NiÊÖWS- Dwalingen. Zondag 25 Juli 1B97. 41ste Jaargang Ho. 3224 Polei overzicht Ier teek. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Builenlandscli Nieuws. i Almicuth- k Lailliiillii Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTEN TIEN in het eerstuitk0mend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: &CHAOKH1, Laan, It 4. UitgeverP. TRAPMAN. Medewerker J. W I X K E L. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Men heeft aan de vooruitstrevend-li- beralen dezer dagen verweten, dat zij hunne programma's van sociale hervor mingen hebben opgeborgen, om in Van Houten's leuze alleen heil te zoeken. Het heeft wel een eenigszins vreemd aanzien, zulk een verwijt aan te treffen in het Centrumhet blad, dat in nauwe be- trekkiag staat tot dr. Schaepman, die op 5 Mei verkondigde, wel eene christe lijke regeering te willen, maar één prijs daarvoor niet te willen betalende af schaffing der dienstvervanging. Hebben zij, die de dienstvervanging stellen boven eene christelijke regeering, het recht, aan anderen een verwijt ervan te maken, dat zij sociale hervormingen niet koopen wil len tot den prijs van eene clericale over- heersching Waarlijk, het Centrum mocht wel wat meer bedenken, dat, wie in een glazen huis woont, een ander niet met steenen gooien moet. Doch, zoo zou men ons met recht kunnen tegemoet voereneens anders fouten maken uwe gebreken niet goed. Natuurlijk niet. Maar het verwijt, dat men ons doet, berust op eene dwaling, eigenlijk op twee. De eerste be treft de aanleiding tot het aannemen der leuzetegen bescherming en tegen clericalisme. Dat was niet, omdat men aan die leuze de voorkeur gaf boven die der sociale hervormingen, maar om dat mea ertoe genoodzaakt was, tot af wending van een dreigend gevaar. Als iemand bezig is, een huis te bouwen, en er ontstaat brand in het perceel naast het zijne, loopt hij dan niet uit om den brand te helpen blusschen En zal men hem dan verwijten, dat hij liever branden bluscht dan huizen bouwt, en dat het met dat huizenplan eigen lijk geen meenens is geweest Men zou hem wel dwaas achten, als hij den brand liet voortwoeden, die zijn eigen werk in gevaar bracht. En gevaar dreigde ons na de eerste verkiezingen niet alleen door de clericale overheer- sching, die aan onze maatschappelijke en burgerlijke vrijheden afbreuk kon doen maar vooral en meer bepaald voor onze sociale hervormingen. Want als de voorstanders van bescherming gezegevierd hadden, zou het huis af gebrand zijn, dat wij bezig waren te bouwen. Men zou den oeconomisch- zwakkeren een zwaren last te dragen gegeven hebben, om déérdoor de mid delen te erlangen, om hun lot eeniger mate te verbeterenmet andere woordenmen zou hen, wat men voor hen doen wilde, eerst zelf laten betalen, met die eigenaardigheid, dat het meer betalen vast stond, maar de be loofde verbeteringen nog vogels in de lucht waren. Mochten zij, die het waar lijk goed meenen met de minder bevoor rechten, dien brand laten voortwoeden, om aan hun eigen huis voort te bouwen P geloovig, beiden christelijk zijn. Het be toog kenmerkte weer den meester, maar kon daarom des te gemakkelijker een voudige menschen op een dwaalspoor brengen. De grondgedachte komt daarop neêrna de invoering van het christen dom is de maatschappij in deze landen op christelijken grondslag gevestigd door de hervorming is wel de kerkelijke be lijdenis, maar niet de christelijke grond slag der maatschappij gewijzigddit ge schiedde eerst door de groote revolutie op het einde der vorige eeuw, die de souvereiniteit Gods verwierp en de men- schelijke rede ten troon verhief. Tegen die revolutie zijn roomschen en antire volutionairen beiden evenzeer gekant, beiden willen den ouden christelij ken grondslag herstellen, daarom kuDnen, neen, moeten zij samengaan. Wij zullen het historisch onjuiste in deze schets la ten, voor wat het is, en er niet op in gaan hoe het in die eender gebleven christelijke maatschappij voor en na de hervorming met de vrijheid van ge weten stondwij willen eenerzjjds de ongerijmdheid laten rusten, dat alle li beralen als ongeloovigen moeten aangemerkt worden wij willen niet vragen hoe eene roomsche zich eene christelijke maatschappij zou kunueu denken, indien daarin niet aan de Kerk het hoogste gezag wordt toegekendwij willen alleen wijzen op enkele gevolgtrekkin gen, waartoe op dr. Kuyper's eigen stand punt zijne eigen beginselen voeren moeten. De stelling, dat men een bondgenootschap wil van staatspartijen, niet van kerke lijke partijen, sluit in zich, dat men niet met de kerkelijke belijdenis, maar met ieders persoonlijke overtuiging alleen te reke nen heeft. Dit is dan ook geheel in overeenstemming met hetgeen het an tirevolutionaire program dienaangaande bevat. Doch wanneer men nu niet gebonden is aan eenige leer, maar ieder alleen aan zijn eigen geweten, heeft dan niet de overtuiging van eiken positieven christen gelijke waarde Wie is het, die, als men niet eene bepaalde belijde nis tot richtsnoer neemt, zeggen zal dit is de waarheid en dat is de waar heid niet P Dan immers hebben de conscientiën van de volgers van den heer de Savornin Lohman en die van de christelijk-historische kiezers evenveel recht om te getuigen een bondgenoot schap met de roomschen is uit den boo- ze, als dr. Kuyper en de zijnen om daarin de eenig goede gedragslijn te zien P Met andere woordenindien Gij den Staat wilt laten bestieren naar christe lijke beginselen, zooals die zich in ieders eigen consciëntie openbaren, wat dan geeft U het recht, de eenen tot de chris tenen te rekenen, wier beginselen wel invloed mogen uitoefenen en de ande ren niet P En zoo niet uitsluitend de inspraak van ieders consciëntie, maar bepaalde beginselen ol bepaalde punten van staats beleid het criterium uitmaken wat is het dan, dat U met de roomschen vereent, en van Uwe protestantsche me de-christenen scheidt Dus met verwerping van alle christe lijk karakter Dat volgt hieruit in geenen deele, het kan er niet uit volgen. Christelijke beginselen zijn geen uiterlijke dingen, die men aanneem* of terzijde legt naar welgevallen. Daar zij heel de nieuwere beschaving doordrongen hebben, leven zij allerwegen. Doch bovendienals de meerderheid der natie christelijk gezind is en anders kan er van eene chris telijke regeering heel geen sprake zijn dan zal zij christelijke vertegenwoor digers kiezen en zal er christelijk gere geerd worden. Wie zich met dat alge meen christelijk karakter niet tevreden j stelt, moet een meer bijzonder, bepaald christendom verlangen, alzoo een chris- j tendom, dat eene of andere kerkelijke 1 kleur draagt, derhalve met deze of gene kerkelijke belijdenis overeenstemt maar dan ook met andere in strijd is. Dan moet, om de eene kerk of richting ter wille te zijn, de andere dulden, wat in strijd is met haar beginsel, met hare leer, met hare belijdenis. Wil men dus niet, dat de eene kerk of richting de andere overheersche, dan is er inder daad geen plaats voor andere dan staatspartijen, maar dan mogen die staatspartijen zich ook niet laten leiden door specifiek kerkelijke beginselen. Be lijden zij daarentegen de algemeen chris telijke beginselen, die elke kerk, elke richting tot richtsnoer strek ken, nemen zij niet eenige belijdenis, maar alleen ieders eigen consciëntie ten richtsnoer, dan komt men onvermijde lijk tot het christendom boven geloofs verdeeldheid, dat de grondslag is van ons staatswezen, dat voor «ene gemengde bevolking als de nederland- sche alleen passen kan, en dat geluk kig door den uitslag der laatste verkiezin gen opnieuw als grondslag van onze staats inrichting gehandhaafd en bevestigd is. Wie zich daarover verheugen zal Dr. Kuyper, als hij ontwaakt uit den droom, dat hij met eene roomsche „staatspartij" eene „christelijke" regee ring kan grondvesten, die niet „kerke lijk" zijn zou. Maar er is eene tweede dwaling en wel deze dat de t/wiemannen de soci ale hervormingen in den steek zouden laten. Het heeft er even weinig van als dat de man, die zijns buurmans brand gaat blusschen, zijn aangevangen bouw onvoltooid wil laten. En het bewijs ligt voor de hand. Als inderdaad van Hou ten's leuze die der Liberale Unie ver drongen en vervangen had, dan ware er in deze dagen hoegenaamd geen moei lijkheid geweest, om een ministerie of een regeeringsprogram te vormen. Maar dit had juist zooveel bezwaar in, omdat men in regeeringskringen gevoel de, dat er met het streven naar sociale hervormingen ernstig rekening gehouden moest worden. Naast deze dwalingen vertoonde zich eene andere, misschien nog gevaarlijkere. Dr. Kuyper heeft het samengaan van Rome en Dordt op handige wijze willen goed praten, maar ging daarbij uit van eene stelling, die in zichzelve onjuist wasdeze nl., dat het bondgenootschap niet gesloten is tusschen twee kerkelijke, maar tusschen twee staatspartijen, die daarin overeenstemmen, dat zij beiden Als men zich de vraag zoo stelt, dan ziet men de dwaling in de beschouwing van dr. Kuyper dadelijk in dan ont waart men ook, dat het slechts spelen met woorden is, als men van christelij ke staatspartijen spreekt. In haar geheel genomen, is de over wegende meerderheid onzer natie chris telijk. En als zoodanig is er veel, wat als overeenkomstig met de christelijke beginselen, door allen verlangd wordt, en veel, wat allen willen weren veel echter is er ook, waarover verschil van meening bestaat. Het eerste behoort tot het algemeen christelijk karakter der natie, het laatste tot het gebied der verschillende kerken of der onderscheiden richtingen in die kerken. Zal nu de eene kerk de eene richting de andere voor schrijven, wat zij aan te nemen of te verwerpen heeft Als men dat wil, wat krijgt men dan anders dan kerke lijke heerschappij, wat andere dan over wegenden invloed van deze of gene kerk op het Staatsbestuur En wil men dat niet, wat blijft er dan anders over, dan dat de richting van het staatsbestuur zich regele naar de inzichten van de meer derheid der kiezers f De oostersche potentaten zijn onze westersche diplomaten te slim, ziedaar de nuchtere gevolgtrekkingen die wij uit de politieke berichten, die in den loop dezer week tot ons kwamen, maakten. Tervyijl nog maandag de politieke barometer gestadig vooruit ging, kwam woensdag een onverwacht depressie-be richt tot ons. De turksche gemachtig de Tewfikpacha deelde op dien dag den gezanten mede, dat de sultan op de eerst geëischte grenslijn terug kwam, dat de oorlogsschatting, die reeds op 4 millioen turksche ponden, 44 millioen Nederl., was vastgesteld, opnieuw tot 4 '/j millioen moest worden opgevoerd en dat de sultan bij zijn besluit bleef, om de voorrechten, die de onderdanen van koning George in zijn rijk genieten, op te heffen. Daar stonden odzo wakkere diploma ten met den mond vol tanden, met de handen in het haar, en zij wisten niets beters te besluiten, dan om de onder handelingen voor eenige dagen te schorsen. 't Heeft iets van den jongen, die met zijne pet eene musch wil vangen. Stil en hoogst voorzichtig sluipt hij op de kousen naar het begeerde vogeltje, de pet in de hand, om haar aanstonds handig over de musch te werpen. Maar ja wel, op nog slechts een pas afstands vliegt sultan-musch op, om eenige me ters verder weer neer te strijken, alsof hij zeggen wil„pak mij hier maar, als je kunt." En met hoeveel geduld en talent de kleine vogelaar ook opnieuw zijne jacht begint, de uitgeslapen musch is hem telkens te gauw't is een spel letje zonder eind. Wij durven verze keren, dat de sultan over eenige dagen, wellicht heden reeds, zich weer zeer toenaderbaar zal toonen, doch met even veel vertrouwen het definitief einde van den oorlog te profeteeren, durven wij niet aan. Wanneer het bericht van het sluiten van den vrede binnen zeven dagen fijds niet door een tegenbericht is gevolgd, zullen wij er aan beginnen te gelooven. Ook zulk een turksch spelletje wordt •r sedert eenige weken tusschen Frank rijk en China gespeeld. Den 19 Juni deelde de heer Hanotaux in den minis terraad mede, dat met China een ver drag was gesloten, waarbij aan de Fran- schen in Junnan zekere voorrechten wer den verleend. Thans komt uit Peking het bericht, dat de chineesche regeering ontkent, dat zulk een verdrag bestaat. De heer Gerard, fransch gezant in China, heeft den Tsung-li-Jamen het stuk getoond, dat door den heer Hano taux en den gezant van het Hemelsche Rijk te Parijs was geteekend, maar de Tsung-li-Jamen zeide eenvoudig, dat het stuk onecht was en heeft den gezant te Parijs met ontslag gedreigd, wanneer het bleek waar te zijn, dat hij het stuk had geteekend. Het geval is op zijne wijze even las tig als het musschenverschalkingsspel- letje te Konstantinopel. Naast dit poli tiek echec in Peking staat een militair in Afrika. Volgens een telegram van den gou verneur van Afrika's westkust was eene afdeeling cavallerie van Timboektoe vertrokken om een opstand te Haggar te onderdrukken. De afdeeling was evenwel met aan zienlijk verlies teruggeslagen. Zulke nederlagen zijn natuurlijk voor een mi nister heel onpleizierig, vooral in landen als Italië en Frankrijk, waar een minis terieel leven maar al te vaak van het koloniaal succes afhankelijk is. Dat een minister, door rechtstreeksche tegenwer king van zijne ambtgenooten, een been tje gelicht wordt, moet echter nog ver drietiger stemmen. Zooiets ondervond vrijdag j. 1 de hertog van Devonshire, minister van onderwijs in Engeland. Er was in het Hoogerhuis een wets voorstel aan de orde, door genoemden minister ingediend over de verdeeling van fondsen, nagelaten voor onderwijs doeleinden. Deze fondsen werden tot nu toe gebruikt voor de opvoeding van wees meisjes, die op scholen van de engelsche kerk gaan. Het wetsvoorstel had de strekking, dit geld te verdeelen ook onder andere kinderen, en was dus, als men wil, ge- I richt tegen de engelsche Staatskerk. Vandaar dan ook, dat de bisschop van St. Asaph in Wales, in wiens district de bedoelde stichting thuis hoort, zich over dat wetsvoorstel ongerust maakte 1 en bewerkte, dat de aartsbisschop van Canterbury eene motie tot verwerping voorstelde, 't Was evenwel niet alleen het hoofd der engelsche kerk, die een aanval op don hertog van Devon shire deed, ook de premier lord Salisbury hield eene rede tegen het voorstel. Tegen deze macht bleek de voorstel ler niet bestand en het wetsvoorstel werd met 72 tegen 33 stemmen ver worpen. Het schijnt in Engeland eene meer en meer gebruikelijke gewoonte te worden, dat partij- en bondgenooten elkander verloochenen, wanneer dat in hunne kraam te pas komt. Salisbury bestrijdt Devonshire, Chamberlain ver loochent Rhodes, Rhodes werpt de schuld op Jameson. Men schijnt het zich over 't geheel niet erg aan te trekken, want nauwelijks is de vos uit de klem of hij lacht om de onnoozelheid en goedgeloovigheid van het publiek. Rhodes en Jameson zitten thans weer gezellig in Zuid-Airika, om wel licht onder 't genot van een glas ouden port en een echte havana nieuwe goud- veroverings-plannen te smeden. 't Was te wenschen, dat ze besloten, hunnen gouddorst te stillen in Britsch- Columbia, waar, zooals wordt bericht rijke goudaders zjjn en nog worden ontdekt. Daar, in 't hooge noorden van Amerika, waar Gustaaf Aimard ons langs de schilderachtige boorden van de Fra- sersrivier of door de grillige uitloopers van het Rotsgebergte heeft gevoerd, zou voorloopig minder kwaad zijn uit te voeren, dan in de zuid-afrikaansche Staten. Zij, die het om goud en nogmaals meer goud te doen is, vinden daar het land van belofte. De Daily Mail zegt, dat er eiken dag fortuinen worden ge wonnen. Uit twaalf voet ertsgrond zijn 10.000 dollars aan gond verkregen, uit een dertigmaal zoo groot stuk 130.000 pond en daarbij werd enkel de opper vlakte doorzocht. En zoo moet het land mijlen ver in den omtrek zijn. Rhodes en zijne kornuiten zullen, hoe aanlokkelijk dit ook klinkt, het heerlij ke klimaat van Zuid-Afrika niet zoo spoedig tegen den harren winter van Britsch-Columbia verwisselen. De zomer damt hier slechts drie maanden. De goud- houdende grond is twintig voet diep be vroren en moet door middel van reusach tige vuren worden ontdooid. De eerste levensbehoeften zijn in de ze afgelegen streek schaars en duur. Meel doet 240 gld. per zak, biefstuk 12 gld. per pond en de rest naar gelang. De reis er heen is moeilijk en duur. Het is onmogelijk, gedurende het on gunstige jaargetijde de wijk te nemen naar goedkooper en beschaafder streken. Toch trekken er dagelijks tal van Ame rikanen naar toe, wat reeds tot klachten van de zijde van Engelschen en Canadee- zen aanleiding heeft gegeven. 't Is te wenschen, dat het nieuwe arbitra geverdrag tusschen Engeland en de Yoree- nigde Staten maar spoedig tot stand komt, dan kan deze zaak en de robben-quaestie in de Beringszee maar aanstonds door scheidsrechters worden uitgemaakt. Vreemd is h«t, dat de heer Curzon bij de beraadslaging over de begrooting van het departement van buitenlandsche zaken met geen enkel woord over de Ver- eenigde Staten gesproken heeft. Met Korea, Armenië en Kreta is het lijstje vrij onvolledig. De wenk aan Rusland en Japan met betrekking tot Korea is vrij duidelijk. Die luidt „Het voornaamste belang van Enge land in Korea is de handhaving van de onafhankelijkheid, dat Korea niet bij Rusland worde ingelijfd, noch kome on der russisch bestuur en dat de kore- aansche havens niet gemaakt worden tot basis van operaties, die het tegen wicht in het Oosten zouden kunnen ver storen ot eenige mogendheid de maritie me controle geven over de oostereche wateren. De minister zal zeker gedacht hebben zoo nu en dan de tanden eens laten zien, kan een gepasten eerbied uitoefenen. Zeker is het, dat Joris jGoed- bloed in den regel het kind van de re kening is. Dat hebben de Duitschers in Oostenrijk ook bij ondervinding. Zoolang zij ministerieel gezind, en dus alles goedvonden, liep men met schoenen en kousen over hen heen. Noord- en Zuid-Slaven in Bohemen en Stiermarken, drongen hen stap tot stap terug, wisten met behulp van den heer Badeni hier de prioriteit van de duitsche taal te verdringen, elders het duitsche onder wijs te knotten. Nauwelijks echter is de geduldige, meegaande Germaan in een heftigen oppositieman herschapen, of de rollen beginnen te verwisselen. Het slavenisch gymnasium te Cilli in Stiermarken, «aarover zooveel pennen in beweging zijn geweest, welks stichting een der belangrijkste overwinningen der Slaven werd genoemd, zal in Augustus weder opgeheven worden. De Duitschers zijn er in geslaagd, den post voor het gymnasium van de be grooting geschrapt te krijgen. In Bohe men toonen de Tjsechen zich reeds ge neigd, met de Duitschers in onderhande ling over de taalquaestie te willen treden. Deze resultaten, in korten tijd verkre gen, sterken de Duitschers natuurlijk in huu verzet tegen de regeering. Ook de bewijzen van sympathie, wel ke zij uit Duitschland ontvangen, zullen hun kracht geven in den moeilijken strijd. Een machtig bewijs vam instemming is door de duitsche hoogescholen gezon den aan de universiteit te Praag. Op initiatief van Heidelberg is eene verklaring opgesteld, waarin instemming wordt betuigd met de houding der Pra- gcr hoogeschool in den taalstrijd en de overtuiging uitgesproken, dat millioenen nationaalgezinde duitsche burgers een van zin zijn met de Duitschers in Oostenrijk, die voor hunne nationaliteit en hun recht strijden. De betooging is onderteekend door ruim achthonderd van de ongeveer duizend duitsche hoogleeraren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 1