INGEZONDEN.
Vervolg
Binnenlandsch «Nieuws.
Wieringerwaard.
Middel tegen 't Socialisme.
AB»>
PLAATSELIJK NIEUWS.
Zes tot achthonderd personen zijn van
alles ontbloot. Er is gebrek aan voedsel
en geneesmiddelen. De president vraagt
tet onmiddellijke ondersteuning van hen
een krediet van 50,000 pond aan. De
gelden werden natuurlijk door het Con
gres toegestaan. Met arendsblikken
worden weer de amerikaansche bewe
gingen van uit Madrid gevolgd. Zoo
blijft Cuba wederkeerig een ernstig on
derwerp aller belangstelling.
Wat Cuba is voor Spanje, kan de
Kongostaat wel eens voor België wor
den.
De deensche zendeling Sjöblem hangt
een tafreel op over den toestand des
lands, die in België en in Europa die
pen indruk zal maken. In eeno open
bare vergadering te Londen is genoem
de zendeling als aanklager tegen de
Kongoregeering opgetreden. Na een
vijfjarig verblijf aan den Boven-Kongo
meende hij te mogen constateeren
dat het handelsstelsel, hetwelk met goed
vinden der regeering wordt gevolgd, een
brutaal regime is van diefstal, aftroggo-
larij, moord en slavernij.
De noodlottige gevolgen hiervan zijn
weer
dat het land meer en meer ontvolkt
wordt door de wandaden
dat het volk verarmt, in plaats van
welvarender te worden
dat het in slavernij wordt gedompeld
in plaats van te worden bevrijd
dat de valsche politiek en de wreede
behandelingen haat en oproer zaaien
en hinderpalen opwerpen tegen de wa
re beschaving.
Indien deze akte van beschuldiging
waarheid bevat, dan staan de Kongo
regeering moeilijke dagen te wachten
en onwillekeurig zal eene schaduw er
van vallen op het tegenwoordig cleri-
caal ministerie, dat koning Leopold zoo
gaarne in de Kongozaak ter wille was.
Men fluistert, dat voor hunne buiten
gewone inschikkelijkheid in het verstrek
ken van geldleeningen ten behoeve van
den Kongostaat, de koning zijn ministe
rie de vrije hand in het militaire vraag
stuk liet. Afschaffing der plaatsvervan
ging en algemeene dienstplicht zijn nog
altijd de schrik der zuia-nederlandsche
clericalen.
Dat bleek weer duidelijk en klaar uit
de redevoering, door den clericalen af
gevaardigde uit Antwerpen, den heer
Coremans, dezer dagen in de Kamer
gehouden.
Als eigenaardigheid laten we hier een
deel dier rede volgen.
De heer Coremans zei bij de behan
deling van het budget van oorlog, dat
voor militairen van beroep het vader
land weinig beteekent. Leest", zoo sprak
hij, „de geschiedenis van doorluchtige
krijgsliedenCondé en Turenne be
vochten Frankrijk aan 't hoofd van
spaansche troepenDe doorluchtige
Moltke, om zijne krijgsmansverdiensten
te doen gelden, ging eerst over naar Rus
land vervolgens naar het turksche leger.
Eindelijk trad hij in pruisischen dienst,
waar hij zich beroemd maakte.
„Liet Dumouriez Frankrijk niet los, om
over te loopen naar de legers, die zijn
land bevochten Het doel van den
krijgsman van beroep is eerst en vooral,
zijn weg te maken."
De heer Flechet„Ge verlaagt ons le
ger."
De heer CoremansHoegenaamd
niet! doch ik laat mij door geen beuze
larij ompraten. Betaal den officieren niet
meer en ge zult er geen meer hebben.
Hoeveel officieren verlaten niet het leger,
zoodra zij kans hebben, fortuin te ma
ken.
„'t Is niet om der wille van roem en
eer, dat men officier wordt, maar wel,
om zijn weg te maken, om zoo hoog
mogelijk te geraken
„Onze 4000 officieren kosten ons 60
millioen per jaar. Met de helft van de
2 milliard, die aldus sedert 1830 werden
verspild, hadde men 500.000 werkmans
woningen kunnen bouwen."
In dezen trant zet de spreker verder
zijn betoog tegen de oorlogsuitgaven
voort. Wij scharen ons gaarne aan de
zijde van hen, die tegen een overdreven
militairisme strijd voeren, maar zoo de
nitgaven werkelijk moeten dienen, om
de veiligheid des lands te verzekeren,
om de natie tegen vreemden druk en
overheersching te beschermen, dan ver
zetten wij ons tegen het gekibbel om den
laatsten penning. Wij gaan daarbij van
de gedachte uit, dat de eischen van den
overwinnaar steeds zwaarder zullen we
gen, dan de lasten, die het vaderland
ooit van ons zal vragen.
De Boeren in Zuid-Afrika geven ons
daarin een sprekend voorbeeld. Alleen
door eene hooge mate van weerbaarheid,
die echter op het geheele volk drukt,
wat billijk is, zijn ze in staat geweest,
de roofzieke aanvallen van het hebzuch
tige Engeland af te slaan. Opmerkelijk
is het, dat in de openbare meening in
Engeland langzamerhand eene kentering
ten goede van de Transvaal is waar te
nemen.
Zelfs in de Torry-kringen is deze
verandering, waar te nemen.
De Jame's Gazette, volbloed regee-
ringsgezind, schrijft zelfs
„Naar de schuld van Rhodes behoefde
men niet te onderzoekendie was
aan ieder bekend, twee dagen nadat
de inval plaats had.
„Naar de aanleiding tot den mislukten
opstand in Johannesburg evenmin want
die werd voorbereid door inwoners van
een vreemden Staat tegen eene vreemde
regeering en valt dus buiten onze be-
voegdheid.
„Maar wel moet onderzocht worden, in
hoeverre de regeering te Londen bij
den aanval betrokken was en in hoe
verre zij met de plannen tot dien aan
val bekend was. In die richting is
het onderzoek tot nog toe zeer gebrek
kig geweest."
Nu, wanneer dit werkelijk in ernst
plaats heeft, dan twijfelen we geen oo-
genblik, of J Chamberlain, britsch minis
ter van Koloniën, was volkomen met
de plannen der op goud beluste Boeka
niers op de hoogte. De Augiusstal van
ongerechtigheden zal echter een anderen
Hercules dan de tegenwoordige enquê
te-commissie noodig hebben, om van
al het politieke vuil gereinigd te wor
den.
Voor den vrede in Zuid-Afrika is
het van groote beteekenis geweest, dat
de turksch-grieksche oorlog tot geen in
ternationale moeilijkheden aanleiding
heeft gegeven.
Wanneer straks de vrede gesloten
wordt op de grondslagen van de voor
stellen der mogendheden
1. Griekenland zal 2.000.000 turk
sche ponden (22.000.000 gld.) oorlogs
schatting betalen;
2. Thessalië blijft grieksch, doch enke
le strategische punten aan de grens zul
len Turkije worden toegewezen
3. de turksche troepen zullen bij
gedeelten worden teruggetrokken,
naarmate de oorlogsschatting wordt af
betaald
dan zal dit vrij zeker een gun-
stigen terugslag voor Zuid-Afrika heb
ben. Het zij zoo.
Wieringen.
De candidaat der Liberale Kiesveree-
niging „W i e r i n g e n", de heer C.
Lely, oud-Minister van Waterstaat, Han
del en Nijverheid, trad woensdagavond
voor de kiezers alhier, in het lokaal H
Fortuinop, tot het houden eener poli
tieke redevoering, in betrekking met de
a. s. verkiezingen voor de Tweede Kamer.
De voorzitter, de heer Smidts, opende
de talrijk bezochte vergadering met een
woord van welkom, waarna de heer Le
ly zijne rede begon met dank te bren
gen voor het vertrouwen, dat men in
hem had gesteld, door hem candidaat
te stellen. Tevens zegt Spr., dat, die hem
waardig keuren als candidaat, ook moe
ten weten, wat zij aan hem hebben. Dit
zal Spr. verklaren en dan kan men
oordeelen, of hij de man is, die als af
gevaardigde voor het district Helder
zitting kan nemen. Spr. gaat mede
met het program der Liberale Unie.
Wat is de geest en strekking van
dit program
Eenige hoofdpunten van dat program
worden behandeld. Het kieswet-vraag
stuk wordt allereerst besproken en te
vens aangestipt, wat de aanleiding is
geweest tot kiesrecht-hervorming.
Vroeger was het kiesrecht alleen af
hankelijk van Rijksbelasting, nu is de
gemeentebelasting er nog bijgekomen.
Naar 's sprekers meening zijn wij er
bij de tegenwoordige kieswet niet op
vooruitgegaan.
Spreker toonde aan, dat in de groote
steden, zooals Amsterdam, Rotterdam,
Den Haag, Haarlem en meer dergelijke
steden met eene bevolking van meer dan
30.000 inwoners, van de 100 personen
er in de jaren van kiesrecht slechts 30
op de kiezerslijst staanvoor onze ge
meente zijn die cijfers, dat van de 100
personen er 74 op de lijst der kiezers voor
komen.
Ook gaf spreker eene vergelijking op
met het buitenland, b.v. Duitschland telt
van de 100 personen 90 kiezers, Belgie
van de 100 personen ook 90, Frankrijk 87
en Engeland 70 kiezers, zoodat hieruit
blijkt, dat de verhouding daar gunstiger
is.
Spr. wil vooral eerst onderzoeken, wat
de oorzaak is, dat van de 100 man
nen thans zoo'n gering aantal kiezers
zijn, en dan overgaan tot hervorming.
Hij wil geleidelijk hervormen, ook
op het gebied van wetgeving.
Thans stelt Spr. aan de orde de re
geling van den arbeid. Ten eerste noemt
de heer Lely het een plicht van den
staatom in deze zaak een goed voorbeeld
te geven. Hij noemt het een grooten
misstand, dat hier en daar onmensche-
lijk lang wordt gearbeidb. v. bleek
uit de verslagen van de Inspecteurs van
arbeid, hoe treurig het voor de werk
lieden van sommige fabrieken er uit
ziet. Spr. ging voort en wees op de
verzekering tegen ongelukken en in
validiteit Hierin werd door den staat
bij de werken voor hare rekening al
voorzien en dat goede voorbeeld door
vele particulieren gevolgd. Spr.
hoopt, dat de regeling dezer beide
kwesties zeer spoedig tot een goed einde
zal worden gebracht.
Het is immers een plicht, om de ouden
van dagen voor armoede te vrijwaren en
er voor te zorgen, dat zij op hun ouden
dag niet bij armbesturen behoeven aan
te kloppen om ondersteuning en hulp.
Spr. gaat nu over tot het behandelen
van leerplicht, waaraan, zegt Spr., met
kracht moet worden gewerkt. Het pro
tectie-vraagstuk wordt vervolgens behan
deld. Spreker uit als zijne meening, dat
door deze kwestie eene geduchte macht
tegenover de liberalen staat.
Protectie is alleen dienstig, oordeelt
de heer Lelyvoor de groote landheeren,
terwijl kleine landbouwers, die drie k
vier hectaren bebouwen, er onder zullen
lijden, maar vooral de mindere stand,
en in het bijzonder de werkman, (door
wien het meeste brood wordt gege
ten), dewijl door invoerrechten de graan
prijzen aanzienlijk zullen rijzen en daar
door ook het brood duurder wordt.
Protectie, zegt spreker, is de meest hate
lijke belasting, die kan worden opgelegd.
De algemeene dienstplicht wordt door
Spr. goedgekeurd. Hervorming van
leger en vloot acht Spr. wenschelijk,
maar de uitgaven moeten niet vermeer
derd worden. Spr. behandelt de droog
making der Zuiderzee en zegt, dat er
voor geijverd moet worden, om den
zoo vruchtbaren bodem, die thans door
de zee wordt bedekt, als eene nieuwe pro
vincie aan ons land toe te voegen.
Hiermede eindigde do heer Lely zijne
lezing.
De overgroote aandacht, waarmede
Spr. is gevolgd, doet vermoeden, dat
het gesprokene niet in onvruchtbaren
bodem is gevallen, maar stof tot naden
ken heeft gegeven. De Voorzitter bracht
dan ook een woord van hartelijkcn
dank aan den Spreker en gaf te kennen,
dat men nu ook eens een Spreker had
gehoord van de liberale partij, en niet
een van die andere partij, waartoe een
Spreker behoort, die in een antirevolu
tionair blad zijne eigen redevoeringen
den volke verkondigt.
Een daverend applaus klonk hierop
als bewijs van instemming, en na eeni
ge Staatsbelangen gezellig besproken te
hebben, keerde de vergadering huiswaarts.
Anna Paulowna, 21 Mei '97.
Gisterenavond trad in de hier bestaan
de afdeeling van de Centrale Liberale
Kiesvereeniging in het hoofdkiesdistrict
Helder voor een 60-tal kiezers op de
heer C. Lely, candidaat dier vereeni-
ging voor de Tweede Kamer.
De heer Van den Bergvoorzitter der
afdeeling, droeg voor deze vtrgadering
de leiding over aan den heer W aller,
voorzitter der Centrale. Deze sprak daar
op een kort woord tot opening en wees
er op, dat de heer Lely niet gekomen
was, om te debatteeren, maar om zijne
politieke beginselen bloot te leggen en
aldus te doen zien, wat de kiezers aan
hem zouden hebben, wanneer hij tot hun
afgevaardigde in het parlement werd ge
kozen.
De heer Lely trad nu op en dankte
allereerst de liberale kiesvereenigingen,
welke hem voorloopig een bewijs van
vertrouwen hadden geschonken.
Vervolgens deelde hij mede, dat hij
zich geheel kon vereenigen met het pro
gram der Liberale Unie. Hiermede was
feitelijk 's sprekers politieke geloofsbelij
denis afgelegd, maar gaarne wenschte hij
toch eenige aandacht te wijden aan ver
schillende onderdeelen, en daaraan en
kele beschouwingen vast te knoopen.
In de eerste plaats sprak hij over het
kiesrecht, zooals het thans door de wet
Van Houten geregeld is. Hoewel dit
vooral voor de groote steden nog voor
ruime uitbreiding vatbaar is, zooals hij
door becijfering duidelijk aantoonde (het
platteland verkeert te dien aanzien in
veel gunstiger omstandigheden), was hij
geen voorstander, om voorshands de kies
rechtuitbreiding ter hand te nemen, aan
gezien dit de behandeling van belangrij
ke sociale vraagstukken in den weg zou
staan. Noodzakelijk was eene veel verbe
terde arbeiderswetgeving tot opheffing
van vele misstanden in de maatschappij,
hetgeen met onderscheiden voorbeelden
werd aangetoond, en waaropd an ook in
bovengenoemd program wordt gewezen.
Inzonderheid schonk de heer Lely
de aandacht aan de verbetering van den
landbouw en besprak daarbij de bescher
mende rechten.
Met cijfers bewees spreker, hoeveel
die bescherming den arbeider zou kosten,
en dat per slot van rekening er
voor het meerendeel de rijke grondei
genaren van zouden profiteeren.
Na nog de wenschelijkheid der in
voering van den persoonlijken dienstplicht
bepleit te hebben, eindigde Spreker zijne
rede met den wensch, dat binnen een
niet te ver verwijderd tijdstip een aan
vang mocht gemaakt worden met de af
sluiting en drooglegging der Zuiderzee,
waardoor niet alleen duizenden handen
werk zouden vinden, maar tevens eene
provincie zou gevoegd worden aan de
kroon van onze geliefde, jeugdige Ko
ningin (Toejuiching
Hoewel geen debat werd toegelaten,
stelde de "Voorzitter toch de gelegenheid
open tot het vragen van nadere inlich
tingen omtrent het gehoorde.
Hiervan maakte de heer de Boer van
Wieringerwaard gebruik, om als gast
iets te mogen vragen. Nadat dit was
toegestaan, vroeg hij den geachten Spre
ker, hoe deze aan de cijfers kwam, door
hem genoemd bij het punt over de be
schermende rechten. De cijfers toch,
die de heer de Boer onder de oogen
had, waren officiëele gegevens, maar
verschilden zeer met die des heeren
Lely. De Spreker diende van repliek
en wees er den heer de Boer op, dat
ook hij uit de officiëele gegevens,putte
en noodwendig tot de becijfering moest
komen, straks door hem genoemd, daar
bij aantoonende dat de gevolgtrekkingen
van den heer de B. onjuist waren. De
heer de Boer vroeg daarop nogmaals
het woord, doch de Voorzitter sloot de
discussie en daar niemand anders het
woord verlangde, dankte hij den heer
Lely voor de moeite, die hij had willen
nemen, om in het geheele district voor
de kiezers op te treden en wederkeerig
kennis te maken. Deze gewoonte, in
de laatste jaren in gebruik geraakt,
noemde de heer Waller uitstekend; ieder
kiezer wist nu voor zich, of hij den
Spreker al dan niet zijn vertrouwen
als volksvertegenwoordiger kon schenken.
Hierna sloot hij de vergadering.
Vergadering van Kieege-
rechtigden te KOLHORN.
Op dea 17 Mei j.1. «aren door dit
deel der gemeente Barsingerhorn strooi
biljetten verspreid, uitsluitend oudeiteekend
door ingezetenen, die de protectionistische
gevoelens zijn toegedaan en waarin de
vraag werd geopperd, of het in het belang
van onzen Nationalen Arbeid, Landbouw
en Nij Terheid niet wenschelijk ware, eene
plaatselijke Kiesvereeniging op te richten.
De vergadering, donderdag 20 Mei ge
houden, werd bezocht door een vijftigtal
kiezers, waaronder vele nieuw toegelatenen.
De heer 1. Koomen Az. opende de bijeen
komst en hield als inleiding eene toe
spraak, waarin hij het wenschelijke eener
Kiesvereeniging uiteenzette, althans op
aansluiting en samenwerking aandrong. Hij
sprak over »'t Algemeen Belang' hoe
onder die leus door verschillende partijen
verschillende doeleinden werden nagejaagd
en dat bot derhalve ook op den weg der
Kiezers ligt, in de eerste plaats de belan
gen van het platte land en de naaste om
geving in 't oog te houden, evengoed als
de steden hunne bijzondere belangen on
der de vlag van „Algemeen Belang' laten
zeilen en zelfs durvea beweren, dat zij het
platte land daardoor ten goede komen.
Met voorbeelden ging hij vervolgens
aautoonen, dat die beweringen nog al aan
bedenking onderhevig zijn. Spreker be
toogde o. a., dat de wik- en weegloonen te
Alkmaar b. v. wel in 't belang van de atad,
maar niet in 't belang der kaasboeren
zijn; dat de Keulsche Vaart,'t Noord
zeekanaal en dergelijken wel in 't belang
van den groothandel zijn, maar niet in
't belang van zoovele duizenden, die eene
overweldigende concurrentie moeten t rotsee
ren. Hij beweerde, dat, terwij! door waarde
vermindering der bouwgronden het platte
land bij den dag meer achteruitgaat, som
migen dat toch „Algemeen Belang" blijven
noemen, aangezien alles goedkooper wordt,
en toonde aan, dat die goedkoopheid tot
den ondeigaug leidt. Als voorbeeld haalde
de inleider o. m. een veel vroegeren goed-
koopen tijd aan, toen men b. v. een schapen
bout kon koopen voor één kwartje en velen
geen kwartje te missen of in het geheel geen
kwartje hadden. Spreker b&d ook van een
oud inwoner voorstander van goedkoop
heid,doch die eerlijk genoeg was, de waarheid
niet te verbloemen vernomen, dat er
hier in de zoogenaamde dure tijden meer
welvaart heer-chte dan thans. Nu ging
spreker over, om de oorzaken van den
huidigen toestand uiteen te zetten en
kwam zoodoende op de beschermende
rechten, in andere landen toegepast.
Engeland stond daar alleen met zijn
vrijhandel tegenover; maar men vindt
daar ook al veel en zelfs uitmuntend
bouwland, dat eenvoudig braak blijft liggen,
omdat de opbrengsten de bewerkingskos-
ten niet meer kunnen dekken. Ook toon
de hij door voorbeelden aan, dat in vele
gevallen Engelands vrijhandel eenvoudig
een w&ssen neus is, adres aan onze uitge
voerde koeien, boter, kaas, enz., die aldaar
gewogen, maar te licht bevonden wer
den. Overgaande tot het z. i. eenige ra
dicale middel, om die euvelen te bestrij
den, betoogde hij, dat onze Landbouw en
Nijverheid beschermd moet worden door
het heffen van invoerrechten zoo niet
dan geeft hij zelfs zijne vrees te kennen,
eerstdaags door naburige staten onzen uit
voer geheel verboden te zien, althans zeer
bemoeilijkt. Duitschland o. a. wilde voor
eenigen tijd op dit punt a] voorgaan, wat
zuivel betrof.
Met cijfers toonde spreker vervolgens
aanr hoe treurig de toeBtand is en verge
leek daartoe de kaasprijzen van vour 15
jaar met de tegenwoordige. Bescherming
was dns volgens spreker de eisch van het
oogenblik, en zoo vroeg hij - wat
wordt nu door de tegenpartij daartegen
aangevoerd Dat het brood dan duur
der zou worden dat de groothandel
er belemmering van zou ondervinden
dat de uitgaven dtr ambtenaarswereld er
grooter door zouden worden, terwijl hunne
inkomsten dezelfde blevenmaar spreker
trachtte die argumenten een voor een te
ontzenuwen. Hij besprak vervolgens de mid
delen, door de vrijhandel-partij aan de hand
gedaan, om tot verbetering te geraken,
alsVerlaging der pachten, verminde
ring der productiekosten, inkrimping
van weelde-nitgaven, verbetering van
verkeerswegen, enz., in 't geheel zeven
punten, maar een voor een werden ze door
hem ontleed en de kwetsbare plekken
blootgelegd. Nadat hij alzoo de voor-
deelen van protectie in 't licht gesteld en de
bezwaren er tegen weerlegd had, besloot de
inleider zijne rede met de verzekering, dat,als
ieder bij de aanstaande verkiezingen op zijne
eigen belangen en die zijner naaste om
geving wilde letten, zonder politieke ne
venbedoelingen, de stembus wel zal
uil wijzen, wat voorshands door Alge
meen Belang* verstaan wordt. Hij noo-
digde daarop voor— en tegenstanders uit,
huune idetën te laten hooren, om zoo
mogelijk door gedachtenwisseling tot een
heid te geraken, maar daar er niemand
bij de aanwezigen was, die het in e.
voor den vrijhandel opnam, bleven a
discussiën nsiuurlijk vrij eenzijdig A,
leen bleek later, dat de voorstanders f
protectie toch niet allen en in ji8a
mei den inleider wenschten mee te
En toen eindelijk eene lijst circul^rd
waarop men zich door zijne handttev'
ning tot het lidmaatschap der 0u
richten Kiesvereeniging verbond, te te
eene jsarlijksche contributie van'f o|-a
bleek, dat slechts een twintigtal led0'
toegetreden waren. Nu werd bij 611
miDg uitgemaakt, of dit cijfer voldoend"
geoordeeld weid, om zich te const it 6
eeran. Da meerderheid was er voor
alzoo werd een Bestuur verkozen (f"
staaade uit de heeren O. Beers, Voo
zitter; P. de Zeeuw, Secretaris 'en jT'
Blaauboer, Penningmeester. De vereen*'
ging kreeg den naam van »Kiesveteeni
giDg „Kolhorn" tot bescherming van Na"
tionalen Arbeid, Landbouw en Nijverheid i
Yandeweek telde menin
de haven te Kolhorn onge-
veer 60 schepen, alle tot de visschersl
vloot behoorende. Eene buitengewone
drukte aan de Zeesluis is er het
van.
gevolg
Plotseling, als een ratel-
slag btj helderen hemel, verspreidde
zich donderdagmorgen de mare oyer
Kolhorn: »Van der Woudeisover-
ledenNiets, hoegenaamd niets, Nad
dat onverwacht verscheiden doen vei.
moeden. Woensdag had de overledene als
naar gewoonte zijue werkzaamheden ais
„hoofd der school" nog waargenomen en
was zelfs den geheel™ avond normaal
toen eene hevige ongesteldheid hem, tus-
schen 9 en 10 nur, op het ziekbed
wierp, dat slechts weinige uren later
zijn sterfbed werd.
Zijn gezin verliest in hem een geliefd
en hooggewaardeerd echtgenoot en va
der, de school een ernstig en degelijk
onderwijzer, die steeds door woord en
voorbeeld het peil der ontwikkeling
trachtte op te voeren, en de maatschappij
een man uit één stuk, streng van op
vatting en beginselen, steeds recht op
het doel afgaande en alle middenwegen
schuwend. Tot na de begrafenis, die op
maandag zal plaats hebben, blijft de
school gesloten.
Nu de heer Geevers zich het volgende
wiuter-seizoen niet zal kunnen belasten
met de leiding van den winterlandbouw-
cursus, achtte de heer Nobel het beter,
den cursns thans als geëindigd te beschou
wen. Aan alle leerlingen zal een diploma
worden uitgereikt, enkelen ontvangen dit
cum laude. De cursus die in 1895 begon
met ruim 20 leerlingen, eindigt met 12.
Al geeft het diploma geen direct finan
cieel voordeel, de jongelieden, die het
onderwijs tot het einde volgden, zullen
erkennen, dat hnn blik op menig gebied
verruimd werd. De leermiddelen zijn het
laatste jaar zeer gecompleteerdhet is
dan ook te hopen, dat de cursus den vol
genden winter opnieuw kan worden geo
pend.
De pogingen, door deLib.
Kiesvereen. te Zijpe aangewend, om den
heer C. Lely op 2 plaatsen (St. Maartens
brug en 't Zand) te laten optreden, heb
ben tot geen gunstig resultaat mogen leideD.
Verschillende omstandigheden verhinder
den den heer L., op 2 avonden te spreken.
Wel was ZEd. geneigd, tweemaal op den-
zelfden dag op te treden, doch van eene na
middag-lezing werd weiuig succes verwacht,
tenzij die op een zon- of feestdag werd
gehouden, en daartegen maakte de heer
L. bezwaar. Thans is vastgesteld, dat de
heer Lely op woensdagavond half acht in
het locaal van Mej. de Wed. A. Zander te
Scüagerbrug eene politieke lezing zal houden.
(Niet geplaatste ingezonden stukken
worden nimmer teruggegeven
Een Boerenbond in elk district,
Die regele huur en koop,
Zoodat hij en de werkman
Fatsoenlijk heeft zijn brood.
De staat, die zorgt voor Pensioen,
Voor der armen ouden dag,
En ook voor Invaliditeit
Voorwaar, zooiets dat past.
De Zuiderzee wordt drooggemaakt,
Er is dan werk volop,
Men hooit niet meer van Sociaal,
't Geeft aan elk genot.
een voorstander van algemeenen
Welvaart en Vrede.
Schagen, 22 Mei 1897.
Wijlen de heer van Lennep
zong
Als iemand verre reizen doet,
Dan kan hij wat verhalen, enz.
Met eenige wijziging zouden wij dit
den bekenden dichter kunnen nazeggen.
Terwijl wij voor een enkelen keer donder
dag j.1. langs de markt flaneerden, waren
wij getuige van een humoristisch- drama*
tïsch tooueeltje.
Een marktbezoeker won zich met veel
haast van de straat naar het lokaal Ceres
begeven.
De naaste weg liep tusschen de talnj*
ke manden met eieren, waardoor die weg