-*t aan boord van het Russische oorlogs schip Sissoi Veliky wordt gezocht in het onzorgvuldig dichtdoen van het i sluitstuk. De kracht der ontploffing was ontzaglijk. De massieve hefboomen der beide kanonnen, die in den toren ston- Een origineele rechter, electrische boot Nu zijn er Dat is zeker meneer Campbell, de I millioen gulden in verschillende electri- waggons geloopen majoor van Bowling Green, in Óhio sche machinerieën aangelegd. Natuurlijk in Amerika. Onlangs, nadat Russi. en veroorzaakte een oploop. Den vol-1 genden morgen, toen hij de rechtbank voorzat, veroordeelde hij zichzelf tot vijf dollars boete. „Recht voor allen, en gelijk voor allenzeide hij. Maar of een arm mannetje niet wat meer had gekregen dan vijf dollars boete flI1 „arrtrrnnnan n w i J den, zijn gebogen en verwrongen, alsol Spoorweg-s taking. ze van ijzerdraad waren. De bodem Hoe eng het leven thans met den van den toren is vernieldhet dak, geregelden gang van den spoorwegdienst een massieve cylinder van 40 voet mid- is samengeweven, is de vorige week dellijn, 3,5 dM. dikte, en 18 of 20tons in Zwitserland gebleken, toen op de gewicht, werd omhoog geblazen alsof lijnen van den Noordoostspoorweg het het een deksel van een pan washet verkeer nagenoeg geheel stilstond we- werd tot boven de masten geslingerd gens de plotselinge werkstaking. en spleet daar in tweeën, waarna een Vrijdagochtend waren aan het station stuk in zee viel en de rest door het te Zurich van het personeel enkel de bovendek op het benedendek stortte- bureelbeambten en de portiers opgeko- Vijftien matrozen werden onder dit men. De treinen, die vroeg moesten stuk verpletterd. In het geheel zijn, vertrekken, stonden gereed, maar zon- volgens nadere berichten, 21 opvarenden, der locomotieven. De reizigers stroom- waaronder twee officieren, gedoodtien matrozen werden gewond, zeven dezer zoo zwaar, dat zij enkel door een won der in het leven gehouden kunnen wor den. De Sissoi Veliky is een van de nieuw ste schepen der Russische vloot; zij is in 1894 van stapel geloopen en was voor het eerst, na de proeftochten, in dienst. Zij heeft eene waterverplaatsing van 8880 ton bij eene lengte van 105, eene breedte van 21 en een gemiddelden diepgang van 7,3 meter. De machines hebben een vermogen van 8500 paarde- krachten zij drijven twee schroeven en geven het schip eene snelheid van 16 knoopen. Op het voorschip was een gepantserde toren gebouwd (die nu is vernield), die twee ring-kanonnen van 30,5 cM. bevatte. Op het achterschip staat een dergelijke toren met twee y spannen, bij gebreke van eene locomo- stukken geschut van even zwaar kali- tïeTT'Zeëï ernstig werd zaterdag de ber. Bovendien heeft het schip in zijne gepantserde batterij nog zes 15-centi- meters-snelvuurkanonnen. Daar de schade, die het schip heeft bekomen, zeer groot is, zal het uit de Kretenzer wateren teruggeroepen moe ten worden. President Faure heeft den Czaar een telegram gezonden, waarin hij zijn leed wezen uitspreekt over het ongeluk. De Czaar betuigde langs telegraphischen weg zijn' dank voor de betoonde sym pathie. Ook de Duitsche keizer heeft een te legram van deelneming naar Peters burg gezonden reeds 2100ren, is in volle vaart op eenige ledige schikten leermeester om. Een ^ling Alle wagens, negen- beval zijne naar wetenschap dorstend^ma tien in getal, werden verpletterd. De machinist en de stokers bleven onge deerd. den toe, maar slechts één trein vertrok en bleef weldra steken, omdat wegens het wegblijven der wisselwachters het gevaar te groot werd. De sneltrein door de St. Gotthard moest te Lucern blijvende Orienttrein uit Parijs kon niet verder dan Basel en vele reizigers keerden naar Parijs terug. De reizigers, die 's avonds uit Weenen te Zurich aankwamen, moesten daar blijven. De stoombooten op het meer Constanz moesten den dienst staken. Onafzien bare startte postpakketten, kisten en koffers hoopten zich op aan de stati ons. De posttreinen konden ten deele nog rijden, omdat de administratie bui tengewone maatregelen nam en over zijlijnen het vervoerder brieven leidde. Men moest echter om de postwagens te rangeereneen paard er voor spannen, bij gebreke van eene locomo- TfeïT- Zeër ernstig werd zaterdag de toestand, toen te Zurich gebrek begon te ontstaan aan melk, vleesch, brood en andere benoodigdheden. Vrijdag was het zeer levendig aan bet station wegens de vele nieuwsgierigen, die kwamen kijken en zeer vroolijk waren. Zaterdag werd het anders, toen de levensmiddelen krap en duurder begon- nentg^werden, de brieven en couran- TèrTen vooral de koopers en klanten van buiten uitbleven, en men dringende verzendingen niet kon uitvoeren. Het was dus eene groote verademing, toen reeds dien dag, dank zij der tus- schenkomst van den spoorwegminieter Zemp, die als scheidsrechter optrad, de werkstaking een einde nam met de overwinning der werklieden. Men had eene zeer onaangename ervaring opge daan van twee dagen zonder spoorwe gen. m n grootvader was 94, \Toen hij stierf, zei iemand in een ge zelschap, Mijn grootmoeder was 103, toen zij stierf, zei een ander. En in mijne familie, riep een der de, die de anderen wilde overbluffen, zijn er verscheidenen, die nog in het geheel niet zijn gestorven. Dynamietontploffing. In de dynamietfabriek te Hilbersdorf bij Fieiberg in Saksen heeft eene ont ploffing plaats gehad, waarbij vijf werk lieden zijn gedood en een zwaar ge wond is. Het onheil gebeurde in de oliekamer, waar de ontplofbare stoffen worden gemengd met olie. De schok was zoo hevig, dat hij zelfs te Dresden werd gevoeld. Het terrein van de ramp is een woeste chaos van houtsplinters. De groote spoorwegbrug in de nabij heid bleef onbeschadigd. Vóór 24'jaren was de electriciteit als bron van kracht nog -»-«Br*~göëd als onbekend, niet geheel evenwel, want reeds in 1851 deed men Iets van aan. Lord Aberdeen had eens met den nachttrein Londen verlaten, om naar het Noorden te gaanhij zat in een slaapwaggon en sliep weldra in. Toen hij den volgenden morgen ont waakte, zag hij een vreemdeling tegen over zich. „Verschoon mij," zeide deze, „mag ik vragen, of u rijk zijt Eenigszins ontsteld, antwoordde de Lord, dat hij zich in goeden staat bevond. „Ja maar," vroeg de ander weder, „hoe rijk zijt gij „Nu," antwoordde de Lord, „als gij dat moet weten, ik geloof wel een millioen te bezitten." „Zoo,* zei de vreemdeling, „als ik zoo rijk was als gij, en zoo verbazend snorkte als gij, dan nam ik een gehee- len waggon voor mij alleen, teneinde mijne medereizigers niet den slaap te ontrooven 1" Het vangen van hazen om ze levend te vervoeren naar landen, waar ze öf uitsterven öf door het kli maat achteruitgaan, is in enkele lan- den een belangrijke tak van nijverheid geworden. De firma Gudera, te Weenen, alleen levert met dat doel per jaar 10 tot 12 duizend hazen af, Een groot spoorwegon geluk is bij Accrington gebeurd. Een goederentrein, welks machinist de heer- op de Newa een proeftocht met eene schappij over zijne machine had verlo- Het dorp Aumone in Frankrijk is, naar men zegt, de ge zondste plaats van Europa. Het telt slechts 40 inwoners, waarvan er 23 ruim tachtig jaar, en één zelf over de honderd jaar oud is. Philantropie op grooten voet. nJDaiPI" hij, meer dan goed voor hem was, had 7," y. gedronken, maakte hij ruzie op straat Sud, ontploffing E en gunstig voorteeken. De Grieken rekenen vast op een voor hen gonstigen afloop van den oorlog, als er oorlog komt. Zij hebben een gun stig voorteeken gezien. Op den Acropolis, in het heiligdom van Pandoros, ia de oude, eertijds door de Perzen verbrande, heilige olijfboom opnieuw groen geworden. Hij is slechts drie span hoog en zoo dik als een arm, maar het is de ware wilde olijfboom, die in Attica niet groeide, maar enkel in Olympia gevonden werd. Daarom wordt het vermoeden, dat hij door menschenhand geplant zou zijn, het geen trouwens de onafgebroken rotsgrond onmogelijk maakt verworpen. De nieuwe spruit, die juist op de ge wijde plek staat, moet gesproten zijn uit de oude wortel». Op haar is de hoop van het bijgeloovige grieksche volk gebouwd. Een kaaiman aanbrenger van een valschen munter. Uit Bangkalan is aan de Ster. Ct. on geveer het volgende geschreven„Eeni- gen tijd geleden was in de buurt van onze plaats een Madurees door een kaai man opgegeten. Wie het was, wist men niet, maar de kaaiman werd gevangen en bij onderzoek van het inwendige van het lichaam kwamen daaruit twee rijksdaalders te voorschijn, die valsch bleken, en een stukje Madureesche kain, maar niet van de Bangkalaosche soort. Het moest van Balega afkomstig zijn. „No had men toch eenige aanwijzing om de identiteit van den gegeten man te ontdekken. „De ass. resident van Gennep nam het onderzoek in handen en zwam door spi- onnenberichten er achter, dat werkelijk in den omtrek van Balega eeu inwoner ontbrak. Waarom dat onderzoek zoo geheim zinnig gebeurde F Wel, die beide valsche rijksdaalders, die uit de maag van den kaaiman waren gekomen, zaten nu in die van den ass. resident figuurlijk gespro ken altijd. „Daar moest hij meer van weten. En op zekeren dag trok hij met eene flinke politiemacht naar Balega en deed onder zoek. „Hij deed ook huiszoeking ten huize van de weduwe van den man ven den kaaiman en bemerkte, dat dit weeuwtje heelemaal niet was ingenomen met zoo'n hoog bezoek. Zij werd bleek om den neus, toen zij heeren van de politie zag binnenstappen, wat voor deze speur honden eene aanwijzing was, om streng te onderzoeken. „Men vond verschillende houtsoorten, waarvan de aanwezigheid en het doel niet al te best kdoor de dame konden worden verklaard. „De grond in het hutje werd geson deerd en niet tevergeefs. Op eene diepte van anderhalven meter kwamen vormen van rijksdaalders en acht stuks valsche en voor uitgifte gereed gemaakte exemplaren voor den dag. „Ook elders werden aanwijzingen gevon den van eene vrij belangrijke werkzaam heid in deze richting, zoodat het vrouwtje en nog eenige andere personen van Balega zijn medegenomen. De ass.—resident is overtuigd, een belangrijken draad in banden te hebben, om hem te brengen naar de bron van veel valsch geld. „Zoo deed de kaaiman met zijne vraat zucht niets dan eene daad van vergelding en zoomede de rol van detective, die hij met zijn leven boette." Eene Les bij den Keizer van China. De behesrscher van het Hemelsche Rijk wilde spoedig de fransehe taal lee- ren en zag dientengevolge naar een ge- jesteit een zekeren Li, die voor een fgtoo- ten Franschman" gold, aas. Li werd al zoo aan het hof ontboden, en had de eer, den keizer de eerste les te geven. Maar al spoedig bleek het den keizer, die al reeds een weinigje fransch ver stond, dat hij verder gevorderd was dan zijn leermeester. Li geloofde niet alleen, dat zijn laatste uurtje, maar ook zijn laatste seconde geslagen was en bad ge knield den keizsr om zijn verspeeld leven. En de keizer was „genadig*. Hij liet den ongelukkigen leermeester in de gevan genis werpen, gaf hem eene franscbe grammatica mede en gaf het bevel, den Franschroan zoo lang gevangen te houden, tot hij werkelijk fransch kende. De ar me Li leert nu met ware gulzigheid. „Theo", zeide mevrouw Hernia Regbach, eene aardige, tot de dertig neigende da me van uit eene courant opziende, tot haar echtgenoot, „Theo", wij moeten iets doen". „Hoe bedoel je dat, mijne lieveling Hij, veel kleiner en ouder dan zij, heeft een pedant uiterlijk hij houdt eenige oogenblikken op met de zorg vuldige schoonmaking zijnet nagels „doen wij dan niet reeds genoeg P Gaan wij dan niet ieder jaar naar Katlsbad en naar het Franzensbad „Zoo bedoel ik het niet. Wij doen voor ons zelf genoeg. Maar het wordt noodig aanbood, geheel niet zag. Wanneer de jonge kunstenaar reeds eeuigen indruk op haar gemaikt had, dan was het zeer zeker geen gunstige, en hare groote teruggetrok kenheid bracht er mevrouw Steiracker toe, om, zoodra sii beidea alleen waren, eenige opmerkingea daarover te maken. .Een weinig aardiger moogt ge toch wel zijn, lief kind. De moeder schijnt met be trekking op dezen Guido, uiterst gevoelig, en het leek mij toe, alsot zij door nwe koelheid een weinig boos geworden was.» „Door mijne koelheid t' vroeg Ilse ver wonderd. .Ja, maar boe had ik mij dan anders tegenover hem moe'en gedragen Ik herinner mg werkelijk niet, hem slecht te hebben behandeld.» „Het geschiedde natuurlijk ook niet met opzet, dat gy hem een paar maal nauwe lgks antwoord op zijne vragen gaaft eü dat ge bü het uitstggeo van het rijtuig zgne hand niet aanuaamt. Ik *eif weet niet aan te geven, waarmede het aardige en beleefde joDgmenach u in die paar oogenblikken gekrenkt kan hebben." ,Hij heelt mg niet gekrenkt en ik heb ook geenszins de bedoeling gehad, bem te *beteedigen. Wanneer zgne moeder des ondanks een weinig beleedigd is, zal ik haar vragen, wat geduld met mij te hebben. Want ik geloof niet, dat mijn optreden an ders worden zal. Hoe zal ik aanvangen iets te vermijden, waarvan ik myzelve in 't geheel niet bewust ben.» vrees van dö oud© dam©, wat de geraaktheid der protessorsweduwe betrof, scheen zonder grond geweest te zijn. Ten minste, deze toonde zich gedurende de rest ïan den dag even aardig en hartelijk ss bij de ontvangst en maakte over Iise s verstrooidheid allerlei scherts, die niets van f611* gekrenktheid liet bemerken. Guido kwam eerst bg het avondeten weder te voorsebgo. Hg had, zooals hij voorgaf, aan °Pera gewerkt en zeide, nu afgemat Zgne moeder verweet hem niet liefde volle woorden, dat hij zijne krachten niet getoeg spaarde en zij had zooveel te doen, om haar joegen weer iu een normalen toe- tijd, dat wij eens iets voor anderen doen." „Voor anderen Voor welke andereD P Ik begrijp je niet, mijn har'je." „Wat ben je weer uitermate langzaam van begrip, 't Volgende jaar, wanneer ik het je nog duidelijker zeggen moet, zul len er millioenen eo millioenen voor goe de doeleinden besteed worden. De cou ranten staan er vol van. Gij, die znlk eene invloedrijke positie bekleed, moogt toch niet achterblijven, Theo. Wat zon men er wel van denkeD, als wij wij I wij ons bij dergelijke zaken kleingeestig toonen „Henna, wat ben je weder kostelijk. Is er nu zoo'n voorrede bij noodig 't Is immers eene natuurlijke zaak 11 Men heeft de middelen. Men is in de gelegenheid. Heb ik niet laatst bij die overstrooming van och ja, hoe heet dat nest niet voor eene groote som geteekend P Dat herinnert ge u toch zeker nog wel P „Men neemt eenvoudig zijn checkboek, vult het bedrag in, teekent, scheurt den bon er uit al klaar. Eu dan daarover nog zooveel praatjes. Ik bid je, waarvoor P Die zijn nu aan mijn adres op zijn minst op d'r plaats. Dat moet ik n (och even zeggen. De meening der wereld, ziet ge, die laat mij kond, geheel kond. Ik doe het goede slechts ter wille van het goe de. Ik ben zoo. Ik ben een man, die de weldadigheid in groote mate beoefent. En wil men het van buiten opmerken en no titie van mij nemen, dan is mij dat goed, zoo niet, nn, dan neem ik dat niemand kwalijk. Ge weet, hoe ver iedere ijdelheid van mij is." „Ik weet slechts, dat die ridderorde, welke ge laatst gekregen hebt, die groote olifant aan dat groen zijden lint, u ontzaglijk veel plezier gedaan heeft, bijzonder, omdat het u zoo weinig heeft gekost." „Dat is een zeer liefdelooze opmerking van n, Hernia. Ik heb nu grooten luBt, nu gij mijn weldoen Ban zulke verkeerde motieven toeschrijft, om iu 't geheel niets te doen en de zaak eenvoudig te laten rusten." ,'t Was niet zoo erg bedoeld. Hoeveel hebt ge voor een goed doel over Hon derdduizend Hij zag haar van ter zijde aan, een iro nisch lachje speelde er om zijne lippen. „Honderdduizend Dat kan u toch geen ernst zijn „Zullen wij dan niet zooveel kunnen geven als de Meijers en de Mullers „Ik ben niet gewoon, mij te laten bla- meeren. Onder de tweemaal hoDderddnizend begin ik niet. Dat is het minste bedrag." „Kronen?" „Golden. Dat kan ik gemakkelijk doen. „Theo, dat is grootmoedig. Ik heb u in mijne gedachten onrecht aangedaan. Ik bewonder je Zij viel hem stormachtig om den hals, hij stond daar hoog opgericht, edel en voornaam in al zijne groote goedheid en weerde zijne vrouw zacht af. Met de handen in de broekzakken liep hij op en neer en met een' zijdelingschen blik op zijne vrouw werpende, zeide hij Ja, js, zooveel heb ik daarvoor bestemd." „Hebt gij uwe middelen niet overschat. Ik geloot, dat het te veel is, tweehonderd duizend gulden." „Kronen, mijne waarde, kronen. Ik heb uitdrukkelijk kronen gezegd. Ik reken altijd met kronen. 8edert jaren wordt in mijne zaak alles met kronen berekend." „'t Is ook volkomen genoeg," meende mevronw Herma. „Wat denkt ge van een toevluchtsoord voor arme kraam vrouwen „Ik denk er geen oogsnblik aan, om het vondelingenhals concurrentie san te doen. Ik heb meer op met een blinden instituut. Denk er eens aan, Herma, blind te zijn. Dat wil zooveel zeggen, als niets te kannen zien. Geen straal van het galden licht dringt in hnnne vreeselijke duisternis door. „Das in zekeren zin een eeuwigen nacht. Denk eens aan het gezegde van Willem Teil„SterveD, dat is niets, heer land voogd, maar leven en niet zien, dat ia ongemeen treurig." Mevrouw Herma was evenwel niet over tuigd. ,,Voor blinden gevoel ik niet veel sympathie. Ten eerste worden er velen door de kunst der doctoren genezen, en dan de blind-geboreneD, lieve hemel die zijn het niet andera gewoon. Doof stommen, Theo." „Neen. Doofstommen, met die dweep ik juist niet. Men beweert bovendien, nu dat zij zeer boosaardig zijn. Wat denkt ge van een tbuis voor grijsaards. Arme, brave burgers, die hun gansche levenlang hard gewerkt hebben, die moeten toch immers weten, waar zij het moede hoofd met de zilveren haren kunnen ter rnste leggen. Maar daar valt mij juist in, dat ook dat niets is. Dat is eene zaak voor den staat ot de gemeente. Waaraan denkt ge, Herma Ik bemerk aan de uitdrukking van uw gelaat, dat ge ernstig orer iets nadenkt?" „Ik heb het, ik heb hetDe jeugd, de kindereu, de toekomst 1 Een vacantie- oordMet een blos op de wangen en ge zond znllen zij terugkeeren, die met holle wangen, bleek en atand te brengen, dat er van eeu geregeld gesprek geen sprake kon sijn-Met het oog op de vermoeiende reis der beide gasten begaf men zich vroegtijdig ter ruste en eerat bij het goedennacht wenachen richtte Guido het woord weder tot Ilae. „Wanneer de kenteekenen niet bedrie gen, tal bet morgen een mooien dag rijn Mag ik soms van bet mg geschonken verlof gebruik maken en n eenige mooie punten in den omtrek aaDwijten? Zij wist er in 't geheet niets van, dat zg een dergelijk verlof gegeven bad, maar zij ontdekte toevallig, dat de scherpe blik van de professorsweduwe op haar gericht was eD rij herinDerdo zich dadelijk bet verwijt, dat haar aangaande hare koelheid was gemaakt. Daarom antwoordde zij bedaard „Zeker wanneer gij zoogoed zijn wilt. Voornamelijk het viaschersdorp zou ik gaarne leeren kennen.» „Nu, ik moet eerlijk bekennen, dat dit punt du juist niet in mijn programma was opgenomen. De vuilheid en de onaangena me geur van ai die bederven visch zijn, oprecht gesprokeD, juist de schaduwsijden van onze badplaats. „Men loopt dat nest gaarne zoover moge lijk uit den weg en men doet daar goed aan, want een net gekleede badgast heeft bg deze lieden op geen vriendelijke ont vangst te rekenen. Wanneer gij er even wei waarde san hecht, met eigen oogen u vau mijne schildering te overtnigeu „Zeker, ge moet Ilse ook het visschers- dorp laten zien,4 lie de moeder zich hoo- ren. „Dat is voor een 6tadskind teer be langwekkend om te zien. Eu voor eene tweede maal zal zg er zeer zeker niet naar verlangen. Maar voor alles, myne lieve juffrouw, raad ik j9 aan, goed uit te slapen. Ge hebt van vermoeidneid sedert een uur bijna geeo enkel woordje gesproken. En morgen zou ik u gaarne zoo opgewekt en vroolijk zien, ala dat bij nwe twintig ja ren behoort.» Zij duldde niet, dat Ilse iets antwoordde maar kuste haar hartelijk op beide wangen eu drukte vervolgens het dienstmeisje op bet hart, de morgenslnimering van de juf zwak heengegaan zijd. Wat een gejuich aan het spoor. Ik hoor rejds het vroolijk gezang nit de waggons opstijgen, waarmede zij hnnne weldoeners begroeten." „Zeker, zeker, dat is goed. Slechts moe ten alle kinderen en bedienden eene pet dr&geD, waarop staat„Theo en Herma Regbach's vacantieoord." Dat zou opzien baren. En voor dat doel waren vijftigdui zend gulden meer dan voldoende P" „GuldenB „O 1 kronen dat blijft op stuk van zaken feitelijk hetzelfde. Overigens was de oprichting van eene plaats, waar men warme soep kan krijgen, of een toevluchts oord voor dakloozen ook niet te verwerpen, om in overweging genomen te worden. Ir. dat geval laat zich met een betrekke lijk gering kapitaal iets goeds formeeren. Bedenk eens, hoe eene groote hoeveelheid soep voor honderd galden verkregen kan worden. Zij behoeft nu juist geen eerste kwaliteit te zijn. Gij zoudt dan bij de opening van eene dusdanige inrichting aan eenige hooggeplaatste personen worden voorgesteld. Ziet ge, die idéé bevalt mij nog bet best van allen." Mevrouw Herma was nog maar alti'd niet tevreden „een hospitaal „Heeft men niet noodig. Men heeft toch de algemeene ziekenhuizen. Dat ie niet eene grootsche idee, al reeds zoo ond. Ik geloof ook gelezen te hebben, dat er reeds meer dan genoeg zijn. Gij zult ten langen laatste nog met de ontslagen gevan genen op de proppen komen of met de zoogenaamde ouschuldig-veroordeelden. Alles is mij wel, maar dat niet. Daar ben ik in principe tegen. Wie eenmaal met het gerecht te doen gehad heeft, voor dien doe ik niets in 'l geheel niets.» „Maar Theo, hoe konden wij daar nu niet aan denken 1 Het vrijwillige dren kelingen-redders-gezelschap. Dat is de heerlijkste inrichting." „Juist. Hoe konden wij dat vergeten. Daarbij blijft het.' Hij wreef zich vergel noegd in de handen. Ik zal er morgen da delijk duizend gulden heen zenden.» „Is dat te veel? Ik geloof dat het een zeer mooie schenking is. Eene roDde som. De laatste jaren waren io zaken wel niet zoo heel slecht, maar schitterend waren ze toch ook niet." „Maar ge hebt toch groote winsten ge maakt." „Maar ook veel schade geleden. Bij nader inzien aoht ik het ook beter, het geld niet aan het reddingsgezelschap te zenden. Dat mocht uien als indringen beschouwen. Dan loopt men ook zoo in de kijkers en heeft geen rust meer, daar alle andere vereenigingen een aanval op de portemonnaie doen en dan kan men toch niet goed neen zeggen. Wij moeten nu alleen maar een meer delicaten vorm bedenken, om onze giften te schenken ik heb het overigens al reeds gevonden. Wij nemen eenige laat ons zeggen drie loten en nog extra eene b a 1 k a a r t. Bovendien zenden wij nog een klein bedrag in geld bijvoorbeeld, tien, laat ons zeggen vijf gulden en schrijven er een paar beleefde woorden bij. Wij kunnen ook alleen vijf loten nemen en wanneer ge een beefje geluk hebt, dan hebben wij wellicht nog kans op het zilveren tafelservies voor vier en twintig personen. Dat zou nog eens eene aardige verrassing zijn I Hm?!" Zoo wordt door velen hunne zoo hoog geprezen liefdadigheid uitgeoefend. Een duiker verongelukt. Te Toulon heeft dezer dagen een ern stig ongeluk plaats gehad. Een duiker, de 33-jarige Gabriel Lepied, gehuwd en va der van een vrij groot geziD, was onder water werkzaam tot het opruimen van oude fundeeringen met het oog op de ver bouwing van eene brug aan het haven hoofd Missiessy in het marine-arsenaal, nadat men den voiigen dag onder een pijler, die weggebroken moest worden, eene dynamietmijn had doen springen. Ter wijl Lepied op eene diepte van 8 meter de fundeeringen inspecteerde, stortte de waggelende pijler in en de dniker werd onder zware steenblokken bedolven. Hij had nog tijd, de gebruikelijke noodsigna len te geven en men spande alle krachten in, om hem aan de oppervlakte te brengen, toen eene tweede instorting volgde en een enorm blok gehouwen steen het hoofd van den ongelukkige verpletterde. Drie uren later eerst slaagde men er in, het verminkte lijk te voorschijn te brengen, Meer dan 1000 studenten van de universiteit en verschillende scho len te Petersburg zijn in hechte nis genomen, toen zij bij den ingaDg van de Kaz*n-kathedraal, en corps gebeden wilden gaan houden voor de ziel van Al- lis Vitrof, eene vrouwelijke student, die in de gevangenis geworpen was op vermoe den van „staatkundige onbetrouwbaarheid", en toen, raar men zegt, met eene kaart hare kleeren zon hebben aangestoken, om zelfmoord te plegen. Beleedigingen, haar aangedaan door een politieambtenaar, zou den mede aanleiding gegeven hebben tot haar wanhopig besluit. De engelsche en vreem de talen. De Daily Chronicle vertelt, dat het met de kennis der vreemde talen bij engelsche zeeofficieren al niet beter staat, dan bij andere Engelschen. Van alle offi cieren op de Engelsche vloot zijn er juist 100, die als tolk zouden knnnen dienst doen voor eenige vreemde taal. Grieksch frouw door geen luidruchtige bewegingen te storen. Eerst toen zij het hoofd op bet sneeuwwitte kussen ter rnste had gelegd, voelde Ilse, dat zij doodmoede was en het geruisch van het zeewater, dat onduidelijk lot haar doordrong, wiegde haar spoedig in een vasten, verkwikkelijken slaap. HOOFDSTUK XIV. Een zonnestraal, die zijn' weg door de neergelaten gordijnen gevonden had, maak te alle genomen voorzorgsmaatregelen te schande en wekte Ilae nit hare alnimeriog. Verwonderd wendden de oogen der ont waakte zich van rechts naar links, vooral eer tij begreep, waar zij was, vervolgens wipte zij fluks uit bed en begon zich aan te kletden. Een blik op de klok had haar gezegd, dat het nog zeer vroeg was en zg hoopte, door niemand bemerkt te worden, wanneer zij nu, om eene eenzame wandeling te doen, bet hnis verliet. In minder dan een kwartier had zij haar toilet gemaakt en zicb, door eens even in de kamer er naast te zien, overtuigd, dat mevrouw Steinacker nog sliep. Maar toen zij den gang instapte, kwam het dienstmeisje baar al reeds te gemoet met een blad, waarop een ontbijt gereed stond, hetgeen zij juist de kamer van den virtnoos wilde binnen dragen. Nog eer het meisje baar mond tot een groet had kunnen openen, beduidde Ilse haar door een teeken, dat zij zwijgen moest. „Men behoeft nog niet te weten, dat ik reeds op ben. Ik wil niet hebben, dat zij zoo vroeg gestoord worden. Wanneer men naar mg zal vrageD, vóór ik ternggekeerd ben, zoo kunt gg zeggen, dat ik eene kleine wandeling op bet strand ben gaan maken.» „Maar de juflrouw zal toch niel met eene holle maag „Dat öen ik zoo gewooD," antwoordde Ilse. „Doe geen moeite I" En zg snelde haastig de deur uit, alsof aij bang was, dat er nog op het laatste oogeoblik ieromd zoo verschijnen. Het dienstmeisje sag haar zeer verwonderd na. Buiten gekomen, haalde Ike diep adem, de lrisscbe zeelucht deed baar goedin vluggen tred stapte zij op het strand af en op het vaBle, witte zand aaogekomeu, wan delde zij met eenigszins gebogen hoofd tegen den wind in. De dag was niet zoo mooi geworden, als Guido geprofeteerd had. Er blies een stijve noordoosten wind eu de zon dook telkens weg achter dreigende swarte wolken. Maar de eenzame, jonge wandelaareter lette daar niet op, evenmin als op de golven, die som wijlen zoo ver rolden, dat zij over hare schoenen heenspatten. Het scheen, alsof Ilse zich op dit oogenblik weer eens vrij gevoel de, verlost uit eene gevangenschap. Bijna zonder op te zien, ging zij verder en ver der, totdat plotseling groote regendroppel en haar in het gelaat sloegen en haar tot den donkeren hemel deden opzien, en toen werd zg tot haar schrik gewaar, dat zg vóór het uitbreken van de bui ODmogelgk meer thnis kon komen. Wel draaide zg oogenblikkelgk omen sloeg de richting in,die naar huis voerde, maar zg was nauwelgks eenige honder den schreden verder, of de regen stroomde met zulk eene kracht neder, als men dat al leen aan knststrekenkent. En in minder dan eenige minuten was hare donne, zwarte japon kletsnat. Minder nit vrees voor zichielve, dan wel de gedachte aan den schrik van mevronw Steinicker, wanneer zg Ilse in een dergelyken toestand zon zien thuis komen, deed haar naar eene schuilplaats omzien, waar zij ten minste het ergste weer zou knnnen laten voorbijgaan. En toen zij boven op een duin een klein bouten paviljoen gewaar werd, aarzelde zij niet, daar heen te gaan. Het uit ruwe boomen gebouwde hutje, welks ruimte juist groot genoeg was, om drie, boogtens vier personen te herbergen, was maar een zeer Biecht toevluchtsoord, doch het gaf een prachtig uitzicht over het witte Btrand en de nu diepzwarte, beweeg- lyke zee. Tegen den post van den ingang ge leund, gaf zg ricb gebeel aan den indruk van dit natuurtafereel over, sij vergat den regen en werd niet eerder uit haar gepeins opge schrikt, dan door het geluid van een nade renden voetstap, eveneens van een wandelaar, die, gelyk zg, het paviljoen als een goed eu Turksch kent er geen; Italiaansch, twee Rnssisch, vier aebt verstaan Duitsch, 25 Franscb, vijf Spaansch en één Pottin geesch. Als men weet, dat hier onder de officieren ook de doctoren, marine—ingeni eurs, officieren der administratie enz, meegerekend zijn, is dat zeker niet veel. toevluchtsoord opzocht. De persoon in kwestie was reeds vlak bij de hot genaderd, toen Ilse zjjn voetstap hoorde. Ook hij had bg de laatste wen ding kunnen waarnemen, dat bet berken- huisje niet meer leeg was en zgne verras sing was daarom niet minder dan de bare, toen zij, beiden gelyktydig opziende, ook elkander gelgktgdig herkenden. „Juffrouw Forbach gg kwam er over Theodoor Rudeck's lippen en het was tegelgk vreugde en teleurstelling, die zich in zgne trekken afspiegelden. „Welk een zonderling toeval Hij hield onwillekeurig op onder den in vloed van den wonderlijken blik,dien hij ge durende een paar seconden op zich gericht gevoelde. Want wat bij daarin las was geene verwondering en verrassing, zooals door dit plotseling samentreffen geheel ge wettigd zou zijn, maar grenzenlooze angst en de uitdrukking van eeu waarachtigen doo- delijken scbrik. Hg had groetend vyn hoed aigehaald, maar zg bedankte bem niet eens door een licht neigen van het boofd. Zijn plotseling verschijnen moest eene verlammen de uitwerking op haar hebben gehad, want zoo lieten baar pleiaeling verbleeken en baar angstig achteruit deinzen zicb verkla ren. Het was eene zonderlinge stilte, die op de eerste woorden van Rudeck volgde, vervolgers voegde hg er aan toe, zijn best doende, om den bitteren klank, die er in zjjne stem klonk, te onderdrukken. „Ik bid n om vergiffenis, mjjne waarde juffrouw, dat ik u hier gestoord en blijkbaar ook zoo beb doen ontstelleu. En daar mjjne tegenwoor- digheid u wellicht lastig is Isu eindelijk heeft Iise de maebt over haar spraakvermogen weder herkregen- Ter wijl zij met eene haastige beweging baar kleed opneemt, zegt ze, eer Tneodoor zijn gezegde geheel kan eindigen„NeeD gij hebt mg niet gestoord en ik vraag u, niet heen te gaau. Het was reeds myn plan, om mg te verwyderen Haar antwoord was kort en bijna hard. Zg bad hem daarbg uiet aangezieu en was reeds in den met dezelfde hevigheid ntder vallenden regen naar buiten gestapt. Bndeck deed een stap in bare richting, alsof hij haar den weg wilde versperren, om haar in den nitvoer van baar plan te verhinderen. „Maar ik smeek n bij dit onweer gij moogt niet Doch het was tevergeefs. Ilse hoor de nauwelgks, wat bg zeide, want de wind sneed zgne woorden af en zij liep zoo snel de hoogte af, dat bg ieder oogenblik vreesde, dat zij op deD natten bodem l0a uitglijden. Eerst scheen bet, alsof bg baat achterna snellen wilde, maar na eenigs schreden bleef hij Btaan en volgde baar slechts met bet oog,fot zg een paar minuten later bet strand bereikt bad en aebter een duin verdwenen wa8. Vervolgens nam bg voor de tweede maal zgn hoed af, voorbooid en slapen aan den konden regen prijsgevend. Een smarte lijke, duistere trek, die wellicht eene uit drukking van eene vijandige gedachte was, verscheen op zgn gelaat en langhaam wan delde bij den weg terug, dien bg gekomen was en stoorde zich aan wind noch regen. Zooals onder de omstandigheden niet an ders te verwachten was, vond Iise al de be woners vsn de villa terwille van haar in de grootste onrust en zorg. Mevrouw Steinacker, die zich de vreeselykste mogelgkheden had voorgesteld, maakte zicb gereed, om zicb voor den door ges lanen angst door luide verwyten schadeloos te stellende Pr0" lessorsweduwe liet het daar evenwel niet toe komen, want door eeu paar schertsende woorden gaf zg aan het geval eene cooniscbe wendiog en op de meest doortastende wii*o zorgde zij er voor, dat Ilse droge kleeren, een goed ontbgt en een warm kop thee kreeg. Dat was volgens haar de beste maat regel tegen verkoudheid. „Had Guido geweten, dat ge van zuU£ vroege wandelingen hieldt, zou hg zich zeker met zgn toilet gehaast hebban i meende zy met eene trouwhartigheid, toch wel eenige gekrenktheid te o^tci® viel. WORDT VEKVOLüD,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 6