Brimn uil ie Maasstad. V s Zondag: 4 Juli 1897. 41ste Jaargang No. 3213. l BIJVOEGSEL. Rotterdam, 29 Juni 1897. No. 133. D. GEMENGD NIÉUWS. Galgenhumor. Tot dus-' verre heb ik altijd moeten betalen, als ik voor den kantonrechter kwamnn ben ik eindelijk eens wat gelukkiger geweest en heb wat gekregen. Wat dan? Zes maanden. De tranendoek. In Ty'rol bij de italiaanscke gren- zen, in een zijdal van de Etsch, heerscht een eigenaardig gebruik. Als daar eene bruid naar de kerk gaat om to trouwen, wordt baar, eei*f- zij den drempel van het ouderlijk huffig- overschrijdt, door haar moeder een zakdoek van nieuw linnen gegeven. Dien zakdoek houdt zij gedurende den- plechtigheid in de hand, om de gein N^an kelijke bruidstranen er mede af te dro gen. Na den bruiloftsdag legt 'e jonge vrouw dien ongewasschen ti loek op de bovenste plank van «Jcf lin nenkast, om Bsar-oooit weder te ge bruiken hoe dikwijls de kasfc-fldk >g8?,r ledig d of gevuld wordt hij alleen blijft op zijne plaats. De kinderen groeien op, trouwen, de dochters krij gen van moeder nieuwe tranendoeken in haar eigen huishouden mee, de doek blijft op de oude plaatsMaar hij heeft nog slechts de heift zijner bestemming vervuld de andere helft blijft nog over. Een geheele fa milie sterft misschien uit de een maal zoo frissche jonge bruid is oud geworden Zij overleeft misschien haar echtgenoot, hare kinderen allen sterv-n vóór haar, en nog_ altijd„Ji§efk> het laatste geschenk, dat zij als meis- je van hare moeder gekregen heeft, het tweede gedeelte zijner taak niet kunnen vervullen. Maar dat oogenblik komt eindelijk ook. Eindelijk sluiten zich de matte oogen van het oude moedertje tot den laatsten, eeuwigen slaap. Dan dekt dezelfde doek, die een- maal de tranen van geluk der jëilgdH- ge bruid op haar trouwdag heeft afge droogd, de bleeke lippen en gesloten oogen der doode oude vrouw en gaat met haar in het graf, als de groetjt van den dageraad des levens aan het-o* morgenrood van een beter bestaan. Een looze streek. Zij hadden elkaar leeren keDnen in het koffiehuis, op het oogenblik, toen de zakkenroller aan de hem nog onbe kenden gast zijn kunst beproefde. Na tuurlijk gelukte hem dat niet. Maar toch was deze gebeurtenis volstrekt niet de aanleiding, dat de een gevan gen genomen werd, want onder colle ga's" neemt men de uitoefening van zijn beroep niet kwalijk, maar men n i n uk MANT. If Zeg eens, dat onze kiezerg niet veel te doen krijgen. Eerst de Tweede Kamer, dinsdag vóór veertien dagen de herstemmingen vrij dag 1.1.; de Provinciale Staten gisteren, herstemming voor de Provinciale Staten vrijdag over acht dagen de gemeenteraad maandag d. a. v. en de herstemmingen voor den gemeenteraad daar eindigt het natuurlijk meê vrijdag van de daarop volgende week. Hebben onze nienwge maakte kiezers na geen plezier van ban langgewenscht recht Hunne bussen worden geregeld volgestopt of hunne portalen volgegooid met circulaires! Dat wij, Rotterdammers, de nederlaag der liberalen voor een deel hebben helpen goedmaken, is u bekend. De uitslag van de verkiezing voor Provinciale Staten stelt ons opnieuw voor het feit, dat de liberalen tegeno ver de anti-liberalen het in zekeren zin heb ben afgelegd en den verloren slag te her winnen hebben. Immers er ia ir. twee districten herstemming van liberalen en anti-revolutionairen, in één herstemming tnsschen een conservatief-liberaal en een Unieman. De onmiddellijke kracht van slagen bezitten de liberalen hier niet meer. Er is hard voor hen te werken, willen zij de zege op de tegenpartij beha len. Ook thans is dit gebleken. Een ander feit is geconstateerd: het is de minderheid der vooruitstrevend- tegen over de conservatief-liberalen. In slechts één district kregen de vooruitstrevenden hun candidaat in herstemming, en dat was een zeer populair man, de heer P. R. Mees, verder legden zij 't af er. in de twea overgebleven districten wonnen de conservatieven het. Daar komen hunne candidaten in herstemming. De berekening der cijfers brengt ons er toe te constateeren, dat de liberalen een harden dobber zullen hebben tegenover de vereenigde andere machten, waarbij zich waarschijnlijk de christelijk-historiscben zullen scharen. Een Katholiek komt ner gens in herstemming. De katholieke can didaten hebben treurig weinig stemmen gekregen. Onwillekeurig vervalt men in deze da gen telkens tot politiek. Ik merk om mij, bij lieden, wien politiek tot heden koud liet, eene groote belangstelling voor ver kiezingen en herstemmingen. Dat heeft wel iets merkwaardigs voor Nederland Rotterdam speciaal waar men voor zaken van politiek geen duit gevoelde voor het meerendeel. Dienstmeisjes, huis moeders en vaders, oude mannetjes en vrouwtjes, ingezonden stukken—schrijvers, die anders allen houden van st.raatongerech- tigheden, weten van partijen af. Ik waag eene verandering van lezerstypen te voor spellen. Zoodra de politiek er bij komt, gaat veel van het karakter dtzer politiek af. Kent gij om bij de bovengenoemden te blijven hunne eigenaardigheden, vooals zij die toonen tegenover de pas gekomen krant Ik zal u vertellen, hoe ik ze waarnam Het dienstmeisje snapt de krant effen- tjes, terwijl „haar volk* aan 't dtssert is. Ylug vliegt zij de kolommen door. Gauw alles, speciaal vestig' zij hare aan dacht op het feuilleton, trachtend iets er van te onthouden, om morgen, als de Grietjes en Mietjes en Jansjes en Fransjes uit de buurt samenkomen, mee te kunnen praten over dien „gemeeeenen rooooien ver- raaader Ook advettentie's met wel gemeende aanvragen trekken de aandacht. Menig dienstmeisje brengt's morgens, uit kijkend of niemand haar ziet, een brief naar het bureau, om straks haar confraters plechtig te verzekeren, dat zij voor haar persoon nooit op zoo'n trouwadvertentie schrijven zou. »Je heit hard kans, dat et voor den gek houwerij is!* De huismoeder heeft eene bepaalde voor liefde voor ijselijkhcdens, verschrikkelijke dingen of minstens schokkende gebeurte nissen. Als bet Nieuwsblad binnenge bracht wordt staakt ze dadelijk den ar beid, de wasch blijft de wasch, heur han den veegt ze san het sloof droog, dan neemt ze de krant, zet zich op een stoel dicht voor 't raam en leest zich, half luide soms, als er visite is heel luide, de gemengde berichten voor. Is ze alleen, dan valt ze zichzelve, heeft ze gezelschap, dan vallen de anderen haar in de rede metgunst, gunst, wh' zeg ie daarvan, een man van tachtig jaar, wel, wel, in eens dood, och, och, een gat in zijn kop, nou, nou. Ot 't gezelschap alles begrijpt wat daar voorgelezen wordt, geloof ik niet, de lezeres accentueert niet bijster juist. Enfiu ze doen 't er maar mêe 1 Een huisvader pleegt alles te lezen, terwijl een ander type zoo goed als nie mendal leest. Het is Het oude vrouw tje. Een berichtje in stadsnieuws trekt hare aandacht, ze leest en herleest het en legt dan de krant neer, om voor be langstellenden het bewijs te geven, hoe me' talent en flux de bouche een schijn baar eenvoudig thema een kindje te wa ter gevallen bijvoorbeeld, tot eene einde- looze beschouwing aanleiding kan geven, tot een lang verhaal te rekken is. Zoo Da's een heele historie van dat kindje in den singel, een neef van me, den man van mijn broers dochter weet jeze kei gereed, waarmee zij den uitgever zijn dag gaan bederven, 's Avonds als de krant verschijnen moet, zitten ze hunkerend in hunne huizen de aankomst te wachten. Daar is ie driftig grijpen ze 't blad, kijken, zoeken, niets P Nog eens kijken en zoeken, nog eens, niet»! „Vreeselijk, ze hebben et niet op genomen, natuurlijk plaatsen zij 't mor genavond, maar dan heeft 't geeu »raison- d'etre* meer .'k Zal ze meteen eens even een briefje schrijven, dat op pooten staat. Nou maar ze kunnen lang wachten, eer ze weer iets krijgen, nooit meer.' Deed is dat nou maar, jawelIn zijn wrevel schrijft i-er één, maar anders Nu kunnen we nog in details treden over de wijze van lezen Ijverige menschen, vlug maar toch niet vluchtig zetten er hun hersens aan luie menschenlangzaam en slecht, 't eene berichtje vergetend nog »óór ze aan 't volgende beginnen drifti ge menschen gewoonlijk beginnend de krant op verschillende plaatsen te scheuren ialme menschenvoor elk beiichtje de krant op andere wijze vouwend knappe menschen die meenen alles te begrijpen, als ze een berichtje half gelezen hebben. En zoo ver der. De nieuwgeboren politiek is bezig, hun aller karakter leelijk te bederven 18 met een roomschen man getrouwd, maar ze doet heur geloof goed, ze is protes tant gebleven, weet je. Bij dominé Oos- terzse heit ze op de kategesatie gegaan, die hebt u niet gekend hè dominé Oos terzes, nee dat was voor uw tijd. Nou zij onderhield haar godsdienst, hij den zijnen, ze hebben nooit ruzie gehad, weet je. Ik wil maar zeggen, dat ze altijd vrede in huis hielden. Je kent best met elkaar akkerdeeren asje nemen en geven wilt, dan doet et geloof er niks bij. Mijn man zei altijd en dat heb ik steedB onthouden, hij 's nou al vijftien jaar dood en 'n man, ja dat was een slag. Heelemaal zonder verdienste toen ie stierf, weet je. 't Is goed afgeloopen. 's Maandags leit de huishuur klaar, de huis baas heeft't zoomaar in zijn geldzak te steken, die is altijd vo], die geldzak. Hij heeft veel huieen op Feijnenoord weet je. Da's ook erg verandert, ja die stad gaat heel veel vooruit he Als ze nou maar beter be taalden, da's ook ho maar Op de suiker fabriek verdienen ze maar acht gulden. Er is een neet vair me op die fabriek, de man van mijn broers dochter, o ja, 'k wou u juist van hem vertellen en van 't kindje in den singel. Kijk ereis hier. Zoo praat ze door en als ze eindelijk gaat bedenken, dat er misschien nog meer en belangrijker berichtjes komen zullen, is het bedtijd Toch lief, zoo'n oud vrouw tje Stel daar eens tegenover de ingetonden stukken-schrijvers. Ziedaar mijne bepaalde antipathie 1 Een vreeselijk menschenrasEr kan geen hondje op zijn poot getrapt worden, of dadelijk hebben zij een ellenlang arti- FEUILLETON. Mevrouw Blake met Algy, die in wit flanel gekleed is, gaan vooraan, hen volgt juffrouw Blake, door niet minder dan een vijftal officieren omgeven, die haar tegemoet gesneld zijn. Zij drentelen naast, achter, rondom de Bcfioonbeid als eene lijfgarde en zijn in het aangapen van deze ster der schoonheid verzonken. Joffroaw Blake ziet er vaodaag zeer ver rukkelijk oit, zij is in 't wit gekleed, met witten hoed eD witte parasol, waarmede zij haar schoon en zacbt gelaat beschaduwd. Zij stapt kalm voorwaarts, met gracieuze non chalance hare bekenden groetend. Haar gelaat is wellicht nog een weinig blee- ker dan gewoonlijk en de blonde krul letjes, die baar voorhoofd omringen, zijn wellicht nog wat zorgvaldlger geraogschikt dan anders. Voornaam, in den rechten zin van het woord, ziet zg er uit, wan neer zij daar, door die officieren omgeven, staat en ban allen vriendelijk toelacht, die evenwel op hunne benrt rondzien, of nog niet meer aardige meisjes voorbanden zijn. Zij begriipoD heel goed, dat vijf mannen niet tegelijk met ééne vronw kunnen spreken. Joffrouw Blake is evenwel eene andere moe- mag toegedaan. Wie op dit oogenblik niet met haar praten kan, moet wachten, tot de beurt aan hem komt en zij heelt daarom volstrekt niet het plan, een nit de schaar te laten been gaan- Vier der dames Grimshaw spelen hun jonkvrouwelijk spel te zamen, in rijk met kanton bezette, flanellen kleederen en dit doet Flora uitermate veel genoegen. Zich zelve door aanbidders omringd te zien en vele andere jonge meisjes zich te zien be helpen zonder een enkelen aanbidder, dat doel haar goed. Juffrouw Blake geeft den wenseh te ken nen, eveneens te spelen, benoemt drie harer veroerders tot hare medespelers, geeft den vierde bare parasol te bewaren en staat den vjjfde toe, hare scboone gestalte in al hare bekoorlijkheid te bewonderen. Mevrouw Bryan amuseert zich daar har telijk over. Zij gaat naar mevrouw Blake, die in gestadigeo angst verkeert, dat het hnweljjk van eir Moritz in het gesprek be trokken zal worden. Mevronw Bryan richt haar lorgnon op de schoone Flora en lacht, als inleiding vau een ondeugend gezegde, reeds vroo- lgk. „Ik verheug er mij ongemeen over, dat Flora zoo goed speleD kan." „Ja, Flora speelt uitstekend," ant woordt mevtouw Blake, in stilte den wenseh slakend, dat mevrouw Bryan in Jericho of een ander verlaten oord zat. De oude lady laat een spottend lacbje booren. „Ja, ja, zij is eene meesteres in elk spel a bevestigt zij. „En hoe gaat bet met Alice Treurt zij nog zoo altoos over dien dollen Jim „Zij is op dit oogenblik nog in Londen," antwoordt mevrouw Blake zuch tend; met diedocbier legt zg nooit eenige eer in. „Welk eene verrassing was het huwe lijk van onzen vrieod voor een ieder is de volgende aanval van mevronw Bryao. „Het was een mooie streek, dien hij rijn buurtjes gespeeld heeft. „üit goede bron, heb ik vernomen, dat vandaag niet minder dan 14 jonge dames in onmacht zijn gevallen, toen zij de courant in handen kregen. Ik ver heug er mij over, dat uwe dochter zich zoo gemakkelijk troosten laat." Mevrouw Blake wordt vuurrood van toorn. Meerdere van hare vijanden staan dichtbij, zichtbaar bezig, om, als het kau, het gesprek op te vangen en daarna de woorden, door mevrouw Bryan gebezigd, verder te vertellen, „De nieuwe mevrouw Dermot is een lief Het spoorweg-ongeluk te Kolotneais erger geweest, dan men eerst dacht. Men schrijft daaromtrent nit Kolomea het volgende„Een spoor wegbrug, die tusBchen Kolomea en bet dichtst bijzijnd station Turka zich uit strekt over een diep, maar smal zijriviertje van de Prutb, en waarvan de pijlers door het hoog water ondermijnd wareo, is inge stort, terwijl 's nachts om 12 u. 42 min. de personentrein van Czernowitz-Lemberg er over reed. De locomotief met tender, de bagage wagen, de postwagen en drie personenwa gens eerste en tweede klasse stortten in den hoogewassen stroom. Vijf wagens der derde klasse werden niet meegeslenrd, maar rolden op de rails terng. Het aan tal slachtoffers is nog niet geheel bekend, maar wel weet mèn, dat in den trein on geveer 120 personen waren. De locomo tief en waggous vielen in eene diepte van 5 meters. De pogingen tot redding werden door een harden regen en een woedend onweer zeer bemoeilijkt. Den volgenden dag werden de locomotief en drie wag gous uit het water gelicht. Het aantal der verongelukten wordt thans geschat op 39, maar hoeveel het is weet niemand nog te zeggen. Vooral tragisch is het lot van den of ficier van gezondheid Zeidler, die met zijne jonge vrouw op eene huwelijksreis was en des daags te voren pas in Czernowitz was gehuwd. Van dr. Zeidler werd geen spoor gevonden. Zijne vrouw redde zich zelf, na vier nur lang met de golven te hebben geworsteld. Verscheidene kooplieden uit Weenen, die met dezen trein reisden, worden nog vermist. Onder de gewonden is ook baron Felix von 1 löwenstein. Van het personeel zijn acht personen gedood. Overigens had hel onweer het niet al leen op de spoorbrug gemunt. In Kolomea zelf werd eene geheele stadswijk verwoest, meer dan 100 huizen werden beschadigd, de voorsteden staan geheel onder water. Vele geziunen hebben nave en goed ver- Bchepseltje," gaat de onde lady glimlachend voort, groot genoegen hebbende in de stille woede van hare vriendin. „Morits' moeder ia zeer tegen dit huwelijk ingenomen, maar hij ig gelukkig, ondanks allen nijd en afgaoat." Het spel is teneinde. Juffrouw Blake nadert met bare vijf ridders. „Hoe gaat het u, mevrouw Bryan In ieder geval hebt ge zeker vau de bruiloft gehoord „Hangen wil ik mij laten, wanneer gij er niet van gehoord hebt geeft mevrouw Bryao oDbdleefd ten antwoord; zjj is ook zoo ontzettend grof, die oudo dame. Juffrouw Blake ziet er evenwel zoo kalm en bedaard uit, als beeft zij niets gehoord. „Wilt ge de goedheid hebben, mij een kop thee te halen fzegt ze tot eeD harer vol gelingen en dadelijk ondernemen tien beeoen een wedstrjjd, om bet verlangde te balen. Het muziekcorps speelt een krachtigen marsch en de officieren komen onder die vroolijke tonen met tbee en koekjes aan dragen. De grootste helft der andera dames zijn gedwongen, zelf hare thee en koekjes te halen en een groot aantal oogen dier scnoo- nen zijn verachtelijk, maar eigenlijk ijver zuchtig, op FJora gericht, die evenwel met de grootst mogelijke onverschilligheid baar kopje thee slnrpt. Zij ziet er zoo bedaard en kalm nit, andere meisjes, die eveneens gespeeld hebben, zijn rood en warm van het gedurig bukken en oprapen van de voort rollende balleD. Die lieve juffrouw Blake heeft dat niet beboeren te doen, zij heeft een vijftal ver eerders, die al die minder aangename bewegingen voor baar waarnemen. Zij heelt het zioh das in 't geheel niet moeilijk te maken. Ea na slaat zij daar, zoo onverschillig met een klein blosje op de wangen en lsebt hare aanbidders vriendelijk toe. Deze man nen zijn dwazen, alle »jjf. Maar er ligt eene eigenaardige bekoring iu den titel vau officier en de vrouwelijke harten roodorn kloppen sneller, wanneer een blik vau die landsverdedigers de rondte dost. Flora denkt bij zichzelvedie luite- loren en hebben geen onderdak. De ge heele bevolking bleef des nachts wakker er heerscht groote opgewondenheid in de stad. Afschaffing van den Kus. De te Rome verschijnende Tribnna schrijft: Hygiëne is eene fraaie en zeer nuttige zaak, doch slechts op voorwvarde, dat men er geen misbruik van maakt door overdrijving. Dr. Balvsssori-Peroni te Milaan, overigens een zeer gewaardeerd geneeskundige en een eminent redenaar, is znlk een overdrijver. Onlangs hield hij te Milaan eene lezing over rhet kussen, van een hygiënisch standpnnt beschouwd' waarbij hij eene enorme lijst opsomde van de vreeselijkste ziekten, die door het kus sen veroorzaakt of bevorderd wordeo. Door het kussen worden ziekten der lip pen, longtering, diphtheritis, honderd be smettelijke ziekten van den neus, van het strottenhoofd, van de longen, enz., enz., voortgeplant. „Kussen wil ik uwe zwarlen haren," wil, in goed proza o- vergebrzcht, volgens de methode van dr. Balvasssori-Perom', ongeveer zeggen „Nn heb ik mij eens voorzoomen, om mij een flink strottenhoofdskankergezwel op den hals te halen I" Een pistoolschot in den mg, zegt de pessimistische dokter, is nu jnist niet heel gezond en toch is het te prefereeren boven een kus, want die is nog veel gevaarlijker. Men heeft tot heden gemeend, dat men geen kinde ren in de dakgoot morst laten spelen. Wauneer ge echter nw kinderen liefhebt, oreert dr. B,, laat hen dan gerust hun gang gaan, liever dan dat ze iedereen kassen en door iedereen gekust worden. Wilt ge, in één woord, zelfmoord plegen, laat n dan door eene schoone vrouw kus sen, en wacht den dood af, die ongetwij feld komen zal in den vorm van kanker, diphtheritis, longtering, ruggemergstering kortom, eene geheele kliniek. Bepaald vreeselijk is de slotsom, waartoe dr. Bal- vasjori komt, hij wil namelijk, afschaffing van den kns voor groote en kleine kin deren, kortom voor allen. Eer het zoover komt zal er echter nog menig kusje ge wisseld worden In sommige streken van Dnitschland is door onweders groote schade aangericht. Vooral is dit het geval geweest te Freienwalde, in Brandenburg. Een ooggetuige schrijft over het treurige schouwspel van verwoesting het volgende: ifOp de velden om de stad ziet het er troosteloos nit, geen halm is overeind blij ven staan, geeu aardappelveld is meer te zien. Alles, alles is verpletterd of van de aarde weggevaagd. De hagelkorrels, die in verschillende straten alle ruiten koit en klein sloegen, waren meerenJeels grooter dan kippeneie ren, ja bijna zoo groot als ganzeneieren. Vooral op het kerk hof is de verwoesting groot. Uit sommige graven is het zand weggeloopen en door water vervangen, an dere zijn weder onder ontwortelde hoo rnen en struiken bedolven. Overal wordt de brandweer te hulp geroepen, om het water en het zand uit de kelders te ha len. Gelukkig is er, wat wel een wonder mag heeten, niemand omgekomen. „In de brninkolenmijn te Alt-Raust (een dorp in de nabijheid) verkeerden de werklieden een oogenblik in levensge vaar, maar toch konden zij zich nog bij tijds voor den verbazendeD waterstroom redden. „Dat er eene verbazende massa hagel gevallen is, kan men wel hieruit opmaken, dat, terwijl het onweder vrijdag losbrak, nanls zijn nauwelijks te verdragen met hnnne gewichtige snorrebaarden en hooge kragen, waarvan men waarachtig bang is, dat zij hen de keel dichtsnoeren. Trots dit alles zijn deze luitenants van barer majesteits 189ste regiment mannen en mannen is een zeer zeld zaam, doch sterk begeerd artikel in gezel schap. De dames Grimshaw werpen gloeiende blikken nit hare kinderlijke oogjes en ook andere jonge dames slaan hare oo gen naar de militaire macht, in wier midden Fiora troont, ds hulde dier vijf dapperen aanDemend, alsof zij haar rech tens toakomt. Nog te vroeg naar Flora's zin verlaat de familie Blake den tnin. Het is goed voor Ines, dat zij de uit- drekking niet zien kan, die er op bet gelaat van Flora te lezen staat, terwijl zg de eenzaamheid van hare kamer op zoekt en deze, denkende aan den eenigen man, dien zij waarachtig liefheeft, op- en nederwandelt. Zij is wellicht ongelukkiger dan Alice, die baar verlooide beweenen magwant die beeft het recht tot treuren, terwijl de tranen, die juffrouw Flora's oogen ontspringen, haar zelve ver nederen en bittere droppelen zjjn, die haar op het harte vallen. „Mama, wij moeien de eersten zijn, die, het jonge paar ter eere, een feest bereideo. Zullen wij een bal geven, of een diner Wat denkt ge ervan ?- zegt jnffrouw Blake den volgenden dag. Mevronw Blake ziet hare dochter verwon derd aan. „Wal gij noodig oordeelt; maar ik had het mij reeds voorgesteld, dezen zomer naar de zee te gaan; daar zon het ook voor Alica gezonder zijn." Flora wendt zich tot hare moeder. „Mama, ik bid u, luister naar wat ik u zeg, ik blijf hier, eD gij blijtt ook hier. Gelooft ge wellicht, dat ik er niet tegen zal kunnen, om Moritz en zijne vrouw te ontmoeten P Ik hoop, dat het een gezellige zomer zal worden en ik sta er vast op, de rij der feestelijkheden met een bal te openen." zaterdagmorgen de hagel op sommige plaatsen nog een meter hoog lag. En aren nadat de ijskorst gesmolten was, bleef de grond zoo kond als de oppervlakte van een gletscher." De componist Rossini wilde niets van Wagner's muziek weten. Op zekeren dag komt Gounod op zijne ka mer en vindt hem bezig, met alle macht en zoo valsch mogelijk op de piano te beukeD. ,,Wat speel je daar toch?" vraagt Gounod. „Ik proheer dat nieuwe stuk van Wagner." Maar je hebt het 't on derste boven staan»Dat is ook zoo. Ik had het eerst andersom, maar toen kon ik er geen kop of staart van maken en daarom dacht ik, dat het zéé misschien zon lukken." Een ongeluk. In de spaan- sche stad Solana is een muur van eene kerk ingestort, waarbij talrijke kinderen aan 't spelen waren. Negen daarvan zijn terstond gedood, verscheidene anderen werden gekwetst. Een zonderlinge gewoon te. Op Sandringham, het buitenverblijf van den prins van Wales, is het de ge woonte, dat elke logeergast bij de eerste gelegenheid, die zich aanbiedt, nadat hem bij zijne aankomst zijne slaapkamer is aan gewezen, gewogen wordt, en even voor zijn vertrek weer. In een boek, waarin zij hnn naam schrijven, worden het gewicht en de klee ding der logés op het oogenblik, dat zij gewogen worden, asngefeekend. Dit boek bevat eene interessante verzameling van autografen. Men vindt er in de Damen van bijna al de gekroonde hoofdeD, die van vele voorname staatslieden en die van verscheidene celebriteiten op het ge bied van kunst, wetenschap, letterkunde en het tooneel. Vroeger geschiedde zulks ook op me nige buitenplaats in ons land. In Genève worden tegen- woordig horloges gemaakt, waarvan de wijzers van rechts naar links loopen. Ze zijn bestemd voor de markten van Tur kije, Japan en andere Oostersche landen, waar de inboorlingen allen in eene omge keerde richting lezen en schrijven, dan de Westersche volken gewoon zijn. Te Beaubray bij Evrenx (Frankrijk) heeft een boschwachter, gerit sel vernemende in eenig struikgewas en meenende, een wild zwijn te hooren, er op geschoten, met het gevolg, dat zekere Franchet, die er takkenbosschcn bond, op de plaats dood bleef. Een lastig geval! DokterMaar vriend, j'e hebt rheuma- tiek in de hoogste mate Waarom schrijft j» dochter me dan, dat je verkonden bent Patiënt: Om n de waarheid te zeggea, dokter, wisten wij geen van allen, °hoe we het woord moesten spellen Niets vreemd 8. Grootpapa: „Wees maar niet bang, Wimpie; de tijger krijgt zoo meteen eten en daarom bromt en knort hij zoo!" Kleine Willem „Daar ben ik niet bang voordat doet pa thuis ook, als wij op het eten wachten." Amerikaanse h. Conducteur van een exprestrein Heeren, knoopt je jassen maar dicht en hondt je revolvers gereed, over vijf minu ten zijn we aan 't station. Alt ij d man van zaken. Sollicitant. Mijn naam is Christiaan S., boekhandelaar; ik kom de hand ower* dochter vragen I 7#?er;T.Ik heb drie dochters. Welk bedoelt U Sollicitant. De laatste uitgave, als j'\ J/ou, bidden mag. ,,Twe.®Jaren geleden stier'Bi te Montpellier een oude, ongetrouwde- gierigaard, die 15 millioen francs naliet. Er waren heel wat menschen die erfgena- -• men van het geld meenden te zijn, op grond f? van verschillende testamenten" vol tegenga r strijdigheden. Het kwam natuurlijk tot een. proces, en thsns, nadat er 100,000 francs j.^1 i. lt t aan gerechtskosten zijn opgegaaD, is bij rechterlijke uitspraak als het^eënig geldig'^ een testament aangewezen, dat een jong l student tot eenig erfgenaam van het ver- mogen maakt. Lady Derroot heeft bet slot Drumaneen verlaten. Beleeld en zoo vericboonend mo gelijk had baar zoon haar te verstaan ge geven, dat hij met zijne vronw alleen wenschte te leven. Zoodoende had zij zich na eeoige aarzeling hier naar moeten voegen en zich op het wedawengoed der Dermots teruggetrokken. Sir Moritz verwonderde er zich later ten zeerste over, dat zij aoo'n menigte zaken van het slot had meegenomen, het scheen hem de halve inboedel toe. Herinneringen nit gelnkkige dagen noem de lady Dermot al die dingen. Het inpak ken ging ongestoord zijn gang en langza merhand waren al die herinneringen naar baar toekomstig verblijf overgebracht. En op een lieven zomeravond, waarop de zon met haar glans het onde Dromaneen overstraalt, zijn al de denren wijdgeopend, om de nienwe meesteres welkom te heeten. Dat de halve omgeving juist heel toevallig op het station aanwezig is, als sir Moritz en zijne jonge vronw verwacht worden, is heel natuarlijk. De trein stoomt het station binnen. Sir Morits' welbekend gelaat ziet door het ven ster en in het volgende oogenblik staat bij op het perron, eerst zijne vronw uit de coupé helpend en daarna een grooten hond. Schnchter staat Ines daar, den hond aan een tonw vasthoudend, terwijl Moritz nog maals in den trein stapt, om eenige pakjes te voorschijn te halen. Iedereen kan de jonge vronw nn naar hartelust gadeslaan, terwijl zij haar arm in dien van haar man legt en sir Moritz, vrien delijk naar rechts en iinks knikkend, met haar bet perron verlaat Zij gaan, den blaffenden hond achter zich aan, dadelijk naar het rjjtuig en rijden naar het kasteel, eer de kennissen tot het duidelijke denkbeeld gekomen zijn, dat het jonggehuw de paar is gearriveerd. O, die heerlijke thuiskomst, de eerste aller avonden, die zij na voortaan alleen met hun tweeën, droomend vau hun ge luk, denken door te breDgen. „Ik ben de gelukkigste man van de wereld," spreekt de nieuwbakken echt genoot zacht, terwijl hij naar zijne 'Ines •s r. I- b u E 8 s' 1 l. i s e naar zyne ziet, waaneer zij in hun eersie têtea tête te genover bem aan de tafel zit. Zg ziet er ook zoo betoovereud uit, met die meisjesachti ge schuchterheid op het gelaat en bet groote geluk in de donkere oogen. En na het diner, als de eene schaduw na de andere neerdaalt, wandelen sir Mo rits en zijne vrouw arm in arm op het terras heen en weder. Hg is big, weder te huis Ie zijn, iu zijn ge woon en hem zoo dierbaar leveo, met zij ne landelijke bezigheden, kortom met al de aaDgename en niet knijpende plichten, die het leven hem heeft opgelegd. Het bleeke maanlicht teekent de witte muren, die den tuin omgeven, duidelijk af. lues' oogen zijn tot baar man opgeslagen, en hare beide handen omklemmen zijn arm. „Moritz," fluistert zij zacht, „ik zou u wel eene belofte willen vragen." „Ines, mijne lieveling 1" antwoordt hij, een harer handen in de zyne nemend. „Ik zou u wel willen vragen, of gij mg wildet beloven, nooit over mg met uwe moeder te spreken," gaat zg voort, „en mij alles zelve te zeggen, alles wat ik verkeerd doe, dwaze dingen, bedoel ik. Wilt ge dat doen, Morits „Mijne kleine, lieve Ines, geen enkel mensch buiten mij zelf zal u ooit een woord zeggen, dat o op iets verkeerds zal attent maken." En daarna slnit hij haar hartstochtelijk in zijne armen. De kleine, met de manieren der wereld od bekend zijnde, Ines zal nooit en nim mer vergeten, wat er tnsschen haar en de moeder van Moritz is voorgevallen. De herinnering aan dit onderhond drijft haar het bloed nog naar de wangen. Zij heeft haar man daar nooit een woord van ver teld en zal hem daar ook nooit iets zeggen. Zij strekt hare srmen naar hein ait buigt zich neer, en zij slaat bare armen om zijnen hals. Hare wang legt zij tegen de zyne en met tranen in hare stem spreekt zg innig „O, mgn mar., mgn geliefde man, wanneer ik a niet gelukkig maken kan, moet ik ster' i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 5