zr Spinnen. rnTT k' 6 6di d a 11 8 c h weekblad n°'. jaargang 1897, Fra'npnf men 1Q de rubriek „Zur Een brand te Londen. Te Londen ie in den nacht Tan zon dag op maandag een felle brand uitge broken aan Kings Cross. Toen de ramp werd ontdekt en de bewoners gewekt waren, hadden de vlammen reeds zoover om zich heengegrepen, dat aan het verlaten van het gebouw langs de gewone wegen niet meer te denken viel. Nog voordat de brandweer en het reddingskorps op de plaats waren, moes ten de bewoners uit de ramen springen. De meesten kwamen er goed af, doch een werd er zwaar gewond. Een meis je van vijftien jaar kwam in de vlam men om. Electrische tram. Te Parijs kwam deze week stoornis op eene electrische tramlijn, die naar een buitenwijk voert en ondergrondsche ge leiding heeft. Achter den tram reed een met twee paarden bespannen wagen. Toen de paarden op een der metalen platen trapten, die de stroomverbin- ding te weeg brengen, vielen beiden dood neder. De reden van dit ongeluk is nog niet opgehelderd. In het eerste kwartaal van 1896 stierven er in Engeland 36 menschen boven de negentig jaar en 4 boven de honderd. In het afgeloopen kwartaal zijn er 83 boven de negentig en 9 boven de honderd gestorven. Van deze laatsten waren er 3 mannen en 6 vrouwende oudste, een Ier, was 110. Van de eersten waren er 32 man nen en 51 vrouwen onder de 32 man nen waren er 9 geestelijken. Een jongen, diedurft! De familie De Haan te Schoonhoven kreeg verleden week onverwacht te logeeren een 13-jarig neefje van de vrouw des huizes, die geheel zonder geleide de reis van Kolmarzoo in den staat Michigan (Noord-Amerika) naar Schoonhoven gemaakt had. Gelukkig voor het ventje weid hij daar door oom en tante hartelijk ver- we lkomd en met lielde ontvangen. Jonge huisvrouw. Dienstbode. Mevrouw, daar zijn de steenkolen 1 Huisvrouw, Goedkijk maar eens, of zij versch zijn. Omschreven. Ik weet niet precies, wie van ons beiden een bedrieger is. Maar ik in geen geval 1 De macht der gewoonte, De beroemde geleerde Max. Müller vertelt in zijn „Herinneringen", de vol gende episode uit het leven van den engelschen dichter Tennyson„Tenny- son was de gemoedelijkste man na het diner, dan scheen hij op te leven en nam weer deel aan het gesprek. Wie hem na het diner niet had gezien, ken de hem niet. Overdag was hij steeds in gedachten verzonken. Zijn pijp was voor hem onontbeerlijkik herinner Een merkwaardig geval. Een inwoner van Hannover heeft dezer dagen de ervaring opgedaan, dat het goedkooper is, door de duitsche post drukwerken uit Nederland te laten ver spreiden dan uit een duitsche plaats. De maD moest drukwerk in rollen ver zenden, maar kreeg deze terug met de mededeeling, dat de duitsche post ze niet als drukwerk kon bestellen, om dat de rollen iets meer dan 50 centi meter lang waren en in Duitschland door de post slechts rollen van minder dan 45 cM. worden bezorgd. Men stel de hem voor, de rollen als postpakket te verzenden, hetgeen hem op 50 pf. per stuk zou komen te staan. De man bedacht echter, dat in landen, die aan gesloten zijn bij de postunie, drukwer ken tot eene lengte van 75 cM. ter verzending worden aangenomen tegen den prijs van 5 pf. per 50 gram, het geen hem in dit geval op 20 pf. per rol kwam te staan. Hij zond dus de rollen als ijlgoed aan een expedi teur in Nederland, die ze frankeerde en op de post bracht, waarna zij door de duitsche post aan de gea dresseerden werden afgeleverd. Een taai leven. Een geval van weergalooze taaiheid van leven wordt uit Parijs verteld door het Petit Journal. Daar woonde op een dakkamertje een 64-jarige man, Peter Warkau, die besloot om zich dood te hongeren. Hy antwoordde aan zijne buren, die nu t en dan eens aan de deur klopten, dat hij niet be hoefde uit te gaan, omdat hij levens middelen genoeg bezat. Feitelijk echter vastte hij, op het bed liggend, totdat eindelijk de vrouw van den conciërge, die zag, hoe mager hij werd, op ze keren morgen, toen Warkau in on macht viel, den dokter liet halen. Warkau had 24 dagen lang in 't geheel geen voedsel tot zich genomen en te grooter waren daarbij zijne kwellingen geweest, wijl hij gedurende 20 dagen en nachten achtereen niet had kunnen slapen. Nadat eenige artsen hem twee dagen lang hebben behandeld hoopt men hem in 't leven te houden. Wanneer de pest te Bombay voortgaat met zoo snel te verminderen als in de beide laatste weken geschiedde, zal de epidemie weldra geweken zijn. Het is wonder baarlijk, zoo spoedig als de toestand in de stad ten goede is gekeerd. De ge vluchte iDlandsche bewoners keeren langzamerhand terug en zij, die geble ven zijD, hebben vertrouwen gekregen arbeid der euro- in den zegenrijken peesche commissie. Versmade Liefde. Eene even belangwekkende als leerrij ke geschiedenis, welke de betrekkingen tusschen liefde en het openbaar leven in de amerikaansche steden illustreert wordt door amerikaansche bladen ver! spreid. De heer Benjamin Short was een der meest bevoorrechte candidaten voor de burgemeestersbetrekking ïq Kansas. Ofschoon hij de meeste kans scheen te hebben, bleek toch, toen de stemmen geteld werden, dat hij een volkomen neerlaag had geleden. Hij zelf en ook de talrijke vrienden, die hij in de stad had, waren even teleurge- steld als verbaasd over dien onverwach- ten uitslag. Men deed onderzoek, en zie, er zat eene vrouw achter. De heer Short was twaalf jaar lang verloofd geweest met eene onderwijzeres. In November van het vorige jaar ver! brak hij zonder eenige reden zijne be- trekking met het meisje en trouwde met eene rijke weduwe. De versmade bruid, die te fier was om den ongetrouwe ter verantwoording te roepen, wachtte nu eene gelegenheid af om zich te wreken. En deze gelegen heid kwam, toen de heer Short, door zijn rijkdom spoedig tot aanzien geklom men, mededong naar de burgemeesters betrekking. Daar in Kansas ook de vrou- wen stemgerechtigd zijn, gelukte 't der tamelijk bekende onderwijzeres zonder groote moeite, om de meerderheid der vrouwelijke bevolking voor zich te win- nen. De dames waren verontwaardigd over de ontrouw van Short en stemden eenparig voor zijn mededinger. Verder gelukte het den meesten vrouwen en meisjes, hare mannen en verloofden en broeders over te halen, ook tegen Short te stemmen, en zoo werd deze met eene groote meerderheid geslagen, - doordat een onbemiddeld meisje zich wilde wre ken op den rijken man. Kardinaal Manning over het Dag- en Weekblad. „Een courant is geen boek; 't is maar een vel of blad, maar het heeft dit op een boek vóór, dat het eiken dag of elke week wijd en zijd wordt verzonden. „Velen koopen een boek en slaan er geen oog inmenigeen begint het te lezen en komt niet over de helft. Het beweegt zich in een engen kring en zijn lot is op de boekenplank te staan, bestoven en vergeten te worden.) „Maar een blad klopt eiken dag of elke week opnieuw aan de deur. Het is zoo klein dat de nietsdoener het le zen wil; het is duidelijk, dat de sim pelste er geen moeite mee hoeft» „Het richt tot duizenden tegelijk het woord. De menschen lezen het louter uit nieuwsgierigheid. De courant denkt voor lezers en dezen komen er weer mee voor den dag aan de ont bijttafel en aan 't middag- en avond maal. Er bestaat in deze XIXde eeuw geen sneller, meer rechtstreeksch, duidelijker en zekerder middel, om tot de men schen te spreken dan door een blad." Bosschen en Papier. De papier-industrie, zegt La Nature, wordt meer en meer een dreigend gevaar voor de bosschen. In één jaar worden er 1500 millioen K.G. papier verbruikt, en daar lompen, stroo, netels, enz., niet voldoende grondstoffen opleveren voor die ontzaglijke hoeveelheid, hebben Frankrijk en Engeland alleen in één jaar 400.000 tonnen grondstof gebruikt van „boomen, onlaDgs nog gehaald uit 't noorsche woud." Men gebruikt daar voor dennen en sparren van minstens dertig jaren, welke ieder niet meer dan 150 K.G. grondstof voor papier opleveren. Een dagblad met eene groote oplaag heeft dus ongeveer 100 boomen noodig voor een enkel nummer. Als dus het aantal boeken, tijd schriften en dagbladen blijft toenemen, zegt La Nature, dan zullen over 50 jaren alle bosschen van Europa omge hakt en tot papier verwerkt zijn. In een dorpje van Frankrijk en in een. plaatsje bij PhiUdelphia bestaat een zeer eigenaardige tak van nijverheid de teelt van spinnen voor een zeer bedenkelijk oei. Die insecten worden namelijk ver kocht aan wijnkoopers, die se in hunne e ders op de fiesschen brengen, om de zen in gorten tijd het aanzien te geven var. zeer belegen wijn! Zoo meldt althans eeo geschrift, dat het landbonwdeparte- ment te Wasnington heeft uitgegeven. biidrao/t^? j vo'gende vermakelijke kennis onze oost-in- dische bezittingen lezen Onder de indische bezittingen van Hol- 6611 m®tkwaardig kleine staat, e in zijne constitatie en in de gewoon terechten zyoer inwoners de stoutste ver- c.4 uigen der moderne voorvechters voor vrouwesrschten nog overtreft. j d e.^and Java ligt tusschen de s.e. ^'tavia en SamaraDg het konink rijk Bantam, dat, ofschoon aan Holland schatplichtig, toch in andere opzichten een onafhankelijke staat is. Hoewel op politiek gebied onbeduidend, is he: zeer rijk, gelukkig en bloeiend, terwijl het sinds menschenheugenis uit sluitend door vrouwen geregeerd wordt. De koning is wel is waar steeds een man, ^maar de regeeringsbescbikkingen worden acftSr vrouwen uitgevoerd. Da koning is in alle opzichten van zijnen uit drie vrou wen bestaanden staatsraad afhankelijk. Da hoogste dignitarissen, alle staats ambtenaren, hovelingen, officieren en sol daten zijn, zonder één enkele uitzondering, vrouwen. De mAnnen generen zich met den landbouw of zijn kooplieden. De lijfgarde des konioga bestaat uit a- mazonen, die als mannen te paard zitten. De ondste zoon is troonsoprolger en, zoo de koning zonder mannelijke nakomelin gen sterft, veizamelen zich honderd ama zonen, die uit haar eigen zonen een op volger kiezen. De gekozene wordt dan als wettig koning uitgeroepen. Zeer goed op de hoogte dus. Luiden s hel officieele rap port werd de bevolking van Londen om streeks het midden van het vorig jaar op bijna vier^Leea.ialf millioen zielen ge- u een jaar tijds is het aantal in woners der wereldstad met 41.000 ver meerderd. De sluwe Hongaar. Het was te Cbicago. Een landverhuizer uit Zwaben werd aangevallen door een dron ken Ier, maar deelde dezen een paar klap pen toe van zulk eene gehalte, dat de man van het Groene Eiland weldra ziel loos neerlag. De Zwaab, werd gevangen genomen eD voor ds rechtbank gebracht. In Amerika is voor een veroordeelend vonnis eenstemmigheid noodig van de ge- gezworenen. De vraag was dus voor de vrienden van den Zwaab, om iemand in de jury te krijgen, die wilde stemmen voor doodslag, terwijl de landslieden van deu Ier talrijke getuigen bijbrachten voor den moord. Het gelukte den advocaat van den Duitscher, om te elfder ure een IJongiar in de bank der gezworenen te bren gen, aan wien duizend dollars werden be loofd, indien hij steeds voor ^doodslag* wilde stemmen. «Laat je niet bepraten," scherpte de advocaat hem in een geheim onderhond iD, „zeg altijd maar doodslag, doodsUg De zaak kwam voor, de advocaat deed zijn best en de gezworenen trokken zich terug om te beraadslagen. Het eene uur na het andere ging voorbij, de jniv scheen niet tot éénstemmigheid te kunnen komen. Het was middernacht, toen de voorzitter meedeelde: f Schuldig aan doodslag!'en de Zwaab tot twee jaren gevangenisstraf veroordeeld werd. Druipnat van het zweet, kwam de Hongaar bij den advocaat, die hem de duizend dollars gaf en hem warm ~"cte hand drukte. #Nu, ge zult er heel wat mee te doen gehad hebben, om al de het kapitein niet gelukt, een enkelen blik iu het rijtuig te werpen en het gelaat te aan schouwen, dat nu reeds da sympathie van Alice beeft verworven- Na weinige oogenblikken trekt Jim zijn paard achteruit en zegt tot lady Dermot, dat hij haar niet langer wil ophouden. De jonge meisjes roepen elkaar lachend een tot wederziens toe en In?s voelt, dat niet alle vrouwelijke wesens der wereld, waarin zij eerstdaags hare intredo zal doen, zoo hard en koud zijn als Flora Blake. „Hebt gij haar gezien vraagt Alice, als de 'wagen wegiijdt. „Jim, zij heeft zoo'n lief, aantrekkelijk gelaat." Ik zie nooit naar een ander gelaat dan naar dat van jou," antwoordt kapitein Lesroy, met eene uitdrukking in zijne oogen, welke zgno woorden tot waarheid stempelen. ^Alice gelooft hem en eendrachtig zetten zjj hun1 weg voort. Aan de denr van de woning van Alice scheiden zg. „Wilt gij niet mode in huis komen, Jim vraagt Ali ce. „Blijf nog een poosje bij mij.* „Van avond niet," antwoordt hg. „John. Ker komt; bjj zal mij reeds lang thuis wachten." „Ik vind het prettig, dit hij gekomen is," zegt zij, vervolgens laat Alioe er haastig en mot eene lichte verwarring op volgen„Ik boud veel van John Ker. Jim lachtuit dit lachen spreekt evenwel meer kommer dan vreugde. „Ik weet zeer goed, wat ge bedoelt, Alice gij denkt, dat John mij wel wat binnen do grenzen zal honden." „Dat heb ik niet willen zeggen, Jim." „Neen, uwe woorden zeggen he; niet, maar uw gezicht. Goeden nacht, mijn eenig trouw hart- Denk er steeds aan, dat één woord van jou meer weegt dan een heel sermoen van John Ker. Nog eenmaal, goeden nacht." Ein paardengetrappel en oeD ongeduldig schrapen van een paardenvoet weerklinkt. Jim tracht zijn paard dicht naast het bare te 'gen, maar ^et paarij van Alioe is te dicht bij den stal om te willen stilstaan enkapi- tein L^zoy moet zonder een kus heenrijden. Toen Alice een oogenblik later mat het rjjkleed over den arm geslagen het salon elf anderen tot uwe meening over te ha len". ,Dat denk ik", zei de Hongaar, „ik heb vijfduizend maal moeten zeggen »doodslag, doodslag' al de anderen wa ren nl. voor ^vrijspraak Gekleurde regens. Iedereen keat het verschijnsel der zwarte, gele, roode, enz., regens. Men heeft zelfs in Italië een regen van men- schenbloed kunnen waarnemen, een zoo eenig geval, dat er reden bestond voor de vraag, of het authentiek is, alhoewel eene microscopische ootleding het bestaan van bloedbolletjes aangetoond heeft. Hoe 't zij, de geklearde regens zijn altijd van den zelfden oorsprong. De wind werpt lichte stofdeeltjes in de lacht opstuifmeel, plsntendeelen, delfstofdeeltjes en de neer vallende regen slaat daarna de in de lncbt meegevoerde lichamen Deer. Onlangs viel in het fransche kanton Trevières, vervolgens te Bayeux, te Ton- gaes dezelfde zwarte regen. Deze was ge vallen na de groote depressie, die den 21- sten October over Calvados was getrok ken. Waardoor zwarte. Denzelfden dag brak te Caen een groote brand nit. Lich te gebouwen, waarin ontzaglijke hoeveel heden fourrages waren geborgen en waar omheen zich mesthoopen eD stallen be vonden, werden eene prooi der vlammen. Op een gegeven oogen bik besloeg de vlammenzee eene oppervlakte van 2000 vierkante Meter. Massa's water werden op de brandende gebouwen geworpen en de rookzuilen stegen van alle kanten tot eene hoogte van honderden meters op en ver dichtten zich in donkere wolken, die naar het Westen dreveo. Den tweeden dag daar na algemeene regen, onweer, enz. Te Bayeax viel in de richting, die de met rook en zwarte stofdeeltjes beladen wolken hadden genomen, de zwarte regen. Bestaat er verband van oorzaak en gevolg 't Is mogelijk, doch kan niet vastgesteld worden, want dezelfde regen is ook opgemerkt in de richting van Saint-Servan, hetgeen de waarde van de verklaring wel een weinig vermindert. Iu CocbiDchina, ook een zwarte regen. De heer Aimé Girard heeft de door den regen neergelegde stoffen ontleed. Hy werd gevormd door rijstkorreltjes, die onder invloed van lucht en moeraswater verkoold waren. De gang van zaken is dezelfde een wind, die de lichte stoffen omhoog drijft en regen, die ze op den grond te- terugvoerJ. Evenzoo in Tunis op den 4den November, een roode regen. De luitenant van de artillerie Bursaux, verzamelde de door dezen regen achtergelaten vaste over blijfselen, welke later microscopisch onder zocht werden. Ditmaal zeer weinig orga nische stoffen het depót werd gevormd door minerale stoffen, kwarts en kristal len, welke aan den regen eene rossige tint gaven. Deze kristallen moesten afkomstig zijn van veldspaathaohtige rots, hoewel er geen mica in was. De kleur der zwarte, roode en andere regens wordt dus veroorzaakt door de door den wind meegevoerde stoften. Het is duidelijk, dat de stoffen zeer verschillend kunneu zijn stuifmeel, diatomen, graan- korreltjes en audere organische deeltjes, of mineralen. Deze regens, waarvan de oor sprong niet betwist kan worden, zijn be langwekkend, daar ze ons kannen in lichten omtrent den weg, dien de winden volgen. Vader en zoon. #Papa, wat beteekent tochhet ia za liger te geven dan te ontvangen F" tfDat beteekent, jongen, dat je moeder 't pleizieriger vindt, mij te kapittelen, dan ik, om bsar aan te hooren.' Erkenning van verdien- eten. Kapitein. Nu, luitenant, zijt gij met n- wen nieuwen oppasser tevreden F Luitenant. Kapitein, hij bezit bijna meneohen verstand. Dit zal helpen! Dokter: De zieke moet flink zweeten, zult gij daar goed voor zorgen Hospita: Dat zal wel vanzelf gaan. Morgen is de maand om, en vervalt de huur; dan zal ik hem het vuur dicht ge noeg aan de schenen leggen! Bij een plotseling hoe wordt niet gemeld te Baltimore uitge broken brand zijn dinsdag t wee haven steigers verwoest en een duitsch, engel- sch en noorsch schip, benevens ettelijke andere vaartuigen, zwaar beschadigd. De Gruyèr e—k aasmakers zijn in groote verlegenheid. Svdert eeni- geu tijd toch worden de kazen, die op de gewone manier zijn bereid, opvallend donker, bijna zwart. Dat is nog nooit voorgekomen. Ervaren kaasmakera verkla ren, dat de oorzaak van dit verschijnsel waarschijnlijk ligt in sen gebrek in bet zout, dat gebruikt wordtlangs weten- schappelijken weg is daarvan echter nog niets gebleken. Ds zwarte kazen zijn natuarlijk, ten minste voor export niet te gebruiken. Een zeeramp. Bij het eiland Miquelon, ten zuiden van Newtouodland, ia de fraDache vis- schersbom Yaillant op een ijsberg ge- stooten. De boeg spleet van één, in bet instroomende water verdtonk een deel dei bemanning, die in het vooronder was, en andere werden gedood door vallende raas. Er was nog juist tijd, om de booten uit te zetten, maar tijdens de inscheping der opvarenden zonk de schuit in de diepte. Voor zoover bekend is, ontsnapten maar zeven man in een der booten. Van dezen zijn drie op zee van nitpntting gestorven de overigen zijn Da vijf dagen rondzwer- vens in betreurenswaardigen toestand ge red door de fransche bark Victor Eugè- ne. Er waren aan boord van de Vaillant 73 manmen vreest, dat 66 van dezen verdronken zijB. E«n eigenaardig proces. In een fransch blijspel legt de schrijver een der personen de volgende woorden tot zijne vrouw in den mondAls een van ons beiden sterft, ga ik op een buiten wonen." Tom Smithson, rentenier te Chapham Common, in Eogeland, had deze woorden misschien nooit gehoord, maar hij had hetzelfde denkbeeld als de man in het blijspel; hij dacht, dat zijne vrouw eerder zou sterven dan hij, en hij was van plan, dan op een buiten te gaan wonen. Maar nu wilde hij wel eens zeker weten, of de ze zijne weDSchen vervuld zonden worden en hij giog daarom Daar eene kaartlegster, en deze deelde hem mee, dat zijne vrouw binnen eeu jaar zou sterven. Tom Smith- sod, vol vertrouwen in die voorspelling, begon onmiddellijk aan de verwezeulijking van zijn hartewensch en bouwde zich een allerliefst weduwnaarsnestje aan de zeekust. Zonder er zijne vrouw iets van te zeggen, kocht hij een terrein dicht bij Hastiogs, liet er eene villa bouwen en die daarna meubilesren. En toen alles iu orde was, wachtte hij geduldig of de voorzegging van de kaartlegster uitkwam. Maar daar kwam niets vande ge zondheid van mevr, Smithson, die totnog toe wankelend was geweest, werd na veel beter, vooral door de lichaamsoefeningen, waaraan de dame veel deed op raad van haar dokterzelfs werd zij zoo sterk, dat zij thans-presidente is van eene dames-fiets club. Het jaar verliep en een paar maanden daatby Smithson kreeg allengs de over tuiging, dat de voorspellingen van de kaartlegster niets waard waren. Hij wilde haar opzoeken, maar zij was thans van affaire veranderd en had een kroeg ge huurd in eene andere plaats. Hij vond haar echter ten slotte; zocht haar op en eischte van haar al de kosten terug, die de bouw der villa hem had veroorzaakt. Toen zij, zooals men begrijpen kan, wei gerde, zette hij een proces tegen haar op touw. Dezer dagen verscheen Helene Vio- letta Anderson voor de rechtbank. De zitting was kort, maai vol typische too- neeltjes. Mevr. Smithson was er ook ver schenen, bloeiend van gezondheid en met een spottend lachje luisterend naar de ge tuigenissen van den architect, den aanne mer, de behangers, cdz., die alle zeer ver nederend waren voor haar man. De rech ter deed den heer 8mithson opmerken, dat de raad van eene kaartlegster geen contract was, en dat alleen de domheid aaD de woorden van zoo'n vrouw eenige waarde kou hechteD. Vrouw Anderson Kwam er dan ook met vijf shilling boe te afde eisch van mr. Smithson werd niet ontvankelijk verklaard. Fransche wijsheid. Eene zeer amusante domheid van leger-autori- teiten is dezer dagen bekend geworden in een provinciestad in Frankrijk. De fran sche bladen verzwijgen den naam der stad en dea naam van dezen militairen comman dant der stad, die eigenlijk aan de verge telheid zouden moeten zijn ontrukt. Even voor het Kerstfeest in 't vorige jaar on- vingen de soldaten van het in het onge noemd plaatsje in garnizoen liggende re giment de mededeeling, dat„ er geen ver lof werd gegeveD, wijl in dat jaar de nieuwjaarsdag te spoedig op Kerstmis volg de.' mij, dat, toen ik eens met eenige vrienden bij hem was, de quaestie van het gebruik van tabak ter sprake kwam. Ik bekende, dat ik voor jaren een slaaf was geweest van het rooken, zoodat ik geen regel kon schrijven of lezen zonder mijn pijp. Maar eindelijk kwam ik in opstand tegen deze slaver nij en zwoer de tabak af. Eenige vrien den plaagden Tennyson, dat hij nooit afstand zou kunnen doen van zijn pijp. „Dat kan ieder", riep de dichter uit, „die maar wil. En ik zal u het bewijs er voor leverenna dezen avond zal ik het rooken opgeven'. Nog dienzelf den avond wierp bij al zijne pijpen en zijn voorraad tabak door het raam in den tuin. Den volgenden dag was hij zeer beminnelijk en tevreden. Den tweeden dag scheen hij verdrietig en grillig. Den derden dag wist men niet, wat met hem aan te vangen. Na een onrustigen nacht sprong hij eindelijk het bed uit, zocht zijne pijpen bijeen, stopte er een en begon te rooken. Aan het ontbijt was hij weer geheel de ou de. Van het opgeven van het rooken was geen sprake meer. binnentrad, boorde gij vrooltjke stemmen. Door bet geflikker van het vnur, kon gij in het eerste oopenblik niet sien, wie er in de kamer waren, maar zij onderscheidde twee tot drie beeren, mevrouw Blake in haar armstoel en Flora achier haar aan de thee tafel Sir Moritg Dermot stapte nit de groep naar voren. „Eindelijk hier, Alioe! Waar hebt ge Jim gelaten „Bij is naar buis gereden, omdat hij John Ker verwachtte," antwoordt zij, terwijl zij eeo anderen heer in een rooden jachtrok de hand reikt en vraagt „Hoe gaat het n, mijnheer Cascoigne?" Andermaal treedt nit het donker eene gectal- te naar voren en Alica roept verrast uit „Mijnheer Kerl En Jim dacht, dat gereeds thuis op hem zaat te wachten 1" „Ik zal dadelijk heengaan," antwoordde hg kalm vervolgeus neemt hij een oogen blik de hand van het jonge meisje in de zijne. „Gij zijt koud, juffrouw Blake, kom wat dichter bij het vaar." „Wij troffen mjjnheer Ker bij mama," merkte Flora op. „En hebben een zeer aangenamen achter middag gehad,* voegde mevronw Blake er bjj. „Alice, wij geloofden reeds, dat ge ver loren geraakt waart.* „Het was een heele afstand," geeft Alice bescheiden ten antwoord, want zij boort aan den toon, waarop hare moeder spreekt, dat haar lang uitblijven niet in goede aarde is gevallen. „Maar gij beiden moet toeh gekropen heb ben," lacht Flora. „Moritz en ik hebben ook langzaam gereden, toch zijn wij op z'n minst een half nar thuis." „Ja, maar wij hadden ook zooveel reden niet, om ons onderweg zoo te verlaten, even als Alice," zegt Algy, „dat maakt natuar lijk een onderscheid." Mijnheer Ker, die de verlegen uitdrukking in Alice's gelaat bemerkt, nadert haar nog eene schrede. „Hadt ge een goeden dag P" vraagt hij, en lachend zegt bg verder: „Weet ge, ik heb zoo weinig verstand van eene vossenjacht, dat ik mij er nauwa'ijks fatsoenlijk over uit- drukken kan. Ik kan beter roeien en zeilen, maar op het jachtterrein ben ik zeer slecht tbnis, zoodat Jim nooit nalaten kan, mg daar gedacht over nit te lacheD.* „Vandaag bood de jacht geen bjj- zonders aan, en hoe kort zg ook iz geweest, voor de meesten was zg reeds lang ge noeg.* Hg antwoordt niets, cgne oogen nemen baar ernstig op en de moede en matte uit drukking in haar gelaat en hare oogen, doen hem onaangenaam aan-* „Gij gevoelt n niet wel,* zegt hg vrien- delgk, „juffrouw Alioe, gg zgt in die zes maanden zeer veranderd." „Vindt ge dat P" vraagt zg, vervolgens bloost zg tot achter deooren. „Hecht daar niet te veel waarde aan, mijnheer Ker. Ik gevoel mg volkomen wel. De jacht heeft mij misschien wat al te veel vermoeid, mis schien heb ik wat te snel gereden.* „Ik zal er geen woord meer over zeggen," is het antwoord en hg drnkt de lippen vast opeen. ,Gg zult zeer om ave gezondheid moeten denken," laat hg een oogenblik later hooren en voegt er dan finisterend aan toe „belooft ge mg dat, Alice, terwille van Jim Hg kent haar reeds zoo lang, dat bg dat wel zeggen mag. De overigen praten en lachen, zoodoende kan hg zich ongestoord met Aliee bezig honden en hg ziet, hoe haar gelaat smaller en hare oogen grooter en dieper geworden zga. Zwggend zet zg zich na met gebogen hoofd neder en het schijnsel van het vaar speelt over haar gelaat en haren. „Mag ik n wat thee brengen vraagt hg. Zg antwoordt, zonder op te zien „Ik dank u." Sir Moritz brengt haar intosBchen een kop thee en mijnheer Ker neemt in den stoel naast Alioe plaats. „Ik heb uwe nicht gezien,* zegt Alice tot Moritz Dermot, terwgl zg het kopje nit zgne handen aanneemt. „Werkelgk? En wat denkt ge van haar vraagt hg, terwgl zgn gelaat eene vroolgke uitdrukking aanneemt. „Zg is betooverend, Moritz- Zoo'n heer- lgk, lief gezichtje heb ik nog nooit gezien.* „Wie is dat toonbeeld van schoonheid P* vraagt Flora; zg had de theetaiel verlaten en was eveneens bij den schoorsteen komen staan. „Het nichtje van Moritz," verklaarde Alice. „Ik zag haar heden, Flora, gg hebt haar volstrekt niet goed besohreven, zij is in één woord verrukkelijk." Sir Moritz' oogen schitterden big bij deze loftuitingen het was hem te moede, als werd hem daardoor iets aangenaams gezegd. ,,lk verheug er mij oneindig over, dat gij n zoo uitermate goed bevalt,"zegt hij harteljjk. Mijnheer Ker en mjjnheer Cascoigne gaan na heen. Toen zij zich verwijderd hadden, neemt Flora het thema van zooeven weder cp en draait haar gelaat zoo, dat het vunr- schijnael het op z'n voordeeligst doet uit komen en Sir Moritz zich aan het aanschou wen daarvan verlustigen kan. „Gij bewondert dus Moritz' landelijk nicht je, lieve Alice P* Yroeg Flora. Wanneer zjj gezien had, hoe het bloed den jongen man naar het hoofd steeg, bad zij wellicht bare verdere woorden bionen ge bonden, maar zij zag het niet. Sir Moritz werd zeer boos, toen de schoonheid met een spottend laebje voortging: „Die arme Moritz 1 Wanneer gij hem hadt kunnen zien, met dit kind nit de wildernis op sleeptouw wanneer ge eens hadt gezien, hoe de kleine niet van hem weg was te siaanjzij wilde de rest van den avond maar alleen met hem in de eetkamer doorbrengen; o ik kan u zeggen, hare aanhankelijkheid was meer dan roerend. De uitdrukking van het gelaat van sir Moritz, was, nadat bjj al hare liefelijk heden had moeten aanzien, in één woord belaohelyk. Moritz, ik geloof, dat nwe Dicht nog nooit te voren eene ordentelijk gedek te tafel heeft gezien." „Ik zal baar daarnaar vragen, als ik n daarmede een genoegen kan doen," zeide sir Moritz zoo koud en op zulk een afwyzenden toon, dat juffrouw Blake zich toch wel wat onaangenaam gevoelde. Zij ontstelde, toen de hooge gestalte van den jongen, fieren man zoo plotseling naast haar opdook. ,Ik zal u zeer dankbaar zgn," sprak bij vervolgens even koud, „wanneet gg u in mij- De tegenwoordigheid niet meer van een der- gelijken spot wildot bedienen. Gij zoudt dan wel een ander voorwerp voor nwe over moedige stemming knnnen kiezen." „Ik zal diegene kiezen, die mij aange naam is," antwoordt zjj. Zgn toorn heeft haar hare gewone kalmte doen verliezen „Gij kant overigens niet ontkennen, dat gjj u niet voor nw nichtje schaamt. Ik heb het dien avond maar al te dnideljjk bemerkt." „Uwe gave, om de dingen op te merken, doet n alle eer aan," antwoordt hij, terwgl zijne boosheid bedenkeljjk hoog wordt, daar hij de waarheid harer woorden moet er kennen. Vervolgens wendt hg zich tot Ali ce. .,Gg zult wel goed voor haar zgn, dat weet ik," zegt hij warm. ,,Gg znlt niet den spot met haar drijven, of haar verlegen ma ken, of beleedigen. Ines is nauwelijks meer dan een kind, Alicezij is zoo verlaten en door de wereld verstooten geweest, dat zij niets van onze manieren en gebruiken weet en zich niet thuis gevoelt in ods gezelschap, zooals wjj dat weelsel van leugens noemen, waarin wij tegenwoordig leven-" j.Gjj gevoelt n in dat weefsel van lengens even goed thuis als wg, en gij zgt ook een slaaf der gewoonten daarvan," doet juffrouw Bla ke met een hoogmoedigen blik op zijne bree- de schouders hooren- „Overigens heb ik er nooit gedachte op gehad, dst gij zulk oen vereerder van vrouwelijke nainnrljjkheid waart, Moritz," voegt zg er lachend aan toe, terwgl zij hare witte handen tusschen haar gelaat en het vnur houdt. „Ik moet lachen, wanneer ik aan de japon van juf frouw Der mot denk kort tot boven de enkels en op den mg den eenen vouw Daast den anderen vergeef mij Moritz, maar ik moet lacben, ik kan het niet helpen Hij wendt zioh kort af, en zelfs bij het schijnsel van het vnur ziet zij den toorn in zgne oogen gloeien, als hij, harder en kou der dan zooeven nog, zegt >>En gjj znlt mjj niet ten kwade duiden, wanneer ik weiger, nog langer hier te big ven en nwe vroolijkheid te deelen-" Hg neemt afscheid zgn optreden is stijf ea afgemeten, behalve tegen Alice- Hij wil niet eens afwachten tot zgn paard voor staat, maar verlaat de kamer en staat in den gaDg te wachten, er de voorkeur aan geveild, alleen te staan, liever dan eenige hatelijke opmer kingen van Flora te moeten aanhooren. Mevrouw Blake volgt hem op den voet. „BIjjf hier, Moritz," verzoekt zjj, „ik zal een bode naar het slot Drumaneen zenden en laten zeggen, dat ge bij ons bijjft." Hij is te opgewonden, om zich zoo spoedig weder te kunnen kalmeereD. „Ik ben u zeer verplicht,antwoordt hij; „maar ik vermag werkelijk niet, heden avond hier te bljjven. Ik ben meer dan vuil en stoffig van de jacht, zoodat ik niet in een salon pas." Ontelbare malen had hij reeds in een dergelijken toestand zjjn verblijf bij de Biakes opgeslagen. Eene verontschul diging, 't hindert niet welke, is hem goed, hij wil hier niet blijven. Mevrouw Blake moet den lieren jonkman, dien zjj reeds in bare gedachten haar schoonzoon noemt, in den zadel zien springen en wegrjjden. "B keert naar het salon terug en vindt daal slechts AliceFlora heeft zich verwjjderd. Alice keek droomend in het vnur „Is Moritz weg, mama vraagt zjj, meer door behoelte gedre-en om iets te zeggen, dan uit nieuwsgierigheid. „Ja, hg is weg en bg scheen in eene zeer slechte lnim te zgn. Is Flora weer onaar dig geweest Ik was ingesluimerd en hoor de niet, wat zg met elkander bespraken „Zg uitte een zeer grof oordeel over zu e nicht en ik geloot, dat hem dat zeer onaan genaam was,1' artwoordde Alice. Na eenige minnten voegde zjj er aan toe: „O mama, zij is bekoorljjkZoo een betooverend gezichtje heb ik werkelgk nog nooit gezien. Deze woorden klonken mevronw Blake zeer onaangenaam in de ooren. „Welk een onzin Alice I Flora segt: hei is een klein, zwart ding, met niets zeggende bruine oogen zeer eigenaardig." „Niets zeggende, oogen 1 Mama, het «gd schitterende sterren, en zg heeft zulk aardig, vrooljjk krollend baar 1" „Ik ben geen bewonderaarster van dat kroes-haar. Naar alles, wat ik hoor, moet zjj zeer veel op eene negerin gelijken." WCRDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 6