ven, die hadden geholpen, om zijn roem
9 grondvesten. Hij wist, terwijl hij beaig
wie, dat hij nooit boter had geschreven
en verwonderde er zich over, dat bij het
kon doen.
Hoe het kwam, wist hij niet,
maar hij had zich nooit zoo geïnspi
reerd gevoeld, als dien avond. Hij had
vroeger reeds meer over den dood geschre
ven, maar nooit had de eindkramp van een
wezen van aijne eigen fantasia hem zoo
aangedaan, als juist nn. Hij zelf leefde
elke emotie, die bg beschreef, mede en
werd door elk snijdend woord, dat zijne
pen schreef, zelf medrgesleept.
De dood van dit heerlijk wezen, met
heel zijn doodstrijd, nam voor hem eene
absolute werkelgkhcid aan. Hij scheen
tegen zijne wangen den ijzigen adem
van den dood zelf te voeleD, zijn beenige
greep scheen zijn vleesch te omknellen.
De lamp ging uil tot op een glinsterende
vonk en de geheele kamer was vol scha
duwen.
Toen hij het laatste woord had opge
schreven en daaronder in mooie hoofdlet
ters het woord „einde" had gezet, rilde
hij. Het scheen hem bijzonder koud voor
Juni. Hij streek met zijne hand over zijn
gelaat en het zweet parelde in zijn hand
palm. Hij gevoelde zich dood—op. De
vacantie zil mij goed doen,' dacht hij.
rik heb te veel gewerkt, ik ben blij, dat
het gedaan is.
„Ea het is goed ook - het beste, dat ik
geschreven heb.'
Zorgvuldig de bladen in eene lade op
bergend, keek hij op de klok. Het was
half tien en het rijtnig wachtte.
Toen hy aan 't station kwam, bemerk
te hij, dat er iets ongewoons was ge
beurd. De menschen liepen door elkaar
en deden vragen aau de beambten. Twee
vronwen zaten snikkend op een bank.
Een krantenjongen gooide hem een blad
papier toe. Derde extra bulletin. Ver
schrikkelijk ongeluk van een vasteland
sneltrein. Lijst der dooden. Volledige bij
zonderheden."
Werktuigelijk, met een vreemd gevoe!
van afschuw, strekte hij zijne hand uit naar
een bulletin.
„Mamie
'Mijn god 1"
Verloren" was het boek van dat jaar.
In 't hijzonder was de buitengewone reali
teit van de sterf-scsae in het laatste hoofd
stuk het onderwerp van veel gesprekken.
Vrouwen in Zweden. Mej.
Eschelson, die voor eenige dageit promo
veerde aan de universiteit te Upsala als
doctor in de rechteD, is thans aan die
zelfde hoogeschool benoemd tot hooglee-
rares in het burgerlijk recht. Zij is de eer
ste vrouw, die totnogtoe een leerstoel be
kleedt aau eeu zweedsche hoogeschool.
De krakeling. De oor-
sprong van den krakeling is, naar De
Banketbakker mededeelt, de volgende
Nadat Karei de Groote het Saksische
volk tot het Christendom bekeerd had,
bleef dit nog in het geheim aan heiden-
sche gebruiken getrouw. Het offerde aan
de oude goden en vierde de niet verge
ten feesteD.
Bij een daarvan werd een ovaal, in ring-
vorm gemaakt gebak gebruikt, dat uit
muntte door groote smakelijkheid. Daar
dit niet verboden kon worden, zoo veroor
loofde men dit in Saksen, onder beding,
dat een kruis in den ring moest gebak
ken worden, waardoor het een Christelijk
gebak werd.
Uit Rubinsiein's leven.
De volgende anecdote wordt door Miss
Olga Nelhersole, de beroemde engelsche
Ireurspelspeelsfer, verteld. Anton Ru-
binsttia zat eens in bet parket van Go-
vent—Garden bij eene voorstelling van
„Tannhaaser*. Vóór hem zat eene jonge da
me, eene bekende soubrette, die na elk
bedrijf hare zitplaats verliet, om in de
koffiekamer of achter de coulissen te snel
len en dan ook regelmatig bij het be
gin van bet volgende bedrijf te laat
kwam en allen stoorde. Toen de jonge
dame nn voor het laatste bedrijf weer op
stond, om weg te snellen, hield Rnbinstein
haar terug en vroeg, zoo lnid dat ieder
het hoorde „Niet waar, als ik zitten blyf,
dan stoor ik u daardoor niet Dit ge
zegde weid rondcm hem opgenomen met
handgeklap en bravogeroep. Wat de sou
brette antwoordde, is niet bekend maar
zij is niet teruggekomen.
Die boee wist het wel. W e
waren in het tijdperk der verkiezingen. Een
der candidaten, een adspirant-landbouw-
vertegenwoordiger, had eene zeer lange re
de gehouden in een buitendistrict. Tosd
men aan een bejaard landman vroeg, wat
hij er van dacht, luidde het antwoord
„Och, ik ben niet zoo op de hoogte van
de politiek, maar ik geloof, dat eene re
genbui van zes unr meer goed gedaan
zou hebben."
TeParijs is zekere Thou-
ner in hechtenis genomen, die sedert vele
jaren in verboden tijd vischt en zoo uit-
stekende zaken maakt op vastendagen.
Mij vischt op zeer eigenaardige wijze,
door zich namelijk de beenen in te sme^
ren n<e eene stof, welker bereiding zijn
ge eim is, en gaat dan in 't water staan.
°P tovermiddel verlekkerd,
schiet toe en wordt R, u i
door bedwelmd, zoldi hh h
grijpen kan. hlJ 26 ®et de hand
knecht \ij em 6 1S"
«enige armbanden. Hij het^W
je over van een ingenieur F. De be-
stoarderes der zaak zeide, dat zij zelve
de armbanden zon brengen. De kuecht was
in het bureau, waar de ingenieur heette te
wachten. Hij vroeg aan de dame het visi
tekaartje, om dan zgn heer te waarschu
wen. Het wachten duurde wat lang en
het bteek aan de dame, dat er niemand
was, die armbanden besteld had. Geluk
kig met het denkbeeld, dat zij aan eene
oplichting was ontsnapt, keerde zij huis
waarts, waar het bleek, dat de knecht
met het kaartje terug was gekomen, om
twee armbanden, namens de dame. Die arm
banden werden hem meegegeven.
Toen de politie onderzoek deed, bleek
het, dat ze reeds verpand waren Bru
taal en vlug.
Sporen als geneesmiddel.
De meeste menschen reizen bf tot hun
genoegen of ia 't belang hunner zaken.
Dat iemand evenwel alleea gaat reizen met
het doel, om eens fliok in een coupé van
een snel voortrazenden trein ongemakkelijk
door elkander geschud te worden, klinkt
in ieder geval zonderling, maar het komt
toch vaker voor, dan men gelooft. Een be
kend engelsch dokter vertelt van een zij
ner patiënten, die eene oorziekte heeft, dat
deze inas dikwijls urenlang per spoor
reist, slechts om het onverdragelijke sui
zen en bruisen in zijn oor door het rate
lende gedruisch van den trein te laten
verdooven. In alle gevalle komt het ge
snis in zijn oor slechts van tijd tot tijd
in iterke mate voor, en telkens, als zulk
een aanval den kranke haast tot vertwij
feling brengt, zoekt en vindt hij zijn ee-
geneesmiddel in den spoorwagen.
Maar niet alleen tegen lijden, maar ook
tot verzachting van gemoedsbewegingen
wordt het rijden per spoor benut. Eene
jonge weduwe, die na den plotseliDgen
dood van haar man gek dreigde te wor
den, ontdekt) toevallig, dat een ritje in
een snelrijdenden trein kalmeerend en
weldadig op bare zenuwen werkte. Sedert
dat oogenblik ondernam zij dagelijks eene
reis van verscheidene uren. Het eentoni
ge geluid, dat de raderen veroorzaken,
was als geen ander middel in staat, hare
zieke zenuwen tot rust te brengen en in
hare verwarde gedachten het evenwicht
weer fe herstellen.
Drukfouten.
Vader. Mijne dochter speelt van't bladl
Vriend. Wat moeten er dan eeD druk
fouten in de muziek staan.
Onder jonge dames. -—An
na: Ze zeggen, dat Tmus gaat trouwen
met een man, oud genoeg, om ha»r groot
vader te zijn.
Mary: Onmogelijk, iedereen weet, dat
er zulke maDnen niet zijn.
Een al te gevoelige tenor-
zanger.
Een bijzonder incident viel dezer dagen
in de opera te Warschau voor. Man gaf
eene voorstelling ter benefice (eele-avond
zeggen wij) vat> de zangeres Pacini, die
Da de eerste acte werd teruggeroepen.
Zij verscheen op het tooneel met den
tenor Colli, die niet bijzonder in den
smaak scheen te vallen j het publiek pro
testeerde althans en riep, dat de zangeres
alleen moest verschijnen.
De tenor werd zoo boos, dat hij zijn
tong tegen het publiek uitstak.
Van alle kanten verhief zich toen zulk
een geschreeuw en geiluit, dat de heer
Colli wel genoodzaakt was, zijue rol verder
aan een welgemanierder en meer beschei
den tenorzanger over te doen.
Uit vroegertijd. Een
ter dood veroordeelde, vernomen hebbende,
dat de galg, die voor hem bestemd was,
sinds jaren niet gebruikt en ondertus-
scben door weer en wind tamelijk ver
molmd was, verzocht vriendelijk, dat men
toch eene nieuwe maken zou: „want een
mensch zou met zoo'n oud ding een on
geluk kunnen krijgen.'
Een gemakkei ij k middel
ter verspreiding van aangename en Duttige
lectuur onder het volk wordt in de
FrankfuiterZeitnng aan de hand
gedaan door een inzender uit Miinchan.
Hij had het van eeu bejaard man, dien hij
eens in den Bierkelder ontmoette.
„Er zijn", zei het oude heertje, „heel
wat menschen, die de boekeD, als zij ze eens
of tweemaal gelezen en een paar keer uit
geleend hebben, ongebruikt en vergeten
in de kast laten liggen. Van zulke boe
ken zie ik zooveel mogelijk te krijgen, en
ik maak er algemeen eigendom, „zwerven
de boeken" (Wanderbiicher) van. Ik schrijf
er voor en achter in, aenige malen, als het
kan„Zwervend boek. Wie dit boek
gelezen heelt, die geve het aan een ander
die het op zijne beurt moet weggeven, enz.,
opdat zooveel meuschen als mogelijk is
er genot van hebbeD.8 En als er nog
plaats is, zet ik er bij „Wie dit boek
met weggeeft, maar het behoudt, die is
slechter dan een dief, want hij besteelt
het gezamenlijke, onbemiddelde volk.'
__,Ik heb ondervonden,' voegde hij er
bij, „dat slechts zelden boeken worden ge
houden dit gebeurt alleen wel eens, als
er illustraties of verzen in staan. Verre
weg de meesten doen de ronde, tot zij ge
heel zijn stak gelezen.'
Het is misschien een voorbeeld, dat na
volging verdient en tot dit doel deelen
wij het hier mede.
E en Koning der heerenmo-
des. In de voorname huizen in Parijs
en Londen zijn er, zooals wij weten, eeni
ge hooggeplaatste dames, wier toiletten
voor de wisselende modes bepalen, zijn.
Maar het zou eene dwaling zijn te geloo-
ven, dat slechts de dames hsre toonaan
gevende. „Modekoninginnen hebben.
Ook de heeTet» hebben hun „Modekoningen
en als zoodanig gold in Parijs, tenminste
tot voor korten tijd, de Prins de Sagan,
die jaarlijks ongeveer 300 pakken moet
gebruikt hebben. Nu komt evenwel het
bericht, dal de Prins de Sagan een concurrent
heeft, die nog meer dan driehonderd cos*
tuums per jaar gebruikt. Deze nieuwe
beheerscher der heerenmodes is de prins
van Thurn en Taxis. Men vertelt van
hem uit geloofwaardige bron, dat hij da
gelijks een nieuw costuum aantrekt en
dat twaalf uitstekende kleermakers met
het vervaardigen dier pakken bezig zijn. De
kosten daarvan beloopen jaarhjksch i 5000
francs. Alle kleeren van den prins zijn
met rozenolie, waarvan een ons 125 francs
kost, geparfumeerd. Het getal van de
dassen, die de prins op oen jaar gebruikt,
bedraagt ongeveer 1000, daarentegen ir
het verbruik van schoenen in hetzelfde
tijdsverloop slechts 200 paar zijne sigaret
ten kosten jaarlijks ongeveer 5000 francs,
en de verscheidene takken van sport,
waaraan san hij zich wijdt, zooals jacht,
schijfschieten, visschen, het golfspel en
wielrijdeD, kosten hem 375000 francs.
Een mooi zaakje voor een kleermaker,
zulk een klant te hebben. Ofschoon 10
doorsnede de prijs van 75000 fr. voor
365 in een schrikkeljaar 366
oomplete costunms, dat is 205 trancs voor
een pak, niet bijzonder dnur is voor een
prins.
Hoe amerikaansche jon-
gens geld verdienen.
Een New-Yorkech tijdschrift maakt in
een zijner nummers gewag van de wijze,
waarop knapen in het vrije Amerika zich
hunne vacantie ten nutte makenen geld ver
dienen. Men moet toegeven, dat de jonge
Yankees het verstaan, om vroeg de handen
uit de mouw te steken. Zie hier de lijst:
Voor het maken en verknopen van vliegers
één tot tien ets. per stuk (1 am. cont
21/» ct. hollandsch geld.) Voor het
schoonmaken en smeren van rijwielen 5
ets. per bicycle. Voor het inpompen
van lueht een cent per band. Verder
wordt geld verdiend door het schoonma
ken van vensterruitendoor het slijpen
vau keukenmessendoor het herstellen
van kinderspeelgoed door het rijden met
kinderwigens in de parken j door het in-
en verkoopen van postzegelsdoor het
rondbrengen van boodschappen op rij wie-
les door het grassnijden in tuinen, enz.
Men ziet, dat de Amerikaan, ook de jon
ge, nooit verlegen is j hij heeft tot leuze
„Arbeid is geen schande*.
Aardbeving in Engelseh-
Iniië. Zaterdagmiddag werden na
bij Calcutta hevige aardschokken gevoeld,
die g?ruimen tijd aanhielden. Een aantal
gebouwen zijn vernield, vele bewoners
zijn gedood en een groot aantal gewond.
Een deel van den katheJraaltoren is neer
gestort.
Ook een wijsgeer. Lui-
tenantOppasser, hoe kan je me nu een
broek klaar leggen,waarvan de zakken stuk
zijn
Oppasser: „Luit'nant, ik dacht': het is
toch al de 28e van de maandde luite
nant behoeft er toch geen geld meer in
te steken."
Waarom? Daarom! „Wel,
heer ontvanger I' zei laatst een boer,
„waarom draag je nooit handschoenen
„Omdat mijne handen altijd in jullie zak
zitten, vriendlief."
Een vrienden proef. Door
de brandcatastrophe is in Parijs de min
stens tienmaal doodgewaande, tamelijk be
kende Parijsche beeldhouwer Le-
mice Terrieux veel stiller in eene bete
re wereld overgegaan dan het onder
andere omstandigheden ware geschied.
Nu is hij werkelijk dood en begraven.
Thans wordt in een Parijsch tijdschrift
de volgende ware anecdote van hem
verteld „Lemice was een der eerste Pa-
ijsche lekkerbekken daar hij tamelijk
rijk was, hield hij er in zijne vrijgezel-
lenwouing in Parijs eene uitstekende k en
ken op na en niet zelden waren er drie
of vier dozijnen lekkerbekken bij hem
a'.n tafelop een mooien dag kregen al
zijne vrienden het bericht, dat hij gestor
ven was, nadat hij zich al 14 dagen lang
ziek had laten melden en geen zyner beken
den ontvaDgen had. Nu kwam de ge
bruikelijke uitnoodiging voor de begra
fenis, die den volgenden dag zou plaats
hebben. De stoet zon om 4'/i 's
middags van zijn huis uit vertrekken.
Dat was ongeveer op hetielfde uur, als
hij zijne prachtige maaltijden placht te
geven. Lemice liet het ontvangstsalon
zwart bekleedea en voor de deur stond
ook een treurwagen. In eene kleine zaal
stond de zoogenaamde lijkkist van den
gestorven huisheer, maar Lemice wachtte
le vergeefs. Tegen 4J/i nQr verscheen on
geveer het tiende deel van de uitgenood ig-
den. Nauwelijks waren zij de groote en
kleine zaal doorgegaan, of plotseling gin
gen de vleugeldeuren open en een witge-
kleedc kok riep met luide stem „De hee-
ren worden aan tafel verzocht". Tableau
Zooals vanzelf spreekt, was deze geschiede
nis den volgenden dag in Parijs op alle
Boulevards bekend, maar van toen af wist
Lemice, wie hij tot zijne diners moest uit-
noodigen.
Gruwelen in het kinder-
huis te Napels. Eenige dagen geleden
werd door de bladen meegedeeld, dat in
het vondelingenhuia „Santa Casa dell'An-
nnnziata" fe Napels, gedurende het afge-
loopen j3ar van de 853 ter veipieging op
genomen zuigelingen 850 gestorven waren,
zoodat slechts drie er het leven afbrachten,
dit bericht was in zulke dorre termen ver
vat, dat men, het oppervlakkig lezend, aan
het feit nauwelijks aandacht schonk.
Thans wordt door eene italiaansche schrijf
ster van naam Mathilde Serao,dit ongeloollij- j
ke bericht niet alleen bevestigd, doch zij
voegt er met groote zaakkennis in het napc-
litaansche blad II Mattino bijzonder
heden aan toe, die een ontzettend denk
beeld geven van eene vrome instelling als
het „Heilige huis van Maria boodschap",
dat, wanneer het oorspronkelijk was inge
richt tot de slachting van vonde
lingen, geen weerzinwekkender tooneelen
binnen zijne muren te aanschouwen had
kunnen geven.
De vertrekken van het Annnnziata-
huis, schrijft mej. Serao, zijn klein en laag
van verdiepingbijna alle vensters geven
uitzicht op de binnenplaats. De atmos
feer in het gebonw is overzsdigd
van ongezonde miasmen en ziektekiemen.
Dit is een der oorzaken van de sterfte.
De tweede oorzaak is de honger. In
deze inrichting, die in het afgeloopen jaar
een zuivere winst van f300.000 opbracht,
waren de kleine verpleegden ten prooi aan
een algemeene, bestendige, verterende uit-
hougering, waartegen geen enkele min iets
vermocht te doen, daar elk harer minstens
twee, dikwijls drie en soms vier zuigelin
gen de borst moest geven. Tengevolge
hiervan leden de beklagenswaardige schep
seltjes verschrikkelijk en hoe onder de
kinderen werden, des te meer nam
hunne behoefte aan voedsel en daarmede
hun lijden toe. Dikwijls was het weinige
voedsel, dat den kinderen verstrekt werd,
nog zeer ongezond op den koop toe. Want
ook de minnen werden slecht gevoed
veel groenten en weinig degelijke spijzen,
groenten en aardappelen van 2e en 8a
qualiteit en zuren wijn. Met haar maand
geld van f 9 konden zij zich niets be
ters verschaffen. En bij deze verpleging
moesten zij twee, drie k vier kinderen
van melk voorzien. De arme vrouwen
werden in korten lijd bleek, mager en
uitgeteerd. De meesten hielden het niet
langer dan eenige maanden uit en ver
trokken dan, om niet in het Santa Casa
ta moeten sterven. De huisorde verbood
haar, uit te gaan. Zoo waren zij dag en
nacht in het akelige, angstwekkend-som-
bere gebouw met zijne verpeste lucht op
gesloten, zonder beweging en conversatie,
bij de meest onvoldoende verpleging, zoo
dat zij de een na de ander begonnen te
sukkelen.
De vondelingen werden weldra aange
stoken en stierven bij tientallen. Nog een
00)zaak der sterfte was het totaal gebrek
aan alle hygiënische voorzorgsmaatregelen.
In de eerste plaats ontbrak de gelegenheid
om water te warmen, zoodat de zuigelin
gen, in den strengsten winter zelfs, met
koud water gewasschen moesten worden,
Er waren wel twee haardeD, waarin
hout gestookt kon worden, doch deze
werden nooit gebruikt. Op welke wijze
er met de Brme schepseltjes rondgespron
gen werd, is- licht te begrijpen. Bronchi
tis en longontsteking waren de natuurlij
ke gevolgen dezer koude baden. Verder
bood de waschinrichting van het gebouw
eene rijke bron van besmetting.
Al het vnile goed van volwassenen en
zuigelingen, van gezonden en zieken,
werd in één ketel geworpen, zeer vluch
tig uitgewasschen, of dikwijls alleen maar
door het water gehaald. De half ge
droogde of slecht uitgewrongen voch
tige lompen gingen dan van de wasch-
knip naar de wiegen en bedjes der kin
deren, die bij iedere verschooning ineen
krompen van de koude. Bovendien
heerschte in de geheele inrichting de
schromelijkste onreinheidzelfs uit de
waschkuipen steeg eene walgingwekkende
lucht op. Ook met de zuigflesschen
ging men op de opzindelijkste manier
om. In de apotheek van het asyl be
diende eene non, die van de artsenij—
bereidknnde geen flauw begrip had. Vele
kinderen zijn dan ook in de is richting
gestorven, zonder dat men zich de moei.
te gaf te constateeren, aan welke ziek-
j te, terwijl het geregeld voorkwam, dat
maandelijksch verpleeggelden inkwamen
voor kinderen, die reeds voor jaar en dag
bezweken waren. Men heeft uitgerekend,
dat binnen zeven jaar van de ettelijke
duizenden arme vondelingen, die naar
Santa Casa gebracht werdeD, slechts 20
de zuigelingen-periode doorstonden en
behoaden bleven R. Nbld.
II et is een droevig onge
luk, dat den Berlijnschen luchtreiziger, dr.
Wölffert, is overkomen droevig voorval,
omdat hij met eeiiigen grond scheen te
verwachten, dat hij zijn doel een gtooten
stap naderbij was gekomen. Toen hij in
de mand stapte, zeide hij„Het zal mijn
laatste reis zijn. Ik zal slagen of omko
men'. Da luchtvaartafdeeling van het Ber-
lijnsche leger volgde zijne proefnemingen
met de meesta oplettendheid en stalde
groot vertrouwen in dr. Wölfferts uitvin
dingen.
Hoe het ongeluk zich heeft toegedragen,
blijft natuurlijk een raadsel. Da ballon
was gevuld met waterstofgas. Hij had den
gewonen sigaarvorm, dertig meter hoog
bij tachtig lang. Aan de aehterzyde waren
twee Bluminiumvleugels, aan de voorzijde
een soort roer aangebracht. De beweeg
kracht werd geleverd door een benzine
motor. Toen deze in beweging werd ge
bracht, zag men eene lange vlam uitsltan;
toen reeds vreesde men voor een ongeluk.
De badion steeg echter ronder ongeval tot
eene hoogte van 2500 voet en de vleugels
dreven hem inderdaad tegen den wind
voort. Plotseling zag msn woer t 1 3
vuurtong opstijgen, waarna een hev ige >1
volgde. In minder dan geen tjjd was hst
vanrtoig ééa vuurbol, die door" dea wiad
in de richting vau eeu timmerwerf tade
Riigs'^raase werd gealuwd. Hst brandende
schuitje viel pijlsnel naar beneden en kwam
op da werf terecht, waar ook de gruwelijk
verminkte lijken vau beido luchtreizigers
werden gevonden.
Dokter, ik ben zoo zwaar
verkonden. W at moet ik gebrnikeD
Een zakdoek.
I
Boven glans gaat licht
Boven vreugd giat plicht
Boven wensch gaat-raad,
Boven wil de daad.
H
Goede raad is, zegt meD, duur
Goede raad alléén
Ook de slechte soms is duur,
Peperdanr, naar 'k meen
UI
Dat gedachten tolvrij zijo,
Is allicht verklaard
Immers, verreweg de meeste
Zijn den tol niet waard.
A 11 ij d gereed.
Een oud advocaat pleitte voor een zeer
jong baasje en had hem gezagd, dat deze
moest beginnen te snikken tel
kens als hij met de hand op den lessenaar
sloeg. Ongelakkig vergat hij het eenmaal
en sloeg op een verkeerd oogenblik op
de tafel. De jongen begon te snikken en
te schreien.
M at scheelt je nu P vroeg de presi
dent.
Meneer heeft gezegd, dat ik moest
beginnen te schreien, zoodra hij od de
tafel sloeg. J P
Er werd gelachen, maar de oude rot
verloor zyne tegenwoordigheid van geest
niet. Zich tot de leden van de jury wen
dende, zeide hij
„rvu wil ik n toch gevraagd hebben,
mijne heeren, hoe men er toe komen kaD,
het deukbeeid van misdaad op te vatten
ten opzichte van een knaap, die zoo in
ieder opzicht blijkt een toonbeeld van
eenvoud en eerlijkheid te zijn P Ik wacht
uwe uitspraak met vertrouwen af."
Meerderheid en minder
heid.
Te Neu-Stargard in Pommeren (Prui
sen) moest dezer dagen de herstemming
plaats hebben voor een lid in den Duit-
schen Rijksdag. Er was een poolzche
candidaat, de pastoor Wolszlegier van
Gilgenburg en een duitsche, de heer
Arndt, Beiden hadden bij de eerste stem
ming 232 stemmen gekregen. Thans bij
de. herstemming werden op den eersten
233 en op den laatsten 232 stemmen
uitgebracht. Hier verschilden meerder
heid en minderheid dus al heel weinig.
Om kurken luchtdicht te
maken.
De fijnste kurken zijn poreus en kun
nen het verdampen der vloeistof, die zich
in de flesch bevindt, niet volkomen ver
hinderen. Om nu hermetisch afsluitende
kurken te verkrijgen, legga men ze 12
aren in een mengsel van 1/3 liter wa
ter, 15 gram beste gelatine en 25 gr.m
glycerine, welk mengsel men vooraf tot
36° Reauinur verwarmd heeft.
Turksche Bedelaars.
Vele bedelaars in CoDstantiuopel bien-
geu het tot grooten rijkdom. Een wel
bekende figuur onder hen bezit huizen,
ter waarde van honderdduizend gulden ra
nog ziet men hem, in vuile lompeu ge-
uuld, bedelen, Eane arme onderwijzeres,
die zeer liefdadig was, placht hem twee
maal in de week een zilverstukje te
geven. Eens miste zij een goudstuk
en dacht, dat zij het in vergissing den
bedelaar had gegeven. Hg was dien
dag reeds naar huis en zij volgde hem
daarheen. Hij ontving haar beleefd met
het air minstens van een prachtig uit-
gedosten pascha.
Ik hond er niet van, een goeden
klant te verliezen, zeide hij en liet ziju
geldzak halen. Indien er een goudstuk
is, zullen wij het hierin vinden.
En inderdaad wss het daar.
Neem het, ging hij voort, en het
arme meisje wilde zich haastig heenspoe-
den, toen de bedelaar haar tegenhield.
Wacht even, merkte hij kalm op, u
heeft mij nog geen zilverstukje gegeven.
Te Bonn is veel opzienver-
wekt door een tweegevecht tusschen
twee geneesheeren, Reusing en Fischer,
wegens een twist over eene mislukte
operatie, Fischer, in de borst getroffm,
bleef onmiddellijk dood.
Volgens de Külnische Yolkszeitung
had dr. Reusing zich weken lang met het
pistool geoefend, zoodat hij op 15 pas
het aas uit eene speelkaart schiet.n kon
en wel op commando van vrienden, die
tusschen door pistoolschoten moesten los
sen, om zijne zenuwen te wennen. Ge
noemd blad is echter niet al te ver
trouwbaar.
A la eene ware epidemiebe-
zoeken de spoorwegongelukken in den
laatsten tijd Rusland. Haast geen dfig
vergaat, zonder dat van een grooier of k i-
ner spoorwegongeluk gemeld wordt. De
schuld ligt aan het personeel op de sp' -
wegen. De loonen moeten zoo 1: 1
dat voor de betrekking van machinist
geen menschen met grondige kennis te
krijgen zijn.