Brimn uil ie Maasstad.
V
s
Zondag: 4 Juli 1897.
41ste Jaargang No. 3213.
l
BIJVOEGSEL.
Rotterdam, 29 Juni 1897.
No. 133.
D.
GEMENGD NIÉUWS.
Galgenhumor. Tot dus-'
verre heb ik altijd moeten betalen, als
ik voor den kantonrechter kwamnn
ben ik eindelijk eens wat gelukkiger
geweest en heb wat gekregen.
Wat dan?
Zes maanden.
De tranendoek.
In Ty'rol bij de italiaanscke gren-
zen, in een zijdal van de Etsch,
heerscht een eigenaardig gebruik.
Als daar eene bruid naar de kerk
gaat om to trouwen, wordt baar, eei*f-
zij den drempel van het ouderlijk huffig-
overschrijdt, door haar moeder een
zakdoek van nieuw linnen gegeven.
Dien zakdoek houdt zij gedurende den-
plechtigheid in de hand, om de gein N^an
kelijke bruidstranen er mede af te dro
gen. Na den bruiloftsdag legt 'e jonge
vrouw dien ongewasschen ti loek
op de bovenste plank van «Jcf lin
nenkast, om Bsar-oooit weder te ge
bruiken hoe dikwijls de kasfc-fldk >g8?,r
ledig d of gevuld wordt hij alleen
blijft op zijne plaats. De kinderen
groeien op, trouwen, de dochters krij
gen van moeder nieuwe tranendoeken
in haar eigen huishouden mee, de
doek blijft op de oude plaatsMaar
hij heeft nog slechts de heift zijner
bestemming vervuld de andere
helft blijft nog over. Een geheele fa
milie sterft misschien uit de een
maal zoo frissche jonge bruid is oud
geworden Zij overleeft misschien haar
echtgenoot, hare kinderen allen
sterv-n vóór haar, en nog_ altijd„Ji§efk>
het laatste geschenk, dat zij als meis-
je van hare moeder gekregen heeft,
het tweede gedeelte zijner taak niet
kunnen vervullen.
Maar dat oogenblik komt eindelijk
ook. Eindelijk sluiten zich de matte
oogen van het oude moedertje tot den
laatsten, eeuwigen slaap.
Dan dekt dezelfde doek, die een-
maal de tranen van geluk der jëilgdH-
ge bruid op haar trouwdag heeft afge
droogd, de bleeke lippen en gesloten
oogen der doode oude vrouw en gaat
met haar in het graf, als de groetjt
van den dageraad des levens aan het-o*
morgenrood van een beter bestaan.
Een looze streek.
Zij hadden elkaar leeren keDnen in
het koffiehuis, op het oogenblik, toen
de zakkenroller aan de hem nog onbe
kenden gast zijn kunst beproefde. Na
tuurlijk gelukte hem dat niet. Maar
toch was deze gebeurtenis volstrekt
niet de aanleiding, dat de een gevan
gen genomen werd, want onder colle
ga's" neemt men de uitoefening van
zijn beroep niet kwalijk, maar men
n
i
n
uk
MANT.
If
Zeg eens, dat onze kiezerg niet veel te
doen krijgen.
Eerst de Tweede Kamer, dinsdag vóór
veertien dagen de herstemmingen vrij
dag 1.1.; de Provinciale Staten gisteren,
herstemming voor de Provinciale Staten
vrijdag over acht dagen de gemeenteraad
maandag d. a. v. en de herstemmingen
voor den gemeenteraad daar eindigt het
natuurlijk meê vrijdag van de daarop
volgende week.
Hebben onze nienwge maakte kiezers na
geen plezier van ban langgewenscht recht
Hunne bussen worden geregeld volgestopt
of hunne portalen volgegooid met circulaires!
Dat wij, Rotterdammers, de nederlaag
der liberalen voor een deel hebben helpen
goedmaken, is u bekend. De uitslag van de
verkiezing voor Provinciale Staten stelt ons
opnieuw voor het feit, dat de liberalen tegeno
ver de anti-liberalen het in zekeren zin heb
ben afgelegd en den verloren slag te her
winnen hebben. Immers er ia ir. twee
districten herstemming van liberalen en
anti-revolutionairen, in één herstemming
tnsschen een conservatief-liberaal en
een Unieman. De onmiddellijke kracht
van slagen bezitten de liberalen hier niet
meer. Er is hard voor hen te werken,
willen zij de zege op de tegenpartij beha
len. Ook thans is dit gebleken.
Een ander feit is geconstateerd: het is
de minderheid der vooruitstrevend- tegen
over de conservatief-liberalen. In slechts
één district kregen de vooruitstrevenden
hun candidaat in herstemming, en dat
was een zeer populair man, de heer P.
R. Mees, verder legden zij 't af er. in de
twea overgebleven districten wonnen de
conservatieven het. Daar komen hunne
candidaten in herstemming.
De berekening der cijfers brengt ons
er toe te constateeren, dat de liberalen een
harden dobber zullen hebben tegenover de
vereenigde andere machten, waarbij zich
waarschijnlijk de christelijk-historiscben
zullen scharen. Een Katholiek komt ner
gens in herstemming. De katholieke can
didaten hebben treurig weinig stemmen
gekregen.
Onwillekeurig vervalt men in deze da
gen telkens tot politiek. Ik merk om
mij, bij lieden, wien politiek tot heden koud
liet, eene groote belangstelling voor ver
kiezingen en herstemmingen. Dat
heeft wel iets merkwaardigs voor Nederland
Rotterdam speciaal waar men voor
zaken van politiek geen duit gevoelde
voor het meerendeel. Dienstmeisjes, huis
moeders en vaders, oude mannetjes en
vrouwtjes, ingezonden stukken—schrijvers,
die anders allen houden van st.raatongerech-
tigheden, weten van partijen af. Ik waag
eene verandering van lezerstypen te voor
spellen. Zoodra de politiek er bij komt,
gaat veel van het karakter dtzer politiek
af.
Kent gij om bij de bovengenoemden
te blijven hunne eigenaardigheden, vooals
zij die toonen tegenover de pas gekomen
krant
Ik zal u vertellen, hoe ik ze waarnam
Het dienstmeisje snapt de krant effen-
tjes, terwijl „haar volk* aan 't dtssert is.
Ylug vliegt zij de kolommen door.
Gauw alles, speciaal vestig' zij hare aan
dacht op het feuilleton, trachtend iets er
van te onthouden, om morgen, als de
Grietjes en Mietjes en Jansjes en Fransjes
uit de buurt samenkomen, mee te kunnen
praten over dien „gemeeeenen rooooien ver-
raaader Ook advettentie's met wel
gemeende aanvragen trekken de aandacht.
Menig dienstmeisje brengt's morgens, uit
kijkend of niemand haar ziet, een brief
naar het bureau, om straks haar confraters
plechtig te verzekeren, dat zij voor haar
persoon nooit op zoo'n trouwadvertentie
schrijven zou. »Je heit hard kans, dat et
voor den gek houwerij is!*
De huismoeder heeft eene bepaalde voor
liefde voor ijselijkhcdens, verschrikkelijke
dingen of minstens schokkende gebeurte
nissen. Als bet Nieuwsblad binnenge
bracht wordt staakt ze dadelijk den ar
beid, de wasch blijft de wasch, heur han
den veegt ze san het sloof droog, dan
neemt ze de krant, zet zich op een
stoel dicht voor 't raam en leest zich,
half luide soms, als er visite is heel
luide, de gemengde berichten voor. Is
ze alleen, dan valt ze zichzelve, heeft ze
gezelschap, dan vallen de anderen
haar in de rede metgunst, gunst, wh'
zeg ie daarvan, een man van tachtig jaar,
wel, wel, in eens dood, och, och, een gat
in zijn kop, nou, nou. Ot 't gezelschap
alles begrijpt wat daar voorgelezen wordt,
geloof ik niet, de lezeres accentueert niet
bijster juist. Enfiu ze doen 't er maar
mêe 1
Een huisvader pleegt alles te lezen,
terwijl een ander type zoo goed als nie
mendal leest. Het is Het oude vrouw
tje. Een berichtje in stadsnieuws trekt
hare aandacht, ze leest en herleest het
en legt dan de krant neer, om voor be
langstellenden het bewijs te geven, hoe
me' talent en flux de bouche een schijn
baar eenvoudig thema een kindje te wa
ter gevallen bijvoorbeeld, tot eene einde-
looze beschouwing aanleiding kan geven,
tot een lang verhaal te rekken is. Zoo
Da's een heele historie van dat kindje
in den singel, een neef van me, den man
van mijn broers dochter weet jeze
kei gereed, waarmee zij den uitgever zijn
dag gaan bederven, 's Avonds als de krant
verschijnen moet, zitten ze hunkerend in
hunne huizen de aankomst te wachten.
Daar is ie driftig grijpen ze 't blad,
kijken, zoeken, niets P
Nog eens kijken en zoeken, nog eens,
niet»! „Vreeselijk, ze hebben et niet op
genomen, natuurlijk plaatsen zij 't mor
genavond, maar dan heeft 't geeu »raison-
d'etre* meer .'k Zal ze meteen eens even een
briefje schrijven, dat op pooten staat. Nou
maar ze kunnen lang wachten, eer ze weer
iets krijgen, nooit meer.' Deed is dat nou
maar, jawelIn zijn wrevel schrijft i-er
één, maar anders
Nu kunnen we nog in details treden
over de wijze van lezen Ijverige menschen,
vlug maar toch niet vluchtig zetten er hun
hersens aan luie menschenlangzaam en
slecht, 't eene berichtje vergetend nog
»óór ze aan 't volgende beginnen drifti
ge menschen gewoonlijk beginnend de krant
op verschillende plaatsen te scheuren
ialme menschenvoor elk beiichtje de krant
op andere wijze vouwend knappe menschen
die meenen alles te begrijpen, als ze een
berichtje half gelezen hebben. En zoo ver
der.
De nieuwgeboren politiek is bezig, hun
aller karakter leelijk te bederven
18
met een roomschen man getrouwd, maar
ze doet heur geloof goed, ze is protes
tant gebleven, weet je. Bij dominé Oos-
terzse heit ze op de kategesatie gegaan,
die hebt u niet gekend hè dominé Oos
terzes, nee dat was voor uw tijd. Nou
zij onderhield haar godsdienst, hij den zijnen,
ze hebben nooit ruzie gehad, weet je.
Ik wil maar zeggen, dat ze altijd vrede
in huis hielden. Je kent best met elkaar
akkerdeeren asje nemen en geven wilt, dan
doet et geloof er niks bij. Mijn man zei
altijd en dat heb ik steedB onthouden, hij 's
nou al vijftien jaar dood en 'n man, ja dat was
een slag. Heelemaal zonder verdienste
toen ie stierf, weet je. 't Is goed afgeloopen.
's Maandags leit de huishuur klaar, de huis
baas heeft't zoomaar in zijn geldzak te steken,
die is altijd vo], die geldzak. Hij heeft veel
huieen op Feijnenoord weet je. Da's ook
erg verandert, ja die stad gaat heel veel
vooruit he Als ze nou maar beter be
taalden, da's ook ho maar Op de suiker
fabriek verdienen ze maar acht gulden.
Er is een neet vair me op die fabriek,
de man van mijn broers dochter, o ja,
'k wou u juist van hem vertellen en van
't kindje in den singel. Kijk ereis hier.
Zoo praat ze door en als ze eindelijk
gaat bedenken, dat er misschien nog meer
en belangrijker berichtjes komen zullen,
is het bedtijd Toch lief, zoo'n oud vrouw
tje
Stel daar eens tegenover de ingetonden
stukken-schrijvers. Ziedaar mijne bepaalde
antipathie 1
Een vreeselijk menschenrasEr kan
geen hondje op zijn poot getrapt worden,
of dadelijk hebben zij een ellenlang arti-
FEUILLETON.
Mevrouw Blake met Algy, die in wit
flanel gekleed is, gaan vooraan, hen volgt
juffrouw Blake, door niet minder dan een
vijftal officieren omgeven, die haar tegemoet
gesneld zijn.
Zij drentelen naast, achter, rondom de
Bcfioonbeid als eene lijfgarde en zijn in het
aangapen van deze ster der schoonheid
verzonken.
Joffroaw Blake ziet er vaodaag zeer ver
rukkelijk oit, zij is in 't wit gekleed, met
witten hoed eD witte parasol, waarmede zij
haar schoon en zacbt gelaat beschaduwd.
Zij stapt kalm voorwaarts, met gracieuze non
chalance hare bekenden groetend. Haar
gelaat is wellicht nog een weinig blee-
ker dan gewoonlijk en de blonde krul
letjes, die baar voorhoofd omringen, zijn
wellicht nog wat zorgvaldlger geraogschikt
dan anders. Voornaam, in den rechten
zin van het woord, ziet zg er uit, wan
neer zij daar, door die officieren omgeven,
staat en ban allen vriendelijk toelacht, die
evenwel op hunne benrt rondzien, of nog
niet meer aardige meisjes voorbanden zijn.
Zij begriipoD heel goed, dat vijf mannen niet
tegelijk met ééne vronw kunnen spreken.
Joffrouw Blake is evenwel eene andere moe-
mag toegedaan. Wie op dit oogenblik niet
met haar praten kan, moet wachten, tot de
beurt aan hem komt en zij heelt daarom
volstrekt niet het plan, een nit de schaar
te laten been gaan-
Vier der dames Grimshaw spelen hun
jonkvrouwelijk spel te zamen, in rijk met
kanton bezette, flanellen kleederen en dit
doet Flora uitermate veel genoegen. Zich
zelve door aanbidders omringd te zien en
vele andere jonge meisjes zich te zien be
helpen zonder een enkelen aanbidder, dat
doel haar goed.
Juffrouw Blake geeft den wenseh te ken
nen, eveneens te spelen, benoemt drie harer
veroerders tot hare medespelers, geeft den
vierde bare parasol te bewaren en staat den
vjjfde toe, hare scboone gestalte in al hare
bekoorlijkheid te bewonderen.
Mevrouw Bryan amuseert zich daar har
telijk over. Zij gaat naar mevrouw Blake,
die in gestadigeo angst verkeert, dat het
hnweljjk van eir Moritz in het gesprek be
trokken zal worden.
Mevronw Bryan richt haar lorgnon op
de schoone Flora en lacht, als inleiding
vau een ondeugend gezegde, reeds vroo-
lgk.
„Ik verheug er mij ongemeen over,
dat Flora zoo goed speleD kan."
„Ja, Flora speelt uitstekend," ant
woordt mevtouw Blake, in stilte den
wenseh slakend, dat mevrouw Bryan in
Jericho of een ander verlaten oord zat.
De oude lady laat een spottend lacbje
booren.
„Ja, ja, zij is eene meesteres in elk
spel a bevestigt zij. „En hoe gaat bet
met Alice Treurt zij nog zoo altoos over
dien dollen Jim
„Zij is op dit oogenblik nog in
Londen," antwoordt mevrouw Blake zuch
tend; met diedocbier legt zg nooit eenige
eer in.
„Welk eene verrassing was het huwe
lijk van onzen vrieod voor een ieder
is de volgende aanval van mevronw
Bryao. „Het was een mooie streek, dien
hij rijn buurtjes gespeeld heeft.
„üit goede bron, heb ik vernomen,
dat vandaag niet minder dan 14 jonge
dames in onmacht zijn gevallen, toen zij
de courant in handen kregen. Ik ver
heug er mij over, dat uwe dochter zich
zoo gemakkelijk troosten laat."
Mevrouw Blake wordt vuurrood van toorn.
Meerdere van hare vijanden staan
dichtbij, zichtbaar bezig, om, als het kau,
het gesprek op te vangen en daarna de
woorden, door mevrouw Bryan gebezigd,
verder te vertellen,
„De nieuwe mevrouw Dermot is een lief
Het spoorweg-ongeluk te
Kolotneais erger geweest, dan
men eerst dacht. Men schrijft daaromtrent
nit Kolomea het volgende„Een spoor
wegbrug, die tusBchen Kolomea en bet
dichtst bijzijnd station Turka zich uit
strekt over een diep, maar smal zijriviertje
van de Prutb, en waarvan de pijlers door
het hoog water ondermijnd wareo, is inge
stort, terwijl 's nachts om 12 u. 42 min.
de personentrein van Czernowitz-Lemberg
er over reed.
De locomotief met tender, de bagage
wagen, de postwagen en drie personenwa
gens eerste en tweede klasse stortten in
den hoogewassen stroom. Vijf wagens der
derde klasse werden niet meegeslenrd,
maar rolden op de rails terng. Het aan
tal slachtoffers is nog niet geheel bekend,
maar wel weet mèn, dat in den trein on
geveer 120 personen waren. De locomo
tief en waggous vielen in eene diepte van
5 meters. De pogingen tot redding werden
door een harden regen en een woedend
onweer zeer bemoeilijkt. Den volgenden
dag werden de locomotief en drie wag
gous uit het water gelicht. Het aantal
der verongelukten wordt thans geschat
op 39, maar hoeveel het is weet niemand
nog te zeggen.
Vooral tragisch is het lot van den of
ficier van gezondheid Zeidler, die met zijne
jonge vrouw op eene huwelijksreis was en
des daags te voren pas in Czernowitz was
gehuwd. Van dr. Zeidler werd geen spoor
gevonden. Zijne vrouw redde zich zelf, na
vier nur lang met de golven te hebben
geworsteld. Verscheidene kooplieden uit
Weenen, die met dezen trein reisden,
worden nog vermist. Onder de gewonden
is ook baron Felix von 1 löwenstein. Van
het personeel zijn acht personen gedood.
Overigens had hel onweer het niet al
leen op de spoorbrug gemunt. In Kolomea
zelf werd eene geheele stadswijk verwoest,
meer dan 100 huizen werden beschadigd,
de voorsteden staan geheel onder water.
Vele geziunen hebben nave en goed ver-
Bchepseltje," gaat de onde lady glimlachend
voort, groot genoegen hebbende in de stille
woede van hare vriendin. „Morits' moeder
ia zeer tegen dit huwelijk ingenomen, maar
hij ig gelukkig, ondanks allen nijd en afgaoat."
Het spel is teneinde. Juffrouw Blake
nadert met bare vijf ridders.
„Hoe gaat het u, mevrouw Bryan In
ieder geval hebt ge zeker vau de bruiloft
gehoord
„Hangen wil ik mij laten, wanneer gij er
niet van gehoord hebt geeft mevrouw
Bryao oDbdleefd ten antwoord; zjj is ook
zoo ontzettend grof, die oudo dame.
Juffrouw Blake ziet er evenwel zoo kalm
en bedaard uit, als beeft zij niets gehoord.
„Wilt ge de goedheid hebben, mij een kop
thee te halen fzegt ze tot eeD harer vol
gelingen en dadelijk ondernemen tien beeoen
een wedstrjjd, om bet verlangde te balen.
Het muziekcorps speelt een krachtigen
marsch en de officieren komen onder die
vroolijke tonen met tbee en koekjes aan
dragen.
De grootste helft der andera dames zijn
gedwongen, zelf hare thee en koekjes te
halen en een groot aantal oogen dier scnoo-
nen zijn verachtelijk, maar eigenlijk ijver
zuchtig, op FJora gericht, die evenwel met
de grootst mogelijke onverschilligheid baar
kopje thee slnrpt. Zij ziet er zoo bedaard
en kalm nit, andere meisjes, die eveneens
gespeeld hebben, zijn rood en warm van het
gedurig bukken en oprapen van de voort
rollende balleD.
Die lieve juffrouw Blake heeft dat niet
beboeren te doen, zij heeft een vijftal ver
eerders, die al die minder aangename
bewegingen voor baar waarnemen. Zij heelt
het zioh das in 't geheel niet moeilijk te
maken.
Ea na slaat zij daar, zoo onverschillig met
een klein blosje op de wangen en lsebt
hare aanbidders vriendelijk toe. Deze man
nen zijn dwazen, alle »jjf. Maar er ligt
eene eigenaardige bekoring iu den titel vau
officier en de vrouwelijke harten roodorn
kloppen sneller, wanneer een blik vau die
landsverdedigers de rondte dost.
Flora denkt bij zichzelvedie luite-
loren en hebben geen onderdak. De ge
heele bevolking bleef des nachts wakker
er heerscht groote opgewondenheid in de
stad.
Afschaffing van den Kus.
De te Rome verschijnende Tribnna
schrijft: Hygiëne is eene fraaie en zeer
nuttige zaak, doch slechts op voorwvarde,
dat men er geen misbruik van maakt
door overdrijving. Dr. Balvsssori-Peroni
te Milaan, overigens een zeer gewaardeerd
geneeskundige en een eminent redenaar,
is znlk een overdrijver. Onlangs hield hij
te Milaan eene lezing over rhet kussen,
van een hygiënisch standpnnt beschouwd'
waarbij hij eene enorme lijst opsomde van
de vreeselijkste ziekten, die door het kus
sen veroorzaakt of bevorderd wordeo.
Door het kussen worden ziekten der lip
pen, longtering, diphtheritis, honderd be
smettelijke ziekten van den neus, van het
strottenhoofd, van de longen, enz., enz.,
voortgeplant. „Kussen wil ik uwe
zwarlen haren," wil, in goed proza o-
vergebrzcht, volgens de methode van dr.
Balvasssori-Perom', ongeveer zeggen
„Nn heb ik mij eens voorzoomen, om
mij een flink strottenhoofdskankergezwel
op den hals te halen I" Een pistoolschot
in den mg, zegt de pessimistische dokter,
is nu jnist niet heel gezond en toch is
het te prefereeren boven een kus, want
die is nog veel gevaarlijker. Men heeft
tot heden gemeend, dat men geen kinde
ren in de dakgoot morst laten spelen.
Wauneer ge echter nw kinderen liefhebt,
oreert dr. B,, laat hen dan gerust hun
gang gaan, liever dan dat ze iedereen
kassen en door iedereen gekust worden.
Wilt ge, in één woord, zelfmoord plegen,
laat n dan door eene schoone vrouw kus
sen, en wacht den dood af, die ongetwij
feld komen zal in den vorm van kanker,
diphtheritis, longtering, ruggemergstering
kortom, eene geheele kliniek. Bepaald
vreeselijk is de slotsom, waartoe dr. Bal-
vasjori komt, hij wil namelijk, afschaffing
van den kns voor groote en kleine kin
deren, kortom voor allen. Eer het zoover
komt zal er echter nog menig kusje ge
wisseld worden
In sommige streken van
Dnitschland is door onweders groote
schade aangericht. Vooral is dit het geval
geweest te Freienwalde, in Brandenburg.
Een ooggetuige schrijft over het treurige
schouwspel van verwoesting het volgende:
ifOp de velden om de stad ziet het er
troosteloos nit, geen halm is overeind blij
ven staan, geeu aardappelveld is meer te
zien. Alles, alles is verpletterd of van
de aarde weggevaagd.
De hagelkorrels, die in verschillende
straten alle ruiten koit en klein sloegen,
waren meerenJeels grooter dan kippeneie
ren, ja bijna zoo groot als ganzeneieren.
Vooral op het kerk hof is de verwoesting
groot. Uit sommige graven is het zand
weggeloopen en door water vervangen, an
dere zijn weder onder ontwortelde hoo
rnen en struiken bedolven. Overal wordt
de brandweer te hulp geroepen, om het
water en het zand uit de kelders te ha
len. Gelukkig is er, wat wel een wonder
mag heeten, niemand omgekomen.
„In de brninkolenmijn te Alt-Raust
(een dorp in de nabijheid) verkeerden de
werklieden een oogenblik in levensge
vaar, maar toch konden zij zich nog bij
tijds voor den verbazendeD waterstroom
redden.
„Dat er eene verbazende massa hagel
gevallen is, kan men wel hieruit opmaken,
dat, terwijl het onweder vrijdag losbrak,
nanls zijn nauwelijks te verdragen met
hnnne gewichtige snorrebaarden en hooge
kragen, waarvan men waarachtig bang is,
dat zij hen de keel dichtsnoeren. Trots
dit alles zijn deze luitenants van
barer majesteits 189ste regiment mannen
en mannen is een zeer zeld
zaam, doch sterk begeerd artikel in gezel
schap.
De dames Grimshaw werpen gloeiende
blikken nit hare kinderlijke oogjes en
ook andere jonge dames slaan hare oo
gen naar de militaire macht, in wier
midden Fiora troont, ds hulde dier vijf
dapperen aanDemend, alsof zij haar rech
tens toakomt. Nog te vroeg naar Flora's
zin verlaat de familie Blake den tnin.
Het is goed voor Ines, dat zij de uit-
drekking niet zien kan, die er op bet
gelaat van Flora te lezen staat, terwijl
zg de eenzaamheid van hare kamer op
zoekt en deze, denkende aan den eenigen
man, dien zij waarachtig liefheeft,
op- en nederwandelt. Zij is wellicht
ongelukkiger dan Alice, die baar verlooide
beweenen magwant die beeft het recht
tot treuren, terwijl de tranen, die juffrouw
Flora's oogen ontspringen, haar zelve ver
nederen en bittere droppelen zjjn, die haar
op het harte vallen.
„Mama, wij moeien de eersten zijn, die,
het jonge paar ter eere, een feest bereideo.
Zullen wij een bal geven, of een diner
Wat denkt ge ervan ?- zegt jnffrouw Blake
den volgenden dag.
Mevronw Blake ziet hare dochter verwon
derd aan.
„Wal gij noodig oordeelt; maar ik had
het mij reeds voorgesteld, dezen zomer naar
de zee te gaan; daar zon het ook voor Alica
gezonder zijn."
Flora wendt zich tot hare moeder.
„Mama, ik bid u, luister naar wat ik u zeg,
ik blijf hier, eD gij blijtt ook hier. Gelooft
ge wellicht, dat ik er niet tegen zal kunnen,
om Moritz en zijne vrouw te ontmoeten P
Ik hoop, dat het een gezellige zomer zal
worden en ik sta er vast op, de rij der
feestelijkheden met een bal te openen."
zaterdagmorgen de hagel op sommige
plaatsen nog een meter hoog lag. En aren
nadat de ijskorst gesmolten was, bleef
de grond zoo kond als de oppervlakte van
een gletscher."
De componist Rossini
wilde niets van Wagner's muziek weten.
Op zekeren dag komt Gounod op zijne ka
mer en vindt hem bezig, met alle macht
en zoo valsch mogelijk op de piano te
beukeD. ,,Wat speel je daar toch?" vraagt
Gounod. „Ik proheer dat nieuwe stuk
van Wagner." Maar je hebt het 't on
derste boven staan»Dat is ook
zoo. Ik had het eerst andersom, maar
toen kon ik er geen kop of staart van
maken en daarom dacht ik, dat het zéé
misschien zon lukken."
Een ongeluk. In de spaan-
sche stad Solana is een muur van eene
kerk ingestort, waarbij talrijke kinderen
aan 't spelen waren. Negen daarvan zijn
terstond gedood, verscheidene anderen
werden gekwetst.
Een zonderlinge gewoon
te. Op Sandringham, het buitenverblijf
van den prins van Wales, is het de ge
woonte, dat elke logeergast bij de eerste
gelegenheid, die zich aanbiedt, nadat hem
bij zijne aankomst zijne slaapkamer is aan
gewezen, gewogen wordt, en even voor
zijn vertrek weer.
In een boek, waarin zij hnn naam
schrijven, worden het gewicht en de klee
ding der logés op het oogenblik, dat zij
gewogen worden, asngefeekend. Dit boek
bevat eene interessante verzameling van
autografen. Men vindt er in de Damen
van bijna al de gekroonde hoofdeD, die
van vele voorname staatslieden en die
van verscheidene celebriteiten op het ge
bied van kunst, wetenschap, letterkunde
en het tooneel.
Vroeger geschiedde zulks ook op me
nige buitenplaats in ons land.
In Genève worden tegen-
woordig horloges gemaakt, waarvan de
wijzers van rechts naar links loopen. Ze
zijn bestemd voor de markten van Tur
kije, Japan en andere Oostersche landen,
waar de inboorlingen allen in eene omge
keerde richting lezen en schrijven, dan de
Westersche volken gewoon zijn.
Te Beaubray bij Evrenx
(Frankrijk) heeft een boschwachter, gerit
sel vernemende in eenig struikgewas en
meenende, een wild zwijn te hooren, er
op geschoten, met het gevolg, dat zekere
Franchet, die er takkenbosschcn bond,
op de plaats dood bleef.
Een lastig geval!
DokterMaar vriend, j'e hebt rheuma-
tiek in de hoogste mate Waarom schrijft
j» dochter me dan, dat je verkonden
bent
Patiënt: Om n de waarheid te zeggea,
dokter, wisten wij geen van allen, °hoe we
het woord moesten spellen
Niets vreemd 8.
Grootpapa: „Wees maar niet bang,
Wimpie; de tijger krijgt zoo meteen eten
en daarom bromt en knort hij zoo!"
Kleine Willem „Daar ben ik niet bang
voordat doet pa thuis ook, als wij op
het eten wachten."
Amerikaanse h.
Conducteur van een exprestrein
Heeren, knoopt je jassen maar dicht en
hondt je revolvers gereed, over vijf minu
ten zijn we aan 't station.
Alt ij d man van zaken.
Sollicitant. Mijn naam is Christiaan S.,
boekhandelaar; ik kom de hand ower*
dochter vragen I
7#?er;T.Ik heb drie dochters. Welk
bedoelt U
Sollicitant. De laatste uitgave, als j'\ J/ou,
bidden mag.
,,Twe.®Jaren geleden stier'Bi
te Montpellier een oude, ongetrouwde-
gierigaard, die 15 millioen francs naliet.
Er waren heel wat menschen die erfgena- -•
men van het geld meenden te zijn, op grond f?
van verschillende testamenten" vol tegenga r
strijdigheden. Het kwam natuurlijk tot een.
proces, en thsns, nadat er 100,000 francs j.^1
i.
lt
t
aan gerechtskosten zijn opgegaaD, is bij
rechterlijke uitspraak als het^eënig geldig'^
een testament aangewezen, dat een jong l
student tot eenig erfgenaam van het ver-
mogen maakt.
Lady Derroot heeft bet slot Drumaneen
verlaten. Beleeld en zoo vericboonend mo
gelijk had baar zoon haar te verstaan ge
geven, dat hij met zijne vronw alleen
wenschte te leven. Zoodoende had zij zich
na eeoige aarzeling hier naar moeten voegen
en zich op het wedawengoed der Dermots
teruggetrokken. Sir Moritz verwonderde er
zich later ten zeerste over, dat zij aoo'n
menigte zaken van het slot had meegenomen,
het scheen hem de halve inboedel toe.
Herinneringen nit gelnkkige dagen noem
de lady Dermot al die dingen. Het inpak
ken ging ongestoord zijn gang en langza
merhand waren al die herinneringen naar
baar toekomstig verblijf overgebracht.
En op een lieven zomeravond, waarop de
zon met haar glans het onde Dromaneen
overstraalt, zijn al de denren wijdgeopend,
om de nienwe meesteres welkom te heeten.
Dat de halve omgeving juist heel toevallig
op het station aanwezig is, als sir Moritz
en zijne jonge vronw verwacht worden, is
heel natuarlijk.
De trein stoomt het station binnen. Sir
Morits' welbekend gelaat ziet door het ven
ster en in het volgende oogenblik staat bij
op het perron, eerst zijne vronw uit de
coupé helpend en daarna een grooten hond.
Schnchter staat Ines daar, den hond aan
een tonw vasthoudend, terwijl Moritz nog
maals in den trein stapt, om eenige pakjes
te voorschijn te halen.
Iedereen kan de jonge vronw nn naar
hartelust gadeslaan, terwijl zij haar arm in
dien van haar man legt en sir Moritz, vrien
delijk naar rechts en iinks knikkend, met
haar bet perron verlaat Zij gaan, den
blaffenden hond achter zich aan, dadelijk
naar het rjjtuig en rijden naar het kasteel,
eer de kennissen tot het duidelijke
denkbeeld gekomen zijn, dat het jonggehuw
de paar is gearriveerd.
O, die heerlijke thuiskomst, de eerste
aller avonden, die zij na voortaan alleen
met hun tweeën, droomend vau hun ge
luk, denken door te breDgen.
„Ik ben de gelukkigste man van de
wereld," spreekt de nieuwbakken echt
genoot zacht, terwijl hij naar zijne 'Ines
•s
r.
I-
b
u
E
8
s'
1 l.
i
s
e
naar zyne
ziet, waaneer zij in hun eersie têtea tête te
genover bem aan de tafel zit. Zg ziet er ook
zoo betoovereud uit, met die meisjesachti
ge schuchterheid op het gelaat en bet
groote geluk in de donkere oogen.
En na het diner, als de eene schaduw
na de andere neerdaalt, wandelen sir Mo
rits en zijne vrouw arm in arm
op het terras heen en weder. Hg
is big, weder te huis Ie zijn, iu zijn ge
woon en hem zoo dierbaar leveo, met zij
ne landelijke bezigheden, kortom met al de
aaDgename en niet knijpende plichten, die
het leven hem heeft opgelegd.
Het bleeke maanlicht teekent de witte
muren, die den tuin omgeven, duidelijk af.
lues' oogen zijn tot baar man opgeslagen,
en hare beide handen omklemmen zijn
arm.
„Moritz," fluistert zij zacht, „ik zou u
wel eene belofte willen vragen."
„Ines, mijne lieveling 1" antwoordt hij,
een harer handen in de zyne nemend.
„Ik zou u wel willen vragen, of gij
mg wildet beloven, nooit over mg met
uwe moeder te spreken," gaat zg voort,
„en mij alles zelve te zeggen, alles wat
ik verkeerd doe, dwaze dingen, bedoel
ik. Wilt ge dat doen, Morits
„Mijne kleine, lieve Ines, geen enkel
mensch buiten mij zelf zal u ooit een
woord zeggen, dat o op iets verkeerds
zal attent maken." En daarna slnit hij
haar hartstochtelijk in zijne armen.
De kleine, met de manieren der wereld
od bekend zijnde, Ines zal nooit en nim
mer vergeten, wat er tnsschen haar en de
moeder van Moritz is voorgevallen. De
herinnering aan dit onderhond drijft haar
het bloed nog naar de wangen. Zij heeft
haar man daar nooit een woord van ver
teld en zal hem daar ook nooit iets
zeggen.
Zij strekt hare srmen naar hein ait
buigt zich neer, en zij slaat bare armen
om zijnen hals. Hare wang legt zij tegen
de zyne en met tranen in hare stem
spreekt zg innig
„O, mgn mar., mgn geliefde man, wanneer
ik a niet gelukkig maken kan, moet ik ster' i