Waarom Programma's
Zondag 31 Januari 1897.
41ste Jaargang No. 3173.
5
UitgeverJ. WINKEL
Bureau: SCHAGftillI, Laan, II 4.
Bij dit Nummer behoort
een Bijvoegsel.
GemeenteSchagen,
Bekendmakingen.
pOlitieT
Binnenlandsch Nieuws.
Wieringen.
Wieringen.
Hulde aan Jhr. Mr. Schorer.
De rarap aan boord van het
stoomschip Teutonia.
(KM
Aflurtfiitifi- LaifllmlM
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTEEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Atzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn
inlichtingen te bekomen, omtrent eeue
in de maand October gevonden zil
veren tabaksdoos.
Het Hoofd van het Plaatselijk Be
stuur der Gemeente Schagen, brengt
bij deze ter kennis van de ingezete
nen dier gemeente, dat het kohier
No. 80 der grondbelasting over
het dienstjaar 1897, op den 26 Janu
ari j.1. door den Heer Directeur der
Directe Belastingen te Amsterdam, is
executoir verklaard en op heden aan
den Heer Ontvanger der directe be
lastingen binnen deze gemeente ter in
vordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij be
lang heeft, wordt alzoo vermaand, op
de voldoening van zijnen aanslag be
hoorlijk acht te geven, teneinde alle
gerechtelijke vervolgingen, welke uit
nalatigheid zouden voortvloeien, te ont
gaan.
Schagen, den 29 Januari 1897.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd,
W. A. HAZEU.
Een zeeman, die het ruime sop kiest,
weet waarheen zijn schip bestemd is en
welken koers hij te volgen heeft. En
als alles goed gaat, stevent hij regelrecht
uit de haven van vertrek naar de haven
van bestemming.
Maar het gaat niet altijd goed. Het
schip wordt weieens uit zijn' koers ge
dreven. Wat moet de bemanning dan
doenP Wel, die vraag is geen vraag,
zal men ons antwoorden natuurlijk
tracht zij nu langs een anderen weg de
haven van bestemming te bereiken.
Maar de tegenspoed kan nog wel eens
grooter zijn, zoodat er van bereiken dier
haven geen sprake zijn kan. Wat dan
te doen? Wel, dan wijzigt men het
reisplan zoo, als met het doel der reis
het meest in overeenstemming is te ach
ten, en men ziet eene andere haven te
bereiken.
Doch zou het dan, als ge toch niet
zeker zijt, dat ge uw koers houden kunt
en niet eens, dat ge de gewilde haven
zult bereiken, niet wijzer zijn, dat ge
maar zonder vast plan in zee gingt
Wie den zeeman zulk eene vraag deed,
zou gevaar loopen een niet zeer parle
mentair antwoord te ontvangen.
Tochgeeft Mr. W. H. de Beau
fort in dien geest een advies aan hen,
die de politieke zee gaan bevaren. Hij
voorziet voor hen allerlei bezwaren, als zij
hunnen koers niet velgen,hunne haven niet
bereiken kunnen en omdat hij dit voorziet,
ontraadt hij hun, een' vasten koers te kie
zen en op eene bepaalde haven aan te
sturen. Met andere woordenzij moe
ten geen programma's maken, en vooral
niet zulke preciese programma's als die
van de Liberale Unie, want het is zeer
mogelijk, dat zij zich geplaatst zullen
zien voor voorstellen, die minder ver
gaan, of die veel verder gaan, of die
anders dan hunne programma's luiden en
dan kunnen zij niets doenNet alsof
een schipper, die uit zijn' koers gedreven
is, dan maar zou blijven liggen op de
plek, waar wind of storm of tij hem te
gen zijn' wil gebracht hebben
Wij willen bij de eenigszins zonderlin
ge bedenkingen van dien aard, die de
beer de Beaufort maakt, niet in bij
zonderheden stilstaan, omdat wij daarmede
te veel ruimte zouden innemen, maar ook
de geëerde schrijver houde het ons ten
goede yggj
eer zouden bewijzen
aan die bedenkingen zelve. Liever ver-
gunne hij on8) ^ern dank te brengen
voor het licht, dat hij aldus heeft doen
opgaan over den aard der bezwaren, die
van de zijde van hem en zijue vrienden
in het algemeen tegen programma's wor
den ingebracht. Wij begrepen natuurlijk
zonder eenige moeite, dat oud-liberalen
niet met de programma's der vooruitstre
vende liberalen kunnen instemmen ook
behoefde het niet zooveel moeite te kos
ten, om na te gaan, waarom men aan
die zijde liever het na te jagen doel niet
al te streng formuleerde, niet al te eng
omlijnde, maar wat ons tot dusver altijd
vreemd en raadselachtig voorkwam, dat
waren de gronden, die niet alleen tegen
de programma's zelve, maar ook tegen
het maken van programma's werden aan
gevoerd.
Nn is daarover voor ons licht opge
gaan. Wij zeggen nadrukkelijk voor ons,
omdat wij het mogelijk achten, dat an
deren reeds vroeger duidelijk zagen, wat
ons nu, als het ware, voor het eerst ge
openbaard werd, n.1. ditde heer de
Beaufort en wij mogen nu wel
aannemen, dat anderen, die met hem ge
lijk denken, ook met hem gelijk handel
den, pakte het ding van den ver
keerden kant aan. Hij denkt zich eene
Tweede Kamer, of althans eene liberale
partij in die Kamer, samengesteld uit al
lerlei uiteenloopende bestanddeelen en
ziet die nu op eens geplaatst tegenover
dat programmaen dan vraagt hij zich
verschrikt afwat moeten al die inen-
schen van allerlei kleur en gezindheid
met zoo'n programma doen Ja, en als
men dan aan 't vragen komt
Deze omstandigheid geeft ons aan
leiding, om onzon lezers eens duidelijk
te maken, waarom men programma's
ontwerpt en wat hun eigenlijk doel is.
Als er onder onze lezers zijn, die mee-
non dat wij hun daarmee oud nieuws
verkondigen, dan mogen zij het ons ten
goede houden, dat wij, waar een man
als Mr. de Beaufor» zich zoo schrome
lijk vergiste, ook voor anderen eenige
toelichting niet overbodig achten.
val verkeert; zij zullen trachten, het zoo
nabij mogelijk te komen. Dat kan hun
moeite kosten, zeker, maar niet omdat
zij een programma hebben, niet omdat
zij met een aantal geestverwanten het
zelfde program aanhangen, maar al
leen, omdat er niet genoeg zijn, die het
daaromtrent eens zijn met hen, om
dat zij staan tegenover eene regeering,
die niet den weg gaat, dien zij uit willen.
De programma's der Liberale Unie
en men houde ons ten goede, dat, waar
de aanval bijzonder daartegen gericht is,
wij ons hierbij bepalen, hebben in de
eerste plaats ten doel, vereenigingspunt
te zijn voor allen, die tot de verwezen
lijking van dit programma willen sa
menwerken en die, met anderen, man
nen in de Kamer willen brengen, om
tot de verwezenlijking van die program
ma's het hunne te doen.
Gelukt het nu aan de voorstanders
dier programma's, eene meerderheid in
hunnen geest te doen kiezen, dan zal er
natuurlijk ook eene regeering in dien
geest optreden en dan is er geen
enkele moeilijkheid. Dit besef is zelfs
j tot den heer de Beaufort doorgedron
gen, al drukte hij de gedachte minder
juist uit. In zijne bewering toch, dat
het Unie-program alleen dienen kan als
regeeringsprogram, wanneer het Unie-
bestuur zelf aan de groene tafel plaats
zou nemen, ligt de erkentenis, dat dit
programma zeer wel uitvoerbaar zou zijn
voor eene regeering, die in den geest der
Unie was saamgesteld en die duB op eene
meerderheid van U»te-mannen steunen
zou.
Zelfs met een vergrootglas zou in ddt
geval geenerlei moeilijkheid te ontdekken
zijn.
Maar het is natuurlijk voor de voor
standers der Unie wel te hopen, maar
daarom nog niet te verwachten, dat
de zaken een zoo gunstig verloop
zullen hebben. Het kan zeer wel zijn,
dat zij eene minderheid vormen Dón zul
len, meenen de bestrijders, de moeilijk
heden ontstaan. Maar hoe Yoor hen,
die niet tot een program zijn toegetre
den, kan in dat program geenerlei be
zwaar gelegen zijn. En voor hen, die er
wel mee instemden
Die zullen doen, zooals de zeeman, die
uit zijn' koers gedreven is. Zij kunnen
niet rechtstreeks op hun doel afstevenen,
maar zij zullen dat doel voor oogen hou
den en van alle middelen gebruik maken,
om het te bereiken. Zij zullen in de
Tweede Kamer voor hunne denk
beelden, voor hunne plannen opkomen;
zij zullen wellicht, als er eenige kans
van slagen is, van het recht van initia
tief gebruik maken zij zullen met ande
ren, die geheel of ten deele hetzelfde
willen, samenwerken om te komen, waar
zij willen wezen, en zoo zij hun doel
niet geheel kunnen bereiken, dan zullen
zij doen als de zeeman, die in dat ge
Wat zij dan tegenover zoodanige re
geering wat tegenover hunne niet met
hen instemmende medeleden te doen
hebben P
Dat zal, evenals bij den zeeman, die
uit zijn' koers gedreven is, van de om
standigheden afhangen.
Maar in hun oordeel over hetgeen die
omstandigheden vorderen, zullen zij in
geenen deele belemmerd worden door
het programma, waarmede zij zich ver-
eenigd hebben. Integendeel, dat zal hun
een richtsnoer zijn. Zij zullen al, wat
aan hun oordeel onderworpen wordt,
toetsen aan dat programmaniet omdat
zij dat programma onderschreven hebben,
niet omdat hun dit als een last is opge
legd, maar wijl het hunne beginselen,
hunne denkbeelden, hunne wenschen beli
chaamde, wijl het den weg aanwijst, dien
zij het beste vinden.
Zij volgen het programma niet, om
dat zij het eenmaal onderschreven, maar
omdat het uitdrukte, wat zij goed en ver
standig vonden. Kunnen zij dat, zjj het
langs een anderen weg dan dien zij zich
voorstelden, bereike^ het zal hun goed
zijn kunnen zij het niet bereiken, maar
slechts nabij komen, zij zullen wellicht
het halve ei boven den leegen dop kie
zen, wanneer zij meenen, daardoor aan
hetgeen zij als einddoel in het oog hou
den, geen afbreuk te doen. En wan
neer hetgeen hun voorgesteld wordt,
hen niet nader brengt aan het door hen
beoogde doel, wellicht hen daarvan af
leidt, dan zullen zij dat bestrijden met
alle macht. Maar 't zij zij medewerken
om hun doel te bereiken, of te naderen,
't zij zij zich te weer stellen tegen al,
wat hen van dat doel afleidt, steeds
zullen zij arbeiden in de richting der
programma's, die hun niet opgelegd zijn,
maar waarin zij de uitdrukking hunner
eigen gevoelens zien.
Daartoe hebben de vooruitstrevende
liberalen hunne programma's om te
vereenigen allen, die éénes geestes kin
deren zijn, om door éénen band te
omvatten allen, die tot hetzelfde doel
willen samenwerken, om een regee
ringsprogram gereed te hebben, als de
meerderheid der kiezers zich aan hunne
zijde mocht scharen, om ten richt
snoer te strekken voor hen, die staan,
hetzij als bondgenooten naast andersden
kenden, die ten deele hetzelfde willen, het
zij als oppositie tegenover eene regeering,
die werken zou in eene richting, tegen
overgesteld aan de hunne.
In welke verhouding men sta in de
Kamer, 'tzij als meerderheid of als min
derheid, 'tzij als regeeringspartij of
als oppositie, nooit zal men in een pro
gramma, dat men zelf als het zijne aan
vaardde, eenige belemmering, eenige moei
lijkheid, eenige reden tot twijfel vinden.
Het zal integendeel richtsnoer en leid
draad zijn in alle gevallen, waarin men
komen kan, omdat het de uitdrukking is
van wat men zelf wil en noodig acht,
en van hetgeen anderen, gelijkgezinden,
met ons willen en noodig achten.
Toen j. 1. maandag de broodbakker W.
de J. zijne gewone route deed naar den
Oever, had hij het ongeluk op den
Schelpendijk, met paard en kar naar
beneden te vallen. De val, welke zeer
ernstig had kannen zijn,liep zeer goed af.
Paard en wagen werden met behulp van
eenige voorbijgangers weder op den straat
weg gebracht en onverhinderd kon de bak
ker met zijn knecht de reis voortzetten.
Onze ijsclub, die j. 1. vrijdag eene hard
rijderij voor de armen bad uitgeschreven,heeft
dinsdag 26 dezer, onder 80 personen ver
deeld :19 H. L. aardappelen, 80 rogge en
80 wittebrooden 80 zakjes, meel, 40 kilo
rijst, 40 liter boonen, 80 liter erwten,
82 kiio spek, verder boter, kaas en klee-
dingstukkeu.
Kleine oorzaken, groote
gevolgen.
Een 7-jarig knaapje uit LANGER-
ZWAAG (Fr.) kreeg bij het schaatsenrijden
ean wondje aan den voet. Dit lichaamsdeel
zwol op en dr. Van Schouwen te Heerenveen
constateerde bloedvergiftiging, welke reeds
zoover gevorderd was, dat er geen hoop op
herstel bestaat. De vergiftiging is het ge
volg van het dragen van gekleurde kou
sen.
Het groote kopervaste
Barkschip, genaamd „F r i e s 1 a n d", lig
gende in de haven te Emden (Hannover),
is aangekocht door de heeren C. Constant
en J. Bos, te Zijpe, |A. Ktiller, te Schoorl,
eo J. Muijs, makelaar te Alkmaar.
Vermoedelijk wordt dit schip te Alk
maar gesloopt.
Eergisteren reed te AM
STERDAM een groote vrachtwagen van
de Prinsensluis de Prinsengracht op. Een
meisje achtte het veilig, om tegen het hek
van een' manufactuurwinkel, hoek Prinsen
gracht eD Anjelierstraat, te wachten tot
dat het gevaarte voorbij was. Door de
gladheid kon het paard echter den wagen
niet houden en gleed het met wagen en al
vooruit, recht op het meisje aan, dat door
het raam van den winkel werd gedrukt.
Zwaar gewond en zoo goed als stervende,
werd zij per rijtuig naar het gasthuis ver
voerd.
Als een staaltje, hoe s o m-
mige menschen over dieren denken, kan
het volgende feit dienen. In den nacht
vau maandag op dinsdag geraakten, door
het stormweder, het paard en de wagen
van den kleerbleeker B. in de vaart on
der de gemeente ÜIEMEN, zoodat het
dier op zijn hoofd na geheel onder water
kwam.
In plaats, dat de drie mannen, die op
den wagen zaten, het arme dier uit zijn
beunnwde positie trachtten te redden, lie
ten zij het paard aan zijn lot over en
gingen doodbedaard naar huis. Den vol
genden morgen vondeu eenige boeren het
a:me dier geheel bevroren, allean het
hoofd boven het ijs nitstekand, nog trach
tend eenige grashalmen te eten, die boven
het ijs uitstafcen. Volgens deskundigen
is het dier verloren, daar de beenen be
vroren zijn.
O.ider de talrijke bewijzen van verknocht
heid, die onzs welhaast altredende Com
missaris der Kon'ngin, jhr. mr. Schorer,
dezer dagen ontvangt, vermelden wij
de hulde, hem gebracht door de amb
tenaren van de Provinciale Griffie. Zij
hebben hunne gevoelens uitgedrukt in eene
door allen onderteekende oorkonde.
Bij de aanbieding g*f de heer Schorer
in de hartelijkste bewoordingen uiting aan
zijne gevoelens van waardeeriDg van dit
bewijs van hulde en toegenegenheid zijner
ambtenaren.
Herhaaldelijk gaf hij hun de verzeke
ring, dat hij hen, met wie hij zoovele ja
ren voor de belangen der provincie was
werkzaam geweest, niet zou vergeten we-
derkeerig beval hij zich in han aller blij
vende herinnering aan.
Donderdag vergaderde het college
van Gedeputeerde Staten van Noord-Hol
land voor de laatste maal onder voorzit
terschap van den heer jhr. mr. J. W. M.
Schorer.
Na afloop der werkzaamheden sprak het
oudste lid van het college, de heer mr.
F- Th. Westerwoud t, den vertrek-
kenden commissaris der Koningin in har
telijke bewoordingen toe. Namens het col
lege dankte hij hem voor hetgeen hij ten
bate der provincie had verricht en voor de
wijze, waarop hij steeds de beraadslagingen
had geleid. Hij overhandigde hem dasrbij
namens het college en den griffier der
Staten een album met calligraphische op
dracht.
De heer Schorer dankte voor de hem
thans bij vernieuwing betoonde sympathie.
Hij verklaude het hem aangeboden stoffe
lijk bewijs daarvan te aanvaarden als eene
herinnering aan wellicht de aangenaamste
dagen van zijn ambtelijk leven in deze
provincie.
De leden van Provinciale Staten kwamen
's middags bijeen in het Goaveraementê-
geboaw te Haarlem, om afscheid te nemen
van den vertrekkenden commissaris der
Koningin, jhr. mr. Schorer.
Namens allen werd het woord gevoerd
door het oudste lid, mr. F. Th. Westerwoudt,
die mede eeD afgietsel in brons aanbood
van het beeld van Michel Angelo, Mozes
met de wet. Tevens waren aan de doch
ters van jhr. Schorer vazen met ruikers
vereerd. De heer Schorer betuigde zijn'
harlelijken dank voor deze hulde en ver
zekerde den leden der Staten van zijne rriend-
schappelijke gevoelens.
Te 3 uur kwamen de burgemeesters de
zer provincie in dezelfde zaal byeen.
Namens allen sprak de burgemeester van
Amsterdam, mr. S. AVening Meinesz, een
hartelijz woord van hulde en afscheid.
Jhr. Schorer zegde hartelijk dank voor
dit blijk van waardeering en vriendschap.
Te 4 uur namen Burgemeester en Wet
houders van Haarlem van den vertrek
kenden commissaris afscheid.
Vrijdagochtend te 11 uur werden ten
gouvernementshuize ontvangen de leden
van de commissie nit de waterschappen
in de provincie, die afscheid kwamen ne
men en een geschenk aanbieden, bestaande
uit een beeld van Pepin, voorstellnde „de
glorie aan den arbeid" en een tweetal
candelabers, alles vau brons. Het beeld
rust op een bronzen voetstuk.
Commissaris der Koningin
in Noor d-H o 11 a n d.
Ds Staatscourant van 28 dezer bevat
het koninklijk besluit van 27 dezer no.
1, waarbij de hear mr. G. van Tien-
hoven, lid van de Eerste Kamer derSta-
teu-Generaal, met ingang vau 1 Februari
1897, wordt benoemd tot commissaris der
Koningin in de provincie Noord-Holland.
Indien de heer Van Tienhoven deze be
noeming aanneemt, moet in zijne plasls
een ander lid voor Noord-Holland naar de
Eerste Kamer worden afgevaardigd.
Zaterdagavond te onge
veer 11 uren vertoonde zich te AMSTER
DAM een meteoor van buitengewone
pracht. Het was een vaurbol van aanzien-
lij Re middellijn, die, in een witten licht
gloed schitterend, zich ter hoogte' van on
geveer 40 meter (volgens schatting) statig
in de richting van het O. naar het W,
door het luchtruim bewoog. Op afstanden
van 4 en 8 meter werd de bol gevolgd
door twee veel kleinere in gelijke kleur
lichtende bollen. Met regelmatige, niet
groote snelheid, bewoog het drietal zich
verder, vertoonde eiudelijke een zachte
lichtopfiikkeriDg en werd daarna voor den
waarnemer achter de huizen der stad on
zichtbaar. N. R. Ct.
- Bevroren.
In den nacht van zaterdag op zondag is
iemand uit BEEK, gemeente B e r g b, die
in beschonken toestand langs den weg was
neergevallen, doodgevroren.
Naast bet gemeente-droogdok, in de dok
haven te OUD—CHARLOIS, ligt sedert
eenige weken in reparatie het stoomschip
Tentonia, eene vrachtboot van 3209 ton,
toebehoorende aan de firma Wm. H. Mul
ler Co. te Rotterdam. Van alle zijden door
irijtijs ingesloten, is het stoomschip moeilijk
te bereiken.
Donderdag waren den ganschen dag in de
onderste verdieping van de piek van de
Teutonia een 9 a lOtal werklieden, allen
bewoners vau Ond-Charlois, bezig om het
binnengedeelte dtarvan uit te krabben en
te teren. Hiermede rnim 4 aren in den
namiddag gereed zijnde, zoaden die werk
lieden zich van de onderste naar de twee
de verdieping van de piek begeven om
daar hnnne werkzaamheden te vervolgen.
Terwijl men nn op het pont stond,
hieraan gevolg te geven, greep er iets ont
zettends plaats. Een honner, zekere H.
Plank, op de trap staande, die naar de
tweede verdieping van de piek leidt, wilde
een' pot, met teer gevold, aan eeD, mak
ker overreiken. Hij had daarbij eene bran
dende vetkaars in de hand, waarvan op
het oogenblik, dat bij den pot met teer
omhoog wilde reiken, een brandend stuk
pil viel eD in den pot met teer terecht
kwam. Onmiddellijk stond de geheele pot
in lichtelaaie, en Plank, die, nog steeds op
de ladder staande, hem niet larger hon
den kon, liet den pot vallen, waarvan de
brandende inhoud nn grootendeels terecht-