J
s»«!ïir
De lichtzijde.
Burgerlijke Stand.
Gemeente Winkel.
Gem. Z|jpe.
I
E
Een rupsen plas g.
j Een correspondent van La Nature werd
i gedurende een verloop van bijna een maand
in de departementen van de Charente en
de Charente Inferieure getrotfan door het
1 feit, dat ganeche bosschen, soms ware
j wouden, door de rnpaan volkomen ont-
f bladerd waren. Vooral de eiken hadden
in dit opzicht het meest te lijden. Hij
merkte op, dat de dieren, wanneer zij de
i bosschen hadden kaal gevreten, deze bij
geheele legers verlieten en zich naar elders
begaven.
De snelheid, waarmede de rnpsen zich
voortbewogen, is grooter dan men zon den
keizij leggen ongeveer 1.2# M. in de
minuat af, dos 60 k 72 meter in het uur.
Om van de uitgestrektheid 'van deze
k plaag een denkbeeld te krijgen, verhaalt
correspondent het volgende. Tusschen
'^le stations van Neurric en Ronillac op
8de lijn Saint—Jeanne d' Angély naar
Angonlème vindt men vrij uitgestrekte
bosschen. Eeu daarvan had door de rup
sen zijn loof verloren en de dieren bega
ven zich nu naar minder geteisterde wou
den. Te dien einde moesten zij den spoor
weg passeeren, en gedurende vier dagen
doorsneed eene processie van rupsen
de rails. Het aantal der verpletterde
rupsen was zoo groot, dat de wielen van
de locomotieven geen vat meer op de rails
hadden en dat de trein bleef stilstaan. De
machinist en de stoker moesten van de
machine stijgen, om de rails voor de loco
motief over eene uitgestrektheid van meer
dan 100 meters schoon ts vegen en de
wielen van de locomotief te reinigen.
De zachte winter heeft zeker de ontwik
keling van de rupsen bevorderd, ma&r de
berichtgever schryft dien toestand vooral
toe aao de ter plaats) heerschende ge-
WOOnts bij mannen ea kinderen, om alle
vogelnesten, die zij kunnen opsporen zon
der genade te vernielen.
Eiervlekken op zilveren
lepels verwijdert men met roet.
Muziek en Wangen.
De duitsche pers maakt gewag van
twee nieuwigheden, die der vermelding
waard zijn, ten eerste, omdat ze kenmer
kend zijn voor het peil van den voornit-
gaug, ten tweede, omdat zs geschikt zijn,
om een bedroefd mensch op te vroolijken.
Berlijn bezit tegenwoordig zijn „unmo-
sikalischeu Musikerinnen'. Wanneer men
vaaesn^ dameskagel^ gaat genieten,
dan vallen direcTTn het oog eenige dames,
die een bijzonderen ijver aan den dag leg
gen, en het publiek door hare vlugge
vingertjes verbazen. Zij schijnen de noten,
het eene blad vol na het andere te ver
slinden en het is, of op één avond alles
uil de viool moet, wat er in zit.
En wanneer na afloop van het stuk ee
nige in de nabijheid zittende heeren mom
pelen van „eutzfickend', dan maken zij
zeer bevallige bnigingen. Voor al die
moeite krijgen zij 12 tot 15 gulden per
maand. Toch is dit schrale honorarium in
evenredigheid met hetgeen zij leveren,
want de snaren harer violen en strijk
stokken zijn dik met zeep besmeerd, en
de dames dienen slechts, om der kapel, wat
het uitkijk betreft, wat meer aanzien te
3 tweede nienwigheid is het volgende.
Mejuffrouw Eltriede Latekiewitz te Berlijn
heeft een eenvoudig middel gevonden, om
schrale dames „mollig* en mager* heeren
„zoo vèt als modder* te maken, althans
wat het gezicht betreftmet ronde woor
den, zij heeft de knnstwaDgen uitgevon
den. Het gezichtsbedrog wordt in het leren
geroepen door een metalen ring, die in den
-mand geplaatst wordt en die ook aan een
kunatgebid kan verbonden worden. Welke
gewaarwordingen het „betikken* of „be-
streelen* vau zoo'n wang opwekt, weet
men nog niet, maar ons dnukt, dat grieze
ligheid de hoofdtoon der gewaarwording
moet zijn. En hoe de wang zich houdt te
genover een goed afgewerkte oorvijg moet
de uitkomst nog laeren.
Een anecdote van Char-
lotte Wolter.
De overleden actrice Charlotte Wolier
hield langen tijd haar huwelijk met den
tegenheid pis', en met de moeste beslist
heid groet zij haar gast en drnkt de oade
dame hartelijk de beide handen.
,M.jn lieve, oude vriendin, hoe goed van
u, mij te bezoeken- En nu moet ge mij eens
alles over uw neef en Sybille vertellen.
Mijn goede jongen is Daar zijne vrouw ge-
soeld naar onee arme, kleine Ines Hoe
zonderling beeft d e taak zieb ontwikkeld".
Dit alles wordt met de meeste lieftalligheid
geuii, de trillende lippen van de lady be-
wijten even web dat het daar binnen niet
zoo kalm is.
„Wanneer Sybille zoo mooi is als Ines,
dan «al ik dat verrukkelijk vinden", zegt ze
hartelijk.
Mevrouw Bryan echter antwoordt,Ik mag
eene «onderlinge, oude ziel zijn, de vrouw
van nw zojn, lady Dermot, beb ik steedz
lief gebad.*
V Lady Dermot wendt sich af en zucht
„Mjn arme Morits, wat heeft hij ge-
led 3D 1"
be minnelijken graaf 0'8allivan geheim en
zij was reeds langer dan tien jsren ge
trouwd, eer het algemeen bekend «as,
dat zij gehnwd was. Op de theater-affiches
bleef zij al dien tijd mej. Wolter. Het
huis, dat de graaf en zijn echtgenoote aan
den „Opernriug" in Weenen bewoonden,
had twee toegangen tegenover elkaar, en
daar Charlotte Wolter steeds gewoon was,
om de bezoeken, die zij ontving als gra
vin CPSallivan streng te onderscheiden van
de bezoeken, die men bij haar aflegde als
actrice, stond op het plaatje op de eene
denr„Oraf O'Sullivan", en op het ande
re „Fiaulein Woltar".
Nn gebeurde het eens, dat een feest
commissie eeD rondgang deed door Wee
nen teu behoeve van een voorgenomen
liefdadigheids-voorstelling. In zwarten rok
en met witte das gingen de heeren rond.
Een zeer jong edelman, die Charlotte Wolter
nog nooit had gezien van aangezicht, tot aan
gezicht deed ook mee wegens zijn schoon klin
kenden naam. Op zijn lijstje stonden al de
namen van de voornaamste bewoners aaD den
„Opern-R'ng" en zoo zag hij naast elkaar
staan Graaf O'Sullivan cn xej. Wolter.
Zijn rijtuig hield stil voor het huis.
Vergezeld van een vriend snelde onze
edelman de trap op. Graaf O'Sollivan
te spreken De dienaar antwoordde van
neen, maar mevrouw de gravin is thais,
en het z»l haat een genoegen zijn
De nitnoodiging tot het feest wordt over
gebracht en aangenomen, men babbelt nog
eenige minuten en nu vraagt de dame des
huizes op argeloozen toon Ea naar
wien gaat u nn, heeren O, naar Wol
ter, hierover 1 antwoordde de jonge man,
en zette daarbij een heel weinig eerbiedig
gezicht. De jonge man meende op het ge
laat der gravin iets te zien, wat hem
misnoegen toescheen, althans hij voegde
er vergoelijkend bijOch ja, gravin, we
moeten zulke menschen ook wel meenemen.
U weet het ook wel, we kunnen et nn
eenmaal niet buiten Wat zal men er
aan doen En zuchtend streek bij daarbij
zijn handschoen met een gewichtig gelaat
glad.
De gravin stond op. Jawel, vooral
ik kan er niet bniten, antwoordde zij
glimlachend en nam afscheid. Twee mi-
nnten later staan de heeren aan de over
zijde in het salon der actrice De portisre
wordt geopsnd en dezelfde dame treedt
binnen. Wa wat gravin
Als het n belieft, ik ben nn mevrouw
Wolter, en het spijt mij, dat u niet
buiten znlke menschen kant Het gezicht
van den joogen edelman moet er op dat
oogenblik heel dom uitgezien hebben.
Volgens een bericht uit
Kaapstad loopt daar het gerucht, dat pre
sident Krüger besloten heeft, zich
niet herkiesbaar te stellen.
Uit de f rtnsche schr ij
verswereld.
Aan een bekend Parijsch feuilleton-fa
brikant is voor eenige dagen een heel
grappig ODgeval overkomen. Een groot
Parijsch blad had aan 't eind van het vo
rige jaar bij dezeo schrijver een feailleton-
roman besteld, zooals in het verd'ag luid
de tegen een frauc per regel. Onze teuille-
tonist ging naar een ouden schrijver, een
geheimen medewerker van tal vaD levende
celebriteiteu, die op zich Dam het feuille
ton te schrijven voor 25 eentimes per
regel.
Het blad was eenige weken geleden
juist van plan, het tweede deel van den
romau te beginnen, toen onze schrijver
vernam, dal zijn oude medewerker zeer
zwaar ziek lag. Hij liep bij hem aan en
vond hem stervende. Zeer verontrust over
het lot van zijn fenilleton-roman, snelde
hij naar het bureau van het blad, waar
hij zich de laatste 15 nummers van de
courant liet geven. In tien verdere vervol
gen bracht hij den roman gezwind tot
een einde. Toen met het manuscript naar
de redactie. „Wat is dat P" vroeg de re
dactie-secretaris. „Wel, het vervolg en het
slot van mijn rovnan 1"
„Wil u het dan veranderen want het
is al hierdrie dagen geleden ontvingen
we het manuscript 1"
Men kan zich het verblufte gezicht van
den auteur voorstellen
De zaak hsd zich zoo toegedragende
oude schrijver van 25 centimes per re
gel had het werk aan een anderen leve
rancier t'gen 10 centimes per regel over
gelaten, en deze had den roman geheel
rastig voltooid.
Inde kas van den Voog
dijraad van den Petersbnrger adel is een
groot tekort ontdekt, n.l. 18.246 roebel
in b>ar geld en 124.400 roebel in gelds
waardig papier. Da kassier Prrilenzki, die
voortvluchtig is hij had om verlof ge
vraagd en keerde niet terug wordt als
misdadiger van de verdnistering vervolgd
en gezocht. Hij had vóór zijn vertrek voor
zijne dochter etne woning voor 1000 ras
hels gehunrd en betiald en 15.000 roe
bels op havr naam in de Staatsbank ge
deponeerd. De gestolen gelden waren uit
sluitend eigendom vau weezen.
Bloembollen in de kamer, j
Om in den winter te kannen genieten
van den vollen bloei van hyaciDthen en
tulpen, zorgt men reeds in September de
vroegst bloeiende soorten te koopen, l»at
ze in de zon eenigszins nadrogen (dit is
van groot belaog) en plant ze dan ter
stond (in smalle en hooge potten), zoodat
de top van den bol juist zoo hoog staat
als de bovenste rand van den pot. Nu
plaatst men de aldns geplante potten in
eene 30 cM. hooge kist, op een laag zand,
ongeveer 6 cM. hoog, »f nog beter op
turfmolm, valt de tusschenruimte even
eens volkomen daarmee aan en bedekt nog
daarenboven de polten met een circa 10
cM. hooge laag turfmolm. Vervolgens zet
men de kist met de potten, aldus aange
vuld, op eene koele plaats, het best in
den kelder of in een waschhuis, begiet de
aarde voldoende met gewoon water en doe
er het deksel op. Aldns laat men de kist
6 of 7 weken staan, eu in dien tijd vul
len dan de bollen den geheelen pot met
wortels, wat van belang is, want dan al
leen geven ze fraaie en volkomen bloe
men. Zijn ze dus op deze wijze behoor
lijk gereedgemaakt, dan kan men ze om
te trekken in eene tamelijk warme woon
kamer plaatsen, de bollen boven met een
omgekeerd glas bedekken en den pot
steeds gelijkmatig vochtig honden, tot de
hloem komt. Dan wordt de pot voor 't
raam geplaatst, zoodat de vorst er Diet
bijkomen kan (lieist dubbele ramen) en
spoedig zal zich de bloem prachtig ont
wikkelen,
(Be Peldpott).
Is zweet vergif?
Dr. Arloing te Lyon heeft zijne eerste
onderzoekingen omtrent het vergift, dat
het menschelijke zwaet bevat, door meer
dere laten volgen, waardoor hij tot de con-
clusie kwam, dat het zweet, hetwelk niet
alleen door bijzondere geestelijke of licha
melijke inspanningen te voorschijn wordt
gebracht, maar ook de gewone zweetaf-
scheiding, onder den invloed van tempera
tuur giftig is, het laatste in geen geriu-
geD geraad. De inenting van menschelijk
zweet in het bloed van honden heeft in alle
gevallen zware ziekelijke storingen ten ge
volge en bjj voldoende hoeveelheid ver
oorzaakt zij den dood de uitwerking van
het vergif is echter verschillend, naarma
te de omstandigheden, waaronder de in
enting geschiedt. Het door sterken spie-
renarbeid voortgebrachte zweet is
tot 7t giftiger dan het normale. Ook het
kanBtaiatig opgewekte zweet, zooals zulks
bij zweetbaden het geval is, bezit een
grootere mate van vergif, indien aan een
dergelijk bad een lsDger spierenarbeid is
voorafgegaan. Het na een ingespannen
spierenarbeid afgescheiden zweet doodt
een hond met een dosis van 15 cM.3
per kilogram van het levend gewicht iD
24 uren, terwijl een dosis zweet, 'sterk
22 cM.3, afgescheiden na een rusttijd, een
hond in het leven liet.
Brandnetels als veevoe
der. De brandnetel is steeds beschouwd
niet alleen als een schadelijk, maar ook
als een lastig onkruid. Stengel en blade
ren dezer plant zijn namelijk bezet met
fijne, broze horen, die in de huid dringen
Overal is men nit eijn gewone doen ge
rukt.M:vrouw Biaka ligt als levenloos, twee
doctoreu zijn onophoudelijk bezig met haar,
en Flora slaat alles met eeu onbewegelijk
gelast gade.
Wal bet everige aanbelangt, weet zij aelve
niet, of «ij Ines, dan zichzelve onrecht te
vergeven heeft.
Op de club, bij het balspel, krijgt het
onderhoud eveneens dezelfde riebting. Een
waarlijk babyloniseh stemmengewirwar
heerscht er, van den vroegen morgen tot
non laton avond. Het is een thema, dat
bij een ieder de grootste belangstelling
wek', omdat het bijna te wonderbaarlijk, te
ongeloofwaardig is. Diegenen, die er het
meest en het handigst hjj de hand waren,
j om de vrouw van sir Morits te vervloeken,
i •'Ö11 na da eersten, om haar met open ar-
men te ontvangen,
j. j, j^yei-'cht wil zij niet terugkeeren,* zegt
jjfauaöd mevrouw Bryan; deseantwoordt
J even«el
V7a»'°® «ou zij niet terugkeeren willen
sü M°r' 1 Trouw beeft niets gedaan, waarover
zij zich behoft te schamen. De vraag is
echter, durven wij het wagen, haar weder
onder de oogen te komen
Deze gedachte ontlokt een orkaan van
bemerkingen. Iedereen is bereid, zijn on
recht weder go;d to makenhoe weinigen
van hen echter verstaan die zielesmart, wel
ke in dat verlaten huis geleden is geworden.
Hoe weinigen vermogen de gansche ellen
de te begrgpen, die het echtpaar gespaard
gebleven was, wanneer de booze lasterton
gen zich niet zoo geroerd hadden en de we
reld een weinig minder snel het slechtste
had willen gelooven
Wijd over de groote zee klinken de klokken
voor den avondgodsdienst. Zacht en aan-
1 grijpend is die klank, om in de verte, als de
laatste zucht van een in weemoed verterend
hart wfg te sterveD.
Overal heerscht vrede- Zoover van de
woelige wereld schijnt het bijna onmoge
lijk, dat de menBchen boos en zondig zijoj
dat de wereld eene wereld vol traDen is.
De klokken zwijgen stil, de dienst begint.
Het is een nederig gehoor, maar
toch zeer aandachtig. Het zijn voor bet
grootste gedeelte visschers, die zich daar
verzameld hebben.
Een vreemdeling stapte langs de door de
zon verbrande grasperken op 't kerkhof;
hg gaat voorbg de eenvoudige, onopgesierde
grafsteenen en treedt de kleine kerk binnen.
Zwijgend zet hg zich in een hoekje neder
en laat zijne oogen over de gemeente
gaan. Plotseling jubelt tja hart.
Daar zit zij, zijne vrouw, zijne kleine
Iuee Hg zou wel tot haar willen snellen en
haar in zijne armen sluiten. Hoe krank
en bleek ziet zij er uit, hoe mager is zij
geworden. O, zoo oouitsprekelijk treurig
is deze kleine, ineengezonken gestalte!
Sir Moritz' lippen beven, hjj tracht een
blik op haar gelaat te werpen. Eindelijk
gelakt het hem- De vroeger zachte, ge
zonde trekken zijn nu ingevalleo, de oogen
zijo hol en groot. Vervolgens hoort hij
hare stem, doch daarin ligt een klank, die
hem het bart bijna doet breken.
En hij buigt het hoofd, verbergt zijn
gelaat in de handen en luistert naar de tonen,
welke, alle anderen overklinkend, in diepen
weemoed bevend worden gezongen
„O paradijs, o paradijs.
De wereld wordt zoo ond;
Wie zou diar niet willen rusten,
Waar de liefde nimmer vergaal?*
Hij loigtert aandachtig, totdat de laatste
toon weggestorven is, en' als bij wederom
in de gelegenheid wordt gesteld, een blik op
haar gelaat te werpen, is het uat van
tranen.
Zonder geruisch te maken, gaat hjj naar
bniten en wandelt rondom de kerkde
woorden van den prediker hoort hij door de
geopende vensters- Maar sir Moritz begrijpt,
er niets van, hjj boort niets dan de stem,
die zoo roerend zong:
„Wie zou diar Diet willen rosten,
Waar de liefde nimmer vergaat?'
Hjj gaat den weg op, naar bet huia van
oom Ben, om lues daar af te wachten.
Eindeljjk komt zjj langzaam en mat aan
gewandeld zjj heeft er geen denkbeeld van,
wie haar daar met zooveel ongednld staat
op te wachten.
Slee its nog één seconde, en zij heeft de
deur bereikt. Hjj hoort, hoe zij die opent
en nn treedt zjj de kamer binnen, waar
hij haar wacht.
Een straal van onbeschrijfeljjke vrengde
doet haar gelaat ophelderen, een oogwenk
later ligt zij in zijne armen en snikt
luid
„Moritz, o Moritz Eindelijk, eindelijk 1'
Hij is tot haar teruggekeerd! Dat is alles,
wat zjj voorloopig weet, en dat is haar vol
doende.
Hjj kan niet spreken, hjj waagt niet een
maal in hare blauwe oogen te zien.
„Ik wiet, dat gjj eeos komen zoudt I*
fluistert zjj, eindeljjk haar lief gezichtje tot
hem opheffend- „Mjjn man, - mjjn man."
Hij echter, wanneer hjj in hare reine, on
schuldige oogen ziet, maakt beide armen
van haar los. De hem vol vertrouwen liefheb
bende Ioes west niet, welk een bitter be-
roow zgne ziel omvat hondt, wanneer hg
zich nu van haar afwendt. Zich op de ou-
S
en een brandend sap in de wonde uitstorten
Velen zuiverden tuinen, akkers en weiden
zooveel mogelijk vzn dit gevreesd onkruid.
In den laatsten tijd is daario, vooral
in Belgii, eenige verandering eekomen.
Veehouders hebben ontdekt, dat deze plant
veel voedende bestanddeelen bevat. De
„Gazette des Campagnes,' eene belgische
landbouwcourant, raadt zelfs aan, een plek
je grond er mee te bezaaien. Als de plant
nog jong is, dient ze te worden afgesne
den en eeuigen tijd in de zou te drogen
gelegd.
Het toevoegen van deze gedroogde
brandnetels aan het voeder verbetert aan
merkelijk de hoeveelheid cd de hoedanig
heid der melk van koeien en geiten. Ook
wordt zoc beweert men bet vet- en
suikergehalte der melk er grooter door en
de reuk aangenamer. Er was misschien
wel eens een proef mede te nemen.
Kwajongens.
Schier ongelooflijk klinkt het verhaal in
de Berlijnsche bladen, van drie jongens,
van 9 tot 12 jaar, die in Silezië zijn aan
gehouden. Zij hadden ongeveer 200 mark
bij zich en een menigte touw. Uit Ber
lijn waren zij weggeloopen, na hun ou
ders en anderen te hebben bestolen
en wel met het doel, de slachtoffers der
overstroomingen in Silezië te hulp te
komen. Met hnn buit (ongeveer 1000
mark) en veel touw als reddingsmid
del waren zij daarheen op reis gegaan
en onderweg zelf bestolen door een „heer*,
die zich voor lid van een „hulpcomité voor
de overstroomden* nitgaf.
Snelle vaart.
Op de Union-Pacific-lijo, tusschen Evan-
ton (Wyoming) en Omaha (Nebraska)
heeft onlangs een trein den afstand van
1540 kilometer in 24 uren afgelegd. Ge
durende de laatste 450 km. reed de trein
met eene snelheid vsn gemiddeld 100 km.
in het uur. Deze sneltocht had plaats
met een daarvoor bijzonder gebouwde
locomotief en eeu aautal dicht bezette
wagens.
Op komische wijze is sport
ea politiek met elkaar in botsing gekomen.
EenigeD tijd geleden namelijk hadden
verscheidene inwoners van Saarburg (in
Lotharingen) een adres van gelukwensching
gezonden aaD den franschen wielrijder
Bourrillon, in welk adres hem dank be
tuigd werd, dal hij de fransche kleuren,
welke ook die der onderteeienaar» wareD,
tot de overwinning gevoerd had.
Nn moet gebleken zijn, dat onder de
onderteekenaars van het adres ook eenige
leden van de S&arburger militaire vere
niging waren.
Dht vond de duitsche regeering beden
kelijk en daarom heeft zij het bestuur
van de vereeniging aangeschreven, de be
treffende personen te royeeren, onder de
bedreiging, dat anders de vereeniging zou
worden ontbonden.
Aan een kastelein, die het adres had
medeonderteekead, werd de concessie tot
het honden van een koffiehuis ontnomen.
Een moord nit jaloezie.
Te Pancsova, in Hongarije, is de rijke
koopman Michailowicz door zijne vrouw
vermoord in een aanval van jaloezie. De
jonge vrouw, die zenuwziek was in den hoog-
sten graad, keerde aan den vooravond der
bloedige daad van Oravicza terng, waar
zij een Kneipp-knnr had doorgemaakt. Daar
er evenwel van beterschap niets te bespeu
ren was, besloten de echtgenooten om een
der volgende dagen naar den bekenden
zenuwarts Sabotics in Belgrado te gaan.
De vrouw scheen ondertusschen te mee-
nen, dat haar toestand hopeloos was, en
zij zeide tot haar man, dien zij afgodisch
liefhad, meer dan eens, dat zij de gedach
te niet kon verdragen, dat hij na haar
dood een ander zon toebehooren.
De beide kinderen sliepen gedurende
de afwezigheid der ouders bij hnn groot
moeder, en de jonge vronw verzocht op
den dag van haar terngkomst aan de
grootmoeder, d<t deze de kinderen Dog
dien eenen nacht bij zich zou honden. Zij
bracht hen zelf te bed en nam onder
krampachtig snikken afscheid. In huis
teruggekeerd, soupeerde zij met haar man
de sofa neerwerpend, waar Ines zoo dikwijls
geweend beeft, weent ook hij nn tranen,
die haar natuurlijk aan zijne zijde doen
snelloD. Haar smart is volkomen vergeten
in het brandend verlangen, om zijn leed te
stillen. Hare zachte armen trekken zjjn
hoofd op haar schouder«ij legt baar wang
tegen ztja hoofd en liefkoost hem zoo zacht,
evenals in de vervlogen dagen van hnn ge
luk. En ieder gefluisterd woord van Helde
treft hem als een dolksteek.
,,Hoe zal ik n alles vertellen zegt hjj
eindelijk. „Ines, mijne vroaw, wanneer gö
eerst allos znit weten, dan zult ge n van
mij afwenden.*
„Moriti, mijn kind is dond, en gij zijt
bij mij, nu kan mij geen ongeluk meer treffen,*
antwoordt zij hum dapper.
„Ach, gg weet dat!' zegt hg, en zij, de
smart, die er op zjjn gelaat leesbaar is,
niet meer kunnende verdragon, vlijt zijn
hoofd wederom aan haar horst.
„Nu, vertel mij alles!* zegt ze teeder,
terwijl zij hare hand in de zijne legt.
En zoo vertelt bij haar dan, welk een
verschrikkelijke smet op haren reinen naam
geworpen is. Hij kan die ontzetting en ver
bazing niet aanzien, die er in hare oogen
leesbaar worden, wanneer baar bet gebeele
weefsel van verraad onthnld wordt en hjj baar
zegt, boe troosteloos zjjn eensaam leven is ge
weest. Op eenmaal beeft zij over haar gebee
le lichaam, en bare handen worden zoo
koad als ijs.
„Mjjn man, en gij geloofdet dat van
mg I*
Deze woorden komen langzaam over hare
lippenzjj spreekt se bijna met tegenzin.
Een diepe ademtocht doet hare borst zwel
len. Doch in de opofferende en vergevens
gezinde liefde van een tronwe echtgenoote,
vergeet zij al het haar aangedane onrecht
en in het bewustzijn van «ijn berouw heft
sjj zjjn hoofd op en drnkt een langeD, in
nige kus op igne lippen.
"1
en daarna gingen zij in hnn slaapkamer.
Tegen drie nur richtte zij zich °P ®n
schoot haar slapenden man een kogel in
het hoofd, die hem oogenbükkelijk dood
de. Eerst een nnr later schoot zij zich
zelf dood, en wel zittend naast het bed,
zoodat zij na het schot met het bovenlijf
kwam te liggen over het lijk van haar
man. Beide schoten werden in een nabu
rig café gehoord, maar men hechtte er
geen beteekenis aan.
De begrafenis der beide ongelnkkigen
had plaats onder groote deelneming van
de bevolking.
UitParijs wordt bericht,
dat de Automobilen Club van plan is, een
grooten tocht van Parijs naar St. Peters
burg te organiseeren. Men is in onder
handeling met de belgische en daitsche
regeering, ten einde maatregelen te treffen,
om de wegen voor dat doel geschikt te
maken.
Holland en Nederland.
De Daily Chronicle noemt de landen
op, waar dat nieuwsblad tegen een bepaald
tarief ontvangen kan wordeD. Daarbij
worden na België eerst Holland en dan
Nederland opgesomd. Zou men daaruit
moeten besluiten, dat Holland en Neder
land door die courant als twee verschillen
de staten beschouwd worden
Een vreeselijk ongeluk.
Uit Valencia wordt gemeld, dat het in
die provincie sedert drie maanden niet meer
geregend heeft, zoodat er groot gebrek aan
water heerscht.
Ia't begin klaagde men enkel,dat de rivieren
nog zoo weinig water bevatten, om velden eu
hoven te bevochtigen. Nn is het veel erger,
want de oogsten zija vernield door de droogte
en bronnen zijn uitgedroogd, zoodat het
volk gevaar loopt, van dorst te sterven
Drinkwater is een weeldeartikel, men ver
koopt het reeds voor een gulden per 10
liter.
Te Moncada, bij Valencia, is, in ver
band met dien toestand, een vreeselijk
ongeluk gebeurd. Een talrijke volksmassa,
vooral uit vrouwen bestaande, verdrong
zich om eenen pnt, waaruit het water door
middel van een hydraulisch werktuig werd op
gehaald, toen eensklaps de hefboom, dien
men had vergeten vast te zetten, met
vreeselijke snelheid in 't ronde sloeg en
het volk letterlijk wegmaaide. Twintig
vrouwen werden onmiddellijk gedood, twee
maunen en een kind erg gekwetst.
In een dorp bij Iserlohn
Bijn de bakker G. en zekere W. ver
maarde schutters. Dezer dagen waagde W.
het, aan de bekwaamheid van den bakker
te twijfelen. Dat eischte natuurlijk bloed,
zooals ook de raad van eer van meening
was, en in het nsbijzijnde bosch zon een
sabeldnel op touw gezet worden. Op tijd
waren present de W., de secondanten eo
een chirurgijn met een pleisterkist, maar
de bakker ontbrak. Na een poos wachtens
stunrt men iemand naar diens woning.
De bode kreeg echter den bakker niet te
zieD, maar wel zijne kranige vrouw, die de
gedenkwaardige boodschap meegaf „Gns-
taaf komt niet, want ik heb hem in den
kelder opgesloten."
De fransche taal.
Een correspondent der Noord-Brabander
meldt de volgende historische gebeurtenis
't Gebenrde in den zomer van het jaar
1897 op een Noordbrabantsch dorpje, aan
de Maas (de bescheidenheid verbiedt ons,
de plaats nader aan te dnideu), dat een
eerzaam kostertje op zekeren middag in
de kerk, terwijl hij daar de toebereidselen
maakte voor een huwelijk, 't welk den
volgenden morgen zou voltrokken worden,
een bezoek ontving van den bruidegom
in spe.
Deze, een italiaansche signor, die geen
woord hollandsch verstond, moest, vóór
hij het geluk zon hebben, de schoone freu
le van het Hoogd Huis naar het altaar te
voeren, eerst nog een onderhoud hebben
met den kapelaan der parochie. Niets na
tuurlijker, dan dat onze signor, die den
kapelaan op dat uur in de kerk waande,
zich tot den koster wendde, met de woor
den
Off est monsieur le vicaire
„Ah oni, monsieur,' was het antwoord
van onzen kerkdienaar, „ici" en bij deze
woorden stiet hij een deur open en onze
Italiaan kon een blik werpen ia de sa
cristie, die echter geen levende ziel her
bergde. „Non, non, monsieur le vicaire,*
was de wedervraag. „Ah zoo, monsieur,
ici hervatte ons kosterfje en opende
daarbij de deur van een cibinetje, dat de
Franschman heel kiesch aanduidt met de
woorden „le Hen oü le roi va pied' en
dat bij ons in de wandeling No. 100 ge
noemd wordt.
Dat was te veel voor onzen jonker. Hij
verlist ijlings het kerkgebouw, misschien
om te trachten, monsieur ie vicaire laDgs
eenen anderen weg te genaken.
De kapelaan, die later het geval met
den koster besprak, moest nit den mond
van dezen hooren„as ik mienen diction
naire mar is bej mej gehad haj, dan znk
't 'm wel gezet hebbe.'
De ramp op het Chodins-
kyveld.
De ramp op het Chodinskyveld ter
gelegenheid van de kroningsfeesten te Mos
kou heeft, zooals daitsche leden van het
Geneesknndig Congres van russische col
lega's hebben vernomeD, meer dan 4000
slachtoffers gekovt, wat gepoogd werd door
alle mogelijke middelen geheim te honden.
Een spoorweg-ongeluk.
Men zon haast bang worden, in een
trein te gaan zitten, want spoorweg-onge-
lakken zijn aan de orde van den dag. Na
weer wordt er een nit Engeland gemeld.
Een trein van Londen naar Mayfield be
stemd, is dezer dagen ontspoord en van
den spoordijk gestort. Drie reizigers zijn
gedood en 13 zwaar gewond.
Alles op deez' aarde,
Wat of waar 't ook zij,
Klein of groot van waarde,
Heeft eene schaduwzij,
Maar een lichtkant tevens.
Dooi wie twijflen mocht,
Worde als eisch des levens,
't Eerst daarnaar gezocht
Trachten wij dan, vrinden,
Bij al wat geschiedt,
Steeds den kant te vinden,
Die een lichtpunt biedt.
Moeilijkheden wachten,
Ons alom op aard
Ondanks alle klachten,
Blijtt geen mensch gespaard.
Pessimisten leven
Er reeds al te veel,
Liever acht gegeven,
Dan op 't beste deel
Van al wat we ontvingen,
Op den levenstocht.
Dns bij alle diDgen
't Lichtpunt steeds gezocht 1
W. M. Tz.
Ingeschreven van 1 31 Aug. 1897.
Geboren: 22 Aog. Maartje, d. v. Jan
Nobel en Aafje Helder.
Ondertrouwd Geene.
Getrouwd 15 Aug. Jan Breebaard, j.
m., 23 j., en LonliDa de Jongh, j.d., 21 j.
Overleden 27 Aug. Tijs Bijhouwer,
oud 58 j., echtgenoot van Aatje Jes.
Ingeschreven van 20 27 Aug. 1897.
Geboren Alida, d, v. Johannes Zacheus
Bierman en Christina Slnis. Adriaan, z.
v. Krijn Baken en Trijntje Biesboer. Ja-
cob, z. v. Johannes Wijngaard en Trijn
tje Spaans.
OndertrouwdGeene.
GetrouwdNicolaas Snijders, jm. ar
beider, 28 jr., te Ondkarspel en Johanna
Mul, jd. zonder beroep, 25 jr., te Zijpe,
onlangs te Koedijk.
OverledenMargaretha Besteman, 2
mnd., d. v. Cornelis en Jansje Dekker.
Twee oren later zitten Ines en haar man
aan het strand, zijn arm is om baar middel
geslagen en haar hoofd rust op zijn schouder.
Langzamerhand ontlast hij zijn hart van
alles, wat het bezwaart. Zij gevoelt, wat
hij beeft moeten lijden, en zij vergeet bijna
haar eigen smart daardoor. Slechts een
enkele maal wordt het leed haar te machtig
eo zij roept
„Mijn kind, mijn kleine, zoete jongen
En hij herinnert zich maar al te goed,
dat hij gezworen heeft, dat zij baar kind
nimmer levend meer zon aanschouwen, en
hij krijgt het gevoel, alsof hg demoordenaar
van zijn eigen kind is.
„Mijn lieveling, mijn eenige Ines 1* fluistert
hij, terwijl hij baar vast in de armen drukt.
„Ines, ween niet zoo bitter I O, mijn eDgel,
mijne vrouw, wat kan ik dan nog zeggen en
doen, om n weder gelukkig te maken
Zij ziet tot hem op, tranen glinsteren haar
nog in de oogen, maar het lachje der liefde
verheldert haar blik.
„Ik beb n, Morits, en ik ben gelukkig.
Ach Moritz,* en hierbij trilt bare stem,
„toen ik n beiden verloren had, n en mijn
baby, toen dacht ik niet, dat ik ooit weder
gelukkig zon worden."
„En ik," antwoordt hij, zijn gelaat tot het
hare overbnigende, „o, vronw, gij znlt er nooit
een denkbeeld van kunnen krijgen, wat mijn
leven was zonder u. Kas mij, mijn lieveling,
ik kan nog altjjd maar niet gelooven, dat
ik u weer heb."
HOOFDSTUK XLVI.
Eenige weken zijn voorbg gegaanhet
weer ia nog mooi, en de bloemen bloeien
nog in haar bonte pracht, als mevrouw Bry
an der wereld de boodschap doet, dat «ij don
derdagachtermiddag tusschen vier en zeven
nar thais zal tijD.
Den aangeduiden lijd in het oog houdend,
verschijnen allen zonder uitzondering. In
het salon is dien dag eene bonte menigte
verzameld.
De gasten banen zich tusschen tafels en
stoelen een weg en begroeten de oade da
me; doch zjj kannen bijna geen woorden
viDden, om hun compliment te maken,
want met wijd geopende oogen staren zij
de verschijning aan de zgde van mevrouw
Bryan aau, eene klaine, sierlijke daose,
met donker, kort gekruld haar en groote,
bruine oogen.
Het kan onmogelijk sir Morits' vronw zijn,
want die staat naast haar man- „Wie is
zij Wie is zg fluistert een ieder, sioh
over die sprekende gelgkenis ten hoogste
verwonderend.
Mevrouw Bryan heeft ontzaglijk groote
pret en stelt met een onverstoord, glimla
chend gelaat aan een elk harer gasten
voor: „Mijne nicht, de vrouw van Paul
Bryao I* En die het hoort, wordt het zeer
onaangenaam te moede, en de meesten we
ten niet wat ze moeten zeggen.
„Zien i» gelooven,* lacht mevronw Bryan,
terwgl zij Sybille aan mevrouw Blake en
Flora voorstelt.
Mevrouw Blake neemt de opmerking uit
de boogte op, werpt een onderzoekenden
blik op de beide zusfers en wendt zich af.
Het is voor Sybille een ware vuurproef.
Nooit zal zij dezen meoschen vergeven, wat
zij Ines hebben doen lijden. Haar kleine
knaap staat naast haar, terwgl Ines' baby
in bet kille grat der Dermots sluimert. Sy
bille ziet liefdevol op haar jongen neer,
neemt zgne handjes vaster in de hare eo
hare oogen zoeken die van Ines.
De weduwe Dermot is hoogst aangenaam
en vriendelijk, zg houdt hare schoondochter
veel aan hare «ijde en toont ook Sybille
hare bijzondere welwillendheidwant kolo
nel Bryan is nu eene te respectabele persoon
lijkheid hij bezit een «eer mooi landgoed
eu een huis in de Btad. Zoo kan het
slechts zeer aangenaam en nuttig zijn, met
hem eo zgne vronw op een goeden voet le
staan.
Er ig een groot gezelsohap bijeen en als
er velen onder de aanwezigen zyn, die zieb
niet op hnn gemak gevoelen,daar trekt de gast
vrouw zich niets van aan. Zg heeft de goede
nabuurschap eeoe groote verrassing be
reid en diegenen, welke de oude dame het
best kennen, vermoeden nog meer zooge
naamde aardigheden-
SLOT VOLGT.