiezen zou zijn. Wij zouden wenschen, dat indien, zij het ook in eene verre toekomst, een al gemeen scheidsgerecht in het leven wordt geroepen, daarnaast eene internationale rechtbank voor politieke misdrijven mag verrijzen. Het is treurig, met welk eene blindheid de justitie soms is geslagen, waar het vonnissen voor de ergste politieke misdaden geldt. Dat zagen wij dezer da gen weder in Bulgarije. Men zou zeggen, dat waar het de moordenaars betreft van een' man, waaraan land en volk de grootste verplichtingen hebben, men toch het gewone recht wel zijn' gang zou la ten gaan. Doch niet alzoo. Eerst heeft men de moordenaars van den heer Stamboelof laten ontsnappen en thans met veel vertoon de medeplichtigen tot eenige maanden gevangenisstraf veroor deeld. Wat moet er wel in de harten der rechters zijn omgegaan, toen me vrouw Stamboelof verzocht, van getui genis verschoond te mogen blijven. Want zoo luidden de bittere woorden der diep verontwaardigde vrouw waar voor zou ik getuigenis afleggen in din gen, die u, mijnheer den president, tot in bijzonderheden bekend zijn? Waar om u de namen te noemen der moor denaars, die u, zoowel als mjj, bekend zijn en die de straffende arm der wet toch niet zal treffen Als wij met ergernis dergelijke rechts toestanden beschouwen, dan is dat niet, omdat in Bulgarije nog gedeeltelijk Oostersche begrippen heerschen, want ook in zeer verlichte rijken van West- Europa neemt men het in politieke processen zoo nauw niet. Daarvan heeft Engeland nog voor kort een verrassend voorbeeld gegeven. De man, die een' ongeoorloofden inval in het land van een bevriend rijk deed, die het bloed van vele Engelschen en van de rustige be woners der Zuid-Afrikaansche Repu bliek deed vloeien, die de gelden eener vereeniging misbruikte voor oorlog zuchtige doeleinden, die dus dubbel en dwars eene gevoelige straf had verdiend, loopt 6 maanden na de uitspraak van het vonnis reeds weder op vrije voeten. Eu de ander, die feitelijk nog meer misdeed, die het plan op touw zette en den rooftocht door zijnen macht en in vloed zou dekken, liet men na een ver trouwelijk onderhoud ongehinderd weder vertrekken. Nu, na verloop van meer dan een jaar, zal de heer Rhodes getuigenis van zij ne daden in Engeland moeten afleggen. Doch geen rechter van instructie is met dit onderzoek belast, och neen't is slechts eene onschuldige parlementaire commissie, aan welke hij de noodige in lichtingen zal moeten verstrekken. Van uit Kaapland en Kaapstad heeft de groote man reeds eenige ondubbelzin nige wenken aan deze commissie gege ven, die zooveel moeten beteekenen als „drijf uw onderzoek niet te ver, want anders zullen de gevolgen voor Enge land verschrikkelijk zijn." De aan hem toebehoorende pers, heeft eene beweging ten gunste van den heer Rhodes uitgelokt, die indruk in Engeland moet maken. Bij zijne aankomst in Kaap stad werd de overwinnaar der Kaffers door eene groote menigte met juichkre ten begroet, zijn rijtuig werd door man nen uit het volk door de versierde stra ten getrokken en een „leve Rhodes" weerklonk langs straat en plein. Dat die mannen uit het volk betaal de huurlingen uit Rhodesia waren, dat de geheele ovatie kunstmatig was in elkaar gezet, wordt men in Engeland öf in 't geheel niet, of misschien over eenige maan den gewaar- Daar zal men meenen, dat heel Kaapland en Natal achter Rhodes staan, en dat, zo© er één haar op het hoofd van hem wordt gekrenkt, deze beide koloniën tegen het moederland in opstand zouden komen. Rhodes heeft in zijne toespraken en toasten de rol van den vogelaar vervuld, die door zijn zoet gefluit de vogels hoopt te verschal ken. De Hollanders, dus klinkt het heel zoetsappig, hebben steeds tot zijne beste vrienden behoord en geene poging zal hij onbeproefd laten, om de goede verstandhouding tusschen beide rassen te herstellen. Afrika voor de Afrikanen heette het elders, waarin de stille bedreiging tegen Engeland ligt opgeslo ten, van een vereenigd onafhankelijk Afrika. Door al deze mooie woorden zal men zich echter in den Vrijstaat, noch in de Transvaal, in slaap laten wiegen. Rechter Jorissen was de vertolker der gemoederen, toen hij in zijne toespraak op 1 Januari tot president Krüger op de ergerlijke houding van een deel der bevolking in Kaapland wees. Met den geachten spreker zijn wij het volkomen eens, dat een tweede tijd vak van beroering en verbittering is ingetreden, en dat de rust slechts dan alleen verzekerd zal zijn, als Rhodes voor goed den Afrikaanschen bodem ver laten zal hebben. Tot zoolang zal men in Pretoria en Bloemfontein op alles voor bereid moeten zijn, want eene herhaling der gebeurtenissen van 1 Januari 1896, behooren tot do mogelijkheden, zoo de intrigant en landroover slechts eenige kans van slaging ziet. Hoe jammer, dat voor dit soort Bul- gaarsche-Engelschen en Engelsche-Bul- garen geen internationale politieke recht bank bestaat (Niet geplaatste ingezonden stukken worden nimmer teruggegeven Mijnheer de Redacteur! Jb. Bakker. Mijnheer de Redacteur! De postwagen van Barsin gerhorn, rijdende vrijdagavond op den trein van 6 uur, gleed teDgevolge van de gladheid in de sloot op de lange Snevert. Onze plaatsgenoot, de heer K., de eenige passagier, sprong van uit den wagen op den wal aan den overkant en redde zich zoodoende voor een koud bad. Het paard bleef eveneens on het droge. I) en 6den overkwam onzen plaatsgenoot F. J. een ernstig ongeluk. Trekkende voor de vuilniskar, viel de man op den weg neer, tengevolge waarvan zijn been op twee plaatsen gebroken werd. Per handkar werd de ongelukkige naar zyue woning vervoerd. Aan het postkantoor te Schagen en de daaronder ressorteerende hulpkantoren werd gedurende de maand December ingelegd f 7726,945, terugbe taald f 10366.36. Het laatste, door dat kantoor uitge geven boekje draagt het nummer 3375. De Minister van Binnen- j landsche Zaken heeft tot leden der com missie van toezicht op de Rijkslandbouw- winterschool alhier benoemd de beeren „Hebt ge het al gehoord, de oude juf frouw Swobo heeft zich met een' architect verloofd „Zoo, eindelijk. Die geschiedenis heeft al minstens vier jaar gednurd." „O, veel langer, ik weet al reeds zes jtar van dat zaakje af.* „In eene muziekuitvoering of comedie heb ik ze het eerst ontmoet, hoe hng is dat al gelsden „Vijf jaar.' „Maar hoe kan dat nu, net is nu '97?" „'t Is ook zoo, ik loefde nog altoos io '96. Nu zes jaar, het mag genoemd wor- deD, dat zou mij nu absoluut niet beval len. Daar kan nu toch van liefde geen sprake zijn stel je voor een man, die zes jaar wacht, eer hjj toebijt. Neen hoor, dat had mijn man nooit gedaan en ik ook niet „Dus die Mizzi Schreiber gaat trouwen." „Zoo, met wien, mevrouw „Met een zekeren mijnheer Meijtr.' „Met welken Meijer Kent gij hem P* „Neen, mijne schoonzuster heeft het mij verteld. Het meisje heeft hem op een avondje bij den een of ander leereu ken nen." „Wat, en staat nu de ondertrouw reeds iu de courant „Ja, niet waar, het is ongelooflijk, 't Gaat er tegenwoordig maar met spoed langs.' „Fin de siècle, mevrouw. Zij kent hein nauwelijks een paar weken, ze heeft hem nauwelijks gezien, of zij verloven zich reeds met elkander. „Men moet elkaar toch eerst ordentelijk leeren kennen, de karakters moeten toch worden bestudeerd, de echt is toch waar achtig geen poppenkastnu, gij weet dat ook wel, mevrouw.' „Ik ben drie jaar met mijn' man ver loofd geweest en toen kostte het nog moei te, om onzen zin te krijgen.' „Zoo behoort het ook. Men moet ie mand toch kennen, en dan de mannen! Maar, mijne lieve mevrouw, dat noemt men dan moderne huwelijken, nu men ziet, wat er gewoonlijk uit voortkomt. Dat die juffrouw Hergbach weder bij hare moeder thuis is, weet ge ook reeds „Wat zeg je er wel vau, die kleine Hermine Mader heefc zich met een' dokter verloofd." „Dat heb ik gehoord, wat is dat voor een mensch „Wat drommel, een dokter." „Och, lieve hemel, dan zeer zeker een zonder patiënten." „Vermoedelijk, ik geloof, dat hij arrnen- dokter is." „Die had dan ook nog wel een poosje kunnen wachten. Hoe oud is zij „Negentien, geloof ik." „Lieve hemelNegentien jaar en dan aanstonds al trouwen't Is, of zij bang was, om over te schieten." „Ik was twee-en-twintig, dat ik trouwde en toen was mama zaliger er nog zeer te gen." „Zoo behoort het ook. Ik kan je zeg gen, dat wanneer mijne Martha eenmaal zoover heen is, dat zij niet voor haar vier-en-twintigste jaar trouwtdat weet ik". „Dat spreekt van zelf. Wat heeft an ders een jong meisje aan haar leven van af de schoolbanken, dadelijk als moe der optreden, hoe bespottelijk. Dat moest verboden worden; wanneer ik eene dochter had,zij moest zoo iets eens in haar hoofd krij gen, ik zou haar „Ha, ha, stel je zoo iets eens voor An ne, Sofie is verloofd." „Och 1" „Met den laitenant natuurlijk." „Ja, ja, dat is trouwens eene oude ge schiedenis, zij waren in stilte reeds ver loofd." „Ja, toenmaals was hij ziek, twee win ters was hij in het zuiden hij ziet er nu wat beter uit, maar mager, hoor." „Is er geen broer van hem aan de tering gestorven „TweeO, de geheele familie zit in een slecht velzijne zuster heb ik laatst op een bal gezien, afschuwelijk. Ontzet tend, zeg ik je. En daarbij afschuwwek kend leelijk." „Nu, hij is ook juist geen mooie. Vlasblond vol zomersproeten, en dan ziet hij ook nog een weinig scheel." „Zij ook." „Dat z;t dan zeker in de familie." „Scheel zien vind ik ontzettend." „Ik ook. Ik zou onmogelijk van een man kunnen honden, die scheel ziet. Men is er nooit zeker van, welken kant hij uit kijkt." „En dan met zoo'a mensch te trouwen. Bovendien zou ik er altijd bang voor zijn, dat mijne kinderen „Maar Greta „.Nu ja, maar dergelijke dingen zijn er felijk." „Heb je de verlovingskaarten al gele zen van mejnffvrouw Olga Fredler" „Zoo, nu, dat werd oos hoog tijd is de gelukkige le „Ik weet niet precies, hoe hij heet. Zoo'n bijzonderen naam Mischeg of Nischpo 0f zoo iets." „Wat doet hij voor den kost „Koopman of zoo iets." „Is zij al niet eens verloofd geweest?" „Tweemaal - herinner jij je niets meer van dat schandaal „Neen, wat schandaal?" „Een paar weken na de verloving werd die weder verbroken, doordat hij te weten kwam, dat ze minder geld had, dan zich eerst liet aanzien." „Foei." „Zij is ook eens verloofd geweest met ie- mand uit Breslau of Stettiu." „Is dat dan ook afgeraakt Dat is toch ellendig." „Ja, het meisje heeft reeds veel beleefd.' „Je zoudt het haar gunnen, dat zij er ein delijk een heef:." „Ja, maar zij heeft hem nog niet." „Ik verwonder mij er over, dat die man een meisje hebben wil, dat zooveel heelt doorleefd.' „Ja, ik als man zon dat niet kunnen.' „Ik ook niet „Ella is verloofd." „Ja hè, met een fabrikant nit Praag, hij is dubbel zoo ond als zij." „Ziekelijk ook.' „Hoe aardig." „Ja, het is er een, die eene ziekenop. passeres noodig heeft. Ik begrijp de moe der van dit meisje niet, het is eene schan de, dat zulk eeD meisje „Zeg, matig je een beetje, je schijnt in 't geheel niet met de omstandigheden op de hoogte te zijn. Er is GELD „Arm kind!" Een ijzingwekkende dood- De lust tot gevaarlijke bergtochten heeft alweder een slachtoffer gemaakt. Twee Fr<*nsche officieren,de luitenants Fauquigoon en Clément van het 11e regiment Alpenjagers, waren zondag uitgegaan om d-n Col Nantet te beklimmen. In den zomer wordt de beklimming van dezen berg reeds zeer gevaarlijk geacht, maar in den winter had tot dusver nog nie mand het waagstuk ondernomen. De berg is op vele plaatsen met een paar meter sneeuw bedekt en heeft tal van afgronden, duizend meter diep. De officieren waren langs de Zuidelijke helling naar boven geklommen en zonden aan de Noordzijde afdalen langs een' bun bekenden weg. Dezen konden zij echter niet gaarr, daar hij door sneeuw was ver sperd, waarop luitenant Fauquignon zich neergehurkt langs eene steile helling liet glijden, zeggende „Ik zal eens gaan zien, wat er is." Hij gleed evenwel snel ler, dan hij verwacht had, botste met het hootd tegen 'n steenblok en sloeg er overheen. Verschrikt daalde zijn metgezel zoosnel mogelijk de hellliDg af. Bij het steenblok gekomen, zag hij voor zich een' afgrond gapen. Hij besloot dus terug te keeren, maar het was bem onmogelijk. Zijn toe stand was verschrikkelijk. Hij verkleum de meer en meer en durfde zich niet te bewegen uit vrees in den afgrond te zullen storten. Hij kon niets anders doen dan om hulp roepen, maar het duurde vol le twee uren, voor zijn geroep gehoord werd door eene vrouw, welke in het dal liep, dat 150 meter beneden den afgrond ligt. Zij ging aanstonds hulp halen en met groote moeite slaagde men er in, luite nant Clément uit zijne moeilijke positie te bevrijden. Het lijk vau zijn' makker vond men eerst in den nacht. Beroemde namen. De statistiek brengt zonderlinge dingen aan het licht. Zoo heeft iemand in Berlijn eens onderzoek gedaan, wat mannen met beroemde namen in den te- genwoordigen tijd al zoo doen, en hem is daarbij gebleken, dat Cesar in de i Duitsche hoofdstad een klein financiëel blad redigeert, dat Augustus daar conduc teur is op een' postwagen, dat Claudius er masseursdiensten verricht, dat Caasios boekbinder is, Valeiius schoenlapper, dat Cicero 't kon ook wel niet minder gezantschapssecretaris is, maar dat Wiliem Teil het in onze eeuw niet verder kon brengen dan tot pottenbakker dat Roland zeepzieder is geworden en TaiiDhauser com- missionnairSiegtried, de dappere, is nog maar student, maar Wittekind, de onver schrokken heiden, heeft het tot bankier gebracht, terwijl Maarten Luthef eene restauratie heeft cpgezet eB Wallenstein geldwisselaar is geworden. Blücher is thans een vreedzaam commie8 bij de posterijen te Berlijn, maar P'»t0 heeft bet tot politieagent gebracht. Scböpenhauer daarentegen doet dienst als conciërge. Leibnitz is meer in het vak ge" bleveD, dat aan zijn' naam is verznoebt, en is thans drogist, maar Kant verdient zijn brood als directeur van een huur- eD verhuurkantoor. De dichternamen G°Ê' the,Schiller en Heinrich Heine behooren nu aan een' bakker, een glazenmaker eD een' gerechtsbode. Predikbeurten. SCHAG1S9T. De Godsdienst-oefeningen beginnen o

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 2