Protectie. E Zondag 16 Mei 1S97. 41ste Jaargang No. 32 O 4-. B IJ VOEGSEL. Uit en voor de Pers. De Hoofdzaken. FEUILLETON. GEMENGD NIEUWS. SGHAGER COURANT lot het minimam, waarvoor de arbeider den boerenstand. Dienstplicht. kan blijven ieven, evengoed kan men ook En op wie drukt de laat het zwaarst De luitenant-adjodant W. C. Schöo- eene ijzeren pachtwet waarnemen, die vol- Op den «kleinen man,' want terwijl voor sjedt maakt in De Avondpost een open komen voor den pachter beteekent, wat de loonwet voor den arbeider is. De pachters doen niets, om die wet in hun voordeel te verzachten. Zij vereeni gen zich nietzij vermoorden elkaar on- Wat bij de hollandsche protectionisten het meeste recht van spreken heeft, dat is de Landbouw. De landbouwers bewerenot liever heeren protectionisten zijn wel zoo goed, als woordvoerders voor den „landbouw- stand' te poeeeren en als diens meening te verkondigen, dat de landbouw eigenlijk gansche voordeel van de graanrechten naar Ja maar, zeggen de protectionisten, de de grootste kruk is, waarop Nederland zich toe lullen sleepsn, dat kan men ook arbeidersstand herwint aan den eenen kant, drijft. En het protectionisme zal door1 op grond van bepaalde voorteekenen voor- 1 een gegoede de verhooging van den brood- brief openbaar aan het adres van Schaep- prijs met een paar centen niet zoo heei man. Aanleiding tot dit schryven is het- veel beteeken', is zij voor den arbeider een geen de heer Schaepman over de verwer- heele slag. pelykheid rau den persoonlijken of alge- Dus 2e onrechtvaardigheidHet door meenen dienstplicht gesproken heeft in - .1 i de landheeren en enkele boeren genoten de vergadering van afgevaardigden der derling door huant concurrentie Als er T0Qtdeel j§ hoofdE,kelijk te dragen door R. K. kiesverenigingen. gr0D verpachten valt^ dan gaQSCben nederlsndschen arbeiders-De scbryver meent, dat het niet vsn bieden de aspirant-pachters zoo roekeloos mogelijk tegen elkaar op en zij moeten zich dan ook hooge pachten en nadeelige contracten laten welgevallen. De landheer profiteert ervan En dat "op inderdaad de landheeren onmiddellijk het de zwakste schonden. graanrechten den landbonw helpen. Deze twee voorname punten van den komenden strijd willen wij Dog eens zeer iu 't kort beschouwen. Welk deel van Nederlands grond wordt door den landbouw ingenomen Da jaarcijfer» geven daarop duidelijk antwoord. Men kan veilig de cijfers over 1893 en 1891 nemen, gelijk ook de heer dr. D. B o s heeft gedaan in zijne bro chure Het protectionisme en zijne gevol- s pellen. Heeft Diet een grondbezitter in Gronin gen onlangs verklaard, dat hij met de her nieuwing vsn zijn pschtcontrsct zou wach ten tot ns de verkiezingen P gen bekend gemaakt, hoe in Oad-Beierlznd eveneens de pachtheeren specnleeren op beschermende rechten Voorwaar een treffend Mene tekel I Maar de kleine grasnboeren, die zelf stand. i warme vaderlandsliefde getnigt, bij voor- Zoo ziet men telkens deze onevenredig- baat eiker regeering vertrouwen te ont- heidHet voordeel voor enkelen het neggen, die persoonlijken dienstplicht in nadeel voor allen. En das nog dezeDe basr vaandel zou plaatsen. De schrijver is, in strijd met dr 3., vsn oordeel, da' de legerorgacisatie wel degelijk ala maat schappelijk vraagstuk op den voorgrond behoort te treden, want jaarlijks treden duizenden jonge mannen in de gelederen op een leeftijd, waarop lichaam en ziel nog ontvankelijk zij voor invloeden ten goede en ten kwade, en na is schrijver van oordeel, dat die intloeden in het leger ten goade werkzaam zijn, beroepende hij zich daarbij op het oordeel van de mi liciens zeiven eo van de leden van het reserve-kader. Door een der voornaamste woordvoerders van de partij, die door dr. wat hij aan den anderen kant verliest want de bevoordeelden zullen immers ook zooveel meer welvaart kannen ver spreiden. Eo hiermede miskent men ten eenenmale en dat is iets, dat maar al te vaak over En heeft tnr. Goekoop niet dezer da- 't hoofd wordt gezien de eigenaardige gen', aangezien die cijfers bijna niet ver- d in eigendom bezitten, die zonden anderer, zooals trouwens begrijp«aijk is. door graanrechten worden gebaat Wat leert nu de statistiek? Dat in qq^ jB Eeer twijfelachtig. Immer» in 1894 de opervlakle, in beslag genomen de eerste plaats moet van hunne bevoordet- niet» dun grasland. door mei- en hooiland, ^1,159,286 H.A. d((0r graanrechten afgetrokken worden de benadeeling, welke zij zouden ondervin den door de daardoor veroorzaakte ver- hooging der prijzen van veevoeder. De meeste landbouwers toch houden niet al leen paarden voor de bebouwing van het land, maar ook koeien en schapen voor eigen behoefte. Zelfs in het uitsluitend landbouwende Zeeland zijn op de 6561 landgebrnikers nog 503 houders van zes of meer koeien. En in de tweede plaatsHoeveel van die bóeren-bezitters zijn er eigenlijk P Men kan het nit do Jaarcijfers wel eenigszins opmaken. Er waren in 1894 op de kleigronden (vee houderij uitgezonderd, dus graanbouwers) - 25,088 eigenaars eH ongeveer evenveel door de heffing van invoerrechten van die hl nl> 25,270. Van die 25,088 ei A trnn 1 tt verdeeling, van den grond in Nederland. Nederlands geologische kaart is geen lapjesdeken, waarop om en om kleine stukjes bouw- en grasland te zien zijn., - - Het bouwland ligt meestal in groote stre- f; ken bijeen en het grasland evenzoo. is dan ook hulde gebracht aan hetgeen bedroes, terwijl het bouwland slechte 861,792 H.A. innam. Maar wij zijn er nog niet. Het is om graanrechten te doen en wij hebben dus slechts te maken met het door granen bebouwde gedeelte. Welnu dat bedroeg in 1893 slechts 479,271 H.A. (tarwe 70,804, spelt 121, rogge 201,993, winteigerst 26,767, zomergerst 15,137, haver 126,350, zandboekweit 35,237, veen- boekweit 2862). Een kleine 500,000 n. A, graanland dus tegenover meer dan 1,000,000 H. A. wei- en hooiland. Daarbij komt dan nog, dat sommige graansoorten, zooals haver en boekweit, voor veevoeder worden gebruikt, zoodat Als men op den Westertoren staat dan d°°r Bergau.ius is gedaan in het ziet men w^d en zijd in den omtrek belang van den soldaat, een lof, die zeker ij in met mindere mate toekomt aan de Als men op den Langpan te Middel- «inister. Seyf.rdt en Schneider. De burg staat, ziet men wrd en zijd iu den ten slot'e ,d«" he" omtrek niets dan bouwland (behoeden, de Schaepman de vraag: ,Is dan het beg.n- kleine stukjes weiland voor eigen gebruik). ^T»n perBoonlyken dienstplicht een graansoorten de veeteelt rechtstreeks zou worden benadeeld. De veeteelt, die meer dan tweemaal zooveel grond in Nederland inneemt als de graanbouw Men moet maar durven, om Nederland een landbouwstaat te noemen. En als de graanrechten den landbouw- etand ten minste maar hielpen. Als de achter en zijne mannen er maar baat bij adden. Maar dat znllen ze immers niet. Men behoeft al zeer weinig menschen- keunis te hebben, om te begrijpen, wat er genaars bezaten 5560 meer dan 20 H.A. grond, zoodat men die veilig buiten den «armen" boerenstand kan rekenen. Rest ongeveer 20,000 boerenbezitters. Het rechtstreek sche voordeel van de graanrechten minus het nadeel door duur der veevoeder) zal dus worden genoten door le. de landheeren. 2e. twintigduizend boeren. Wie het indirecte voordeel zal genie ten de bate der schatkist uit de invoer rechten dat kan niemand zeggen. De Regeering kan met den besten wil ter gebeuren zal, wanneer de pachters door wereld niet weten, waar zij het inkomen- graanrechten io staat worden gesteld, de geld moet plaatsen, om het nadeel, ge- meer van hun graan ts maken. Dan zal leden door de verhooging van den brood immers de landheer, die in de laatste prijs, te dekken door belastingverlaging. jaren steeds zijne inkomsten heeft zien da- iedereen eet brood, maar niet iedereen len, terstond zeggen «Wacnt even, pach- betaalt belasting. ter mijn vriend, gij hebt mij al siuds i En menschen met groote gezinnen ver lang weinig geld van mijn groudbezit bruiken meer brood dan alleeDwonenden. doe» trekken, gij zijt zelfs vaak achterge- xen slotts de groote vraag bieren in 't betalen van het verschuldig de, omdat gij zeidet, dat uw bedrijf u nitt genoeg oplevert... nu is het mijne beurt Gij wordt beschermd, dus kunt gij beta len en zelfs meer betalen." Het spreekt immers vanzelf, dat het zóó zal gaan en niet anders. Even goed als er eene ijzeren loonwet is, die zegt, dat de loouen de neiging hebben om te dalen Wie zal het betalen f Wie zal den landbouwer aan zijne hoogere graanprijzen helpen P Antwoord De broodetenden, m. a. w. iedereen. Dus: le onrechtvaardigheid: de gan sche natie betaalt het voordeel, dat ten slotte ten goede komt, hoofdzakelijk aan de landheeren en aan een klein deel van Ines laebt nog altoos vriendelijk tegen de witte hyacinthen eu andere bloemen, die op ta'el staan, tij zien er in haar oog zoo lief uit en ruiken zoo heerlijk. Ook de sneeuwklokjes, waarmede Moritz haar zoo- even heeft opgesierd, verheugen baar zeer het aangenaamst vindt sij bet echter, dat niemand haar meer uitlacht en geeu aan sloot meer in haar gedrag vindt. tMevroow Bryan heeft ons tegen donder dag te dineeren gevraagd', cegt lady Der mot. .Ines is eveneens nitgeuoodigd. Dit maakte zij tot een harer voorwaarden, dat Ines moest meekomen; ik begrjjp duidelijk, dat zij dat deed, om mij te ergeren, want zij weet heel goed, hoe ongewoon bet Ines is, om nit te gaan.' Sir Moritz krijgt eene kleur en ziet er verdrietig uit. «Natuurlijk zal Ioes aan de oitnoodi- ging gehoor geven," zegt hij kortaf, „en u moet baar eene passende japon laten ge reed maken, opdat allen lastertongen het «wijgsn kan worden opgelegd.' «Waarom wenscht mevrouw Bryan mij bi)_ sich te dineeren P' vraagt Ines plot- *®hng, zich tot tante Catbarina wendend. Lady Dermot antwoordt daarop meer vol gens de waarheid, dan beleefdOmdat zij gelooft, dat gij nog eene kleine wilde *8* en dat gij niet weet, boe gij u aan tafel zult moeten gedragen.' Ines' bruine oogen zien verachtelijk voor zich uit. «Ik wil daar niet beengaan, om uitge lachen te worden," antwoordt zij scherp. Nu echter doet sir Moritz eene poging, om alles weder in het reine te brengeD. Ja, gij zalt we! gaan, Ines, om dien laster tongen te loouen, dat gij u best met hen kunt meten. Laai mijne moeder voor eeDe passende japon zorg dragen en ik denk* en een zelfbewusten blik op haar gelaat wer pend, zegt hij de volgende woorden, „dat gjj den meest trotschen Dermot, die ooit ge leefd beeft, geen oneer zult aandoen." Lady Dermot gevoelt sich gestreeld, dat haar zoon haar sooveel goeden smaak toe schrijft, maar toch is hetgeen hij van baar wenscht, haar nu juist niet geheel en al naar den sin, namelijk dat, om da algemeene opmerkzaamheid op Inea te vestigen. „Ik geloof werkelijk, dat Ioes nog te jong is,* geeft zij als hare meening te kennen. „Ik kao heel gemakkelijk aan mevrouw Bryan een briefje zenden, waarin ik baar meedeel, dat mijne nicht nog niet volwas sen genoeg is, om nu reeds aan diners van groote gezelschappen te hunnen deelne men. „Maar lieve moeder,* antwoordt Moritz, „die reden kunt ge onmogelijk opgeven, want dan kan Ines ook geen bal be zoeken.' „Een bal bezoeken P Neen, mijn waarde Moritz, dat kan in 't geheel niet. Ik bljjf ook thuis." „Maar dan kunt ge haar toch aan de hoede vau eene andere bejaarde dame toe vertrouwen," houdt Moritz hardnekkig vol, want zijn wil ia door de tegenspraak nog meer geprikkeld geworden. Lady Dermot noemde dese gedachten volkomen dwaas en onuitvoerbaar. Sir Morits blijft toch bij zijne meeoing en zijne moeder geeft eindelijk toe. Op die manier werd de strijd ten slotte geëindigd. „Zijt ge big, dat ge naar een bal moogt', vraagt sir Moritz later op den avond aan Ines. Deze schudt ernstig het hoold. „Het is zeer aardig van u, dat ge wenscht, dit ik daar zal heengaan, maar ik ga toch maar liever niet,* antwoordde zij met een droevig gelaat. ,Hoe dat P' vraagt hij, cjjn stoel dichterbij rokkend. „Alie jonge meisjes gaan gaarne naar een bal." ,Ik geloof, dat ik niet ben, zooals an dere meisjes. Ik ben baDg voor een bal.' Wanneer men eene goede geologische kaart van Nederland bekijkt (die vaa Sta ring b. v.), dan ziet men in geheel N.— Holland grasland, evenzoo in de gansche Krimpenerwaard en in de Alblasser- waard en den Biesbosch, ook in de gan sche streek om Rotterdam, Delft en Den Haag 6d verder uitgestrekte aaneengeslo ten graslanden in Friesland, enz. Daarentegen vindt men aaneengesloten bouwland in de Tielerwaard, de Betuwe, de Lijmers, Groningen, Voorne, Beierland, Patten, Goeree, Overflakkee en gansch Zeeland. Streken, waar wisselbouw voorkomt, vindt men slechts weinig (om Nienwveen en Moerkapelle, waar korenbouw van 5 jaar met 1 jaar beweiding afwisselt) en even zeldzaam is het, dat de grond in kleinere stokken bouw—ec grasland is ver deeld (in sommige gedeelten van Fries land, Groningen en Overijsel). De slotsom ligt voor de hand. Door de verdeeling van Nederland in groote streken bonwland hier en groote streken grasland daar, zal de zoo hoog opgevij zelde vermeerdering van welvaart der landbouwers uilsluitend ten goede komen aan de reeds bevoordeelde landbouwstre ken. Terwijl toch de veeteeltstreken mee heb ben helpen betalen aan hot duurdere brood I Das 3e onrechtvaardigheid Wat bet gansche land heeft opgebracht, wordt slechts door enkele gedeelten genoten. Alweer dos de onevenredigheid Voor deel voor enkelen, nadeel voor het alge meen. De arbeiders in de veeteelistreken van Friesland znllen het brood nit hun' mond moeten sparen ten bate van de landhee ren en enkele boeren in Zeeland. Deze dingen zijn het, die wij io de quaestie der graanrechten noemden als de hoofdzaken. Hbld. „Bang voor een bal P* vraagt Moritc vroolijk. „Voor de menschen," antwoordt Ines verlegen en klagend. „Op een bal wordt gedanst, niet waar P En ik dansen.' Sir Morits springt op. „Zoo zal ik het u leeren. tal u de bewegingen voordoen, dansen leeren, Ines 1" Plotseling wordt lady Dermot gewaar, dat de ateelen en tafels in het salon in opstand geraakt zijn. Zonder veel omslag sebnift Moritz alles in één boek, om zoo doende ruimte te krijgen tot dan sen, eo eer sij nog een woord van te genspraak heelt kannen doen hooren, heeft bij reeds de piano geopend, de kaarsen aangestoken, en zijne moeder, met de nitnoodigiog, eene wals te spelen, naar het instrument gevoerd. Haar helpt het niets, of sij al tegenpruttelt en zoodoende geett zij maar toe en spoedig staat Ines met neergeslagen oogen en met een hoo gen blos op het gelaat, de passen van air Moritz gide te slaan. ,Het is zoo dood gemakkelijk, kom over zuivering van en onzuivere z.g. minerale Iets drinkwater wateren. Onder de verschillende middelen, om water te zuiveren, is toepassing van warm te het eenvoudigste. Nog niet één percent der in het water aanwezige bacteriën biedt enkele minuten weerstand aan het kook punt, terwijl de meerderheid bij eene veel lagere temperatuur reeds binnen een mi nuut vernietigd wordt. Daartoe behooren de ziekte veroorzakende organismen van typhus, cholera en de bacxll. eoli. Het ko ken vsd drinkwater levert dus in tijden van epidemieën een belangrijken waarborg °p. In verband met het gebrnik van water op fiesachen of kruiken zoogenaamde minerale wateren zij opgemurkt, dat, hoewel de meeste dezer watersoorten in zui- veren toestand zijn, als zij uit den grond opborrelen, zij toch ligt verontreinigd wor den, en alsdaD, bij somtijds maanden lange bewaring op flesscheD, een gunstig veld aanbieden voor de ontwikkeling van bacteriën, in een met onder cijfers te brengen aantal. Slechts zelden heeft het personeel, dat eenigerlei dienst bij de vul ling der llesschen te doen heeft, eenig be grip van streng (bacteriënwereDde) zindelijk heid; vandaar, dat de fiesachen vóór de vulling niet altijd behoorlijk gereiuigd en gesteriliseerd worden. Met de snelheid, waarmede bacteriën vermenigvuldigen, kan de aanvankelijke aanwezigheid van slechts etikele in eene flesch aanleiding geven tot bet ontstaan van groote koloniën na ver loop van een paar dageD. Bij iiet gebrnik van minerale wateren zal het de aandacht niet ontgaan zijn, dat er zich soms een bezinksel op den bodem der flesch be vond, zonder dat men er over dicht, wat dit kon zijn, terwijl daarbij ook wel eens verondersteld zal zijn, dat hst neerslag nit onschuldige minerale stoffen bestond. Men bedenke, dat dit bezinksel voortge bracht is door en wemelt van micro-orga- niamen. Streng toezicht ook op minerale wateren is derhalve dringend noodzakelijk. {M. t. d. F.) Een redder. Den 5 Mei van dit jaar was het 25 jaar geleden, dat de tegenwoordige presi dent der Fransche Repnbliek op net pnnt stond, te Altona in de haven te verdrin ken, waar hij toeD eene reis voor zakeD deed. Hij zon «lollig zijn omgekomen, als een havenw erker te AltoB», die juist op weg naar de kerk was om te tronwen, zijne bruid niet in den steek had gelaten en met eigeD gevaar hem nit het vrij onstuimige water had gered. 8edert dien tijd atond de heer Faure steeds in relatie met zijn redder, Brandt geheeteD. De heer Faure nam deel door geschenken en met brieven aan al de aan gelegenheden der familie Brandt, vaD den eersten zuigeling af tot aan der zilveren brnilofttoe' Ondanks het zware ongeluk te Parijs vergat de president dei Fransche Repnbliek ook dit jaar op 5 Mei zijnen redder nietbehalve een telegram van ge- lnkwensching, zond hij hem een prachtig geschenk. Brand in s c h o o 11 o c a 1 e n. Te Berlijn bestaat reeda gernimen tijd het voorschrift, dat van tijd tot tijd de leerlingen van alle openbare scholen geoe fend moeten worden in het ordelijk verla ten der lokalen, voor het geval van brand. Het hoofd der school laat onverwachts met de bel een sein geven, waarmede onderwijzen in kennis zijn gesteld, en elke klasse moet dan terstond, met ach terlating van boeken en petten, enz., in eene vooraf bepaalde orde onder leiding van den onderwijzer, ordelijk het gebouw verlaten. Herhaalde proefnemingen hebben geleerd, dat eene school van 800 kinderen aldns binnen 41/, minuut na het sein geheel ontruimd kan zijD. Het is ook reed» voorgekomen, dat in gebeurde ge bouwen, die voor school waren ingericht, inderdaad brand is ontstaan es door toe passing van het voorschrift steeds zoDder ongelnkken de ontraiming plaats heeft gehad. Een der eigenaardigste dieren, die op aarde leven, of «in het wa ter onder de aarde zwemmen", is het we reldberoemde japansohe «murrhooid" (een vischsoort) met menschelijk gelaat. Zijn lichaam is nauwelijks drie centimeter lang zijn kop is het dnidelijk evenbeeld van een chineeschen koelie met dnide- lijk voorkomende oogeD, neus en moDd. De stem van zijn tegen stander. In een dorp in het gebied van Bern werd voor korten tijd eene kies- vergadering in eene schnur gehouden, daar een auder lokaal niet te vinden was. Daar werd de spreker, de candidaat, bij de optelling zijner aanbevelingen plotse ling door bet geloei van eene koe onder broken. Nadat de vroolijkheid van de toehoorders wat bedaard was, merkte de redenaar op Mijne Heeren, op deze in terruptie van mijD tegenstander was ik volstrekt niet voorbereid Aangename nachtrust. Volgens een engelsch blad had een jonge, ietwat zenuwachtige geestelijke in Amerika eene ontmoeting, die hij op de volgende wijze aan een vriend verhaalde «Ik moest een afgelegen dorp bezoeken en daar bij eene oude dame overnachten. Zij nam mij zeer gastvrij op, bracht mij kan niet Kom, ik Gjj moet nn eens hier 1 Zie eens, Ines: een, twee, drie, nn omdraaien; een, twee, drie! Zie eens, andera bebt ge niet te doen 1" Daarbij draait bij zich in een kring rond en Ines staat lachend toe te kijken. ,Een, twee, drie 1" Zij doet eenige aarselende schreden, ha re aardige, nieuwe schoentjes glgdea ge makkelijk over bet tapijt. ,Ik kan bet niet, Moritz; werkelyk, dat kan ik onmogelijk leeren.' (Gij kunt bet wel met mij 1* roept hij vergenoegd nit; hij legt zijn arm om haar middel en binnen vijf minuten is de oefe ning in vollen gang. ,Nu hebt ge het begrepen 1' roept Dar- mot opgetogen. ,Goed gedaan, InesEen, twee, drieoen, twee, drie I* Zij dansen verder en lady Dermot ziet hen voorbij zich heen zweven haar zoon, groot, trotsoh en schoon, als alle Dermots, met dat kleine kroeskopje in zijne ar men. Zij ziet bet kinderlijk verheugd ge zichtje, dat door de (nelle beweging en de vroolijke muziek nog levendiger schijnt dan gewoonlijk. „Nu doe ik bet goed!" roept Ines plot seling, terwijl zij voelt, dat bare voeten de maat van de muziek houden. „En het bevalt u F" vraagt sir Morits met groote hartelijkheid van toon. Dat „een, twee, driel* is hem reeds te veel, ijj heelt het tellen niet meer noodig. Met de lichte gestalte in zijne armen en baar zoet lachen aan lijn oor, denkt hij, dat het heerlijk zou zijn, als hij dat allea zijn eigendom zou kunnen noemen en het niet meer nit zijne armen zou behoeven los te laten. Wellicht raadt lady Dermot de gedachten van haar zoon, want met een onverwacht accoord eindigt zij hare wals en staat van de piano op. „Ik ben moede," segt zedan voegt ze er aan toe: „Ines, mijn lief kind, soudtge even naar mijne kamer willen gaan, en mijn mandje met wol willen halen P" En Ioes snelt, van opgewondenheid vroolijk lacbeod, de kamer uit, om aan den wenscb van hare tante gevolg te geven. „Morits, wees voorsichtig in nw gedrag tegeoover Ines,* zegt lady Dermot haastig, als zij alleen zijn. „Wat meent ge daarmede, moeder vraagt hij met plotselinge hardheid in sijne stem en sijn optreden, terwijl zijne wangen zieh donkerder kleuren. „Het is dwaasheid, neen, het is erger dan dwaasheid, het is dom! Denkt ge er wellicht aan, om eene dochter van eene ope ra-zangeres van den tweeden rang tot uwe vronw te maken f vraagt lady Dermot recht op den man af. ,Gij vergeet, dat zij ook eene Dermot is.' antwoordt haar zoon, terwijl hij zijne wenk brauwen toornig samentrekt, waardoor zijne moeder maar al te goed ziet, dat hij niet erg zachtmoedig gehumeurd is. „Een kind, hslf zoo oud als gij zelf 1* gaat zij voort. „Ik verwonder er mij over, dat gij zoo onverstandig zijt, om dut niet in te zien.' Sir Moritz gaat vlak voor zijne moeder slaan. „Wanneer ik trouw, zoo aal ik een meis je trouwen, dat ik zelf heb gekozen, moeder, en ik hoep, dat mijne keus zoowel do«r u als elk ander aonder eenige aanmerking zal worden geaccepteerd 1* Zonder lady Der mot tijd tot antwoord te laten, stormt bjj de kamer uit. Ines, die juist de trap afkomt, ont moet hem in den gang en in een oo- genblik is hij weder zichzelf. ,Bet dansen beviel u dus P" vraagt hij, haar een oogenblik vasthoudendwant hij gevoelt behoefte, een oogenblik in hare reine oogen te zien, en dat doet hij, als zij bem vol verrukking en kinderlijke blijdschap aanziet. ,0 ja,' antwoordt sij opgetogen, (nn, na ik dansen kan, ben ik in 't geheel niet meer bang voor een bal.' ,üij zult dansers genoeg vinden,* zegt hij duister, terwijl hij ziehzelf eer lijk bekent, dat hij het slecht sal kunnen verdragen, dst een ander met haar danst of spreekt.' De soete, onbewuste vleierjj van haar volgend gezegde, ontlokt bem een lachje. ,Ik zal met niemand anders dansen dan met u." .Wilt ge mij dat beloven?" vraagt hij, nog altijd lachend. ,Neen Ines, dat mag ik u niet vragen, maar het was wellicht toch beter, want ge zijt nog zoo onschuldig.' „Goeden nachtMet een korten handdruk en een diepen zucht verlaat bij baar haar hart echter slaat nog niet sneller in zijne tegenwoordigheid, bare oogen verstaan het nog niet, te lezen, wat de zijnen haar telkens vertellen, het oogenblik van dat ontwaken is nog niet daar. ,Ik kon nw raaodje niet vinden, tante Ca tbarina,* zegt Ines, vroolijk en opgeraimd het salon weder binnenkomend. ,0, kijk eens, daar staat bet 1* roept zij op betzelfde oogenblik uit, terwijl zij op het bewuste voorwerp wijst, dat onder het bereik harer tante staat. „Werkelijk, daar slaat het,* zegt lady Dermot, schijnbaar verrast eo door naar mijn kamer en nam met de volgen* de woorden e«D zeer hartelijk afscheid: „Ik geef deze kamer slechis aan gasten, die ik in het bijzonder mijne hoogachting wil betoonenwant zij ig voor mij vol van heilige herinneringen. Mijn eerste man stierf in dit bed, op dat kassen, mijn tweede man eindigde zijn leven daarë' ia dien leunstoel in den hoek. Dikwijls wanneer ik in het donker hier binnen' kom, meen ik hem dsar nog te zien zit ten. Mijn vader legde zich daar op da canapé onder dst venster en hy stond niet meer op. Arme papa, hij was spiri tist en beloofde naij, dit hij mij na sijn dood in deze kamer zon verschijnen. Dik wijls geloof ik ook hem hier te zien. Mocht hij heden nacht soms komen, zeg het mij dan niet, want ik wil niet, dat hij weer terug komtbij moet ook zijne rost hebben. Op dezelfde plaats, waar gij thans itaat, werd mijn zood nit mijn eer ste huwelijk door eene beroerte getroffen en stortte levenloos op den grondhij- was arts, en daar iD die kast staai nog twee geraamten, die hem toebehoorden. In die tafellade liggen twaalf echedels, en als ge soms vroeg op sijt en voor het ontbijt eenige verstrooiing zoekt, open dan slechts die latafelge vindt er eene gehee- le verzameling menschen beenderen in, waar mijn zoon zeer veel van hield. En nn wensch ik n een goeden nacht en aangename droomen 1' - Een treffend staaltje van het beminnelijk karakter van keizer Wilbem I wordt meegedeeld doof- eene lezeres der Voss. Zeitung, welke tevens de heldin dezer kleine episo de was. Het was in het jaar 1866; de eerste berichten omtrent de over winning bereikten uit Bohemen de hoofd stad en overal heerschte uitgelaten vreugde. Ook de kleinen namen deel aan de algemeene Wijd«efea^~-^Q. een klein meisje greep in eene spontane opgewondenheid naar de pen en schreef den volgenden brief: „Lieve mijnheer de koningHet doet mij veel genoegen, dat wy den slag gewonnen hebben. Wat zullen, die Oostenrijkers het land hebben. Ik danste door de kamer en zong: „De Pruisen hebben den slag gewonnen, hoe zee 1" Nu, vaarwel, lieve mijnheer de koning. Groet de koningin en hare kin deren voor my. Hartelijk gegroet door uwe vriendin" (volgt de naam). Het adres luidde„Aan den konii>~ van Pruisen, Berlijn, Unter den Linden, franco". Eenige dagen later hield voor de wo ning van het kind een hofrijtuig stil, waaruit de geheime hofraad Bork stapte, om het kleine meisje een eigenhandig schrijven van den koning ter hand te stellen, luidende „Mijn besten dank J Wilhelm." Tegelijkertijd deelde de hofraad het kind mede, dat de koning hem had opgedragen, aan de kleine schrijfster te zeggen, dat zijne Majesteit en de koninklijke familie zich ten zeerste hadden verheugd over dit bewijs van kinderlijke vaderlandsliefde en dat de koning steeds eene aangename herin nering zou behouden aan deze aardi ge attentie. W i e 1 r ij d e n. Jaap Eden schijnt pogingen te doen, wat van zijn ouden roem terug te winnen. Zondag zal hij Protin ont moeten op de Brusselsche wielerbaa en tegen het einde der maand ry3t tegen Morin. woord noch blik verradend, dat het mandje, volgens haar weten, daar reeds den geheelen avond heeft gestaan. Vervolgens verandert zij van onderwerp en zegt „Ioee, nw neet Moritz is ongemeen goed hartig, maar gij moet bem niet zoo geheel en al in beslag nemen, lieve, door hem aan u dansen eD allerlei andere dingen te laten leeren.' De vroolyke glans op het gerichlje van Ines verdwijnt oogenblikkeljjk, slechts half begrijpt sij, dat sij weder eens iets niet goed gedaan beeft en sij trekt zich beschaamd en terneergedrukt in hare kamer terng. De avond van het diner bij mevrouw Bryan is aangebroken en de dame sit kant en klaar, om hare gasten af Io wachten. Zij is in maisgele zijde gekleed en zij hesft een collier paarlen om den bals, flat een groot vermogen vertegenwoordigt. De meest mogelijke verscheidenheid ta de samenstelling harer gasten, heeft reeds eene zekere beroemdheid verkregen. De meest niteenloopende elementen trsctit zij altoos in hare vertrekken te vereenigen. Doods vijanden brengt zij in elkanders getelschap en plaatst zij als tafelburen nevens elkaar. Familiën, die nooit met elkander een woord wisselen, dwiDgt zij, om interessante ge sprekken te voeren. De hoogadellijke be woners uit dan omtrek noodzaakt zij, om met nieuwe baronnen en jonkheeren, of met vertegenwoordigers van den g Idadel te converseeren. WanDeer bet iemand onaan genaam is, den eenen of anderen j>ersoon te ontmoeten, bij kan ervan verzekerd zijn, dat mevrouw Bryan den persoon in kwestie spoedig een plaatsje aan hare tafel doet innemen Trots deze onaangename zgde, sgn hare diners de prettigste uit den geheelen om trek. En olscboon men beweert, dat zij zelve een onaangenaam mensch is, vindt men hare wijnen oitslekend en hare spijzen delicaat- Natuurlijk zijn alle mogelijke geschiede nissen over haar in omloop. Mtn zeg», dat zij haar man vermoord heeft; dat tij er met een ander is van door gegaan; zjj waren beiden gelijktijdig weggeloopenzij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 5