X
Steken gebleven.
Huwelijksgeschiedenis, van H. Erlin.
„Ja weet ge, wanneer mijne karakter
trekken u zoo weinig bevallen, wanneer
ik u te coqaet en te pronkerig ben, zoo
wee ik er geen anderen raad opwij
gsan scheiden."
Natuurlijk. Daarmede zoudt ge ge
diend zijn. Eene gescheiden trouw Klinkt
zeer pikant
„In jouw ooren Z(,ker j je hof_
makerij aan mevrouw Prittwitz bewijst
*lk wensch van dergelijke aanmerkin
gen verschoond te blijven. Denk er lie
er een' oyer na, hos gij u gister door deD
mooien Carlsen het hof hebt laten maken
'j'V na, wordt ge beleedigend. Maar
6 31 m'j niet klakkeloos aanleu-
1. 1 '-J0 C n n'el scheiden
den ?aU U ,e^er schei-
^a^., na *m het gebeurd Het
reeselijke woord was gesproken en de
ïere, kleine mevrouw Hanna stormde, hoog
rood van toorn, de deur uit, die zij kra
kend achter zich in het slot sloeg.
Zou zij gaan
Hij, doctor Lsnz, practiieerend ge
neesheer en reserveluitenant daarenboven,
was haar gedrag al meer dan moede I
Woedend liep hij met reuzenschreden
de kamer op en neder.
In 'l geheel niets meer hooren wilde hij
van haar neen, zien wilde hij haar
ook niet wieer Een ruk en ha-
te lachende photografie op de schrijftafel,
draait hem den rag toe.
Nauwelijks waren zij een half jaar
getrouwd en nu reeds was er oorlog in huis.
Eu waarom P De onzaligste hartstocht, de
jaloezie, was er de oorzaak van. Hij
nu ja een weinig was hij ook wel
ijverzuchtig maar zij o 1 Vóór
hun huwelijk hadden zij dat wel aange
naam gevonden, maar nu was het in één
woord ondraaglijk.
Gi»lereu bijvoorbeeld
r~~ Haastig streek de dokter met zijne han
den door de blonde haren, eene beweging,
die hem eigen was, zoodra hem iets onaan
genaams was overkomen.
Gisteren I Hoe had zij zich het hof
laten maken.
Eq dan van zoo'n mensch van niets,
zoo'n doodeter, dien Carlsen. Eene hand
neen, waarachtig de beide handen, had
^»j-«ich"fcrt"eiJ irussen,beide han
den
Het was oin razend te worden.
Daardoor was vandaag die ruzie geko
men.
Waarom was zij ook zoo bespottelijk
ijverzuchtigHoe dom Hoe kon men nu
ook zoo jaloersch zijn 1 Voor zijn part
kon zij zich laten scheidenhet
hinderde hem geen zier
Waar waren hoed en stok f
ZooBinnen twee minuten was hij de
deur uit.
Dat zou vandaag een vroolijk dagje
wordep. Nataurlijk alleen om haar te er-
- geveg/ 'Van de eene kroeg ging het naar
de andere en eerst tegen middernacht
hield de goede doctor het voor geradeD,
iu zalige stemming huiswaarts te keeren.
Halt! Wat is dat? De adem stokte
hem van schrik, toen hij zijne woning
binnentrad. Eene zonderlinge wanorde
heerschte er in de kamers kleedicg-
stukken lagen overal verspreidMet
een bang voorgevoel betrad hij de slaap
kamer die was ledig. Zij was weg 1 Ligt
daar niet een brief op tafel P Jawel, het
is zoo 1 Wat staat er in
Mijnheer 1
Ik ben voor altijd naar mijne moe
der teruggekeerd. Tegeu de dienstbo
den heb ik gezegd, dat een telegram
mij elder9 ontbood. Voor mijn vertrek
bracht ik nog een bezoek aan onzen
ouden notaris, die het verzoek tot echt
scheiding zal indienen. Al het andere
laat ik aan u over.
Hanna Lenz."
"MPwas niet kwaad Met een schater
lachen slingerde de doctor den brief op
den grond.
Een prachtexemplaar van eene vrouw
reeds spoedig te gaan trouwen P" klinkt
het vanuit het rytuig. Si* Morits ant
woordt, dat hg er niets van weet. Zoo
""rijden zij dan voott cn vertellen hem,
dat zij gehoord hebben, dat mevrouw Bla-
ke beslist had, dat de verloving nu op de
eene of op de andere manier een einde
moest krijgen. Kapitein Lasroy wilde zich
tengevolge van die uitdrukking terugtrek
ken, maar Alice had hem bij s'n woord ge
houden.
Sir Moritz wilde echter daarvan niets ge-
looveo, hg wierp deze beschuldiging bijra
heftig af, daarvoor kende hij Alice te goed.
Eindelyk hebben zg het kasteel bereikt
en do dames Grimshaw treden binnen. On
derwijl tilt Sir Moritz Ines van het paard en
fluistert haar bezorgd toe:
Wees tegenover deze mensohen vooral
voorzichtig, zij «ien alles en Blaan n met
'argusoogen gade-"
„Wat een lief, oud huis!" roepen de
Grimshaws in koor, als zij deD breeden in
schemerdonker gehulden gang zijn binnenge
treden.
Evenals een oud slot in een sprookjes
boek." roept baby. „Acb.Sir Moritz, is het
waer, dat het hier spookt en dat de bewo
ners zoo nu en dan eens door spoken op
geschrikt worden.
„Dat is waarachtig waar,antwoordt de
gevraagde. „Op donkere avonden wemelt
het huis van spoken en geestverschijningen.
„De een komt uit den kelder, ^e aodsr
uit den toren, enz., maar ze zijn gelukkig niet
gevaarlijk, voel minder dan sommige leven-
do wezens. Gij kunt mij °P O'S11 woord ge-
looveo. Treedt binnen dames voegt hij er
beleeid aan toe. „Ik betrenr het ten zeer
ste, dat mijne moeder niet hier is, om n te
onderhouden."
En hij betreurt het oprecht, nu hij Ines
in het midden van het salon ziet staan en
door de draken Grimsbaw omgeven ziet.
He*, had aan de dames vandaag behaagd,
zicb bijna op mannelijke wijze te kleeden, met
hoog staande, witte boorden, hooge hoeden
en nauwsluitende rokken. Haar voorko
men en schelle stemmen schenen Ines bij
na buiten ziohzelve te brengen. Sir Moritz
had hij toen gehuwd I In ieder geval
had zij reeds lang op de gunstige gele
genheid gewacht, om den mooien Carlsen
Nu, hij zou haar niets in den
weg leggen wilde zij scheiden, dat
moest zij weten wat benauwde
hem daar zoo den hals Ja, ja, die boor
den, welke zij hem met Kerstfeest cadeaa
gedaan had, hadden hem altijd gekneld...
„Ach, die Carlsen, die ellendige tenor
zanger, ik zon hem wel kunnen vermoor
den Maar wat hielp dat na alles. Hij
moest kalm worden, voor alles kalm.
Dien nacht kreeg hij natuurlijk niet te
veel slaap.
Don volgenden dag wes zijn eerste be
zoek aan den notaris, bij wien het hem
nu recht duidelyk werd, dat mevrouw
Hanna den eisch tot echtscheiding had in
gediend.
De oude, vriendelijke rechtskundige gaf
hem den raad eene poging te doen tot ver
zoening, maar daarmede kwam hij bij den
doctor niet veel vooruit.
„Gsen kwestie van I» stoof deze op. „Ee-
ne verzoening met die vronw is voor al
tijd en eeuwig uitgesloten."
„GoedDan moet de zaak haar beloop
maar hebben."
Twee, drie, vier, vijf dagen ver
streken, zonder dat de doctor iets naders
van zijne echtscheidingszsak vernam, tot
hij op zekeren morgen van den notaris
het verrassend bericht ontring, dat me-
vronw Hanna Lenz geschreven h&d, dat
zij het noodig oordeelde, hare geldelijke
zaken persoonlijk te regelen en zij daar
om hedenmiddag met den sneltrein zon
overkomen en dan dadelijk zich bij den
notaris zon aanmelden.
Hm, dus hedenmiddag met den snel
trein. Maar voor den dnivel, dat ging
hem toch ook niets aan
Waarom deelde men hem dit dan mede
Nu hij zich zonder die vrouw zoo best
bevondzoo nn ja, een weinig
bleeker, een weinig ernstiger zag hij er
uit dan vroeger wel is waar, hij werk
te ook te veel
Peinzend ging hij naar het venster en
staarde naar buiten.
HaWat was dat een weertjeDe
sneeuw lag een voet hoog en nog steeds
vielen de witte vlokken, dsarby
huilde de storm
Afschuwelijk 1 Eu op het station was
het zoo prachtig. Docbhoe kunnen de
gedachten van een mensch toch afdwalen
Hij had toch niets op bet station
te zoeken. Zou de schoone Carlsen
OchNa ging er hem eerst een licht op.
Natuurlijk, Carlsen haalde haar af
zeker, zoo was het. Neen, dat tafereeltje
wilde hij zich niet laten ontgaan
na moest hij er heen, al sneeuwde het
ook kiezelsteenen Stipt een halfuur
voor de aankomst van den trein, met wel
ken mevrouw Hanna wilde komen, stond
doctor Lenz op het stationsperron, waar
een felle orkaan hem om de ooren gierde.
Carlsen was nergens te zien. De
sneltrein van D. zon heden twintig minu-
ten later aankomen, zoo werd den reizi
gers op de borden bekend gemaakt.
BrrHoe liep het weer tegenWat
was er dan gebeurd
Men vermoedde, dat de trein in de
sneeuw was blijven steken.
O wee I Mismoedig drentelde de docter
in de wachtzaal heen en weder en dronk
een glas grog. Dat verwarmde hem en
maakte zijn gemoed voor zachtere aandoe
ningen ontvankelijk.
Toenmaals, een verreljaars geleden, zon
dat heel wat anders geweest zijn dan he
den Toen had zij zich voor de eerste
maal na de bruiloft voor een paar dagen
van hem verwijderd, om hare moeder
te bezoekenhij had haar toen opgewacht
op dezelfde plek onrustig door het
lange wachten
Ach, daaraan wilde hij niet meer den
ken.
De twintig minuten waren zeer spoe
dig voorbij, de trein moest al heel gauw
binnenloopen.
Weder betrad doctor Lenz het perron.
Wat Kon hij zijne oogen ver
trouwen Las hij goed
is het aan te tien, dat hij zich ontzet
tend verveelt en zijne nicht bemerkt met
vrouwelijk instinct de wolk, die er op zijn
voorboold ligt, wanneer hij Ines gadeslaat
in hare korte rokken en plompe schoenen.
Zij heft haar lief gezichtje tot hem op en
siet hem met kinderlyk-smeekenden blik aan,
en wanneer bij dit tiet, vergeet bjj volko
men, dat de dames Grimshaw de kleine,
figuurlijk gesproken, in daizend stukken
soheuren, en weet hij slechts, dat die don
kere oogen het hem zonderling te moede
maken. Gedurende deze oogenblikken ver
dwijnen Flora's kansen om mevrouw Der
mot Ie worden, hoe langer hoe meer.
De arme Ines, die nog nooit gasten heeft
ontvangen, ziet hulpbehoevend van de eene
dame naar de andere en weet niet, wat zij
zeggen zal.
De familie Grimsbaw verstaat bet geluk
kig uitnemend, om een onderhoud aan den
gang te houden en hebben er eene groote
bedrevenheid in, om van het eene thema
op bet andere over te gaan. Al zijn hare
vertellingen veelal wel wat onbarmhartig,
en breken zij geregeld den staf over alle an
dere joDge meisjes, zoo mout het toch ver
wondering wekken, dat zij met al hnnne moei
te er nog nooit een man toe hebben kun
nen krijgen, egn leven aan het hare te ver
binden. Hoeveel jonge meisjes hebben zij
niet reeds na de kostschool soo recht
streeks in het huwelijksbootje tien slappen.
Sir Morits is nog te winnen en hij is den
leeftijd al reeds voorbij, dat hij zijn hart
zoo zonder meer maar zal wegschenken.
Eene goede, gemanierde vronw heeft hg
noodig, niet een pop, die mooi is aangekleed.
Mevrouw Grimsbaw neemt Ines op van bet
hoofd tot de voeten, onderwijl spreken de
zusters allen tegelijk met Sir Moritz.
De dames-bezoeksters zijn vroolijk en toch
ernstig, naïf en toch beslis!, in gedurige af
wisseling; bevalt hem de eene stemming niet,
dan moet bet toch immers de andere zijn.
En gedurende al de oogenblikken, dat de
dames Grimshaw zich zoo uitsloven, om sir
Moritz te bevallen, denkt deze niet anders
„zonden zij vandaag nog heen gaan Daar
schiet hem eene gelukkige gedachte iu. Er
Een uur vertraging, stond op de zwar
te borden aangegeven.
Dat was ernstig. Mijn hemel, wat zon
er gebenrd zijn P Naamlooze onrust maak
te zich van hem meester.
Hij ging dadelijk naar den chef om
inlichtingen te vragen.
De trein zat in de sneeuw vast, verder
kon bij niets te weten komen.
Was dat eene manier van doen 1 Had
men dan geen arbeiders genoeg om den
weg schoon te honden Aan welke gevaren
was eene reizende vronw niet blootgesteld.
Hare gezondheid kon er wel eens onder
lijden. Hanna is zoo zwak. Wanneer
zij nn maar eene goede reisdeken heeft.
Had hij het haar maar geschreven
Drommels, nn schiet het hem eerst te
binnen, met welk doel zy hier komt. Ja,
ja, om zich te laten scheiden, terwille
van dien Carlsen.
Dat wil zeggen, dat zaakje met Carlsen
was toch feitelijk maar eene dwaasheid,
doordat hij hem nn niet zag, werd toch
voldoende bewezen, dat zij geen gemeen
schap met elkander hadden. Vroeger had
zijne vrouw hem meer dan eenmaal verze
kerd, dat zij den tenorzanger volstrekt niet
lijden mocht.
Het hart van den doctor klopte sneller.
Waar zon zij nn zijn P Wellicht er
gens aan een station, daar liet zij zich
zeker iets warms voorzetten, om zich te
verkwikken. Wanneer zij zich na maar
niet al te angstig maakte
Hoe nogmaals twintig minuten op
onthoud Dat was eenvoudig niet om uit
te houden. Waren er dan geen extra
treinen
O, die verkeersmiddelenBuiten zich
zelf van woede liep de doctor het perron
op en neder. De storm rukte zijn mantel
heen en weder hij lette er niet op, hij
dacht san het blonde kopje en voelde niets
anders, als dat hij haar terng mo;st zien.
Intusschen was het me vronw Hanna niet
zoo bnitengewoon goed gegaan.
Zij zat bevend en trillend eene reis
deken had zij niet meegenomen in hare
slecht verwarmde coupée en verdreef den
tijd met nadenken.
Het was toch een beroerd iets, zoo
naar huis te reizsn, zonder dat men ver
wacht werd. Zekerlijk, zij reisde eigen
lijk niet meer naar huiszij had geeu
thuis meer, zij had niets meer.
Wanneer een toeval hem nu eens naar
het station gevoerd had. Er geschieden
zoovele zeldzame dingen op aarde. Of hij
dau beangst over haar zon zijn P O
neen, hij had haar niet meer lief. Me
vrouw Prittwitz kon hij ook niet lief
hebben, want zij had zich, zooals iu de
courant stond, gister met Carlsen
verloofd. Maar hij had zoo kalm zijne
toestemming tot de scheiding gegeven,
dat hij haar onmogelijk meer kon liefheb
ben.
Het was alles voorbij en werkelijk
zoo ernstig had zij het niet gemeend. Nu
was het spel ernst geworden.
Goddank eindelijk de trein
zet zich in beweging, eerst langzaam gaat
het voorwaarts, dan al sneller en snel
ler
r De trein zal zoo dadelijk binnenstoo-
men
Diep ademhalend verneemt doctor Lenz
dit vroolijke bericht. Een paar minuten
nog en het langverbeide monster nadert
blazend en stootend.
Waar is zij Hij ziet haar
niet P Zuchtend monsteren zijne oogen de
dringende menigte.
Zij zal toch niet ziek geworden zijn
Doch daar hij staat eensklaps stil
haar gele mantel, hare sierlijke fi
guur zij is het P I Bij den hemel, zij
Zij heeft het gelaat afgewendzij
ziet rondom zich, als zoekt zij iemand. Weder
wordt de jaloezie in zijn hart wakker. Hij
wil zich aan haar vertoonen hij wil
haar ontmoetenHaastig baant hij
zich een weg door de menigte in hare
richting.
Nu is bij vlak bij haar en plotse
ling ziet zij hem. Zij schrikt, wordt vuur
rood en snelt op hem toe.
wordt thee besteld en het gesprek wordt nu
meer algemeen, totdat de deur geopend en
mevrouw Brysn aaDgemeld wordt.
,,'t Wordt hoe langer boe souter 1" zegt
sir Moritz tot zioh zelf, terwijl hij de nieuw
aangekomene tegemoet gaat om baar te be
groeten. Het is eene oude dame met een
vroolijk, maar ondeugend, gelaat, die in de
eene hand een stok met gouden knop boodt
en aan de andere een hondje aan een zijden
bandje medevoert.
„Hoe gaat het n, sir Moritz vraagt me
vrouw Bryan. „Denk er om, de hond zal o
bijten. Ja, ik hoorde, dat lady Dermot niet
thuis was en dat ge bezig waart, eene
heele schaar jonge dames te amuseeren. Zoo,
mevrouw Grimshaw en de dames Grimshaw.
Hoe gaat bet n Nu, sir Morits, ik had
nooit gedacht, dat ge, wanneer uwe moeder
niet thuis was, toch theevisites arrangeer-
det. Dal is aardig beel aardig!"
Sir Moritz, die den toestand, waarin hij
verkeert, hoe langer hoe onaangenamer be
gint te vinden, geraakt, terwijl hg de dame
naar haar stoel brengt, in het bandje van
den hond verward en struikelt. Mevrouw
Bryan lacht spottend.
„Wie is dat?" vraagt zij, eene hand op
zijn arm leggend, „dat lieve, kleine wezen
tje, met die mooie oogen Inderdaad ow
theeavond is betooverend, werkelijk betoove-
rend.
„Wilt gij mij even voorstellen aan nwe
nieuwe gaste. Op mijn woord, sir Moritz,
tij is een allerliefst meisje."
„Zg is mijne niebt, de pleegdochter van
mijne moeder," fluistert sir Moritz met een
onbestemd gevoel van aogst terug.
De jonge man bevindt zich in eene ontzet
tende verlegenheid. Eerst al die Grimshaws
en nu die oude dame met die doorborende
blikken en die scherpe tong. Zij is de meest
gevreesde, boosaardige en spotsachtige vrouwe
ait de nabnurBchapgeen mensch ontglipt
aan hare aandacht. Zij schrgft verzen, tee
kent caricatnren en heeft schik in baar leven
ten koste vsn een ander; dat is haar stok
paardje. Men vertelt, dat zij eens bij een
diner ten haren huice ieder der aanwezige
gasten, als caricatnur geteekend, tusschen
„HansHans
Hij breidt zijne armen nit.
„Hanna, mijne lieve vrouw!8
Geen verklarend woord wordt er tus
schen hen gewisseld. Hand| in hand, als
sprak het zoo vanzslf, verlaten sij het station.
In het rijtuig echter, dat hen beiden
naar huis brengt, vlijt zij haar kopje
tegen zijn schouder en vraagt lachend
„Onze echtscheiding, Hans hoe is
het daarmede
Hij kast haar op den mond.
„Steken gebleven is zij, mijne lieveling,
voor altijd en eeuwig.'
En zij «luit de oogeD, om die zeldza
me tranen te verbergen, die aan de oogen
van gelukkige menschen kannen ont
vallen.
-Te Nice ia een heftig too-
neel in een schouwburg voorgevallen.
Het publiek floot bij de opvoering eener
opera de zangers uit, waardoor een van
deze zóó boos werd, dat hij van het too-
neel in de zaal sprong en een der rumoe
rigste fluiters een ferm pak gaf. De po
litie moest tnsschfnbeiden komen, om den
acteur nit de handen der woedende toe
schouwers te verlosseD. De rechter werd
er ook mede gemoeid en legde den man
eene boete van 100 francs op.
Petersburg.
Een russisch tijdschrift wijst, in eene
vergelijking tusschen Berlijn en Petersburg
(dat een half millioen inwoners minder
heeft dao de hoofdstad van Pruisen) op
de achterlijkheid van Petersburg in menig
opzicht. De begrooting der laatste
stad is slechts 10millioen roebel, tegen
40 te Bar ijs. Yoor onderwijs geeft Ber
lijn 7y2 millioen nit; Petersburg nog
niet 1 millioen; voor armenzorg zijn de
cijfers 4.7 en 0.1 millioen; voor bestrating
5 en 0.4. Voor ziekenverpleging alleen
besteedt Petersburg een hoog bedrag, nl.
2 millioen, Berlijn 2.3. De russische
hoofdstad heeft slechts 6000 kiezers voor
den gemeenteraad op iy„ millioen inwo
ners en daarvan komen gewoonlijk niet
meer dan 2000 op.
De bekende humorist Ra-
dener lag op sterven. Een ziekenoppasser
gaf hem de voorgeschreven medicijnen in.
Even voor den dood des lijders kwam de
man, doodverschrikt, aan zijn bed. Och
lieve mijnheertje, ik heb mij vergist en u
in plaats van den drank inkt ingegeven,
Doet niets ter zake, geef me een
stuk vloeipapier om na te kauwen en 't
is in orde, zei de geestige lijder en
stierf kort daarna.
Hongersnood in Andalu-
sië. Uit Andalnsië komen voortdurend
berichten van zeer bedenkelijken aard, ten
opzichte van een daar heerschenden hon
gersnood. In de streek van Jerez is het
aantal der werklooze landarbeiders min
stens 12000. In massaas stroomen ze
naar de stad om werk eD brood te zoe
ken, maar niemand kan het hun geven.
Tengevolge van de aanhoudende droogte
kan het werk op het land niet worden
voortgezetook de oogst van dit jaar
wordt als verloren beschouwd, wanneer er
niet een spoedige regen valt. De gemeen
te- en de provincie-bestaren zijn geheel
zonder middelen en kunnen daarom geen
openbare werken laten uitvoerenen ook
de regeering weet geen uitweg en stuurt
alleen maar gendarmen en militairen. De
eenzaam gelegen landhuizen staan het
meest bloot aan de aanvallen der honge
renden, die zoo nu eu dan plaats hebben,
zoodat vele met militairen bezet zijn, daar
de bewoners zich er niet veilig achten.
Op vel& plaatsen is het reeds tot geweld
pleging gekomen en meerdere daden van
het vertwijfelde volk zijn te wachten.
Groepen uitgeteerde mannen en vrou
wen loopen door de velden en eigenen
zich alles toe, wat maar eetbaar is. Het
brood is slechts met zeer groote voorzorgs
maatregelen in de landhuizen te brengen.
Het eeuige, waarmee de arme werkloozen
zich nog kunnen voeden, is de wilde as
perge, die hier en daar tusschen het ko
ren groeit.
Niettegenstaande de groote ellende, wil
toch de regeering de gehate verbruiksbe
het servet gestoken had en de gelijkenis was
soo sprekend geweest, dat niemand het sijn
buurman bad durven aeggen nit vrees, dat hg
wellicht de eenige was.
Mevrouw Bryan had natuurlijk veel ple
zier van baar scherts. Het diner was zoo
uitstekend en zoo smakelijk, dat geen der
bespotte gasten voor eene volgende nitnoodi-
ging durfde te bedanken. Trots al de hatelijk
heden, waaraan men blootstond, was er
geen huis, dat meer opgezocht werd dan
het kasteel van mevronw Bryan en geen da
me, die zooveel volgelingen had als de
onde mevronw Bryan. De oorzaak daarvan
moet geweest zijn, dat men hare scherpe
long vreesde en men hare ontevredenheid
niet doride opwekkenwellicht was hare
goede keukenmeid er ook de oorzaak van,
dat mevronw Bryan zich zoo in de gunst
der nabuurschap mocht verheugen.
Sir Moritz wenscht de onde dame daar,
waar de peper groeit, maar toch roept hij
op haar te kennen gegeven wenk Ines bjj
zich en stelt haar voor.
De onde dame ziet er nn goedhartig nit,
als zij de slanke vingers van het jonge meisje
in hare hand houdt en hare groote oogen
op bet lieve gezichtje vestigt.
Ab ha 1*daarbij knikt zij veelbetee-
kenend met het hoofd, „ik begrijp nn
uwe voorliefde voor dit dame^-ezelschap."
Sir Moritz zoekt zijn heil tusschen de
dames Grimshaw en laat Ines aan de han
den van de oude dame over.
„Zoo, zult ge nu voortaan hier wonen,
mjjn lief kind begint mevrouw Bryan
haar verhoor.
„Ja," antwoordt Ines ernstig en eenvou
dig.
„Hm 1 Zeer stilzwijgend 1 Hoe oud ben
je?"
„Zeventien jaar."
„En ik ben zeventig. Wanneer ge zoo
ond geworden znlt zijn, znlt ge ook geen
geloof meer hechten aan de praatjes van
andere menschen. Er zijn er maar weini
gen op de wereld, die o geen ieagens ver
tellen. Wanneer zijt ge hier gekomen?"
„Eergister," zegt Ines, daarbij gevoelt zg,
dat het haar reeds veel langer is toege-
lasting, waartegen zich de woede van het
volk in de eerste plaats richt, verhoogen
om nieuwe middelen in de staatskas te
krijgeD. Alle dagen komen by den mi
nister van Inanciën verzoekschriften in,
om de voorgenomen verhooging niet in te
voeren, daar anders de gevolgen niet te
overzien zullen zijn.
Uw brief thuis op de post-
Men herinnert zich, dat door mr. P. Broos-
hooft verleden jaar in Het aderland
het denkbeeld ontwikkeld werd, dat brie
venbestellers, gelijk zij u thans ow brie
ven brengen, ook het ter zending gereed
liggende zonden halen. Breedvoerig zette
hij de voordeelen dezer nieuwigheid uiteen.
De zaak gal tot eenige besprekingen in
de pers aanleiding en verzonk in den
grooten doofpot.
Maar de Courrier des Etats Unis deelt
nu mede, dat te New-York welhaast de
brieyen thuis afgehaald zullen worden. De
post-directenr daar heeft van den directeur-
generaal der posterijen eene aanschrijving
gekregen, dat New-York gebracht is op de
lijst der steden, waar „bus-lichting-thnis
verplicht is. Er bestaat in Amerika tot
dat doel een zeer vernuftig model brieven
bus, waaruit de besteller gemakkelijk de
brieven kan wegnemen. Deze besteller
heeft postzegels ten verkoop bij zich, waar
onder de „postzegels voor onmiddellijke be
zorging.'
Het blad voegt hieraan toe, dat liet
stelsel der „bos-lichting-thuis" reeds werkt
in verscheidene steden, met name in Bos
ton, Portland, Cleveland (Ohio), Detrois
(Michigan), Minneapolis (Minnesota), San
Francisco en Nieuw-Orleana.
Op den man af.
De amerikaanache staatsman en geleer
de Benjamin Franklin kreeg eens bezoek
van een ambachtsman, die klaagde, dat hij
met zijn beroep niet tevreden was. Op
de vraag van Franklin, „waarom ant
woordde de maD, dat zijn btroep niet voor-
deelig eu erg vermoeiend was, terwijl er
weinig eer mee viel te behalen.
Franklin antwoordde„Uw beroep
komt u niet voordeelig genoeg voor, gij
zijt das hebzuchtig't is u te vermoeiend,
dus gij zijt luigij behaalt geen eer ge
noeg, gij zijt dus ijdel. Ziet gij wel, dat
ge juist een beroep hebt, dat voor u ge
past is en geschikt, om n van die drie
zonden te genezen
Onmenschen.
De echtelieden Valdenaire te GraDges
hadden drie kindereD. Het oudste, de
4-jarige Paul, was door zijne grootmoeder
in hais genomen en verzorgd, doch toen
de onde vrouw stierf, kwam het weer on
der de hoede van de ouders en van dien
dag af was het leven van liet ongelukki
ge knaapje één lange marteling. De moe
der sloeg het dagelijks bont en blanw
met een stok, met hare klompen, met
hare vuistenzij reet hem letterlijk het
geheele lichaam open met de punt van
een mes of schaar en dezer dagen einde
lijk gaf zij het beklagenswaardige wicht
zulk een hevigen stokslag op het hoofd,
dat eene schedelbreuk en het gevolg van
was. Daar het kind nog ademde, wierp
zij het in den kelder, waar het bezweek.
De man van het ellendige wijf, die van
deze feiten kennis droeg, deed Diets om
ze te beletten of te voorkomen.
Beiden zijn naar de gevangenis te Saint-
Dié overgebracht.
Te Greenock (Schotland)
heelt maandagavond eene krnideniers-
vrouw, die niet wel bij 't hoofd schijnt
geweest te zijn, haar drie-jarig kind met
een tafelmes den hals afgesneden, een
ander achtjarig dochtertje vsrschillende
kwetsuren toegebracht en eindelijk zich-
zelven van 't leven beroofd,
Te Sunderland (Engeland) is
een achtjarig kiod gestorven na het eten
van een Paaschei met geschilderde schaal.
Een oudere zuster ligt tengevolge van de
zelfde oorzaak allerbedenkelijkat ziek.
Tegenwoordigheid van
geest. De groote Katharina van Rusland
gaf op zekeren dag last aan Prins Bezbo-
rodko, eene ukase op te stclleD, waarvoor
scbenen dan maar een enkele dag.
„Eergisteren," herhaalt mevrouw Bryan.
„Dan kent gij natuurlijk nog geen enkele
onzer beroemdheden Daar is b. v. Kapi
tein Lesroy die reeds alle misdaden heeft
begaan, die er onder de zon mogelijk zijn,
en die met het beste meisje uit het graaf
schap verloofd is. Bovendien wordt Sir
Moritz door eene menigte dames omringd,
alle beroemdheden op hare wijze, die slecbts
daardoor opmerkelijk zijn, dat zij zicb, even
als ik, alles om hangen, om wat te lijken.
Daarbij hebt ge mejofironw Blake, die op het
punt staat te tronwen doch wellicht
moest ik u over dergelijke dingen niet spre
ken."
„Ik ken juffrouw Blake," valt Ines de oude
dame in de rede, „zij was gisteravond hier"
„Zoo roept de onde spottend lachend
nit, „dan hebt gij beiden reeds keonis ge
maakt Joftroaw Blake zal nu wel eene week
lang een allesbehalve aangenaam humeur heb
ben. Hoe denkt gij over juffrouw Blake?" „Zg is
beel mooi," antwoordt Ines zonder een zweem
van wangunst. En mevrouw Bryan lacht luid.
„Slechts een pop ,lief kind, die het verstaat
lich te kleeden; dat verstaat iedere andete
pop ook. Ik heb liever een gezicht, waar
geest uit spreekt 1" voegt zij er aan toe.
Een minuut lang blikt tij in het onschul
dige gezichtje met de ernstig verwonderde
oogen, dan vraagt zij„hoe zijt gij aan de
Dermots verwant
„Mijn vader en sir Moritz' vader waren
broeders," antwoordde Ines kalm.
„En uwe moeder, mgn kind
Zg was eene Spaansche. Ik heb mijne
moeder nooit gekend, zij stierf, toen ik ge
boren werd."
„Zoo, daarvan hebt gij uwe bleek-matte
tint en uwe lange wimpers. Ik heb het da
delijk wel tot mij zeil gezegd, dat ge er
volstrekt niet als een Dermot oitzaagt," en
zij werpt een blik op het gelaat van sir
Moritz, die tuszehen de dames Grimshaw
staat-
„Mijne lieveling," zegt zij vervolgens la
chende, Ines pardoes in het gelaat ziende
„De vrouwen zullen u haten, en de man
nen zullen het niet."
o.
zij hem vele gegevens gaf. Een paar da.
gen later liet zij hem hij zich ontbieden
en verzocht hem haar het ontwerp der ukase
voor te lezen.
De Prins had de opdracht geheel ver.
geten, doch neemt een blad uit zijne
portefeuille en leest zonder blikken of
blozen haar alles voor.
Katharina was zeer tevreden en wil zei.
ve lezenhet blad was onbeschreven J
Bezborodko wil zich voor haar op de
knieën werpen, doch zij, zijne tegenwoor.
digheid van geest op waren prijs stellend,
legt hem het zwijgen op en benoemt heni
tot geheimen Staatsraad.
Lonis Philippe een voor.
beeld van spaarzaamheid.
De spreekwoordelijke karigheid van het
huis van Orleans was een familietrek.
Vooral bij den beruchten Philippe Ega-
lité was zij in hooge mate aanwezig, en
die karigheid ging zeer spoedig op zijne
vier kinderen over. Madame de Genlis
voedde hen op. De oudste, de hertog
van Valois, de latere koning Lonis Philip,
pe, wiens hoofd zoo op eeD peer geleek
zeide eens bij het gebruik van wildbraad
aan zijne gouvernante„Waarom neemt
men de hagelkorrels niet nit het gebraad
Men zou ze later weer knnnen gebruiken.
Ik leg ze altijd Daast m'n bord en he
er al een beel papier van vol."
Uitgeslapenl
Het vroegere hoofd der Parijsche poli.
tie, de heer De Sartines, stond bekend
als een der knapste mannen van 't vak.
Ten bewijze daarvan het volgende
Op zekeren dag ontviDg hij een schre
ven van de politie te Weenen, waarin zijn#
hulp werd ingeroepen tot opsporing van
deD een of anderen schurk, die naar Pa
rijs gevlucht was. Sartines gaf de noodige
bevelen om den man te zoeken. De Wee-
cer chef ontving daarop het volgend schrij
ven
„Ik heb den misdadiger, dien gij mij
beschreven hebt, overal gezocht, maar Ud.
gen tijd tevergeefs. Ten laatste zijn echter
d# pogingen van mijne agenten met suc-
ces bekroond. Wij hebben den man. Hij
is te Weenen, welke stad bij niet verlaten
heeft. Gij zult hem vinden Bnitenwijk X
no. 56. Een bloempot staat voor het raam."
En de man was er.
Een tweede Jonas. Een in
tegenwoordigheid van den vorst vaD Mo
naco geharpoeneerde potvisch, die stervend
reusachtige groote inktvisschen, die hij ver-
slocden had, uitbraakte, herinnert aan eens
gebeurtenis, die reeds ia 1891 plaats ge
had moet hebben. De engelsche walvisch-
jager Star of the East zette in de wate-
ren van de Malvineneilanden twee booten
uit, om op een in het gezicht gekomen
walvisch te jagen. Nadat het dier doodelijk
get rotten was, raakte het een der booten
met zijue staart, zoodat de bemanning te
water geraakte, die spoedig gered werd, uit
genomen één, James Bartley, die spoorloos
verdwenen was. Nadat de walvisch dood
was, had men 24 uur noodig, om het
beest in stokken stukken te snijden, en
toen men eindelijk de maag opende, vond
men daarin den verdwenen Bartley, bewus
teloos, maar nog levendToen men hem
weer tot bewustzijn gebracht had, had hij
gedurende eenige dagen vlagen van krank
zinnigheid, en eerst na verloop van drie
weken was hij zoover hersteld, dat hij zijn
avontuur vertellen kon.
Hij herinnerde zich precies het oogen-
blik, waaop hij ingeslikt werd en hoe hy
zich daarna onmiddellijk in eene nieuwe,
ronde buis bevond, welks samentrekkin
gen hem steeds verder naar onder deed
glijden- Dit daurde slechts kort, daarop
be vond hij zich in een zeer wijden zak en
begreep hij, dat hij in den maag van de wal
visch lag. Hij kon, al ging het ook
moeilijk, nog ademhalen, doch had zeer
veel last van de ondragelijke hitte en ver
keerde in doodsangst, in de maag te zul
len sterveD. Ten slotte verloor hij het
bewustzijn. James Bartley stond bekend als
een der vermetelste walvischjagers, doch de
aandoening van deze gebeurtenis was zoo
sterk, dat hij zicb, dadelijk na zijne terug
komst te Londen, in een hospitaal moest
doeD opnemen. Zijne gezondheid had niet
ernstig geleden, alleen was zijue huid door
de inwerking van het maagsap gelooid.
„Waarom?" vraagt Ines, terwgl zg bloost;
„Waarom Waarom herhaalt de oude
dame.
„Vier weken later znlt gij mij dat niet
meer vragen, mgn kind' Myn kleine schat,
wet rijt ge nog onschuldig. Het verfriseht
het hart, n eens te kannen aanzien."
„Ines, wilt ge even thee schenken?"
roept Sir Moritz, het gesprek der beide
dames onderbrekende en zjjne nicht naar de
theetafel geleidende.
Mevronw Bryan ziet het slanke meisje
na, die, trots bare armzalige garderobe,
elegant en sierlijk over den parketvloer trip
pelt en zij knikt geheel bevredigd met het
hootd. Zg ziet Ines met brandende wan
gen hare plaats achter de theetafel innemen.
Het jonge meisje vnlt de dunne, oud-porselei-
Den koppen tot boven toe vol en doet er dan
eene goede dosis ssiker in in volkomen
onwetendheid van de tegenwoordige mode, die
melken suiker verbant. De dames Grimshaw
honden niet van zoet en zij slurpen met
grooten tegenzin het zoete vocht in, terwgl zg
het onde porselein en het degelijke zilveren
servies bewonderen-
Sir Morits denkt aan den tijd, dat die onde
theepot in de kinderkamer dienst deedeerst
in de laatste jaren, toen de manie voor anti-
quiteiten hare heerschappij deed gelden, is
het servies met al zijn aanhang weer in hare
vroegere eer hersteld.
Lady Dermot heeft iederen ooderwetschen
s>oel laten opknappen en in elk hoekje ge
snuffeld, of er nog iets van bare gading was.
De onde keukenklok werd naar het salon
getransporteerd en als een stuk van groote
waarde behandeld, verschillende onde kop
jes on beeldjes zijn bij elkaar geplaatst en
vormen nn een groepje van beteekenis en
dat ieders bewondering opwekt.
WCRDT VERVOLGD.
Snelpersdruk van P. Trapman te Schagen,