"liiTraicilêT^i II. tl© Hoer. Buitenlandscli Nieuws. PLAATSELIJK NIEUWS. Binnenlandsch Nieuws. Wieringen. Predikbeurten. Hervormde Kerk Barsingerhorn c. a. 4 Juli voorin. Barsingerhorn. Predikbeurten bij de Herv. Gemeents te Anna Paulowna, Doopsgezinde Gemeente Barsingerhorn c.a. Burgerlijke Stand. Gem, 8 CM AOE A. Marktberichten. ven de Joncheere, die in het nummer van 24 Juni schreef: „4.2 ten honderd van de „totale belastbare opbrengst is natuur- „lijk niet gelijk aan 4.2 ten honderd „van de totale oppervlakte,' geeft mij dit toe. Maar wat gebeurt er nu In plaats van te erkennen, dat het be wijs, door de firma de Joncheere-Fokker geleverd, gebleken is onvoldoende te zijn, betoogen beide firmanten, dat de uitdrukkingen grondbezit en grondeigendom kunnen opgevat worden in den zin van grondswaarde. Te dien einde redeneert de heer de Joncheere vooraf het punt in kwestie, dat volgens de Schager Courant van 13 Juni liep over de vraag„of al dan niet 4 5 ten hon- „derd van de ongebouwde eigendommen „in Nederland aan niet-ingezetenen toe behoort," weg door 24 Juni te schrij- hoe weinig men voor eeue „kwestie als de onderwerpelijke op een „courantenbericht kan bouwen is genoeg „bekend" en zegt vervolgens, dat de heer Fokker de woorden, grondeigendom, bezit en grondbezit in dit oeconomisch debat zijn» inzien* heeft gebezigd in den zin van onroerend kapitaal. Terwijl ik hier den heer de Joncheere er opmerkzaam op maak, dat het woord je bezit nimmer door den heer Fokker is genoemd en dat in een rede-verband, waarmee Mr. Fokker wilde bewijzen, dat een groot deel der voordeelen, uit graanrechten voortvloeiende, aan niet-in gezetenen zoude toevloeien, grondbe zit wel als bouwland, maar nooit als onroerend kapitaal, waaronder ook weiland en bosschen zou den begrepen zijn, kan worden op gevat, veroorloof ik mij den lezer on der de aandacht te brengen, hoe zwaar op de hand de rede van den heer de Jon cheere wordt, nu hij eene veranderde voorstelling geeft van het punt in kwes tie, dan die welke in de Schager Courant van 13 Juni daaraan gegeven werd. Wat Mr. Fokker betreft, diens schrij ven in het nummer van 24 Juni sluit bij deze nieuwe opvatting van het kwes- tieuse punt geheel zich aan. Hij be toogt n. 1., dat hij óók het woord belast bare opbrengst heeft gebezigd en wil het doen voorkomen, dat hieruit van zelve volgt, dat hij sprekende van grondeigen dom en grondbezit, niet aan de hoegroot heid, maar alleen aan de opbrengsten van dit grondbezit heeft gedacht. Ik moet den heer Fokker betuigen, dat het mij wel leed doet, dat hij deze ge dachte tijdens de vergadering te Wie- ringerwaard niet heeft uitgesproken en verklaar ten stelligste, dat hij zich ver gist, wanneer hij meent, dat vóór of tij dens het vaststellen vaD ons punt in kwestie het woord belastbare opbrengst door hem is genoemd. Op mij maken de redeneeringen van den heer de Joncheere eenen pijnlijken indruk. In een schrijven aan den heer Vonk, lid van den raad en koopman te Alkmaar, door dezen in mijne tegenwoor digheid in publieke vergadering voorge lezen, heeft de heer Fokker verklaard, dat in de kwestie tusschen hem en mj door mij werd gechicaneerd, met andere woorden, dat ik spijkers op laag water zocht. Welnu, ik werp deze beschuldi ging openljk naar hem zeiven en den heer de Joncheere terug. Bovendien, ge lijk de Afgevaardigde van Alkmaar in zijn oordeel over mijn karakter aanlei ding vond om den heer Vonk te schrij ven, dat hij met mij niet wenschte in debat te komen, zoo neem ik uit mijn oor deel Over zijn karakter aanleiding om voor taan zooveel mogelijk hem te negeeren, In zijn voorstel, om een eeregericht te benoemen, dat zou moeten beslissen over de vraagwat was het punt van ge schil, zie ik, na de karikatuur door hem zeiven en den heer de Joncheere van dit punt in kwestie gemaakt, geen heil. Overigens geloof ik niet, dat zich te Wieringerwaard personen laten vinden, bij het incident tegenwoordig, die zich wel met een onderzoek en eene beslis sing zouden willen belasten. Op eene Vergadering van vrije liefda digheid te Wieringerwaard, heb ik drin gend verzocht, eene commissie te benoe men, die zich met het onderzoek en de beslissing in de kwestie Fokker deBoer wilde belasten en aangeboden, onmiddel lijk honderd gulden beschikbaar te stel len. Vergeefsmen wilde in die kwes tie zich niet mengen. Met gelijk verzoek zal ik mij wenden tot het burgerlijk armbestuur. De namen van de leden der commissie behoef ik nimmer te weten. Ik bied de honderd gulden ter beschikking vooraf aan, slechts eene reserve maak ik. Die commissie zal niet mogen bestaan uit leden van het bestuur der Af deeling Schagen van de Liberale Unie. Na hunne reeds genomen beslissing, zouden deze richters zijn in hunne ei gene zaak, en dat gaat niet aan. Of de afgevaardigde van Alkmaar, die voor de arbeiders te Wieringerwaard zijne candidatuur begeerlijk heeft ge maakt, door zich voorstander van een pensioenfonds voor bejaarde arbeiders te verklaren, zonder eerlijk er bij te voegen, dat de Staatskas voorloopig gee- ne gelden hiervoor disponibel heeft het al of niet met zijn radicaal geweten kan overeenbrengen, bij de beslissing van Het Bestuur der Afdeeling Scha gen van de liberale unie zich neer te leggen is zijne zaak. Ik heb geachte lezer de eer te zijn, Uw Dw. Dr. De grieksche troepen onder kolonel Vasos hebben nauwelijks Kreta verlaten, of de toestand van anarchie keert op het ongelukkige eiland terug. De opstandelingen en de turksche troepen, met name de Baschi Bazoeks koelen hunnen wraak en moordlust op de weerlooze dorpelingen op echt kannibaal- sche wijze. Die wilde, fanatieke ruiters, uit de meest onbeschaafde stammen van Klein- Azië gerecruteerd, zijn sedert jaren de schrik der christenonderdanen van den- Sultan hun weg wordt steeds geteekend door verwoeste dorpen en geplunderde ste den, hunne blanke wapens ontzien vrouw noch kind, jongeling noch grijsaard en wee de maagd of joDge vrouw, die in de handen dezer bloedhonden valthaar lot is vreeselijk. Wist ge wel, waarde lezer, dat Neder land er onder zijne bewoners telt, die nog erger zijn dan deze kannibalen Wij hebben deze ontdekking te danken aan een Noord-Brabantsch blad, dat over den uitslag der verkiezingen van de Christelijk-historischen schrijft „Maar het zijn er me ook naar waarbij de Bashi-Bazoeks uit het turk sche leger nog maar kinderen zijn." Ook in Thessalië begint de oude bar- baarsche gewoonte van den turkschen soldaat weer voor den dag te komen. De oorlogscorrespondent van de Daily News schrijftLarissa schijnt eene stad des doods, de huizen zijn van alles ge plunderd door turksche officieren en sol daten, die alles naar Elassona, op turksch gebied, hebben gesleept. De dorpen in de omstreken van Larissa bieden een treu rig schouwspel. De oogst is thans rijp, doch de bewo ners van Thessalie durven dien niet te gaan inhalen, zoodat het graan rot op de velden, of door de turksche troepen wordt afgesneden. De landbouw in Noord-Griekenland lijdt daardoor eene schade, die door de grieksche regeering op ongeveer 50 millioen gulden bere kend wordt. Het is te begrijpen, dat de grieksche regeering met klimmend verlangen naar den vrede reikhalst om nog te redden, waar dit mogelijk is, en niet minder, om de honderdduizend vluchtelingen uit Epirus en Thessalië, die thans geheel ten laste van de schat kist komen, naar hunne woonplaatsen terug te kunnen zenden. Of dat evenwel, zelfs met alle goede vredesberichten, die dagelijks tot ons komen, terstond uitvoerbaar zal zijn, valt te betwijfelen. Turkije heeft langzamerhand eene ge duchte troepenmacht in de bezette pro vinciën bijeen gebracht, volgens offieiëe- le opgaven telt het turksche leger in Thessalië thans 160.000 man, en nog altijd gaat de sultan met het zenden van versterkingen voort. Hij zal denken, hoe vaster ik er mij nestel, hoe moei lijker het zal zijn, er mij vandaan te krijgen. 't Is voor de grieksche regeering een troost, dat de engelsche regeering voor eenige dagen verklaard heeft, niet te zullen dulden, dat ook maar een gehucht, door Grieken bewoond in han den der Turken zal komen. Met die uit drukkelijke verklaring zal ook de sul tan rekenschap dienen te houden. Turkije bezit juist aan de zeezijde de meeste kwetsbare punten, en met de vloot van Engeland, wij hebben het nog dezer dagen gezien, valt niet te gekscheren, 't Moet een overschoon ge zicht geweest zijn, die vlootschouw voor Spithead. De wijde reede tus schen Portsmouth en Wight bood een schouwspel aan, zooals de wereld nooit gezien heeft. Daar lagen 167 ijzeren monsters in zes rijen, over eene lengte van 5 mij len, geschaard, in bewapening, snelheid en verdedigingsvermogen de geduchtste der aarde. Engelands oorlogsvloot heeft gedurende de zestig jaren van koningin Victoria's regeering eene groote veran dering ondergaan. Het aantal schepen is in dien tijd sterk vermeerderd. Er zijn nu meer dan 500 vaartuigen, waar van 200 boven 14.900 ton. Yeertig daarvan kruisen in de Mid- dellandsohe Zee, twaalf in het Kanaal, veertien in de zeeën van Noord-Ameri ka, vier bij Zuid-Afrika, zeven in den Stillen Oceaan, zestien om de kusten van Afrika, elf voor Oost-Indië, vier en twintig in de chineesche wateren, dertien in Australië, zestien doen dienst voor bijzondere doeleinden, acht voor toezicht, vier voor exercitie. Nog zijn er velen in gebruik in de havens en voor den kustdienst en op weg naar be stemming of naar huis. De bevolking van al deze schepen omvat drie admi raals, vijf vice-admiraals, twaalf schou- ten-bij-nacht, vier commandeurs. De geheele engelsche oorlogsvloot telt tien admiraals, twintig vice-admiraals, vijf en dertig schouten-bij-nacht en 180 kapiteins. De verdere bemanning beloopt 100.050 koppen, tegen 33700 bij de aan vaarding van Victoria's bestuur. Toen bedroegen de kosten per jaar 60 milli oen guldens op eene bevolking van 271/2 millioen, thans op 40 millioen zielen 110 millioen gulden. Eene handelsvloot van circa 50.000 kielen en bezittingen in alle deelen der aarde hebben de sterke uitbreiding van Engelands marine nood zakelijk gemaakt. Die uitbreiding van I koloniaal gebied neemt nog bij den dag toe. In de transvaalsche aangelegenhe- den hebben wij gezien, dat men, om dien landhonger te stillen, het niet al te nauw neemt en men maar al te vaak de leer huldigthet doel heiligt de middelen. Gelukkig, dat Pretoria niet door Enge lands marine gebombardeerd kan wor- den, anders zouden de onderhandelingen zeker een ander verloop hebben geno men. Geloof evenwel niet, dat de diamant mijnen van Kimberley en de goudvelden van Johannesburg uit het oog worden verloren. Dat bewijst de geregelde troe penverzending naar Zuid-Afrika. Op het oogenblik telt het engelsche leger daar 545 officieren en 8240 onder-officieren en manschappen, dat is 115 officieren en 2700 soldaten meer dan in Juni 1896. De macht van koloniën is soms ook een drukkende last, die van het land groote offers vraagt. Zoo zijn thans wedei de oogen van vele Britten met angstige spanning op Britsch-Indië gericht, waar door hon gersnood, pest, aardbeving en overstroo mingen een geest van verzet bij de in boorlingen is opgewekt en wordt aange kweekt, die reeds tot daden oversloeg. Te Pooma, in de nabijheid van Bom- bay, is een moordaanslag gepleegd op luitenant Ayerd en den heer Waltar Charles Rand, den commissaris voor de bestrijding der pest in Pooma. De offi cier weid gedood, de heer Rand zwaar gewond. Volgens de Times was de aanslag zorg vuldig vooraf beraamd en draagt alle blijken, het begin van erger dingen te zijn. Zelfs het tijdstip voor den aanval was met opzet zoo gekozen, om deze noodlottige daad te volvoeren, terwijl het geheele Britsche Rijk in feestvreugde verkeerde. Men brengt den aanval in verband met een blaadje, dat in de engelsche en in de landstaal gedrukt, op ruime schaal in geheel Voor-Indië is verspreid Op heftigen toon wordt daarin verzet tegen het engelsch bewind gepredikt. De schrijver wijst er op, dat terwijl er in Indië pest, hongersnood en over stroomingen woeden, het engelsche volk feestelijk de overwinningen herdenkt, op de Aziërs behaald. Hij roept zijne land- genooten op, om de ontwijders van hunne tempels en moskeeën te verjagen en het oude indische rijk te herstellen. Een oude en edele volksstam, zegt hij, wordt vermoord door christenen. Zal dan niemand een vinger opheffen tegen de uitspattingen der engelsche tyrannen, die ons reeds langer dan een eeuw met voeten treden Het blijkt, dat deze uitnoodiging, tot driehonderd millioen Indiërs gericht, niet tevergeefs is geweest. Ernstiger tij dingen bereikten ons heden. Op enkele plaatsen brak een oproer uit, hetwelk de politie, gesteund door de militaire macht, slechts met opofferingen wist te dempen. Te Sjitpoer werden eenige Europe anen gewond. Cavalerie patrouilleert door de stad. Er schijnt in Zuid-Azië eene algemeene beweging tegen de blanken op touw gezet te zijn. Tusschen Franschen en Siameezen is het ook tot botsingen gekomen. Deze vijandelijkheden zijn te eigenaardiger, daar de vorst van Siam, die als een verlicht en beschaafd man bekend staat, eene reis door Europa doet en op het punt staat, door de fransche republiek officiëel en feestelijk ontvangen te wor den. Misschien hebben de bruine on derdanen van Z. M. van de gelegenheid gebruik gemaakt, om op hunne beurt eens een uitstapje over de grenzen van Tonkin te maken. In China is de al oude haat tegen blanken en christenen opnieuw eene actieve periode ingetreden. Aanvallen op zendingstations, vervolgin gen van bekeerde Chineezen zijn weer aan de orde van den dag. Yoor onder nemende europeesche rijken is er in Zuid-Oost Azië weer werk aan den win kel. Een bombardement van Bangkok door de Franschen, iets van dienzelfden aard door de Engelsch en te Sjanghai', Foetsjau of Amoy zou bij meerdere troe belen volstrekt niet tot de onmogelijk heden behooren. Misschien zijn wij in staat, een volgenden keer nader op deze kwestie terug te komen. Sch8gen, 3 Juli 1897. D i n s d a g 1.1. werd de plaats, genaamd „zfe Mikkerdstaande aan den Westfrieschen Dijk en bewoond door J. Strooper, door den bliksem getrofien; de schoorsteen werd geheel gescheurd ea verschillende gaten erin geslagen, terwijl de steenen er van overal verspreid werden. De zolder werd voor een deel van de planken beroofd, terwijl de splinters door de koeramen vlogen. Schapenvachten, die op zolder onder een luik lagen, werden weggenomen en een eind verder zeer netjes nedergelegd, zonder tot ieders verwondering brand te veroorzaken. De heer J. Rottenberg Jzn., post ambtenaar te Schagen, is met ingang van 16 Juli e. k. verplaatst naar het telegraaf kantoor te Amsterdam. Aan het postkantoor Sohagen en de daaronder ressorteerende hulpkantoren werd gedurende de maand Juni ingelegd f 7323.275, terugbetaald f 6712.33, Het laatste, doordat kantoor uitgegeven boekje, draagt het nummer 3577. Yr ij dagavond j. 1. trad voor een k'ein gehoor de heer O. PriDS, candidaat voor de Provinciale S aten in het locaal v?n den beer D. v. Twuiver op, om zijne denkbeelden te ent- rouwen. De heer M. Kooij opende de vergade ring en nadat hij de aanwezigen welkom had geheeteD, giDg Spr. na, waarom de heer C. Prins door de kiesvereen. te Anna Paolowca was candidaat gesteld. Vervolgens werd het woord gegeven san den heer C. Prins. Spr. begon met te wijzen op het eigen aardige feit, dat e8n candidaat voorde Prov. Staten eene lezing houdt, maar gedrongen door het kiescoaaitó van Anna Paulowna, op welks dringend verzoek hij ook de can didatuur had aanvaard, had hij toegege ven. Spr. zeide met nadruk vooraf, hij was niet gekomen, om iemand te bestrijden, of iemand aan te bevelen, allerminst zich zelf. Algemeen werd bij de verkiezing de leus vernomen, voor en tegen protectie. Spr. doet zich kennen als een sterk te genstander van bescherming. Ook de be scherming der suikerindustrie door 2J/a millioen cadeau te geven aan de fabri kanten, vindt Spr. verderflijk, daar de landman van die 2*/^ millioen niets ziet en het eeD zegen voor den landbouw zou zijn, wanneer die 2% millioen niet gegeven werd, daar dan de suiker in prijs zou dalen en het consument zeer vergroot zou worden. De heer Prins doet zich eveneens ken nen als eeB voorstander van betere middelen van verkeer. Ook het kanaal Stolpen-Schagen vindt ia hem een warm voorstander. Spr. gelooft, dat dat kanaal Schageu zou opheffen en wellicht zijne markt tot eene bloeiende kaasmarkt zou verheffen, en ook de omliggende streken zouden daar zeer veel nut uit trekken. Yervolgens wordt door spr. gewezen op den ellendigen toestand van de zeewering te Callantsoog. Spr. heeft zich met eigen oog daarvan overtuigd. De hulp van het rijk acht spr. in deze hoog noodig en ook het rijk heeft er voor zijne stellingen zeer veel belang bij, dst de zeewering sterk en soliede is. Spr. doet zich kennen als een sterk tegenstander van het formeeren van een groot waterschap door de hooge regeering. De heer Prins wil de ingelanden niet laten meedragen aan de kosten, dat moet door het lijk worden gedaan. De protectie vindt in den heer C. Prins een sterk en duidelijk bestrijder. Het ver slag van de commissie uit het landbouw- comité wordt door spr. aangestipt en de daarin door een tweetal heeren aangepre zen schaalrechten kan spr. ook niet bil lijken, noch aanprijzen. De belangen van de landbouwers loopen volgens spr. te veel uiteen, om door ééa maatregel gebaat te kunnen worden. De slotsom is dat bescherming geen voordeel brengt aan den huurboer, alleen den groot grondbezitter zal doen profiteeren en den kleineD man groote schade zal berokkenen. De toestanden in Duitschland en Enge land worden aan critiek onderworpen en spr. toont helder de nadeelen aan, die de protectie in beide landen heeft ge bracht en den grooten vooruitgang, die in Engeland merkbaar is geworden, nadat het stelsel van vrijen handel daar weder is ge huldigd geworden. Een tarievenoorlog vindt spr. hoogst verderflijk en zou zeer zeker ten nadee- le van ons land afloopen. De heer Prins wilde staatszorg voor den landbouw uitbreiden ministerie van landbouw, bijzondere bescherming voor middelen van verkesr (Kanaal Schagen Stolpen), bandelsrelatiën uitbreiden, knoeie rijen tegengaan, afschaffing accijns op suiker, vleesch, enz., subsidies aan proef velden, maar het allermeest zou, volgens spr. de landbouw gebaat zijn, door land- bouwcrediet. De heer Prins wil landbouwcrediet op coöperatieven grondslag. Op de wijze, zoo als de Kaffeisensche Banken in Duitsch land werken. Daar kan men geld krijgen niet door borgstellingen, neen, er wordt geïnformeerd naar iemands gedrag en le venswijze en als men bekend staat als ij verig en braaf, dan kan men geld krijgen. Spr. vindt tevens nuttig, dat die ban ken zijn eene contröle op de moraliteit. Maar het grootste nut is, dat zij den klei nen man in staat stellen, geld te krijgen. Een boer heeft gten koe te verkoopen, omdat hij geen geld heelt, om voer te koopen een boer behoeft zijn lajnd niet te verwaarloozen, omdat hij geen geld voor mest heeft, neen, bij die banken kan men geld krijgen en wordt men zoodoende in slaat gesteld, te doeD, wat men wil. Spr. wil, dat op soliede schaal van regeeringswege in dien geest landbouwcre diet zal worden opgericht en gelooft, dat daarmede de landbouw zal worden gebaat. De heer Roep doet spr. vervolgens nog eeue vraag aangaande het oprichten van suikerfabrieken door de boeren zelf, op coöperatieven grondslag, die door spr. naar genoegen wordt beantwoord. De heer M. Kooij sluit, na de kwestie van de vorige candidaatstelling van den heer v. d. Vijzel in herinnering te hebben gehracht, onder den wensch, dat de heer Prins moge zegevieren, de vergadering. 't IS ME EDSO ga f donderdag- avond eene wetenschappelijke voorstelling in het biljartspel. Nadat de biljart-professor den aanwezigen den invloed van de wrijf- en drijfkracht, of de negatieve en positieve kracht had duideljjk gemaakt en door voorbeelden zijne bedoelingen aantoonde, speelde hij bin- Inen den tjjd van 8 minuten met de band 100 zeer moeilijke caramboles en daarn eenige excentrieke nummers en goocheltoer die reer ïd den smaak vielen. Ook de cu6"' mers, met de queue uitgeroerd, waren nitste" kend en hoogst interessant. Veel schoons on 't gebied der biljartknnst beeft de biliar, professor 't IS ME EDSO ons laten zieD Evenals vorige jaren had de schooleommisiie alle wederom het genoegen, een feest voor de school? de kinderen te organiseeren. gaan- Door vrijwillige bijdragen lieten de gelden ook A; jaar wêer toe, om een gezelschap van Den H 11 te laten overkomen en wel het Tooneel- en Oper tt gezelschap onder directie van den heer Frittj Het weder, dat zich eerst droevig liet aanzien de tegen den middag flink op, zoodat het feest 't terrein van den heer Dekker vroolgk zHn ging. Tegea 1 nnr kwamen de rijtuigen van <]T°° penbare lagere scholen, van West- en Oosterlan/ de feestvierende kinderen aanrijden en welke von"? school te Hippolytnshoef hunne lading losten De muziekvereniging «Harmonie» had zich ber.'a willig beschikbaar gesteld en liet bii de ling door het hoofddorp naar het feestterrein ham welluidende tonen hooren. »"<ire Op 't feestterrein werden de kinderen allen banken geplaatst en allen waren nieuwsgieri? JP> er nn wel gebeuren zon. Het tooneel dat in was gemaakt, zag er uitstekend uit. Nu werden d™ bet „eMlseban ven rlon U., twerden dOOr het gezelschap van den heer Jungen eenige koddig en grappige tooneelstukjes opgevoerd, doch oVer >t algemeen had men van dat gezelschap iets hete verwacht. Het piano-accompagnement wa« ^a die tonen de kleine feestvierenden aardig bpfie-t'^u Tegen 5 nnr keerde men weder Lr dfsS terug, waar men de kinderen op allerlei ververschin gen onthaaldetevens werden ze allen nog met «m aardig prijsje verrast. Een woord van dank komt toe aan de dames voor de goede leiding der kinde ren en tevens aan hen, die den feestdag der kleinen hebben georganiseerd. Te IVieuwe IViedorp zijn zonder stemming de beide aftredende raadsleden, de heeren K. de Moor en O üalffweder herbenoemd. TeKolhornwerdge- durende de maand Juni in de rijks postspaarbank ingelegd f H9g jn 83 inlagen. Twee nieuwe boekjes werden uitgegeven. Over het lste halfjaar werd ingelegd f 3592.60 in 486 inlagen en werden tien nieuwe boekjes uitgegeven. Oud© Dïiedorp. De can- didaten voor den gemeenteraad alhier zijn C. Hitte, J. Ligthart en d. Strijbis. De stemming over deze candidaten zal plaats hehben op dinsdag, den 13 Juli a. s. Bij hel laden van een wa- gen hooi werd H. Sluis te Stolpen, doordat, terwijl hij op den wagen stond, de voorbint brak, hals over kop naar be neden geslingerd. Hij was ernstig gekneusd aan hoofd en ledematen. NaardeWorld wil weten, zou H. M. de Koningin verloofd zijn met prins Bernhard Heinrich van Sacksen-Wei- mar. De verloving zou nog deze week worden bekend gemaakt. Wij maken van dit bericht onder alle reserve onzerzijds melding, (Telegr.) Uit goede bron verneemt de Tel., dat de heer C. V. Gerritsen te kennen gegeven heeft, voor eene candiiv tuur in het kiesdistrict LEEUWARDEN niet meer in aanmerking te willen komen. De heeren P. WonderAz. en D. de Boer zijn te Heer Hugowaard aftredende leden van den gemeenteraad. De heer Wonder is door beide kiesver- eenigingen kandidaat gesteld de heer de Boer alleen door de Pr. Kiesveree- niging de R. C. Kiesvereeniging heeft met den heer Wonder den heer K Kieft als kandidaat geproclameerd, zoodat tusschen deze drie heeren eene stemming moet plaats hebben. De gemeente is in 4 stemdistricten verdeeld, waarvoor de leden der ver schillende bureaux zijn benoemd. gedurende de maanden Juli, Augustus en September. Geen Dienst: 11 Juli, 1 Augustae, 22 Angustus en 12 September. Overigens telkens 's morgens te half tien. 4 Juli Kreil Ds. Ingeschreven van 29 Juni—1 Juj' Qeboren, ondertrouwd en getrouwd Göoiig. Overleden.- Frans Jongebloed, oud 67 jr. en 11 md. SCHAGEN, 1 JULI 1897. Aangev: 12 Paarden l 75.- a 225.- 23 GeldeKoeien(magere), 80.a 125.- 12 Vette Koeien ,166.a 250.— 2 Vaarzen 70.a 80 20 Nuchtere Kalveren 8.— a 1° 106 Idem (vette) 18.— a 23.— 87 Lammeren 6.— a 1«*~ 20 Varkens (magere) 11.a 20 Idem(vette) per K.G. —.32 a 30 Biggen 6.a 50 Konijnen 100 Kippen 500 Kilogr. Boter —.75 a 250 Kaas -.20 a 4000 Kipeieren 2.75 a 3.2 3500 Eendeieren 2-90 a 3.— HOORN, 1 Juli 1897. Kleine Kaas, hoogste prijs f 25.Co®* missie f23.50, Middelbare f -.- Hooikaas f--.—aangev. 257 stapels, wegeude' 76104 Kilo. ALKMAAR, 2 JULI 1897. Aangaf Granen: 35 H.L. ais; 1 H.L. T** ~g -10'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 2