INGEZONDEN. Vervolg Binnenlandsch «Nieuws. Wieringerwaard. Middel tegen 't Socialisme. AB»> PLAATSELIJK NIEUWS. Zes tot achthonderd personen zijn van alles ontbloot. Er is gebrek aan voedsel en geneesmiddelen. De president vraagt tet onmiddellijke ondersteuning van hen een krediet van 50,000 pond aan. De gelden werden natuurlijk door het Con gres toegestaan. Met arendsblikken worden weer de amerikaansche bewe gingen van uit Madrid gevolgd. Zoo blijft Cuba wederkeerig een ernstig on derwerp aller belangstelling. Wat Cuba is voor Spanje, kan de Kongostaat wel eens voor België wor den. De deensche zendeling Sjöblem hangt een tafreel op over den toestand des lands, die in België en in Europa die pen indruk zal maken. In eeno open bare vergadering te Londen is genoem de zendeling als aanklager tegen de Kongoregeering opgetreden. Na een vijfjarig verblijf aan den Boven-Kongo meende hij te mogen constateeren dat het handelsstelsel, hetwelk met goed vinden der regeering wordt gevolgd, een brutaal regime is van diefstal, aftroggo- larij, moord en slavernij. De noodlottige gevolgen hiervan zijn weer dat het land meer en meer ontvolkt wordt door de wandaden dat het volk verarmt, in plaats van welvarender te worden dat het in slavernij wordt gedompeld in plaats van te worden bevrijd dat de valsche politiek en de wreede behandelingen haat en oproer zaaien en hinderpalen opwerpen tegen de wa re beschaving. Indien deze akte van beschuldiging waarheid bevat, dan staan de Kongo regeering moeilijke dagen te wachten en onwillekeurig zal eene schaduw er van vallen op het tegenwoordig cleri- caal ministerie, dat koning Leopold zoo gaarne in de Kongozaak ter wille was. Men fluistert, dat voor hunne buiten gewone inschikkelijkheid in het verstrek ken van geldleeningen ten behoeve van den Kongostaat, de koning zijn ministe rie de vrije hand in het militaire vraag stuk liet. Afschaffing der plaatsvervan ging en algemeene dienstplicht zijn nog altijd de schrik der zuia-nederlandsche clericalen. Dat bleek weer duidelijk en klaar uit de redevoering, door den clericalen af gevaardigde uit Antwerpen, den heer Coremans, dezer dagen in de Kamer gehouden. Als eigenaardigheid laten we hier een deel dier rede volgen. De heer Coremans zei bij de behan deling van het budget van oorlog, dat voor militairen van beroep het vader land weinig beteekent. Leest", zoo sprak hij, „de geschiedenis van doorluchtige krijgsliedenCondé en Turenne be vochten Frankrijk aan 't hoofd van spaansche troepenDe doorluchtige Moltke, om zijne krijgsmansverdiensten te doen gelden, ging eerst over naar Rus land vervolgens naar het turksche leger. Eindelijk trad hij in pruisischen dienst, waar hij zich beroemd maakte. „Liet Dumouriez Frankrijk niet los, om over te loopen naar de legers, die zijn land bevochten Het doel van den krijgsman van beroep is eerst en vooral, zijn weg te maken." De heer Flechet„Ge verlaagt ons le ger." De heer CoremansHoegenaamd niet! doch ik laat mij door geen beuze larij ompraten. Betaal den officieren niet meer en ge zult er geen meer hebben. Hoeveel officieren verlaten niet het leger, zoodra zij kans hebben, fortuin te ma ken. „'t Is niet om der wille van roem en eer, dat men officier wordt, maar wel, om zijn weg te maken, om zoo hoog mogelijk te geraken „Onze 4000 officieren kosten ons 60 millioen per jaar. Met de helft van de 2 milliard, die aldus sedert 1830 werden verspild, hadde men 500.000 werkmans woningen kunnen bouwen." In dezen trant zet de spreker verder zijn betoog tegen de oorlogsuitgaven voort. Wij scharen ons gaarne aan de zijde van hen, die tegen een overdreven militairisme strijd voeren, maar zoo de nitgaven werkelijk moeten dienen, om de veiligheid des lands te verzekeren, om de natie tegen vreemden druk en overheersching te beschermen, dan ver zetten wij ons tegen het gekibbel om den laatsten penning. Wij gaan daarbij van de gedachte uit, dat de eischen van den overwinnaar steeds zwaarder zullen we gen, dan de lasten, die het vaderland ooit van ons zal vragen. De Boeren in Zuid-Afrika geven ons daarin een sprekend voorbeeld. Alleen door eene hooge mate van weerbaarheid, die echter op het geheele volk drukt, wat billijk is, zijn ze in staat geweest, de roofzieke aanvallen van het hebzuch tige Engeland af te slaan. Opmerkelijk is het, dat in de openbare meening in Engeland langzamerhand eene kentering ten goede van de Transvaal is waar te nemen. Zelfs in de Torry-kringen is deze verandering, waar te nemen. De Jame's Gazette, volbloed regee- ringsgezind, schrijft zelfs „Naar de schuld van Rhodes behoefde men niet te onderzoekendie was aan ieder bekend, twee dagen nadat de inval plaats had. „Naar de aanleiding tot den mislukten opstand in Johannesburg evenmin want die werd voorbereid door inwoners van een vreemden Staat tegen eene vreemde regeering en valt dus buiten onze be- voegdheid. „Maar wel moet onderzocht worden, in hoeverre de regeering te Londen bij den aanval betrokken was en in hoe verre zij met de plannen tot dien aan val bekend was. In die richting is het onderzoek tot nog toe zeer gebrek kig geweest." Nu, wanneer dit werkelijk in ernst plaats heeft, dan twijfelen we geen oo- genblik, of J Chamberlain, britsch minis ter van Koloniën, was volkomen met de plannen der op goud beluste Boeka niers op de hoogte. De Augiusstal van ongerechtigheden zal echter een anderen Hercules dan de tegenwoordige enquê te-commissie noodig hebben, om van al het politieke vuil gereinigd te wor den. Voor den vrede in Zuid-Afrika is het van groote beteekenis geweest, dat de turksch-grieksche oorlog tot geen in ternationale moeilijkheden aanleiding heeft gegeven. Wanneer straks de vrede gesloten wordt op de grondslagen van de voor stellen der mogendheden 1. Griekenland zal 2.000.000 turk sche ponden (22.000.000 gld.) oorlogs schatting betalen; 2. Thessalië blijft grieksch, doch enke le strategische punten aan de grens zul len Turkije worden toegewezen 3. de turksche troepen zullen bij gedeelten worden teruggetrokken, naarmate de oorlogsschatting wordt af betaald dan zal dit vrij zeker een gun- stigen terugslag voor Zuid-Afrika heb ben. Het zij zoo. Wieringen. De candidaat der Liberale Kiesveree- niging „W i e r i n g e n", de heer C. Lely, oud-Minister van Waterstaat, Han del en Nijverheid, trad woensdagavond voor de kiezers alhier, in het lokaal H Fortuinop, tot het houden eener poli tieke redevoering, in betrekking met de a. s. verkiezingen voor de Tweede Kamer. De voorzitter, de heer Smidts, opende de talrijk bezochte vergadering met een woord van welkom, waarna de heer Le ly zijne rede begon met dank te bren gen voor het vertrouwen, dat men in hem had gesteld, door hem candidaat te stellen. Tevens zegt Spr., dat, die hem waardig keuren als candidaat, ook moe ten weten, wat zij aan hem hebben. Dit zal Spr. verklaren en dan kan men oordeelen, of hij de man is, die als af gevaardigde voor het district Helder zitting kan nemen. Spr. gaat mede met het program der Liberale Unie. Wat is de geest en strekking van dit program Eenige hoofdpunten van dat program worden behandeld. Het kieswet-vraag stuk wordt allereerst besproken en te vens aangestipt, wat de aanleiding is geweest tot kiesrecht-hervorming. Vroeger was het kiesrecht alleen af hankelijk van Rijksbelasting, nu is de gemeentebelasting er nog bijgekomen. Naar 's sprekers meening zijn wij er bij de tegenwoordige kieswet niet op vooruitgegaan. Spreker toonde aan, dat in de groote steden, zooals Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Haarlem en meer dergelijke steden met eene bevolking van meer dan 30.000 inwoners, van de 100 personen er in de jaren van kiesrecht slechts 30 op de kiezerslijst staanvoor onze ge meente zijn die cijfers, dat van de 100 personen er 74 op de lijst der kiezers voor komen. Ook gaf spreker eene vergelijking op met het buitenland, b.v. Duitschland telt van de 100 personen 90 kiezers, Belgie van de 100 personen ook 90, Frankrijk 87 en Engeland 70 kiezers, zoodat hieruit blijkt, dat de verhouding daar gunstiger is. Spr. wil vooral eerst onderzoeken, wat de oorzaak is, dat van de 100 man nen thans zoo'n gering aantal kiezers zijn, en dan overgaan tot hervorming. Hij wil geleidelijk hervormen, ook op het gebied van wetgeving. Thans stelt Spr. aan de orde de re geling van den arbeid. Ten eerste noemt de heer Lely het een plicht van den staatom in deze zaak een goed voorbeeld te geven. Hij noemt het een grooten misstand, dat hier en daar onmensche- lijk lang wordt gearbeidb. v. bleek uit de verslagen van de Inspecteurs van arbeid, hoe treurig het voor de werk lieden van sommige fabrieken er uit ziet. Spr. ging voort en wees op de verzekering tegen ongelukken en in validiteit Hierin werd door den staat bij de werken voor hare rekening al voorzien en dat goede voorbeeld door vele particulieren gevolgd. Spr. hoopt, dat de regeling dezer beide kwesties zeer spoedig tot een goed einde zal worden gebracht. Het is immers een plicht, om de ouden van dagen voor armoede te vrijwaren en er voor te zorgen, dat zij op hun ouden dag niet bij armbesturen behoeven aan te kloppen om ondersteuning en hulp. Spr. gaat nu over tot het behandelen van leerplicht, waaraan, zegt Spr., met kracht moet worden gewerkt. Het pro tectie-vraagstuk wordt vervolgens behan deld. Spreker uit als zijne meening, dat door deze kwestie eene geduchte macht tegenover de liberalen staat. Protectie is alleen dienstig, oordeelt de heer Lelyvoor de groote landheeren, terwijl kleine landbouwers, die drie k vier hectaren bebouwen, er onder zullen lijden, maar vooral de mindere stand, en in het bijzonder de werkman, (door wien het meeste brood wordt gege ten), dewijl door invoerrechten de graan prijzen aanzienlijk zullen rijzen en daar door ook het brood duurder wordt. Protectie, zegt spreker, is de meest hate lijke belasting, die kan worden opgelegd. De algemeene dienstplicht wordt door Spr. goedgekeurd. Hervorming van leger en vloot acht Spr. wenschelijk, maar de uitgaven moeten niet vermeer derd worden. Spr. behandelt de droog making der Zuiderzee en zegt, dat er voor geijverd moet worden, om den zoo vruchtbaren bodem, die thans door de zee wordt bedekt, als eene nieuwe pro vincie aan ons land toe te voegen. Hiermede eindigde do heer Lely zijne lezing. De overgroote aandacht, waarmede Spr. is gevolgd, doet vermoeden, dat het gesprokene niet in onvruchtbaren bodem is gevallen, maar stof tot naden ken heeft gegeven. De Voorzitter bracht dan ook een woord van hartelijkcn dank aan den Spreker en gaf te kennen, dat men nu ook eens een Spreker had gehoord van de liberale partij, en niet een van die andere partij, waartoe een Spreker behoort, die in een antirevolu tionair blad zijne eigen redevoeringen den volke verkondigt. Een daverend applaus klonk hierop als bewijs van instemming, en na eeni ge Staatsbelangen gezellig besproken te hebben, keerde de vergadering huiswaarts. Anna Paulowna, 21 Mei '97. Gisterenavond trad in de hier bestaan de afdeeling van de Centrale Liberale Kiesvereeniging in het hoofdkiesdistrict Helder voor een 60-tal kiezers op de heer C. Lely, candidaat dier vereeni- ging voor de Tweede Kamer. De heer Van den Bergvoorzitter der afdeeling, droeg voor deze vtrgadering de leiding over aan den heer W aller, voorzitter der Centrale. Deze sprak daar op een kort woord tot opening en wees er op, dat de heer Lely niet gekomen was, om te debatteeren, maar om zijne politieke beginselen bloot te leggen en aldus te doen zien, wat de kiezers aan hem zouden hebben, wanneer hij tot hun afgevaardigde in het parlement werd ge kozen. De heer Lely trad nu op en dankte allereerst de liberale kiesvereenigingen, welke hem voorloopig een bewijs van vertrouwen hadden geschonken. Vervolgens deelde hij mede, dat hij zich geheel kon vereenigen met het pro gram der Liberale Unie. Hiermede was feitelijk 's sprekers politieke geloofsbelij denis afgelegd, maar gaarne wenschte hij toch eenige aandacht te wijden aan ver schillende onderdeelen, en daaraan en kele beschouwingen vast te knoopen. In de eerste plaats sprak hij over het kiesrecht, zooals het thans door de wet Van Houten geregeld is. Hoewel dit vooral voor de groote steden nog voor ruime uitbreiding vatbaar is, zooals hij door becijfering duidelijk aantoonde (het platteland verkeert te dien aanzien in veel gunstiger omstandigheden), was hij geen voorstander, om voorshands de kies rechtuitbreiding ter hand te nemen, aan gezien dit de behandeling van belangrij ke sociale vraagstukken in den weg zou staan. Noodzakelijk was eene veel verbe terde arbeiderswetgeving tot opheffing van vele misstanden in de maatschappij, hetgeen met onderscheiden voorbeelden werd aangetoond, en waaropd an ook in bovengenoemd program wordt gewezen. Inzonderheid schonk de heer Lely de aandacht aan de verbetering van den landbouw en besprak daarbij de bescher mende rechten. Met cijfers bewees spreker, hoeveel die bescherming den arbeider zou kosten, en dat per slot van rekening er voor het meerendeel de rijke grondei genaren van zouden profiteeren. Na nog de wenschelijkheid der in voering van den persoonlijken dienstplicht bepleit te hebben, eindigde Spreker zijne rede met den wensch, dat binnen een niet te ver verwijderd tijdstip een aan vang mocht gemaakt worden met de af sluiting en drooglegging der Zuiderzee, waardoor niet alleen duizenden handen werk zouden vinden, maar tevens eene provincie zou gevoegd worden aan de kroon van onze geliefde, jeugdige Ko ningin (Toejuiching Hoewel geen debat werd toegelaten, stelde de "Voorzitter toch de gelegenheid open tot het vragen van nadere inlich tingen omtrent het gehoorde. Hiervan maakte de heer de Boer van Wieringerwaard gebruik, om als gast iets te mogen vragen. Nadat dit was toegestaan, vroeg hij den geachten Spre ker, hoe deze aan de cijfers kwam, door hem genoemd bij het punt over de be schermende rechten. De cijfers toch, die de heer de Boer onder de oogen had, waren officiëele gegevens, maar verschilden zeer met die des heeren Lely. De Spreker diende van repliek en wees er den heer de Boer op, dat ook hij uit de officiëele gegevens,putte en noodwendig tot de becijfering moest komen, straks door hem genoemd, daar bij aantoonende dat de gevolgtrekkingen van den heer de B. onjuist waren. De heer de Boer vroeg daarop nogmaals het woord, doch de Voorzitter sloot de discussie en daar niemand anders het woord verlangde, dankte hij den heer Lely voor de moeite, die hij had willen nemen, om in het geheele district voor de kiezers op te treden en wederkeerig kennis te maken. Deze gewoonte, in de laatste jaren in gebruik geraakt, noemde de heer Waller uitstekend; ieder kiezer wist nu voor zich, of hij den Spreker al dan niet zijn vertrouwen als volksvertegenwoordiger kon schenken. Hierna sloot hij de vergadering. Vergadering van Kieege- rechtigden te KOLHORN. Op dea 17 Mei j.1. «aren door dit deel der gemeente Barsingerhorn strooi biljetten verspreid, uitsluitend oudeiteekend door ingezetenen, die de protectionistische gevoelens zijn toegedaan en waarin de vraag werd geopperd, of het in het belang van onzen Nationalen Arbeid, Landbouw en Nij Terheid niet wenschelijk ware, eene plaatselijke Kiesvereeniging op te richten. De vergadering, donderdag 20 Mei ge houden, werd bezocht door een vijftigtal kiezers, waaronder vele nieuw toegelatenen. De heer 1. Koomen Az. opende de bijeen komst en hield als inleiding eene toe spraak, waarin hij het wenschelijke eener Kiesvereeniging uiteenzette, althans op aansluiting en samenwerking aandrong. Hij sprak over »'t Algemeen Belang' hoe onder die leus door verschillende partijen verschillende doeleinden werden nagejaagd en dat bot derhalve ook op den weg der Kiezers ligt, in de eerste plaats de belan gen van het platte land en de naaste om geving in 't oog te houden, evengoed als de steden hunne bijzondere belangen on der de vlag van „Algemeen Belang' laten zeilen en zelfs durvea beweren, dat zij het platte land daardoor ten goede komen. Met voorbeelden ging hij vervolgens aautoonen, dat die beweringen nog al aan bedenking onderhevig zijn. Spreker be toogde o. a., dat de wik- en weegloonen te Alkmaar b. v. wel in 't belang van de atad, maar niet in 't belang der kaasboeren zijn; dat de Keulsche Vaart,'t Noord zeekanaal en dergelijken wel in 't belang van den groothandel zijn, maar niet in 't belang van zoovele duizenden, die eene overweldigende concurrentie moeten t rotsee ren. Hij beweerde, dat, terwij! door waarde vermindering der bouwgronden het platte land bij den dag meer achteruitgaat, som migen dat toch „Algemeen Belang" blijven noemen, aangezien alles goedkooper wordt, en toonde aan, dat die goedkoopheid tot den ondeigaug leidt. Als voorbeeld haalde de inleider o. m. een veel vroegeren goed- koopen tijd aan, toen men b. v. een schapen bout kon koopen voor één kwartje en velen geen kwartje te missen of in het geheel geen kwartje hadden. Spreker b&d ook van een oud inwoner voorstander van goedkoop heid,doch die eerlijk genoeg was, de waarheid niet te verbloemen vernomen, dat er hier in de zoogenaamde dure tijden meer welvaart heer-chte dan thans. Nu ging spreker over, om de oorzaken van den huidigen toestand uiteen te zetten en kwam zoodoende op de beschermende rechten, in andere landen toegepast. Engeland stond daar alleen met zijn vrijhandel tegenover; maar men vindt daar ook al veel en zelfs uitmuntend bouwland, dat eenvoudig braak blijft liggen, omdat de opbrengsten de bewerkingskos- ten niet meer kunnen dekken. Ook toon de hij door voorbeelden aan, dat in vele gevallen Engelands vrijhandel eenvoudig een w&ssen neus is, adres aan onze uitge voerde koeien, boter, kaas, enz., die aldaar gewogen, maar te licht bevonden wer den. Overgaande tot het z. i. eenige ra dicale middel, om die euvelen te bestrij den, betoogde hij, dat onze Landbouw en Nijverheid beschermd moet worden door het heffen van invoerrechten zoo niet dan geeft hij zelfs zijne vrees te kennen, eerstdaags door naburige staten onzen uit voer geheel verboden te zien, althans zeer bemoeilijkt. Duitschland o. a. wilde voor eenigen tijd op dit punt a] voorgaan, wat zuivel betrof. Met cijfers toonde spreker vervolgens aanr hoe treurig de toeBtand is en verge leek daartoe de kaasprijzen van vour 15 jaar met de tegenwoordige. Bescherming was dns volgens spreker de eisch van het oogenblik, en zoo vroeg hij - wat wordt nu door de tegenpartij daartegen aangevoerd Dat het brood dan duur der zou worden dat de groothandel er belemmering van zou ondervinden dat de uitgaven dtr ambtenaarswereld er grooter door zouden worden, terwijl hunne inkomsten dezelfde blevenmaar spreker trachtte die argumenten een voor een te ontzenuwen. Hij besprak vervolgens de mid delen, door de vrijhandel-partij aan de hand gedaan, om tot verbetering te geraken, alsVerlaging der pachten, verminde ring der productiekosten, inkrimping van weelde-nitgaven, verbetering van verkeerswegen, enz., in 't geheel zeven punten, maar een voor een werden ze door hem ontleed en de kwetsbare plekken blootgelegd. Nadat hij alzoo de voor- deelen van protectie in 't licht gesteld en de bezwaren er tegen weerlegd had, besloot de inleider zijne rede met de verzekering, dat,als ieder bij de aanstaande verkiezingen op zijne eigen belangen en die zijner naaste om geving wilde letten, zonder politieke ne venbedoelingen, de stembus wel zal uil wijzen, wat voorshands door Alge meen Belang* verstaan wordt. Hij noo- digde daarop voor— en tegenstanders uit, huune idetën te laten hooren, om zoo mogelijk door gedachtenwisseling tot een heid te geraken, maar daar er niemand bij de aanwezigen was, die het in e. voor den vrijhandel opnam, bleven a discussiën nsiuurlijk vrij eenzijdig A, leen bleek later, dat de voorstanders f protectie toch niet allen en in ji8a mei den inleider wenschten mee te En toen eindelijk eene lijst circul^rd waarop men zich door zijne handttev' ning tot het lidmaatschap der 0u richten Kiesvereeniging verbond, te te eene jsarlijksche contributie van'f o|-a bleek, dat slechts een twintigtal led0' toegetreden waren. Nu werd bij 611 miDg uitgemaakt, of dit cijfer voldoend" geoordeeld weid, om zich te const it 6 eeran. Da meerderheid was er voor alzoo werd een Bestuur verkozen (f" staaade uit de heeren O. Beers, Voo zitter; P. de Zeeuw, Secretaris 'en jT' Blaauboer, Penningmeester. De vereen*' ging kreeg den naam van »Kiesveteeni giDg „Kolhorn" tot bescherming van Na" tionalen Arbeid, Landbouw en Nijverheid i Yandeweek telde menin de haven te Kolhorn onge- veer 60 schepen, alle tot de visschersl vloot behoorende. Eene buitengewone drukte aan de Zeesluis is er het van. gevolg Plotseling, als een ratel- slag btj helderen hemel, verspreidde zich donderdagmorgen de mare oyer Kolhorn: »Van der Woudeisover- ledenNiets, hoegenaamd niets, Nad dat onverwacht verscheiden doen vei. moeden. Woensdag had de overledene als naar gewoonte zijue werkzaamheden ais „hoofd der school" nog waargenomen en was zelfs den geheel™ avond normaal toen eene hevige ongesteldheid hem, tus- schen 9 en 10 nur, op het ziekbed wierp, dat slechts weinige uren later zijn sterfbed werd. Zijn gezin verliest in hem een geliefd en hooggewaardeerd echtgenoot en va der, de school een ernstig en degelijk onderwijzer, die steeds door woord en voorbeeld het peil der ontwikkeling trachtte op te voeren, en de maatschappij een man uit één stuk, streng van op vatting en beginselen, steeds recht op het doel afgaande en alle middenwegen schuwend. Tot na de begrafenis, die op maandag zal plaats hebben, blijft de school gesloten. Nu de heer Geevers zich het volgende wiuter-seizoen niet zal kunnen belasten met de leiding van den winterlandbouw- cursus, achtte de heer Nobel het beter, den cursns thans als geëindigd te beschou wen. Aan alle leerlingen zal een diploma worden uitgereikt, enkelen ontvangen dit cum laude. De cursus die in 1895 begon met ruim 20 leerlingen, eindigt met 12. Al geeft het diploma geen direct finan cieel voordeel, de jongelieden, die het onderwijs tot het einde volgden, zullen erkennen, dat hnn blik op menig gebied verruimd werd. De leermiddelen zijn het laatste jaar zeer gecompleteerdhet is dan ook te hopen, dat de cursus den vol genden winter opnieuw kan worden geo pend. De pogingen, door deLib. Kiesvereen. te Zijpe aangewend, om den heer C. Lely op 2 plaatsen (St. Maartens brug en 't Zand) te laten optreden, heb ben tot geen gunstig resultaat mogen leideD. Verschillende omstandigheden verhinder den den heer L., op 2 avonden te spreken. Wel was ZEd. geneigd, tweemaal op den- zelfden dag op te treden, doch van eene na middag-lezing werd weiuig succes verwacht, tenzij die op een zon- of feestdag werd gehouden, en daartegen maakte de heer L. bezwaar. Thans is vastgesteld, dat de heer Lely op woensdagavond half acht in het locaal van Mej. de Wed. A. Zander te Scüagerbrug eene politieke lezing zal houden. (Niet geplaatste ingezonden stukken worden nimmer teruggegeven Een Boerenbond in elk district, Die regele huur en koop, Zoodat hij en de werkman Fatsoenlijk heeft zijn brood. De staat, die zorgt voor Pensioen, Voor der armen ouden dag, En ook voor Invaliditeit Voorwaar, zooiets dat past. De Zuiderzee wordt drooggemaakt, Er is dan werk volop, Men hooit niet meer van Sociaal, 't Geeft aan elk genot. een voorstander van algemeenen Welvaart en Vrede. Schagen, 22 Mei 1897. Wijlen de heer van Lennep zong Als iemand verre reizen doet, Dan kan hij wat verhalen, enz. Met eenige wijziging zouden wij dit den bekenden dichter kunnen nazeggen. Terwijl wij voor een enkelen keer donder dag j.1. langs de markt flaneerden, waren wij getuige van een humoristisch- drama* tïsch tooueeltje. Een marktbezoeker won zich met veel haast van de straat naar het lokaal Ceres begeven. De naaste weg liep tusschen de talnj* ke manden met eieren, waardoor die weg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 2