Protectie.
E
Zondag 16 Mei 1S97.
41ste Jaargang No. 32 O 4-.
B IJ VOEGSEL.
Uit en voor de Pers.
De Hoofdzaken.
FEUILLETON.
GEMENGD NIEUWS.
SGHAGER
COURANT
lot het minimam, waarvoor de arbeider den boerenstand. Dienstplicht.
kan blijven ieven, evengoed kan men ook En op wie drukt de laat het zwaarst De luitenant-adjodant W. C. Schöo-
eene ijzeren pachtwet waarnemen, die vol- Op den «kleinen man,' want terwijl voor sjedt maakt in De Avondpost een open
komen voor den pachter beteekent, wat de
loonwet voor den arbeider is.
De pachters doen niets, om die wet in
hun voordeel te verzachten. Zij vereeni
gen zich nietzij vermoorden elkaar on-
Wat bij de hollandsche protectionisten
het meeste recht van spreken heeft, dat
is de Landbouw.
De landbouwers bewerenot liever
heeren protectionisten zijn wel zoo goed,
als woordvoerders voor den „landbouw-
stand' te poeeeren en als diens meening
te verkondigen, dat de landbouw eigenlijk gansche voordeel van de graanrechten naar Ja maar, zeggen de protectionisten, de
de grootste kruk is, waarop Nederland zich toe lullen sleepsn, dat kan men ook arbeidersstand herwint aan den eenen kant,
drijft. En het protectionisme zal door1 op grond van bepaalde voorteekenen voor- 1
een gegoede de verhooging van den brood- brief openbaar aan het adres van Schaep-
prijs met een paar centen niet zoo heei man. Aanleiding tot dit schryven is het-
veel beteeken', is zij voor den arbeider een geen de heer Schaepman over de verwer-
heele slag. pelykheid rau den persoonlijken of alge-
Dus 2e onrechtvaardigheidHet door meenen dienstplicht gesproken heeft in
- .1 i de landheeren en enkele boeren genoten de vergadering van afgevaardigden der
derling door huant concurrentie Als er T0Qtdeel j§ hoofdE,kelijk te dragen door R. K. kiesverenigingen.
gr0D verpachten valt^ dan gaQSCben nederlsndschen arbeiders-De scbryver meent, dat het niet vsn
bieden de aspirant-pachters zoo roekeloos
mogelijk tegen elkaar op en zij moeten
zich dan ook hooge pachten en nadeelige
contracten laten welgevallen.
De landheer profiteert ervan En dat "op
inderdaad de landheeren onmiddellijk het
de zwakste schonden.
graanrechten den landbonw helpen.
Deze twee voorname punten van den
komenden strijd willen wij Dog eens zeer
iu 't kort beschouwen.
Welk deel van Nederlands grond wordt
door den landbouw ingenomen
Da jaarcijfer» geven daarop duidelijk
antwoord. Men kan veilig de cijfers over
1893 en 1891 nemen, gelijk ook de heer
dr. D. B o s heeft gedaan in zijne bro
chure Het protectionisme en zijne gevol-
s pellen.
Heeft Diet een grondbezitter in Gronin
gen onlangs verklaard, dat hij met de her
nieuwing vsn zijn pschtcontrsct zou wach
ten tot ns de verkiezingen P
gen bekend gemaakt, hoe in Oad-Beierlznd
eveneens de pachtheeren specnleeren op
beschermende rechten
Voorwaar een treffend Mene tekel I
Maar de kleine grasnboeren, die zelf
stand. i warme vaderlandsliefde getnigt, bij voor-
Zoo ziet men telkens deze onevenredig- baat eiker regeering vertrouwen te ont-
heidHet voordeel voor enkelen het neggen, die persoonlijken dienstplicht in
nadeel voor allen. En das nog dezeDe basr vaandel zou plaatsen. De schrijver
is, in strijd met dr 3., vsn oordeel, da'
de legerorgacisatie wel degelijk ala maat
schappelijk vraagstuk op den voorgrond
behoort te treden, want jaarlijks treden
duizenden jonge mannen in de gelederen
op een leeftijd, waarop lichaam en ziel
nog ontvankelijk zij voor invloeden ten
goede en ten kwade, en na is schrijver
van oordeel, dat die intloeden in het leger
ten goade werkzaam zijn, beroepende hij
zich daarbij op het oordeel van de mi
liciens zeiven eo van de leden van het
reserve-kader. Door een der voornaamste
woordvoerders van de partij, die door dr.
wat hij aan den anderen kant verliest
want de bevoordeelden zullen immers
ook zooveel meer welvaart kannen ver
spreiden.
Eo hiermede miskent men ten eenenmale
en dat is iets, dat maar al te vaak over
En heeft tnr. Goekoop niet dezer da- 't hoofd wordt gezien de eigenaardige
gen', aangezien die cijfers bijna niet ver- d in eigendom bezitten, die zonden
anderer, zooals trouwens begrijp«aijk is. door graanrechten worden gebaat
Wat leert nu de statistiek? Dat in qq^ jB Eeer twijfelachtig. Immer» in
1894 de opervlakle, in beslag genomen de eerste plaats moet van hunne bevoordet- niet» dun grasland.
door mei- en hooiland, ^1,159,286 H.A. d((0r graanrechten afgetrokken worden
de benadeeling, welke zij zouden ondervin
den door de daardoor veroorzaakte ver-
hooging der prijzen van veevoeder. De
meeste landbouwers toch houden niet al
leen paarden voor de bebouwing van het
land, maar ook koeien en schapen voor
eigen behoefte. Zelfs in het uitsluitend
landbouwende Zeeland zijn op de 6561
landgebrnikers nog 503 houders van zes
of meer koeien.
En in de tweede plaatsHoeveel van
die bóeren-bezitters zijn er eigenlijk P
Men kan het nit do Jaarcijfers wel
eenigszins opmaken.
Er waren in 1894 op de kleigronden (vee
houderij uitgezonderd, dus graanbouwers)
- 25,088 eigenaars eH ongeveer evenveel
door de heffing van invoerrechten van die hl nl> 25,270. Van die 25,088 ei
A trnn 1 tt
verdeeling, van den grond in Nederland.
Nederlands geologische kaart is geen
lapjesdeken, waarop om en om kleine
stukjes bouw- en grasland te zien zijn., - -
Het bouwland ligt meestal in groote stre- f;
ken bijeen en het grasland evenzoo.
is dan ook hulde gebracht aan hetgeen
bedroes, terwijl het bouwland slechte
861,792 H.A. innam.
Maar wij zijn er nog niet.
Het is om graanrechten te doen en wij
hebben dus slechts te maken met het
door granen bebouwde gedeelte. Welnu
dat bedroeg in 1893 slechts 479,271 H.A.
(tarwe 70,804, spelt 121, rogge 201,993,
winteigerst 26,767, zomergerst 15,137,
haver 126,350, zandboekweit 35,237, veen-
boekweit 2862).
Een kleine 500,000 n. A, graanland
dus tegenover meer dan 1,000,000 H. A.
wei- en hooiland.
Daarbij komt dan nog, dat sommige
graansoorten, zooals haver en boekweit,
voor veevoeder worden gebruikt, zoodat
Als men op den Westertoren staat dan d°°r Bergau.ius is gedaan in het
ziet men w^d en zijd in den omtrek belang van den soldaat, een lof, die zeker
ij in met mindere mate toekomt aan de
Als men op den Langpan te Middel- «inister. Seyf.rdt en Schneider. De
burg staat, ziet men wrd en zijd iu den ten slot'e ,d«" he"
omtrek niets dan bouwland (behoeden, de Schaepman de vraag: ,Is dan het beg.n-
kleine stukjes weiland voor eigen gebruik). ^T»n perBoonlyken dienstplicht een
graansoorten de veeteelt rechtstreeks zou
worden benadeeld.
De veeteelt, die meer dan tweemaal
zooveel grond in Nederland inneemt als
de graanbouw
Men moet maar durven, om Nederland
een landbouwstaat te noemen.
En als de graanrechten den landbouw-
etand ten minste maar hielpen. Als de
achter en zijne mannen er maar baat bij
adden.
Maar dat znllen ze immers niet.
Men behoeft al zeer weinig menschen-
keunis te hebben, om te begrijpen, wat er
genaars bezaten 5560 meer dan 20 H.A.
grond, zoodat men die veilig buiten den
«armen" boerenstand kan rekenen.
Rest ongeveer 20,000 boerenbezitters.
Het rechtstreek sche voordeel van de
graanrechten minus het nadeel door duur
der veevoeder) zal dus worden genoten
door
le. de landheeren.
2e. twintigduizend boeren.
Wie het indirecte voordeel zal genie
ten de bate der schatkist uit de invoer
rechten dat kan niemand zeggen.
De Regeering kan met den besten wil ter
gebeuren zal, wanneer de pachters door wereld niet weten, waar zij het inkomen-
graanrechten io staat worden gesteld, de geld moet plaatsen, om het nadeel, ge-
meer van hun graan ts maken. Dan zal leden door de verhooging van den brood
immers de landheer, die in
de laatste prijs, te dekken door belastingverlaging.
jaren steeds zijne inkomsten heeft zien da- iedereen eet brood, maar niet iedereen
len, terstond zeggen «Wacnt even, pach- betaalt belasting.
ter mijn vriend, gij hebt mij al siuds i En menschen met groote gezinnen ver
lang weinig geld van mijn groudbezit bruiken meer brood dan alleeDwonenden.
doe» trekken, gij zijt zelfs vaak achterge- xen slotts de groote vraag
bieren in 't betalen van het verschuldig
de, omdat gij zeidet, dat uw bedrijf u nitt
genoeg oplevert... nu is het mijne beurt
Gij wordt beschermd, dus kunt gij beta
len en zelfs meer betalen."
Het spreekt immers vanzelf, dat het zóó
zal gaan en niet anders. Even goed als er
eene ijzeren loonwet is, die zegt, dat de
loouen de neiging hebben om te dalen
Wie zal het betalen f Wie zal den
landbouwer aan zijne hoogere graanprijzen
helpen P
Antwoord De broodetenden, m. a. w.
iedereen.
Dus: le onrechtvaardigheid: de gan
sche natie betaalt het voordeel, dat ten
slotte ten goede komt, hoofdzakelijk aan
de landheeren en aan een klein deel van
Ines laebt nog altoos vriendelijk tegen
de witte hyacinthen eu andere bloemen, die
op ta'el staan, tij zien er in haar oog zoo
lief uit en ruiken zoo heerlijk. Ook de
sneeuwklokjes, waarmede Moritz haar zoo-
even heeft opgesierd, verheugen baar zeer
het aangenaamst vindt sij bet echter, dat
niemand haar meer uitlacht en geeu aan
sloot meer in haar gedrag vindt.
tMevroow Bryan heeft ons tegen donder
dag te dineeren gevraagd', cegt lady Der
mot. .Ines is eveneens nitgeuoodigd. Dit
maakte zij tot een harer voorwaarden, dat
Ines moest meekomen; ik begrjjp duidelijk,
dat zij dat deed, om mij te ergeren, want
zij weet heel goed, hoe ongewoon bet Ines
is, om nit te gaan.'
Sir Moritz krijgt eene kleur en ziet er
verdrietig uit.
«Natuurlijk zal Ioes aan de oitnoodi-
ging gehoor geven," zegt hij kortaf, „en u
moet baar eene passende japon laten ge
reed maken, opdat allen lastertongen het
«wijgsn kan worden opgelegd.'
«Waarom wenscht mevrouw Bryan mij
bi)_ sich te dineeren P' vraagt Ines plot-
*®hng, zich tot tante Catbarina wendend.
Lady Dermot antwoordt daarop meer vol
gens de waarheid, dan beleefdOmdat
zij gelooft, dat gij nog eene kleine wilde
*8* en dat gij niet weet, boe gij u
aan tafel zult moeten gedragen.'
Ines' bruine oogen zien verachtelijk
voor zich uit.
«Ik wil daar niet beengaan, om uitge
lachen te worden," antwoordt zij scherp.
Nu echter doet sir Moritz eene poging,
om alles weder in het reine te brengeD.
Ja, gij zalt we! gaan, Ines, om dien laster
tongen te loouen, dat gij u best met hen
kunt meten. Laai mijne moeder voor eeDe
passende japon zorg dragen en ik denk*
en een zelfbewusten blik op haar gelaat wer
pend, zegt hij de volgende woorden, „dat
gjj den meest trotschen Dermot, die ooit ge
leefd beeft, geen oneer zult aandoen."
Lady Dermot gevoelt sich gestreeld, dat
haar zoon haar sooveel goeden smaak toe
schrijft, maar toch is hetgeen hij van baar
wenscht, haar nu juist niet geheel en al naar
den sin, namelijk dat, om da algemeene
opmerkzaamheid op Inea te vestigen.
„Ik geloof werkelijk, dat Ioes nog te jong
is,* geeft zij als hare meening te kennen.
„Ik kao heel gemakkelijk aan mevrouw
Bryan een briefje zenden, waarin ik baar
meedeel, dat mijne nicht nog niet volwas
sen genoeg is, om nu reeds aan diners van
groote gezelschappen te hunnen deelne
men.
„Maar lieve moeder,* antwoordt Moritz,
„die reden kunt ge onmogelijk opgeven,
want dan kan Ines ook geen bal be
zoeken.'
„Een bal bezoeken P Neen, mijn waarde
Moritz, dat kan in 't geheel niet. Ik bljjf
ook thuis."
„Maar dan kunt ge haar toch aan de
hoede vau eene andere bejaarde dame toe
vertrouwen," houdt Moritz hardnekkig vol,
want zijn wil ia door de tegenspraak nog
meer geprikkeld geworden.
Lady Dermot noemde dese gedachten
volkomen dwaas en onuitvoerbaar. Sir
Morits blijft toch bij zijne meeoing en zijne
moeder geeft eindelijk toe. Op die manier
werd de strijd ten slotte geëindigd.
„Zijt ge big, dat ge naar een bal moogt',
vraagt sir Moritz later op den avond aan
Ines.
Deze schudt ernstig het hoold.
„Het is zeer aardig van u, dat ge
wenscht, dit ik daar zal heengaan, maar ik
ga toch maar liever niet,* antwoordde zij
met een droevig gelaat.
,Hoe dat P' vraagt hij, cjjn stoel dichterbij
rokkend. „Alie jonge meisjes gaan gaarne
naar een bal."
,Ik geloof, dat ik niet ben, zooals an
dere meisjes. Ik ben baDg voor een bal.'
Wanneer men eene goede geologische
kaart van Nederland bekijkt (die vaa Sta
ring b. v.), dan ziet men in geheel N.—
Holland grasland, evenzoo in de gansche
Krimpenerwaard en in de Alblasser-
waard en den Biesbosch, ook in de gan
sche streek om Rotterdam, Delft en Den
Haag 6d verder uitgestrekte aaneengeslo
ten graslanden in Friesland, enz.
Daarentegen vindt men aaneengesloten
bouwland in de Tielerwaard, de Betuwe,
de Lijmers, Groningen, Voorne, Beierland,
Patten, Goeree, Overflakkee en gansch
Zeeland.
Streken, waar wisselbouw voorkomt,
vindt men slechts weinig (om Nienwveen
en Moerkapelle, waar korenbouw van 5
jaar met 1 jaar beweiding afwisselt) en
even zeldzaam is het, dat de grond in
kleinere stokken bouw—ec grasland is ver
deeld (in sommige gedeelten van Fries
land, Groningen en Overijsel).
De slotsom ligt voor de hand. Door
de verdeeling van Nederland in groote
streken bonwland hier en groote streken
grasland daar, zal de zoo hoog opgevij
zelde vermeerdering van welvaart der
landbouwers uilsluitend ten goede komen
aan de reeds bevoordeelde landbouwstre
ken.
Terwijl toch de veeteeltstreken mee heb
ben helpen betalen aan hot duurdere
brood I
Das 3e onrechtvaardigheid Wat bet
gansche land heeft opgebracht, wordt
slechts door enkele gedeelten genoten.
Alweer dos de onevenredigheid Voor
deel voor enkelen, nadeel voor het alge
meen.
De arbeiders in de veeteelistreken van
Friesland znllen het brood nit hun' mond
moeten sparen ten bate van de landhee
ren en enkele boeren in Zeeland.
Deze dingen zijn het, die wij io de
quaestie der graanrechten noemden als
de hoofdzaken.
Hbld.
„Bang voor een bal P* vraagt Moritc
vroolijk.
„Voor de menschen," antwoordt Ines
verlegen en klagend. „Op een bal wordt
gedanst, niet waar P En ik
dansen.'
Sir Morits springt op.
„Zoo zal ik het u leeren.
tal u de bewegingen voordoen,
dansen leeren, Ines 1"
Plotseling wordt lady Dermot gewaar,
dat de ateelen en tafels in het salon in
opstand geraakt zijn. Zonder veel omslag
sebnift Moritz alles in één boek, om zoo
doende ruimte te krijgen tot dan
sen, eo eer sij nog een woord van te
genspraak heelt kannen doen hooren, heeft
bij reeds de piano geopend, de kaarsen
aangestoken, en zijne moeder, met de
nitnoodigiog, eene wals te spelen, naar
het instrument gevoerd. Haar helpt het
niets, of sij al tegenpruttelt en zoodoende
geett zij maar toe en spoedig staat Ines
met neergeslagen oogen en met een hoo
gen blos op het gelaat, de passen van
air Moritz gide te slaan.
,Het is zoo dood gemakkelijk, kom
over zuivering van
en onzuivere z.g. minerale
Iets
drinkwater
wateren.
Onder de verschillende middelen, om
water te zuiveren, is toepassing van warm
te het eenvoudigste. Nog niet één percent
der in het water aanwezige bacteriën biedt
enkele minuten weerstand aan het kook
punt, terwijl de meerderheid bij eene veel
lagere temperatuur reeds binnen een mi
nuut vernietigd wordt. Daartoe behooren
de ziekte veroorzakende organismen van
typhus, cholera en de bacxll. eoli. Het ko
ken vsd drinkwater levert dus in tijden
van epidemieën een belangrijken waarborg
°p.
In verband met het gebrnik van water
op fiesachen of kruiken zoogenaamde
minerale wateren zij opgemurkt, dat,
hoewel de meeste dezer watersoorten in zui-
veren toestand zijn, als zij uit den grond
opborrelen, zij toch ligt verontreinigd wor
den, en alsdaD, bij somtijds maanden
lange bewaring op flesscheD, een gunstig
veld aanbieden voor de ontwikkeling van
bacteriën, in een met onder cijfers te
brengen aantal. Slechts zelden heeft het
personeel, dat eenigerlei dienst bij de vul
ling der llesschen te doen heeft, eenig be
grip van streng (bacteriënwereDde) zindelijk
heid; vandaar, dat de fiesachen vóór de
vulling niet altijd behoorlijk gereiuigd en
gesteriliseerd worden. Met de snelheid,
waarmede bacteriën vermenigvuldigen, kan
de aanvankelijke aanwezigheid van slechts
etikele in eene flesch aanleiding geven tot
bet ontstaan van groote koloniën na ver
loop van een paar dageD. Bij iiet gebrnik
van minerale wateren zal het de aandacht
niet ontgaan zijn, dat er zich soms een
bezinksel op den bodem der flesch be
vond, zonder dat men er over dicht, wat
dit kon zijn, terwijl daarbij ook wel eens
verondersteld zal zijn, dat hst neerslag
nit onschuldige minerale stoffen bestond.
Men bedenke, dat dit bezinksel voortge
bracht is door en wemelt van micro-orga-
niamen. Streng toezicht ook op minerale
wateren is derhalve dringend noodzakelijk.
{M. t. d. F.)
Een redder.
Den 5 Mei van dit jaar was het 25
jaar geleden, dat de tegenwoordige presi
dent der Fransche Repnbliek op net pnnt
stond, te Altona in de haven te verdrin
ken, waar hij toeD eene reis voor zakeD
deed. Hij zon «lollig zijn omgekomen,
als een havenw erker te AltoB», die juist op
weg naar de kerk was om te tronwen, zijne
bruid niet in den steek had gelaten en met
eigeD gevaar hem nit het vrij onstuimige
water had gered.
8edert dien tijd atond de heer Faure
steeds in relatie met zijn redder, Brandt
geheeteD. De heer Faure nam deel door
geschenken en met brieven aan al de aan
gelegenheden der familie Brandt, vaD den
eersten zuigeling af tot aan der zilveren
brnilofttoe' Ondanks het zware ongeluk
te Parijs vergat de president dei Fransche
Repnbliek ook dit jaar op 5 Mei zijnen
redder nietbehalve een telegram van ge-
lnkwensching, zond hij hem een prachtig
geschenk.
Brand in s c h o o 11 o c a 1 e n.
Te Berlijn bestaat reeda gernimen tijd
het voorschrift, dat van tijd tot tijd de
leerlingen van alle openbare scholen geoe
fend moeten worden in het ordelijk verla
ten der lokalen, voor het geval van brand.
Het hoofd der school laat onverwachts
met de bel een sein geven, waarmede
onderwijzen in kennis zijn gesteld, en
elke klasse moet dan terstond, met ach
terlating van boeken en petten, enz., in
eene vooraf bepaalde orde onder leiding
van den onderwijzer, ordelijk het gebouw
verlaten. Herhaalde proefnemingen hebben
geleerd, dat eene school van 800 kinderen
aldns binnen 41/, minuut na het sein
geheel ontruimd kan zijD. Het is ook
reed» voorgekomen, dat in gebeurde ge
bouwen, die voor school waren ingericht,
inderdaad brand is ontstaan es door toe
passing van het voorschrift steeds zoDder
ongelnkken de ontraiming plaats heeft
gehad.
Een der eigenaardigste
dieren, die op aarde leven, of «in het wa
ter onder de aarde zwemmen", is het we
reldberoemde japansohe «murrhooid" (een
vischsoort) met menschelijk gelaat. Zijn
lichaam is nauwelijks drie centimeter
lang zijn kop is het dnidelijk evenbeeld
van een chineeschen koelie met dnide-
lijk voorkomende oogeD, neus en moDd.
De stem van zijn tegen
stander. In een dorp in het gebied
van Bern werd voor korten tijd eene kies-
vergadering in eene schnur gehouden,
daar een auder lokaal niet te vinden was.
Daar werd de spreker, de candidaat, bij
de optelling zijner aanbevelingen plotse
ling door bet geloei van eene koe onder
broken. Nadat de vroolijkheid van de
toehoorders wat bedaard was, merkte de
redenaar op Mijne Heeren, op deze in
terruptie van mijD tegenstander was ik
volstrekt niet voorbereid
Aangename nachtrust.
Volgens een engelsch blad had een
jonge, ietwat zenuwachtige geestelijke in
Amerika eene ontmoeting, die hij op de
volgende wijze aan een vriend verhaalde
«Ik moest een afgelegen dorp bezoeken
en daar bij eene oude dame overnachten.
Zij nam mij zeer gastvrij op, bracht mij
kan niet
Kom, ik
Gjj moet
nn eens hier 1 Zie eens, Ines: een,
twee, drie, nn omdraaien; een, twee, drie!
Zie eens, andera bebt ge niet te doen 1"
Daarbij draait bij zich in een kring rond
en Ines staat lachend toe te kijken. ,Een,
twee, drie 1"
Zij doet eenige aarselende schreden, ha
re aardige, nieuwe schoentjes glgdea ge
makkelijk over bet tapijt.
,Ik kan bet niet, Moritz; werkelyk, dat
kan ik onmogelijk leeren.'
(Gij kunt bet wel met mij 1* roept hij
vergenoegd nit; hij legt zijn arm om haar
middel en binnen vijf minuten is de oefe
ning in vollen gang.
,Nu hebt ge het begrepen 1' roept Dar-
mot opgetogen. ,Goed gedaan, InesEen,
twee, drieoen, twee, drie I*
Zij dansen verder en lady Dermot ziet
hen voorbij zich heen zweven haar zoon,
groot, trotsoh en schoon, als alle Dermots,
met dat kleine kroeskopje in zijne ar
men. Zij ziet bet kinderlijk verheugd ge
zichtje, dat door de (nelle beweging en de
vroolijke muziek nog levendiger schijnt dan
gewoonlijk.
„Nu doe ik bet goed!" roept Ines plot
seling, terwijl zij voelt, dat bare voeten de
maat van de muziek houden.
„En het bevalt u F" vraagt sir Morits met
groote hartelijkheid van toon.
Dat „een, twee, driel* is hem reeds te
veel, ijj heelt het tellen niet meer noodig.
Met de lichte gestalte in zijne armen en
baar zoet lachen aan lijn oor, denkt hij,
dat het heerlijk zou zijn, als hij dat allea
zijn eigendom zou kunnen noemen en het
niet meer nit zijne armen zou behoeven los
te laten. Wellicht raadt lady Dermot de
gedachten van haar zoon, want met een
onverwacht accoord eindigt zij hare wals en
staat van de piano op.
„Ik ben moede," segt zedan voegt ze
er aan toe: „Ines, mijn lief kind, soudtge
even naar mijne kamer willen gaan, en mijn
mandje met wol willen halen P" En Ioes
snelt, van opgewondenheid vroolijk lacbeod,
de kamer uit, om aan den wenscb van hare
tante gevolg te geven.
„Morits, wees voorsichtig in nw gedrag
tegeoover Ines,* zegt lady Dermot haastig,
als zij alleen zijn.
„Wat meent ge daarmede, moeder vraagt
hij met plotselinge hardheid in sijne stem en
sijn optreden, terwijl zijne wangen zieh
donkerder kleuren.
„Het is dwaasheid, neen, het is erger
dan dwaasheid, het is dom! Denkt ge er
wellicht aan, om eene dochter van eene ope
ra-zangeres van den tweeden rang tot uwe
vronw te maken f vraagt lady Dermot recht
op den man af.
,Gij vergeet, dat zij ook eene Dermot is.'
antwoordt haar zoon, terwijl hij zijne wenk
brauwen toornig samentrekt, waardoor zijne
moeder maar al te goed ziet, dat hij niet
erg zachtmoedig gehumeurd is.
„Een kind, hslf zoo oud als gij zelf 1* gaat
zij voort. „Ik verwonder er mij over, dat
gij zoo onverstandig zijt, om dut niet in
te zien.'
Sir Moritz gaat vlak voor zijne moeder
slaan.
„Wanneer ik trouw, zoo aal ik een meis
je trouwen, dat ik zelf heb gekozen, moeder,
en ik hoep, dat mijne keus zoowel do«r u
als elk ander aonder eenige aanmerking
zal worden geaccepteerd 1* Zonder lady Der
mot tijd tot antwoord te laten, stormt
bjj de kamer uit.
Ines, die juist de trap afkomt, ont
moet hem in den gang en in een oo-
genblik is hij weder zichzelf.
,Bet dansen beviel u dus P" vraagt hij,
haar een oogenblik vasthoudendwant hij
gevoelt behoefte, een oogenblik in hare
reine oogen te zien, en dat doet hij,
als zij bem vol verrukking en kinderlijke
blijdschap aanziet.
,0 ja,' antwoordt sij opgetogen, (nn,
na ik dansen kan, ben ik in 't geheel
niet meer bang voor een bal.'
,üij zult dansers genoeg vinden,*
zegt hij duister, terwijl hij ziehzelf eer
lijk bekent, dat hij het slecht sal kunnen
verdragen, dst een ander met haar danst
of spreekt.'
De soete, onbewuste vleierjj van haar
volgend gezegde, ontlokt bem een lachje.
,Ik zal met niemand anders dansen dan
met u."
.Wilt ge mij dat beloven?" vraagt hij,
nog altijd lachend.
,Neen Ines, dat mag ik u niet vragen,
maar het was wellicht toch beter, want
ge zijt nog zoo onschuldig.'
„Goeden nachtMet een korten
handdruk en een diepen zucht verlaat bij
baar haar hart echter slaat nog niet
sneller in zijne tegenwoordigheid, bare
oogen verstaan het nog niet, te lezen, wat
de zijnen haar telkens vertellen, het
oogenblik van dat ontwaken is nog niet
daar.
,Ik kon nw raaodje niet vinden, tante Ca
tbarina,* zegt Ines, vroolijk en opgeraimd
het salon weder binnenkomend. ,0, kijk
eens, daar staat bet 1* roept zij op betzelfde
oogenblik uit, terwijl zij op het bewuste
voorwerp wijst, dat onder het bereik harer
tante staat.
„Werkelijk, daar slaat het,* zegt lady
Dermot, schijnbaar verrast eo door
naar mijn kamer en nam met de volgen*
de woorden e«D zeer hartelijk afscheid:
„Ik geef deze kamer slechis aan gasten,
die ik in het bijzonder mijne hoogachting
wil betoonenwant zij ig voor mij vol
van heilige herinneringen. Mijn eerste
man stierf in dit bed, op dat kassen,
mijn tweede man eindigde zijn leven daarë'
ia dien leunstoel in den hoek. Dikwijls
wanneer ik in het donker hier binnen'
kom, meen ik hem dsar nog te zien zit
ten. Mijn vader legde zich daar op da
canapé onder dst venster en hy stond
niet meer op. Arme papa, hij was spiri
tist en beloofde naij, dit hij mij na sijn
dood in deze kamer zon verschijnen. Dik
wijls geloof ik ook hem hier te zien.
Mocht hij heden nacht soms komen, zeg
het mij dan niet, want ik wil niet, dat
hij weer terug komtbij moet ook zijne
rost hebben. Op dezelfde plaats, waar gij
thans itaat, werd mijn zood nit mijn eer
ste huwelijk door eene beroerte getroffen
en stortte levenloos op den grondhij-
was arts, en daar iD die kast staai nog
twee geraamten, die hem toebehoorden.
In die tafellade liggen twaalf echedels,
en als ge soms vroeg op sijt en voor het
ontbijt eenige verstrooiing zoekt, open dan
slechts die latafelge vindt er eene gehee-
le verzameling menschen beenderen in,
waar mijn zoon zeer veel van hield. En
nn wensch ik n een goeden nacht en
aangename droomen 1'
- Een treffend staaltje
van het beminnelijk karakter van
keizer Wilbem I wordt meegedeeld doof-
eene lezeres der Voss. Zeitung, welke
tevens de heldin dezer kleine episo
de was. Het was in het jaar 1866;
de eerste berichten omtrent de over
winning bereikten uit Bohemen de hoofd
stad en overal heerschte uitgelaten
vreugde. Ook de kleinen namen deel
aan de algemeene Wijd«efea^~-^Q. een
klein meisje greep in eene spontane
opgewondenheid naar de pen en schreef
den volgenden brief:
„Lieve mijnheer de koningHet doet
mij veel genoegen, dat wy den slag
gewonnen hebben. Wat zullen, die
Oostenrijkers het land hebben. Ik
danste door de kamer en zong: „De
Pruisen hebben den slag gewonnen, hoe
zee 1" Nu, vaarwel, lieve mijnheer de
koning. Groet de koningin en hare kin
deren voor my. Hartelijk gegroet door
uwe vriendin" (volgt de naam).
Het adres luidde„Aan den konii>~
van Pruisen, Berlijn, Unter den Linden,
franco".
Eenige dagen later hield voor de wo
ning van het kind een hofrijtuig stil,
waaruit de geheime hofraad Bork stapte,
om het kleine meisje een eigenhandig
schrijven van den koning ter hand te
stellen, luidende „Mijn besten dank J
Wilhelm."
Tegelijkertijd deelde de hofraad het
kind mede, dat de koning hem had
opgedragen, aan de kleine schrijfster
te zeggen, dat zijne Majesteit en de
koninklijke familie zich ten zeerste
hadden verheugd over dit bewijs van
kinderlijke vaderlandsliefde en dat de
koning steeds eene aangename herin
nering zou behouden aan deze aardi
ge attentie.
W i e 1 r ij d e n.
Jaap Eden schijnt pogingen te doen,
wat van zijn ouden roem terug te
winnen. Zondag zal hij Protin ont
moeten op de Brusselsche wielerbaa
en tegen het einde der maand ry3t
tegen Morin.
woord noch blik verradend, dat het mandje,
volgens haar weten, daar reeds den geheelen
avond heeft gestaan. Vervolgens verandert
zij van onderwerp en zegt
„Ioee, nw neet Moritz is ongemeen goed
hartig, maar gij moet bem niet zoo geheel
en al in beslag nemen, lieve, door hem aan u
dansen eD allerlei andere dingen te laten
leeren.'
De vroolyke glans op het gerichlje van
Ines verdwijnt oogenblikkeljjk, slechts half
begrijpt sij, dat sij weder eens iets niet goed
gedaan beeft en sij trekt zich beschaamd
en terneergedrukt in hare kamer terng.
De avond van het diner bij mevrouw
Bryan is aangebroken en de dame sit kant
en klaar, om hare gasten af Io wachten.
Zij is in maisgele zijde gekleed en zij hesft
een collier paarlen om den bals, flat een
groot vermogen vertegenwoordigt.
De meest mogelijke verscheidenheid ta
de samenstelling harer gasten, heeft reeds
eene zekere beroemdheid verkregen. De meest
niteenloopende elementen trsctit zij altoos
in hare vertrekken te vereenigen. Doods
vijanden brengt zij in elkanders getelschap
en plaatst zij als tafelburen nevens elkaar.
Familiën, die nooit met elkander een woord
wisselen, dwiDgt zij, om interessante ge
sprekken te voeren. De hoogadellijke be
woners uit dan omtrek noodzaakt zij, om met
nieuwe baronnen en jonkheeren, of met
vertegenwoordigers van den g Idadel te
converseeren. WanDeer bet iemand onaan
genaam is, den eenen of anderen j>ersoon te
ontmoeten, bij kan ervan verzekerd zijn,
dat mevrouw Bryan den persoon in kwestie
spoedig een plaatsje aan hare tafel doet
innemen
Trots deze onaangename zgde, sgn hare
diners de prettigste uit den geheelen om
trek. En olscboon men beweert, dat zij
zelve een onaangenaam mensch is, vindt men
hare wijnen oitslekend en hare spijzen
delicaat-
Natuurlijk zijn alle mogelijke geschiede
nissen over haar in omloop. Mtn zeg»,
dat zij haar man vermoord heeft; dat tij
er met een ander is van door gegaan; zjj
waren beiden gelijktijdig weggeloopenzij