ingezonden"
Politiek overzicht Ier treek.
Wieringen.
Anna Paulowna, 15 Juli '97.
Buitenlandscli Nieuws.
geschiktst, hetgeen bleek uit de missives,
door verschillende autoriteiten ingezonden.
Tot stemming overgaande, werd met alge-
meene stemmen benoemd Mej. M. J.
Hese, geb. Fisser.
8e. Wordt aangeboden het suppletoir
Kohier van den H. O., dienst 1897,
waarop 17 belastingplichtigen voorkomen,
en het suppletoir Kohier voor de belas
ting op de honden. Beiden worden nauw
keurig nagegaan en met algem. stemmen
goedgekeurd.
9e. Wordt door den Voorzitter aangeboden
de Bekening van de Gemeente Wieringen
over 1896, welke gedurende 14 dagen ter
secretarie ter inzage had gelegen en door
de commissie, door den raad benoemd, was
nagezien. Voorzitter verzoekt der commis
sie, haar onderzoek aan den raad bekend
te maken. De heer P. lijsen zoude zulks
gaarne in gesloten vergadering willen be
handelen. Aldns geschiedt.
Bij heropening brengt de voorzitter zijn
hartelijken dank nit aan de commissie van
onderzoek, en wordt de rekening vastge
steld met eene ontvangst van f 28207.50
en eene uitgaaf van f 18430.70.
Vervolgens wordt door den voorzitter
de gewone rondvraag gedaan.
Da heer Mostert geeft in overwegiog,
om op de eigendommen der gemeente in de
Leg een welput te maken. (Dit voorstel was
al reeds een paar maal door spr. gedaan).
De veehouders, welke in het najaar hun
vee op de akkers weidden, moesten het wa
ter voor hnnne beesten per kar medene-
men, hetgeen zeer moeilijk was.
De heer Kuut zegt, dat het water aan
de Leg altijd brak is en betwijfelt het, of daar
wel een goede put te krijgen zal zijn. De
heer J. lijsen zegt, dat het toch geprobeerd
kan worden en gaat het niet, dan den put
maar weer dempen. De kosten zullen
niet zoo heel veel bedrageD.
Na eenige woordenwisseling wordt be
sloten, om op het voorstel van den heer Mos
tert in te gaan.
Niets meer te behandelen zijude, sluit
de voorzitter de vergadering.
J. 1. zaterdag werd door den visscher
Klaverten N. W. van het eiland Texel,
ongeveer 3 mijlen van het strand, gevonden
eene kegelvormige flesch, waarin zich be
vond eene briefkaart, waarop het volgende
in het Engelsch vermeld stond
81. In het belang van wetenschappe
lijk onderzoek naar de stroomiugen op
81...
Hij, die deze vindt, wordt dringend ver
zocht, den datum en de plaats te schrijven
met volledige bijzonderheden in de open
ruimte hieronder, en om de postaaart in
de naaste brievenbus te steken, No, 81.
Plaats waar gevonden Datum
Naam van den vinderHet adres
voorzien van een engelsshe postzegel,
was als volgtDen Directeur van het Biolo
gisch Marine-Ltboratoriam, Citadel—Hill
Plymouth.
Bij het openen der flesch was er een
weinig vocht in, doch de brieftaart was
duidelijk leesbaar en is van het hulppost-
kantoor Hippoly'ushoef alhier verzonden.
Bijde j. 1. dinsdag gehou-
den stemming voor twee leden van den
gemeenteraad te Oudo Ni0dorp, we
gens periodiek aftreden van de heeren
Koemeester ea Strijbiswerden 167 geldige
biljetten ingeleverd, waarvan op den heer
Strijbis 145, C. Hille 90 en J. Ligthart
79 stemmen, zoodat gekozen zijn de hee
ren A. Strijbis en C. Hille.
Met een klein aantal leden vergaderde
gisterenavond de Liberale Kiesvereeuiging
Algemeen Belang*, in zake de herstem
ming voor een lid der Provinciale Staten.
De voorzitter deed namens het bestuur
het voorstel om, getrouw big rende aan
het beginsel, de cacdidatuur te steunen
van den heer L. V. d. Vijzel. Dit voor
stel werd ondersteuud door den heer C.
Prins en met algemeene stemmen aange
nomen. Na eenige huishoudelijke berpre-
kingen werd de vergadering gesloten.
De gemeenteraad te
Heer Hugowaard heeft tot
Hoofd der school no. 2 benoemd den heer
J). Ijalsma, onderwijzer te H e 1 d e r, no. 1
der voordracht.
Voor de verkiezing van
twee leden van den gemeenteraad te
Heer Hugowaard zijn 472 stemmen
uitgebracht.
Herkozen zijn de heeren P. Wonder As.,
met 804, en I). de Boer, met 249 stemmen.
De heer K. Kieft, (R. C.), bekwam 208
stemmen.
Te DODE WAARD is b ij een
twist tus8cben een op da Waal liggend
schipper en zijn knecht, deze laatste
te water geraakt en verdronken. Zijn lijk
is nog niet gevondeD.
Het Ministerie.
In welingelichte kringen wordt, naar
Hel Vad. meldt, thans verzekerd, dat het
tegenwoordige Kabinet, onder leiding van
den heer Rödl), aan het bewind zri blij-
veD, maar dat voor enkele portefeuilles
andere titularissen worden gezocht. Men
spreekt van de vervanging der ministers
van binnenlandsche zaken, van marine,
waarschijnlijk ook van waterstaat.
In eene vergadering der
Radicale Vereeniging in district IX te
AMSTERDAM is tot caudidaat voor het
lidmaatschap der Tweede Kamer gesteld
de heer mr. A, Kerdijk.
Dond erdagj. 1. las men in een
der locale bladen, dat dit jaar te KOLHOKN
geen schoolfeest zou plaats hebben. Minstons
genomen, was dit bericht voorbarig. Het colle
ge, dat in deze gewoonlijk het initiatief
neomt, heeft nog geon besluit kunnen no
men, aangezien de zaak nog volstrekt niet
in behandeling is geweest.
Gestikt van het lachen
Zondag was er een feestje bij een der
bewoners van de Utrechtschedwarsstraat te
AMSTERDAM. Men was vroolijk en
prettig gestemd en vooral een paar voor
drachten vielen zeer in den smaak. Een
der aanwezige vrouwen kreeg echter zulk
eene hevige lachbui, dat zij overleed.
Aangaande deu brand te
POEDEROIJEN schrijft men nader
De brand begon omtrent half ééu 's
middags, duor onbekende oorzaak, in het
tweede huis aan de oostzijde van de kom
van het dorp, Deze bestaat nit huizen ter
weerszijden van den Maasdijk op kleine
afstanden van elkander staande en soms
door een boomgaardje gescheiden. Die
Maasdijk loopt van het Oosten naar het
Westen en er woei een flinke oostenwind,
die het vnur dadelijk het dorp indreef.
De groote droogte van de meestal rieten
daken, de ontzaglijke massa's hooi, in en
bij de huizen opgestapeld, want de
hooibouw was bijna geëindigd deden
ieder spoedig inzien, dat eene groote ramp
het dorp zou treffen.
Aan blusschen of stniten van het vunr
viol niet te denken en tot zoover de
Maasdijk eene andere richting aanneemt,
was weldra alles vunr en rook, 't Was
bijna tevergeefs, dat de brandspuiten
uit bijna alle omliggende dorpen kwamen
helpen. Zestien, meestal boerenhuizen, de
Ned. Herv. kerk met *oreo, acht gevulde
hooibergen, vele schuren en hooimijten
zijn afgebrand. Da pastorie, de openbare
school, de onderwijzerswoning, eene bak
kerij en eene boerderij bleven, ofsehoon
door het vaur gehavend, gespaard.
Van de inboedels is niet veel gered.
Twee varkens zijn verbrand. De schade
is zeer groot en veel, vooral hooi, is ver-
loren, wat niet verzekerd was. Ook aan
fruitboomen, die verschroeid zijn, is aanmer
kelijke schade.
Vier-en-dertig jaar geleden werd onge
veer hetzelfde gedeelte van het dorp in
asch gelegd.
Men schrijft ait 's-HER-
TOGENBOSCH
De uitslag der stemming voor 9 leden
van den gemeenteraad is een groot
sncces voor de Vooruitstrevende," eene
teleurstelling voor de katholieke kiesver-
eeniging,
Onder de aftredende leden behoorde
de heer M. van den Bergh. Op hem had
de katholieke kiesvereeniging hare pijlen
gericht.
Van den Bergh is een groot industrieel
op zijne machinale schoenenfabriek vinden
geregeld 250 menschen werkhet is
een humaan man, bezadigd io al zijne
handelingen, bereid een iedsr, waar hij kan,
ten dienste te zijn. Maar Van den Bergh
is een Israëliet en daarom moest hij, naar
de meeniug van eenige drijvers, vallen.
De bevolking van 's-Hertogenbosch
dacht er echter anders over. Reeds dade
lijk na de candidaatstelling werd alge
meen, ook door katholieken van onver
dacht gehalte, in afkeurenden zin gespro
ken over de pogiugen, om eea man als
Van den Bergh te doen vallen. En de
uitslag der stemming is inderdaad be
schamend voor hen, die dit plan ontwor
pen hadden. Van den Bergh is gekozen,
niet in één maar in ieder van de drie
districten, waarin de stad is verdeeld. De
teleurstelling voor de katholieke kiesver
eeuiging is te grooter, omdat de drie-dub
bele verkiezing van Van den Bergh ten
gevolge heeft, dat mr. J. Loeff, een harer
eminentsle leden, zijn zetel in den Raad
heeft verloren en dat een oud-lid der ka
tholieke partij, de heer Sweens, het niet
verder heeft kunnen brengen, dan tot
eene herstemming met zijn geestverwant
G. F. van Garve.
Voorts zal nog eene herstemming moe
ten plaats hebben tusschen de heeren B.
Hoogenboom, hoofd-ingenieur van den
Rijkswaterstaat, en Er. Hoeaselaars.
Een gezelschap, bestaan
de uit Engelscheu er. Nederlanders, gaal
ter zeebondenjacht met het geweer op de
Groninger Wadden. Een blazer brengt
hen zeewaarts. Het voornemen bestaat,
het schip voor dit doel tegen den volgen
den zomer van stoom vermogen te voor
zien.
Een brutale rijwieldief.
Men schrijft uit AMSTERDAM
De conciërge van een onzer hoogere
burgerscholen is het onschuldig slachtoffer
van een brutalen dief.
Des concierge's kinderen behooren tot
de beoefenaars der rijwielsport, waarvan
zij zich echter sedert kort moeten spenen,
aangezien de familie ontlast is van twee
der drie rijwielen, welke zij eenmaal heeft
bezeten.
Des middags om 4 uur, dus by klaar
lichten dag, verschaft een slungel zich
met een valschen sleutel toegaDg tot de
woning van den conciërge, ontvoert uit
den gang een rijwiel, dat buiten dooreen
handlanger bestegen wordt, en blijft daarna
kalmpjes voor het huis op en neder slen
teren.
De coucierge komt buiten en beschul
digt den knaap van den pas bedreven
diefstal. Hij ontkent natuurlijk, er is trou
wens geen rijwiel meer te zien.
„Eu je bent toch in mijn huis ge
weest
„Wel neen 1"
,E-i ik zelf zie je er daareven nitgaan
met het wiel
„Dat lieg je 1"
De jongen laat zich zonder eeoig ver
zit inrekenen en voor den rechter bren
gen, die hem echter wegens gebrek aan
bewijs moet vrijDten.
Eenige dagen later maakt de dief op
nieuw van den sleutel gebruik, die op de
voordeur van de woning van den conciërge
past en eigent zich het tweede rijwiel toe.
Weder wordt hij voor den rechter ge
bracht en weder wegens gebrek aan bewijs
van rechtsvervolging ontslagen, hoewel eeu
straatjongen kon getuigen, dat hij deu
dief een sleutel in het slot der deur had
zien steken.
Verstoord over de nultelooze dagvaar
dingen, welke de bestolen conciërge hem
bezorgd had, heeft nu de 'orntale jongen
bij den coDcierge aangebeld, dien heer te
spreken gevraagd en hem toegevoegd
,Ik zal jou onthouden ik waag er vijf
jaar aan, hoor!*
Den officier van justitie heeft bij een
brief geschreven, waarin hij dringend ver
zoekt, hem den sleutel en een breekijzer,
hem bij gelegenheid zijner arrestatie ont
nomen, terug te bezorgen.
In de koloniale geschiedenis van vele
cultuurvolken nemen wij meermalen drie
gewichtige tijdperken waarde periode,
waarin men tracht, vasten voet in het
begeerde gebied te krijgen, daarop volgt
dan de politieke strijd met den een of
anderen mededinger, en ten slotte volgen
dan maar al te vaak de jaren van woe
ling en strijd, waarin de bevolking van
het met moeite verkregen gebied hare
zelfstandigheid poogt te herwinnen.
Eene schoone gelegenheid, om zich in
een laad zekere rechten te verzekeren,
die dan later weer het uitgangspunt van
verdere plannen kunnen worden, biedt
het land, waarin binnenlandsche onlus
ten heerschen. Wie een hond wil slaan,
vindt wel een stok, zegt een spreek
woord, en zoo is het ook hier. Schen
ding van traktaten door de oproerlingen,
het vergrijpen aan den eigendom van
vreemdelingen, het wederrechtelijk ver
bannen of gevangen zetten van ver
dachte, onder bescherming van dit of
dat land staande personen, schending
der grenzen en nog zoovele andere da
den zijn stokken, die gaarne worden
aangegrepen, om het doel te bereiken.
Reeds lang reikhalzen Spanje, Frankrijk
en Engeland naar het oogenblik, om Ma
rokko geheel of gedeeltelijk in te pal
men, of, zoo de greep in eens te groot
blijkt te zijn, als beschermheer van
het land op te treden. Elk dezer lan
den heeft daar zoo zijne bijzondere
reden voor. Marokko beheerscht
de straat van Gibraltar en kan
daardoor, in de maoht van een krachti-
gen mededinger van Engeland, een voet
angel of klem voor dit land op den weg naar
Indië worden. Voor Engeland is het dus een
zeer begeerlijk gebied. Frankrijk droomt
van een groot en sterk rijk op Afrika's
noordkust. Algiers en Tunis, aangevuld
met Marokko en Tripolis, zou dien droom
tot werkelijkheid maken.
Spanje is, als naastliggend land, ten
zeerste bij de marokkaansche aangele
genheden betrokken.
Het staat te vreezen, dat wij thans
aan den vooravond van een algemeenen
opstand in het rijk van Abd-ul-Asis
staan, en in dat geval zullen genoemde
belanghebbende rijken spoedig een woord
je medespreken. Reeds lang zijn de
Kabylen, de bewoners van het Rif, on
rustig. Door hunnen zeeroof hebben ze
tot ernstige klachten bij den sultan aanlei
ding gegeven.Deze heeft thans, na herhaal
de vertoogen, een leger tegen hen afgezon
den, doch het is gebleken, dat hij de macht
zijner roofzieke onderdanen heeft onder
schat. Het leger van zevenduizend man
is geheel door de Kabylen vernietigd.
Deze zware nederlaag zal niet zonder
gevolgen zijn. De troon van den
marokkaanschen sultan staat reeds,
als het rustig heet in zijn rijk,
zeer wankel, zoodat hij zulk een krach-
tigen stoot niet kan verdragen. Als de
algemeene opstand tegen Abd-ul-Asis
losbreekt, is het hoogstwaarschijnlijk
gedaan met de regeering van dezen vorst.
Wanneer wij in zuidelijke richting uit
het land der Mooren door de Sahara-
woestijn naar de belangrijke stad Tim-
boektoe reizen, om daarna den goudrij
ken Niger af te zakken, dan vinden wij
ten westen van zijn benedenloop, tus
schen de golf van Guinea in het Kong-
gebergte, eene landstreek, waar Duitschers
en Franschen in het tweede tijdperk der
koloniale historie leefden Na eene con
ferentie van acht weken is het thans
aan de afgevaardigden van beide rijken
gelukt, de grondslagen eener grensrege
ling vast te stellen.
Het gesloten verdrag, nader bekend
onder den naam van Togo-conferentie,
is feitelijk slechts eene bladzijde uit het
werkde strijd om Afrika.
Togo, eene duitsche kolonie aan de
kust van Guinea, wedijvert met het wes
telijk gelegen engelscbe gebied der
Goudkust en het oostelijk gelegen fran-
sche Dahome, om het binnenland ten
noorden dier bezittingen. Tot het mid
den van 1894 werd op het
achterland van dit gebied door
niemand aanspraak gemaakt. Het ee
nige verdrag, waarbij deze streek van
Afrika betrokken was, dagteekende van
5 Augustus 1890 en was tusschen En
geland en Frankrijk geslotenhet be
trof echter slechts het gebied ten oosten
van den Niger. Bij die overeenkomst
werd de grens getrokken tusschen de
sfeer van invloed van Frankrijk en En
geland, te rekenen van Say aan
den Niger, tot Barroea aan het
Tsadd-meer. In het najaar van 1894
vertrokken expedities van de kust naar
het noorden van den engelschen kant
de mulat Yergusson, die „in gemeen
schappelijke opdracht* van Duitschland
en Engeland moest handelen, maar in
het onzijdige gebied van Salaga de en-
gelsche vlag heesch.
De Duitscher dr. Gruner trok toen
uit Togo-land naar het noorden, na die
vlag te Salaga neergehaald te hebben.
Uit Dahome waren een paar maanden
te voren Binger, Decoeur en Toutée
naar het binnenland vertrokken. Tus
schen de expedities van Decoeur en
Gruner ontstond toen een formeele
wedloop. De gesloten traktaten met de
inboorlingen gaven natuurlijk tot vele
gesqjiillen aanleiding, waaraan door de
Togo-conferentie thans een einde is ge
maakt.
Niet zoo gemakkelijk schijnt de twist
beslecht te zullen worden, die tusschen
Japan en de Vereenigde Staten om
Hawaï is ontstaan, Japan is sedert den
oorlog met China 6ene mogendheid van
|den eersten rang geworden, die, zich zij-
jner kracht bewust, een woordje mee be
gint te spreken in de internationale kwes
ties. Nu zijn de belangen van Japan op en
bij de Sandwicheilanden velen. Duizen
den Japanneezen zijn op Hawaï geves
tigd een groot deel van den handel is
in handen van Japaneen versterkt
Hawaï als station van eene oorlogsvloot
wordt voor het oost-aziatische eilan
denrijk een gevaarlijke nabuur deze en
meer andere punten van economischen
of politieken aard hebben van die zijde
een ernstig protest tegen de annexatie
te Washington uitgelokt.
De toon van dit protest moet zoo
ernstig zijn en in die mate Uncle Sam
hebben geprikkeld, dat hij bij monde
van de Herald, die in deze gevolgd wordt
door eene troep keffende jonge hondjes,
Japan op een dreigenden toon de les
leest. Of de opgeschroefde artikels veel
invloed te Tokio zullen uitoefenen, be
twijfelen wij. Japan weet, dat het ter
zee de meerdere is van de Yereenigde
Staten, zoodat, wanneer de nood aan
den man kwam, de amerikaansche kust
steden en de amerikaansche
handel meer te lijden zouden heb
ben, dan die van het rijk vaa den
Mikado. Om op alle gebeurtenissen be
dacht te zijn, zoekt Japan thans toena
dering bij Spanje. Een japansch
gezant heeft het spaansche hof,
dat tijdelijk te Sint Sebastiaan vertoeft,
bezocht om, zeggen de amerikaansche
bladen, van gedachten te wisselen over
de houding der Yereenigde Staten in
de Hawaï- en in de Cuba-kwestie.
Behalve van eene toenadering tusschen
Spanje en Japan, is er ook sprake van
eene overeenkomst tusschen Turkije en
Roemenië.
De Frankf. Ztg. meldt, dat te Jildiz-
Kiosk tusschen Turkije en Roemenië een
verdrag is gesloten, dat ten doel heeft,
militaire maatregelen te nemen tegen
mogelijke plannen van Bulgarije. Koning
Carel verbindt zich, Turkije militairen
bijstand te verleenen en ontvangt in ruil
daarvoor van den Sultan concessies, die
voorloopig nog geheim worden gehou
den, doch spoedig bekend zullen zijn.
Maandag zou het voorloopig verdrag
gesloten en geteekend zijn. De Sultan
ontving toen den roemeenschen gezant
gedurende anderhalf uur in audiëntie
en verleende hem het grootkruis van de
Osmanich-orde. De gezanten der beide
landen zullen in de volgende week eene
samenkomst hebben voor de uitwisseling
der definitieve acten. Een der eu-
ropeesche mogendheden moet in
deze zaak betrokken zijn, waar
mee dan Duitschland wordt bedoeld.
Zeker is het, dat het tusschen Duitsch
land en Turkije tegenwoordig botertje
tot den bodem is. De Sultan laat geen
gelegenheid voorbijgaan, om zijne inge
nomenheid met keizer Wilhelm en zijne
onderdanen ten toon te spreiden. Nu
weer heeft Abd-ul-Hamid een bedrag
van 50 0 pond aan den duitschen gezant
Frhr. Saurma v.d. Jeltsch ter hand gesteld
voor de nagelaten betrekkingen der beman
ning van het stoomschip Reinbeck. On
derhandelingen worden te Dantzig ge
voerd tot aankoop van eenige oorlogs
schepen voor de turksche marine.
Kleinigheden onderhouden de vriend
schap, zal de beheerscher aller geloovigen
denken, doch of die vriendschap van
groot gewicht in de vredesonderhande
lingen is, valt te betwijfelen. Officiëel
toch sluit Duitschland zich bij de mo
gendheden aan, die Z. M. op zijn per
soonlijk telegram hebben geraden, de
voorwaarden der gezanten ten spoedigste
aan te nemen. Het telegram van keizer
Franz Joseph, gevolgd door dat der overige
regeeringen, laat aan duidelijkheid niets
te wenBchen over.
De keizer der oostenrijk—hongaarsche
monarchie seinde
„Mijn oprechte en loyale vriendschap
voor Uwe Majesteit, een vriendschap,
waarop ze zich terecht beroept, dringt
mij, zoowel in het belang van Uwe Ma
jesteit als in dat van het Ottomaansche
Rijk, Haar den raad te geven, vrede
met Griekenland te sluiten op de grond
slagen, die eenstemmig door de gezanten
der mogendheden te Konsiantinopel zijn
voorgesteld,
„De grenslijn, voorgesteld door de ver
eenigde militaire attachés, beantwoordt
geheel aan het beginsel der strategische
grensregeling, van den beginne af door
Uwe Majesteit aangenomen en vormt
met de andere vredesvoorwaarden het
maximum der concessies, die door het
concert der groote mogendheden toelaat
baar worden geacht.
„De mogendheden, vast en aaneengeslo
ten, willen voor alles een toestand in 't
leven roepen, die aan Europa hechte
waarborgen van vrede en rust aanbiedt.
„Ik bidde diensvolgens Uwe Majesteit'
mijne raadgevingen in ernstige overwe
ging te nemen en ik neem deze gele.
genheid te baat, om Haar opnieuw de
verzekering te geven van mijne gevoelens
van hoogachting en hechte vriendschap
De diplomatie sluipt evenwel
soms langs zulke donkere kronkelwegen
dat in 't geheim door dit of dat land
wel een geheel andere raad gegeven kan
worden, dan officiëel wordt openbaar
gemaakt.
(Niet geplaatste ingezonden stukken
worden nimmer teruggegeven
Mijnheer de Redacteur
Als het den boer goedgaat, gaat het
iedereen goed." Zoo zegt men en
zoo zei ook mijn vader, toen ik als elf
jarige jongen bij een boer in dienst was
genomen voor 4 centen in het uur, nlus een
„koppiestikT) En, zei hij 'er b?
„'tzal van jou voor een deel afban-'
„gen, of het den boer goedgaat. Wan-
„neer jij het onkruid laat staan en
„het graan, of de kool, of de uien om-
„haalt, gaat het je baas vast niet goed
„maar: je moet ook niet denken, dat
„jij daar voordeel van hebt, mijn jon-
»ge° I"
Ik ben gaan wieden voor die 4
centen in het uur met 12 urigen ar
beidsdag, heb altijd gedaan, alsof het
belang van mijn baas het mijne was
en ik was tegelijk overtuigd, dat deze
zich ook voor mij interesseerde.
De tijden zijn veranderd en ook
de omstandigheden, waarin ik verkeer
de, doch de idéé, dat de welvaart van
allen nauw samenhangt met de wel
vaart van den boer is mij altijd bij
gebleven.
Nadat ik jaren lang had gewied,
gezaaid, gespit en gemaaid, heeft men
gemeend, dat ik ook voor iets anders
zou kunnen dienen en, ik kreeg eene
betrekking, die mij gelegenheid gaf, uit
de oogen te zien, en tijd liet om te kunnen
letten op de dingen, die om mij heen
gebeurden, tijd ook om nog iets an
ders te doen. In vereeniging met an
deren werd ik kaashandelaar. Begrij
pende, dat in dit artikel een binnen-
landsch debiet alléén niet loonend kon
zijn, trachtten wij ook afzet te vinden
in Duitschland. Een expediteur werd
gevonden te Oldenzaal, een agent in
Duitschland, en de geschiedenis kon be
ginnen.
Het bleek ons bij de eerste zending,
dat echter een 4-ponds kaasje niet over
de grenzen kwam, wanneer niet 24 cents
werd geofferd aan de Duitsche schat
kist. Onze kaas moest dus 24 cents per
stuk hooger worden verkocht, dan de
kaas van Duitsch maaksel, als dié van
gelijke kwaliteit was. Deze omstandig
heid belette grooten afzet en was oor
zaak, dat wij de Duitsche verzending
staakten. Dit gebeurde in 1884. Ik was
tegelijkertijd boekhouder van eene ver
eeniging, die zich ten doel steldever
voer in samenlading van aardappelen
enz., naar de grootste markten van ons
land, met name naar Amsterdam.
Dit zou iets zijn, meende de kleine
verbouwer en ik dacht het ook. Maar
„de bouwertjes en hun boekhouder wik
ten, de Duitschers beschikten." DeAm-
sferdamsche markt werd letterlijk over
stroomd met Duitsche aardappelen, die
vrank en vrij binnenkwamen en voor
minder geld konden worden
aangevoerd dan onze producten, die
langs ondiepe vaarten en door onmoge
lijke sluizen de Metropolis moesten be-
reiken
Toen er aan denkende, hoe aan
den eenen kant gedrukt werd de boer
kaasmaker en aan den anderen kan
de aardappelenverbouwer *oen,T
ik „dat kunt gij niet volhouden, Neder
land, want„het gaat den hoer me
goed"
Het is ook zoo geloopen wij hebben
het niet kunnen volhouden.
De eene boer na den anderen ging o*
ver den kop, het loon van den arbei
der verminderde, de werkloosheid werd
grooter, bedrijven en neringen op
het platteland kwijnden en de ambachts
man zocht een 'goed heenkomen elders.
Neen, het ging en het gaat den hoer
niet goed
Hoe kan het beter worden Mij
dunkt, eene regeering van Rijk en Pr°*
vincie, die voor een goed deel uit boeren
bestond, zou de middelen wel weten te
vinden, die moesten worden aangewend,
om het platteland te bewaren voor al
geheel verval. Zoo'n regeering zoU
misschien niet (voor den handel, die toch
in Amsterdam niet bloeien wil) een
kostbare sluis hebben doen bouwen, toen
er één schip vóórkwam, dat 4 voet te