Donderdag 5 Augustus 1897.
41ste Jaargang No. 3227.
Vasthouden van Eenden.
Het Gymnastiekfeest.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTEXTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: SCHAGKH, Laan, D 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
Medewerker .1. WIKKE L.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 8.60.
Atzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 et.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Ge meenteSc hagen.
Bekendmakingen.
FEUILLETON.
PLAATSELIJK NIEUWS.
61661 liÊIIS-
AinrtEBiie-1L11MM
Ter Secretarie dezer gemeente zijn in
lichtingen te bekomen omtrent eene ge
vonden portemonnaie, inhoudende ee-
nig geld, terwijl inlichtingen worden
verzocht omtrent een verloren gouden
ketting met krnis.
Burgemeester en Wethouders van
SCHAGEN;
Gezien art. 45 van de Politie-verorde-
ning dier gemeente,
Brengen bij deze ter algeraeene kennis,
dat vanaf heden tot en met één October
a.s. de eenden binnen die gemeente op
gesloten of gehokt moeten worden.
Nalatigheid is bij de politie verordening
strafbaar gesteld met eene boete van ten
hoogste f 25 of hechtenis van ten hoog
ste zes dagen.
Schagen, 27 Juli 1897.
Burgemeester en Wathouders voornoemd,
S. BERMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester van SCHAGEN, daar
toe de aoodige aanschrijving ontvangen
hebbende, brengt ter algemeene kennis, dat
tot den werkelijken dienst wordt opgeroe
pen onderstaande verlofganger der lich
ting 1894, te weten
Slijkerman Nicolaas, behoorende tot het
4e Regiment Infanterie (Garnizoen Leiden)
tegen 25 Augustus a. s.
Welke verlofganger op genoemden datum
bij zijn korps present zal moeten zijn voor
des namiddags 4 ure.
Schagen, 27 Juli 1897r
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
Schagen, 4 Augustus 1897.
Het zag er zaterdag niet naar uit, dat
het groote Tuinersfeest in onze gemeente
begunstigd zou worden door heerlijk zo
merweer zware regenwolken dreven den
geheelen dag over onze plaats, elk oogen-
blik dreigend, zich in stroomeu waters te
zullen ontlasten.
Het bleef gelukkig bij dreigen, want de
Noordenwind zorgde wel, dat de regen
druppels hoog in de lacht bitven zweven
en niet naar beneden kwamen, om onze
prachtige versieringen te bederven en de
feestvreugde te verwateren. WtB het den
geheelen dag druk op de straten en bij de
huizen met het aanbrengen van lange, groene
sierslingers, met het nitsteken van vlaggen,
het bevestigen van transparanten, het op
hangen van lampions, enz., enz., tegen
half vier nam de levendigheid nog toe,
toen van enkele omliggende plaatsen de
turners kwamen opdagen in hunne witte
broeken, blauwe jekkers en zilvergeian-
de petten. De trein van drie bracht
turnmakkers van verder afgelegen streken,
zoodat tegen vier nur hnn aantal groot
genoeg was,om eiken vreemdeling de vraag te
doen uitwinnen, welk feest er eigenlijk in
Schagen gevierd zou wordenhij kon
het zien een turnfeest.
In Lycurgus' turnlocaal werden de gas
ten het eerst ontvangen. Een woord van
lof komt den locaalbouder, den heer Kaan,
toe voor de wijze, waarop hij zijne zalen
ter eere der gymnastiek had versierd.
Groene slingers, met rozen doorweven, wa
ren in groot aantal kruiselings ter halver
hoogte van het turnlocaal opgehangen,
schilden met opschriften waren hier en
daar aangebracht, op het tooneel stond
eene fraaie collectie sierplanten, in één
woord, de heer Kaan had niets gespaard,
om te toonen, hoe vereerend hij het voor
zich'Vond, de plaatselijke gymnastiekveree-
niging „Lycurgus* altijd en het feestvie
rend Gewest voor deze dagen in zijne lo
calen te mogen ontvangen.
Inea zit met een treurig gelaat en eeu
beklemd hart naar hare zuster te luisteren
en aij kan haar geen troost geven.
Wanneer ik dit alles maar aan Moritz
kon meedeelen," denkt zij, met een kinderlijk
en oprecht vertrouwen aan zijn steun. Moritz
is evenwel in sommige dingeD, ondanks zijne
groote goedheid, zeer hard en «treDg en
wellicht zou bij niet dulden, dat zj) Sybille
wederziet. Met eeu diepen zucht zet zj)
zich die gedachte uit het hoofd.
Daar schiet haar evenwel eene andere
gedachte door het breiu. Zij beeft bemerkt,
hoe armoedig Sybille gekleed ia en zjj ont
steld bij de gedachte, dat zij zelve zooveel heeft,
dat alle geluk en weelde haar deel is, en de
ander alles moet ontberen. In het volgende
oogenblik heeft zij hare zuster reeds eene
volle beura in de hand gedrakt. Blozend
en aarzelend, terwijl tranen van innige deel
neming over hare wangen stroomen,
zegt zg
„Laat mij u helpen, zooveel in mijn
vermogen ia, lieve SybilleGij znlt voor
die groote reia geld noodig hebben en Mo
ritz heeft mij dit vandaag joiat gegeven. Riet
waar, ge neemt het aan Bet ia maar
twintig ponden gij znlt het zeer nut
tig kucDen besteden.'
En Sybille antwoordt vacht: „Ter-
wille van mijn kind neem ik het geld
aan.'
e
Met het verschijnen van den zomer heeft
mevrouw Blake eene nieuwe gedachte gekre
gen. Ala de gele bloemen op de weiden
en in het boach onder de hekken en ha
gen doorkijken en de waterlelies bij hon
derden exemplaren op de meren en
vaarten dansen, dan verzendt mevrouw
Blake eene uitnoodiging aan mijnbeer
Ker, om eenige weken op Rivers te ko
men doorbrengen.
„Wij kannen geen bijzondere genoegens
aanbieden,* schrift mevrouw Blake op een
groot vel papier, met haar sierlijk monogram
prijkend, maar ik weet, dat ge een vriend
van den zoo-er zijt, en daarvan tont ge hier
op dit oogenblik rijkelijk genieten- Ik hoop,
dat ge er genoegen in znlt hebben enz.
Mijnheer Eer ia, evenals vele den
kers, een groot liefhebber van visschen en
daarvoor heeft bij op Rivera eene zeer schoo-
ne gelegenheid, maar hij overlegt en over
legt rog eens, of bet wel erg verstandig
van hem ia, de uitnoodiging van mevrouw
Blake aan te DemoD, maar nochtans, hg doet
hek Op een schoonen morgen begeeft bij
zich met pak en zak, waarin ook alle visch-
benoodigdbeden, naar het station en reist,
verheugd over het wederzien van Alice, naar
Rivera.
Juffrouw Flora Blake begrijpt de reden,
die hare moeder voor deze uitnoodigicg
heeft, zeer goed en lacht er over.
„Ik hoop, dat uw plan moge gelukkeD,*
merkt zij spottend op. „Gij kunt mijnheer
Eer africhten, Alice op hare bezoeken aan
het slot Drumaneen te vergezellen; zij ia
waarachtig daar den ganschen dag, ofschoon
ik nog to weten moet komeu, welke aantrek
kingskracht die vrouw van Moritz toch
heeft.4
„Neen, inderdaad I' antwoordt mevrouw
Blake. „De arme Moritz ia steeds een
groote dwaas geweest."
Toen ter tijd evenwel, toen zij hem
voor den echtgenoot van jFlora bestemde,
hield zij bem niet voor een dwaas. Maar de
zaken hebben nn anders baar beloop ge
kregen, en mevrouw Blake zou zichzelf
verloochenen, ais zij deze tchoone gele
genheid niet aangreep, om haar gede-
aerteerden schoonzoon een kleinen hoaw te
geven.
Alice is reeds vier weken thuis. Vier
weken ia ook het voorjaar verder gegaan
en bet land ziet er betooverend nit, als
mijnheer Eer in den avondzonneschijn de laan,
die naai Rivera voert, langs stapt
Ook op de wit marmeren plaat, die Jim'a
graatbeuvel dekt, en op Alice's treurig ge
zichtje schijnt de ion. Het jonge meisje
knielt hedenavond neder op de plaats, waar
Jim rust en hare tranen vloeien en vallen
op de blauwe vergeet-mg-nieten, welke zjj
daar met eigen hand heeft geplant.
„Jim, Jim, mjjn eenige gelietdel' fluistert
zij nog even hartstochtelijk, alsof zijn oor
die woorden kon verstaan.
Ce zachte lentewind suitelt door de groene
taxisboomen en door de bolder groene bladen
der lindebcomen. Aandachtig en in diepe
smart drnkt zij hare lippen op het koude
marmerdan staat zij op, om langzaam naar
hnis te gasn, om den vriend van Jim te be
groeten, die beden avond komt.
O daar is Alice,4 reept meviouw Blake
vioolijk, als Let jonge meisje de kamer
De heer L. J. Roggeveen, voorzitter van 1
„Lycurgas,* heette de verzamelde turners,
die met de Feestcommissie en belangstel
lende toehoorders ten 4 are Cérès vulden,
op zeer hartelijke wijze welkom. Lycurgus
achtte zich vereerd, zeide hij, de zuster
verenigingen in hare plaats, in haar lo
kaal weer te mogen ontvangen. Niet al
leen Lycnrgus, gansch Schagen, blijkende
nit de wijze, waarop de Feestcommissie, de
burgerij zich oeijverd had, de plaats in
ieestdos te steken. Vond spreker het
jammer, dat op dit oogenblik nog betrek
kelijk zoo weinigen hier aanwezig konden
zijn, zondag zonden meerderen rondom de
Bondsbanier geschaard wezen en door hun
werken eerbied en bewondering afdwingen
voor de zaak, die allen turners heilig is,
de zvak der gymnastiek. Met een: „Leve
de gymnastiek* besloot de heer Rogge
veen zijne warme toespraak, die lnide werd
toegejuicht. De voorzitter van het Gewes
telijk Bestuur, de heer N. van Rooi jen,
dankte don heer Roggeveen voor zijne aan
gename woorden, verklaarde, dat Schagen
en Lycurgus er verzekerd van Konden
zijn, dat de hartelijke ontvangst hier op
hoogeu prijs' werd gesteld en sprak den
wensch uit, dat de uitvoering van heden
de laowen mocht prikkelen, tot de gym
nastiek toe te treden. De turners zouden
toonen, dat ijver, geestdrift en kameraad
schap echte tnrnereigeDschappen waien.
Dat de laatste woorden van den voorzitter
tot Lycurgus„Uwe vereeniging blijve een
sieraad van ons Gewest* ten donderenden
boedsklap uitlokten, behoeft zeker niet ge
zegd te worden.
In vroolijke gezelligheid en onder het
genot van een heerlijk glaasje bier, den
gasten door Lycurgus aangeboden, werd
een half u uitje in Cé.ès doorgebracht.
Daarna trok men op naar het oefenings-
leirein, waar aan hoogrek en harren, af
gewisseld door vrije oefeningen, stazfoefe-
uingen en springoefeningen, de bewijzen
werden geleverd, hoe gymnastiek de spie
ren staalt, hoe vaardigheid wordt verkre
gen en gezondheid behouden.
Menige oefening, wel geslaagd en goed
volbracht, dwong het pnbiiek tot lnide
toejuichingen en oprechte bewondering
voor de kranige mannengestalten. die er
binnentreedt, waarin de overige familie John
Eer reeds welkom geheeten heeft.
Alice wist, dat hij er reeds was; maar aij
was zich eerst gaan verkleedon voor het diner.
Zy moest nog eenige minuten alleen zijn,
want zg is niet in staat, om, wanneer zij juist
een gesprek met baar Jim gehad heeft,
dadelijk met haro gedachten naar wereldeche
taken terug te keeren.
John Eer vertrouwt zijne eigen oogen
nauwelijks, als zij in eeDe met kant versier
de, rose japon binnenkomt. Bij heeft baar
sinds den dood van Jim niet anders dan in
't zwart gezien en deze verwisseling van
kleuren overvalt hem In het eerste oogen
blik vergeet hij, dat men in een bont kleed
even diep en oprecht treuren kin, sis wan
neer men in krip gekleed is, en niet eerder,
dan als hij haar in de oogen ziet, ontdekt
hij, dat de oude kommer nog in zijne volle
zwaarte op haar arm hart drukt. Zij treurt
DOg even oprecht over het verlies van haar
eecigen Jim.
De slanke gestalte een weinig gebogen,
staat zg voor hem, het sehoooe haar
uit het blanke voorhoofd gestreken en de
goodblonde vlecht rondom bet sierlijke
hoofd gebonden een waar beeld van
tachte vrouwelijkheid, dat wellicht door
de onderdrukte smart, welke in de grijze
oogen en om haar zoeten mond ligt,
slechts te aantrekkelijker is.
John Eer gevoelt sgue ganscbe ge
stalte bij den druk harer zachte vingeren
beven en herinnert zich, hoe Jim bg
zijn sterven hunne handen in elkander
legde en bem het dierbaar meisje als
bei'ige nagedachtenis op het hart drukte.
Dacht de arme Jim toenmaals aan de
mogelgkheid van eene vereeniging van
hen beiden in de toekomst? Dacht
Jim toen aan den tijd, waarin Alice
voor eene nieuwe liefde vatbaar en ont
vankelijk zou kunnen worden John Eer
is het aandenken van zijo vriend te
trouw, om deze gedachten, wanneer ag
in hem opstijgen, meer dan gedachten
te laten worden. Een hart blijft even
wel een hart, zoolang de wereld bestaat,
en bet zgne klopt nu bijna tot berstens
toe, als hg aan hare zijde staat en
en naar hare kalme woorden van wel
kom luistert.
Mevrouw Blake is niet in staat, eene scè
ne zich van zelf (e laten ontwikkelenzij
is er steeds mede bezig, alles te bespoedi
gen. Zoo treedt zij ook nu op hare dochter
toe en iegt haar de band op den schouder.
„Alice zeide mij, mgnheer Eer, hoe goed
gij voor haar in Londen zijt geweesthoe
bij dozijnen te tellen waren. De tribuoe
was tijdens het werken flink bazet. De
tijd tusschen het einde van der turners
eerste optreden tot des avonds 8 uur,
ontvangst der Feestcommissie, werd groo-
tendeels doorgebracht in lokalen, waar
vleesch, eieren, melk en andere verster
kende middelen in ruimen voorraad ver
krijgbaar waren. Veel beweging was er
toen niet op straat, want ah de katjes
muizen, mauwen ze niet, en een turner is
wel een kranige kerel, maar eten en zin
gen of optochten houden en meteen dorst
lesschen kan hij evenmin sis andere
menschenkiDderen gepaard doen gaan.
Om 8 nur was het vol, overvol in Ly
curgus' turnerlokaal eu menige zweet
druppel was al afgedroogd, eer de voor
zitter der plaatselijke Feestcommissie, de
heer A. W. v. Kluijve, het woord kon
nemen, om namens genoemde commissie
de turners welkom te heeten. Het is
mij een eer, sprak de heer van Kluijve,
en een aangename taak, U allen hier nit
naam van Schagen een woord van welkom
toe te mogen roepen, U niet alleen met
betrekking tot ow persoon, maar rooral
ook als vertegenwoordigers van de
gymnastiek, waarmede ik dwaep. Spre
ker vond het immer aangenaam, een turner
de hand te kunnen drnkken, met turners
eenige uren gezellig samen te zijo. Het
speet hem, dat de zaak der gymnastiek
niet sneller vooruitging en somde de oor
zaken op, die dit te weeg hadden ge
bracht: wielersport, roeisport, enz. Gym
nastiek, zeide spreker, is toch de groote
kurk, waar alle sport op drijft en daar
om most gymnastiek ijverig beoefend
worden. Na een parallel getrokken te
hebben tusschen gymnastiek eu karaktervor
ming en den wensch te hebben geuit, dat
deze uitvoering eene schrede nader mocht
brengen tot het doel, dat het Nederl.
Gymnastiekverb. zich voor oogen stelt, ein
digde de heer ra» Kluijve zijne boeiende rede
met de aanwezigen uit te noodiges, een glas
te wijden aan het Gewestelijk Bestuur. Met
een fermen bondsslag aan den voorzitter
van het Gewestel. Bestuur en een aan den
heer van Kluijve, werd uiling gegeven aau
de gevoelens, die spr. bij het publiek had
opgewekt. De heer van Rooijen daukte
gij na haar vertrek nog voor hare ar
men hebt gezorgd. Ik vrees, dal zg hier uwen
vriendelgkin bijstand mist, want wij inte
resseeren ons bijzonder voor de armen en
lijn er altijd op bedacht, hen te ondersteu
nen maar wg kunnen daaraan niet al onzen
tijd opofferen en alle andere plichten verge
ten. Ik vrees inderdaad, mijnheer Eer, dat nu
ook eeu deel van het werk op uwe schou
ders zal komen, wat het dusverre Alioa's
deel was."
Alice bloost en doet eenige stappen achter
waarts.
„Het is wel wat te veel verlangd van
mijnheer Eer, om rich aan die opdracht te
onderwerpen, mama,4 zegt zij op koelen
toon, want zg is van natnre schuw en terug
houdend, en dat hare moeder plotseling
zooveel belangstelling aan den dag legt,
waar het haren vriend betreft, dat bevreemdt
haar wel wat al te zeer.
Mgnheer Eer daarentegen verzekert, dat
hy gaarne bereid is Alioe te helpen, en
daarmede is de zaak afgeloopen.
Later gaan Alice en myoheer Eer samen
naar buiten en wandelen op en neer voor
het huis.
„Gy hadt niet verwacht, dit te tien," zegt
Aliee, op bare gekleurde japon wijzend eu
een oogenblik Jobn Eer in de oogen siende.
Vervolgens voegt zij er half verontschuldigend
aan toa „ik draag het ter wille van-mama,
en mg is het eigenlijk hetselfde, wat ik
aan heb.4
Na eenigen tijd komt mevrouw Blake naar
buiten, zendt in bare moederlijke bezorgdheid
voor de nadeelige avondlucht Aliee naar
binnen en begint nn zelf met mgnheer Eer
op en neer te wandelen.
„Hoe vindt ge, dat Alioe er uit ziet?'
vraagt zij eindelijk, nadat meerdere ande
re zaken besproken zijn.
„Ik vind, dat ig er voller en krach
tiger uitziet,* antwoordt mgnheer Eer.
„Inderdaad Nu, dat is goed. Ik geloof,
dat haar verblijf in Londen haar veel goed ge
daan heeft. Gij hebt haar ook geholpeD.
baar verdriet te overwinnen. Ik heb er o
nog Diet mijn dank voor gebracht, dat
ge u, het arme kind zoo hebt aangetrokken."
Hg heeft een eenvoodig, open gemoed,
daarom antwoordt hg zonder eenige te
rughouding;
„Ik sou alles doen, waartoe ik in slaat
ben, om harentwille en tot aandenken aaD
den armen Jiin.'
Mevrouw Blake zucht diep.
„Ach ja, kapitein Lesroy wss uw vriend
Ik kan nog maar altoos niet de gedachte
van mg alzetten, dat die vai aan eene wjjte j
wederom den heer van Kluijve voor zijne
warme, hartelijke loesprask, sprak van ou
de, aangename herinneringen, van onze
goedgezinde bargerij, enz., en eindigde met
een laid
„Leve de Feestcommissie!'
Weer volgde bondsslsg op bondsslag,
liederen en luide vreugdekreten, tot de
klok van negen uur ter fakkeloptocht riep.
Met opgewektheid werd daaraan deelgeno
men door turners, Feestcommissie, Harmo
niekapel, vaandeldragers met banieren en
de geheele Schsger burgerij, oud en jong.
Tegen 10 uur was de optocht afgeloopen
en vereenigden allen zich weer in de Cé
rès tot een recht gezellig samenzijn. Meer
„gepaard* dan voor den optocht zatan de
heeren turners met hunne dames-belang
stellenden in de gymnastiek (of de gym
nasten te luisteren naar de woorden van
den Geweslelijken Voorzitter, die het
gezellig samenzijn opende met eene
toespraak aan allen, wier mede
werking op zoo hoogen prijs wordt
gesteld, aan de heeren Leuting, van Alen
en P. C. Geril, commissie van beoordee
ling der uitvoering, aan den ond-com-
missaris, den heer Th. Roep, aan allen,
die blijken geven de zaak der gymnas
tiek te willen voorstaan. Spreker sprak
den wensch nit, dat de turners zouden
toonen ook bij dit feest, dat zij zich we
ten te beheerschen bij hun werkeD, maar
ook bij hunne vroolijkheid, opdat zij de
ontvangst hier in Schagen waardig moch
ten heeten.
Met een „Leve het Nederlandsch Gym-
nastiekverbond' eindigde de heer van
Rooijen zijne, met een bondsslag der tur
ners bezegelde, rede. Eo nu begon eigen
lijk het gezellig samenzijn, waar verslag
gevers gewoonlijk van zwijgen, omdat het
daarbij mees'al wat intiem toegaat en al
le officiëeligheid ter zijde wordt gezst.
Van 11 tot 4 wisten sommigen dat sa
menzijn zich aangenaam te maken, wel
een bewijs, dat het den naam van „ge
zellig" niat ten onrechte werd gegeven.
Eeu nacht heeft Schagen van zaterdag op
zondag niet gekend.
Zondag zette zich de dag uitstekend in:
het zonnetje schoof de wolken weg en
lachte de feestelijk gestemden in onze ge-
bes'.iering der Voorzienigheid moet worden
toegeschreven. Hij redde myn lief kind
voor een leven vol ontgoochelingen."
John Ker's edele nalunr lijdt bg dere
koele, kalme behandeling van dergelgko
zaken.
„Arme Jimzegt hij zacht voor zich
been. Vervolgens gaat hg voort
„Ik geloof, dal ge hem onrecht doet,
mevrouw Blake. Zoover ik hem kende, zou
hg slechts geleefd hebben, om Alice gelnk-
kig te maken-*
Mijnheer Eer beoordeelt zijn vriend tan
zgn standpunt nit en in het gevoel der
innige, onwankelbare liefde, welke hij voor
Alice in het harte draagt. Mevrouw Blake
kan het niet over zich verkrijgen, hem in
die dwaling te laten.
„Ik ben het volstrekt niet met n eens,
mijnheer Eer I" antwoordt zij.
.Eapitein Lesroy was een slechte, een
zedelooze man, en ik hecht maar zeer
weinig waarde aan de betuigingen van
beronw, die bg op zgn sterfbed gedaan
heeft. Mijne arme Alice zou een ellendig
leven aan zgne zgde geleid hebben.
„Nu koester ik nog een enkelen wensch
en wel, dat zg een goeden, trouwen man
vinden zal, die in stsat zal zgn, haar
waarachtig gelukkig te maken.'
Na dezen niet mis te begrijpen wensch
ralt het mevrcuw Bleke plotseling in,
dat de thee in het salon haar wacht en
zy gaan naar binnen, Dien avond trekt
zjj zieb, tevreden over deze eerste
schrede, op hete kamer terug, en zij heeft
meer goede hoop op de toekomst, dan zij
ooit heeft gehad.
HOOFDSTUK XXXIV.
Het is de tijd der rozen, die zoete,
heerlgke tijd, wanneer de koningin der
bloemen zich ontplooit, om den koesterenden
kas der zoone te ontvangen. De rozentooi
van het slot Drnmaneen heeft sedert jaren
eene groote beroemdheid verkregeD.
Het onderwetsche, zorgvuldig geknipte
grasperk is als met witte en roode sneeuw
bestrooid- Teder windje voert een heerlijken
gear weg, dien de bloemen, welke
in ontelbare massa en klenren zich hier
ontvonwec, van zich deen uitgaan.
Sir Moritz is zeer trotsch op deze rozen
massa. Bgzonder verheugen die stammen
zich in agce sympathie, die reeds in zgne
kindsheid zgn geplant en waaraan hg in
zgn overmoed de kleine haxden prikte. En
daarvan bestaat nog een groot aantal.
Y\ ORDT VERVOLGD.
üagon leeg i ae lieve.~Kiein9 meesm. i mnv mrm» „rnnimr _nnr is wet een teer aen Kleine eene oeweuiglDK W«reu, uer ais «e wei ueuaeu zouut. IK geioc niet, uui zou» «.v. W uwu ev. gui-Voui gv»u