X Steken gebleven. Huwelijksgeschiedenis, van H. Erlin. „Ja weet ge, wanneer mijne karakter trekken u zoo weinig bevallen, wanneer ik u te coqaet en te pronkerig ben, zoo wee ik er geen anderen raad opwij gsan scheiden." Natuurlijk. Daarmede zoudt ge ge diend zijn. Eene gescheiden trouw Klinkt zeer pikant „In jouw ooren Z(,ker j je hof_ makerij aan mevrouw Prittwitz bewijst *lk wensch van dergelijke aanmerkin gen verschoond te blijven. Denk er lie er een' oyer na, hos gij u gister door deD mooien Carlsen het hof hebt laten maken 'j'V na, wordt ge beleedigend. Maar 6 31 m'j niet klakkeloos aanleu- 1. 1 '-J0 C n n'el scheiden den ?aU U ,e^er schei- ^a^., na *m het gebeurd Het reeselijke woord was gesproken en de ïere, kleine mevrouw Hanna stormde, hoog rood van toorn, de deur uit, die zij kra kend achter zich in het slot sloeg. Zou zij gaan Hij, doctor Lsnz, practiieerend ge neesheer en reserveluitenant daarenboven, was haar gedrag al meer dan moede I Woedend liep hij met reuzenschreden de kamer op en neder. In 'l geheel niets meer hooren wilde hij van haar neen, zien wilde hij haar ook niet wieer Een ruk en ha- te lachende photografie op de schrijftafel, draait hem den rag toe. Nauwelijks waren zij een half jaar getrouwd en nu reeds was er oorlog in huis. Eu waarom P De onzaligste hartstocht, de jaloezie, was er de oorzaak van. Hij nu ja een weinig was hij ook wel ijverzuchtig maar zij o 1 Vóór hun huwelijk hadden zij dat wel aange naam gevonden, maar nu was het in één woord ondraaglijk. Gi»lereu bijvoorbeeld r~~ Haastig streek de dokter met zijne han den door de blonde haren, eene beweging, die hem eigen was, zoodra hem iets onaan genaams was overkomen. Gisteren I Hoe had zij zich het hof laten maken. Eq dan van zoo'n mensch van niets, zoo'n doodeter, dien Carlsen. Eene hand neen, waarachtig de beide handen, had ^»j-«ich"fcrt"eiJ irussen,beide han den Het was oin razend te worden. Daardoor was vandaag die ruzie geko men. Waarom was zij ook zoo bespottelijk ijverzuchtigHoe dom Hoe kon men nu ook zoo jaloersch zijn 1 Voor zijn part kon zij zich laten scheidenhet hinderde hem geen zier Waar waren hoed en stok f ZooBinnen twee minuten was hij de deur uit. Dat zou vandaag een vroolijk dagje wordep. Nataurlijk alleen om haar te er- - geveg/ 'Van de eene kroeg ging het naar de andere en eerst tegen middernacht hield de goede doctor het voor geradeD, iu zalige stemming huiswaarts te keeren. Halt! Wat is dat? De adem stokte hem van schrik, toen hij zijne woning binnentrad. Eene zonderlinge wanorde heerschte er in de kamers kleedicg- stukken lagen overal verspreidMet een bang voorgevoel betrad hij de slaap kamer die was ledig. Zij was weg 1 Ligt daar niet een brief op tafel P Jawel, het is zoo 1 Wat staat er in Mijnheer 1 Ik ben voor altijd naar mijne moe der teruggekeerd. Tegeu de dienstbo den heb ik gezegd, dat een telegram mij elder9 ontbood. Voor mijn vertrek bracht ik nog een bezoek aan onzen ouden notaris, die het verzoek tot echt scheiding zal indienen. Al het andere laat ik aan u over. Hanna Lenz." "MPwas niet kwaad Met een schater lachen slingerde de doctor den brief op den grond. Een prachtexemplaar van eene vrouw reeds spoedig te gaan trouwen P" klinkt het vanuit het rytuig. Si* Morits ant woordt, dat hg er niets van weet. Zoo ""rijden zij dan voott cn vertellen hem, dat zij gehoord hebben, dat mevrouw Bla- ke beslist had, dat de verloving nu op de eene of op de andere manier een einde moest krijgen. Kapitein Lasroy wilde zich tengevolge van die uitdrukking terugtrek ken, maar Alice had hem bij s'n woord ge houden. Sir Moritz wilde echter daarvan niets ge- looveo, hg wierp deze beschuldiging bijra heftig af, daarvoor kende hij Alice te goed. Eindelyk hebben zg het kasteel bereikt en do dames Grimshaw treden binnen. On derwijl tilt Sir Moritz Ines van het paard en fluistert haar bezorgd toe: Wees tegenover deze mensohen vooral voorzichtig, zij «ien alles en Blaan n met 'argusoogen gade-" „Wat een lief, oud huis!" roepen de Grimshaws in koor, als zij deD breeden in schemerdonker gehulden gang zijn binnenge treden. Evenals een oud slot in een sprookjes boek." roept baby. „Acb.Sir Moritz, is het waer, dat het hier spookt en dat de bewo ners zoo nu en dan eens door spoken op geschrikt worden. „Dat is waarachtig waar,antwoordt de gevraagde. „Op donkere avonden wemelt het huis van spoken en geestverschijningen. „De een komt uit den kelder, ^e aodsr uit den toren, enz., maar ze zijn gelukkig niet gevaarlijk, voel minder dan sommige leven- do wezens. Gij kunt mij °P O'S11 woord ge- looveo. Treedt binnen dames voegt hij er beleeid aan toe. „Ik betrenr het ten zeer ste, dat mijne moeder niet hier is, om n te onderhouden." En hij betreurt het oprecht, nu hij Ines in het midden van het salon ziet staan en door de draken Grimsbaw omgeven ziet. He*, had aan de dames vandaag behaagd, zicb bijna op mannelijke wijze te kleeden, met hoog staande, witte boorden, hooge hoeden en nauwsluitende rokken. Haar voorko men en schelle stemmen schenen Ines bij na buiten ziohzelve te brengen. Sir Moritz had hij toen gehuwd I In ieder geval had zij reeds lang op de gunstige gele genheid gewacht, om den mooien Carlsen Nu, hij zou haar niets in den weg leggen wilde zij scheiden, dat moest zij weten wat benauwde hem daar zoo den hals Ja, ja, die boor den, welke zij hem met Kerstfeest cadeaa gedaan had, hadden hem altijd gekneld... „Ach, die Carlsen, die ellendige tenor zanger, ik zon hem wel kunnen vermoor den Maar wat hielp dat na alles. Hij moest kalm worden, voor alles kalm. Dien nacht kreeg hij natuurlijk niet te veel slaap. Don volgenden dag wes zijn eerste be zoek aan den notaris, bij wien het hem nu recht duidelyk werd, dat mevrouw Hanna den eisch tot echtscheiding had in gediend. De oude, vriendelijke rechtskundige gaf hem den raad eene poging te doen tot ver zoening, maar daarmede kwam hij bij den doctor niet veel vooruit. „Gsen kwestie van I» stoof deze op. „Ee- ne verzoening met die vronw is voor al tijd en eeuwig uitgesloten." „GoedDan moet de zaak haar beloop maar hebben." Twee, drie, vier, vijf dagen ver streken, zonder dat de doctor iets naders van zijne echtscheidingszsak vernam, tot hij op zekeren morgen van den notaris het verrassend bericht ontring, dat me- vronw Hanna Lenz geschreven h&d, dat zij het noodig oordeelde, hare geldelijke zaken persoonlijk te regelen en zij daar om hedenmiddag met den sneltrein zon overkomen en dan dadelijk zich bij den notaris zon aanmelden. Hm, dus hedenmiddag met den snel trein. Maar voor den dnivel, dat ging hem toch ook niets aan Waarom deelde men hem dit dan mede Nu hij zich zonder die vrouw zoo best bevondzoo nn ja, een weinig bleeker, een weinig ernstiger zag hij er uit dan vroeger wel is waar, hij werk te ook te veel Peinzend ging hij naar het venster en staarde naar buiten. HaWat was dat een weertjeDe sneeuw lag een voet hoog en nog steeds vielen de witte vlokken, dsarby huilde de storm Afschuwelijk 1 Eu op het station was het zoo prachtig. Docbhoe kunnen de gedachten van een mensch toch afdwalen Hij had toch niets op bet station te zoeken. Zou de schoone Carlsen OchNa ging er hem eerst een licht op. Natuurlijk, Carlsen haalde haar af zeker, zoo was het. Neen, dat tafereeltje wilde hij zich niet laten ontgaan na moest hij er heen, al sneeuwde het ook kiezelsteenen Stipt een halfuur voor de aankomst van den trein, met wel ken mevrouw Hanna wilde komen, stond doctor Lenz op het stationsperron, waar een felle orkaan hem om de ooren gierde. Carlsen was nergens te zien. De sneltrein van D. zon heden twintig minu- ten later aankomen, zoo werd den reizi gers op de borden bekend gemaakt. BrrHoe liep het weer tegenWat was er dan gebeurd Men vermoedde, dat de trein in de sneeuw was blijven steken. O wee I Mismoedig drentelde de docter in de wachtzaal heen en weder en dronk een glas grog. Dat verwarmde hem en maakte zijn gemoed voor zachtere aandoe ningen ontvankelijk. Toenmaals, een verreljaars geleden, zon dat heel wat anders geweest zijn dan he den Toen had zij zich voor de eerste maal na de bruiloft voor een paar dagen van hem verwijderd, om hare moeder te bezoekenhij had haar toen opgewacht op dezelfde plek onrustig door het lange wachten Ach, daaraan wilde hij niet meer den ken. De twintig minuten waren zeer spoe dig voorbij, de trein moest al heel gauw binnenloopen. Weder betrad doctor Lenz het perron. Wat Kon hij zijne oogen ver trouwen Las hij goed is het aan te tien, dat hij zich ontzet tend verveelt en zijne nicht bemerkt met vrouwelijk instinct de wolk, die er op zijn voorboold ligt, wanneer hij Ines gadeslaat in hare korte rokken en plompe schoenen. Zij heft haar lief gezichtje tot hem op en siet hem met kinderlyk-smeekenden blik aan, en wanneer bij dit tiet, vergeet bjj volko men, dat de dames Grimshaw de kleine, figuurlijk gesproken, in daizend stukken soheuren, en weet hij slechts, dat die don kere oogen het hem zonderling te moede maken. Gedurende deze oogenblikken ver dwijnen Flora's kansen om mevrouw Der mot Ie worden, hoe langer hoe meer. De arme Ines, die nog nooit gasten heeft ontvangen, ziet hulpbehoevend van de eene dame naar de andere en weet niet, wat zij zeggen zal. De familie Grimsbaw verstaat bet geluk kig uitnemend, om een onderhoud aan den gang te houden en hebben er eene groote bedrevenheid in, om van het eene thema op bet andere over te gaan. Al zijn hare vertellingen veelal wel wat onbarmhartig, en breken zij geregeld den staf over alle an dere joDge meisjes, zoo mout het toch ver wondering wekken, dat zij met al hnnne moei te er nog nooit een man toe hebben kun nen krijgen, egn leven aan het hare te ver binden. Hoeveel jonge meisjes hebben zij niet reeds na de kostschool soo recht streeks in het huwelijksbootje tien slappen. Sir Morits is nog te winnen en hij is den leeftijd al reeds voorbij, dat hij zijn hart zoo zonder meer maar zal wegschenken. Eene goede, gemanierde vronw heeft hg noodig, niet een pop, die mooi is aangekleed. Mevrouw Grimsbaw neemt Ines op van bet hoofd tot de voeten, onderwijl spreken de zusters allen tegelijk met Sir Moritz. De dames-bezoeksters zijn vroolijk en toch ernstig, naïf en toch beslis!, in gedurige af wisseling; bevalt hem de eene stemming niet, dan moet bet toch immers de andere zijn. En gedurende al de oogenblikken, dat de dames Grimshaw zich zoo uitsloven, om sir Moritz te bevallen, denkt deze niet anders „zonden zij vandaag nog heen gaan Daar schiet hem eene gelukkige gedachte iu. Er Een uur vertraging, stond op de zwar te borden aangegeven. Dat was ernstig. Mijn hemel, wat zon er gebenrd zijn P Naamlooze onrust maak te zich van hem meester. Hij ging dadelijk naar den chef om inlichtingen te vragen. De trein zat in de sneeuw vast, verder kon bij niets te weten komen. Was dat eene manier van doen 1 Had men dan geen arbeiders genoeg om den weg schoon te honden Aan welke gevaren was eene reizende vronw niet blootgesteld. Hare gezondheid kon er wel eens onder lijden. Hanna is zoo zwak. Wanneer zij nn maar eene goede reisdeken heeft. Had hij het haar maar geschreven Drommels, nn schiet het hem eerst te binnen, met welk doel zy hier komt. Ja, ja, om zich te laten scheiden, terwille van dien Carlsen. Dat wil zeggen, dat zaakje met Carlsen was toch feitelijk maar eene dwaasheid, doordat hij hem nn niet zag, werd toch voldoende bewezen, dat zij geen gemeen schap met elkander hadden. Vroeger had zijne vrouw hem meer dan eenmaal verze kerd, dat zij den tenorzanger volstrekt niet lijden mocht. Het hart van den doctor klopte sneller. Waar zon zij nn zijn P Wellicht er gens aan een station, daar liet zij zich zeker iets warms voorzetten, om zich te verkwikken. Wanneer zij zich na maar niet al te angstig maakte Hoe nogmaals twintig minuten op onthoud Dat was eenvoudig niet om uit te houden. Waren er dan geen extra treinen O, die verkeersmiddelenBuiten zich zelf van woede liep de doctor het perron op en neder. De storm rukte zijn mantel heen en weder hij lette er niet op, hij dacht san het blonde kopje en voelde niets anders, als dat hij haar terng mo;st zien. Intusschen was het me vronw Hanna niet zoo bnitengewoon goed gegaan. Zij zat bevend en trillend eene reis deken had zij niet meegenomen in hare slecht verwarmde coupée en verdreef den tijd met nadenken. Het was toch een beroerd iets, zoo naar huis te reizsn, zonder dat men ver wacht werd. Zekerlijk, zij reisde eigen lijk niet meer naar huiszij had geeu thuis meer, zij had niets meer. Wanneer een toeval hem nu eens naar het station gevoerd had. Er geschieden zoovele zeldzame dingen op aarde. Of hij dau beangst over haar zon zijn P O neen, hij had haar niet meer lief. Me vrouw Prittwitz kon hij ook niet lief hebben, want zij had zich, zooals iu de courant stond, gister met Carlsen verloofd. Maar hij had zoo kalm zijne toestemming tot de scheiding gegeven, dat hij haar onmogelijk meer kon liefheb ben. Het was alles voorbij en werkelijk zoo ernstig had zij het niet gemeend. Nu was het spel ernst geworden. Goddank eindelijk de trein zet zich in beweging, eerst langzaam gaat het voorwaarts, dan al sneller en snel ler r De trein zal zoo dadelijk binnenstoo- men Diep ademhalend verneemt doctor Lenz dit vroolijke bericht. Een paar minuten nog en het langverbeide monster nadert blazend en stootend. Waar is zij Hij ziet haar niet P Zuchtend monsteren zijne oogen de dringende menigte. Zij zal toch niet ziek geworden zijn Doch daar hij staat eensklaps stil haar gele mantel, hare sierlijke fi guur zij is het P I Bij den hemel, zij Zij heeft het gelaat afgewendzij ziet rondom zich, als zoekt zij iemand. Weder wordt de jaloezie in zijn hart wakker. Hij wil zich aan haar vertoonen hij wil haar ontmoetenHaastig baant hij zich een weg door de menigte in hare richting. Nu is bij vlak bij haar en plotse ling ziet zij hem. Zij schrikt, wordt vuur rood en snelt op hem toe. wordt thee besteld en het gesprek wordt nu meer algemeen, totdat de deur geopend en mevrouw Brysn aaDgemeld wordt. ,,'t Wordt hoe langer boe souter 1" zegt sir Moritz tot zioh zelf, terwijl hij de nieuw aangekomene tegemoet gaat om baar te be groeten. Het is eene oude dame met een vroolijk, maar ondeugend, gelaat, die in de eene hand een stok met gouden knop boodt en aan de andere een hondje aan een zijden bandje medevoert. „Hoe gaat het n, sir Moritz vraagt me vrouw Bryan. „Denk er om, de hond zal o bijten. Ja, ik hoorde, dat lady Dermot niet thuis was en dat ge bezig waart, eene heele schaar jonge dames te amuseeren. Zoo, mevrouw Grimshaw en de dames Grimshaw. Hoe gaat bet n Nu, sir Morits, ik had nooit gedacht, dat ge, wanneer uwe moeder niet thuis was, toch theevisites arrangeer- det. Dal is aardig beel aardig!" Sir Moritz, die den toestand, waarin hij verkeert, hoe langer hoe onaangenamer be gint te vinden, geraakt, terwijl hg de dame naar haar stoel brengt, in het bandje van den hond verward en struikelt. Mevrouw Bryan lacht spottend. „Wie is dat?" vraagt zij, eene hand op zijn arm leggend, „dat lieve, kleine wezen tje, met die mooie oogen Inderdaad ow theeavond is betooverend, werkelijk betoove- rend. „Wilt gij mij even voorstellen aan nwe nieuwe gaste. Op mijn woord, sir Moritz, tij is een allerliefst meisje." „Zg is mijne niebt, de pleegdochter van mijne moeder," fluistert sir Moritz met een onbestemd gevoel van aogst terug. De jonge man bevindt zich in eene ontzet tende verlegenheid. Eerst al die Grimshaws en nu die oude dame met die doorborende blikken en die scherpe tong. Zij is de meest gevreesde, boosaardige en spotsachtige vrouwe ait de nabnurBchapgeen mensch ontglipt aan hare aandacht. Zij schrgft verzen, tee kent caricatnren en heeft schik in baar leven ten koste vsn een ander; dat is haar stok paardje. Men vertelt, dat zij eens bij een diner ten haren huice ieder der aanwezige gasten, als caricatnur geteekend, tusschen „HansHans Hij breidt zijne armen nit. „Hanna, mijne lieve vrouw!8 Geen verklarend woord wordt er tus schen hen gewisseld. Hand| in hand, als sprak het zoo vanzslf, verlaten sij het station. In het rijtuig echter, dat hen beiden naar huis brengt, vlijt zij haar kopje tegen zijn schouder en vraagt lachend „Onze echtscheiding, Hans hoe is het daarmede Hij kast haar op den mond. „Steken gebleven is zij, mijne lieveling, voor altijd en eeuwig.' En zij «luit de oogeD, om die zeldza me tranen te verbergen, die aan de oogen van gelukkige menschen kannen ont vallen. -Te Nice ia een heftig too- neel in een schouwburg voorgevallen. Het publiek floot bij de opvoering eener opera de zangers uit, waardoor een van deze zóó boos werd, dat hij van het too- neel in de zaal sprong en een der rumoe rigste fluiters een ferm pak gaf. De po litie moest tnsschfnbeiden komen, om den acteur nit de handen der woedende toe schouwers te verlosseD. De rechter werd er ook mede gemoeid en legde den man eene boete van 100 francs op. Petersburg. Een russisch tijdschrift wijst, in eene vergelijking tusschen Berlijn en Petersburg (dat een half millioen inwoners minder heeft dao de hoofdstad van Pruisen) op de achterlijkheid van Petersburg in menig opzicht. De begrooting der laatste stad is slechts 10millioen roebel, tegen 40 te Bar ijs. Yoor onderwijs geeft Ber lijn 7y2 millioen nit; Petersburg nog niet 1 millioen; voor armenzorg zijn de cijfers 4.7 en 0.1 millioen; voor bestrating 5 en 0.4. Voor ziekenverpleging alleen besteedt Petersburg een hoog bedrag, nl. 2 millioen, Berlijn 2.3. De russische hoofdstad heeft slechts 6000 kiezers voor den gemeenteraad op iy„ millioen inwo ners en daarvan komen gewoonlijk niet meer dan 2000 op. De bekende humorist Ra- dener lag op sterven. Een ziekenoppasser gaf hem de voorgeschreven medicijnen in. Even voor den dood des lijders kwam de man, doodverschrikt, aan zijn bed. Och lieve mijnheertje, ik heb mij vergist en u in plaats van den drank inkt ingegeven, Doet niets ter zake, geef me een stuk vloeipapier om na te kauwen en 't is in orde, zei de geestige lijder en stierf kort daarna. Hongersnood in Andalu- sië. Uit Andalnsië komen voortdurend berichten van zeer bedenkelijken aard, ten opzichte van een daar heerschenden hon gersnood. In de streek van Jerez is het aantal der werklooze landarbeiders min stens 12000. In massaas stroomen ze naar de stad om werk eD brood te zoe ken, maar niemand kan het hun geven. Tengevolge van de aanhoudende droogte kan het werk op het land niet worden voortgezetook de oogst van dit jaar wordt als verloren beschouwd, wanneer er niet een spoedige regen valt. De gemeen te- en de provincie-bestaren zijn geheel zonder middelen en kunnen daarom geen openbare werken laten uitvoerenen ook de regeering weet geen uitweg en stuurt alleen maar gendarmen en militairen. De eenzaam gelegen landhuizen staan het meest bloot aan de aanvallen der honge renden, die zoo nu eu dan plaats hebben, zoodat vele met militairen bezet zijn, daar de bewoners zich er niet veilig achten. Op vel& plaatsen is het reeds tot geweld pleging gekomen en meerdere daden van het vertwijfelde volk zijn te wachten. Groepen uitgeteerde mannen en vrou wen loopen door de velden en eigenen zich alles toe, wat maar eetbaar is. Het brood is slechts met zeer groote voorzorgs maatregelen in de landhuizen te brengen. Het eeuige, waarmee de arme werkloozen zich nog kunnen voeden, is de wilde as perge, die hier en daar tusschen het ko ren groeit. Niettegenstaande de groote ellende, wil toch de regeering de gehate verbruiksbe het servet gestoken had en de gelijkenis was soo sprekend geweest, dat niemand het sijn buurman bad durven aeggen nit vrees, dat hg wellicht de eenige was. Mevrouw Bryan had natuurlijk veel ple zier van baar scherts. Het diner was zoo uitstekend en zoo smakelijk, dat geen der bespotte gasten voor eene volgende nitnoodi- ging durfde te bedanken. Trots al de hatelijk heden, waaraan men blootstond, was er geen huis, dat meer opgezocht werd dan het kasteel van mevronw Bryan en geen da me, die zooveel volgelingen had als de onde mevronw Bryan. De oorzaak daarvan moet geweest zijn, dat men hare scherpe long vreesde en men hare ontevredenheid niet doride opwekkenwellicht was hare goede keukenmeid er ook de oorzaak van, dat mevronw Bryan zich zoo in de gunst der nabuurschap mocht verheugen. Sir Moritz wenscht de onde dame daar, waar de peper groeit, maar toch roept hij op haar te kennen gegeven wenk Ines bjj zich en stelt haar voor. De onde dame ziet er nn goedhartig nit, als zij de slanke vingers van het jonge meisje in hare hand houdt en hare groote oogen op bet lieve gezichtje vestigt. Ab ha 1*daarbij knikt zij veelbetee- kenend met het hoofd, „ik begrijp nn uwe voorliefde voor dit dame^-ezelschap." Sir Moritz zoekt zijn heil tusschen de dames Grimshaw en laat Ines aan de han den van de oude dame over. „Zoo, zult ge nu voortaan hier wonen, mjjn lief kind begint mevrouw Bryan haar verhoor. „Ja," antwoordt Ines ernstig en eenvou dig. „Hm 1 Zeer stilzwijgend 1 Hoe oud ben je?" „Zeventien jaar." „En ik ben zeventig. Wanneer ge zoo ond geworden znlt zijn, znlt ge ook geen geloof meer hechten aan de praatjes van andere menschen. Er zijn er maar weini gen op de wereld, die o geen ieagens ver tellen. Wanneer zijt ge hier gekomen?" „Eergister," zegt Ines, daarbij gevoelt zg, dat het haar reeds veel langer is toege- lasting, waartegen zich de woede van het volk in de eerste plaats richt, verhoogen om nieuwe middelen in de staatskas te krijgeD. Alle dagen komen by den mi nister van Inanciën verzoekschriften in, om de voorgenomen verhooging niet in te voeren, daar anders de gevolgen niet te overzien zullen zijn. Uw brief thuis op de post- Men herinnert zich, dat door mr. P. Broos- hooft verleden jaar in Het aderland het denkbeeld ontwikkeld werd, dat brie venbestellers, gelijk zij u thans ow brie ven brengen, ook het ter zending gereed liggende zonden halen. Breedvoerig zette hij de voordeelen dezer nieuwigheid uiteen. De zaak gal tot eenige besprekingen in de pers aanleiding en verzonk in den grooten doofpot. Maar de Courrier des Etats Unis deelt nu mede, dat te New-York welhaast de brieyen thuis afgehaald zullen worden. De post-directenr daar heeft van den directeur- generaal der posterijen eene aanschrijving gekregen, dat New-York gebracht is op de lijst der steden, waar „bus-lichting-thnis verplicht is. Er bestaat in Amerika tot dat doel een zeer vernuftig model brieven bus, waaruit de besteller gemakkelijk de brieven kan wegnemen. Deze besteller heeft postzegels ten verkoop bij zich, waar onder de „postzegels voor onmiddellijke be zorging.' Het blad voegt hieraan toe, dat liet stelsel der „bos-lichting-thuis" reeds werkt in verscheidene steden, met name in Bos ton, Portland, Cleveland (Ohio), Detrois (Michigan), Minneapolis (Minnesota), San Francisco en Nieuw-Orleana. Op den man af. De amerikaanache staatsman en geleer de Benjamin Franklin kreeg eens bezoek van een ambachtsman, die klaagde, dat hij met zijn beroep niet tevreden was. Op de vraag van Franklin, „waarom ant woordde de maD, dat zijn btroep niet voor- deelig eu erg vermoeiend was, terwijl er weinig eer mee viel te behalen. Franklin antwoordde„Uw beroep komt u niet voordeelig genoeg voor, gij zijt das hebzuchtig't is u te vermoeiend, dus gij zijt luigij behaalt geen eer ge noeg, gij zijt dus ijdel. Ziet gij wel, dat ge juist een beroep hebt, dat voor u ge past is en geschikt, om n van die drie zonden te genezen Onmenschen. De echtelieden Valdenaire te GraDges hadden drie kindereD. Het oudste, de 4-jarige Paul, was door zijne grootmoeder in hais genomen en verzorgd, doch toen de onde vrouw stierf, kwam het weer on der de hoede van de ouders en van dien dag af was het leven van liet ongelukki ge knaapje één lange marteling. De moe der sloeg het dagelijks bont en blanw met een stok, met hare klompen, met hare vuistenzij reet hem letterlijk het geheele lichaam open met de punt van een mes of schaar en dezer dagen einde lijk gaf zij het beklagenswaardige wicht zulk een hevigen stokslag op het hoofd, dat eene schedelbreuk en het gevolg van was. Daar het kind nog ademde, wierp zij het in den kelder, waar het bezweek. De man van het ellendige wijf, die van deze feiten kennis droeg, deed Diets om ze te beletten of te voorkomen. Beiden zijn naar de gevangenis te Saint- Dié overgebracht. Te Greenock (Schotland) heelt maandagavond eene krnideniers- vrouw, die niet wel bij 't hoofd schijnt geweest te zijn, haar drie-jarig kind met een tafelmes den hals afgesneden, een ander achtjarig dochtertje vsrschillende kwetsuren toegebracht en eindelijk zich- zelven van 't leven beroofd, Te Sunderland (Engeland) is een achtjarig kiod gestorven na het eten van een Paaschei met geschilderde schaal. Een oudere zuster ligt tengevolge van de zelfde oorzaak allerbedenkelijkat ziek. Tegenwoordigheid van geest. De groote Katharina van Rusland gaf op zekeren dag last aan Prins Bezbo- rodko, eene ukase op te stclleD, waarvoor scbenen dan maar een enkele dag. „Eergisteren," herhaalt mevrouw Bryan. „Dan kent gij natuurlijk nog geen enkele onzer beroemdheden Daar is b. v. Kapi tein Lesroy die reeds alle misdaden heeft begaan, die er onder de zon mogelijk zijn, en die met het beste meisje uit het graaf schap verloofd is. Bovendien wordt Sir Moritz door eene menigte dames omringd, alle beroemdheden op hare wijze, die slecbts daardoor opmerkelijk zijn, dat zij zicb, even als ik, alles om hangen, om wat te lijken. Daarbij hebt ge mejofironw Blake, die op het punt staat te tronwen doch wellicht moest ik u over dergelijke dingen niet spre ken." „Ik ken juffrouw Blake," valt Ines de oude dame in de rede, „zij was gisteravond hier" „Zoo roept de onde spottend lachend nit, „dan hebt gij beiden reeds keonis ge maakt Joftroaw Blake zal nu wel eene week lang een allesbehalve aangenaam humeur heb ben. Hoe denkt gij over juffrouw Blake?" „Zg is beel mooi," antwoordt Ines zonder een zweem van wangunst. En mevrouw Bryan lacht luid. „Slechts een pop ,lief kind, die het verstaat lich te kleeden; dat verstaat iedere andete pop ook. Ik heb liever een gezicht, waar geest uit spreekt 1" voegt zij er aan toe. Een minuut lang blikt tij in het onschul dige gezichtje met de ernstig verwonderde oogen, dan vraagt zij„hoe zijt gij aan de Dermots verwant „Mijn vader en sir Moritz' vader waren broeders," antwoordde Ines kalm. „En uwe moeder, mgn kind Zg was eene Spaansche. Ik heb mijne moeder nooit gekend, zij stierf, toen ik ge boren werd." „Zoo, daarvan hebt gij uwe bleek-matte tint en uwe lange wimpers. Ik heb het da delijk wel tot mij zeil gezegd, dat ge er volstrekt niet als een Dermot oitzaagt," en zij werpt een blik op het gelaat van sir Moritz, die tuszehen de dames Grimshaw staat- „Mijne lieveling," zegt zij vervolgens la chende, Ines pardoes in het gelaat ziende „De vrouwen zullen u haten, en de man nen zullen het niet." o. zij hem vele gegevens gaf. Een paar da. gen later liet zij hem hij zich ontbieden en verzocht hem haar het ontwerp der ukase voor te lezen. De Prins had de opdracht geheel ver. geten, doch neemt een blad uit zijne portefeuille en leest zonder blikken of blozen haar alles voor. Katharina was zeer tevreden en wil zei. ve lezenhet blad was onbeschreven J Bezborodko wil zich voor haar op de knieën werpen, doch zij, zijne tegenwoor. digheid van geest op waren prijs stellend, legt hem het zwijgen op en benoemt heni tot geheimen Staatsraad. Lonis Philippe een voor. beeld van spaarzaamheid. De spreekwoordelijke karigheid van het huis van Orleans was een familietrek. Vooral bij den beruchten Philippe Ega- lité was zij in hooge mate aanwezig, en die karigheid ging zeer spoedig op zijne vier kinderen over. Madame de Genlis voedde hen op. De oudste, de hertog van Valois, de latere koning Lonis Philip, pe, wiens hoofd zoo op eeD peer geleek zeide eens bij het gebruik van wildbraad aan zijne gouvernante„Waarom neemt men de hagelkorrels niet nit het gebraad Men zou ze later weer knnnen gebruiken. Ik leg ze altijd Daast m'n bord en he er al een beel papier van vol." Uitgeslapenl Het vroegere hoofd der Parijsche poli. tie, de heer De Sartines, stond bekend als een der knapste mannen van 't vak. Ten bewijze daarvan het volgende Op zekeren dag ontviDg hij een schre ven van de politie te Weenen, waarin zijn# hulp werd ingeroepen tot opsporing van deD een of anderen schurk, die naar Pa rijs gevlucht was. Sartines gaf de noodige bevelen om den man te zoeken. De Wee- cer chef ontving daarop het volgend schrij ven „Ik heb den misdadiger, dien gij mij beschreven hebt, overal gezocht, maar Ud. gen tijd tevergeefs. Ten laatste zijn echter d# pogingen van mijne agenten met suc- ces bekroond. Wij hebben den man. Hij is te Weenen, welke stad bij niet verlaten heeft. Gij zult hem vinden Bnitenwijk X no. 56. Een bloempot staat voor het raam." En de man was er. Een tweede Jonas. Een in tegenwoordigheid van den vorst vaD Mo naco geharpoeneerde potvisch, die stervend reusachtige groote inktvisschen, die hij ver- slocden had, uitbraakte, herinnert aan eens gebeurtenis, die reeds ia 1891 plaats ge had moet hebben. De engelsche walvisch- jager Star of the East zette in de wate- ren van de Malvineneilanden twee booten uit, om op een in het gezicht gekomen walvisch te jagen. Nadat het dier doodelijk get rotten was, raakte het een der booten met zijue staart, zoodat de bemanning te water geraakte, die spoedig gered werd, uit genomen één, James Bartley, die spoorloos verdwenen was. Nadat de walvisch dood was, had men 24 uur noodig, om het beest in stokken stukken te snijden, en toen men eindelijk de maag opende, vond men daarin den verdwenen Bartley, bewus teloos, maar nog levendToen men hem weer tot bewustzijn gebracht had, had hij gedurende eenige dagen vlagen van krank zinnigheid, en eerst na verloop van drie weken was hij zoover hersteld, dat hij zijn avontuur vertellen kon. Hij herinnerde zich precies het oogen- blik, waaop hij ingeslikt werd en hoe hy zich daarna onmiddellijk in eene nieuwe, ronde buis bevond, welks samentrekkin gen hem steeds verder naar onder deed glijden- Dit daurde slechts kort, daarop be vond hij zich in een zeer wijden zak en begreep hij, dat hij in den maag van de wal visch lag. Hij kon, al ging het ook moeilijk, nog ademhalen, doch had zeer veel last van de ondragelijke hitte en ver keerde in doodsangst, in de maag te zul len sterveD. Ten slotte verloor hij het bewustzijn. James Bartley stond bekend als een der vermetelste walvischjagers, doch de aandoening van deze gebeurtenis was zoo sterk, dat hij zicb, dadelijk na zijne terug komst te Londen, in een hospitaal moest doeD opnemen. Zijne gezondheid had niet ernstig geleden, alleen was zijue huid door de inwerking van het maagsap gelooid. „Waarom?" vraagt Ines, terwgl zg bloost; „Waarom Waarom herhaalt de oude dame. „Vier weken later znlt gij mij dat niet meer vragen, mgn kind' Myn kleine schat, wet rijt ge nog onschuldig. Het verfriseht het hart, n eens te kannen aanzien." „Ines, wilt ge even thee schenken?" roept Sir Moritz, het gesprek der beide dames onderbrekende en zjjne nicht naar de theetafel geleidende. Mevronw Bryan ziet het slanke meisje na, die, trots bare armzalige garderobe, elegant en sierlijk over den parketvloer trip pelt en zij knikt geheel bevredigd met het hootd. Zg ziet Ines met brandende wan gen hare plaats achter de theetafel innemen. Het jonge meisje vnlt de dunne, oud-porselei- Den koppen tot boven toe vol en doet er dan eene goede dosis ssiker in in volkomen onwetendheid van de tegenwoordige mode, die melken suiker verbant. De dames Grimshaw honden niet van zoet en zij slurpen met grooten tegenzin het zoete vocht in, terwgl zg het onde porselein en het degelijke zilveren servies bewonderen- Sir Morits denkt aan den tijd, dat die onde theepot in de kinderkamer dienst deedeerst in de laatste jaren, toen de manie voor anti- quiteiten hare heerschappij deed gelden, is het servies met al zijn aanhang weer in hare vroegere eer hersteld. Lady Dermot heeft iederen ooderwetschen s>oel laten opknappen en in elk hoekje ge snuffeld, of er nog iets van bare gading was. De onde keukenklok werd naar het salon getransporteerd en als een stuk van groote waarde behandeld, verschillende onde kop jes on beeldjes zijn bij elkaar geplaatst en vormen nn een groepje van beteekenis en dat ieders bewondering opwekt. WCRDT VERVOLGD. Snelpersdruk van P. Trapman te Schagen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 6