Brieven uil
Zondag 11 Juli 1397.
41sto Jaargang Ho. 3219.
h
INGEZONDEN.
I
bijvoegsel.
feuilleton.
gemengd nieuws.
Rotterdam, 7 Juli 1897.
No. 134.
Een eigen gebouw
der Doofstommen-Vereeniging
«Door Liefde Saamgebracht,"
Een jury opgesloten.
Te Brentford ia Engeland moest een
jury uitspraak doen in een ge
schil betreffende een trouwbelofte. Zoo
als men weet, is een uitspraak der ge
zworenen in Engeland niet geldig, of
zij moet eenstemmig worden genomen.
Hier was er slechts één, die anders
dacht dan de overigen, maar die ééne
was stijfhoofdig.
De zaak was de volgendeEen ze
kere miss Rose Speechly beklaagde
zich, door een meneer Percy Clowes
verlaten te z(jn en verzocht daarom
een schadeloosstelling. „Ik een schade
loosstelling geven zeide de aange
klaagde, „ik zou deze dame hebben
verlaten Ik heb er geen oogenblik
aan gedacht. Ik houd meer dan ooit
van haar en ik ben meer dan ooit be
sloten, haar te trouwen. Maar zij moet
wachten. Mijn inkomen veroorlooft mij
niet, om een huishouden op te zetten,
al was het ook alleen maar om een
vrouw te onderhouden. Laat men mij
maar den tijd geven, om eerst een for
tuintje te verwerven, om mij een po
sitie te scheppen, en ik zal mijn
trouwbelofte houden."
Vergeefs deed men hem opmerken,
dat de verloving nu al een dozijn jaren
duurde en dat zijn inkomen in de
laatste jaren steeds hooger was gewor
den. Hij klampte zich met zulk een
hardnekkigheid aan zijn stelsel vast,
dat een der gezworenen zich er door
liet overtuigen.
Toen dan ook, na twee en een half
uur, de gezworenen te voorschijn kwamen
uit hun kamer, konden zij den rechter
niet anders meedeelen, dan dat zij niet X
tot overeenstemming konden komen I
omdat die eene hardnekkig bleef vasv
houden aan zijn eigen denkbeeld.
rechter ontving deze mededeeling
zeer vriendelijk en zond de gezworen^^^L
iu hun kamer terug. Een uur later1 f
kwamen ze weer terug, met de mede- ,;-
deeling, dat hun makker eveu stijf-
hoofdig bleef en dat er dus niets an-
ders overschoot, dan een nieuwe jury.- f
te benoemen. Maar de rechter was
daar niet van thuis. iiir-
nDat zoudt hij wel willen," zeibij.i»'1
„Maar ge komt niet weg; voordat het v
verschil is beslist. Denk niet, dat ilc_ J'*
dit nietig zaakje nog eens weer zal
beginnen, om mij belachelijk te ma- E
ken.' En hij deed de gezworenen op-
sluiten door de politie. Om negen uur
kwam de jury opnieuw te voorschijn.
„Zijt gij tot een overeenkomst ge- 11
komen?' vroeg de rechter. „Neen. E
Maar we sterven van honger en w\j 8
komen u vragen, om een diner te mo-
gen laten brengen." „Gij kunt eten,
na het vonnis!" „Ook is het vree- n
selijk warm en wij versmachten van
dorst. Laat ons wat bier brengèirr
„Geen droppel water!" 1*
Eerst om één uur des nachts gaf
het stijfhoofdige jurylid toe. Men waa
er eindelijk in geslaagd, hem te over-
tuigen, dat Percy Clowes een deug-'
niet was en niet van plan, ooit te
trouwen. Beter ingelicht, stemde hij er
in toe, dat de arme miss Rose Speech- 6
ly een schadevergoeding kreeg jan
10 pond sterling (f 120).
De zitting der jury voor deze nieti-
ge zaak had 10 uren geduurd.
Groote bralden, 24- ir"'
Uit Elberfeld wordt melding géfaai
van een zeer zwaren brand. De Eiber-
felder Verffabrieken zijn grootendeels
vernield. De schade wordt begroot op 3
anderhalf millioen mark. Groote voorra- J
den verfstof, bestemd voor Azië inzon
derheid, zijn vernield. r
Te Keulen is maandag de bekende
groote spinnerij van Cosman-Coben ge- 3
heel afgebrand. Daardoor zijn een dui
zendtal werklieden voorloopig zonder
arbeid. h»
Ook uit Nimes wordt bericht van t
een grooten branddaar zijn maandag^
morgen de magazijnen en verkpiaatsen
der kleermakers-firma Muller-Portal ia
vlammen opgegaan. Een hevige wind i
wakkerde den brand aan en in minder
dan twee uur was alles vernield. Do
firma hield meer dan 200 bedienden en
werklieden aan den arbeid, die wel voor
een tijdlang zullen leegloopen. De ma-
teriéele schade bedraagt meer dan een
half millioen.
Een stierenjacht in
plaats van een stierengevecht is zon
dag te Burgos gehouden. De voor dit
laatste bestemde bullen wisten Dame-
ljjk te ontkomen en de graaf De Ber-
berana zette hen na. Er een in het dorp
Vasconcellos tegenkomende, schoot hij
er op, miste en werd zelf door den
stier aangevallen, die zijn paard doodde
en den graaf viermaal op de horens
nam en omhoog wierp, zoodat hij deer
lijk aan de dij gekwetst werd en drie
ribben brak. Na een jacht van twee
maal vier en twintig uur hebben gen
darmes de stieren gedood.
SCHAGER
COURANT.
Om eentonigheid te vermijden hek ik
mij voorgenomen, ditmaal eens niets over
verkiezingen te schrijven. Niets over kies-
Tereenigiogen, over candidaten, over strijd
tegen clericalen. Niets van dat alles, ook
niet over gemeenteraadsverkiezingen, die
nn voor de dear staan.
En dat hoewel we zoowat veertig lief
hebbers hebben voor dertien plaatsen,
waarbij van allerlei slag. Advocaten, dok
toren, handelslui, winkeliers, liberalen, ka
tholieken, anti-revolutionaireD, historischen
en partijloozen, die elk op zich zelf wel
een karakteristiekje waard zouden wezen.
Ik zeg er stellig niets van. Van ver
kiezingsstrijd is voor u, die zelf in uw
kring n êigevochten hebt, slle geur af.
Ook wij worden er beu van, hoewel we
niets anders doen dan kiezen en herkie
zen in de laatste weken. Elke week ééns.
We zijn nog wat onder den indruk vsn
de levendigheid bij de Kamerverkiezingen,
niet te veel, want andere dingen vragen on
ze aandacht en Datuurlijk ook de uwe.
We leven nog wat na in de glorie van
de liberale-overwianingeo en we hooren
van elkaar telkena nog bijzonderheden.
En we zijn vooral bijzonder verontwaar
digd over een strooibiljet, dat in district
IV tegen Htntzen verspreid is van anti
revolutionaire zijde, als vriend en partijge
noot van Van Honten.
«Van Houten, waarde kiezers, wil het
huwelijk afschaffen. Hij wil in onze maat
schappij de samenleving herstellen, aooals
die is in het dierenrijk, onder de beesten."
Zno ongeveer heet hit in dat strooibiljet.
Wij kannen onze verontwaardiging niet
op.
Maar ik wil u met onze verontwaardi
ging üiet vervelen. Alleen, en dan zal ik
het er hnusch bij laten, moet ik u nog
iets uit de dagen der verkiezingen vertel
len, dat inderdaad niet onaardig is.
Één onzer thans gekozen candidaten
sprak in de dagen vódr den stemdag ge
weldig veel door het geheele land ter aan
beveling van de liberale candidaten. Zoo
was hij op een avond in een klein dorp
in Zeeland, om er den liberaal aan te pra
ten.
Het was een ultra-katholiek dorp. Toen
hij er 's middags aankwam, ontvingen de
liberalen, een tiental, die hem nitgenoo-
digd hadden, hem met eenige onrust. Er zou
vanavond wel schandaal komen, vertelden
zij. Geschreeuw en misschien gevecht
staande de vcrgidering. De spreker moest
er zich maar op voorbereiden.
De spreker keek naar zijne nog al stevige
vnisten en zei, dat hij reeds voorbereid was...
Vooral, zeiden de heeren verder, moest
hy oppassen voor een bekend katholiek
agitator, die expres uit Bergen op Zoom
was overgekomen, om deu liberalen spreker
in het debat eens heerlijk vast te zetten...
De avond kwam. De spreker was, toeo
hij optrad iu de stampvolle zaal, een weinig
zenuwachtig. In het midden voor hem
troonde op de beste plaats de agitator uit
Btrgtn op Zoom, een jonge, stoere kerel,
wien de geloofsovertuiging op het gelaat
lag, strak en hard, zonder eenige verschoo
ning. 't Zou spannen.
En onze spreker sprak. Tot zijne groo-
te verbazing bleef het doodstil in de zaal
en de bijna uitsluitend anti-liberale kiezers
luisterden met de grootste opmerkzaam
heid. Twee uren lang hield de spreker,
die op dreef raakte, hen bezig.
Daarna was gelegenheid tot debat. De
voorzitter vroeg, wie het woord verlangde
en niemand meldde zich aan. De a-
gitator nit Bergen op Zoom bleef rustig
zitten I
De spreker kreeg van zijn auditorium
wat applaus en de zaal liep leeg. Na een
half uurtje napraten met het bestuur ging
de spreker logementwaarts. De president
bracht hem naar het beste logement van
het dorp.
En als de twee heereD de gelagkamer
binnentreden, zit daar, eenzaam aan een
tafeltje, de agitator van Bergen op Zoom,
die ook in dit logement logeeren sou
Nauwelijks had hij de beide heeren in het
oog, of hij sprong op en zonder zich in
te leideB, begon hij met den president der
vergadering een twistgesprek. 't Was
nu uit met de liberalen, zei hij. De tijd
der overheerschÏDg was voor goed voorbij.
Zij zouden nu regeeren tot heil van het
land.
De president, volijverig, diende van re
pliek en tenslotte werd ook de spreker
door den agitator in het debat betrokken.
Maar de spreker, wat moe, merkte op,
zeer terecht, dat de agitator, als hij iets
te vertellen had, vanavond zijne beurt niet
had moeten laten voorbijgaan en dat hij
nu geen zin had in debat.
Ja, van avond had ik geen vat op
je, zei de agitator.
En dat, hoewel protectie, dienstplicht,
schoolstrijd, enz. vsn avond besproken wa
ren 1
De president bleef strijdlustig, de agi
tator wond zich op, sloeg op de tafel en
eene formeele ruziepartij begon, die tot drie
uur duurde.
Toen ging de president en de spreker
bleef met den agitator alleen. De laatste,
steeds strijdlustig, woedend en overtuigd,
liet den spreker geen moment met rust,
hoewel deze absoluut geen geneigdheid
toonde in te gaan op de beweringen van
den hevigen tegenstander.
Tenslotte kwam de logementhouder.
Of de heeren nu asjeblieft naar bed
wilden gaaD, morgen kwam er weer een
dag 1 Dan ging hij naar den spreker en
zei, heel vriendelijk
U zult er zeker wel geen bezwaar te
gen hebben, met meneer daar (den agitator
op ééne kamer te slapen P
De spreker z?i, dat is daar wel degelijk
bezwaar tegen had. Maar de kastelein
hield vol, dat het niet anders ging en dat
meneer tenslotte tusschen de keus stoud weg
te gaan (om vier uur in den kouden voorjaars
nacht) of de kamer met den agitator te
accepteeren.
Er zat niet anders op en de liberaal
ging pruttelend met den katholiek naar da
bovenkamer. Daar aangekomen begon de
laatste dadelijk weer.
We zullen maar niet gaan slapen,
stelde hij voor, en deu nacht nattig in
debat besteden.
Geen woord krijg je uit me, zei de
liberaal, boos, ontkleedde zich, terwijl de
ander aan het beweren bleef en kroop
in bed.
Maar hij lag daar volstrekt niet op z'n
gemak. De jonge tegenstander, fanatiek
als zes, had misschien kwaad in den zin,
een aanslag tegen zijn leven, of zoo
iets .1 Geen oog heeft de spreker
dien nacht toegedaan, telkena opnieuw be
gon de katholiek zijne aanvallen
Stel u het vermakelijke voor van dien
toestand 1 Twee tegenstanders in één
slaapkamer, de één bang en moe, de an
der nijdig en vol strijdlost.
Maar het allervermakelijkst was nog, dat
de hó'elier, toen den volgenden morgen
de spreker ernstig zijn beklag deed, dood
leuk zei
Ja meneer ik kon d'r niks an doen,
't was stampvol in mijn huis. Als u
gisteravond hier was geweest, had u met
meneer in één bed moeten slapen
VoiBlirij wrltari.
26.
Na de door haar man gemaakte opmer
king omtrent bare uitnoodiging aan me
vrouw O' Hagaa, ziet lues hem een oogen-
blik sprakeloos aan.
„Wat voor eene dwaasheid I" vraagt zij,
en in bare stem Is eene kleine geraaktheid
waar te nemen. ,Is er dan eeoig onrecht
in, iemand op een ontbijt uit te noodigeu f
Gij ïeidet mij toch, dat ik kau uitnoodigen,
dien ik gaarne zou willen hebben," voegt zij
er achucb'er bij-
.Hebt gij haar voor het ontbijt van mor
gen uitgenoodigd Hebt ge dat werkelijk
gedaan roept sir Morits ademloos uit, ter
wijl hij in zijn geest de genoodigde gasten
de revae laat passeeren. „Wij moeten baar
weer afschrijven of op eene andere wijze
verhinderen, om te komen. Wat zal myne
moeder daarvan zeggen?"
De jonge vrouw bloost en zegt niets.
.Waarom zou nwe moeder daarin iets
onhebbelijks kunnen vindon
Hij bemerkt, dat zij een weinig beleedigd
is, daarom ziet bij haar liefdevol in de
donkere oogen.
.Mijne lieveling, ik wilde u geen pijn
doen maar gij weet werkelijk nog zoo weinig
van de etiquette, dat gij, zonder bet te willen,
daar zeer zwaar tegen hebt getondigd. Gij
moet van avond nog naar de O'Hagans
schrijven en de uitDOodiging intrekken. Ik
heb nie's tegen die laidjes, als wij gebeel
onder ons zijn maar gij begrijpt toch wel,
dat wij anderen niet mogen dwingen, met
ben om te gaan. Gij schrijft dus aanstonds
nog een beleefd briefje, waarin gij hen ver
zoekt, hun voorgenomen bezoek op een
anderen dag te brengen."
.Dat is volstrekt niet noodig, want zjj
komen in 't gebeel niet," antwoordt Ines,
uog met een hoogen blos en half boos op
Morits.
,Nu, dan is alles goed," zegt de ander
vrij wat vroolyker„dan heb ik n, gebeel
onnoodig, iets onaangenaams gezegd. Maar
gij moet de lamilie O'Hagan toch maar eens
een dagje uitnoodigen en haa* het gebeele
slot en alle*, wat haar maar eenigsziDS belang
kan inboezemen, laten zien." Daarna brengt
hij zijne vrouw te midden der elite en
plotseling vindt Ines zich tusschen mevrouw
Bryan en haar neef, den kolonel, geplaatst.
.Hebt ge ook bal gespeeld?" vraagt de
laatste met dezelfde eigenaardige uitdrukking
in de oogen, als toeD bij haar de eerste
maal zag.
.Neen, ik speel nooit," antwoordt
Ines; vervolgens zwijgt zij.
Zg verlangt naar buis, ver weg te zijn
van al dat alarm, bedrog en dien schijn want
Moritz is niet tevreden met haar. Hij staat
nu vlak naast haar en ziet er zeer verdrie
tig en ernstig uit. Ines weet niet, dat freu
le Blake zooeven op hare gewone brutale
manier bem iets zeer onaangenaam* heeft
gezegd.
,Ik wist niet, dat uwe vrouw zoo intiem
was met de O' Hagans. Ik geloof, Moritz,
dat uwe vrouw zich verbeeldt, nu zij lady
Dermot ia, dat zij kan omgaan met wie
zjj wil. Dat gun ik haar van ganscher har
te, maar het is hoogst noodzakeljjk, dal
baar duidelijk gemaakt wordt, dat er men-
scben zijn, die het gezelschap van dergelij
ke luidjes verre van aaDgenaam vinden.*
Sir Moritz mompelt eenige woorden en
verwenscht inwendig die vriendschap, welke
zich als voorrecht Bobijnt te hebben toege
ëigend van onaangename dingen te mogen
zeggen. Vervolgens wendt hij zich tot zij
ne vrouw. Het ia voor de eerste maal se
dert zijn huwelijk, dat er eeu wolk op zijn
voorhoofd zichtbaar is en bij overmaat van
ramp «iet zijne vrouw er treurig uit. Hij
gaal naar baar toe.
.Gij ziet er vermoeid uit, Ines, het rij
tuig is voor, wilt ge naar huis
,Ja,* antwoordt zij. En voor rij het
slot Dramaneen bereikt hebben, is Ines
weder de oude.
Ik blijf bij mijn voornemen, ik schrijf
niets over verkiezingen. Er zijn noodiger
diDgen te bespreken.
Dinsdag van de komende week, den lSen
Juli, viert onze Diergaarde haar veer
tigjarig bestaan. Men moet Rotterdam
mer wezen om te weten, dat dit een feit
is van groote beteekenis. De Diergaarde
is voor den burgerstand in Rotterdam al
les. De kinderen, als zij thuis lastig wor
den, de dames, als er logé's zijn, de hee
ren, als er schoonmaak of zelfs iets minder
ernstigs is, worden naar de Diergaarde
gestaard, om er te wandelen in de lom
merrijke laneD en ziek voor de dieren-
hokken te amuseeren. Dan driemaal in
de week concert, waar vast de heele
familie heen gaatdinsdag- en vrijdag
avond en zondagmiddag. Men kan zich
eenvoudig niet voorstellen, dat we geen
Diergaarde zouden hebben.
En deze glorie, ook van vreemdelin
gen, die onze aan merkwaardigheden niet
rijke stad bezoeken, is dinsdag veertig
jaren oud I Met concert, met tuinverlich-
ting en groot vuurwerk wordt hare ver
jaardag gevierd eB als het weet niet te
gen is, zal er een schitterend avondfeest
wezen U kunt u voorstellen, dat er in
deze laatste dagen védr de pret druk over
gesproken wordt en dat men de gemeen
teraadsverkiezingen vrij wel vergeet. Ge
lukkig is men zoo verstandig geweeBt, die
verkiezingen een dag védr het feest te be
palen (maandag 12). Anders kwam er mis
schien niemand en er zou gebrek wezen
aan plaatsvervangende leden voor de sletn-
bureacx.
Stemmen is staaisbnrgerplicht, maar
vrouwlief chaperoneeren in de feestvierende
Diergaarde is echtgenootenplicht en nu is
het de vraag, wat het zwaarste weegt.
Ik ken er wel, die om den dood niet
graag met bet smoesje zouden dnrven
aankomen «ik moet stemmen,' als mevrouw
zich aangekleed had voor de Diergaarde
Gelukkig dus, dat die twee groote ge
beurtenissen niet samen vallen.
We hebben nu ook de bereden politie
iu werking gekregen. Tot heden hebben
de heeren alleen morgentoertjes gemaakt
om zich te oefenen, maar van den eersten
zijn zij ten strijde getrokken.
Zij hebben een optocht van oud—onder
officieren, waarvoor naar Rotlerdamsche
gewoonte duizenden te hoop liepen, de
noodige ruimte bezorgd en bij de open
bare muziekuitvoering in het Park, zon
dagmiddag, hebben zij de stoeiende en
soms zelfs al vrijende paartjes rond den
muziektempel veel ontzag ingeboezemd.
De vindingrijke jeugd heeft het korps
reeds ,de huzare' genoemd en als het
manhaftig korps aan komt rijden, klinkt
uit vele monden den welkomstzang
En ein huzaar, heit ein goet hart
En twei huzare hebbe twei goeie harte
En drie huzareenz.
Da ageuten tevoet heeten, ter onder
scheiding, de schutters I D.
door J. A. TOURS.
Aan de stille zijde der Westermarkt staat een
perceel No. 16, thans leeg en onbewoond, maar niet
Het geheele geluk van de jonge vrouw
is thais. De lues in het slot Dramsneen
en de Ines in geselschap verschillen dag
en naeht. De Ines, die door de meuscheD
wordt gezien, is een schaduw van de
vroolijke, opgewekte, pikante kleine dame,
die bij den schoorsteen sit en zonder een
ander toehoorder dan Moritz onophoudelijk
door babbelt; dan is zij opgeruimd, na
tuurlijk en Moritz alleen weet dan ook,
hoe zijn vroowtje werkelijk is.
De stille, ernstige, kleine lady, die door de
buitenwereld wordt opgemerkt, is in bet
slot Drumaneen, waar baar liohte tred
ruisoht en haar hartelijk, vrooijjk lachen
door da ruimte schalt, een onbekend persoontje.
Waarom knot ge steeds niet zoo sijn,
Ines vraagt haar man haar op een zeke
ren dag, als zij te ito m zitten lacuen en
praten en Ines hem met allerlei geestige
invallen vermaakt. .Gelooft ge niet, dat
het my bedroeft, als ik u in gezelschap
altijd zoo stil en in zich zelf gekeerd zie
Eigenlijk zoo hij moeten bekennen, dat
hij bet du niet zoo erg vervelend vindt,
dat bet zoo is. Er ligt eene zekere vleierij
voor zijn persoon ia, dat zij het gelukkig
ste met bem alleen iz. Toch wensebt bij,
dat zij meer wotdt, zooals anderen zyn
want hij is er ernstig voor bevreesd, dat
zij vandaag of morgen eene groote fout
sal begaan, die haar aan de lastertongen
sal overgeven. Hij weet eigenlijk zelf
niet, waarvoor hij bang is, het is soo'n on
bestemd, angstig gevoel, dat bem
kwelt. Zoo dikwijls zijne lieve vrouw
den mond opendoet, is bij er bang
voor, dat zij iets sal zeggen, dat tegen den
eisch der samenleving zal indruisen. Mo
ritz is zoo bet kind van zijn stand, dat hij
het meisje, dat bij getroawd heeft, bijna zou
kunnen schelden, als zij een gezegde uit, dat
hem en baar in de oogen van anderen be
lachelijk maakt. Wellicht dat zijn eigen
optreden er niet toe bijdraagt, om haar zich
ongedwongen en vrij te doen gedragen. Als
hij haar nu vraagt.Waarom kuot ge niet
altjjd zoo zyn dan ziet zij met waar
achtige vereering tot bem op.
.Omdat ik my nooit zoo gelukkig gevoel,
lang zal het doren of elke kamer, groot en klein, ia
betrokken en doet belangrijken lienst. Door de
goede zorgen van den heer C. Hellingman, den
schutspatroon van bovengenoemde Vereeniging, is het
aangekocht, om te worden ingericht tot een vriendelijk
en gastvrij tehuis der doofstommen, die als leden
dier Vereeniging, een naow aaneengesloten groep van
vrienden en vriendinnen vormen.
Zondag 27 Jnni L 1. was het huis voor de leden
te zien. Ze kwamen er, manDen, vrouwen, kinderen
en toen ze de gaDgen doorloopen, de trappen op en
afgeklommen, de kimers bezichtigd hadden, toen
drukten zij elkander van blijdschap de hand en gaven
hun vreugde te kennen door allerlei gebaren en
geluiden, toen voelden allen zich rjjk in hnn eigen
gebouw.
Merkwaardig is de opgewektheid, die deze mis*
deelden bezielt, de vroolijkheid, waarmede zg elkander
naderen en toespreken. Toen zij daarna in de groote
z&al van .Ons Huis* eene tentoonstelling van
aquarellen bezochten, waren zg van alle bezoekers de
meest belangstellende. Zij stonden nu hier, dan ginds
te kijken, wezen elkander op, wat ig het mooist
vonden en wisselden van gedachten met eene vinger
vlugheid, die men moet hebben gesien, om er zich
eene juiete voorstelling van te kunnen vormen.
Perceel No. 16 der Westermarkt, ruim 2 aren
groot, is een uiterst geschikt huis voor het hier
gewenschte doel. Het ligt vrijwel in het midden
der stad en is voor allen gemakkelijk te bereiken.
Het zal bevattea een lokaal voor vergaderingen en
gezellige bijeenkomsten, eene zaal voor de godsdienst
oefeningen van den zondagmorgen, een paar logeer
kamers voor doofstommen, die van elders komen en
hier korten tijd vertoeven, eene woning voor een
directeur, eene andere voor den conciërge, een kantoor,
lokalen voor de Werkverschaffing en een grooten
kelder als bergplaats voor materiaal. De breeds
poort kan dienen als toegang voor de werkplaatsen
en wagens en karren doorlaten. Inderdaad, als dit
hnis, na bet ondergaan van kleine veranderingen, in
gebrnik sal zijn genomen, zal elk, die het ziet,
moeten erkennen dal de doofstommen, die hier zich
vereenigen, een veilig toevluchtsoord, een vriendelijke
verblijfplaats hebben gevonden.
Nog geen twee jaren begon de genoemde heer
Hellingman, bijgestaan door een dames-comité, zijn
plannen tot het verkrijgen van een eigen gebouw,
ten uitvoer te brengen. Niet minder dan honderd
acht en twintig duizend circulaires werden naar alle
•teden en dorpen van ons vaderland verzondenzjj
hielden het verzoek in, eene bijdrage in den vorm
van een postzegel over te zenden.
Ofschoon de kosten van drukken en verzenden
slechts zeer matig werden vergoed, werd de
aandacht op de Vereeniging, die tot nog toe on
bekend was, gevestigd en de bekendheid, die nu
verkregen werd, bad allerlei gunstige gevolgen.
Ook toen een kleine schets door den schrijver
dezer regelen in verschillende dagbladen geplaatst,
door den heer Hellingman als brochure met in-
schryvingsbiljet iu vele exemplaren werden verzon
den, werden verscheiden jaarlijksche bijdragen of
giften in ééns aangeboden. De Vereeniging ging
nog verder en met het oog op doofstommen uit
andere landen, die zij somwijlen bij hun doortocht
door Amsterdam steunt, had zij den eigenaardigen
inval, zich achriftelijk tot alle gekroonde hoofden
van Europa te richten, met verzoek om gelde
lijke hnlp, voorloopig niet zonder eeaig resultaat.
Vorst Johan II van Lichtenstein gaf het goede
voorbeeld, dat wie weet, door welke monarchen nog
zal gevolgd worden en zond eene gift van 1200.
Vergeten wjj niette vermelden, dat onze Koningin
nen waren voorgegaan en elk f 100 had bijge
dragen.
Zoo kwam eene som van rnim 6 mille in kas
van den penningmeester en werd er aan jaarlijksche
bijdragen f 1565 toegezegd. Het gebouw, dat met
overdracht voor ruim 13 mille word gekocht, is
dus niet vrij eigendom der Vereeniging, maar de
mannen, die het kochten, hebben geloof in de mede
werking der burgerij en geloof geeft moed. Voor
vertimmering, aanschaffing van meubels, zal een
sommetje noodig zyn, evenzeer als voor de aanval
ling van hetgeen aan de koopsom ontbreekt Naar
berekening zon de Vereeniging met 10 a 12 mille
geholpen zijn. Zal zjj zooveel ontvangen Voor
zeker. Niet in ééns en niet in een paar weken, maar
langzamerhand, in kleinere en grootere giften, die
uit alle oorden van ons land zullen toevloeien.
Zoo spoedig het gebouw gereed is, zal het voor
een ieder ter bezichtiging gesteld worden. Eerst dan
zal de werkzaamheid worden gekend en gewaardeerd.
Wie daar de verschillende doofstommen aan den
arbeid of in gezellig verkeer vereenigd zal zien,
zal de groote waarde van dit vereenigingspunt
beseffen en gaarne iets bjjdragen in het belang van
hen, die zooveel missen en die in den regel met het
weinigje, dat zjj bezitten, zoo tevreden zjjn.
Men vergete niet, dat dit groepje uannen en
vrouwen een innig gevoel van gemeenschap kweekt
en de een zich verantwoordelijk stelt voor het wel
en wee van den ander. Yriendschappeljjk gaan ze
met elkander om en geen wonder is het ook, dat zjj
onderling huweljjken sluiten, waarnit gelukkig in
den regel hoorende kinderen worden geboren. Is
het geen voorrecht voor onze samenleving, dat de
ze Vereeniging voor deze misdeelden van haren aard
zieh in de bres stelt en verdient zij daarom niet
den steun van wien wat missen kan P Zoo gebeurde
het nog onlangs, dat tot de Vereeniging een doof-
stomme kwam, die twee nachteu onder den blooten
hemel en zoo goed als tonder voedsel had doorge
bracht. Te vergeefs had hij hier en daar aangeklopt
om hulp. Een doofstomme mist de handigheid eu
gevatheid, die hoorenden aanwenden, om hnn beklag
te doen. Welnu de Vereeniging heeft dien iwerver
de hand toegestoken. Een goed verblijf en
voedsel zgn hem verstrekt en bjj de werkverschaf
fing is hem arbeid aangewezen. Zoo is deze
ongelukkige in den kring opgenomen en voor ver-
de re onheilen behoed.
Zoo wordt de werkverschaffing dagelijks bezocht
door twee broeders, waarvan de jongste in zgn
jengd geenerlei onderwijs heeft genoten, omdat
noch burgerlijke, noch kerkeljjke overheid van het
dorp zjjner inwoning dat onderwjjs kon bekostigen.
Ten einde raad hebben zijne onders bem gezonden
naar de Vereeniging „door Liefde saamgebracht"
in deze stiet hem niet af, maar nam hem aan.
De nieuwe lotgenoot begint nu in den vriendenkring
op te leven en leert allerlei, dat hem vroeger niet
onder de oogen gebracht werd.
Van de werkverschaffing gesproken den geheelen
winter, die achter ons ligt, door werden van 24
tot 26 doofstommen aan den arbeid gezet, thans
is een 15-tal aan het werk. Kleedingstnkken en
voedingsmiddelen werden hnn verstrekt, die te wei
nig met hun handen verdiendes, om een zjj het ook i
sober bestaan te kannen leiden.
Deze Vereeniging, die niet vraagt naar godzdiensti-
ge belijdenis en mannen en vrouwen van elk Kerk
genootschap gaarne opneemt, zal, zoo vertrouwen wjj,
een nienw en verhoogd leven te gernoet gaan.
Rondom aller vriend „Vader Hellingman", die steeds
bedacht is aller welzijn er, die zooveel voor hen
voelt, omdat hjj van nabjj al den jammer der
doofstomheid moest leeren kennen en die door zjjne
dochter en behuwdzoon krachtig gestennd wordt,
vereenigen zich de leden der Vereeniging zoo gaarne.
Maar niet minder gaarne rondom hnn lotgenoot, den
heer J. Stnhr, die des zondags voor de Protestantsche
vrienden eene leerrede voordraagt in de zoo eigen
aardige godsdienstoefening, en den heer J. Beelen,
die als hoorende, de tolk is tegenover de buiten
wereld en 't lief en leed met allen sinds jaren deelt
Dat beide mannen als directeur en conciërge in het
nienwe gebouw zullen inwonen, dat ia allen een
waarborg, dat zjj 't er goed zullen hebben.
Welaan dan, laat ons een bewjjs onzer belangstelling
zenden naar het nienwe hnis, als het gereed is en
giften ontvangt èf reeds dadeljjk aan den heer C.
Hellingman, Nassankade 113, öf aan de Voorzitster
van het dames-comité, mevr M. J. Blase-Hellingman,
Nasaaukade 112. Boeken voor de ontspanningstaal,
meubels voor de verschillende lokalen, versieringen
voor de wanden, allerlei kleinigheden, die in een huis i
te pas komen, giften in geld vcor de kas van den
penningmeester, alles is welkom, zeer welkom. En
al kan maar deze en gene, die, zonder zich zelf te
hooren, de kunst van spreken '~leerd, U dank
zeggen met hoorbare klanken, allen znllei met spre
kend oog U de hand drukken en een woord van «r-
kentelijkheid stamelen. Wie een goed oogenblik wil
doorbrengen, ga met gevulde band naar de Wester
markt, stille zjjde No. 16. Hjj keert huiswaarts, rij
ker dan hjj ging.
dan wanneer wij met elkander alleen ziju."
Hij laebt, maar fronst toch de wenkbrau
wen.
„Mijn vrouwtje roept bij uit, „het zou
niet goed sijn, als man en vrouw altijd al
leen waren, zij zouden eikaars gezelsobap
spoedig vervelend beginneD te vinden."
„Meent ge?'vraagt zij, met een twglelend
lachje. ,,Zijt ge mij dau soms al moede,
Moritz
„Neen, hartje I Ik dacht maar, dat ge
meer zelfvertrouwen zoudt krijgen en u
daardoor gelukkiger zoudt gevoelen, wanneer
gy zonder mij eenige bezoeken gingt afleggen.
Gij zoudt uwe ponvs voor den wagen kunnen
spannen die heertjes kont ge al heel
goed alleen besturen en dan zoudt ge
een bezoek kunnen brengen bij wien ge wilt.*
„Ik ken niemand, dien ik eens zon willen
bezoeken antwoordt Ines bijna trotsch.
.Maar wanneer gij het gaarne bebt, zal ik
nit rijden gaan, alleen, en dan zullen zy
allen zien, dat ik mg volstrekt niet bevreesd
gevoel, als ik u niet bij my heb.*
„Doe dat, Ines Waarom zoudt ge bij
voorbeeld niet eens naar de gezondheid van
myne moeder gaan intormeeren Zij is toch
zeker geen vreemde.*
Hij zeide haar niet, dat dit eeDe gedachte
of iets van lady Deraot zelve was; sij had
haar bood op een dag gezegd, dat zijne
vrouw slechts een pop of weerschijn was
van zyn eigen wil en gedachten; datdemen-
scben er sich reeds over begonnen te ver
wonderen, waarom hij haar nooit alleen
liet uitgaan en dat, wanneer zij te zamen
waren, hij nooit van hare zijde week. Was
het ijverzacht Of was bet iets anders
Zeker, sir Moritz weet niet, dat freule
Blake ean al hare kennissen en vrienden
gezegd heeft, dat de vrouw van sir Moritz
zeer gewone manieren heeft en zeer onop
gevoed is, „betoovereud, zoolang zij haar
mond dicht hondt,* verklaarde zjj. Bij weet,
dat bij het met vreugde sou aanzien, als
Ines eene verstandige opmerking zijner
moeder ter harte zon nemen en als zy be
grijpen zou, welke plaats zg in de wereld
moet innemen, in plaats van haar leven lang
als een kind te blijven rondhuppelen, dat
bij de naderiDg van elk vreemd gelaat
schuw in een hoek kruipt.
„Neem je in acht, lieve," zegt hij vrien
delijk, nadat hij haar in den ponywagen
beeft getild en de teugels in de handen
gegeven heeft. Nog eenmaal drukt hij haar
een kus op het voorhoofd en hij is bijna uit
zyn humeur, dat zij er zonder hem op uitgaat.
„Zoudt gij my niet liever meenemen,
mijn hartje?" vraagt hij.
„Neen, gij hebt my weggezonden en nn
zal ik ook alleen gaan," antwoordt zjj
plagend.
„Nu goed, maar wees voorzichtig, wan
neer ge bij de hoeken van den weg om
gaat.*
„Eentje maar,* plaagt Ines, „slechts
dien, als ik het kiezelpad bij uwe moeder
oprijdt." Zij baalt de teugels aan en de
ponys eeu geschenk van baar man
draven lustig de laan langs.
Lady Dermot, die te midden van al
hare geroofde heerlijkheden troont, is niet
weinig verrast, als zy de deur ziet open
gaan en bare schoondochter binnentreedt.
„Waar is Moritz?* vraagt zij, bare wan
gen tot een kus aanbiedend.
„Thuis
„En gij tijt dus werkelijk alleen geko
men Nu, bet doet mij genoegen, dat ge
1 ten laatste eene overwinning op uzelve be
haald bebt."
„Ik deed bet ter wille van Morits," ant
woordt Ines en nadat zij dit gezegde heeft
gebezigd, gevoelt zg zelve, dat, alhoewel dit
gezegde naar waarheid is, het volstrekt niet
passend is. Openhartig slaat de jonge vrouw
hare oogen tot de oude dame op en zegt:
„Tante Catharina, ik zou gaarne zoo worden,
als de anderen zyn, alleen om Moritz te be
hagen j wilt gij my daarbij behulpzaam
zgn
Tante Catharina lacht stil voor zicb
heen.
„Moet ge dan steeds met zulk een ont-
zettenden ernst spreken, Idos Kant ge dan
geen woord spreken, zonder daarbij zoo
te blozen
„Ik weet het werkelijk niet, lieve tante,"
antwoordt lues bedro.'d- „Moritz heeft mij
^IPL-
nog
gezegd, dat gij mg wildet helpen."
„Dal wil ik ook, lieve," zegt lady Der-
mot met een bevredigend lachje, omdat Mo
ritz haar zijne vronw stuuide.
„Hij heeft zijne dwaasheid ingezien,"
denkt zij, op de tegenover haar zittende kleie;.
gestalte blikkende, die evenwel met den dag
er bekoorlijker begint uit te zien .,Het is jam
mer, dat sir Morits met o getrouwd is,
is de geheele troost, dien de jonge vrouw
op baar vertrouwend overgeven ten ant
woord krijgt. „Ik wist, dat er niets goed*
uit die verbooding geboren zou worden
gy sijt te onbekend met alles, wat maar
eenigermate den goeden toon aangeeft
Ines wendt zicb, diep door dat grof ge
zegde beleedigd, af.
„Ik heb er spijt van, dat ik bierheen ge
komen ben,* zegt ze met bevende lippen,
„Moritz zou nooit
De deur gaat open en mevrouw Bryan
komt binnen.
In hetzelfde oogenblik beeft de verstan
dige oude dame bet gebeele zaakje overzien
Ines' gloeiende wangen en vochtige oogen,
evenals ladyDermot's beleedigende houding en
sarcastisch gelaat* De scène levert haar een -
buitengewoon genoegen; toch viodt zij-.er
nauwelijks den tijd voor, om zich daar-
over te verheugen, want Ines springt
op, loopt haar voorbij de deor uit, eer zy
het nog reebt gewaar is geworden.
„Wel, mijne waarde, wat mankeert het
kind roept mevrouw Bryan, schijnbaar zeer
verwonderd.
De oude lady is evenwel tegen deze
kwestie opgewassen.
„Een kleine twist tusschen bet jonge
echtpaar en het arme, kleine ding
kwam bij mij, om daarin uitspraak te
doen," antwoordt sg zonder aarzelen.
Lady Dermot denkt, dat deze schijn,
baar openhartige getuigenis de ander zand
in de oogen zal strooieD.
Maar de ander lacht kalmpjes
van de verzekering evenwel geen
Lady Dermot brengt een ander thema op
het tapijt, terwijl zg de opmerking maakt,
dat er waarscbynlyk eene onweersbui zal
komen en z'i boopf >t de ;ve Ines maar