H f r 'I N I 3i B, Da mijne Maar je weet toch wel, dat ik ook getrouwd ben! Knecht: Als je me je dochter niet geeft, en je roodbonte koe, dan neem ik ze. Boer (verschrikt): Wie Knecht: Truitje. Boer (gerustgesteld): O, ik dacht de koe I Een Chineesch tijdschrift-redac teur antwoordde den inzender van een gedicht, dat, naar de gewone beleefde weigeringsformule, „voor onze kolom men minder geschikt* was, met vol gend schrijven „Doorluchtige broeder van de zon en de maanAanschouw uw dienaar, ge knield voor uwe voeten. Ik kus uwer genadigheid's voeten en smeek, dat zij mij wil veroorlooven om te leven en te spreken. Uw geëerd manuscript heeft zich verwaardigd voor mijne ne derige oogen te verschijnen. In verruk king heb ik het gelezen. Bij het gebeen te mijner voorvaderen, nooit heb ik zooveel geest, zooveel gevoel, zooveel verheven gedachten bij een auteur aangetroffen. Met vreeze en beven zend ik u het geschrift weer terug. Indien ik het kleinood, dat gij mij toevertrouwd hebt, zou openbaar ma ken, dan zou de Keizer terstond beve len,dat ik dit als maatstaf zou aan leggen aan alle andere bijdragen en niets meer in mijne kolommen mocht opnemen, dan wat uw gedicht even aart. Te goed wetende, dat het in tien duizend jaar onmogelijk zou zijn iets te vinden, dat uwe verzen op zijde streeft, geef ik er de voorkeur aan, uw bijdragen terug te zenden. Tienduizend maal smeek ik u vergiffenis. Zie, mijn hoofd ligt aan uwe voeten. Doe, zooals gij wilt. Binnenlandsch Nieuws. Het weder. PLAATSELIJK NIEUWS. corpulent. Toen *ïj het ontzettend rumoer en het gelach hoorde, weigerde zij bepaald, om op te treden. Zij was woedend en be- weerde, dat de heele zaak afgesproken K' spel was. Noch beloften, noch bedreigin gen konden hier baten, de signora bleef standvavtig. Het gordijn moest vallen, y» en de toeschouwers konden naar hois gaan. s. Natuarlijk verliet ook de doodelijk belee- digde heldin den schouwburg, om er nooit weer in te komen. di -n ken scheepsramp. De heer A, Muider Jz., derde officier di b!J de K°DintlÜke Pakketvaart-Maatschap- y{ pij schrijft het volgende aan de Feend. Ct Zaterdagmorgen 19 Juni, plm. half zes, >do£aren de oppenden van het s.s. Reijnst, 'wicht're'8 7au ®alaT'a naar Deli, ooggetuige een kartyerscheorend schouwspel. 1'-*!«>gi r? avon(^8 V8n 18 Juni was de Reijnst ln?aPoer gepasseerd ea zette kort daar- 1 "a koer8 hij langs de knst van Malakka. Het was den geheelen nacht zeer goed weer geweest, en tegen 4 uur in den morgen werd de lucht W.Z.W. dreigend. Kort daarna brak een zware atorm, ge- 9 paai ei met dichten regen, los. 'Tegen onge veer halfzes, toen de dageraad aanbrak, bi»bemerkte de 2e officier aan bakboord vooruit iets bijzonders. Dichter brgeko- i« "C1®11! outwaarde hij duidelijk hoofden van menschen, die even boven het water uit staken. Onmiddellijk werd de commandant gewaarschuwd, en alles werd gereed gemaakt tot redding van een kolossaal aantal men- schenlevens. De Reijnst bevond zich weldra te mid den van eea verschrikkelijk tooneel. Het schip bewoog zich als het ware voort door menschen, lijken, kisten en pakkeD. Men kon zijne oogen bijna niet gelooven. Het schouwspel was des te vreemder, daar aan ^en gehaelftn horizon geen ander schip was te zieu dan ons schip, waarom men op de ReijnBt sterk in de verbeelding was, dat de ongeiukkigeo, passagiers wa ren van de Reijust zelve, die, hetzij door eene hooge zee, hetzij door eene harde windvlaag, in het water waren te recht gekomen, De Reijnst had toch een kleine 300 passagiers aan boord. Onmiddel lijk gingen alle handen aan het werk om de ongelukkigen op te haler, aan touwen en stokken. De 2e officier, genaamd Teens- ma, van Schiermonnikoog, ging met de giek uit en smaakte het genoegen 20 meDschenleveos te redden. Natuurlijk werd aaD de geredden gevraagd, wat er ws' voorgevalley. "*ites|i"Dêschipbreukelingen waren afkomstig vam hei Chineescbe stoomschip Sri Hanog Ann. He.ongelok is gebeurd als volgt. De Sri Haung Ann was den 18 Jnui van Singapoer vertrokken naar Malakka en veeder naar Per- ak. Juist in de nabijheid van de stad Malak ka werd genoemd schip overvallen door de bovenvermelde bui. Daar het dik van den regen was, ging het schip langzaam 8toomen, om zoodoende de vuren van Ma lakka in 't zicht te krijgen. Daar het schip zoodoende geen vaart meer had, begon het kleine bootje (108 ton) vreese- .Jijk over le hellen, de dekpassagiers (hon- öJ^fd"-Degentig) en al hun kisten gleden bij de derde maal, dat het schip slingerde, allen naar één zijde, met het noodlottig gevolg, dat het schip omsloeg en on middellijk zonk. Onder de drenkelingen bevond zich ook de kapitein, genaamd Rawlingsoo, een Europeaan en een Japannees, die beiden behouden aan boord werden gebracht. Het ongeluk gebeurde te kwart over vieren. De dren- èitïuigen hadden alzoo pl. m. 1% k 2 1 uur rondgezwommen. Als eene bijzonder- heid mag worden vermeld, dat van een inlandsche familie, bestaande nit man, vrouw en drie kinderen, slechts 1 kind is verdronken. Verder bevonden zich onder de geredden de 2e machinist, genaamd Eelix Gomes en 2 inlandsche vrouwen, vijf kinderen en 61 Javanen, Ghineezen, enz. Er werden door het s.s. Reijnst alzoo gered zeventig menschenleveDS en er zijn vermoedelijk verdronken plm. hondetd- twictig opvarenden. Verscheidene lijkeu dreven voorbij, waaronder ook dat van den lsten machinist en van drie kinderen. i i i Toen, zoover als wij kondeD zien, geen levend mensch meer was te bespeuren, zette de Reijnst de reis voort naar Deli. Te Deli zijn de schipbreukelingen overgestapt op het §.s. Hebe, dat den 20 Juni (denzelf den dag vaa aankomst te Deli) naar Sin gapore vertrok. Een Biamarc k-a v o n t n u r. De Rheiniache Courier verhaalt eene a- necdote, waarvan Bismarck in zijDe jeugd de held was. In 1836 bekltedde de toe komstige ijzeren kanselier te Wiesbaden de functie van referendaris. Hij bezocht destijds dikwijls de vermakelijkheden in het Kurhaus. Op zekeren avond zat Bie- marck bij gelegenheid van eene pauze tus- schen twee dansen op een sopha en keek met zijn doordringenden blik naar de dansera en hun dames. Plotseling trad de beroemde dokter Lange op den jongen re ferendaris toe en vroeg hem uitdagend Waarom fixeert u mij zoof Ongetwijfeld, omdat ik daar genoe gen in vind, antwoordde Bismarck, zon der een spier van zijn gelaat te vertrek ken. Zoo, maar dat bevalt mij in 't ge heel niet, veretaat n Van lieverlede kwam men tot het wis selen van krasse bewoordingen, en op een gegeven oogenblik overhandigden de beide jongelieden elkander hun kaartje. Men koos de getuigen en de plaats, waar het doel zou plaats hebbeD, een afgelegen plek aan de Hessische grens. Op het terrein gekomen, trachtten de getuigen de beide kampioenen tot eene vreedzame oplossing van het geschil te overreden. De dokter verklaarde zich daartoe bereid, Bismarck weigerde aanvankelijk, doch op het aan dringen van de secondanten, die hem de nietigheid van het dispuut ouder het oog brachten, gaf hij zich ten slotte gewonnen. De beide tegenstanders schudden elkander de hand en zwoeren eeuwige vriendschap. Eenige jaren geleden zeide dr. Lange te HeidelbergHet is gelukkig, dat de ziac deze wending genomen heeft, want waarlijk, het zon zoo jammer geweest zijn, Bismarck te dooden. Dr. LaDge stond bekend als een voortreffelijk pistool- schntter. Een paar afzetters. Te Parijs is een schandaal ontdekt in het paleis van justitie, dat nog wel van zich zal doen spreken. Twee beambien ter griffie, met de be handeling der dossiers van de strafzaken belast, die daardoor tijdig kennis kregen, wanneer na het voorloopig onderzoek geen rechtsingang zon worden verleend, hadden zich in betrekking gesteld met een zaak waarnemer Prévost genaamd, teneinde de verdachten voor eigen rekening te pluade ren. Prévost placht de slachtoffers bij zich te laten komen en hield ze dan een rede als b. v. deze. fHet ziet er kwaad met je zaak nit, je bent er bij vriendje. Maar alles kan zich nog schikken met geld, veel geldvoor al hier bij ons, want wij zijn een soort succursale van het parket, zie je! Je kont zoo en zoo veel storten (en de sommen waren boogen dan komt alles nog in orde, maar anders ga je de doos in. Be grepen Gewoonlijk telde het slachtoffer de ge vraagde som neer, blij er zoo genadig af te komen, om eenigeu tijd later te hooreu, dat er geen vervolging tegen hem zon worden ingesteld 1 Soms ook staarden de patiënten, dank baar met geld uit den brand geholpen te zijn, nog vrienden van heD, die ook wat op hun geweten hadden, naar Prévost toe om adviesdeze placht ze dan naar een jong advocaat van zijn kennis te dirigee- ren. Intnssehen rook de politie lont en wist het gaheele trio in de val te krijgende twee griffiebeambien behooren tot achtbare families, die na'nnrlijk wanhopig zijD. Wegens het ernstige geval, waarbij de reputatie van bet parket en de griffie is gemoeid, is de procureur-generaal Attha- lin echter vast besloten de .zaak tot het uiterste te vervolgen. De advocaat zal waarschijnlijk worden geschrapt. Een nieuw beroep. In geen land op de wereld wordt het onbemiddelden dames zoo gemakkelijk ge maakt om geld te verdienen, dan in En geland, en telkens is er opnieuw eeD of ander beroep te vinden voor vrouwen, wier speldegeld maar krapjes aan is. Dat vele engelsche vrouweD, die bij karige middelen eene zekere maatschappe lijke positie bekleeden, zich tegen een oepaalden prijs er toe leenen, om jon ge dames in voorname kringen te intro- duceeren, is bekend anderen weder vul len hare portemonnaies, door jonggehuwde vrouwen bij al hare leveranciers voor te stellen, die voor de eerstgenoemden van eenig belang knnnen zijn. Maar bet merkwaardigste is een nieuwe beroepstak voor dames, die sinda korten tijd in zwang ie en nu ook in Parijs navolging vindt. Tot dit beroep is niets meer noodig, dan een elegant voorkomen, een smaak vol toilet en als kennis niets anders dan te kannen lezen. Lezen daar komt het maar op aan I Als men aan deze voor waarden voldoet, dan is men voor dit nieuwe beroep„door suggestie dames-a- bonné's op nieuwsbladen san te werven" volkomen geschikt. Moeilijk is die taak volstrekt niet. Men behoeft slechts eeni ge uren op den dag in een omnibns te rijden, of op den spoortrein een hoekje bij het portierraam in te nemen, of op eene druk bezochte wandelplaats op eene bank te zitten, of in wachtkamers, res tauraties, enz., voor de operatie zijn zetel op te slaan, schijnbaar met bet grootste genot verdiept in het lezen van het blad, waarvoor men propaganda maakt. Natnnr- lijk moet men altijd zorgen, dat de titel van het blad voor de nabijzittenden duide lijk zichtbaar is. Dat is het eenige, wat men te doen heefthet overige komt wel van zelf. De dames aan de rechter- en linker zijde kunnen zelden nalaten, een nieuws gierigen blik te slaan op het blad, dat de aandasht van eene elegante lezeres zoo in beslag neemt, en zoo dikwijls zij dat blad weer onder de oogen krijgen, gevoelen zij zich er door aangetrokken, totdat eindelijk haar besluit om zich er op te abonneeren, tot rijpheid komt. Deze nieuwe indaatrie kan, vooral in hst voor jaar, als zachte dagen de propaganda in de publieke tuinen en het Boie de Bon- logne vergemakkelijken, zeker eene aan merkelijke vlucht nemen, en uitgevers van nieuwsbladen, die geen reclamekosten schromen, hebben dit jaar zelfs ^lezeres- sen" naar elegante badplaatsen gezonden. Eendroevig ongeluk had zondagavond te Parijs op een der buiten- bonlevards plaats. In eene schiettent waren verscheidene soldaten bezig zich te oefenen op de flo- I bertbnks. De bediende, die zag, dat de schijf, waarop geschoten werd, op het punt stond te vallen, verzocht hem, die aan de benrt was, de buks neer te leggen, terwijl hij de echijf weer vastmaakte. De soldaat deed dit, doch op het oogen blik, waarop hij de karabijn op tafel leg- de, ging de haan over en de kogel trof den bediende midden in het hart. De ongelukkige was terstond dood. Twee snorkers. Yas mr. Kingston, den staatsman nit Z.-Afrika, en mr. Reid, den staatsmaD uit N. Z. Wales, die bij het Victoria-jnbileum in Engeland waren, wordt het volgende avontuur ver teld. Zij reisden samen in een slaapwagen met twee bedden en toen het beduurtje aanbrak, zei mr. Reid: »Kijk eens, King ston, ik ben een verschrikkelijk snorker, en jij znlt das goed doen, een kwartier voor mij te gaan liggen, om onder zeil te zijn, als ik begin." Kingston aanvaardde dit voorstel, maar toen hij den volgenden morgen wakker werd, keek een man met holle oogen, die een alapeloozen nacht doorgebracht had, hem verwijtend aan, onder de woor den „Kingston, een volgenden keer gaan „Dwaas," denkt zij. „En toch had ik er een eed op durven doen, dat zijne vrouw hem waarachtig liefheeft. Laat hij maar wachten. De wraak zal spoedig genoeg ko men.* Terwijl juffrouw Blake dit tot zichzelve zegt, zit Ines, bleek en vreezelgk opgewon den, in eeue vensternis van de hoekkamer. Zij is door eene zijdeur binnengekomen en zoekt nu vijf minaten rast. Zij drakt haat gloeiend voorhoofd tegen de rniten en tracht de opgewondenheid, di9 haar bebeersebt, meesteres te worden. „Arme, arme Sybille I" zucht Ines. „Hoe verschrikkelijk, te midden van al dat rumoer en die vroolnkheid aan hare ellende te moeten denken.' Een tred wordt hoorbaar en zij springt op, als haar man haar nadert. ,Mijr.e lieveling, wat scheelt n? Gevoelt ge u niet wel?" vraagt hg bezorgd, zijn arm om haar middel slaande. Een enkel oogenblik leunt baar kopje tegen zijne borst, en zij wil hem alles, alles vertellen. Daar schiet haar evenwel de herinnering aan die ongelukkige woorden te binnen„Wan neer door n schande, op mijn goeden, oodeu naam komen zon.I* Die gedachte drong nik terug en nooit heeft sir Moriti' moeder hare ellbcbeersching spoediger teruggekre gen, dan na Ines. Tot hem opziende, zegt ze met een mat laebje „Slechts wat moede, Moritzen en ik was er bang voor, om alleen naar de bal- zaai terng te keeren." Deze woorden zijn slechts voor de helft waar ea toch haat eg zichzelve om deze woorden, als hg teeder antwoordt „En dit is mijne wals, lieveling Ik heb er zoo naar verlangd, met mijne kleine vrouw te dansen." Juffrouw Blake slaat bet echtpaar gade, als het weder ia de zaal komt. Zij bemerkt, hoe zeldzaam zenuwachtig en ongedurig V. uitïiet- Sir Moritz en zijne vrouw liaan üieht nevens haar en zij ontdekt, hoe jjjei met een korten blik vol vertrouwen tqt hem opziet en hoe sir Moritz dat zgner- fijde met een lachje beantwoordt, terwijl hij jijae armen ooi hare taille slaat en beiden onder de darisende paren verdwijnen. „Hoicbelaarster I" sist de schoonheid tusschen de tanden en hare oogen zoe ken vol haat in den kring het gele kleed van Ines en de hooge, fiere mannengestalte. Man noch vrouw evenwel weten, dat de avond van beden de aanvang van het treurig eind van hun geluk en liefde is. HOOFDSTUK XXX. De naoht is bijna morgen geworden in het slot Drnmaneen. De oude dames be ginnen moede te worden, en «erlangen naar het woord „sonper.* De jonge men schen denken meer aan extra-toeren, ter wijl de ouden hunne afgematte krachten door champagne een weinig trachten op te wekken. Lord Bantard schuift zijne dikke per soonlijkheid naar mevrouw Bryan. Zij is een weinig opmerkzaamheid ten volle waard, hij denkt aan hare diners en aan haar wijn en zijn vollemaansgezicht plooit zieb tot een zoet lachje. „Mag ik de eer hebben, n aan tafel te geleiden, mevroaw Bryan?" steunt hij. Hg weet heel nauwkeurig, dat zjj, evenals hij, zeer veel van een goed souper houdt. Zij boantwoordt daarom sijue uitnoodiging mot een vriendelijk knikje. Wellicht is ook zij niet vrij van de menache- lijke ijdelheid, om liever met eea lord, dan met een gewonen mijnheer aan tafel te gaan, ook al mist die 'ord elke eigenschap, die hem tot een pret.ig en aangenaam ge zelschap maakt. Wellicht verheogt zij er zich over, dat, als lord Bantard haar tot tafelbuur kiest, hjj niet bare lieve vriendin, lady Dermot, kan vragen. Deze stapt aan den arm van een groot heer hen beiden juist voorbij en daarbij heeft de cavalier van la dy Darmot het oDgeluk, op haar' met kant algezetten sleep te trappen, en tot troost zegt mevroaw Bryan „Gelukkig, dat he: dun goedje is, lady Dermot I' Licht goedje, zeker maar het kost de hemel weet hoeveel den meter. MevronwBryan klinkt dat geluid van het ge- scheur dier kanten aangenaam in de ooren en aij hoort eveneens de verontschuldiging en wij gelijk af." Kingston had nl. vergeten i te ceggen, dat hij niet minder sterk was in neusgeluiden dan zijn slaapkameraad. 1 Kneip's erfenis. Pastoor Kneipp verdiende in de laatste jaren groote sommen. Alleen het verlof aan de Mnncbener firma Kath reiner tot den verkoop van MalzkoMa bracht hem 220.00C mark aan percenten op. Aan auteursrechten voer zijne werken ontving hij 280.000 mark en aan arts honoraria en geschenken nog meer. Kneipp gebruikte schier nagenoeg niets voor zich self, maar besteedde het geld aan weldadige doeleinden. Voor den bonw van het onde Karhuis gaf hij 103,000 mark, voor het kinderhospitaal 284,000, voor het Kneippiannm 75,000, voor de meisjesschool 60,000, voor de armenkas van Wörishofen 10,000, voor het semina rie te Dillingen 30,000, aaD kleinere gif ten 10,000 mark, om niet te spreken van wat hij aan de armen gat. Kneipp heeft het Karhuis en de Ka- threiner's percenten vermaakt san de orde der barmhartige broeders, die daarvoor het kindeissyl hebben te onderhonden, bet Kneippiannm asu de Franciscanessen. Tot erfgenaam van zijne papieren, biblioteek, contanten en men bels heeft hij aangewe- Ken zijn ouden vriend en reisgezel, pastoor Stückle nit Mindelan, die hexi denkelijk, als paatoor te Wfirishofen zal opvolgen. Doorgrond. A. (voor zijne woning.) Och, ik heb mijn huissleutel vergeten I Probeer eens, of de jouwe soms ook op mijne denr past. Anonieme brieven. In een gezelschap, waar onlangs ge sproken werd over het verdertlijke van anonieme brieven, vatte een geestig schrij ver zijne meening aldus samen Wan neer de lafheid neerschrijft, wat de wan gunst dicteert, dan ontstaat een anonieme brief." In de school, O n d e r w ij zer Hoeveel maanden hebben acht-en- twiniig dagen f Leerling Allemaal meester. Onderwijzer (na eenig nadenken, zacht): De jongen heeft waarachtig gelijk ook. Beleefd. ziet den blik in de oogen der lady, een blik, dien de arme, ongelukkige cavalier wellicht zijn laven lang niet zal vergeten. Mevroaw Bryan ziet, dat de arme lady Dermot na dit onge luk geen genoegen meer zal hebben en lij wendt zich daarom lachend tot lord Bantard met de opmerkiDg: „Een prettig balJammer aieehts, dat er znlk eene menigte leeljjke meisjes en vronwen zijn, aieehts weinige aardigeen niet genoeg heeren, een groot aantal muurbloemen P" Daar bemerkt zij de jonge dames Grimshaw op en zij roept deae toe „Komt, gaai mee Wij oude luidjee hebben de voorkeur bij het souper. Ge moet daar op uwe stoelen van honger zijn omgekomen.' Wg onde luidjea t Juffrouw Grimshaw's schitterend medaillon gaat haastig op en neer, zij siddert van woede. Een ver nietigende blik ia het eenige antwoord. Baby komt haar met groote tegenwoor digheid van geest te hnlp. „Ik ben er big om, eens een poosje te knonen rusten," segt ze met kinderhjken eenvoud. „Een weinig rasten spot mevronw Bryan, den handschoen opnemend. ..Mijne lieve kinderen, ik dacht, dat ga big moest zijn, een oogenblik eens van nw stoel te knnnen opstaan en ten minste de beeoen eens te knnnen uitrekken." Alle zes zijn totaal kapot van toorn en opgewondenheid, daar mevroaw Bryan mogelijkerwijze nog wel ergere dingen zal zeggen, bonden zg haar mond, ten minste in tegenwoordigheid der onde da me. Lord Bantard wendt zich op vertron- welijken toon tot zgne dame „Wg znlien nog niet heengaan, Der mot zeido mij zooeven, dat de warme spijzen nog niet waren ogedragen. Wel, dat is een heerljjk eten voor een son per Wij znlien niet eerder heengaan, voor bet wild is opgedragen-" Daarmede verwijdert bij zich, keert echter, na een paar minuten zoo v'og als zijne beeneo hem kannen dragen, naar mevroaw Bryan en biedt baar den arm. „Kom na, mevrouw BryaD, het wild is opgedragen." Doch zij komen te laat. De eetzaal ia overvol, iedere stoel, iedere plaats is bezet. Lord Bantard'a gelaat ziet er zeer neerslachtig nit. Mevroaw Bryan tiet hem met getronste wenkbrauwen aaD. „No, lord Bantard, waar is bet wild F" „Hm bromt deze tot antwoord. Trots dat hebben zij bet gelnk, lady Der mot te zien opstaan en met den geschenrden sleep over den arm te zieD heengaan. „Al bet wild is reeds verdwenen 1" stennt lord Bantard. „Wij bleven te lang." Eindelijk besluit hij, mevroaw Bryan de plaats van lady Dermot te doen innemen en zelf plvats te nemen, als er wat meer rnimte is en er Dienw wildbraad verschynt. De oude lady Dermot ontmoet haar zoon, als zg van plan is, de kleedkamer in te stappeD, om eene andere japon aan te trek ken. „Wat ia er tooh met nwe vrouw fluis tert zij hem toe; „zij ziet er Depaald zeer zenuwachtig uit." „Meent ge Mg komt dat niet zoo voor," antwoordt air Moritz, torwgl Ines aan den arm van kolonel Bryan, die eveneens zeer vertoornd schijnt, naderbjj komt. Ines ziet er tenminste allea behalve feeBtelgk gestemd nit en de oogeD, die zg naar haar man opslaat, zijn mat genoeg. „Geef myne vronw een glas champag ne," zegt hij bezorgd tot kolonel Bryan en snel tot Ines zich wendend, fluis ter! hij„Zie er niet zoo oil, alsof ge a afschuwelijk verveelt. Iedereen heeft er erg in." Zgne woorden hebben door den korten toon; waarop re geuit worden, tienmaal meer effect dan de vriendelijkste aanmoe diging zon gehad hebben. Zg was zekerlijk in tranen uitgebarsten, zoo het gezegde van sir Moritz een greintje har telijker was geweest. Maar zgne half ernstige, half bevelende stem geeft haar dadelijk hare relfbeheer- scbing weder. Nog een licht beven der lippen, dan heeft zg haren gemoedstoestand in hare macht en lacht hare echtgenoot vrien- delijk toe, terwyl zg naar de eetzaal gaat. Na eene droogte, welke een twaalftal dagen gednnrd heeft en die in hooge zand streken vrij veel nadeel deed, is er regen gekomen. Onweersbuien plasten zegenend neder in vele oorden van ons land. In het geheele Gooi zag men fel weer licht tusschen half twaalf en twaalf uur in den nacht van diusdag op woensdag. Bij Amersfoort woedde de bni. In den omtrek werden enkele boomen getrof fen en een tiental telephoon-toestellen in het ongereede gebracht, doch er viel wei nig regen. Deze viel in stortbuien neder te Hilversum, Bnsanm, Naarden en Hui zen. Om elf nar van den volgenden dag woedde boven de Lek een zwaar onweer en even voor twaalf nnr hoorde men te Amsterdam een drietal knetterende donderslagen, onmid dellijk volgend op een kort lichten. Te BI adel is een jongen, die op straat liep te spelen, door den bliksem getroffen en gedood. Te Hapert zijn tijdens het onweder de dochter en de zoon van den brievengaarder Klaassens door den bliksem getroffen ea gedoolde gedoode vrouw was weduwe en laat twee jeugdige kinderen achter. In de „Veune (Yenne) Woosten', gelegen tnsschen het westein de van YRIEZENVEEN en de grens van Ambt Almelo, staat zoo meldt de Zwolache Courant, onder dagtee- kening van 19 Juli het veenachtig hooiland in brand over eene lengtelijn van circa 15 minaten. Duizenden kleine vlam men kruipen tegen den wind op ea ver zengen zoowel het nog ongemaaide hooi- gras als de zoden, de hooioppers en de postboBchjes. Worden er, hetzij van wege het bestuur der gemeente Yriezenveen, hetzij vanwege de eigenareD, geen maat regelen genomen, die blijk geven van gemeen overleg of gemeenschappelijke sa menwerking, dan gaan duizenden guldens te loor, waar eene kleine som, aanvankelijk besteed, den brand had knnnen beperken. Dit jaar wordt de meeste schade geleden door de koopers der grasperoeelen, doch het volgend jaar zullen de eigenaren der hooilanden het in hunne zakken gevoelen, daar de grond geheel zwart brandt. In 1881 duurde een dergelijke veldbrand on geveer eene week lang en werden honder den hectaren een paar jaar tot onvrucht baarheid gedoemd. Door den bliksem gedood. Eergistermiddag woedde er een hevig on weder tusschen HUIZEN en NAARDEN. De landbouwer Brouwer, die tusschen de buitenplaats van mevrouw Mij assen en D r a f n a woont, was op pene weide bij Hnizen aan het hooien. De bni ziende opkomen, poogde hij met den ledigen wa gen snel naar hnis te rijden. Hij giDg in den wagen zitten met twee van zijne kinderen en twee arbeiders. Een derde arbeider deed het hek open. Een schel licht en de beide paarden stortten neder. De boer springt op den grond om ze op te helpen, wat hem gelukt, ze waren sleohts even verdoofd. Toen roept een van de kinderenva der, mijn been zit vast." En naar den wa gen snellende, vindt hij de beide arbei ders met hangend hoofd neder lennen. Ze waren beiden door den bliksem gedood De kinderen van den boer, die rug te gen rag bij hen zaten, bleven ongedeerd, op de voorbijgaande geraaktheid van het been van het eene kind na. Een der arbeiders, een oppassend man, laat vronw en vijf kinderen achter. Een zeer treurig onheil, dat weer be wijst, hoe vreemd de bliksem zich een weg baant. Van de beide gedooden toonde alleen het kakebeen van den eene en de schoen van den ander aan, waar de blik sem getroffen had. Kolonel Bryan is stil en in aiohzelf ge keerd en Inea zegt eveneens geen woord. Hare gedachten aijn bij de arme Sybille. Juffrouw Blake laat het tweetal geen oogen blik onbespied. „Ik volgde nw voorbeeld, lady Dermot, en ging ook eenige minaten op het terras wandelen. Het was buiten heerlijk in den maneschgn," werpt zij vriendelijk, schgnbaar aonder eenige bedoeling, Ines toe. Een brandend rood klemt Inea' wangen. „Ja, het was er zeer mooi," stottert zij, en het bloed gaat langhaam naar haar hart terng. Zij slaat de oogen niet op en jnftroow Blake riet niet anders dan de lange wimpers, die op de rosé wangen rusten. Kolonel Bryan, die Ines' opgewondenheid en zenuwachtigheid bemerkt, plaatst zgne hooge, breedgeschouderde gestalte toaachen haar en juffrouw Blake, „Uw gemaal ried n, een glas champagne te drinken, lady Dermot," zegt bg, zich moeite gevende, rijne stem een natuurlijken klank te verleenen. „Niemand kan den ganschen nacht doordansen, zoiider eindelijk het offer van de vermoeidheid te worden." In de eetzaal hoort men niets anders dan het gegons der stemmen en het geklepper der lepels en vorken. De lieve Flora is door niet minder dan sea heeren omringd, die al hun best doen, om haar de lekkerste beetje» aan te reiken. Joflrouw Grimshaw voert strijd met een droog bontje van een hoen, dat zooeven op haar bord gelegd werd. „Mag ik n iets zoels geven mompelt een heer, die baar nit medelijden mee naar de eetzaal genomen heeft en do maar al te beiorgd schijnt, om haar zoo spoedig moge lijk van allea te voorzien. He: hoenderboutje ia verdwenen en ieta zoeta is er voor in de plaats gekomen, en daar fluistert de galante heer met groote haagt „Gij hebt zeker nu nieta meer te beve len P" En zg ziet zich, zonder te weten hoe, in de danszaal teruggevoerd. Het ia slecht van hemmaar daar hij voor iederen dans geëngageerd ie, heeft bij groote haast. T e r w ij 1 te GIETERVEEN e nige jongens aan het spelen waren, viel een hunner, een 12-jsrige joogen, in eene rechtopstaande bbïs, met het ongelukkig gevolg, dat de punt er van doordrong tot in de maag van den knaap, wat diens dood onmiddellijk tengevolge had. Schagen, 24 Juli 1897. Woensdagavond j. 1. had ten locale van den heer D.v. Ittuiver de vergadering plaats van de afdeeling Scha gen dsr Maatschappij tot Nut van 't Alge meen. Na opening der vergadering werden de notnlen gelezen en goedgekeurd. De verschillende rapporten werden ver volgens uitgebracht Bewaarschool, bij monde van den heer WRoggeveen Ct. De toestand was gunstig en van de te genwoordig gevolgde methode werd met lof gewaagd. De ontvangsten bedroegen f 1452. 82 Yj, de uitgaven f 978,19, dus batig slot 1474.63 Yj, tegen f 453.17tyj in 't vorig jaar, welk kapitaaltje evenwel in kas moet zijn als reserve voor komende uitgaven. 82 Kinderen maakten van de inrichting ge bruik, waarvan 41 betalenden. Volksbibliotheek, bij monde van den heer Ph. de Heer. In het afgeloopen jssr werden 698 boeken afgegeven, tegen 457 vorig jaar. 56 nieawe romans waren aangekocht. De ontvangsten bedroegen f 50.44%, uitga- ven f 43.09, dus batig slot f 7.35y|t Volksvoordrachten, bij monde van den heer J. v. d. Maaien. De financiaele toestand dezer instelling was achteruitgegaan, daar het ledental ver minderde. Het saldo bedroeg vorig jaar f 9.10 en nuf 7.50, waarvan nog eenige onkosten moesten worden betaald. Zangschool, bij monde van den heer Jb. Denijs Jt. 71 Leerlingen maakten van die inrich ting gebruik, waarvan 24 jongens en 47 meisjes. Huisvlijtschool, bij monde van den heer PA. de Heer. 16 Leerlingen maakten van deze instel ling gebrnik, waarvan 15 tot het einde den cursns volgden. 5 Leerlingen waren er voor het Se jaar, 5 voor het 2e en 6 voor het le. Die 10 voor het Se en 2e jaar hielden zich bezig met steek- en bijtelwerk. De ontvangsten bedroegen f 154.99 Yj, uitgaven f 151.82, dus batig saldo f 3.17 Y«. Uit de rekening van den penningmees ter bleek, dat ongeveer voor f 9 aan sub sidies kon worden verleend, welke »om na eenige besprekingen aan de zang school werd gegeven. Op voorstel van den heer J. H. Ree- sing werd besloten, nogmaals moeite te doen, een spreker vanwege het Nut te doen optreden, nl. den heer Van den Berg van HeerenveeD. Wegens het vertrek van den heer J. Winkel moesten worden gekozen: een pen ningmeester, een lid voor de commissie voor de Huisrlijtschool en een lid voor het bestuur van Floralia. Tot penningmeester werd gekozen de heer J, H. Ressingdie zich de benoeming liet welgevallen. Tot lid der commissie voor de Huis- vlijtschool werd benoemd de heer L. N. Roodenbnrgwien van zijne benoeming ken nis zal worden gegeven. Tot lid van de Commissie van Floralia werd gekozen P. Trapman, die eveneens de benoeming aanvaardde. Het voorstel van den heer IA. B. Roep, betreffende het maken van de gymnastiek- klassen tot eene instelling van het Dept., werd aangehonden tot de volgende verga dering. Tot leden van de commissie tot nazien der rekeniDg werden benoemd de heeren P. Buis Jt., C. Roggeveen eD J. v. i. Maaien. Hierna werd de vergadering gesloten. Baby Grimshaw maakt veel opbef van haar souper. „Sleebts een weinig gelei, ik ben niet in staat, op een bal iets te gebrniken," segt ze, met ware ontzetting kijkend naar een meisje aan hare zijde, dat met grooten smaak den inwendigen mensch versterkt. Baby laat bare handschoenen vallen, baar waaier en haar zakdoek. Zij worden voor haar opgezocht. Vervolgens speelt ze net als een kind met hare gelei- Als zg de waarheid zon willen bekennen, heeft zg op dit oogenblik een ontzettenden honger en lijdt hare maag bij het z'®n van al die lekkernijen ware Tantalna-kwellingen maar immers, slechts gebuwde en oude luid- jes mogen een sonper flink aanspreken. „O, geen champagne, een klein, heel klein droppeltje. Zal 't mij niet naar het hooic stg- gen vraagt zg, volkomen ernstig in het ge laat van het mannelgk wezen blikkend, dat het over aijn hart heeft kannen verkrijgen, hare kinderlijke wenaehen te vervallen. Daarna komen de amandelen en de knal- bonbons, O, die lieve, heerlijke gilletjes bg het knallen der bonbons en die kinderlijke schuchterheid bg het lezen der versjes. Op het eene wil zij hem ouder geen eDkel be ding een blik latcu slaan, zonder dat hg er evenwel naar verlangt. Het volgende doet haar diep blozen- De naast haar zittende jonge dame, die werkelijk eet, champagne drinkt, haar waaier en hare handschoenen niet laat vallen, geen knalbonbons gebruikt, geen gilletjes slaakt, voert ruatig en kalm een gesprek met den heer aan bare zgde- Toch schijnt zij veel vrouwelgker, veel meisjesachtiger dan Baby Grimshaw, die haar gelei ongennttigd laat staan en met eene hongerige maag weder opstaat, omdat het niet passend is, op een bal te eten. WORDT VERYOLGD. Snelpersdruk van P. Trapman te Schagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 6