Brieven uil de Maasstad, Laat Verzoend. Zondag 31 Januari 1397. 41ste Jaargang No. 3173. n BIJVOEGSEL. Rotterdam, 27 Januari 1897. cxx. D GEMENGD NIEUWS. SCHAG RAAIT. -1* Id de laatste zitting van de Eerste Ka mer heeft de heer Van der Biesen een zeer zwart tsf'reel van den algemeenen toestand van ons land voor de oogen van zijD verschrikte medeleden ontrold. Ik herin ner mij niet precies meer, wat de heer Van der Biesen gezegd heeft, 't is na te zien maar als men hem hoorde, brak een mensch het konde zweet nit. Ons land is reddeloos, reddeloos verloren. Zoek maar eeD» np in eene krant van de vorige week. En dan zal u plotseling als eene blijde verrassing na een hevigen schrik deze zinsnede ten slotte uit dit donker gegrijns van woorden tegenlachen Gelukkig zal de komende Meimaand ons wel verlossen van de Liberale partij, die al het kwaad van het moment op haren kerfstok heeft. Want dan zal het nieuwe kiezerskorps verstandig wezen en den kerkelijken partijen de zege weten te verschaffen. Ons land is dus nog niet reddeloos ver- loreD. En 't is, nota bene, vaD Houten zelf, met zijne zwaar belasterde Kieswet, die ons van de Liberalen zal afhelpen. Aldus is de opvatting van den heer Van der Biesen. Eene opvatting trouwens, die alleen uit kansberekening is ontstaan en als zoodanig geen duit waarde heeft. Wie zal in de Meimaand van 1897 de over winning bevechten Ziedaar de vraag van den dag. Schrijver dezes heeft zich tot taak ge steld, in deze brieven geen politiek te be handelen. Hij kan dus hier geen politie ke problemen ontcijferen. Trouwens, een groot staatsman roeit hij zich vooralsnog niet. Dit behoeft niet, beweren veleD. Even zoo goed als men geen ervaren keukenmeid behoeft te wezen, om een behoorlijken pot te kunnen koken, behoeft men ook geen staatsman te wezen, om een politiek vraag stuk te behandelen. Het land wordt tegenwoordig afgereisd door politieke redenaars. En ofschoon ik niets wil te kort doen aan de bekwaam heid van velen hunner, mag ik toch wel zeggen, dat ik niet eeu onbepaald vertrou wen in alle deze woordvoerders heb. Sedert de wet Van Houten de Koninklij ke handteekening heeft, is 't in Rotterdam, evenals op vele andere plaatsen in Neder land, aan 't broeien gegaan. Want nu is de vraag„Hoe moet het verder gaan zéér urgent geworden en de liefhebbers voor het vinden vsd een antwoord zijn alle zijden komen aanloopzo. Elke van om hoofdman verzamelt zijne mannetjes zich heen. Wij hebben in Rotterdam ontzaglijk veel vergaderingen gehad, van werklieden voor al, om de zaken eens ernstig te bepraten. Eq omdat de beide hoofdlieden vaD de arbei ders, Th. de Rot eu D. de Klerk, de eer ste radicaol, de tweede radicaal—liberaal en beiden in elk geval zéér vooruitstrevend zijn, zie ik de gansche bent, de geheele werkliedenbondsafdeeling met hare zuster- corporaties, als de smidsgezellenvereeniging „St. Eloij", de graanwegers, de kuipers, enz., tegen Mei met veel kracht naar de zijde van het radicalisme dringeD. De vooruitstrevend liberale kies'eree- nigtng „Rotterdam» heeft er hiren voorzit ter op afgestuurd eu deze heelt met een aanvankelijk succes do aansluiting van FEUILLETON. Roman naar het Engelsch 34. van Ella Wald. Mr. Silsby's eerste werk was, een onder hond te hebben met den rechtsgeleerde, die de Rothwick-goederen onder zijn beheer had, en van wien Mr. Silsby tot zijne groote telenrstelling kwam te weten, dat de andere opgekomen erfgenaam onbetwistbare rechten op de nalatenschap had. De stamboom der baronnen Rothwick werd voor den dag gebaald eo nagegaan vanaf een zekeren Roger Rothwick. Sir Roger bad een eenig kind gehad, n.l. den ons welbekenden Amos Rothwick, die met eene dame nit den boogsten stand, maar tonder vermogen, gehnwd was. Een toon met name Noëll Rothwick, was de vracht van dit huwelijk geweest en deze had op zes-en-twintig jarigen leeftijd eene dochter van een' hooggeplaatsten geestelijke gehnwd. Ofschoon nit dit huwelijk meerdere kin deren geboren waren, stierven zjj allen op een na, eene dochter, die er op achttien-ja rigen leeftijd met een' man van door ging, dien baron Noëll nit het diepst van zijn hart verafschuwde. De baron had na dit feit zijne dochter voor dood verklaard, en had baar nooit meer ooder zijne oogen willen hebbea. Sedert dien tijd bad baron Noëll, nadat cBne vrouw gestorven was, geheel alleen op *ijn kasteel gewoond, totdat hij voor onge veer een jaar geleden was gestorven, zon der een testament achter te laten. Zooals men wel eenigssins kon nagaan, had bij «icb geeo önk0|e maal weder met zgne dochter in contact gesteld en nooit had h$ ook maar in 't minst op haar bestaan ge zinspeeld. Een tijdlang was het praatje gegaan, dat hij zijne dochter en hare nakomelingen geheel had onterfd en zijn vermogen aan insteliin- alle werklieden, behalve natuurlijk van den R. K. Volksbond of van de Herv. werklieden, bij zijne kiesvereeniging be pleit. Men heeft onder de geloofsveree- nigingen nog weinig beweging kannen bemerken. Of daar in stilte gewerkt wordt, weet ik niet. Trouwens, 't is nog lang, eet 't Mei is, en er kan Dog veel komen. Maar zooals de zaken zich op 't oo- genblik laten aanzien, is eene overwinning van de Unie—liberalen of van de Radica len vrij zeker. Men kan dit voor de tweede stad des rijks gerust van eeBige beteekenis achten. Want men is hier tot heden op en de op conservatief geweest. De Kiesvereeni- giug Rotterdam (Unie—liberaal) had wei nig in de melk te brokkelen, hare candi- daturen, behalve die van den werkman De Klerk, gingen in den strijd met de conservatieve „Vooruitgang» (o, wondere woord—combinatie te loor. En men was zoo erg onverdraagzaam. Datrin zal de nieuwe Kieswet verande ring brengen, men ziet het in toonaan gevende kriDgen en men heeft daarom zoo het land aan de wet Van Honten, en men ziet met vreesachtig wantrouwen de nieuwe kiezers tegemoet. Van het onverdraagzame in de politiek onzer conservatieven hebben de laatste raadszittingen weer bet sterk-sprekend bewijs geleverd. Er zijn in Rotterdam, evenals overal elders in de groote steden, openbare en bijzon dere bewaarscholen. De openbare be waarscholen werden tot heden door de gemeente gesteund, de bijzondere ont vangen geen cent, ofschoon op deze laat- sten protestantsche, roomsche en par ticuliere bewaarscholen ruim een vierde gedeelte van onze kinderen school gaat. Er is das wel niets onbillijks iD, waar allen m«ê betalen in de hooge belastin gen, dat aan de bijzondere bewaarscholen óék eene subsidie werd verleend. Burge meester en Wethouders hebben een voor stel daartoe gedaan. En wat deed de Raad De Raad, liberaal in zijne groote meer derheid, verwierp het billijke voorstel. Want hij wil wel zorgen voor het open baar bewaarschoolonderwijs, maar voor het bijzondere wil hij dit absoluut niet. Ook niet voor een gedeelte. 't Gevolg zal nu wezen, dat een aantal bewaarscholen, door particulieren onderno men, die in de laatste jaren door de ste delijke concurrentie een droefkwijnend bestaan voerden, zullen ophouden te be staan. De zinderen, die daar ter school gingeD, staan dan op straat en de gemeen te zal te zorgen hebben, dat zij onder dak komen, m. a. w. zal een paar nieuwe bewaarscholen moeten bouwen, die veel meer geld zullen kosten dan een paar ja ren Bubsidie Maar men is dan ook in den Raad beginselvast en... onverdraag zaam geweest. Het is de consequentie van zoo vele jaren onbeperkt gezag. Men is gaan dom melen in goed vertrouwen op zijce groote macht en nu ziet men met plotselingen schrik eene verandering maken. Toch onver draagzaam tot het laatst, welzeker. Nu is het plotseling volop winter ge worden. Vorst en veel sneeuw, vooral sneeuw, hebben het kwakkelwinter tje van vorige weken van ons weggeno men. We hebbeD al veel scbaatsenge- reden. We hebben al ijsfeesten gehad, matinée's en aoireés—musicales op het ijs. Tot het plotseling is gaan sneeuwen en dooien tegelijk, Wie in Rotterdam eenigszins bekend is, kan zich voorstellen, hoe diep we op dit oogenblik in de modder rondbaggeren. De Tramwegmaatschsppij laat op hare lij nen salpeter gooien, de salpeter driDgt door het geheele oppervlak der straat en het mollige sneeuwkleed, zooals dichters het noemen, wordt een „tap€et* van dikke, kladderige, spattende modder. De menschen trekken verontwaardigde gezichten. De gemeentereiniging stelt ho- pelooze pogingen in het werk om een beetje klaarheid in dezsn rommel te bren gen. O, die gemeentereinigingHet is tot op zekere hoogte vermakelijk te zien, hoe hard zij zwoegt om eenigszins behoorlijk werk te doen en hoe alles haar mislukt. De straatvegers weten niet, waar te begin nen. Zij beginnen aan het trottoir, maar als zij een vierkanten meter schoon heb ben en met moed aan een' tweeden vier kanten meter willen beginnen, zien zjj den eersten weer vol vuil dragen door de on gare voeten der wandelaareDan slaken zij eenvoudig het werk maar. Men heeft machines laten komen uit Daitschland, groote draaiende bezems, die door de stad rijden, aangegaapt door de wandelaars en uitgejouwd door de school jongens. En deze zeer dure machines heb ben geen ander resultaat, dan dat zij het vuil op enkele plaatsen iets dnnner maken en overigens rijen opwerpen van modder, waar in men tot aan zijne enkels wegzakt. Wat het menschelijk vernuft bij moge lijkheid kan uitdenken, heeft men in de Maasstad beproefd, maar de Maasstad blijft in dagen als deze de Modderstad. Bij wijze van practische werkverschaf fing stelt men eenige honderden werkloo- zen aan den arbeid. Het pnbliek heeft daD althans de illnsie, dat er iets gedaan wordt aan de verbetering der modderwegen. En dat is ook al iets. Maar verbetering is er niet. Als een werkelijk sprekend staaltje van „arme-koopmanhandigheid* wil ik u ten slotte iets vertellen, wat mij maandag van deze week geschied is't is niet erg be langrijk, maar 't is typisch Ik zit alleen thuis, 't was 's avonds al over tienen. Daar wordt plotseling met een' ruk aan de bel getrokken. Ik trek boven aan het traptonw, de deur slaat open, maar er is niemand. Natuurlijk de brievenbesteller geweest, denk ik. Mop perend, als een meDsch, die alleen thuis is eu het land heeft aan trappenklimmen, daal ik af tot de brievenbus en viod er een' zorgvuldig toegelakten brief in aan mijn adres. Op mijne kamer, onder het licht van de gaslamp, breek ik de enveloppe open. Ik vind er in een beleefd briefje, waarin te lezen stond, dat „ondergeteekeude, vader van zes kinderen en eene zieke vrouw morgen om antwoord zal komen'. En iu het briefje vind ik een wit-kartonnen blaadje met vier en twintig wit-katoenen knoopjes er op vastgemaakt. Zoo iets vind ik herhaaldelijk in de bus en ik had nu wel eea oogenblik lust, het ding in de kachel te gooien. Maar ik bedacht me en volstond met den pa piermand, daar lag het goed. Den volgenden morgen al heel vroeg wordt er gebeld. De meid gaat kijken en komt terug met de boodschap, dat ze er zijn om antwoord op de knoopies. Alweer mopperend loop ik naar mijn' pa piermand en zoek er in een' hoop paperassen gen van liefdadigheid had vermaakt. Maar na den dood van den baron, bracht het zorgvuldigste onderzoek niets aangaande deze zaak aan het lieht en werd er geeD spoor van een testament gevonden. Dientengevolge sou na verloop van tjjd, als er zich geene erfgenamen kwamen aan melden, alles aan de kroon vervallen. Maar plotseling meldde zich een erfgenaam, of lievor eene erfgename aan die opgaf, het kind te aijn van de vervloekte dochter en das de kleindochter van den gestorven sir Noëll. Dit was de sland der zaken, zooals de advo caat dien aaD Mr.Silsby verteldejoen deze met him.aver de erfeniszaak sprak. Maar de eDgelsche advocaat stond niet weinig ver- blntt te kgken, toen hij de bewijzen te zien kreeg, die ten duidelijkste bewezen, dat Ruth zonder eenigen twijfel de eenige rechtheb bende was. De advocaat was verplicht, volmondig toe te stemmen, dat deze bewijzen onaantastbaar waren. Er kon geen twijfel bestaan, dat da tronwacte, in den stok gevondeo, echt was. Ook da gaboorteacte van den zoon, achter op de tronwacte vermeld, was zon der eenigen twijfel wettig, daar de bandtee- kening van Sir Acnos echt bleek te zijn uit de vergelijking met andere handteekeningen van aoten, welke da advocaat in zrin bezit had. De teekening met de cijfers, was eene uitstekende copie van iets dergelijks, wat op den wand der bibliotheek in bet Rothwick- kasteel was uitgesneden. Da eogeiscbe ad vocaat geloofde ook, dat dejnweeleo, die in den stok gevonden waren, daarin geborgen waren met het oog daarop, dat de verkoop dier steenen de vrouw in staat gesteld zou hebben, een proces te beginnen, als Lady Rothwick hare eischen bestreden soa heb ben, 't geen zekerlijk het geval sou zijn geweest. In den beginDe scheen het, dat Rnth's verschijning op de kampplaats om deze goe- dereo, een lang proces ten gevolge ion hebben. De engelsche advocaten zeiden, dat de andere pretendente zeer eigenzinnig was en van geen toegeven wilde weten. Zg had Rutb'8 bewijsstokken vervalscht genoemd en er op aaogedroogen, dat de zaak voor het gerecht zou worden ge bracht. Er werd eindelijk besloten, dat de beide pretendenten bare bewgsstukken aan een hoog rechts-eollege zouden onderwerpen en zich bij do beslissing daarvan zouden ne- dsrleggen. De morgen van den gewichtigen dag was eindelijk aangebroken, en Mrs. Rutb, die er eenigszins tegen opzag, hare mededingster on der de oogen te komen, begaf zich opgewonden en zenuwachtig in gezelschap van Mr. eu Mrs. Silsby naar het rechtsgebouw. De te genpartij was al reeds verschenen en toen onze heldin de gerechtszaal binnenstapte, stond zg eensklaps tegenover Ioez Qolding, hare doodsvijandin, die bewijzen bijeengebracht had, om aan te toonen, dat zg de kleindochter was van sir Noëll Roth wick en zoodoende beweerde, dat zg de eenige wettige erfgename was. Natuurlgk waren beiden al reeds te we ten gekomen, dat zij wederom tegenstand sters waren, maar de ontmoeting was er toch niet minder onaangenaam om. Inez Piympton's gelaat werd bgna blauw rood van onmachtige woede, toen de vrouw, die zg zoo vurig haatte, daar oogensch jnlgk zoo kalm en bedaard binnentrad. die ellendige kleine sneenw-pop!' riep zg hartstochtelijk uit en er niet aan- denkende, hoe afschuwelgk tg er op dit oogenblik zelve aitzag. „Ik geloof nooit, dat er zelfs maar een enkele droppel en gelsch bloed in hare aderen vloeit. Zg is van eene nederige geboorte, ellendig van haar hoofd tot hare teenen. Mr. Temble*, en hierbg wendde zg zich tot den rechtsgeleerde, „deze vrouw beeft mgn le ven reeds tweemaal verwoest, dat is on- dragelgk t* „Zoo, zoo! Wanneer mevrouw zich wat 1 bedaarder gedroeg, zou de zaak wat spoe diger afloopen*, antwoordde de advocaat, zoo vrieodelgk mogelijk, ofschoon hg zich allesbehalve tot haar aangetrokken gevoel de. Bgna op hetzelfde oogenblik trad er een het blaadje uit. Dafi', zeg maar, dat we niks noo- dig hebbenDe meid gaat naar be neden en ik hoor, dat de man, die om ant woord gekomen was, dit smoesie had Wat zeg je non, vrijster P Geen knoopies noodig Wat virtt me dat nou tegeD. En ik had nog wel gedacht, hier zeker terecht te wezen. Non, geef dan maar op Hé. Wat is dat Vier en twintig. Waarachtig niet, d'r hebben zes blaadjes ingezeten, honderd vier en veer tig, een heel gros. Wel zeker, mooi weer spelen van een ander zijn knoopies. Wat zeg je Weet je nergens van. Nee' na- tnurlijk. Maar je zult ze me betalen of ik neem de politie in den arm. De vent werd onhebbelijk, dreigde met justitie en gevangenis, totdat ik beneden kwam en hem kort en goed zei, dat hij heel gauw weg moest wtzeD, want dat ik hem anders naar 't naaste bureau zou brengen. Mopperend en scheldend trok hij met zijn knoopies af om elders zijne kunsten te probeeren. Ik hoorde, dat bij in ver schillende huizen den bewoners een schrik op het lijf gejaagd en „schadevergoe ding* gekregen had. We worden hier letterlijk gebrandschat door dit soort inferieure kooplieden, die met allerlei leelijks en onbruikbaars aan komen. De politie kan er weinig aan doen en we hebben tegen dit ras niets anders dan ons ferm zelfbewust optreden. Wee, als ons dit ontbreekt. Gravin De la Warr, wonen- de in de Grosvenor-street te Londen, is met hare huisgenooten en verscheiden logeergas ten ternauwernood aan den dood ontsnapt. Maandagmorgen om 3 uur werd eene der dienstboden wakker door ten knappend ge luid en toen zij de deur opende, bemerkte zij, dat het huis beneden in brand stond. De meeste bewoners hadden nog juist den tijd, door de achterramen te vlochten de gravin, die op de tweede verdieping sliep, knoop te eenige beddelakens aan elkaar en liet zich daarlangs afzakken. Toen de brand weer kwam, stond het geheele huis in lichtelaaie. Eene onde keukenmeid sprong uit de vierde verdiepingzij werd in een springzeil opgevangen, maar door deD schok tegen den muur geslingerd en zwaar gewond. De brandweer had door de felle vorst eene moeilijke taak. Twee pijpvoerders, die te zatnen een' straal op de vlammen richt ten, vroren aan elkaar vast. De belen dende perceelen waren spoedig met eene ijskorst bedekt. - Haring en suiker. Er zullen moeilijk twee dingen te vin den zijn, die zoo weinig in verband kun nen worden gebracht. En toch is er ver band tusschen beide te brengen, dat hebben de Zweden getoond. Volgens de T e m p s vangt men in Zweden zooveel haringen, dat men ze niet kan kaken en niet kan eten, men maakt er daarom mest van haring-gnano, die reeds door de landbouwers zeer gewaardeerd wordt. De hoeveelheid van deze zonderlinge mestsoort moet gedurende bet jaar 1895 niet min der dan 7.500.000 kilo's hebben bedragen en deze hoeveelheid neemt nog toe. De ze guano moet zeer gevraagd wordeB, vooral in den vreemde, in Erankrijk, Daitschland, België, en moet is de eerste plaats voldoen bij de teelt van beetwor- heer op Ruth toe, zette een' stoel voor baar neder, en fluisterde baar een paar woordeD in 't oor. Ruth ontstelde, toen rij hem in 't ge laat z»g, want zg herkende in hem oogen- blikkelijk den bediende van den ouden edel man, dien zg op de „Germanic* gedurende hare overvaart naar Europa gezien had en die zoo ontsteld was, toen bij haar gewaar werd. Hg zag er niet meer zoo krachtig nit als toenmaals, hg was een weinig bleeker en ouder geworden, maar had toch nog dezelf de eigenaardige witte haren op het hoold, die reeds toenmaals zulk een' ievendigen in druk op Rnth hadden gemaakt. Hg was ook dezelfde, dien de lezer als senor Castilio beeft leeren kennen en die verleden zomer in Saratoga met Mrs. Inez zoo intiem bad omgegaan. Toentertijd had hg er heel anders uitge zien, want toen had hg zgne haren zwart geverld, om er joDger en aardiger nit te zieD. Want nadat hij zgne plaats als ver trouwde en secretaris van den ouden baron Rothwick verloren had, had hg het stellige plan opgevat, eene rgke amerikaansche dame te huwen, om zoodoende een gemakkelgk leventje te kunnen leiden. Hij scheen ook getroffen, toen hij Rnth in het gelaat zag, ook hem trof blijkbaar de gelijkenis van haar met een familieportret. Maar de rechters begonnen het onderzoek, en da bewijzen der beide pretendenten wer den onderzocht en besproken. Zonder den zeldsamen inbond van den Roth- wick-siok bad Inez zeker het pleidooi gewon nen. Maar de tronwacte en de geboorteac- te, in den stok gevoDdun, duidden aan, dat Ruth de rechtmatige erfgename was en dat bare aanspraken nimmer met succes zouden kunnen worden bestreden. Zoo besloot de raad der rechters. Die tronwacte bewees ook, dat sir Noëll Rothwick, hoewel onschuldig, een indringer geweest was, en onrechtmatig in het bezit gebleven was vau al dien rjjkdom. En nu kwam ook uit, dat senor Castilio □iet alleenlijk naar Amerika was gereisd om eeoe rgke vrouw te hnwen, maar ook, om tels. Van die beetwortels maakt men, zoo als bekend is, sniker, en eigenlijk gezegd hebben we dos hier te doen met eene trans formatie van haringen tot sniker. Dat zijn de wondereD der moderne wetenschap Een zonderling ongevaL Te Erfnrt is een twintigjarigen jongen man een ongeluk overkomen, waarvan de oorzaag niet geheel is opgehelderd. Hij werd des nachts op straat gevonden in bewusttloozen toestand en naar het gast huis overgebracht. Eerst den volgenden dag keerde het bewustzijn terug, echter was de rieke nog niet in staat, zich te bewegen en ondervond hij moeilijkheden bij het spreken, hij vertelde, dat hij achter een' motorwagen van den electrischen tram over de spoorstaaf had geloopen en toen plotseling een schok kreeg, die hem het bewustzijn deed verliezen. Inderdaad wer den aan armen en beenen van den jongen man brandwonden geconstateerd. De Dantziger Anzeigerdie dit bericht mededeelt, voegt er aan toe, dat bij het betreden van de spoorstaaf zonder meer, ook al gaat men onmiddellijk achter een' wagen, geen electrische stroom door hel lichaam gaat. De jonge man moet nog met een electrisch deel van den motor in aanraking zijn gekomen, opdat door zijn lichaam eene kortsluiting tot stand gebracht kon worden tusschen den negatieven en de positieven stroom. Een slachtoffer van de pest. Vrijdag kwam te Milaan een ver zegelde tweede—klasse—waggon aan, waarin een Engelsch man zat. De man was te Brindisi aangekomen met de mail uit In- dië eD op last der regeering onmiddellijk in eene afzonderlijke coupé geplaatst, waar van de portieren met zware zegels werden behangen, opdat niemand, zelfs niet het personeel, met den gevaarlijken reiziger gemeenschap zon hebben. Zoo werd hij naar Milaan eo verder naar Chiasso over gebracht. De chef van het grensstation weigerde den wagen over te nemen en te legrafeerde om instructies. Inmiddels werd het gevreesde rijtuig op eene zijlijn gebracht, waar de gevangen Engelschman reeds tot vrijdagavond heeft gewacht op de beslissing der hooge overheid. 't Is te hopen, dat de man intnsschen uit zijne onaangename positie is bevrijd. De onlangs gestorven Dnitsche hofprediker dr. Frommel was een man van hnmoristischen aanleg, die gaar ne vermakelijke voorvallen uit zijne prac- tijk als zielverzorger ten beste gaf. Te Gastein was Frommel eens door keizer Wilhelm 1 op zekeren middag te 4 uur aan tafel genoodigd. Voordat hij zich ech ter naar zijn' keizerlijken gastheer begaf, ging hij eerst in het hotel Straubinger een bord soep eteD. De keizer kwam dit te we ten eu zeide glimlachend: Ei, Frommel, je hebt reeds bij Straubinger gedineerd je dacht zeker, bij mij is er niet veel te halen! Frommel antwoordde lachend: Jawel Majesteit, ziet b, mijne moeder deed al tijd zoo: wanneer wij als kinderen bij voor name Ini uitgenoodigd werden, dan moes ten wij zoowat twee uren van te voren drie dikke boterbammeu naar binnen wer ken als een solied fundament, opdat wij ons welgemanierd gedragen en niet te veel eten zouden. De keizer lachte: Zeer goedl je hebt toch eene zeer verstandige moeder gehad. Een man te Gooreind, die op de nabuiige schietplaats der artillerie te Biasscbaet (ptov. Antwerpen) eene bom bet spoor van sir Noëll's kleindochter te ver volgen ook kwam aan bet daglicht, dat Inez zgne eigene dochter was, want hg was de persoon, die er met de dochter van sir Noëll vandoor was gegaan. Wanneer hg Inez aan de erfenis had kunnen helpen, sou zg hem zeer zeker goed hebben behandeld en een heerlijk leventje zou zijn deel geweest zgn. Senor Castilio bad zgne vrouw, nadat hg zich overtuigd bad, dat Sir Noëll niet toe gaf, dadeljjfc naar Madrid gebracht. In Madrid werd het kind Inez geboren. Hier door wordt ook het gesprek, dat bg met Inez in Saratoga voerde, geheel ver klaard. Hg had Inez oogenblikkelijk aan hare gelijkenis met hare moeder herkend, of schoon zg zgne oogen, zgne gelaatstrek ken en zgn temperament bezat, en wij weten ook, hoe hg haar daar overhaalde, deel te nemen aan zgne plannen. Toen de woedende Inez begreep, dat zij op al den rijkdom der Rothwicks geen aanspraak had, verloor zg bare zelibeheer- sching geheel. Zij zwoer bij hoog en laag, dat zg hare zaak nogmaals aan de rechtbank zon toe vertrouwen, en toen men haar verzekerde, dat geen eokele advocaat hare zaak in han den zon willen nemen, wendde zg zich tot Senor Castilio en moest deze het ont gelden. „Gg hebt mg mooi beet genomen,* kreet zg, hare tanden door bare lippen drukkend, „maar ik heb nu ook geen zier meer met u noodig. Ik heb je slechts geduid, omdat ik geloofde, zonder je huip dit zaakje niet te kuDnen klaar krggen, maar nu dat scheef is afgeioopeD, zal ifc de bloedgemeenschap tusschen ods beiden nooit erkennen, want gij hebt geen enkele zedelgke aanspraak meer op mg. Gg hebt mijne moeder verlaten, toen gg begreept, dat nw huwelijk met haar u geen voordeel meer zoa opleveren, en toen ik 12 jaar ood was, stierf zij na een vree- selgk lijden, te midden van de diepste ar moede, waarin gg haar meedoogenloos hadt achtergelaten. „Ja,* ging zij zonder eenige voorzichtig heid voort, „ge znlt na mijne geheele opgeraapt en mee naar huis genomen had, is het slachtoffer van zgne onvoorzichttgheid geworden De bom üntpioft toJ °?eD m&keD- HiJ daarbü gedood, en zijne vrouw en sijn kind bl kwamen ernstige verwondingen. bloTmon1"" 'le,, 4" Geuren hebben soms een' schadelijken invloed op de gezondheid en in 't bijzon, der op de stem. Zonder ver in de ee. schtedems terug te gaan, vindt men de stoornissen, die zich overigens slechts bii zekere zenuwachtige menschen of zenuw, lijders schijnen voor te doen De schilder Vincent kon aan geen toos rntken zonder flanw te vallen en mei Contat bezwijmde bij het ruiken van mu£ kus. Tal van personen kunnen geen «e- ringen ot mimosa's ruiken, of ze verhezen althans tijdelijk hunne stem. Menigmaal heeft men opgemerkt, datgeoreu hen, die ze ruikeD, hunne stem kunnen doen verlie- zen. Zoo was mevr. Mane Stass óp zeke ren dag niet in staat te zingen, tengevolge vaD het rntken van den geur van een prachtigen bouquet viooltjes. Mevr. Ri- chard van de Opera te Parijs verbiedt h^ ren leerlingen uitdrukkelijk, hetLj&iiste ruikertje viooltjes op de ieilheé te bren gen mevrouw Isaac verbiedt alle bloe men, behalve de roos. De zenuwen scnij- nen dikwijls bij deze verschijnselen eene rol te spelen. Dat bewijst een geval, me- degedee.ld door dr. Mackeuzie. Eene dame beweerde geen roos te kunnen ruiken zonder onmiddellijk te niezen en te hoeBten. Op zekeren dag bood Mackeozie haar eene prachtige roos aan j de jonge vrouw 9 niesde aanstonds en viel bijna flauw Het was eene kunstroos I Statistieken 'toon-n aan, dat sedert den Trojaanschen oorlog duizend jaar geleden), dat is van iet begin der geschiedenis af, geen jaar is voorbij gegaan, waarin de oorlog geen groot aan tal menschenlevens gekost heeft. Keisman ie. Te N w- Y 0 rfa is eene weduwe, Mrs. Elijah CarsöB7"öveiw -- leden, die eene manie Had, om heen en weer te reizen tusschen New-York en Engeland, bij voorkeur op de „Lucania". In haar testament heeft zij haar geheele vermogen nagelaten aan de officieren van deze bootkapitein Mc. Kay o. a. krijgt 10000 pond sterling. Hare dochter, met wie zij overhoop lag, omdat deze haar van de reismanie wilde atbrengen, krijgt slechts 200 pond. .1 Een twintigste gedeelte van een gram zuivere muskus parfumeert eene kamer 20 jaar lang, en vertoont ook ten laatste nog geen waarneem h j ge- wichts vermindering. Aardbeving. Een telegram uit Ëombsjr meldt, dat bij de aardbeving op het eiland Kischim in de Perzische golf van vijfduizend bewoners, voor het meerendeel Arabieren, de helft is j omgekomen. Uit Engeland komt be richt, dat enkele menschen van de konde omgekomen zijn. Te Leicester zijn drie jongens door het ijs gezakt en vertlronken. Een joDge man, die hen redden wilde» verdronk ook. Een testament. Zeker dichter liet zijn testament na i^ de volgende bewoordingen „ik heb niets, ben veel schuldigde rest vermaak ik aan mijne Deven.» geschiede Dia moeten aanhooren. Met mgn twaallde jaar, was ik aan mgzelf over gelaten en ik, het kleinkind van een rijken baronet, ik liet mg aanwelven door een rondreizend tooneelgezelschap, werd daar balletdanseres en leidde een leven, even wult als bet meerendeel dier schepsels. Ik koesterde evenwel den vnrigen wensch, booger te klimmen in de maatscbappg en ging naar Engeland, zocht mgnen grootvader op, vertelde hem mijne geheele geschiedenis en smeekte hem, mg onder zgne bescherming te nemen. Maar hij was een hardvochtig, oud man. „Hg zeide mg, dat hg mg nooit als zgne nakomelinge zou beschouwen, dat zgne dochter vanaf het oogenblik, dat tg zgn huis had verlaten, opgehouden had, zgne dochter te rijn, en dat hij ook haar kind nooit on der zijn dak zon duiden. Maar daar ik zeer arm was, gaf hg mij 1000 pond en btdojjL-- de mg, om heen te gaaD. Ik trok iveer naar Parijs, waar ik rngce loopbaan als danseres voorizetie en spoedig eene ster op dat gebied genoemd werd. „Toen ik zeventien jaar oud was, maakte ik kennis met een rijken, zwakhootdigen Amerikaan, met name Golding, die *00 op mg verheid werd, dat he? mg tee» gemak-w kelijk viel, hem tot een buwoigk met mij over te halen. Later wist ih het klaar te krggen, dat hij mg tot zgne erfgename be noemde, en toen hg twee jaar later stierf, V bltet ik als weduwe, m>er met een onaf hankelijk bestaan, achter Ik besloot nu, als eene groote dame te gaan leven. „Ik ging naar Amerika en werd in de gezelschappen te New-Xork als eene zeer be geer ens waardige p-rtg binnengeleid. En na, het overige weet ge,' merkte zg op, een blik vol haa> op Rnth werpend- „Wat er later geschiedde, dat gaat nie mand uwer aaD, en zg daar, zg weet, dat zg vanaf hare eerste ontmoeting met mij ie New-York, de vloek mgns levens is ge- weeai-* HOOFDSTUK XXXXI. „Zoo,* begon Inez weder, Dadat zg een oogenblik had stilgehouden, om adem te ha-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 5