zr
Spinnen.
rnTT k' 6 6di d a 11 8 c h weekblad
n°'. jaargang 1897,
Fra'npnf men 1Q de rubriek „Zur
Een brand te Londen.
Te Londen ie in den nacht Tan zon
dag op maandag een felle brand uitge
broken aan Kings Cross. Toen de
ramp werd ontdekt en de bewoners
gewekt waren, hadden de vlammen
reeds zoover om zich heengegrepen, dat
aan het verlaten van het gebouw langs
de gewone wegen niet meer te denken
viel. Nog voordat de brandweer en het
reddingskorps op de plaats waren, moes
ten de bewoners uit de ramen springen.
De meesten kwamen er goed af, doch
een werd er zwaar gewond. Een meis
je van vijftien jaar kwam in de vlam
men om.
Electrische tram.
Te Parijs kwam deze week stoornis
op eene electrische tramlijn, die naar een
buitenwijk voert en ondergrondsche ge
leiding heeft. Achter den tram reed een
met twee paarden bespannen wagen.
Toen de paarden op een der metalen
platen trapten, die de stroomverbin-
ding te weeg brengen, vielen beiden
dood neder. De reden van dit ongeluk
is nog niet opgehelderd.
In het eerste kwartaal
van 1896 stierven er in Engeland 36
menschen boven de negentig jaar en
4 boven de honderd. In het afgeloopen
kwartaal zijn er 83 boven de negentig
en 9 boven de honderd gestorven. Van
deze laatsten waren er 3 mannen en
6 vrouwende oudste, een Ier, was
110. Van de eersten waren er 32 man
nen en 51 vrouwen onder de 32 man
nen waren er 9 geestelijken.
Een jongen, diedurft!
De familie De Haan te Schoonhoven
kreeg verleden week onverwacht te
logeeren een 13-jarig neefje van de
vrouw des huizes, die geheel zonder
geleide de reis van Kolmarzoo in den
staat Michigan (Noord-Amerika) naar
Schoonhoven gemaakt had.
Gelukkig voor het ventje weid hij
daar door oom en tante hartelijk ver-
we lkomd en met lielde ontvangen.
Jonge huisvrouw.
Dienstbode. Mevrouw, daar zijn de
steenkolen 1
Huisvrouw, Goedkijk maar eens,
of zij versch zijn.
Omschreven.
Ik weet niet precies, wie van ons
beiden een bedrieger is. Maar ik in geen
geval 1
De macht der gewoonte,
De beroemde geleerde Max. Müller
vertelt in zijn „Herinneringen", de vol
gende episode uit het leven van den
engelschen dichter Tennyson„Tenny-
son was de gemoedelijkste man na het
diner, dan scheen hij op te leven en
nam weer deel aan het gesprek. Wie
hem na het diner niet had gezien, ken
de hem niet. Overdag was hij steeds
in gedachten verzonken. Zijn pijp was
voor hem onontbeerlijkik herinner
Een merkwaardig geval.
Een inwoner van Hannover heeft dezer
dagen de ervaring opgedaan, dat het
goedkooper is, door de duitsche post
drukwerken uit Nederland te laten ver
spreiden dan uit een duitsche plaats.
De maD moest drukwerk in rollen ver
zenden, maar kreeg deze terug met de
mededeeling, dat de duitsche post ze
niet als drukwerk kon bestellen, om
dat de rollen iets meer dan 50 centi
meter lang waren en in Duitschland
door de post slechts rollen van minder
dan 45 cM. worden bezorgd. Men stel
de hem voor, de rollen als postpakket
te verzenden, hetgeen hem op 50 pf.
per stuk zou komen te staan. De man
bedacht echter, dat in landen, die aan
gesloten zijn bij de postunie, drukwer
ken tot eene lengte van 75 cM. ter
verzending worden aangenomen tegen
den prijs van 5 pf. per 50 gram, het
geen hem in dit geval op 20 pf. per
rol kwam te staan. Hij zond dus
de rollen als ijlgoed aan een expedi
teur in Nederland, die ze frankeerde
en op de post bracht, waarna zij
door de duitsche post aan de gea
dresseerden werden afgeleverd.
Een taai leven.
Een geval van weergalooze taaiheid
van leven wordt uit Parijs verteld door
het Petit Journal. Daar woonde op
een dakkamertje een 64-jarige man,
Peter Warkau, die besloot om zich
dood te hongeren. Hy antwoordde
aan zijne buren, die nu t en dan eens
aan de deur klopten, dat hij niet be
hoefde uit te gaan, omdat hij levens
middelen genoeg bezat. Feitelijk echter
vastte hij, op het bed liggend, totdat
eindelijk de vrouw van den conciërge,
die zag, hoe mager hij werd, op ze
keren morgen, toen Warkau in on
macht viel, den dokter liet halen.
Warkau had 24 dagen lang in 't geheel
geen voedsel tot zich genomen en te
grooter waren daarbij zijne kwellingen
geweest, wijl hij gedurende 20 dagen
en nachten achtereen niet had kunnen
slapen. Nadat eenige artsen hem
twee dagen lang hebben behandeld
hoopt men hem in 't leven te houden.
Wanneer de pest te
Bombay voortgaat met zoo snel te
verminderen als in de beide laatste
weken geschiedde, zal de epidemie
weldra geweken zijn. Het is wonder
baarlijk, zoo spoedig als de toestand in
de stad ten goede is gekeerd. De ge
vluchte iDlandsche bewoners keeren
langzamerhand terug en zij, die geble
ven zijD, hebben vertrouwen gekregen
arbeid der euro-
in den zegenrijken
peesche commissie.
Versmade Liefde.
Eene even belangwekkende als leerrij
ke geschiedenis, welke de betrekkingen
tusschen liefde en het openbaar leven
in de amerikaansche steden illustreert
wordt door amerikaansche bladen ver!
spreid. De heer Benjamin Short was
een der meest bevoorrechte candidaten
voor de burgemeestersbetrekking ïq
Kansas. Ofschoon hij de meeste kans
scheen te hebben, bleek toch, toen de
stemmen geteld werden, dat hij een
volkomen neerlaag had geleden. Hij
zelf en ook de talrijke vrienden, die hij
in de stad had, waren even teleurge-
steld als verbaasd over dien onverwach-
ten uitslag. Men deed onderzoek, en
zie, er zat eene vrouw achter.
De heer Short was twaalf jaar lang
verloofd geweest met eene onderwijzeres.
In November van het vorige jaar ver!
brak hij zonder eenige reden zijne be-
trekking met het meisje en trouwde
met eene rijke weduwe. De
versmade bruid, die te fier was om
den ongetrouwe ter verantwoording te
roepen, wachtte nu eene gelegenheid af
om zich te wreken. En deze gelegen
heid kwam, toen de heer Short, door
zijn rijkdom spoedig tot aanzien geklom
men, mededong naar de burgemeesters
betrekking. Daar in Kansas ook de vrou-
wen stemgerechtigd zijn, gelukte 't der
tamelijk bekende onderwijzeres zonder
groote moeite, om de meerderheid der
vrouwelijke bevolking voor zich te win-
nen. De dames waren verontwaardigd
over de ontrouw van Short en stemden
eenparig voor zijn mededinger. Verder
gelukte het den meesten vrouwen en
meisjes, hare mannen en verloofden en
broeders over te halen, ook tegen Short
te stemmen, en zoo werd deze met eene
groote meerderheid geslagen, - doordat
een onbemiddeld meisje zich wilde wre
ken op den rijken man.
Kardinaal Manning over
het Dag- en Weekblad.
„Een courant is geen boek; 't is
maar een vel of blad, maar het heeft
dit op een boek vóór, dat het eiken
dag of elke week wijd en zijd wordt
verzonden.
„Velen koopen een boek en slaan er
geen oog inmenigeen begint het te
lezen en komt niet over de helft. Het
beweegt zich in een engen kring en
zijn lot is op de boekenplank te staan,
bestoven en vergeten te worden.)
„Maar een blad klopt eiken dag of
elke week opnieuw aan de deur. Het
is zoo klein dat de nietsdoener het le
zen wil; het is duidelijk, dat de sim
pelste er geen moeite mee hoeft»
„Het richt tot duizenden tegelijk het
woord. De menschen lezen het louter
uit nieuwsgierigheid. De courant
denkt voor lezers en dezen komen er
weer mee voor den dag aan de ont
bijttafel en aan 't middag- en avond
maal.
Er bestaat in deze XIXde eeuw geen
sneller, meer rechtstreeksch, duidelijker
en zekerder middel, om tot de men
schen te spreken dan door een blad."
Bosschen en Papier.
De papier-industrie, zegt La Nature,
wordt meer en meer een dreigend gevaar
voor de bosschen. In één jaar worden er
1500 millioen K.G. papier verbruikt, en
daar lompen, stroo, netels, enz., niet
voldoende grondstoffen opleveren voor
die ontzaglijke hoeveelheid, hebben
Frankrijk en Engeland alleen in één
jaar 400.000 tonnen grondstof gebruikt
van „boomen, onlaDgs nog gehaald uit
't noorsche woud." Men gebruikt daar
voor dennen en sparren van minstens
dertig jaren, welke ieder niet meer
dan 150 K.G. grondstof voor papier
opleveren. Een dagblad met eene groote
oplaag heeft dus ongeveer 100 boomen
noodig voor een enkel nummer.
Als dus het aantal boeken, tijd
schriften en dagbladen blijft toenemen,
zegt La Nature, dan zullen over 50
jaren alle bosschen van Europa omge
hakt en tot papier verwerkt zijn.
In een dorpje van Frankrijk en in een.
plaatsje bij PhiUdelphia bestaat een zeer
eigenaardige tak van nijverheid de teelt
van spinnen voor een zeer bedenkelijk
oei. Die insecten worden namelijk ver
kocht aan wijnkoopers, die se in hunne
e ders op de fiesschen brengen, om de
zen in gorten tijd het aanzien te geven var.
zeer belegen wijn! Zoo meldt althans
eeo geschrift, dat het landbonwdeparte-
ment te Wasnington heeft uitgegeven.
biidrao/t^? j vo'gende vermakelijke
kennis onze oost-in-
dische bezittingen lezen
Onder de indische bezittingen van Hol-
6611 m®tkwaardig kleine staat,
e in zijne constitatie en in de gewoon
terechten zyoer inwoners de stoutste ver-
c.4 uigen der moderne voorvechters voor
vrouwesrschten nog overtreft.
j d e.^and Java ligt tusschen de
s.e. ^'tavia en SamaraDg het konink
rijk Bantam, dat, ofschoon aan Holland
schatplichtig, toch in andere opzichten
een onafhankelijke staat is.
Hoewel op politiek gebied onbeduidend,
is he: zeer rijk, gelukkig en bloeiend,
terwijl het sinds menschenheugenis uit
sluitend door vrouwen geregeerd wordt.
De koning is wel is waar steeds een man,
^maar de regeeringsbescbikkingen worden
acftSr vrouwen uitgevoerd. Da koning is
in alle opzichten van zijnen uit drie vrou
wen bestaanden staatsraad afhankelijk.
Da hoogste dignitarissen, alle staats
ambtenaren, hovelingen, officieren en sol
daten zijn, zonder één enkele uitzondering,
vrouwen.
De mAnnen generen zich met den
landbouw of zijn kooplieden.
De lijfgarde des konioga bestaat uit a-
mazonen, die als mannen te paard zitten.
De ondste zoon is troonsoprolger en, zoo
de koning zonder mannelijke nakomelin
gen sterft, veizamelen zich honderd ama
zonen, die uit haar eigen zonen een op
volger kiezen. De gekozene wordt dan als
wettig koning uitgeroepen. Zeer goed op
de hoogte dus.
Luiden s hel officieele rap
port werd de bevolking van Londen om
streeks het midden van het vorig jaar op
bijna vier^Leea.ialf millioen zielen ge-
u een jaar tijds is het aantal in
woners der wereldstad met 41.000 ver
meerderd.
De sluwe Hongaar. Het
was te Cbicago. Een landverhuizer uit
Zwaben werd aangevallen door een dron
ken Ier, maar deelde dezen een paar klap
pen toe van zulk eene gehalte, dat de
man van het Groene Eiland weldra ziel
loos neerlag. De Zwaab, werd gevangen
genomen eD voor ds rechtbank gebracht.
In Amerika is voor een veroordeelend
vonnis eenstemmigheid noodig van de ge-
gezworenen. De vraag was dus voor de
vrienden van den Zwaab, om iemand in
de jury te krijgen, die wilde stemmen
voor doodslag, terwijl de landslieden van
deu Ier talrijke getuigen bijbrachten voor
den moord. Het gelukte den advocaat
van den Duitscher, om te elfder ure een
IJongiar in de bank der gezworenen te bren
gen, aan wien duizend dollars werden be
loofd, indien hij steeds voor ^doodslag*
wilde stemmen. «Laat je niet bepraten,"
scherpte de advocaat hem in een geheim
onderhond iD, „zeg altijd maar doodslag,
doodsUg
De zaak kwam voor, de advocaat deed
zijn best en de gezworenen trokken zich
terug om te beraadslagen. Het eene uur
na het andere ging voorbij, de jniv scheen
niet tot éénstemmigheid te kunnen komen.
Het was middernacht, toen de voorzitter
meedeelde: f Schuldig aan doodslag!'en
de Zwaab tot twee jaren gevangenisstraf
veroordeeld werd. Druipnat van het zweet,
kwam de Hongaar bij den advocaat, die
hem de duizend dollars gaf en hem warm
~"cte hand drukte. #Nu, ge zult er heel
wat mee te doen gehad hebben, om al de
het kapitein niet gelukt, een enkelen blik iu
het rijtuig te werpen en het gelaat te aan
schouwen, dat nu reeds da sympathie van
Alice beeft verworven-
Na weinige oogenblikken trekt Jim zijn
paard achteruit en zegt tot lady Dermot,
dat hij haar niet langer wil ophouden. De
jonge meisjes roepen elkaar lachend een tot
wederziens toe en In?s voelt, dat niet alle
vrouwelijke wesens der wereld, waarin zij
eerstdaags hare intredo zal doen, zoo hard
en koud zijn als Flora Blake.
„Hebt gij haar gezien vraagt Alice, als
de 'wagen wegiijdt. „Jim, zij heeft zoo'n
lief, aantrekkelijk gelaat."
Ik zie nooit naar een ander gelaat dan
naar dat van jou," antwoordt kapitein Lesroy,
met eene uitdrukking in zijne oogen, welke
zgno woorden tot waarheid stempelen.
^Alice gelooft hem en eendrachtig zetten
zjj hun1 weg voort. Aan de denr van de
woning van Alice scheiden zg. „Wilt gij
niet mode in huis komen, Jim vraagt Ali
ce. „Blijf nog een poosje bij mij.*
„Van avond niet," antwoordt hg. „John.
Ker komt; bjj zal mij reeds lang thuis
wachten."
„Ik vind het prettig, dit hij gekomen is,"
zegt zij, vervolgens laat Alioe er haastig en
mot eene lichte verwarring op volgen„Ik
boud veel van John Ker.
Jim lachtuit dit lachen spreekt evenwel
meer kommer dan vreugde.
„Ik weet zeer goed, wat ge bedoelt, Alice
gij denkt, dat John mij wel wat binnen do
grenzen zal honden." „Dat heb ik niet willen
zeggen, Jim." „Neen, uwe woorden zeggen
he; niet, maar uw gezicht. Goeden nacht,
mijn eenig trouw hart- Denk er steeds aan,
dat één woord van jou meer weegt dan een
heel sermoen van John Ker. Nog eenmaal,
goeden nacht."
Ein paardengetrappel en oeD ongeduldig
schrapen van een paardenvoet weerklinkt.
Jim tracht zijn paard dicht naast het bare te
'gen, maar ^et paarij van Alioe is te
dicht bij den stal om te willen stilstaan enkapi-
tein L^zoy moet zonder een kus heenrijden.
Toen Alice een oogenblik later mat het
rjjkleed over den arm geslagen het salon
elf anderen tot uwe meening over te ha
len". ,Dat denk ik", zei de Hongaar,
„ik heb vijfduizend maal moeten zeggen
»doodslag, doodslag' al de anderen wa
ren nl. voor ^vrijspraak
Gekleurde regens.
Iedereen keat het verschijnsel der
zwarte, gele, roode, enz., regens. Men
heeft zelfs in Italië een regen van men-
schenbloed kunnen waarnemen, een zoo
eenig geval, dat er reden bestond voor de
vraag, of het authentiek is, alhoewel eene
microscopische ootleding het bestaan van
bloedbolletjes aangetoond heeft. Hoe 't zij,
de geklearde regens zijn altijd van den
zelfden oorsprong. De wind werpt lichte
stofdeeltjes in de lacht opstuifmeel,
plsntendeelen, delfstofdeeltjes en de neer
vallende regen slaat daarna de in de
lncbt meegevoerde lichamen Deer.
Onlangs viel in het fransche kanton
Trevières, vervolgens te Bayeux, te Ton-
gaes dezelfde zwarte regen. Deze was ge
vallen na de groote depressie, die den 21-
sten October over Calvados was getrok
ken. Waardoor zwarte. Denzelfden dag
brak te Caen een groote brand nit. Lich
te gebouwen, waarin ontzaglijke hoeveel
heden fourrages waren geborgen en waar
omheen zich mesthoopen eD stallen be
vonden, werden eene prooi der vlammen.
Op een gegeven oogen bik besloeg de
vlammenzee eene oppervlakte van 2000
vierkante Meter. Massa's water werden op
de brandende gebouwen geworpen en de
rookzuilen stegen van alle kanten tot eene
hoogte van honderden meters op en ver
dichtten zich in donkere wolken, die naar
het Westen dreveo. Den tweeden dag daar
na algemeene regen, onweer, enz. Te
Bayeax viel in de richting, die de met
rook en zwarte stofdeeltjes beladen wolken
hadden genomen, de zwarte regen. Bestaat
er verband van oorzaak en gevolg 't Is
mogelijk, doch kan niet vastgesteld worden,
want dezelfde regen is ook opgemerkt in
de richting van Saint-Servan, hetgeen de
waarde van de verklaring wel een weinig
vermindert.
Iu CocbiDchina, ook een zwarte regen.
De heer Aimé Girard heeft de door den
regen neergelegde stoffen ontleed. Hy werd
gevormd door rijstkorreltjes, die onder
invloed van lucht en moeraswater verkoold
waren. De gang van zaken is dezelfde
een wind, die de lichte stoffen omhoog
drijft en regen, die ze op den grond te-
terugvoerJ. Evenzoo in Tunis op den 4den
November, een roode regen. De luitenant
van de artillerie Bursaux, verzamelde de
door dezen regen achtergelaten vaste over
blijfselen, welke later microscopisch onder
zocht werden. Ditmaal zeer weinig orga
nische stoffen het depót werd gevormd
door minerale stoffen, kwarts en kristal
len, welke aan den regen eene rossige tint
gaven. Deze kristallen moesten afkomstig
zijn van veldspaathaohtige rots, hoewel
er geen mica in was.
De kleur der zwarte, roode en andere
regens wordt dus veroorzaakt door de door
den wind meegevoerde stoften. Het is
duidelijk, dat de stoffen zeer verschillend
kunneu zijn stuifmeel, diatomen, graan-
korreltjes en audere organische deeltjes, of
mineralen. Deze regens, waarvan de oor
sprong niet betwist kan worden, zijn be
langwekkend, daar ze ons kannen in
lichten omtrent den weg, dien de winden
volgen.
Vader en zoon.
#Papa, wat beteekent tochhet ia za
liger te geven dan te ontvangen F"
tfDat beteekent, jongen, dat je moeder
't pleizieriger vindt, mij te kapittelen, dan
ik, om bsar aan te hooren.'
Erkenning van verdien-
eten.
Kapitein. Nu, luitenant, zijt gij met n-
wen nieuwen oppasser tevreden F
Luitenant. Kapitein, hij bezit bijna
meneohen verstand.
Dit zal helpen!
Dokter: De zieke moet flink zweeten,
zult gij daar goed voor zorgen
Hospita: Dat zal wel vanzelf gaan.
Morgen is de maand om, en vervalt de
huur; dan zal ik hem het vuur dicht ge
noeg aan de schenen leggen!
Bij een plotseling hoe
wordt niet gemeld te Baltimore uitge
broken brand zijn dinsdag t wee haven
steigers verwoest en een duitsch, engel-
sch en noorsch schip, benevens ettelijke
andere vaartuigen, zwaar beschadigd.
De Gruyèr e—k aasmakers
zijn in groote verlegenheid. Svdert eeni-
geu tijd toch worden de kazen, die op
de gewone manier zijn bereid, opvallend
donker, bijna zwart. Dat is nog nooit
voorgekomen. Ervaren kaasmakera verkla
ren, dat de oorzaak van dit verschijnsel
waarschijnlijk ligt in sen gebrek in bet
zout, dat gebruikt wordtlangs weten-
schappelijken weg is daarvan echter nog
niets gebleken.
Ds zwarte kazen zijn natuarlijk, ten
minste voor export niet te gebruiken.
Een zeeramp.
Bij het eiland Miquelon, ten zuiden van
Newtouodland, ia de fraDache vis-
schersbom Yaillant op een ijsberg ge-
stooten. De boeg spleet van één, in bet
instroomende water verdtonk een deel dei
bemanning, die in het vooronder was, en
andere werden gedood door vallende raas.
Er was nog juist tijd, om de booten uit
te zetten, maar tijdens de inscheping der
opvarenden zonk de schuit in de diepte.
Voor zoover bekend is, ontsnapten maar
zeven man in een der booten. Van dezen
zijn drie op zee van nitpntting gestorven
de overigen zijn Da vijf dagen rondzwer-
vens in betreurenswaardigen toestand ge
red door de fransche bark Victor Eugè-
ne. Er waren aan boord van de Vaillant
73 manmen vreest, dat 66 van dezen
verdronken zijB.
E«n eigenaardig proces.
In een fransch blijspel legt de schrijver
een der personen de volgende woorden
tot zijne vrouw in den mondAls een
van ons beiden sterft, ga ik op een buiten
wonen."
Tom Smithson, rentenier te Chapham
Common, in Eogeland, had deze woorden
misschien nooit gehoord, maar hij had
hetzelfde denkbeeld als de man in het
blijspel; hij dacht, dat zijne vrouw eerder
zou sterven dan hij, en hij was van plan,
dan op een buiten te gaan wonen. Maar
nu wilde hij wel eens zeker weten, of de
ze zijne weDSchen vervuld zonden worden
en hij giog daarom Daar eene kaartlegster,
en deze deelde hem mee, dat zijne vrouw
binnen eeu jaar zou sterven. Tom Smith-
sod, vol vertrouwen in die voorspelling,
begon onmiddellijk aan de verwezeulijking
van zijn hartewensch en bouwde zich een
allerliefst weduwnaarsnestje aan de zeekust.
Zonder er zijne vrouw iets van te zeggen,
kocht hij een terrein dicht bij Hastiogs,
liet er eene villa bouwen en die daarna
meubilesren. En toen alles iu orde was,
wachtte hij geduldig of de voorzegging
van de kaartlegster uitkwam.
Maar daar kwam niets vande ge
zondheid van mevr, Smithson, die totnog
toe wankelend was geweest, werd na veel
beter, vooral door de lichaamsoefeningen,
waaraan de dame veel deed op raad van
haar dokterzelfs werd zij zoo sterk, dat
zij thans-presidente is van eene dames-fiets
club.
Het jaar verliep en een paar maanden
daatby Smithson kreeg allengs de over
tuiging, dat de voorspellingen van de
kaartlegster niets waard waren. Hij wilde
haar opzoeken, maar zij was thans van
affaire veranderd en had een kroeg ge
huurd in eene andere plaats. Hij vond
haar echter ten slotte; zocht haar op en
eischte van haar al de kosten terug, die
de bouw der villa hem had veroorzaakt.
Toen zij, zooals men begrijpen kan, wei
gerde, zette hij een proces tegen haar op
touw. Dezer dagen verscheen Helene Vio-
letta Anderson voor de rechtbank. De
zitting was kort, maai vol typische too-
neeltjes. Mevr. Smithson was er ook ver
schenen, bloeiend van gezondheid en met
een spottend lachje luisterend naar de ge
tuigenissen van den architect, den aanne
mer, de behangers, cdz., die alle zeer ver
nederend waren voor haar man. De rech
ter deed den heer 8mithson opmerken,
dat de raad van eene kaartlegster geen
contract was, en dat alleen de domheid
aaD de woorden van zoo'n vrouw eenige
waarde kou hechteD. Vrouw Anderson
Kwam er dan ook met vijf shilling boe
te afde eisch van mr. Smithson werd
niet ontvankelijk verklaard.
Fransche wijsheid. Eene
zeer amusante domheid van leger-autori-
teiten is dezer dagen bekend geworden in
een provinciestad in Frankrijk. De fran
sche bladen verzwijgen den naam der stad en
dea naam van dezen militairen comman
dant der stad, die eigenlijk aan de verge
telheid zouden moeten zijn ontrukt. Even
voor het Kerstfeest in 't vorige jaar on-
vingen de soldaten van het in het onge
noemd plaatsje in garnizoen liggende re
giment de mededeeling, dat„ er geen ver
lof werd gegeveD, wijl in dat jaar de
nieuwjaarsdag te spoedig op Kerstmis volg
de.'
mij, dat, toen ik eens met eenige
vrienden bij hem was, de quaestie van
het gebruik van tabak ter sprake
kwam. Ik bekende, dat ik voor jaren
een slaaf was geweest van het rooken,
zoodat ik geen regel kon schrijven of
lezen zonder mijn pijp. Maar eindelijk
kwam ik in opstand tegen deze slaver
nij en zwoer de tabak af. Eenige vrien
den plaagden Tennyson, dat hij nooit
afstand zou kunnen doen van zijn pijp.
„Dat kan ieder", riep de dichter uit,
„die maar wil. En ik zal u het bewijs
er voor leverenna dezen avond zal
ik het rooken opgeven'. Nog dienzelf
den avond wierp bij al zijne pijpen en
zijn voorraad tabak door het raam in
den tuin. Den volgenden dag was hij
zeer beminnelijk en tevreden. Den
tweeden dag scheen hij verdrietig en
grillig. Den derden dag wist men niet,
wat met hem aan te vangen. Na een
onrustigen nacht sprong hij eindelijk
het bed uit, zocht zijne pijpen bijeen,
stopte er een en begon te rooken. Aan
het ontbijt was hij weer geheel de ou
de. Van het opgeven van het rooken
was geen sprake meer.
binnentrad, boorde gij vrooltjke stemmen.
Door bet geflikker van het vnur, kon gij in
het eerste oopenblik niet sien, wie er in de
kamer waren, maar zij onderscheidde twee
tot drie beeren, mevrouw Blake in haar
armstoel en Flora achier haar aan de thee
tafel Sir Moritg Dermot stapte nit
de groep naar voren.
„Eindelijk hier, Alioe! Waar hebt ge
Jim gelaten
„Bij is naar buis gereden, omdat hij John
Ker verwachtte," antwoordt zij, terwijl zij
eeo anderen heer in een rooden jachtrok de
hand reikt en vraagt
„Hoe gaat het n, mijnheer Cascoigne?"
Andermaal treedt nit het donker eene gectal-
te naar voren en Alica roept verrast uit
„Mijnheer Kerl En Jim dacht, dat gereeds
thuis op hem zaat te wachten 1"
„Ik zal dadelijk heengaan," antwoordde
hg kalm vervolgeus neemt hij een oogen
blik de hand van het jonge meisje in de
zijne. „Gij zijt koud, juffrouw Blake, kom
wat dichter bij het vaar."
„Wij troffen mjjnheer Ker bij mama,"
merkte Flora op.
„En hebben een zeer aangenamen achter
middag gehad,* voegde mevronw Blake er
bjj. „Alice, wij geloofden reeds, dat ge ver
loren geraakt waart.*
„Het was een heele afstand," geeft Alice
bescheiden ten antwoord, want zij boort aan
den toon, waarop hare moeder spreekt, dat
haar lang uitblijven niet in goede aarde is
gevallen.
„Maar gij beiden moet toeh gekropen heb
ben," lacht Flora. „Moritz en ik hebben
ook langzaam gereden, toch zijn wij op z'n
minst een half nar thuis."
„Ja, maar wij hadden ook zooveel reden
niet, om ons onderweg zoo te verlaten, even
als Alice," zegt Algy, „dat maakt natuar
lijk een onderscheid."
Mijnheer Ker, die de verlegen uitdrukking
in Alice's gelaat bemerkt, nadert haar nog
eene schrede.
„Hadt ge een goeden dag P" vraagt hij, en
lachend zegt bg verder: „Weet ge, ik heb
zoo weinig verstand van eene vossenjacht,
dat ik mij er nauwa'ijks fatsoenlijk over uit-
drukken kan. Ik kan beter roeien en zeilen,
maar op het jachtterrein ben ik zeer slecht
tbnis, zoodat Jim nooit nalaten kan, mg daar
gedacht over nit te lacheD.*
„Vandaag bood de jacht geen bjj-
zonders aan, en hoe kort zg ook iz geweest,
voor de meesten was zg reeds lang ge
noeg.*
Hg antwoordt niets, cgne oogen nemen
baar ernstig op en de moede en matte uit
drukking in haar gelaat en hare oogen,
doen hem onaangenaam aan-*
„Gij gevoelt n niet wel,* zegt hg vrien-
delgk, „juffrouw Alioe, gg zgt in die zes
maanden zeer veranderd."
„Vindt ge dat P" vraagt zg, vervolgens
bloost zg tot achter deooren. „Hecht daar
niet te veel waarde aan, mijnheer Ker. Ik
gevoel mg volkomen wel. De jacht heeft
mij misschien wat al te veel vermoeid, mis
schien heb ik wat te snel gereden.*
„Ik zal er geen woord meer over zeggen,"
is het antwoord en hg drnkt de lippen vast
opeen. ,Gg zult zeer om ave gezondheid
moeten denken," laat hg een oogenblik later
hooren en voegt er dan finisterend aan toe
„belooft ge mg dat, Alice, terwille van Jim
Hg kent haar reeds zoo lang, dat bg dat
wel zeggen mag. De overigen praten en
lachen, zoodoende kan hg zich ongestoord
met Aliee bezig honden en hg ziet, hoe haar
gelaat smaller en hare oogen grooter en
dieper geworden zga. Zwggend zet zg zich
na met gebogen hoofd neder en het schijnsel
van het vaar speelt over haar gelaat en haren.
„Mag ik n wat thee brengen vraagt hg.
Zg antwoordt, zonder op te zien „Ik dank u."
Sir Moritz brengt haar intosBchen een kop
thee en mijnheer Ker neemt in den stoel
naast Alioe plaats.
„Ik heb uwe nicht gezien,* zegt Alice
tot Moritz Dermot, terwgl zg het kopje nit
zgne handen aanneemt.
„Werkelgk? En wat denkt ge van haar
vraagt hg, terwgl zgn gelaat eene vroolgke
uitdrukking aanneemt.
„Zg is betooverend, Moritz- Zoo'n heer-
lgk, lief gezichtje heb ik nog nooit gezien.*
„Wie is dat toonbeeld van schoonheid P*
vraagt Flora; zg had de theetaiel verlaten
en was eveneens bij den schoorsteen komen
staan.
„Het nichtje van Moritz," verklaarde Alice.
„Ik zag haar heden, Flora, gg hebt haar
volstrekt niet goed besohreven, zij is in
één woord verrukkelijk."
Sir Moritz' oogen schitterden big bij deze
loftuitingen het was hem te moede, als
werd hem daardoor iets aangenaams gezegd.
,,lk verheug er mij oneindig over, dat gij
n zoo uitermate goed bevalt,"zegt hij harteljjk.
Mijnheer Ker en mjjnheer Cascoigne gaan
na heen. Toen zij zich verwijderd hadden,
neemt Flora het thema van zooeven weder
cp en draait haar gelaat zoo, dat het vunr-
schijnael het op z'n voordeeligst doet uit
komen en Sir Moritz zich aan het aanschou
wen daarvan verlustigen kan.
„Gij bewondert dus Moritz' landelijk nicht
je, lieve Alice P* Yroeg Flora.
Wanneer zjj gezien had, hoe het bloed den
jongen man naar het hoofd steeg, bad zij
wellicht bare verdere woorden bionen ge
bonden, maar zij zag het niet. Sir Moritz
werd zeer boos, toen de schoonheid met een
spottend laebje voortging:
„Die arme Moritz 1 Wanneer gij hem hadt
kunnen zien, met dit kind nit de wildernis
op sleeptouw wanneer ge eens hadt gezien,
hoe de kleine niet van hem weg was te siaanjzij
wilde de rest van den avond maar alleen met
hem in de eetkamer doorbrengen; o ik kan u
zeggen, hare aanhankelijkheid was meer dan
roerend. De uitdrukking van het gelaat van
sir Moritz, was, nadat bjj al hare liefelijk
heden had moeten aanzien, in één woord
belaohelyk. Moritz, ik geloof, dat nwe Dicht
nog nooit te voren eene ordentelijk gedek
te tafel heeft gezien."
„Ik zal baar daarnaar vragen, als ik n
daarmede een genoegen kan doen," zeide sir
Moritz zoo koud en op zulk een afwyzenden
toon, dat juffrouw Blake zich toch wel wat
onaangenaam gevoelde. Zij ontstelde, toen
de hooge gestalte van den jongen, fieren man
zoo plotseling naast haar opdook.
,Ik zal u zeer dankbaar zgn," sprak bij
vervolgens even koud, „wanneet gg u in mij-
De tegenwoordigheid niet meer van een der-
gelijken spot wildot bedienen. Gij zoudt dan
wel een ander voorwerp voor nwe over
moedige stemming knnnen kiezen."
„Ik zal diegene kiezen, die mij aange
naam is," antwoordt zjj. Zgn toorn heeft
haar hare gewone kalmte doen verliezen
„Gij kant overigens niet ontkennen, dat gjj u
niet voor nw nichtje schaamt. Ik heb het
dien avond maar al te dnideljjk bemerkt."
„Uwe gave, om de dingen op te merken,
doet n alle eer aan," antwoordt hij, terwgl
zijne boosheid bedenkeljjk hoog wordt, daar
hij de waarheid harer woorden moet er
kennen. Vervolgens wendt hg zich tot Ali
ce.
.,Gg zult wel goed voor haar zgn, dat
weet ik," zegt hij warm. ,,Gg znlt niet den
spot met haar drijven, of haar verlegen ma
ken, of beleedigen. Ines is nauwelijks meer
dan een kind, Alicezij is zoo verlaten en
door de wereld verstooten geweest, dat zij
niets van onze manieren en gebruiken weet
en zich niet thuis gevoelt in ods gezelschap,
zooals wjj dat weelsel van leugens noemen,
waarin wij tegenwoordig leven-"
j.Gjj gevoelt n in dat weefsel van lengens even
goed thuis als wg, en gij zgt ook een slaaf
der gewoonten daarvan," doet juffrouw Bla
ke met een hoogmoedigen blik op zijne bree-
de schouders hooren- „Overigens heb ik er
nooit gedachte op gehad, dst gij zulk oen
vereerder van vrouwelijke nainnrljjkheid
waart, Moritz," voegt zg er lachend aan
toe, terwgl zij hare witte handen tusschen
haar gelaat en het vnur houdt. „Ik moet
lachen, wanneer ik aan de japon van juf
frouw Der mot denk kort tot boven de
enkels en op den mg den eenen vouw Daast
den anderen vergeef mij Moritz, maar ik
moet lacben, ik kan het niet helpen
Hij wendt zioh kort af, en zelfs bij het
schijnsel van het vnur ziet zij den toorn
in zgne oogen gloeien, als hij, harder en kou
der dan zooeven nog, zegt
>>En gjj znlt mjj niet ten kwade duiden,
wanneer ik weiger, nog langer hier te big ven
en nwe vroolijkheid te deelen-"
Hg neemt afscheid zgn optreden is stijf
ea afgemeten, behalve tegen Alice- Hij wil
niet eens afwachten tot zgn paard voor staat,
maar verlaat de kamer en staat in den gaDg
te wachten, er de voorkeur aan geveild, alleen
te staan, liever dan eenige hatelijke opmer
kingen van Flora te moeten aanhooren.
Mevrouw Blake volgt hem op den voet.
„BIjjf hier, Moritz," verzoekt zjj, „ik zal
een bode naar het slot Drumaneen zenden en
laten zeggen, dat ge bij ons bijjft."
Hij is te opgewonden, om zich zoo spoedig
weder te kunnen kalmeereD.
„Ik ben u zeer verplicht,antwoordt hij;
„maar ik vermag werkelijk niet, heden avond
hier te bljjven. Ik ben meer dan vuil en
stoffig van de jacht, zoodat ik niet in een
salon pas."
Ontelbare malen had hij reeds in een
dergelijken toestand zjjn verblijf bij de
Biakes opgeslagen. Eene verontschul
diging, 't hindert niet welke, is hem
goed, hij wil hier niet blijven. Mevrouw
Blake moet den lieren jonkman, dien zjj reeds
in bare gedachten haar schoonzoon noemt, in
den zadel zien springen en wegrjjden. "B
keert naar het salon terug en vindt daal
slechts AliceFlora heeft zich verwjjderd.
Alice keek droomend in het vnur
„Is Moritz weg, mama vraagt zjj, meer
door behoelte gedre-en om iets te zeggen,
dan uit nieuwsgierigheid.
„Ja, hg is weg en bg scheen in eene zeer
slechte lnim te zgn. Is Flora weer onaar
dig geweest Ik was ingesluimerd en hoor
de niet, wat zg met elkander bespraken
„Zg uitte een zeer grof oordeel over zu e
nicht en ik geloot, dat hem dat zeer onaan
genaam was,1' artwoordde Alice. Na eenige
minnten voegde zjj er aan toe: „O mama,
zij is bekoorljjkZoo een betooverend
gezichtje heb ik werkelgk nog nooit gezien.
Deze woorden klonken mevronw Blake
zeer onaangenaam in de ooren.
„Welk een onzin Alice I Flora segt: hei
is een klein, zwart ding, met niets zeggende
bruine oogen zeer eigenaardig."
„Niets zeggende, oogen 1 Mama, het «gd
schitterende sterren, en zg heeft zulk aardig,
vrooljjk krollend baar 1"
„Ik ben geen bewonderaarster van dat
kroes-haar. Naar alles, wat ik hoor, moet
zjj zeer veel op eene negerin gelijken."
WCRDT VERVOLGD.