Donderdag 9 September 1897. 41ste Jaargang Na. 3237, Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a 1 e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: 8CHAC1ES. liaan, O 4. UitgeverP. TRAPMAN. Medewerker: J. WINKEL. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. GemeenteSc hagen. Hekendm ak i n e n. Binnenlandsch Nieuws. Warmenhuizen. Slot volgt Alismm AtWleitifi- i LuüiitI De BURGEMEESTER der gemeente SCHAGEN Gezien de artt. 10 en 145 van de Po- litie-verordening dier gemeente, Verleent Vergunning aan de tappers, om op Dinsdag*, den 14en September a. s., na bezetten tijd te tap pen, muziek te laten maken en dans partijen te doen plaats hebban. Schagen, 7 September 1897. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SCHAGEN; Gelet op art. 46 van de Politie-verorde- ning dier gemeente Brengen ter algemeenekennis, dat het op den 14en September a. s., in het belang der openbare orde, verboden is, in de kom der gemeente, vanaf de punten, waar de daartoe betrekkelijke waarschu wingen zijn geplaatst, anders dan stap voets te rijden. Overtreding wordt gestraft met eeRe boete van ten hoogste f 25 of 6 dagen hechtenis. Schagen, 7 September 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. Zaterdag 4 September 1897 werd te Hem, des avonds te ongeveer half zeven, de toren der Her vormde kerk, door den bliksem getroffen, met gevolg, dat toren en kerk geheel door het vuur werden verwoest. Interessant was de vuurzee, welke uit het hooge gevaarte ten hemel steeg, in veelkleurige vlammen de galmgaten en lichtopeningen uitbraakte, en in betrek kelijk korten tijd een grootsch bouwwerk vernielde. Deze 54 meter hooge toren dagteeken- de uit de 18de eeuw en stond bekend als de lange Jan, welke den zeelieden tot baak diende. Opmerkelijk is het, dat FEUILLETON. ïilirij nrtii L 43. De Grimshaws zijn ganscb en al in de war, zij gonzen door elkander been als een zwerm bijen. Natuurlijk zijn alle zes de zusters aanwezig. Uit baar midden is zichtbaar het hoofd van een mannelijk individu, dat door allerlei knnst- en vlieg werk baby's verloofde is geworden. Baby straalt van geluk en huppelt mat dansen de pasjes naast dan langen, dorren verte genwoordiger van het mannelijk geslacht. Yan de linkerhand heeft zij den handschoen afgedaan, want daar schittert de verlovings ring roode parelen en koralen zoo dat een elk hem dadelijk opmerkt. Hare vijf znsters volgen haar als hondjes en praten van niets anders, dan van de brui loft. Mevrouw Bryan, aan wier zijde Sybille, eu aan den anderen kant mevrouw Dermot, wandelt een weinig den tuin op en neer, als zij plotseling haar lorgnet op den neos zet. „Maar lieve deugd, ziet die Grimshaws eens roept zij luid. „Een man kan toch immers niet met zijn grootmoeder trouweD F En toch doet die daar het. Zie nu toch eens, hoe die meisjes zich kleedenl Twee in het grasgroen, twee in het hemelsblauw, en twee in hoog oranje. Mijn hemel, wat maken die mensohen toch dwaze figuren van zichzelf." Op dezelfde in het oog loopende wijze zjjn ook de O'Hagans opgedirkt. Lady Dermot draait en wendt zich, als zoekt zij een veilig hoekje. Dat is ook het geval, want de O' Hagans koesteren het booze plan, haar aan te spreken en zoo doende paradeeren zij op baar af. „Goeden morgen, milady. Hoe big ben ik, dat ge er zoo goed uitziet en dat sir Moritz zijne kleine vrouw weer terug heelt. Men meet nooit aan het ellendig gewauwel van de gcê-gemeente gelooven, nooit, milady!* Lady Dermot ziet angstig rondom zich en loopt weg. „Onuitstaanbare wezens,* steens zjj. „Mijn in Augustus 1877 het gevaarte eveneens door het hemelvuur is getroffen, doch een begin van brand werd toen tijdig ont dekt en met inspanning van alle krachten geblnscht. Het vorig jaar sloeg de bliksem in door de galmgaten op den klokkezol- der en vernielde aldaar een houten bint en aan de oostzijde een gedeelte metsel werk. Ook thans zou bij direct aanwezi ge hulp misschien het onheil zijn voor komen, ware het niet, dat eerst eenigen tijd na het inslaan van den bliksem de braud werd ontdekt. De toen aangewende pogingen bleken vruchteloos te zijn en waren niet bij machte, het kerkgebouw te sparen. Van den toren en de kerk zijn de naakte muren blijven staan en de vroeger prachtige klimopversiering, welke zich vasthechtte tot aan den omloop, hangt verschroeid en grillig naar beneden. Naar man wit, was de thans vernielde toren gebouwd naar plannen van den architect, welke ook den foren van Groote broek, verbrand in 1885, had ontworpen. De kerk is verzekerd bij de Brusselsche en de toren bij de Brandwaarborgmaat schappij te Ondcarspel, naar geruchten beiden voor een zeer laag bedrag. J. 1. zaterdag zijn twee paarden van den heer M. E. te Oud- karspel, welke voor een vlot balken trokken, door den bliksem getroffen en gedood. De bestuurder der paarden, J. M., werd in bewusteloozen toestand, gedeeltelijk on der een der paarden liggende, daaronder vandaan gehaald, terwijl P. R., die zich op het vlot bevond, daarvan wist af te komen en dadelijk van dit ongeluk heeft kennis gegeven aan M. E., waarna hij, thuis gekomen zijnde, bewusteloos neder- viel. Beide personen zijn, naar men vermeldt, met den schrik vrijgekomen. Zaterdagavond is, tijdens een hevig onweder te Helder de bliksem geslagen in den houtzaagmolen aan de Sluisdijkstraat, toebehoorende aan den heer H. J. Janzen te Haarlem. Da molen en de belendende houtloodsen, zoomede de aanwezige houtwaren, werden een prooi der vlammen. Alles was verzekerd. Te Egmond aan Zee sloeg jl. zondag de bliksem in de tolgaarders- woning bij het dorp, die onmiddellijk in waarde mevrouw Bryan, hoe kunt ge zulke menschen nitnoodigen f „O, ik noedig een ieder nit, laten ze maar komen. Een weinig slappe thee en Benige Eure appelen kosten niet veel, ik zie het gaarne, dat mijn tuin, evenals na, zoo vol menschen is.* „O ja, maar dan dwingt ge andere men schen ook, kennis te maken met dergelijke ontzettende prodncteD I* mompelt lady Der mot voor zich heen. Dan verandert zij van thema „De Blake's hebben waarlijk bet plan, Rivers te verlaten F Ik zag Alice hier zoo juist, met mijnheer Eer. Ik hoop, dat zij beiden bot nu spoedig met elkander in het reine zullen brengen- Hij gaal naar Nieuw- Zeeland, zoo ik hoor-* „En zij gaat met hem mede,* zegt me vrouw Bryan beslist. „Ik beu overtuigd, dat zij haar verdriet over dien dollen Jim al lang te boven is gekomen.* „Mij schijnt het ook zoo toe,* antwoordt mevrouw Dermot, naar mijnheer Eer en Alice kijkend, die, blijkbaar in een ernstig gesprek verdiept, een zijpad komen afwan delen. Alle bekenden tracht mevrouw Blake er van te overtuigen, dat zij verplicht is, om gezondheidsredenen Rivers te verlatende doctoren hebben baar meer dan dringend verandering van lacht aanbevolen. Flora Blake wisselt geen enkel woord met sir Moritz en zoo kort zijn de indrokken, die men somtijds op een menseh teweeg brengt, dat hij dat niet eens opmerkt. Hij heeft zjjn Ines weder en is gelukkig. Trotsch staat bij naast baar en bemerkt met genoe gen, dat hare wangen weder een vrooijjken blos gekregen hebben,ofschoon haren oogenen lippen de vroegere opgeruimde lach wel nooit weder eigen zal worden, want de herinne ring aan haar kind zal steeds een schaduw op baar levenspad bljjven. Zij heeft vandaag ter wille van Moritz haar rouwkleed afgelegd en zij is geheel in 't wit gekleed. Het gezelschap is overeengekomen te doen,alsof er niets ware gebenrd, en zoodoende begroeten zij sir Moritz en zijne vrouw, alsof zij hen nog gisteren hadden ontmoet. Dat Ines nooit weder vriendschappelijke gevoelens kan koesteren voor deze men sehen, dat is natuurlijk, want tusschen die lachende en pratende schaar en haar ligt de herinnering aan haar dooden knaap en zoo- brand stond. De bewoners bleven onge deerd en werden gered, benevens eenig huisraad. Het gebouwtje is geheel uitge brand. Maandag öSeptember j.1. heeft te CallantSOOg eene harddraverij plaats gehad van boerenpaarden uit de gemeente, die nog nimmer op eenige baan waren geweest, om prijzen en premiën, be staande in tuigen. Acht paarden namen er aan deel. De eerste prijs is behaald door de Wil- helmina van den heer D. Buik Dz., be reden door J. Buikde 2e prijs door Blek van den heer KI. Zeeman Cz., bere den door P. Bakende le premie door het paard van deD heer 3Zeeman, bere den door L. de Leent», en de 2e premie door Nico van den heer O. Baken Sz.} bereden door P. Brands. Alle lof aan de heeren D. d* Leent» en J. Fransen, beiden te Amsterdam, die door eene mime geldelijke bijdrage heb ben medegewerkt, deze harddraverij naar wensch te doen slagen. Aan het posttelefoonkantoor aldaar werden gednrende de maand Angnstas behandeld 36 lelegïimmenin de post spaarbank hadden plaats20 inlagen tot een bedrag van f 260.15 5 terugbetalin gen tot een be drag van f 396. Vele veehouders verkee- ren in de meening, dat, omdat geece bij zondere maatregelen worden toegepast bij het heerschen van mond- en klauwzeer, zij ook ontheven zijn van de verplichting tot aangifte van gevallen dier ziekte. De burgemeesters zijn uitgenoodigd, de veehouders op het besiaan dier verplich ting te wijzen. Het provinciaal kerkbe stuur van Noord-Holland heeft aan den heer J. H. Hobus, pred. te Barsinger- horn, op diens verzoek een eervol emeri taat verleend, met ingang van 1 Oct. a. s. Een luchtspiegeling. Zaterdagavond, tijdens de eerste bui, ongeveer te vier uur, werd te GRONIN GEN een natuurverschijnsel waargenomen. Op de bovenste verdieping van een pak huis, staande in het Rotterdammerstraatje, bij de Nieuwe Ebbingestraat, staan twee persouen voor een dakraam op het noord- doende is haar gelaat zwaarmoedig en treurig. De verschillende ontmoetingen doen haar veel pijn. Maar het gezelschap vindt de zen middag uitermate belangwekkend. Voor hen is deze dwaling, een zeer amusant tooneelspel en daarenboven dat ge heime huwelijk van kolonel Bryan, dat is ook zoo romantisch, Maar kolonel Bryan heeft na 15000 pond sterling te verteren en dat omgeeft hem met een stralenkrans. Allen zonder uitzondering zijn verrnkt over zijne vronw. „Wat eene lieve, kleine dame is zij I* zeggen zij, en da kleine jongen van Sybille, een ventje in een matrozenpakje, krijgt meer koek en lekkernijen, dan goed voor hom is. Voor de gasten is ijs en champagne in grooten voorraad aanwezig, eveneens slappe thee en znre vrachten, zooals lady Bryan zich belieft uit te drukken. Het ooft is even wel niet zoo zuur, zulke perziken en drui- ven krijgt men niet alle dagen. Zeker, de onde dame verstaat het uitstekend, baro gasten te ontvangen. De geheele omtrek is aanwezig. De onde lady Grimahaw vertrouwt aan een ieder, die het hooien wil, de mededee- ling toe, dat bare baby eigenlijk nog te jong is om te tronwen, en daarbij vertelt zij met grooten ophef van de liefde, die de beide kindeten voor elkander gevoelen. En baby verliest haar nitverkorene geen oogenblik nit het gezicht, terwijl de jonge, hulpelooze man zijn troost soekt in de champagne, zonder dat zjjn geest daar ook maar een greintje levendiger om wordt. Ines neemt Alice eindelijk een oogenblik ter zijde. Met droeve oogen fluistert zij Alicewilt ge morgen bij mg komen Gjj moet mij nog alles van mjjn kleinen knaap vertellen.* Met een gefluisterd troostwoord drukt Alice hartelijk Ines' hand. „Ik kom morgen,* zegt ze. Sir Moritz ziet de schaduw op het ge laat zijner vronw en is in een oogwenk aan hare zijde. „Zal ik het rijtuig laten voorkomen F Ge ziet er zoo vermoeid nit Maar Ines doet baar uiterste best, om hem haar verdriet niet te laten bemerken, zij dringt hare tranen terng en laeht hem toe, evenals in vroeger dagen. „Wanneer ge wilt, lieve 1* antwoordt zjj. westen naar het onweer te kijken. Vóór hen staat ter linkerzijde de nieuwe kerk, ter rechterzijde zien ze de oude kazerne. Zs zien naar de bliksemstralen, die de lucht doorklieven en maken elkander op merkzaam op dit prachtige natnartooneel. Terwijl ze daar zoo staan, zien ze tus schen kerk en kazerne, in hnnne onmid dellijke nabijheid, even dnidelijk als de kerk, een groot wit huis in de lacht. Het is een hnis, met twee verdiepingen en plat dak. Ds voorgevel heeft in de bene denverdieping een deur met ter weerszij den twee ramen en in de bovenverdie ping vijf ramen. Een spits, niet hoog, frontspiets en breede dakgoot vormt 't hoo- gere gedeelte van 't hnis. Ook bevindt zich nog een balcon voor 't hais, terwijl kleine boompjes aldaar zich heen en weer bewegen, zoodat ze in 't eerst meenden, dat er zich menschen voor 't huis bevon den, die heen en weer liepen. De bliksem, die nog steeds door het lnchtruim slingert, schijnt elk oogenblik het huis ta zullen treffen, wat, de waarne mers erg benauwd maakt. Na een poos je dit praohtige schouwspel te hebben ga degeslagen, scheidt zich 't huis in twee ën, terwijl het daarna weer een geheel wordt, 't Is zoo duidelijk op te merken als de gevel der nieuwe keik, die in wer kelijkheid daar vóór hen staat. Vóór het huis bemerken ze nog een pad of loopge legenheid, die naar da deur leidt. Na minder helder, dan zeer duidelijk, verdwijnt dit beeld, nadat het ongeveer 10 minu ten is waargenomen. De toren van RHENEN ver nield. Tijdens een zwaar onweder, dat zaterdag avond boven Rhenen woedde, sloeg de bliksem in den fraaien Cunera-toren. Spoedig daarom zag men de vonken de lucht in vliegen en binnen een half uur sloeg de vlam nit de kap van de lan taarn, die het bovenste uiteinde van den toren vormt. Om elf uur was reeds de tweede zoldering doorgebrand en werd het voor ieder duidelijk, dit het schoone bouw werk verloren was, daar de brandweer niets tot redding kon doen. De inwoners van Rhenen brachten een angstigen nacht door, want de wind dreef de vonken over de geheele stad en hoe wel de regen bij stroomen neerviel, was het gevaar groot. Een paar kleine huis jes nabij de kerk geraakten door het val „Goed! Binnen een kwartier dan, en Paal en Sybille gaan met ons mede.* Juffrouw Flora hoort de vragen en ant woorden, zij ziet den korten, maar warmeD blik van innige verstandhouding, die gewis seld wordt, en hare wangen worden doods bleek. Nog eenmaal ziet zij naar ben bei den, dan wendt zij zich af. Alice Blake en Ines zijn alleen, beiden zijn bedroefd en aangedaan over de opge wekte herinneringen. Op Ines' hand liggen eenige fijne haarlokjes. Het hart van de jonge vronw is droevig gestemd en zij weant, als zij op deze nederblikt. „Hoe laDg was zijn baar reeds gewor den,* fluistert zij. Wellicht zou geen ander dan jaist de moeder er aan hebben gedacht, om zulk eene eenvoudige opmerking te makentoch geven deze woorden een dieper getuigenis van het leed, dai zij gevoelt, dan menige lnide klacht. Ines kast innig de bruine lokjes en roept haar lieveling zich zoo nauwkeurig mogelijk in het geheugen terng. „En Moritz kaste hem, kaste mijn klei nen jongen F* spreekt zij zacht. „O, Alice, geen mensch zal ooit weten, hoe ik er naar verlangd heb, mijn kind we der in mijne armen te boaden.* Terwijl lues zich aan haar verdriet over geeft, sluipt Alice zachtkens weg en zoekt Moritz op. „Ga naar nw vronw,* zegt ze, „en spreek met baar over nw kind. Het zal haar goed doen.* Mijnheer Eer gaat naar Nienw-Zeeland, daartoe is bij vast besloten. „Mijn broer woont daar,* zegt hij tot Alice. „Die is zeer ziek en heelt mijn hulp en steun neodig.* Zijn hart slaat snolier, als hij moent, dal in Alice's gelaat eenige spijt daarover te lezen is. „En wjj gaan naar het buitenland,* zegt Alice. „Ik stel er mij niets van voor, maar mama en Flora willen het.' Vervolgens spreken zij over hun werk in Londen, van de kleiue, door Alice opgerich te, school, welke 200 beduidend in omvaDg is toegenomen, en hunne stemmen klin- len van brandende stnkken hout in brand, maar men slaagde er in, het vnur te blus- schen. De brandweer van Rhenen, ver sterkt met eenige spuiten ait Wageningen, werkte den geheelen nacht. Des morgens om zes uur was hel ge vaar voor uitbreiding van den brand ge weken, maar de toren is verloren en ook de kerk met haar schoon orgel is geheel door de vlammen verteerd. De kerk, die uit het laatste der tien de eeuw dateerde, was gewijd aan de H. Cunera en werd daarom de Cnnera's of Kuinerskerk genoemd. De toreD, een der hoogste in ons land en een meesterstnk van bouwkunst, was van veel lateren da tum blijkens een opschrift op den noor dermuur in het portaal werd met den bouw aangevangen in het jaar 1492, „daags voor Pancras", maar hij werd eerst in 1531 voltooid. Het orgel in de kerk da teerde van 1527. Doorhet „Provinciaal C 0 1- lege van Toezicht op het beheer der ker kelijke goederen" in Noord-Holland, is tot lid van het „Algemeen College gekozende heer H. J. Calkoen, te E- dam, en tot secnndus de heer C. Corver van Wessem, te Zaandam. Voor da nitdeeling van haring en wittebrood te LEIDEN op 3 October hebben zich bij de daartoe zitting houdende commissie Zaterdagavond onge veer 3350 vrouwen aangemeld. Rnim 8000 mannen wenschen in aanmerking te ko men voor bier en tabak op gemelden da tum, Anna Paulowna 7 Sept. Heden morgen had Al. v. 1. het on geluk, van een dorschkas te vallen. Vrij ernstig gekwetst weid hij per rijtuig huis waarts gebracht, en onmiddellijk onder ge neeskundige behandeling gesteld. Herbenoemd tot Wethou- der te CJa.lla.ntsoog' de Heer P. Kossen. Te Wieringerwaard is door eenige jongelui eene rederijkerskamer opgericht, genaamd„Onder Ons", onder leiding van den heer W. Wijier, als Di recteur. Het bestuur is samengesteld als volgt: W. kijker, voorzitter D. Bezelman 3z., Secretaris en J. E Vos, penningmees ter. ken hoe lang6r boe hartelijker, hoe meer zij zich in het verleden verliezen. Zijne ernstige oogen zijn op haar, naar den grond gekeerd, gelaat gevestigd en zijne gedachten snelleD terng naar den tijd, toen zjj nog aan Jim toebehoorde. Plotseling ziet zij tot hem op en hanne oogen ont moeten elkander. „Wat zal ik zonder a beginnen f* vraagt zij angstig en een warm rood bedekt hare wangen. Haar vriendschap is innig en waar. Zon deze sterk genoeg zijn, om haar leven lang te duren Of heeft tij haar gansehe hart met Jim Lesroy begraven I Hij siddert, als hij hare hand eerbiedig in de zijne neemt. „Herinnert gij u,* fluistert bij, „dat hij u aan mijne hoede toevertrouwde f Herin nert gij u nog, Alice, dat hij onze handen in elkander legde F* Vragend ziet zij tot hem op. „Gelooft ge*, gaat hij voort, „dat ik zonder u zon kunnen weggaan, lieve Alice F Ik beb lang en geduldig gewacht, zal ik ein- deljjk mijn loon ontvangen F* Het eenige antwoord daarop is een traan, welke op zijne hand valt. Zwijgend denken zjj beiden aan den dag, op welken de arme Jim hnnne handen in elkander legde en stervende den band beze gelde, die nog niet gesloten was. „Ik geloof, dat het de wensch van Jim was. Ik Traag n niet om de liefde, Alice, die gjj hem gaaft maar verdraag mjj- ne liefdeik zal n beschermen als het dier baarste kleinood eu trachten, u gelukkig te maken*. „Zooals ik Jim liefhad, kan ik nooit we der beminnen. Ik geloof, dat het beste deel van mijn leven siietf op dien dag, dat hg heenging.* Zacht legde hij zijne hand op haar schou der. „Wilt ge mjj nw lot toevertrouwen, Ali ce F Ik ben daarmede tevreden, wanneer gjj mij een tweede plaats in uw hart in- rnimt.* Een blik slechts op het geduldige, eer- ljjke ge'.aat, en Alice buigt bevestigend het hoofd. „Wanneer gij het wenscht, John," zegt ze eenvoudig. _wn Kunnen te gems uei uvuuueieu go- -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 1