Brieven uil de Maasstad,
Laat Verzoend.
Zondag 31 Januari 1397.
41ste Jaargang No. 3173.
n
BIJVOEGSEL.
Rotterdam, 27 Januari 1897.
cxx.
D
GEMENGD NIEUWS.
SCHAG
RAAIT.
-1*
Id de laatste zitting van de Eerste Ka
mer heeft de heer Van der Biesen een zeer
zwart tsf'reel van den algemeenen toestand
van ons land voor de oogen van zijD
verschrikte medeleden ontrold. Ik herin
ner mij niet precies meer, wat de heer
Van der Biesen gezegd heeft, 't is na
te zien maar als men hem hoorde, brak
een mensch het konde zweet nit. Ons land
is reddeloos, reddeloos verloren. Zoek maar
eeD» np in eene krant van de vorige week.
En dan zal u plotseling als eene blijde
verrassing na een hevigen schrik deze
zinsnede ten slotte uit dit donker gegrijns
van woorden tegenlachen Gelukkig zal de
komende Meimaand ons wel verlossen van
de Liberale partij, die al het kwaad van het
moment op haren kerfstok heeft. Want
dan zal het nieuwe kiezerskorps verstandig
wezen en den kerkelijken partijen de zege
weten te verschaffen.
Ons land is dus nog niet reddeloos ver-
loreD. En 't is, nota bene, vaD Houten
zelf, met zijne zwaar belasterde Kieswet,
die ons van de Liberalen zal afhelpen.
Aldus is de opvatting van den heer Van
der Biesen. Eene opvatting trouwens, die
alleen uit kansberekening is ontstaan en
als zoodanig geen duit waarde heeft. Wie
zal in de Meimaand van 1897 de over
winning bevechten Ziedaar de vraag van
den dag.
Schrijver dezes heeft zich tot taak ge
steld, in deze brieven geen politiek te be
handelen. Hij kan dus hier geen politie
ke problemen ontcijferen. Trouwens, een
groot staatsman roeit hij zich vooralsnog
niet.
Dit behoeft niet, beweren veleD. Even
zoo goed als men geen ervaren keukenmeid
behoeft te wezen, om een behoorlijken pot
te kunnen koken, behoeft men ook geen
staatsman te wezen, om een politiek vraag
stuk te behandelen.
Het land wordt tegenwoordig afgereisd
door politieke redenaars. En ofschoon ik
niets wil te kort doen aan de bekwaam
heid van velen hunner, mag ik toch wel
zeggen, dat ik niet eeu onbepaald vertrou
wen in alle deze woordvoerders heb.
Sedert de wet Van Houten de Koninklij
ke handteekening heeft, is 't in Rotterdam,
evenals op vele andere plaatsen in Neder
land, aan 't broeien gegaan. Want nu is
de vraag„Hoe moet het verder gaan
zéér urgent geworden en de liefhebbers
voor het vinden vsd een antwoord zijn
alle zijden komen aanloopzo. Elke
van
om
hoofdman verzamelt zijne mannetjes
zich heen.
Wij hebben in Rotterdam ontzaglijk veel
vergaderingen gehad, van werklieden voor
al, om de zaken eens ernstig te bepraten.
Eq omdat de beide hoofdlieden vaD de arbei
ders, Th. de Rot eu D. de Klerk, de eer
ste radicaol, de tweede radicaal—liberaal en
beiden in elk geval zéér vooruitstrevend
zijn, zie ik de gansche bent, de geheele
werkliedenbondsafdeeling met hare zuster-
corporaties, als de smidsgezellenvereeniging
„St. Eloij", de graanwegers, de kuipers,
enz., tegen Mei met veel kracht naar de
zijde van het radicalisme dringeD.
De vooruitstrevend liberale kies'eree-
nigtng „Rotterdam» heeft er hiren voorzit
ter op afgestuurd eu deze heelt met een
aanvankelijk succes do aansluiting van
FEUILLETON.
Roman naar het Engelsch
34. van Ella Wald.
Mr. Silsby's eerste werk was, een onder
hond te hebben met den rechtsgeleerde, die
de Rothwick-goederen onder zijn beheer
had, en van wien Mr. Silsby tot zijne groote
telenrstelling kwam te weten, dat de andere
opgekomen erfgenaam onbetwistbare rechten
op de nalatenschap had.
De stamboom der baronnen Rothwick
werd voor den dag gebaald eo nagegaan vanaf
een zekeren Roger Rothwick.
Sir Roger bad een eenig kind gehad, n.l.
den ons welbekenden Amos Rothwick, die met
eene dame nit den boogsten stand, maar
tonder vermogen, gehnwd was.
Een toon met name Noëll Rothwick, was
de vracht van dit huwelijk geweest en deze
had op zes-en-twintig jarigen leeftijd eene
dochter van een' hooggeplaatsten geestelijke
gehnwd.
Ofschoon nit dit huwelijk meerdere kin
deren geboren waren, stierven zjj allen op
een na, eene dochter, die er op achttien-ja
rigen leeftijd met een' man van door ging,
dien baron Noëll nit het diepst van zijn hart
verafschuwde. De baron had na dit feit zijne
dochter voor dood verklaard, en had baar
nooit meer ooder zijne oogen willen hebbea.
Sedert dien tijd bad baron Noëll, nadat
cBne vrouw gestorven was, geheel alleen op
*ijn kasteel gewoond, totdat hij voor onge
veer een jaar geleden was gestorven, zon
der een testament achter te laten.
Zooals men wel eenigssins kon nagaan,
had bij «icb geeo önk0|e maal weder met
zgne dochter in contact gesteld en nooit had
h$ ook maar in 't minst op haar bestaan ge
zinspeeld.
Een tijdlang was het praatje gegaan, dat
hij zijne dochter en hare nakomelingen geheel
had onterfd en zijn vermogen aan insteliin-
alle werklieden, behalve natuurlijk van
den R. K. Volksbond of van de Herv.
werklieden, bij zijne kiesvereeniging be
pleit. Men heeft onder de geloofsveree-
nigingen nog weinig beweging kannen
bemerken. Of daar in stilte gewerkt
wordt, weet ik niet. Trouwens, 't is nog
lang, eet 't Mei is, en er kan Dog veel
komen.
Maar zooals de zaken zich op 't oo-
genblik laten aanzien, is eene overwinning
van de Unie—liberalen of van de Radica
len vrij zeker. Men kan dit voor de
tweede stad des rijks gerust van eeBige
beteekenis achten.
Want men is hier tot heden op en de
op conservatief geweest. De Kiesvereeni-
giug Rotterdam (Unie—liberaal) had wei
nig in de melk te brokkelen, hare candi-
daturen, behalve die van den werkman
De Klerk, gingen in den strijd met de
conservatieve „Vooruitgang» (o, wondere
woord—combinatie te loor. En men was
zoo erg onverdraagzaam.
Datrin zal de nieuwe Kieswet verande
ring brengen, men ziet het in toonaan
gevende kriDgen en men heeft daarom zoo
het land aan de wet Van Honten, en
men ziet met vreesachtig wantrouwen de
nieuwe kiezers tegemoet.
Van het onverdraagzame in de politiek
onzer conservatieven hebben de laatste
raadszittingen weer bet sterk-sprekend
bewijs geleverd.
Er zijn in Rotterdam, evenals overal elders
in de groote steden, openbare en bijzon
dere bewaarscholen. De openbare be
waarscholen werden tot heden door de
gemeente gesteund, de bijzondere ont
vangen geen cent, ofschoon op deze laat-
sten protestantsche, roomsche en par
ticuliere bewaarscholen ruim een vierde
gedeelte van onze kinderen school gaat.
Er is das wel niets onbillijks iD, waar
allen m«ê betalen in de hooge belastin
gen, dat aan de bijzondere bewaarscholen
óék eene subsidie werd verleend. Burge
meester en Wethouders hebben een voor
stel daartoe gedaan. En wat deed de
Raad
De Raad, liberaal in zijne groote meer
derheid, verwierp het billijke voorstel.
Want hij wil wel zorgen voor het open
baar bewaarschoolonderwijs, maar voor het
bijzondere wil hij dit absoluut niet. Ook
niet voor een gedeelte.
't Gevolg zal nu wezen, dat een aantal
bewaarscholen, door particulieren onderno
men, die in de laatste jaren door de ste
delijke concurrentie een droefkwijnend
bestaan voerden, zullen ophouden te be
staan. De zinderen, die daar ter school
gingeD, staan dan op straat en de gemeen
te zal te zorgen hebben, dat zij onder
dak komen, m. a. w. zal een paar nieuwe
bewaarscholen moeten bouwen, die veel
meer geld zullen kosten dan een paar ja
ren Bubsidie Maar men is dan ook in
den Raad beginselvast en... onverdraag
zaam geweest.
Het is de consequentie van zoo vele
jaren onbeperkt gezag. Men is gaan dom
melen in goed vertrouwen op zijce groote
macht en nu ziet men met plotselingen
schrik eene verandering maken. Toch onver
draagzaam tot het laatst, welzeker.
Nu is het plotseling volop winter ge
worden. Vorst en veel sneeuw, vooral
sneeuw, hebben het kwakkelwinter
tje van vorige weken van ons weggeno
men. We hebbeD al veel scbaatsenge-
reden. We hebben al ijsfeesten gehad,
matinée's en aoireés—musicales op het ijs.
Tot het plotseling is gaan sneeuwen en dooien
tegelijk,
Wie in Rotterdam eenigszins bekend is,
kan zich voorstellen, hoe diep we op dit
oogenblik in de modder rondbaggeren.
De Tramwegmaatschsppij laat op hare lij
nen salpeter gooien, de salpeter driDgt door
het geheele oppervlak der straat en het
mollige sneeuwkleed, zooals dichters het
noemen, wordt een „tap€et* van dikke,
kladderige, spattende modder.
De menschen trekken verontwaardigde
gezichten. De gemeentereiniging stelt ho-
pelooze pogingen in het werk om een
beetje klaarheid in dezsn rommel te bren
gen.
O, die gemeentereinigingHet is tot op
zekere hoogte vermakelijk te zien, hoe
hard zij zwoegt om eenigszins behoorlijk
werk te doen en hoe alles haar mislukt.
De straatvegers weten niet, waar te begin
nen. Zij beginnen aan het trottoir, maar
als zij een vierkanten meter schoon heb
ben en met moed aan een' tweeden vier
kanten meter willen beginnen, zien zjj den
eersten weer vol vuil dragen door de on
gare voeten der wandelaareDan slaken
zij eenvoudig het werk maar.
Men heeft machines laten komen uit
Daitschland, groote draaiende bezems, die
door de stad rijden, aangegaapt door de
wandelaars en uitgejouwd door de school
jongens. En deze zeer dure machines heb
ben geen ander resultaat, dan dat zij het vuil
op enkele plaatsen iets dnnner maken en
overigens rijen opwerpen van modder, waar
in men tot aan zijne enkels wegzakt.
Wat het menschelijk vernuft bij moge
lijkheid kan uitdenken, heeft men in de
Maasstad beproefd, maar de Maasstad blijft
in dagen als deze de Modderstad.
Bij wijze van practische werkverschaf
fing stelt men eenige honderden werkloo-
zen aan den arbeid. Het pnbliek heeft
daD althans de illnsie, dat er iets gedaan
wordt aan de verbetering der modderwegen.
En dat is ook al iets. Maar verbetering
is er niet.
Als een werkelijk sprekend staaltje van
„arme-koopmanhandigheid* wil ik u ten
slotte iets vertellen, wat mij maandag van
deze week geschied is't is niet erg be
langrijk, maar 't is typisch
Ik zit alleen thuis, 't was 's avonds al
over tienen. Daar wordt plotseling met
een' ruk aan de bel getrokken. Ik trek
boven aan het traptonw, de deur slaat
open, maar er is niemand. Natuurlijk de
brievenbesteller geweest, denk ik. Mop
perend, als een meDsch, die alleen thuis
is eu het land heeft aan trappenklimmen,
daal ik af tot de brievenbus en viod er
een' zorgvuldig toegelakten brief in aan
mijn adres.
Op mijne kamer, onder het licht van de
gaslamp, breek ik de enveloppe open.
Ik vind er in een beleefd briefje, waarin
te lezen stond, dat „ondergeteekeude, vader
van zes kinderen en eene zieke vrouw
morgen om antwoord zal komen'. En
iu het briefje vind ik een wit-kartonnen
blaadje met vier en twintig wit-katoenen
knoopjes er op vastgemaakt.
Zoo iets vind ik herhaaldelijk in de
bus en ik had nu wel eea oogenblik lust,
het ding in de kachel te gooien. Maar
ik bedacht me en volstond met den pa
piermand, daar lag het goed.
Den volgenden morgen al heel vroeg
wordt er gebeld. De meid gaat kijken
en komt terug met de boodschap, dat ze
er zijn om antwoord op de knoopies.
Alweer mopperend loop ik naar mijn' pa
piermand en zoek er in een' hoop paperassen
gen van liefdadigheid had vermaakt.
Maar na den dood van den baron, bracht
het zorgvuldigste onderzoek niets aangaande
deze zaak aan het lieht en werd er geeD
spoor van een testament gevonden.
Dientengevolge sou na verloop van tjjd,
als er zich geene erfgenamen kwamen aan
melden, alles aan de kroon vervallen.
Maar plotseling meldde zich een erfgenaam,
of lievor eene erfgename aan die opgaf,
het kind te aijn van de vervloekte dochter
en das de kleindochter van den gestorven
sir Noëll.
Dit was de sland der zaken, zooals de advo
caat dien aaD Mr.Silsby verteldejoen deze met
him.aver de erfeniszaak sprak. Maar de
eDgelsche advocaat stond niet weinig ver-
blntt te kgken, toen hij de bewijzen te zien
kreeg, die ten duidelijkste bewezen, dat Ruth
zonder eenigen twijfel de eenige rechtheb
bende was.
De advocaat was verplicht, volmondig toe
te stemmen, dat deze bewijzen onaantastbaar
waren. Er kon geen twijfel bestaan, dat
da tronwacte, in den stok gevondeo, echt
was. Ook da gaboorteacte van den zoon,
achter op de tronwacte vermeld, was zon
der eenigen twijfel wettig, daar de bandtee-
kening van Sir Acnos echt bleek te zijn uit de
vergelijking met andere handteekeningen van
aoten, welke da advocaat in zrin bezit
had.
De teekening met de cijfers, was eene
uitstekende copie van iets dergelijks, wat
op den wand der bibliotheek in bet Rothwick-
kasteel was uitgesneden. Da eogeiscbe ad
vocaat geloofde ook, dat dejnweeleo, die in
den stok gevonden waren, daarin geborgen
waren met het oog daarop, dat de verkoop
dier steenen de vrouw in staat gesteld zou
hebben, een proces te beginnen, als Lady
Rothwick hare eischen bestreden soa heb
ben, 't geen zekerlijk het geval sou zijn
geweest.
In den beginDe scheen het, dat Rnth's
verschijning op de kampplaats om deze goe-
dereo, een lang proces ten gevolge ion
hebben. De engelsche advocaten zeiden,
dat de andere pretendente zeer eigenzinnig
was en van geen toegeven wilde weten.
Zg had Rutb'8 bewijsstokken vervalscht
genoemd en er op aaogedroogen, dat de
zaak voor het gerecht zou worden ge
bracht.
Er werd eindelijk besloten, dat de beide
pretendenten bare bewgsstukken aan een
hoog rechts-eollege zouden onderwerpen en
zich bij do beslissing daarvan zouden ne-
dsrleggen.
De morgen van den gewichtigen dag was
eindelijk aangebroken, en Mrs. Rutb, die er
eenigszins tegen opzag, hare mededingster on
der de oogen te komen, begaf zich opgewonden
en zenuwachtig in gezelschap van Mr. eu Mrs.
Silsby naar het rechtsgebouw. De te
genpartij was al reeds verschenen en toen
onze heldin de gerechtszaal binnenstapte,
stond zg eensklaps tegenover Ioez
Qolding, hare doodsvijandin, die bewijzen
bijeengebracht had, om aan te toonen, dat
zg de kleindochter was van sir Noëll Roth
wick en zoodoende beweerde, dat zg de
eenige wettige erfgename was.
Natuurlgk waren beiden al reeds te we
ten gekomen, dat zij wederom tegenstand
sters waren, maar de ontmoeting was er
toch niet minder onaangenaam om.
Inez Piympton's gelaat werd bgna blauw
rood van onmachtige woede, toen de vrouw,
die zg zoo vurig haatte, daar oogensch jnlgk
zoo kalm en bedaard binnentrad.
die ellendige kleine sneenw-pop!'
riep zg hartstochtelijk uit en er niet aan-
denkende, hoe afschuwelgk tg er op dit
oogenblik zelve aitzag. „Ik geloof nooit,
dat er zelfs maar een enkele droppel en
gelsch bloed in hare aderen vloeit. Zg is
van eene nederige geboorte, ellendig van
haar hoofd tot hare teenen. Mr. Temble*,
en hierbg wendde zg zich tot den
rechtsgeleerde, „deze vrouw beeft mgn le
ven reeds tweemaal verwoest, dat is on-
dragelgk t*
„Zoo, zoo! Wanneer mevrouw zich wat
1 bedaarder gedroeg, zou de zaak wat spoe
diger afloopen*, antwoordde de advocaat,
zoo vrieodelgk mogelijk, ofschoon hg zich
allesbehalve tot haar aangetrokken gevoel
de.
Bgna op hetzelfde oogenblik trad er een
het blaadje uit.
Dafi', zeg maar, dat we niks noo-
dig hebbenDe meid gaat naar be
neden en ik hoor, dat de man, die om ant
woord gekomen was, dit smoesie had
Wat zeg je non, vrijster P Geen
knoopies noodig Wat virtt me dat nou
tegeD. En ik had nog wel gedacht, hier
zeker terecht te wezen. Non, geef dan
maar op Hé. Wat is dat Vier en
twintig. Waarachtig niet, d'r hebben zes
blaadjes ingezeten, honderd vier en veer
tig, een heel gros. Wel zeker, mooi weer
spelen van een ander zijn knoopies. Wat
zeg je Weet je nergens van. Nee' na-
tnurlijk. Maar je zult ze me betalen of
ik neem de politie in den arm.
De vent werd onhebbelijk, dreigde met
justitie en gevangenis, totdat ik beneden
kwam en hem kort en goed zei, dat hij
heel gauw weg moest wtzeD, want dat ik
hem anders naar 't naaste bureau zou
brengen.
Mopperend en scheldend trok hij met
zijn knoopies af om elders zijne kunsten te
probeeren. Ik hoorde, dat bij in ver
schillende huizen den bewoners een schrik
op het lijf gejaagd en „schadevergoe
ding* gekregen had.
We worden hier letterlijk gebrandschat
door dit soort inferieure kooplieden, die
met allerlei leelijks en onbruikbaars aan
komen. De politie kan er weinig aan
doen en we hebben tegen dit ras niets
anders dan ons ferm zelfbewust optreden.
Wee, als ons dit ontbreekt.
Gravin De la Warr, wonen-
de in de Grosvenor-street te Londen, is met
hare huisgenooten en verscheiden logeergas
ten ternauwernood aan den dood ontsnapt.
Maandagmorgen om 3 uur werd eene der
dienstboden wakker door ten knappend ge
luid en toen zij de deur opende, bemerkte zij,
dat het huis beneden in brand stond. De
meeste bewoners hadden nog juist den tijd,
door de achterramen te vlochten de gravin,
die op de tweede verdieping sliep, knoop
te eenige beddelakens aan elkaar en liet
zich daarlangs afzakken. Toen de brand
weer kwam, stond het geheele huis in
lichtelaaie. Eene onde keukenmeid sprong
uit de vierde verdiepingzij werd in een
springzeil opgevangen, maar door deD
schok tegen den muur geslingerd en zwaar
gewond.
De brandweer had door de felle vorst
eene moeilijke taak. Twee pijpvoerders, die
te zatnen een' straal op de vlammen richt
ten, vroren aan elkaar vast. De belen
dende perceelen waren spoedig met eene
ijskorst bedekt.
- Haring en suiker.
Er zullen moeilijk twee dingen te vin
den zijn, die zoo weinig in verband kun
nen worden gebracht. En toch is er ver
band tusschen beide te brengen, dat
hebben de Zweden getoond. Volgens de
T e m p s vangt men in Zweden zooveel
haringen, dat men ze niet kan kaken en
niet kan eten, men maakt er daarom mest
van haring-gnano, die reeds door de
landbouwers zeer gewaardeerd wordt. De
hoeveelheid van deze zonderlinge mestsoort
moet gedurende bet jaar 1895 niet min
der dan 7.500.000 kilo's hebben bedragen
en deze hoeveelheid neemt nog toe. De
ze guano moet zeer gevraagd wordeB,
vooral in den vreemde, in Erankrijk,
Daitschland, België, en moet is de eerste
plaats voldoen bij de teelt van beetwor-
heer op Ruth toe, zette een' stoel voor baar
neder, en fluisterde baar een paar woordeD
in 't oor.
Ruth ontstelde, toen rij hem in 't ge
laat z»g, want zg herkende in hem oogen-
blikkelijk den bediende van den ouden edel
man, dien zg op de „Germanic* gedurende
hare overvaart naar Europa gezien had en
die zoo ontsteld was, toen bij haar gewaar
werd.
Hg zag er niet meer zoo krachtig nit als
toenmaals, hg was een weinig bleeker en
ouder geworden, maar had toch nog dezelf
de eigenaardige witte haren op het hoold,
die reeds toenmaals zulk een' ievendigen in
druk op Rnth hadden gemaakt.
Hg was ook dezelfde, dien de lezer als
senor Castilio beeft leeren kennen en die
verleden zomer in Saratoga met Mrs. Inez
zoo intiem bad omgegaan.
Toentertijd had hg er heel anders uitge
zien, want toen had hg zgne haren zwart
geverld, om er joDger en aardiger nit te
zieD. Want nadat hij zgne plaats als ver
trouwde en secretaris van den ouden baron
Rothwick verloren had, had hg het stellige
plan opgevat, eene rgke amerikaansche dame
te huwen, om zoodoende een gemakkelgk
leventje te kunnen leiden.
Hij scheen ook getroffen, toen hij Rnth
in het gelaat zag, ook hem trof blijkbaar de
gelijkenis van haar met een familieportret.
Maar de rechters begonnen het onderzoek,
en da bewijzen der beide pretendenten wer
den onderzocht en besproken.
Zonder den zeldsamen inbond van den Roth-
wick-siok bad Inez zeker het pleidooi gewon
nen. Maar de tronwacte en de geboorteac-
te, in den stok gevoDdun, duidden aan, dat
Ruth de rechtmatige erfgename was en dat
bare aanspraken nimmer met succes zouden
kunnen worden bestreden.
Zoo besloot de raad der rechters.
Die tronwacte bewees ook, dat sir Noëll
Rothwick, hoewel onschuldig, een indringer
geweest was, en onrechtmatig in het bezit
gebleven was vau al dien rjjkdom.
En nu kwam ook uit, dat senor Castilio
□iet alleenlijk naar Amerika was gereisd om
eeoe rgke vrouw te hnwen, maar ook, om
tels. Van die beetwortels maakt men, zoo
als bekend is, sniker, en eigenlijk gezegd
hebben we dos hier te doen met eene trans
formatie van haringen tot sniker. Dat zijn
de wondereD der moderne wetenschap
Een zonderling ongevaL
Te Erfnrt is een twintigjarigen jongen
man een ongeluk overkomen, waarvan de
oorzaag niet geheel is opgehelderd. Hij
werd des nachts op straat gevonden in
bewusttloozen toestand en naar het gast
huis overgebracht. Eerst den volgenden
dag keerde het bewustzijn terug, echter
was de rieke nog niet in staat, zich te
bewegen en ondervond hij moeilijkheden bij
het spreken, hij vertelde, dat hij achter
een' motorwagen van den electrischen tram
over de spoorstaaf had geloopen en toen
plotseling een schok kreeg, die hem het
bewustzijn deed verliezen. Inderdaad wer
den aan armen en beenen van den jongen
man brandwonden geconstateerd.
De Dantziger Anzeigerdie dit bericht
mededeelt, voegt er aan toe, dat bij het
betreden van de spoorstaaf zonder meer,
ook al gaat men onmiddellijk achter een'
wagen, geen electrische stroom door hel
lichaam gaat. De jonge man moet nog
met een electrisch deel van den motor in
aanraking zijn gekomen, opdat door zijn
lichaam eene kortsluiting tot stand gebracht
kon worden tusschen den negatieven en
de positieven stroom.
Een slachtoffer van de
pest. Vrijdag kwam te Milaan een ver
zegelde tweede—klasse—waggon aan, waarin
een Engelsch man zat. De man was te
Brindisi aangekomen met de mail uit In-
dië eD op last der regeering onmiddellijk
in eene afzonderlijke coupé geplaatst, waar
van de portieren met zware zegels werden
behangen, opdat niemand, zelfs niet het
personeel, met den gevaarlijken reiziger
gemeenschap zon hebben. Zoo werd hij
naar Milaan eo verder naar Chiasso over
gebracht. De chef van het grensstation
weigerde den wagen over te nemen en te
legrafeerde om instructies. Inmiddels
werd het gevreesde rijtuig op eene zijlijn
gebracht, waar de gevangen Engelschman
reeds tot vrijdagavond heeft gewacht op
de beslissing der hooge overheid.
't Is te hopen, dat de man intnsschen
uit zijne onaangename positie is bevrijd.
De onlangs gestorven
Dnitsche hofprediker dr. Frommel was een
man van hnmoristischen aanleg, die gaar
ne vermakelijke voorvallen uit zijne prac-
tijk als zielverzorger ten beste gaf.
Te Gastein was Frommel eens door keizer
Wilhelm 1 op zekeren middag te 4 uur
aan tafel genoodigd. Voordat hij zich ech
ter naar zijn' keizerlijken gastheer begaf,
ging hij eerst in het hotel Straubinger een
bord soep eteD. De keizer kwam dit te we
ten eu zeide glimlachend: Ei, Frommel,
je hebt reeds bij Straubinger gedineerd
je dacht zeker, bij mij is er niet veel te
halen!
Frommel antwoordde lachend: Jawel
Majesteit, ziet b, mijne moeder deed al
tijd zoo: wanneer wij als kinderen bij voor
name Ini uitgenoodigd werden, dan moes
ten wij zoowat twee uren van te voren
drie dikke boterbammeu naar binnen wer
ken als een solied fundament, opdat wij
ons welgemanierd gedragen en niet te veel
eten zouden.
De keizer lachte: Zeer goedl je hebt
toch eene zeer verstandige moeder gehad.
Een man te Gooreind, die
op de nabuiige schietplaats der artillerie
te Biasscbaet (ptov. Antwerpen) eene bom
bet spoor van sir Noëll's kleindochter te ver
volgen ook kwam aan bet daglicht, dat
Inez zgne eigene dochter was, want hg was
de persoon, die er met de dochter van sir Noëll
vandoor was gegaan. Wanneer hg Inez aan
de erfenis had kunnen helpen, sou zg hem
zeer zeker goed hebben behandeld en een
heerlijk leventje zou zijn deel geweest zgn.
Senor Castilio bad zgne vrouw, nadat hg
zich overtuigd bad, dat Sir Noëll niet toe
gaf, dadeljjfc naar Madrid gebracht. In
Madrid werd het kind Inez geboren. Hier
door wordt ook het gesprek, dat bg met
Inez in Saratoga voerde, geheel ver
klaard.
Hg had Inez oogenblikkelijk aan hare
gelijkenis met hare moeder herkend, of
schoon zg zgne oogen, zgne gelaatstrek
ken en zgn temperament bezat, en wij weten
ook, hoe hg haar daar overhaalde, deel te
nemen aan zgne plannen.
Toen de woedende Inez begreep, dat zij
op al den rijkdom der Rothwicks geen
aanspraak had, verloor zg bare zelibeheer-
sching geheel.
Zij zwoer bij hoog en laag, dat zg hare
zaak nogmaals aan de rechtbank zon toe
vertrouwen, en toen men haar verzekerde,
dat geen eokele advocaat hare zaak in han
den zon willen nemen, wendde zg zich tot
Senor Castilio en moest deze het ont
gelden.
„Gg hebt mg mooi beet genomen,* kreet
zg, hare tanden door bare lippen drukkend,
„maar ik heb nu ook geen zier meer met
u noodig. Ik heb je slechts geduid, omdat
ik geloofde, zonder je huip dit zaakje niet
te kuDnen klaar krggen, maar nu dat scheef
is afgeioopeD, zal ifc de bloedgemeenschap
tusschen ods beiden nooit erkennen, want
gij hebt geen enkele zedelgke aanspraak meer
op mg. Gg hebt mijne moeder verlaten, toen
gg begreept, dat nw huwelijk met haar u
geen voordeel meer zoa opleveren, en toen
ik 12 jaar ood was, stierf zij na een vree-
selgk lijden, te midden van de diepste ar
moede, waarin gg haar meedoogenloos hadt
achtergelaten.
„Ja,* ging zij zonder eenige voorzichtig
heid voort, „ge znlt na mijne geheele
opgeraapt en mee naar huis genomen had,
is het slachtoffer van zgne onvoorzichttgheid
geworden De bom üntpioft toJ
°?eD m&keD- HiJ daarbü
gedood, en zijne vrouw en sijn kind bl
kwamen ernstige verwondingen.
bloTmon1"" 'le,, 4"
Geuren hebben soms een' schadelijken
invloed op de gezondheid en in 't bijzon,
der op de stem. Zonder ver in de ee.
schtedems terug te gaan, vindt men de
stoornissen, die zich overigens slechts bii
zekere zenuwachtige menschen of zenuw,
lijders schijnen voor te doen
De schilder Vincent kon aan geen toos
rntken zonder flanw te vallen en mei
Contat bezwijmde bij het ruiken van mu£
kus. Tal van personen kunnen geen «e-
ringen ot mimosa's ruiken, of ze verhezen
althans tijdelijk hunne stem. Menigmaal
heeft men opgemerkt, datgeoreu hen, die
ze ruikeD, hunne stem kunnen doen verlie-
zen. Zoo was mevr. Mane Stass óp zeke
ren dag niet in staat te zingen, tengevolge
vaD het rntken van den geur van een
prachtigen bouquet viooltjes. Mevr. Ri-
chard van de Opera te Parijs verbiedt h^
ren leerlingen uitdrukkelijk, hetLj&iiste
ruikertje viooltjes op de ieilheé te bren
gen mevrouw Isaac verbiedt alle bloe
men, behalve de roos. De zenuwen scnij-
nen dikwijls bij deze verschijnselen eene
rol te spelen. Dat bewijst een geval, me-
degedee.ld door dr. Mackeuzie. Eene dame
beweerde geen roos te kunnen ruiken zonder
onmiddellijk te niezen en te hoeBten. Op
zekeren dag bood Mackeozie haar eene
prachtige roos aan j de jonge vrouw 9
niesde aanstonds en viel bijna flauw
Het was eene kunstroos I
Statistieken 'toon-n aan,
dat sedert den Trojaanschen oorlog
duizend jaar geleden), dat is van iet begin
der geschiedenis af, geen jaar is voorbij
gegaan, waarin de oorlog geen groot aan
tal menschenlevens gekost heeft.
Keisman ie. Te N w- Y 0 rfa
is eene weduwe, Mrs. Elijah CarsöB7"öveiw --
leden, die eene manie Had, om heen en
weer te reizen tusschen New-York en
Engeland, bij voorkeur op de „Lucania".
In haar testament heeft zij haar geheele
vermogen nagelaten aan de officieren van
deze bootkapitein Mc. Kay o. a. krijgt
10000 pond sterling. Hare dochter, met
wie zij overhoop lag, omdat deze haar van
de reismanie wilde atbrengen, krijgt slechts
200 pond. .1
Een twintigste gedeelte
van een gram zuivere muskus parfumeert
eene kamer 20 jaar lang, en vertoont ook
ten laatste nog geen waarneem h j ge-
wichts vermindering.
Aardbeving.
Een telegram uit Ëombsjr meldt, dat bij
de aardbeving op het eiland Kischim in
de Perzische golf van vijfduizend bewoners,
voor het meerendeel Arabieren, de helft is j
omgekomen.
Uit Engeland komt be
richt, dat enkele menschen van de konde
omgekomen zijn. Te Leicester zijn drie
jongens door het ijs gezakt en vertlronken.
Een joDge man, die hen redden wilde»
verdronk ook.
Een testament.
Zeker dichter liet zijn testament na i^
de volgende bewoordingen
„ik heb niets, ben veel schuldigde
rest vermaak ik aan mijne Deven.»
geschiede Dia moeten aanhooren. Met
mgn twaallde jaar, was ik aan mgzelf over
gelaten en ik, het kleinkind van een
rijken baronet, ik liet mg aanwelven door
een rondreizend tooneelgezelschap, werd daar
balletdanseres en leidde een leven, even
wult als bet meerendeel dier schepsels. Ik
koesterde evenwel den vnrigen wensch, booger
te klimmen in de maatscbappg en ging
naar Engeland, zocht mgnen grootvader op,
vertelde hem mijne geheele geschiedenis en
smeekte hem, mg onder zgne bescherming
te nemen. Maar hij was een hardvochtig,
oud man.
„Hg zeide mg, dat hg mg nooit als zgne
nakomelinge zou beschouwen, dat zgne
dochter vanaf het oogenblik, dat tg zgn huis
had verlaten, opgehouden had, zgne dochter
te rijn, en dat hij ook haar kind nooit on
der zijn dak zon duiden. Maar daar ik zeer
arm was, gaf hg mij 1000 pond en btdojjL--
de mg, om heen te gaaD. Ik trok iveer naar
Parijs, waar ik rngce loopbaan als danseres
voorizetie en spoedig eene ster op dat gebied
genoemd werd.
„Toen ik zeventien jaar oud was, maakte
ik kennis met een rijken, zwakhootdigen
Amerikaan, met name Golding, die *00 op
mg verheid werd, dat he? mg tee» gemak-w
kelijk viel, hem tot een buwoigk met mij
over te halen. Later wist ih het klaar te
krggen, dat hij mg tot zgne erfgename be
noemde, en toen hg twee jaar later stierf, V
bltet ik als weduwe, m>er met een onaf
hankelijk bestaan, achter Ik besloot nu,
als eene groote dame te gaan leven.
„Ik ging naar Amerika en werd in de
gezelschappen te New-Xork als eene zeer be
geer ens waardige p-rtg binnengeleid. En na,
het overige weet ge,' merkte zg op, een
blik vol haa> op Rnth werpend-
„Wat er later geschiedde, dat gaat nie
mand uwer aaD, en zg daar, zg weet, dat
zg vanaf hare eerste ontmoeting met mij
ie New-York, de vloek mgns levens is ge-
weeai-*
HOOFDSTUK XXXXI.
„Zoo,* begon Inez weder, Dadat zg een
oogenblik had stilgehouden, om adem te ha-