H
f
r
'I
N
I
3i
B, Da mijne Maar je weet toch
wel, dat ik ook getrouwd ben!
Knecht: Als je me je
dochter niet geeft, en je roodbonte
koe, dan neem ik ze.
Boer (verschrikt): Wie
Knecht: Truitje.
Boer (gerustgesteld): O, ik dacht de
koe I
Een Chineesch tijdschrift-redac
teur antwoordde den inzender van een
gedicht, dat, naar de gewone beleefde
weigeringsformule, „voor onze kolom
men minder geschikt* was, met vol
gend schrijven
„Doorluchtige broeder van de zon en
de maanAanschouw uw dienaar, ge
knield voor uwe voeten. Ik kus uwer
genadigheid's voeten en smeek, dat zij
mij wil veroorlooven om te leven en
te spreken. Uw geëerd manuscript
heeft zich verwaardigd voor mijne ne
derige oogen te verschijnen. In verruk
king heb ik het gelezen. Bij het gebeen
te mijner voorvaderen, nooit heb ik
zooveel geest, zooveel gevoel, zooveel
verheven gedachten bij een auteur
aangetroffen. Met vreeze en beven
zend ik u het geschrift weer terug.
Indien ik het kleinood, dat gij mij
toevertrouwd hebt, zou openbaar ma
ken, dan zou de Keizer terstond beve
len,dat ik dit als maatstaf zou aan
leggen aan alle andere bijdragen en
niets meer in mijne kolommen mocht
opnemen, dan wat uw gedicht even
aart. Te goed wetende, dat het in tien
duizend jaar onmogelijk zou zijn iets te
vinden, dat uwe verzen op zijde
streeft, geef ik er de voorkeur aan, uw
bijdragen terug te zenden. Tienduizend
maal smeek ik u vergiffenis. Zie, mijn
hoofd ligt aan uwe voeten. Doe, zooals
gij wilt.
Binnenlandsch Nieuws.
Het weder.
PLAATSELIJK NIEUWS.
corpulent. Toen *ïj het ontzettend rumoer
en het gelach hoorde, weigerde zij bepaald,
om op te treden. Zij was woedend en be-
weerde, dat de heele zaak afgesproken
K' spel was. Noch beloften, noch bedreigin
gen konden hier baten, de signora
bleef standvavtig. Het gordijn moest vallen,
y» en de toeschouwers konden naar hois gaan.
s. Natuarlijk verliet ook de doodelijk belee-
digde heldin den schouwburg, om er
nooit weer in te komen.
di -n
ken scheepsramp.
De heer A, Muider Jz., derde officier
di b!J de K°DintlÜke Pakketvaart-Maatschap-
y{ pij schrijft het volgende aan de Feend. Ct
Zaterdagmorgen 19 Juni, plm. half zes,
>do£aren de oppenden van het s.s. Reijnst,
'wicht're'8 7au ®alaT'a naar Deli, ooggetuige
een kartyerscheorend schouwspel.
1'-*!«>gi r? avon(^8 V8n 18 Juni was de Reijnst
ln?aPoer gepasseerd ea zette kort daar-
1 "a koer8 hij langs de knst van Malakka.
Het was den geheelen nacht zeer goed
weer geweest, en tegen 4 uur in den
morgen werd de lucht W.Z.W. dreigend.
Kort daarna brak een zware atorm, ge-
9 paai ei met dichten regen, los. 'Tegen onge
veer halfzes, toen de dageraad aanbrak,
bi»bemerkte de 2e officier aan bakboord
vooruit iets bijzonders. Dichter brgeko-
i« "C1®11! outwaarde hij duidelijk hoofden van
menschen, die even boven het water uit
staken. Onmiddellijk werd de commandant
gewaarschuwd, en alles werd gereed gemaakt
tot redding van een kolossaal aantal men-
schenlevens.
De Reijnst bevond zich weldra te mid
den van eea verschrikkelijk tooneel. Het
schip bewoog zich als het ware voort door
menschen, lijken, kisten en pakkeD. Men
kon zijne oogen bijna niet gelooven. Het
schouwspel was des te vreemder, daar aan
^en gehaelftn horizon geen ander schip
was te zieu dan ons schip, waarom men
op de ReijnBt sterk in de verbeelding
was, dat de ongeiukkigeo, passagiers wa
ren van de Reijust zelve, die, hetzij door
eene hooge zee, hetzij door eene harde
windvlaag, in het water waren te recht
gekomen, De Reijnst had toch een kleine
300 passagiers aan boord. Onmiddel
lijk gingen alle handen aan het werk om
de ongelukkigen op te haler, aan touwen
en stokken. De 2e officier, genaamd Teens-
ma, van Schiermonnikoog, ging met de
giek uit en smaakte het genoegen 20
meDschenleveos te redden. Natuurlijk
werd aaD de geredden gevraagd, wat er
ws' voorgevalley.
"*ites|i"Dêschipbreukelingen waren afkomstig vam
hei Chineescbe stoomschip Sri Hanog Ann.
He.ongelok is gebeurd als volgt. De Sri
Haung Ann was den 18 Jnui van Singapoer
vertrokken naar Malakka en veeder naar Per-
ak. Juist in de nabijheid van de stad Malak
ka werd genoemd schip overvallen door
de bovenvermelde bui. Daar het dik van
den regen was, ging het schip langzaam
8toomen, om zoodoende de vuren van Ma
lakka in 't zicht te krijgen. Daar het
schip zoodoende geen vaart meer had,
begon het kleine bootje (108 ton) vreese-
.Jijk over le hellen, de dekpassagiers (hon-
öJ^fd"-Degentig) en al hun kisten gleden
bij de derde maal, dat het schip slingerde,
allen naar één zijde, met het noodlottig
gevolg, dat het schip omsloeg en on
middellijk zonk.
Onder de drenkelingen bevond zich ook de
kapitein, genaamd Rawlingsoo, een Europeaan
en een Japannees, die beiden behouden
aan boord werden gebracht. Het ongeluk
gebeurde te kwart over vieren. De dren-
èitïuigen hadden alzoo pl. m. 1% k 2
1 uur rondgezwommen. Als eene bijzonder-
heid mag worden vermeld, dat van een
inlandsche familie, bestaande nit man,
vrouw en drie kinderen, slechts 1 kind is
verdronken. Verder bevonden zich onder
de geredden de 2e machinist, genaamd
Eelix Gomes en 2 inlandsche vrouwen,
vijf kinderen en 61 Javanen, Ghineezen,
enz. Er werden door het s.s. Reijnst alzoo
gered zeventig menschenleveDS en er zijn
vermoedelijk verdronken plm. hondetd-
twictig opvarenden. Verscheidene lijkeu
dreven voorbij, waaronder ook dat van den
lsten machinist en van drie kinderen.
i i
i
Toen, zoover als wij kondeD zien, geen
levend mensch meer was te bespeuren, zette
de Reijnst de reis voort naar Deli. Te Deli
zijn de schipbreukelingen overgestapt op
het §.s. Hebe, dat den 20 Juni (denzelf
den dag vaa aankomst te Deli) naar Sin
gapore vertrok.
Een Biamarc k-a v o n t n u r.
De Rheiniache Courier verhaalt eene a-
necdote, waarvan Bismarck in zijDe jeugd
de held was. In 1836 bekltedde de toe
komstige ijzeren kanselier te Wiesbaden
de functie van referendaris. Hij bezocht
destijds dikwijls de vermakelijkheden in
het Kurhaus. Op zekeren avond zat Bie-
marck bij gelegenheid van eene pauze tus-
schen twee dansen op een sopha en keek
met zijn doordringenden blik naar de
dansera en hun dames. Plotseling trad de
beroemde dokter Lange op den jongen re
ferendaris toe en vroeg hem uitdagend
Waarom fixeert u mij zoof
Ongetwijfeld, omdat ik daar genoe
gen in vind, antwoordde Bismarck, zon
der een spier van zijn gelaat te vertrek
ken.
Zoo, maar dat bevalt mij in 't ge
heel niet, veretaat n
Van lieverlede kwam men tot het wis
selen van krasse bewoordingen, en op een
gegeven oogenblik overhandigden de beide
jongelieden elkander hun kaartje. Men
koos de getuigen en de plaats, waar het
doel zou plaats hebbeD, een afgelegen plek
aan de Hessische grens. Op het terrein
gekomen, trachtten de getuigen de beide
kampioenen tot eene vreedzame oplossing
van het geschil te overreden. De dokter
verklaarde zich daartoe bereid, Bismarck
weigerde aanvankelijk, doch op het aan
dringen van de secondanten, die hem de
nietigheid van het dispuut ouder het oog
brachten, gaf hij zich ten slotte gewonnen.
De beide tegenstanders schudden elkander
de hand en zwoeren eeuwige vriendschap.
Eenige jaren geleden zeide dr. Lange te
HeidelbergHet is gelukkig, dat de
ziac deze wending genomen heeft, want
waarlijk, het zon zoo jammer geweest
zijn, Bismarck te dooden. Dr. LaDge
stond bekend als een voortreffelijk pistool-
schntter.
Een paar afzetters. Te
Parijs is een schandaal ontdekt in het
paleis van justitie, dat nog wel van zich
zal doen spreken.
Twee beambien ter griffie, met de be
handeling der dossiers van de strafzaken
belast, die daardoor tijdig kennis kregen,
wanneer na het voorloopig onderzoek geen
rechtsingang zon worden verleend, hadden
zich in betrekking gesteld met een zaak
waarnemer Prévost genaamd, teneinde de
verdachten voor eigen rekening te pluade
ren.
Prévost placht de slachtoffers bij zich
te laten komen en hield ze dan een rede
als b. v. deze.
fHet ziet er kwaad met je zaak nit, je
bent er bij vriendje. Maar alles kan zich
nog schikken met geld, veel geldvoor
al hier bij ons, want wij zijn een soort
succursale van het parket, zie je! Je kont
zoo en zoo veel storten (en de sommen
waren boogen dan komt alles nog in
orde, maar anders ga je de doos in. Be
grepen
Gewoonlijk telde het slachtoffer de ge
vraagde som neer, blij er zoo genadig af
te komen, om eenigeu tijd later te
hooreu, dat er geen vervolging tegen hem
zon worden ingesteld 1
Soms ook staarden de patiënten, dank
baar met geld uit den brand geholpen te
zijn, nog vrienden van heD, die ook wat
op hun geweten hadden, naar Prévost toe
om adviesdeze placht ze dan naar een
jong advocaat van zijn kennis te dirigee-
ren.
Intnssehen rook de politie lont en wist
het gaheele trio in de val te krijgende
twee griffiebeambien behooren tot achtbare
families, die na'nnrlijk wanhopig zijD.
Wegens het ernstige geval, waarbij de
reputatie van bet parket en de griffie is
gemoeid, is de procureur-generaal Attha-
lin echter vast besloten de .zaak tot het
uiterste te vervolgen.
De advocaat zal waarschijnlijk worden
geschrapt.
Een nieuw beroep.
In geen land op de wereld wordt het
onbemiddelden dames zoo gemakkelijk ge
maakt om geld te verdienen, dan in En
geland, en telkens is er opnieuw eeD of
ander beroep te vinden voor vrouwen,
wier speldegeld maar krapjes aan is.
Dat vele engelsche vrouweD, die bij
karige middelen eene zekere maatschappe
lijke positie bekleeden, zich tegen een
oepaalden prijs er toe leenen, om jon
ge dames in voorname kringen te intro-
duceeren, is bekend anderen weder vul
len hare portemonnaies, door jonggehuwde
vrouwen bij al hare leveranciers voor te
stellen, die voor de eerstgenoemden van
eenig belang knnnen zijn. Maar bet
merkwaardigste is een nieuwe beroepstak
voor dames, die sinda korten tijd in
zwang ie en nu ook in Parijs navolging
vindt.
Tot dit beroep is niets meer noodig,
dan een elegant voorkomen, een smaak
vol toilet en als kennis niets anders dan
te kannen lezen. Lezen daar komt het
maar op aan I Als men aan deze voor
waarden voldoet, dan is men voor dit
nieuwe beroep„door suggestie dames-a-
bonné's op nieuwsbladen san te werven"
volkomen geschikt. Moeilijk is die taak
volstrekt niet. Men behoeft slechts eeni
ge uren op den dag in een omnibns te
rijden, of op den spoortrein een hoekje
bij het portierraam in te nemen, of op
eene druk bezochte wandelplaats op eene
bank te zitten, of in wachtkamers, res
tauraties, enz., voor de operatie zijn zetel
op te slaan, schijnbaar met bet grootste
genot verdiept in het lezen van het blad,
waarvoor men propaganda maakt. Natnnr-
lijk moet men altijd zorgen, dat de titel
van het blad voor de nabijzittenden duide
lijk zichtbaar is. Dat is het eenige, wat
men te doen heefthet overige komt
wel van zelf.
De dames aan de rechter- en linker
zijde kunnen zelden nalaten, een nieuws
gierigen blik te slaan op het blad, dat
de aandasht van eene elegante lezeres
zoo in beslag neemt, en zoo dikwijls zij
dat blad weer onder de oogen krijgen,
gevoelen zij zich er door aangetrokken,
totdat eindelijk haar besluit om zich er
op te abonneeren, tot rijpheid komt. Deze
nieuwe indaatrie kan, vooral in hst voor
jaar, als zachte dagen de propaganda in
de publieke tuinen en het Boie de Bon-
logne vergemakkelijken, zeker eene aan
merkelijke vlucht nemen, en uitgevers
van nieuwsbladen, die geen reclamekosten
schromen, hebben dit jaar zelfs ^lezeres-
sen" naar elegante badplaatsen gezonden.
Eendroevig ongeluk had
zondagavond te Parijs op een der buiten-
bonlevards plaats.
In eene schiettent waren verscheidene
soldaten bezig zich te oefenen op de flo-
I bertbnks. De bediende, die zag, dat de
schijf, waarop geschoten werd, op het
punt stond te vallen, verzocht hem, die
aan de benrt was, de buks neer te leggen,
terwijl hij de echijf weer vastmaakte.
De soldaat deed dit, doch op het oogen
blik, waarop hij de karabijn op tafel leg-
de, ging de haan over en de kogel trof
den bediende midden in het hart.
De ongelukkige was terstond dood.
Twee snorkers. Yas mr.
Kingston, den staatsman nit Z.-Afrika, en
mr. Reid, den staatsmaD uit N. Z. Wales, die
bij het Victoria-jnbileum in Engeland
waren, wordt het volgende avontuur ver
teld. Zij reisden samen in een slaapwagen
met twee bedden en toen het beduurtje
aanbrak, zei mr. Reid: »Kijk eens, King
ston, ik ben een verschrikkelijk snorker,
en jij znlt das goed doen, een kwartier
voor mij te gaan liggen, om onder
zeil te zijn, als ik begin."
Kingston aanvaardde dit voorstel, maar
toen hij den volgenden morgen wakker
werd, keek een man met holle oogen,
die een alapeloozen nacht doorgebracht
had, hem verwijtend aan, onder de woor
den „Kingston, een volgenden keer gaan
„Dwaas," denkt zij. „En toch had ik er
een eed op durven doen, dat zijne vrouw
hem waarachtig liefheeft. Laat hij maar
wachten. De wraak zal spoedig genoeg ko
men.*
Terwijl juffrouw Blake dit tot zichzelve
zegt, zit Ines, bleek en vreezelgk opgewon
den, in eeue vensternis van de hoekkamer.
Zij is door eene zijdeur binnengekomen en
zoekt nu vijf minaten rast. Zij drakt haat
gloeiend voorhoofd tegen de rniten en tracht
de opgewondenheid, di9 haar bebeersebt,
meesteres te worden.
„Arme, arme Sybille I" zucht Ines. „Hoe
verschrikkelijk, te midden van al dat rumoer
en die vroolnkheid aan hare ellende te
moeten denken.'
Een tred wordt hoorbaar en zij springt
op, als haar man haar nadert.
,Mijr.e lieveling, wat scheelt n? Gevoelt
ge u niet wel?" vraagt hg bezorgd, zijn
arm om haar middel slaande.
Een enkel oogenblik leunt baar kopje tegen
zijne borst, en zij wil hem alles, alles vertellen.
Daar schiet haar evenwel de herinnering aan
die ongelukkige woorden te binnen„Wan
neer door n schande, op mijn goeden, oodeu
naam komen zon.I* Die gedachte drong nik
terug en nooit heeft sir Moriti' moeder
hare ellbcbeersching spoediger teruggekre
gen, dan na Ines. Tot hem opziende, zegt
ze met een mat laebje
„Slechts wat moede, Moritzen en ik
was er bang voor, om alleen naar de bal-
zaai terng te keeren." Deze woorden zijn
slechts voor de helft waar ea toch haat eg
zichzelve om deze woorden, als hg teeder
antwoordt
„En dit is mijne wals, lieveling Ik heb
er zoo naar verlangd, met mijne kleine
vrouw te dansen."
Juffrouw Blake slaat bet echtpaar gade,
als het weder ia de zaal komt. Zij bemerkt,
hoe zeldzaam zenuwachtig en ongedurig
V. uitïiet- Sir Moritz en zijne vrouw
liaan üieht nevens haar en zij ontdekt, hoe
jjjei met een korten blik vol vertrouwen
tqt hem opziet en hoe sir Moritz dat zgner-
fijde met een lachje beantwoordt, terwijl hij
jijae armen ooi hare taille slaat en beiden
onder de darisende paren verdwijnen.
„Hoicbelaarster I" sist de schoonheid
tusschen de tanden en hare oogen zoe
ken vol haat in den kring het gele kleed van
Ines en de hooge, fiere mannengestalte. Man
noch vrouw evenwel weten, dat de avond
van beden de aanvang van het treurig eind
van hun geluk en liefde is.
HOOFDSTUK XXX.
De naoht is bijna morgen geworden in
het slot Drnmaneen. De oude dames be
ginnen moede te worden, en «erlangen
naar het woord „sonper.* De jonge men
schen denken meer aan extra-toeren, ter
wijl de ouden hunne afgematte krachten door
champagne een weinig trachten op te
wekken.
Lord Bantard schuift zijne dikke per
soonlijkheid naar mevrouw Bryan. Zij is
een weinig opmerkzaamheid ten volle
waard, hij denkt aan hare diners en aan
haar wijn en zijn vollemaansgezicht plooit
zieb tot een zoet lachje.
„Mag ik de eer hebben, n aan tafel te
geleiden, mevroaw Bryan?" steunt hij.
Hg weet heel nauwkeurig, dat zjj, evenals
hij, zeer veel van een goed souper houdt. Zij
boantwoordt daarom sijue uitnoodiging mot
een vriendelijk knikje.
Wellicht is ook zij niet vrij van de menache-
lijke ijdelheid, om liever met eea lord, dan
met een gewonen mijnheer aan tafel te gaan,
ook al mist die 'ord elke eigenschap,
die hem tot een pret.ig en aangenaam ge
zelschap maakt. Wellicht verheogt zij er
zich over, dat, als lord Bantard haar tot
tafelbuur kiest, hjj niet bare lieve vriendin,
lady Dermot, kan vragen. Deze stapt aan
den arm van een groot heer hen beiden juist
voorbij en daarbij heeft de cavalier van la
dy Darmot het oDgeluk, op haar' met kant
algezetten sleep te trappen, en tot troost
zegt mevroaw Bryan
„Gelukkig, dat he: dun goedje is, lady
Dermot I' Licht goedje, zeker maar het
kost de hemel weet hoeveel den meter.
MevronwBryan klinkt dat geluid van het ge-
scheur dier kanten aangenaam in de ooren
en aij hoort eveneens de verontschuldiging en
wij gelijk af." Kingston had nl. vergeten i
te ceggen, dat hij niet minder sterk was
in neusgeluiden dan zijn slaapkameraad. 1
Kneip's erfenis.
Pastoor Kneipp verdiende in de
laatste jaren groote sommen. Alleen het
verlof aan de Mnncbener firma Kath reiner
tot den verkoop van MalzkoMa bracht
hem 220.00C mark aan percenten op.
Aan auteursrechten voer zijne werken
ontving hij 280.000 mark en aan arts
honoraria en geschenken nog meer.
Kneipp gebruikte schier nagenoeg niets
voor zich self, maar besteedde het geld
aan weldadige doeleinden. Voor den bonw
van het onde Karhuis gaf hij 103,000
mark, voor het kinderhospitaal 284,000,
voor het Kneippiannm 75,000, voor de
meisjesschool 60,000, voor de armenkas
van Wörishofen 10,000, voor het semina
rie te Dillingen 30,000, aaD kleinere gif
ten 10,000 mark, om niet te spreken van
wat hij aan de armen gat.
Kneipp heeft het Karhuis en de Ka-
threiner's percenten vermaakt san de orde
der barmhartige broeders, die daarvoor het
kindeissyl hebben te onderhonden, bet
Kneippiannm asu de Franciscanessen. Tot
erfgenaam van zijne papieren, biblioteek,
contanten en men bels heeft hij aangewe-
Ken zijn ouden vriend en reisgezel, pastoor
Stückle nit Mindelan, die hexi denkelijk,
als paatoor te Wfirishofen zal opvolgen.
Doorgrond. A. (voor zijne
woning.) Och, ik heb mijn huissleutel
vergeten I Probeer eens, of de jouwe
soms ook op mijne denr past.
Anonieme brieven.
In een gezelschap, waar onlangs ge
sproken werd over het verdertlijke van
anonieme brieven, vatte een geestig schrij
ver zijne meening aldus samen Wan
neer de lafheid neerschrijft, wat de wan
gunst dicteert, dan ontstaat een anonieme
brief."
In de school, O n d e r w ij
zer Hoeveel maanden hebben acht-en-
twiniig dagen f
Leerling Allemaal meester.
Onderwijzer (na eenig nadenken, zacht):
De jongen heeft waarachtig gelijk ook.
Beleefd.
ziet den blik in de oogen der lady, een blik,
dien de arme, ongelukkige cavalier wellicht zijn
laven lang niet zal vergeten. Mevroaw Bryan
ziet, dat de arme lady Dermot na dit onge
luk geen genoegen meer zal hebben en lij
wendt zich daarom lachend tot lord Bantard
met de opmerkiDg:
„Een prettig balJammer aieehts, dat er
znlk eene menigte leeljjke meisjes en vronwen
zijn, aieehts weinige aardigeen niet genoeg
heeren, een groot aantal muurbloemen P"
Daar bemerkt zij de jonge dames Grimshaw
op en zij roept deae toe
„Komt, gaai mee Wij oude luidjee hebben
de voorkeur bij het souper. Ge moet daar
op uwe stoelen van honger zijn omgekomen.'
Wg onde luidjea t Juffrouw Grimshaw's
schitterend medaillon gaat haastig op en
neer, zij siddert van woede. Een ver
nietigende blik ia het eenige antwoord.
Baby komt haar met groote tegenwoor
digheid van geest te hnlp.
„Ik ben er big om, eens een poosje te
knonen rusten," segt ze met kinderhjken
eenvoud.
„Een weinig rasten spot mevronw
Bryan, den handschoen opnemend. ..Mijne
lieve kinderen, ik dacht, dat ga big
moest zijn, een oogenblik eens van nw
stoel te knnnen opstaan en ten minste
de beeoen eens te knnnen uitrekken."
Alle zes zijn totaal kapot van toorn
en opgewondenheid, daar mevroaw Bryan
mogelijkerwijze nog wel ergere dingen
zal zeggen, bonden zg haar mond, ten
minste in tegenwoordigheid der onde da
me.
Lord Bantard wendt zich op vertron-
welijken toon tot zgne dame
„Wg znlien nog niet heengaan, Der
mot zeido mij zooeven, dat de warme
spijzen nog niet waren ogedragen. Wel,
dat is een heerljjk eten voor een son
per Wij znlien niet eerder heengaan,
voor bet wild is opgedragen-"
Daarmede verwijdert bij zich, keert
echter, na een paar minuten zoo v'og als
zijne beeneo hem kannen dragen, naar
mevroaw Bryan en biedt baar den arm.
„Kom na, mevrouw BryaD, het wild is
opgedragen." Doch zij komen te laat. De
eetzaal ia overvol, iedere stoel, iedere plaats
is bezet. Lord Bantard'a gelaat ziet er zeer
neerslachtig nit. Mevroaw Bryan tiet hem
met getronste wenkbrauwen aaD.
„No, lord Bantard, waar is bet wild F"
„Hm bromt deze tot antwoord.
Trots dat hebben zij bet gelnk, lady Der
mot te zien opstaan en met den geschenrden
sleep over den arm te zieD heengaan.
„Al bet wild is reeds verdwenen 1" stennt
lord Bantard. „Wij bleven te lang."
Eindelijk besluit hij, mevroaw Bryan de
plaats van lady Dermot te doen innemen en
zelf plvats te nemen, als er wat meer rnimte
is en er Dienw wildbraad verschynt.
De oude lady Dermot ontmoet haar zoon,
als zg van plan is, de kleedkamer in te
stappeD, om eene andere japon aan te trek
ken.
„Wat ia er tooh met nwe vrouw fluis
tert zij hem toe; „zij ziet er Depaald zeer
zenuwachtig uit."
„Meent ge Mg komt dat niet zoo
voor," antwoordt air Moritz, torwgl Ines
aan den arm van kolonel Bryan, die
eveneens zeer vertoornd schijnt, naderbjj
komt.
Ines ziet er tenminste allea behalve
feeBtelgk gestemd nit en de oogeD, die zg
naar haar man opslaat, zijn mat genoeg.
„Geef myne vronw een glas champag
ne," zegt hij bezorgd tot kolonel Bryan
en snel tot Ines zich wendend, fluis
ter! hij„Zie er niet zoo oil, alsof ge
a afschuwelijk verveelt. Iedereen heeft er
erg in."
Zgne woorden hebben door den korten
toon; waarop re geuit worden, tienmaal
meer effect dan de vriendelijkste aanmoe
diging zon gehad hebben. Zg was
zekerlijk in tranen uitgebarsten, zoo het
gezegde van sir Moritz een greintje har
telijker was geweest.
Maar zgne half ernstige, half bevelende
stem geeft haar dadelijk hare relfbeheer-
scbing weder. Nog een licht beven der lippen,
dan heeft zg haren gemoedstoestand in
hare macht en lacht hare echtgenoot vrien-
delijk toe, terwyl zg naar de eetzaal gaat.
Na eene droogte, welke een twaalftal
dagen gednnrd heeft en die in hooge zand
streken vrij veel nadeel deed, is er regen
gekomen.
Onweersbuien plasten zegenend neder
in vele oorden van ons land.
In het geheele Gooi zag men fel weer
licht tusschen half twaalf en twaalf uur
in den nacht van diusdag op woensdag.
Bij Amersfoort woedde de bni. In
den omtrek werden enkele boomen getrof
fen en een tiental telephoon-toestellen in
het ongereede gebracht, doch er viel wei
nig regen. Deze viel in stortbuien neder
te Hilversum, Bnsanm, Naarden en Hui
zen.
Om elf nar van den volgenden dag woedde
boven de Lek een zwaar onweer en even voor
twaalf nnr hoorde men te Amsterdam een
drietal knetterende donderslagen, onmid
dellijk volgend op een kort lichten.
Te BI adel is een jongen, die op straat
liep te spelen, door den bliksem getroffen
en gedood.
Te Hapert zijn tijdens het
onweder de dochter en de zoon van
den brievengaarder Klaassens door den
bliksem getroffen ea gedoolde gedoode
vrouw was weduwe en laat twee jeugdige
kinderen achter.
In de „Veune (Yenne)
Woosten', gelegen tnsschen het westein
de van YRIEZENVEEN en de grens van
Ambt Almelo, staat zoo meldt de
Zwolache Courant, onder dagtee-
kening van 19 Juli het veenachtig
hooiland in brand over eene lengtelijn van
circa 15 minaten. Duizenden kleine vlam
men kruipen tegen den wind op ea ver
zengen zoowel het nog ongemaaide hooi-
gras als de zoden, de hooioppers en de
postboBchjes. Worden er, hetzij van wege
het bestuur der gemeente Yriezenveen,
hetzij vanwege de eigenareD, geen maat
regelen genomen, die blijk geven van
gemeen overleg of gemeenschappelijke sa
menwerking, dan gaan duizenden guldens
te loor, waar eene kleine som, aanvankelijk
besteed, den brand had knnnen beperken.
Dit jaar wordt de meeste schade geleden
door de koopers der grasperoeelen, doch
het volgend jaar zullen de eigenaren der
hooilanden het in hunne zakken gevoelen,
daar de grond geheel zwart brandt. In
1881 duurde een dergelijke veldbrand on
geveer eene week lang en werden honder
den hectaren een paar jaar tot onvrucht
baarheid gedoemd.
Door den bliksem gedood.
Eergistermiddag woedde er een hevig on
weder tusschen HUIZEN en NAARDEN.
De landbouwer Brouwer, die tusschen de
buitenplaats van mevrouw Mij assen en
D r a f n a woont, was op pene weide bij
Hnizen aan het hooien. De bni ziende
opkomen, poogde hij met den ledigen wa
gen snel naar hnis te rijden. Hij giDg
in den wagen zitten met twee van zijne
kinderen en twee arbeiders. Een derde
arbeider deed het hek open. Een schel
licht en de beide paarden stortten neder.
De boer springt op den grond om ze
op te helpen, wat hem gelukt, ze waren
sleohts even verdoofd.
Toen roept een van de kinderenva
der, mijn been zit vast." En naar den wa
gen snellende, vindt hij de beide arbei
ders met hangend hoofd neder lennen. Ze
waren beiden door den bliksem gedood
De kinderen van den boer, die rug te
gen rag bij hen zaten, bleven ongedeerd,
op de voorbijgaande geraaktheid van het
been van het eene kind na.
Een der arbeiders, een oppassend man,
laat vronw en vijf kinderen achter.
Een zeer treurig onheil, dat weer be
wijst, hoe vreemd de bliksem zich een
weg baant. Van de beide gedooden toonde
alleen het kakebeen van den eene en de
schoen van den ander aan, waar de blik
sem getroffen had.
Kolonel Bryan is stil en in aiohzelf ge
keerd en Inea zegt eveneens geen woord.
Hare gedachten aijn bij de arme Sybille.
Juffrouw Blake laat het tweetal geen oogen
blik onbespied.
„Ik volgde nw voorbeeld, lady Dermot, en
ging ook eenige minaten op het terras
wandelen. Het was buiten heerlijk in den
maneschgn," werpt zij vriendelijk, schgnbaar
aonder eenige bedoeling, Ines toe.
Een brandend rood klemt Inea' wangen.
„Ja, het was er zeer mooi," stottert zij,
en het bloed gaat langhaam naar haar hart
terng. Zij slaat de oogen niet op en jnftroow
Blake riet niet anders dan de lange wimpers,
die op de rosé wangen rusten.
Kolonel Bryan, die Ines' opgewondenheid
en zenuwachtigheid bemerkt, plaatst zgne
hooge, breedgeschouderde gestalte toaachen
haar en juffrouw Blake,
„Uw gemaal ried n, een glas champagne
te drinken, lady Dermot," zegt bg, zich
moeite gevende, rijne stem een natuurlijken
klank te verleenen. „Niemand kan den
ganschen nacht doordansen, zoiider eindelijk
het offer van de vermoeidheid te worden."
In de eetzaal hoort men niets anders dan
het gegons der stemmen en het geklepper
der lepels en vorken. De lieve Flora is
door niet minder dan sea heeren omringd, die
al hun best doen, om haar de lekkerste
beetje» aan te reiken.
Joflrouw Grimshaw voert strijd met een
droog bontje van een hoen, dat zooeven
op haar bord gelegd werd.
„Mag ik n iets zoels geven mompelt
een heer, die baar nit medelijden mee naar
de eetzaal genomen heeft en do maar al te
beiorgd schijnt, om haar zoo spoedig moge
lijk van allea te voorzien.
He: hoenderboutje ia verdwenen en ieta
zoeta is er voor in de plaats gekomen, en
daar fluistert de galante heer met groote
haagt
„Gij hebt zeker nu nieta meer te beve
len P" En zg ziet zich, zonder te weten
hoe, in de danszaal teruggevoerd.
Het ia slecht van hemmaar daar hij
voor iederen dans geëngageerd ie, heeft bij
groote haast.
T e r w ij 1 te GIETERVEEN e
nige jongens aan het spelen waren, viel
een hunner, een 12-jsrige joogen, in eene
rechtopstaande bbïs, met het ongelukkig
gevolg, dat de punt er van doordrong tot
in de maag van den knaap, wat diens
dood onmiddellijk tengevolge had.
Schagen, 24 Juli 1897.
Woensdagavond j. 1. had
ten locale van den heer D.v. Ittuiver de
vergadering plaats van de afdeeling Scha
gen dsr Maatschappij tot Nut van 't Alge
meen.
Na opening der vergadering werden de
notnlen gelezen en goedgekeurd.
De verschillende rapporten werden ver
volgens uitgebracht
Bewaarschool, bij monde van den heer
WRoggeveen Ct.
De toestand was gunstig en van de te
genwoordig gevolgde methode werd met
lof gewaagd. De ontvangsten bedroegen
f 1452. 82 Yj, de uitgaven f 978,19, dus
batig slot 1474.63 Yj, tegen f 453.17tyj in 't
vorig jaar, welk kapitaaltje evenwel in kas
moet zijn als reserve voor komende uitgaven.
82 Kinderen maakten van de inrichting ge
bruik, waarvan 41 betalenden.
Volksbibliotheek, bij monde van den
heer Ph. de Heer.
In het afgeloopen jssr werden 698
boeken afgegeven, tegen 457 vorig jaar.
56 nieawe romans waren aangekocht. De
ontvangsten bedroegen f 50.44%, uitga-
ven f 43.09, dus batig slot f 7.35y|t
Volksvoordrachten, bij monde van den
heer J. v. d. Maaien.
De financiaele toestand dezer instelling
was achteruitgegaan, daar het ledental ver
minderde.
Het saldo bedroeg vorig jaar f 9.10 en
nuf 7.50, waarvan nog eenige onkosten
moesten worden betaald.
Zangschool, bij monde van den heer
Jb. Denijs Jt.
71 Leerlingen maakten van die inrich
ting gebruik, waarvan 24 jongens en 47
meisjes.
Huisvlijtschool, bij monde van den heer
PA. de Heer.
16 Leerlingen maakten van deze instel
ling gebrnik, waarvan 15 tot het einde
den cursns volgden.
5 Leerlingen waren er voor het Se jaar,
5 voor het 2e en 6 voor het le. Die 10 voor
het Se en 2e jaar hielden zich
bezig met steek- en bijtelwerk.
De ontvangsten bedroegen f 154.99 Yj,
uitgaven f 151.82, dus batig saldo
f 3.17 Y«.
Uit de rekening van den penningmees
ter bleek, dat ongeveer voor f 9 aan sub
sidies kon worden verleend, welke »om
na eenige besprekingen aan de zang
school werd gegeven.
Op voorstel van den heer J. H. Ree-
sing werd besloten, nogmaals moeite te
doen, een spreker vanwege het Nut te doen
optreden, nl. den heer Van den Berg van
HeerenveeD.
Wegens het vertrek van den heer J.
Winkel moesten worden gekozen: een pen
ningmeester, een lid voor de commissie
voor de Huisrlijtschool en een lid voor
het bestuur van Floralia.
Tot penningmeester werd gekozen de
heer J, H. Ressingdie zich de benoeming
liet welgevallen.
Tot lid der commissie voor de Huis-
vlijtschool werd benoemd de heer L. N.
Roodenbnrgwien van zijne benoeming ken
nis zal worden gegeven.
Tot lid van de Commissie van Floralia
werd gekozen P. Trapman, die eveneens
de benoeming aanvaardde.
Het voorstel van den heer IA. B. Roep,
betreffende het maken van de gymnastiek-
klassen tot eene instelling van het Dept.,
werd aangehonden tot de volgende verga
dering.
Tot leden van de commissie tot nazien
der rekeniDg werden benoemd de heeren
P. Buis Jt., C. Roggeveen eD J. v. i.
Maaien.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Baby Grimshaw maakt veel opbef van
haar souper.
„Sleebts een weinig gelei, ik ben niet
in staat, op een bal iets te gebrniken," segt
ze, met ware ontzetting kijkend naar een
meisje aan hare zijde, dat met grooten smaak
den inwendigen mensch versterkt.
Baby laat bare handschoenen vallen, baar
waaier en haar zakdoek. Zij worden voor
haar opgezocht. Vervolgens speelt ze net
als een kind met hare gelei-
Als zg de waarheid zon willen bekennen,
heeft zg op dit oogenblik een ontzettenden
honger en lijdt hare maag bij het z'®n van
al die lekkernijen ware Tantalna-kwellingen
maar immers, slechts gebuwde en oude luid-
jes mogen een sonper flink aanspreken.
„O, geen champagne, een klein, heel klein
droppeltje. Zal 't mij niet naar het hooic stg-
gen vraagt zg, volkomen ernstig in het ge
laat van het mannelgk wezen blikkend, dat het
over aijn hart heeft kannen verkrijgen, hare
kinderlijke wenaehen te vervallen.
Daarna komen de amandelen en de knal-
bonbons, O, die lieve, heerlijke gilletjes bg
het knallen der bonbons en die kinderlijke
schuchterheid bg het lezen der versjes. Op
het eene wil zij hem ouder geen eDkel be
ding een blik latcu slaan, zonder dat hg er
evenwel naar verlangt. Het volgende doet
haar diep blozen-
De naast haar zittende jonge dame, die
werkelijk eet, champagne drinkt, haar waaier
en hare handschoenen niet laat vallen, geen
knalbonbons gebruikt, geen gilletjes slaakt,
voert ruatig en kalm een gesprek met den
heer aan bare zgde-
Toch schijnt zij veel vrouwelgker, veel
meisjesachtiger dan Baby Grimshaw, die haar
gelei ongennttigd laat staan en met eene
hongerige maag weder opstaat, omdat het
niet passend is, op een bal te eten.
WORDT VERYOLGD.
Snelpersdruk van P. Trapman te Schagen.