ven, die hadden geholpen, om zijn roem 9 grondvesten. Hij wist, terwijl hij beaig wie, dat hij nooit boter had geschreven en verwonderde er zich over, dat bij het kon doen. Hoe het kwam, wist hij niet, maar hij had zich nooit zoo geïnspi reerd gevoeld, als dien avond. Hij had vroeger reeds meer over den dood geschre ven, maar nooit had de eindkramp van een wezen van aijne eigen fantasia hem zoo aangedaan, als juist nn. Hij zelf leefde elke emotie, die bg beschreef, mede en werd door elk snijdend woord, dat zijne pen schreef, zelf medrgesleept. De dood van dit heerlijk wezen, met heel zijn doodstrijd, nam voor hem eene absolute werkelgkhcid aan. Hij scheen tegen zijne wangen den ijzigen adem van den dood zelf te voeleD, zijn beenige greep scheen zijn vleesch te omknellen. De lamp ging uil tot op een glinsterende vonk en de geheele kamer was vol scha duwen. Toen hij het laatste woord had opge schreven en daaronder in mooie hoofdlet ters het woord „einde" had gezet, rilde hij. Het scheen hem bijzonder koud voor Juni. Hij streek met zijne hand over zijn gelaat en het zweet parelde in zijn hand palm. Hij gevoelde zich dood—op. De vacantie zil mij goed doen,' dacht hij. rik heb te veel gewerkt, ik ben blij, dat het gedaan is. „Ea het is goed ook - het beste, dat ik geschreven heb.' Zorgvuldig de bladen in eene lade op bergend, keek hij op de klok. Het was half tien en het rijtnig wachtte. Toen hy aan 't station kwam, bemerk te hij, dat er iets ongewoons was ge beurd. De menschen liepen door elkaar en deden vragen aau de beambten. Twee vronwen zaten snikkend op een bank. Een krantenjongen gooide hem een blad papier toe. Derde extra bulletin. Ver schrikkelijk ongeluk van een vasteland sneltrein. Lijst der dooden. Volledige bij zonderheden." Werktuigelijk, met een vreemd gevoe! van afschuw, strekte hij zijne hand uit naar een bulletin. „Mamie 'Mijn god 1" Verloren" was het boek van dat jaar. In 't hijzonder was de buitengewone reali teit van de sterf-scsae in het laatste hoofd stuk het onderwerp van veel gesprekken. Vrouwen in Zweden. Mej. Eschelson, die voor eenige dageit promo veerde aan de universiteit te Upsala als doctor in de rechteD, is thans aan die zelfde hoogeschool benoemd tot hooglee- rares in het burgerlijk recht. Zij is de eer ste vrouw, die totnogtoe een leerstoel be kleedt aau eeu zweedsche hoogeschool. De krakeling. De oor- sprong van den krakeling is, naar De Banketbakker mededeelt, de volgende Nadat Karei de Groote het Saksische volk tot het Christendom bekeerd had, bleef dit nog in het geheim aan heiden- sche gebruiken getrouw. Het offerde aan de oude goden en vierde de niet verge ten feesteD. Bij een daarvan werd een ovaal, in ring- vorm gemaakt gebak gebruikt, dat uit muntte door groote smakelijkheid. Daar dit niet verboden kon worden, zoo veroor loofde men dit in Saksen, onder beding, dat een kruis in den ring moest gebak ken worden, waardoor het een Christelijk gebak werd. Uit Rubinsiein's leven. De volgende anecdote wordt door Miss Olga Nelhersole, de beroemde engelsche Ireurspelspeelsfer, verteld. Anton Ru- binsttia zat eens in bet parket van Go- vent—Garden bij eene voorstelling van „Tannhaaser*. Vóór hem zat eene jonge da me, eene bekende soubrette, die na elk bedrijf hare zitplaats verliet, om in de koffiekamer of achter de coulissen te snel len en dan ook regelmatig bij het be gin van bet volgende bedrijf te laat kwam en allen stoorde. Toen de jonge dame nn voor het laatste bedrijf weer op stond, om weg te snellen, hield Rnbinstein haar terug en vroeg, zoo lnid dat ieder het hoorde „Niet waar, als ik zitten blyf, dan stoor ik u daardoor niet Dit ge zegde weid rondcm hem opgenomen met handgeklap en bravogeroep. Wat de sou brette antwoordde, is niet bekend maar zij is niet teruggekomen. Die boee wist het wel. W e waren in het tijdperk der verkiezingen. Een der candidaten, een adspirant-landbouw- vertegenwoordiger, had eene zeer lange re de gehouden in een buitendistrict. Tosd men aan een bejaard landman vroeg, wat hij er van dacht, luidde het antwoord „Och, ik ben niet zoo op de hoogte van de politiek, maar ik geloof, dat eene re genbui van zes unr meer goed gedaan zou hebben." TeParijs is zekere Thou- ner in hechtenis genomen, die sedert vele jaren in verboden tijd vischt en zoo uit- stekende zaken maakt op vastendagen. Mij vischt op zeer eigenaardige wijze, door zich namelijk de beenen in te sme^ ren n<e eene stof, welker bereiding zijn ge eim is, en gaat dan in 't water staan. °P tovermiddel verlekkerd, schiet toe en wordt R, u i door bedwelmd, zoldi hh h grijpen kan. hlJ 26 ®et de hand knecht \ij em 6 1S" «enige armbanden. Hij het^W je over van een ingenieur F. De be- stoarderes der zaak zeide, dat zij zelve de armbanden zon brengen. De kuecht was in het bureau, waar de ingenieur heette te wachten. Hij vroeg aan de dame het visi tekaartje, om dan zgn heer te waarschu wen. Het wachten duurde wat lang en het bteek aan de dame, dat er niemand was, die armbanden besteld had. Geluk kig met het denkbeeld, dat zij aan eene oplichting was ontsnapt, keerde zij huis waarts, waar het bleek, dat de knecht met het kaartje terug was gekomen, om twee armbanden, namens de dame. Die arm banden werden hem meegegeven. Toen de politie onderzoek deed, bleek het, dat ze reeds verpand waren Bru taal en vlug. Sporen als geneesmiddel. De meeste menschen reizen bf tot hun genoegen of ia 't belang hunner zaken. Dat iemand evenwel alleea gaat reizen met het doel, om eens fliok in een coupé van een snel voortrazenden trein ongemakkelijk door elkander geschud te worden, klinkt in ieder geval zonderling, maar het komt toch vaker voor, dan men gelooft. Een be kend engelsch dokter vertelt van een zij ner patiënten, die eene oorziekte heeft, dat deze inas dikwijls urenlang per spoor reist, slechts om het onverdragelijke sui zen en bruisen in zijn oor door het rate lende gedruisch van den trein te laten verdooven. In alle gevalle komt het ge snis in zijn oor slechts van tijd tot tijd in iterke mate voor, en telkens, als zulk een aanval den kranke haast tot vertwij feling brengt, zoekt en vindt hij zijn ee- geneesmiddel in den spoorwagen. Maar niet alleen tegen lijden, maar ook tot verzachting van gemoedsbewegingen wordt het rijden per spoor benut. Eene jonge weduwe, die na den plotseliDgen dood van haar man gek dreigde te wor den, ontdekt) toevallig, dat een ritje in een snelrijdenden trein kalmeerend en weldadig op bare zenuwen werkte. Sedert dat oogenblik ondernam zij dagelijks eene reis van verscheidene uren. Het eentoni ge geluid, dat de raderen veroorzaken, was als geen ander middel in staat, hare zieke zenuwen tot rust te brengen en in hare verwarde gedachten het evenwicht weer fe herstellen. Drukfouten. Vader. Mijne dochter speelt van't bladl Vriend. Wat moeten er dan eeD druk fouten in de muziek staan. Onder jonge dames. -—An na: Ze zeggen, dat Tmus gaat trouwen met een man, oud genoeg, om ha»r groot vader te zijn. Mary: Onmogelijk, iedereen weet, dat er zulke maDnen niet zijn. Een al te gevoelige tenor- zanger. Een bijzonder incident viel dezer dagen in de opera te Warschau voor. Man gaf eene voorstelling ter benefice (eele-avond zeggen wij) vat> de zangeres Pacini, die Da de eerste acte werd teruggeroepen. Zij verscheen op het tooneel met den tenor Colli, die niet bijzonder in den smaak scheen te vallen j het publiek pro testeerde althans en riep, dat de zangeres alleen moest verschijnen. De tenor werd zoo boos, dat hij zijn tong tegen het publiek uitstak. Van alle kanten verhief zich toen zulk een geschreeuw en geiluit, dat de heer Colli wel genoodzaakt was, zijue rol verder aan een welgemanierder en meer beschei den tenorzanger over te doen. Uit vroegertijd. Een ter dood veroordeelde, vernomen hebbende, dat de galg, die voor hem bestemd was, sinds jaren niet gebruikt en ondertus- scben door weer en wind tamelijk ver molmd was, verzocht vriendelijk, dat men toch eene nieuwe maken zou: „want een mensch zou met zoo'n oud ding een on geluk kunnen krijgen.' Een gemakkei ij k middel ter verspreiding van aangename en Duttige lectuur onder het volk wordt in de FrankfuiterZeitnng aan de hand gedaan door een inzender uit Miinchan. Hij had het van eeu bejaard man, dien hij eens in den Bierkelder ontmoette. „Er zijn", zei het oude heertje, „heel wat menschen, die de boekeD, als zij ze eens of tweemaal gelezen en een paar keer uit geleend hebben, ongebruikt en vergeten in de kast laten liggen. Van zulke boe ken zie ik zooveel mogelijk te krijgen, en ik maak er algemeen eigendom, „zwerven de boeken" (Wanderbiicher) van. Ik schrijf er voor en achter in, aenige malen, als het kan„Zwervend boek. Wie dit boek gelezen heelt, die geve het aan een ander die het op zijne beurt moet weggeven, enz., opdat zooveel meuschen als mogelijk is er genot van hebbeD.8 En als er nog plaats is, zet ik er bij „Wie dit boek met weggeeft, maar het behoudt, die is slechter dan een dief, want hij besteelt het gezamenlijke, onbemiddelde volk.' __,Ik heb ondervonden,' voegde hij er bij, „dat slechts zelden boeken worden ge houden dit gebeurt alleen wel eens, als er illustraties of verzen in staan. Verre weg de meesten doen de ronde, tot zij ge heel zijn stak gelezen.' Het is misschien een voorbeeld, dat na volging verdient en tot dit doel deelen wij het hier mede. E en Koning der heerenmo- des. In de voorname huizen in Parijs en Londen zijn er, zooals wij weten, eeni ge hooggeplaatste dames, wier toiletten voor de wisselende modes bepalen, zijn. Maar het zou eene dwaling zijn te geloo- ven, dat slechts de dames hsre toonaan gevende. „Modekoninginnen hebben. Ook de heeTet» hebben hun „Modekoningen en als zoodanig gold in Parijs, tenminste tot voor korten tijd, de Prins de Sagan, die jaarlijks ongeveer 300 pakken moet gebruikt hebben. Nu komt evenwel het bericht, dal de Prins de Sagan een concurrent heeft, die nog meer dan driehonderd cos* tuums per jaar gebruikt. Deze nieuwe beheerscher der heerenmodes is de prins van Thurn en Taxis. Men vertelt van hem uit geloofwaardige bron, dat hij da gelijks een nieuw costuum aantrekt en dat twaalf uitstekende kleermakers met het vervaardigen dier pakken bezig zijn. De kosten daarvan beloopen jaarhjksch i 5000 francs. Alle kleeren van den prins zijn met rozenolie, waarvan een ons 125 francs kost, geparfumeerd. Het getal van de dassen, die de prins op oen jaar gebruikt, bedraagt ongeveer 1000, daarentegen ir het verbruik van schoenen in hetzelfde tijdsverloop slechts 200 paar zijne sigaret ten kosten jaarlijks ongeveer 5000 francs, en de verscheidene takken van sport, waaraan san hij zich wijdt, zooals jacht, schijfschieten, visschen, het golfspel en wielrijdeD, kosten hem 375000 francs. Een mooi zaakje voor een kleermaker, zulk een klant te hebben. Ofschoon 10 doorsnede de prijs van 75000 fr. voor 365 in een schrikkeljaar 366 oomplete costunms, dat is 205 trancs voor een pak, niet bijzonder dnur is voor een prins. Hoe amerikaansche jon- gens geld verdienen. Een New-Yorkech tijdschrift maakt in een zijner nummers gewag van de wijze, waarop knapen in het vrije Amerika zich hunne vacantie ten nutte makenen geld ver dienen. Men moet toegeven, dat de jonge Yankees het verstaan, om vroeg de handen uit de mouw te steken. Zie hier de lijst: Voor het maken en verknopen van vliegers één tot tien ets. per stuk (1 am. cont 21/» ct. hollandsch geld.) Voor het schoonmaken en smeren van rijwielen 5 ets. per bicycle. Voor het inpompen van lueht een cent per band. Verder wordt geld verdiend door het schoonma ken van vensterruitendoor het slijpen vau keukenmessendoor het herstellen van kinderspeelgoed door het rijden met kinderwigens in de parken j door het in- en verkoopen van postzegelsdoor het rondbrengen van boodschappen op rij wie- les door het grassnijden in tuinen, enz. Men ziet, dat de Amerikaan, ook de jon ge, nooit verlegen is j hij heeft tot leuze „Arbeid is geen schande*. Aardbeving in Engelseh- Iniië. Zaterdagmiddag werden na bij Calcutta hevige aardschokken gevoeld, die g?ruimen tijd aanhielden. Een aantal gebouwen zijn vernield, vele bewoners zijn gedood en een groot aantal gewond. Een deel van den katheJraaltoren is neer gestort. Ook een wijsgeer. Lui- tenantOppasser, hoe kan je me nu een broek klaar leggen,waarvan de zakken stuk zijn Oppasser: „Luit'nant, ik dacht': het is toch al de 28e van de maandde luite nant behoeft er toch geen geld meer in te steken." Waarom? Daarom! „Wel, heer ontvanger I' zei laatst een boer, „waarom draag je nooit handschoenen „Omdat mijne handen altijd in jullie zak zitten, vriendlief." Een vrienden proef. Door de brandcatastrophe is in Parijs de min stens tienmaal doodgewaande, tamelijk be kende Parijsche beeldhouwer Le- mice Terrieux veel stiller in eene bete re wereld overgegaan dan het onder andere omstandigheden ware geschied. Nu is hij werkelijk dood en begraven. Thans wordt in een Parijsch tijdschrift de volgende ware anecdote van hem verteld „Lemice was een der eerste Pa- ijsche lekkerbekken daar hij tamelijk rijk was, hield hij er in zijne vrijgezel- lenwouing in Parijs eene uitstekende k en ken op na en niet zelden waren er drie of vier dozijnen lekkerbekken bij hem a'.n tafelop een mooien dag kregen al zijne vrienden het bericht, dat hij gestor ven was, nadat hij zich al 14 dagen lang ziek had laten melden en geen zyner beken den ontvaDgen had. Nu kwam de ge bruikelijke uitnoodiging voor de begra fenis, die den volgenden dag zou plaats hebben. De stoet zon om 4'/i 's middags van zijn huis uit vertrekken. Dat was ongeveer op hetielfde uur, als hij zijne prachtige maaltijden placht te geven. Lemice liet het ontvangstsalon zwart bekleedea en voor de deur stond ook een treurwagen. In eene kleine zaal stond de zoogenaamde lijkkist van den gestorven huisheer, maar Lemice wachtte le vergeefs. Tegen 4J/i nQr verscheen on geveer het tiende deel van de uitgenood ig- den. Nauwelijks waren zij de groote en kleine zaal doorgegaan, of plotseling gin gen de vleugeldeuren open en een witge- kleedc kok riep met luide stem „De hee- ren worden aan tafel verzocht". Tableau Zooals vanzelf spreekt, was deze geschiede nis den volgenden dag in Parijs op alle Boulevards bekend, maar van toen af wist Lemice, wie hij tot zijne diners moest uit- noodigen. Gruwelen in het kinder- huis te Napels. Eenige dagen geleden werd door de bladen meegedeeld, dat in het vondelingenhuia „Santa Casa dell'An- nnnziata" fe Napels, gedurende het afge- loopen j3ar van de 853 ter veipieging op genomen zuigelingen 850 gestorven waren, zoodat slechts drie er het leven afbrachten, dit bericht was in zulke dorre termen ver vat, dat men, het oppervlakkig lezend, aan het feit nauwelijks aandacht schonk. Thans wordt door eene italiaansche schrijf ster van naam Mathilde Serao,dit ongeloollij- j ke bericht niet alleen bevestigd, doch zij voegt er met groote zaakkennis in het napc- litaansche blad II Mattino bijzonder heden aan toe, die een ontzettend denk beeld geven van eene vrome instelling als het „Heilige huis van Maria boodschap", dat, wanneer het oorspronkelijk was inge richt tot de slachting van vonde lingen, geen weerzinwekkender tooneelen binnen zijne muren te aanschouwen had kunnen geven. De vertrekken van het Annnnziata- huis, schrijft mej. Serao, zijn klein en laag van verdiepingbijna alle vensters geven uitzicht op de binnenplaats. De atmos feer in het gebonw is overzsdigd van ongezonde miasmen en ziektekiemen. Dit is een der oorzaken van de sterfte. De tweede oorzaak is de honger. In deze inrichting, die in het afgeloopen jaar een zuivere winst van f300.000 opbracht, waren de kleine verpleegden ten prooi aan een algemeene, bestendige, verterende uit- hougering, waartegen geen enkele min iets vermocht te doen, daar elk harer minstens twee, dikwijls drie en soms vier zuigelin gen de borst moest geven. Tengevolge hiervan leden de beklagenswaardige schep seltjes verschrikkelijk en hoe onder de kinderen werden, des te meer nam hunne behoefte aan voedsel en daarmede hun lijden toe. Dikwijls was het weinige voedsel, dat den kinderen verstrekt werd, nog zeer ongezond op den koop toe. Want ook de minnen werden slecht gevoed veel groenten en weinig degelijke spijzen, groenten en aardappelen van 2e en 8a qualiteit en zuren wijn. Met haar maand geld van f 9 konden zij zich niets be ters verschaffen. En bij deze verpleging moesten zij twee, drie k vier kinderen van melk voorzien. De arme vrouwen werden in korten lijd bleek, mager en uitgeteerd. De meesten hielden het niet langer dan eenige maanden uit en ver trokken dan, om niet in het Santa Casa ta moeten sterven. De huisorde verbood haar, uit te gaan. Zoo waren zij dag en nacht in het akelige, angstwekkend-som- bere gebouw met zijne verpeste lucht op gesloten, zonder beweging en conversatie, bij de meest onvoldoende verpleging, zoo dat zij de een na de ander begonnen te sukkelen. De vondelingen werden weldra aange stoken en stierven bij tientallen. Nog een 00)zaak der sterfte was het totaal gebrek aan alle hygiënische voorzorgsmaatregelen. In de eerste plaats ontbrak de gelegenheid om water te warmen, zoodat de zuigelin gen, in den strengsten winter zelfs, met koud water gewasschen moesten worden, Er waren wel twee haardeD, waarin hout gestookt kon worden, doch deze werden nooit gebruikt. Op welke wijze er met de Brme schepseltjes rondgespron gen werd, is- licht te begrijpen. Bronchi tis en longontsteking waren de natuurlij ke gevolgen dezer koude baden. Verder bood de waschinrichting van het gebouw eene rijke bron van besmetting. Al het vnile goed van volwassenen en zuigelingen, van gezonden en zieken, werd in één ketel geworpen, zeer vluch tig uitgewasschen, of dikwijls alleen maar door het water gehaald. De half ge droogde of slecht uitgewrongen voch tige lompen gingen dan van de wasch- knip naar de wiegen en bedjes der kin deren, die bij iedere verschooning ineen krompen van de koude. Bovendien heerschte in de geheele inrichting de schromelijkste onreinheidzelfs uit de waschkuipen steeg eene walgingwekkende lucht op. Ook met de zuigflesschen ging men op de opzindelijkste manier om. In de apotheek van het asyl be diende eene non, die van de artsenij— bereidknnde geen flauw begrip had. Vele kinderen zijn dan ook in de is richting gestorven, zonder dat men zich de moei. te gaf te constateeren, aan welke ziek- j te, terwijl het geregeld voorkwam, dat maandelijksch verpleeggelden inkwamen voor kinderen, die reeds voor jaar en dag bezweken waren. Men heeft uitgerekend, dat binnen zeven jaar van de ettelijke duizenden arme vondelingen, die naar Santa Casa gebracht werdeD, slechts 20 de zuigelingen-periode doorstonden en behoaden bleven R. Nbld. II et is een droevig onge luk, dat den Berlijnschen luchtreiziger, dr. Wölffert, is overkomen droevig voorval, omdat hij met eeiiigen grond scheen te verwachten, dat hij zijn doel een gtooten stap naderbij was gekomen. Toen hij in de mand stapte, zeide hij„Het zal mijn laatste reis zijn. Ik zal slagen of omko men'. Da luchtvaartafdeeling van het Ber- lijnsche leger volgde zijne proefnemingen met de meesta oplettendheid en stalde groot vertrouwen in dr. Wölfferts uitvin dingen. Hoe het ongeluk zich heeft toegedragen, blijft natuurlijk een raadsel. Da ballon was gevuld met waterstofgas. Hij had den gewonen sigaarvorm, dertig meter hoog bij tachtig lang. Aan de aehterzyde waren twee Bluminiumvleugels, aan de voorzijde een soort roer aangebracht. De beweeg kracht werd geleverd door een benzine motor. Toen deze in beweging werd ge bracht, zag men eene lange vlam uitsltan; toen reeds vreesde men voor een ongeluk. De badion steeg echter ronder ongeval tot eene hoogte van 2500 voet en de vleugels dreven hem inderdaad tegen den wind voort. Plotseling zag msn woer t 1 3 vuurtong opstijgen, waarna een hev ige >1 volgde. In minder dan geen tjjd was hst vanrtoig ééa vuurbol, die door" dea wiad in de richting vau eeu timmerwerf tade Riigs'^raase werd gealuwd. Hst brandende schuitje viel pijlsnel naar beneden en kwam op da werf terecht, waar ook de gruwelijk verminkte lijken vau beido luchtreizigers werden gevonden. Dokter, ik ben zoo zwaar verkonden. W at moet ik gebrnikeD Een zakdoek. I Boven glans gaat licht Boven vreugd giat plicht Boven wensch gaat-raad, Boven wil de daad. H Goede raad is, zegt meD, duur Goede raad alléén Ook de slechte soms is duur, Peperdanr, naar 'k meen UI Dat gedachten tolvrij zijo, Is allicht verklaard Immers, verreweg de meeste Zijn den tol niet waard. A 11 ij d gereed. Een oud advocaat pleitte voor een zeer jong baasje en had hem gezagd, dat deze moest beginnen te snikken tel kens als hij met de hand op den lessenaar sloeg. Ongelakkig vergat hij het eenmaal en sloeg op een verkeerd oogenblik op de tafel. De jongen begon te snikken en te schreien. M at scheelt je nu P vroeg de presi dent. Meneer heeft gezegd, dat ik moest beginnen te schreien, zoodra hij od de tafel sloeg. J P Er werd gelachen, maar de oude rot verloor zyne tegenwoordigheid van geest niet. Zich tot de leden van de jury wen dende, zeide hij „rvu wil ik n toch gevraagd hebben, mijne heeren, hoe men er toe komen kaD, het deukbeeid van misdaad op te vatten ten opzichte van een knaap, die zoo in ieder opzicht blijkt een toonbeeld van eenvoud en eerlijkheid te zijn P Ik wacht uwe uitspraak met vertrouwen af." Meerderheid en minder heid. Te Neu-Stargard in Pommeren (Prui sen) moest dezer dagen de herstemming plaats hebben voor een lid in den Duit- schen Rijksdag. Er was een poolzche candidaat, de pastoor Wolszlegier van Gilgenburg en een duitsche, de heer Arndt, Beiden hadden bij de eerste stem ming 232 stemmen gekregen. Thans bij de. herstemming werden op den eersten 233 en op den laatsten 232 stemmen uitgebracht. Hier verschilden meerder heid en minderheid dus al heel weinig. Om kurken luchtdicht te maken. De fijnste kurken zijn poreus en kun nen het verdampen der vloeistof, die zich in de flesch bevindt, niet volkomen ver hinderen. Om nu hermetisch afsluitende kurken te verkrijgen, legga men ze 12 aren in een mengsel van 1/3 liter wa ter, 15 gram beste gelatine en 25 gr.m glycerine, welk mengsel men vooraf tot 36° Reauinur verwarmd heeft. Turksche Bedelaars. Vele bedelaars in CoDstantiuopel bien- geu het tot grooten rijkdom. Een wel bekende figuur onder hen bezit huizen, ter waarde van honderdduizend gulden ra nog ziet men hem, in vuile lompeu ge- uuld, bedelen, Eane arme onderwijzeres, die zeer liefdadig was, placht hem twee maal in de week een zilverstukje te geven. Eens miste zij een goudstuk en dacht, dat zij het in vergissing den bedelaar had gegeven. Hg was dien dag reeds naar huis en zij volgde hem daarheen. Hij ontving haar beleefd met het air minstens van een prachtig uit- gedosten pascha. Ik hond er niet van, een goeden klant te verliezen, zeide hij en liet ziju geldzak halen. Indien er een goudstuk is, zullen wij het hierin vinden. En inderdaad wss het daar. Neem het, ging hij voort, en het arme meisje wilde zich haastig heenspoe- den, toen de bedelaar haar tegenhield. Wacht even, merkte hij kalm op, u heeft mij nog geen zilverstukje gegeven. Te Bonn is veel opzienver- wekt door een tweegevecht tusschen twee geneesheeren, Reusing en Fischer, wegens een twist over eene mislukte operatie, Fischer, in de borst getroffm, bleef onmiddellijk dood. Volgens de Külnische Yolkszeitung had dr. Reusing zich weken lang met het pistool geoefend, zoodat hij op 15 pas het aas uit eene speelkaart schiet.n kon en wel op commando van vrienden, die tusschen door pistoolschoten moesten los sen, om zijne zenuwen te wennen. Ge noemd blad is echter niet al te ver trouwbaar. A la eene ware epidemiebe- zoeken de spoorwegongelukken in den laatsten tijd Rusland. Haast geen dfig vergaat, zonder dat van een grooier of k i- ner spoorwegongeluk gemeld wordt. De schuld ligt aan het personeel op de sp' - wegen. De loonen moeten zoo 1: 1 dat voor de betrekking van machinist geen menschen met grondige kennis te krijgen zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 7