ingezonden" Politiek overzicht Ier treek. Wieringen. Anna Paulowna, 15 Juli '97. Buitenlandscli Nieuws. geschiktst, hetgeen bleek uit de missives, door verschillende autoriteiten ingezonden. Tot stemming overgaande, werd met alge- meene stemmen benoemd Mej. M. J. Hese, geb. Fisser. 8e. Wordt aangeboden het suppletoir Kohier van den H. O., dienst 1897, waarop 17 belastingplichtigen voorkomen, en het suppletoir Kohier voor de belas ting op de honden. Beiden worden nauw keurig nagegaan en met algem. stemmen goedgekeurd. 9e. Wordt door den Voorzitter aangeboden de Bekening van de Gemeente Wieringen over 1896, welke gedurende 14 dagen ter secretarie ter inzage had gelegen en door de commissie, door den raad benoemd, was nagezien. Voorzitter verzoekt der commis sie, haar onderzoek aan den raad bekend te maken. De heer P. lijsen zoude zulks gaarne in gesloten vergadering willen be handelen. Aldns geschiedt. Bij heropening brengt de voorzitter zijn hartelijken dank nit aan de commissie van onderzoek, en wordt de rekening vastge steld met eene ontvangst van f 28207.50 en eene uitgaaf van f 18430.70. Vervolgens wordt door den voorzitter de gewone rondvraag gedaan. Da heer Mostert geeft in overwegiog, om op de eigendommen der gemeente in de Leg een welput te maken. (Dit voorstel was al reeds een paar maal door spr. gedaan). De veehouders, welke in het najaar hun vee op de akkers weidden, moesten het wa ter voor hnnne beesten per kar medene- men, hetgeen zeer moeilijk was. De heer Kuut zegt, dat het water aan de Leg altijd brak is en betwijfelt het, of daar wel een goede put te krijgen zal zijn. De heer J. lijsen zegt, dat het toch geprobeerd kan worden en gaat het niet, dan den put maar weer dempen. De kosten zullen niet zoo heel veel bedrageD. Na eenige woordenwisseling wordt be sloten, om op het voorstel van den heer Mos tert in te gaan. Niets meer te behandelen zijude, sluit de voorzitter de vergadering. J. 1. zaterdag werd door den visscher Klaverten N. W. van het eiland Texel, ongeveer 3 mijlen van het strand, gevonden eene kegelvormige flesch, waarin zich be vond eene briefkaart, waarop het volgende in het Engelsch vermeld stond 81. In het belang van wetenschappe lijk onderzoek naar de stroomiugen op 81... Hij, die deze vindt, wordt dringend ver zocht, den datum en de plaats te schrijven met volledige bijzonderheden in de open ruimte hieronder, en om de postaaart in de naaste brievenbus te steken, No, 81. Plaats waar gevonden Datum Naam van den vinderHet adres voorzien van een engelsshe postzegel, was als volgtDen Directeur van het Biolo gisch Marine-Ltboratoriam, Citadel—Hill Plymouth. Bij het openen der flesch was er een weinig vocht in, doch de brieftaart was duidelijk leesbaar en is van het hulppost- kantoor Hippoly'ushoef alhier verzonden. Bijde j. 1. dinsdag gehou- den stemming voor twee leden van den gemeenteraad te Oudo Ni0dorp, we gens periodiek aftreden van de heeren Koemeester ea Strijbiswerden 167 geldige biljetten ingeleverd, waarvan op den heer Strijbis 145, C. Hille 90 en J. Ligthart 79 stemmen, zoodat gekozen zijn de hee ren A. Strijbis en C. Hille. Met een klein aantal leden vergaderde gisterenavond de Liberale Kiesvereeuiging Algemeen Belang*, in zake de herstem ming voor een lid der Provinciale Staten. De voorzitter deed namens het bestuur het voorstel om, getrouw big rende aan het beginsel, de cacdidatuur te steunen van den heer L. V. d. Vijzel. Dit voor stel werd ondersteuud door den heer C. Prins en met algemeene stemmen aange nomen. Na eenige huishoudelijke berpre- kingen werd de vergadering gesloten. De gemeenteraad te Heer Hugowaard heeft tot Hoofd der school no. 2 benoemd den heer J). Ijalsma, onderwijzer te H e 1 d e r, no. 1 der voordracht. Voor de verkiezing van twee leden van den gemeenteraad te Heer Hugowaard zijn 472 stemmen uitgebracht. Herkozen zijn de heeren P. Wonder As., met 804, en I). de Boer, met 249 stemmen. De heer K. Kieft, (R. C.), bekwam 208 stemmen. Te DODE WAARD is b ij een twist tus8cben een op da Waal liggend schipper en zijn knecht, deze laatste te water geraakt en verdronken. Zijn lijk is nog niet gevondeD. Het Ministerie. In welingelichte kringen wordt, naar Hel Vad. meldt, thans verzekerd, dat het tegenwoordige Kabinet, onder leiding van den heer Rödl), aan het bewind zri blij- veD, maar dat voor enkele portefeuilles andere titularissen worden gezocht. Men spreekt van de vervanging der ministers van binnenlandsche zaken, van marine, waarschijnlijk ook van waterstaat. In eene vergadering der Radicale Vereeniging in district IX te AMSTERDAM is tot caudidaat voor het lidmaatschap der Tweede Kamer gesteld de heer mr. A, Kerdijk. Dond erdagj. 1. las men in een der locale bladen, dat dit jaar te KOLHOKN geen schoolfeest zou plaats hebben. Minstons genomen, was dit bericht voorbarig. Het colle ge, dat in deze gewoonlijk het initiatief neomt, heeft nog geon besluit kunnen no men, aangezien de zaak nog volstrekt niet in behandeling is geweest. Gestikt van het lachen Zondag was er een feestje bij een der bewoners van de Utrechtschedwarsstraat te AMSTERDAM. Men was vroolijk en prettig gestemd en vooral een paar voor drachten vielen zeer in den smaak. Een der aanwezige vrouwen kreeg echter zulk eene hevige lachbui, dat zij overleed. Aangaande deu brand te POEDEROIJEN schrijft men nader De brand begon omtrent half ééu 's middags, duor onbekende oorzaak, in het tweede huis aan de oostzijde van de kom van het dorp, Deze bestaat nit huizen ter weerszijden van den Maasdijk op kleine afstanden van elkander staande en soms door een boomgaardje gescheiden. Die Maasdijk loopt van het Oosten naar het Westen en er woei een flinke oostenwind, die het vnur dadelijk het dorp indreef. De groote droogte van de meestal rieten daken, de ontzaglijke massa's hooi, in en bij de huizen opgestapeld, want de hooibouw was bijna geëindigd deden ieder spoedig inzien, dat eene groote ramp het dorp zou treffen. Aan blusschen of stniten van het vunr viol niet te denken en tot zoover de Maasdijk eene andere richting aanneemt, was weldra alles vunr en rook, 't Was bijna tevergeefs, dat de brandspuiten uit bijna alle omliggende dorpen kwamen helpen. Zestien, meestal boerenhuizen, de Ned. Herv. kerk met *oreo, acht gevulde hooibergen, vele schuren en hooimijten zijn afgebrand. Da pastorie, de openbare school, de onderwijzerswoning, eene bak kerij en eene boerderij bleven, ofsehoon door het vaur gehavend, gespaard. Van de inboedels is niet veel gered. Twee varkens zijn verbrand. De schade is zeer groot en veel, vooral hooi, is ver- loren, wat niet verzekerd was. Ook aan fruitboomen, die verschroeid zijn, is aanmer kelijke schade. Vier-en-dertig jaar geleden werd onge veer hetzelfde gedeelte van het dorp in asch gelegd. Men schrijft ait 's-HER- TOGENBOSCH De uitslag der stemming voor 9 leden van den gemeenteraad is een groot sncces voor de Vooruitstrevende," eene teleurstelling voor de katholieke kiesver- eeniging, Onder de aftredende leden behoorde de heer M. van den Bergh. Op hem had de katholieke kiesvereeniging hare pijlen gericht. Van den Bergh is een groot industrieel op zijne machinale schoenenfabriek vinden geregeld 250 menschen werkhet is een humaan man, bezadigd io al zijne handelingen, bereid een iedsr, waar hij kan, ten dienste te zijn. Maar Van den Bergh is een Israëliet en daarom moest hij, naar de meeniug van eenige drijvers, vallen. De bevolking van 's-Hertogenbosch dacht er echter anders over. Reeds dade lijk na de candidaatstelling werd alge meen, ook door katholieken van onver dacht gehalte, in afkeurenden zin gespro ken over de pogiugen, om eea man als Van den Bergh te doen vallen. En de uitslag der stemming is inderdaad be schamend voor hen, die dit plan ontwor pen hadden. Van den Bergh is gekozen, niet in één maar in ieder van de drie districten, waarin de stad is verdeeld. De teleurstelling voor de katholieke kiesver eeuiging is te grooter, omdat de drie-dub bele verkiezing van Van den Bergh ten gevolge heeft, dat mr. J. Loeff, een harer eminentsle leden, zijn zetel in den Raad heeft verloren en dat een oud-lid der ka tholieke partij, de heer Sweens, het niet verder heeft kunnen brengen, dan tot eene herstemming met zijn geestverwant G. F. van Garve. Voorts zal nog eene herstemming moe ten plaats hebben tusschen de heeren B. Hoogenboom, hoofd-ingenieur van den Rijkswaterstaat, en Er. Hoeaselaars. Een gezelschap, bestaan de uit Engelscheu er. Nederlanders, gaal ter zeebondenjacht met het geweer op de Groninger Wadden. Een blazer brengt hen zeewaarts. Het voornemen bestaat, het schip voor dit doel tegen den volgen den zomer van stoom vermogen te voor zien. Een brutale rijwieldief. Men schrijft uit AMSTERDAM De conciërge van een onzer hoogere burgerscholen is het onschuldig slachtoffer van een brutalen dief. Des concierge's kinderen behooren tot de beoefenaars der rijwielsport, waarvan zij zich echter sedert kort moeten spenen, aangezien de familie ontlast is van twee der drie rijwielen, welke zij eenmaal heeft bezeten. Des middags om 4 uur, dus by klaar lichten dag, verschaft een slungel zich met een valschen sleutel toegaDg tot de woning van den conciërge, ontvoert uit den gang een rijwiel, dat buiten dooreen handlanger bestegen wordt, en blijft daarna kalmpjes voor het huis op en neder slen teren. De coucierge komt buiten en beschul digt den knaap van den pas bedreven diefstal. Hij ontkent natuurlijk, er is trou wens geen rijwiel meer te zien. „Eu je bent toch in mijn huis ge weest „Wel neen 1" ,E-i ik zelf zie je er daareven nitgaan met het wiel „Dat lieg je 1" De jongen laat zich zonder eeoig ver zit inrekenen en voor den rechter bren gen, die hem echter wegens gebrek aan bewijs moet vrijDten. Eenige dagen later maakt de dief op nieuw van den sleutel gebruik, die op de voordeur van de woning van den conciërge past en eigent zich het tweede rijwiel toe. Weder wordt hij voor den rechter ge bracht en weder wegens gebrek aan bewijs van rechtsvervolging ontslagen, hoewel eeu straatjongen kon getuigen, dat hij deu dief een sleutel in het slot der deur had zien steken. Verstoord over de nultelooze dagvaar dingen, welke de bestolen conciërge hem bezorgd had, heeft nu de 'orntale jongen bij den coDcierge aangebeld, dien heer te spreken gevraagd en hem toegevoegd ,Ik zal jou onthouden ik waag er vijf jaar aan, hoor!* Den officier van justitie heeft bij een brief geschreven, waarin hij dringend ver zoekt, hem den sleutel en een breekijzer, hem bij gelegenheid zijner arrestatie ont nomen, terug te bezorgen. In de koloniale geschiedenis van vele cultuurvolken nemen wij meermalen drie gewichtige tijdperken waarde periode, waarin men tracht, vasten voet in het begeerde gebied te krijgen, daarop volgt dan de politieke strijd met den een of anderen mededinger, en ten slotte volgen dan maar al te vaak de jaren van woe ling en strijd, waarin de bevolking van het met moeite verkregen gebied hare zelfstandigheid poogt te herwinnen. Eene schoone gelegenheid, om zich in een laad zekere rechten te verzekeren, die dan later weer het uitgangspunt van verdere plannen kunnen worden, biedt het land, waarin binnenlandsche onlus ten heerschen. Wie een hond wil slaan, vindt wel een stok, zegt een spreek woord, en zoo is het ook hier. Schen ding van traktaten door de oproerlingen, het vergrijpen aan den eigendom van vreemdelingen, het wederrechtelijk ver bannen of gevangen zetten van ver dachte, onder bescherming van dit of dat land staande personen, schending der grenzen en nog zoovele andere da den zijn stokken, die gaarne worden aangegrepen, om het doel te bereiken. Reeds lang reikhalzen Spanje, Frankrijk en Engeland naar het oogenblik, om Ma rokko geheel of gedeeltelijk in te pal men, of, zoo de greep in eens te groot blijkt te zijn, als beschermheer van het land op te treden. Elk dezer lan den heeft daar zoo zijne bijzondere reden voor. Marokko beheerscht de straat van Gibraltar en kan daardoor, in de maoht van een krachti- gen mededinger van Engeland, een voet angel of klem voor dit land op den weg naar Indië worden. Voor Engeland is het dus een zeer begeerlijk gebied. Frankrijk droomt van een groot en sterk rijk op Afrika's noordkust. Algiers en Tunis, aangevuld met Marokko en Tripolis, zou dien droom tot werkelijkheid maken. Spanje is, als naastliggend land, ten zeerste bij de marokkaansche aangele genheden betrokken. Het staat te vreezen, dat wij thans aan den vooravond van een algemeenen opstand in het rijk van Abd-ul-Asis staan, en in dat geval zullen genoemde belanghebbende rijken spoedig een woord je medespreken. Reeds lang zijn de Kabylen, de bewoners van het Rif, on rustig. Door hunnen zeeroof hebben ze tot ernstige klachten bij den sultan aanlei ding gegeven.Deze heeft thans, na herhaal de vertoogen, een leger tegen hen afgezon den, doch het is gebleken, dat hij de macht zijner roofzieke onderdanen heeft onder schat. Het leger van zevenduizend man is geheel door de Kabylen vernietigd. Deze zware nederlaag zal niet zonder gevolgen zijn. De troon van den marokkaanschen sultan staat reeds, als het rustig heet in zijn rijk, zeer wankel, zoodat hij zulk een krach- tigen stoot niet kan verdragen. Als de algemeene opstand tegen Abd-ul-Asis losbreekt, is het hoogstwaarschijnlijk gedaan met de regeering van dezen vorst. Wanneer wij in zuidelijke richting uit het land der Mooren door de Sahara- woestijn naar de belangrijke stad Tim- boektoe reizen, om daarna den goudrij ken Niger af te zakken, dan vinden wij ten westen van zijn benedenloop, tus schen de golf van Guinea in het Kong- gebergte, eene landstreek, waar Duitschers en Franschen in het tweede tijdperk der koloniale historie leefden Na eene con ferentie van acht weken is het thans aan de afgevaardigden van beide rijken gelukt, de grondslagen eener grensrege ling vast te stellen. Het gesloten verdrag, nader bekend onder den naam van Togo-conferentie, is feitelijk slechts eene bladzijde uit het werkde strijd om Afrika. Togo, eene duitsche kolonie aan de kust van Guinea, wedijvert met het wes telijk gelegen engelscbe gebied der Goudkust en het oostelijk gelegen fran- sche Dahome, om het binnenland ten noorden dier bezittingen. Tot het mid den van 1894 werd op het achterland van dit gebied door niemand aanspraak gemaakt. Het ee nige verdrag, waarbij deze streek van Afrika betrokken was, dagteekende van 5 Augustus 1890 en was tusschen En geland en Frankrijk geslotenhet be trof echter slechts het gebied ten oosten van den Niger. Bij die overeenkomst werd de grens getrokken tusschen de sfeer van invloed van Frankrijk en En geland, te rekenen van Say aan den Niger, tot Barroea aan het Tsadd-meer. In het najaar van 1894 vertrokken expedities van de kust naar het noorden van den engelschen kant de mulat Yergusson, die „in gemeen schappelijke opdracht* van Duitschland en Engeland moest handelen, maar in het onzijdige gebied van Salaga de en- gelsche vlag heesch. De Duitscher dr. Gruner trok toen uit Togo-land naar het noorden, na die vlag te Salaga neergehaald te hebben. Uit Dahome waren een paar maanden te voren Binger, Decoeur en Toutée naar het binnenland vertrokken. Tus schen de expedities van Decoeur en Gruner ontstond toen een formeele wedloop. De gesloten traktaten met de inboorlingen gaven natuurlijk tot vele gesqjiillen aanleiding, waaraan door de Togo-conferentie thans een einde is ge maakt. Niet zoo gemakkelijk schijnt de twist beslecht te zullen worden, die tusschen Japan en de Vereenigde Staten om Hawaï is ontstaan, Japan is sedert den oorlog met China 6ene mogendheid van |den eersten rang geworden, die, zich zij- jner kracht bewust, een woordje mee be gint te spreken in de internationale kwes ties. Nu zijn de belangen van Japan op en bij de Sandwicheilanden velen. Duizen den Japanneezen zijn op Hawaï geves tigd een groot deel van den handel is in handen van Japaneen versterkt Hawaï als station van eene oorlogsvloot wordt voor het oost-aziatische eilan denrijk een gevaarlijke nabuur deze en meer andere punten van economischen of politieken aard hebben van die zijde een ernstig protest tegen de annexatie te Washington uitgelokt. De toon van dit protest moet zoo ernstig zijn en in die mate Uncle Sam hebben geprikkeld, dat hij bij monde van de Herald, die in deze gevolgd wordt door eene troep keffende jonge hondjes, Japan op een dreigenden toon de les leest. Of de opgeschroefde artikels veel invloed te Tokio zullen uitoefenen, be twijfelen wij. Japan weet, dat het ter zee de meerdere is van de Yereenigde Staten, zoodat, wanneer de nood aan den man kwam, de amerikaansche kust steden en de amerikaansche handel meer te lijden zouden heb ben, dan die van het rijk vaa den Mikado. Om op alle gebeurtenissen be dacht te zijn, zoekt Japan thans toena dering bij Spanje. Een japansch gezant heeft het spaansche hof, dat tijdelijk te Sint Sebastiaan vertoeft, bezocht om, zeggen de amerikaansche bladen, van gedachten te wisselen over de houding der Yereenigde Staten in de Hawaï- en in de Cuba-kwestie. Behalve van eene toenadering tusschen Spanje en Japan, is er ook sprake van eene overeenkomst tusschen Turkije en Roemenië. De Frankf. Ztg. meldt, dat te Jildiz- Kiosk tusschen Turkije en Roemenië een verdrag is gesloten, dat ten doel heeft, militaire maatregelen te nemen tegen mogelijke plannen van Bulgarije. Koning Carel verbindt zich, Turkije militairen bijstand te verleenen en ontvangt in ruil daarvoor van den Sultan concessies, die voorloopig nog geheim worden gehou den, doch spoedig bekend zullen zijn. Maandag zou het voorloopig verdrag gesloten en geteekend zijn. De Sultan ontving toen den roemeenschen gezant gedurende anderhalf uur in audiëntie en verleende hem het grootkruis van de Osmanich-orde. De gezanten der beide landen zullen in de volgende week eene samenkomst hebben voor de uitwisseling der definitieve acten. Een der eu- ropeesche mogendheden moet in deze zaak betrokken zijn, waar mee dan Duitschland wordt bedoeld. Zeker is het, dat het tusschen Duitsch land en Turkije tegenwoordig botertje tot den bodem is. De Sultan laat geen gelegenheid voorbijgaan, om zijne inge nomenheid met keizer Wilhelm en zijne onderdanen ten toon te spreiden. Nu weer heeft Abd-ul-Hamid een bedrag van 50 0 pond aan den duitschen gezant Frhr. Saurma v.d. Jeltsch ter hand gesteld voor de nagelaten betrekkingen der beman ning van het stoomschip Reinbeck. On derhandelingen worden te Dantzig ge voerd tot aankoop van eenige oorlogs schepen voor de turksche marine. Kleinigheden onderhouden de vriend schap, zal de beheerscher aller geloovigen denken, doch of die vriendschap van groot gewicht in de vredesonderhande lingen is, valt te betwijfelen. Officiëel toch sluit Duitschland zich bij de mo gendheden aan, die Z. M. op zijn per soonlijk telegram hebben geraden, de voorwaarden der gezanten ten spoedigste aan te nemen. Het telegram van keizer Franz Joseph, gevolgd door dat der overige regeeringen, laat aan duidelijkheid niets te wenBchen over. De keizer der oostenrijk—hongaarsche monarchie seinde „Mijn oprechte en loyale vriendschap voor Uwe Majesteit, een vriendschap, waarop ze zich terecht beroept, dringt mij, zoowel in het belang van Uwe Ma jesteit als in dat van het Ottomaansche Rijk, Haar den raad te geven, vrede met Griekenland te sluiten op de grond slagen, die eenstemmig door de gezanten der mogendheden te Konsiantinopel zijn voorgesteld, „De grenslijn, voorgesteld door de ver eenigde militaire attachés, beantwoordt geheel aan het beginsel der strategische grensregeling, van den beginne af door Uwe Majesteit aangenomen en vormt met de andere vredesvoorwaarden het maximum der concessies, die door het concert der groote mogendheden toelaat baar worden geacht. „De mogendheden, vast en aaneengeslo ten, willen voor alles een toestand in 't leven roepen, die aan Europa hechte waarborgen van vrede en rust aanbiedt. „Ik bidde diensvolgens Uwe Majesteit' mijne raadgevingen in ernstige overwe ging te nemen en ik neem deze gele. genheid te baat, om Haar opnieuw de verzekering te geven van mijne gevoelens van hoogachting en hechte vriendschap De diplomatie sluipt evenwel soms langs zulke donkere kronkelwegen dat in 't geheim door dit of dat land wel een geheel andere raad gegeven kan worden, dan officiëel wordt openbaar gemaakt. (Niet geplaatste ingezonden stukken worden nimmer teruggegeven Mijnheer de Redacteur Als het den boer goedgaat, gaat het iedereen goed." Zoo zegt men en zoo zei ook mijn vader, toen ik als elf jarige jongen bij een boer in dienst was genomen voor 4 centen in het uur, nlus een „koppiestikT) En, zei hij 'er b? „'tzal van jou voor een deel afban-' „gen, of het den boer goedgaat. Wan- „neer jij het onkruid laat staan en „het graan, of de kool, of de uien om- „haalt, gaat het je baas vast niet goed „maar: je moet ook niet denken, dat „jij daar voordeel van hebt, mijn jon- »ge° I" Ik ben gaan wieden voor die 4 centen in het uur met 12 urigen ar beidsdag, heb altijd gedaan, alsof het belang van mijn baas het mijne was en ik was tegelijk overtuigd, dat deze zich ook voor mij interesseerde. De tijden zijn veranderd en ook de omstandigheden, waarin ik verkeer de, doch de idéé, dat de welvaart van allen nauw samenhangt met de wel vaart van den boer is mij altijd bij gebleven. Nadat ik jaren lang had gewied, gezaaid, gespit en gemaaid, heeft men gemeend, dat ik ook voor iets anders zou kunnen dienen en, ik kreeg eene betrekking, die mij gelegenheid gaf, uit de oogen te zien, en tijd liet om te kunnen letten op de dingen, die om mij heen gebeurden, tijd ook om nog iets an ders te doen. In vereeniging met an deren werd ik kaashandelaar. Begrij pende, dat in dit artikel een binnen- landsch debiet alléén niet loonend kon zijn, trachtten wij ook afzet te vinden in Duitschland. Een expediteur werd gevonden te Oldenzaal, een agent in Duitschland, en de geschiedenis kon be ginnen. Het bleek ons bij de eerste zending, dat echter een 4-ponds kaasje niet over de grenzen kwam, wanneer niet 24 cents werd geofferd aan de Duitsche schat kist. Onze kaas moest dus 24 cents per stuk hooger worden verkocht, dan de kaas van Duitsch maaksel, als dié van gelijke kwaliteit was. Deze omstandig heid belette grooten afzet en was oor zaak, dat wij de Duitsche verzending staakten. Dit gebeurde in 1884. Ik was tegelijkertijd boekhouder van eene ver eeniging, die zich ten doel steldever voer in samenlading van aardappelen enz., naar de grootste markten van ons land, met name naar Amsterdam. Dit zou iets zijn, meende de kleine verbouwer en ik dacht het ook. Maar „de bouwertjes en hun boekhouder wik ten, de Duitschers beschikten." DeAm- sferdamsche markt werd letterlijk over stroomd met Duitsche aardappelen, die vrank en vrij binnenkwamen en voor minder geld konden worden aangevoerd dan onze producten, die langs ondiepe vaarten en door onmoge lijke sluizen de Metropolis moesten be- reiken Toen er aan denkende, hoe aan den eenen kant gedrukt werd de boer kaasmaker en aan den anderen kan de aardappelenverbouwer *oen,T ik „dat kunt gij niet volhouden, Neder land, want„het gaat den hoer me goed" Het is ook zoo geloopen wij hebben het niet kunnen volhouden. De eene boer na den anderen ging o* ver den kop, het loon van den arbei der verminderde, de werkloosheid werd grooter, bedrijven en neringen op het platteland kwijnden en de ambachts man zocht een 'goed heenkomen elders. Neen, het ging en het gaat den hoer niet goed Hoe kan het beter worden Mij dunkt, eene regeering van Rijk en Pr°* vincie, die voor een goed deel uit boeren bestond, zou de middelen wel weten te vinden, die moesten worden aangewend, om het platteland te bewaren voor al geheel verval. Zoo'n regeering zoU misschien niet (voor den handel, die toch in Amsterdam niet bloeien wil) een kostbare sluis hebben doen bouwen, toen er één schip vóórkwam, dat 4 voet te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 2