AinrtEitiü- LuümNiL
SlBSIIIlitjfi,
Donderdag 23 September 1897.
41ste Jaargang No. 3241.
Inkwartiering.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct,
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Abonnementen
worden dage
lijks aangenomen.
Zij, die zich thans op
dit blad abonneeren, ont
vangen de tot I October
a.s. verschijnende nummers
gratis.
Red.
GemeenteSc hagen.
Binnenlandsch Nieuws.
FEÜ1LLËT ON.
9
Miikii Nimii-
j
Bureau: SCHAGKW, liaan, I) 4.
Uilgever: P. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WINKEL.
B e k e n d na ak I n gr e n.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente worden
inlichtingen verzocht omtrent een verlo
ren pellerine en een vermiste overjas.
Burgemeester en Wethouders der gemeen
te SCHAGEN brengen ter kennis van de In
gezetenen, dat de LIJST betrekkelijk de
INKWARTIERING, bedoeld bij Art. 17
der Wet van 14 September 1866 (Staats-
bl. n°. 188) is vastgesteld en ter voldoe
ning aan evengemeld Wetsartikel, gedu
rende 14 dagen voor een elk ter inzage
aan het Raadhui» is nedergelegd, en alzoo
van af heden tot den len October a. s.
Wordende teven» ter kennis gebracht,
dat zij, die tegen gemelde Lijst bezwaren
hebben in te brengen, zulks schriftelijk
behooren te doen aan Burgemeester en
Wethouders, binnen 14 dagen na het
einde der ter visie ligging en alzoo voor
den 1 October 1897.
Schagen, den 17 September 1897.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
S. BERMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
Tot penningmeester van
den polder Wieringerwaard is be
noemd de heer C. Raringhuizen, gemeente
secretaris. Op den heer K, Koiier werden
vier, op den heer R. C. Blaauloer drie
van de vijftien stemmen uitgebracht.
J. 1. vr ij dagavond ontstond
te Wieringerwaard een begin van
brand in de herberg van den heer P.
Vlaar. Het onheil werd tijdig ontdekt
en gestuit, zoodat de spuit geen dienst
behoefde te doen. Hoewel de brand kort
na het onweder ontstond, meent men de
oorzaak te moeten toeschrijven aan het
vlam vatten van eeuige kleederen in de
nabijheid van een petroleum-stel.
Jongstleden maandag na-
middag verspreidde zich over Barain-
gerhorn het treurige bericht, dat het
zesjarig dochtertje van Jb, Broersen in de
voorsloot was verdronken.
Pas na het nitgaan der school was het
kind spelende in het water gevallen en
bij den hoogen stand van het boezem
water en den vrij sterken stroom is het
niet gered kunnen worden.
Den 18 dezer overleed te
Amsterdam de heer G. Bol, Hoofd
der Alberdingk Thymschool aldaar, in den
ouderdom van 48 jaren. De heer Bol
was eertijds onderwijzer te WIER1NGER-
WAARD, hoofd der school te SCHAGER-
BRUG, en directeur der Rijksnormaalles
sen te SPANBROEK.
Op d e Landbouwtentoonstel
ling te 's-GRAVENHAGE zijn onder
meer de volgende bekroningen toegekend
Kleine groene en blauwe erwten Se
prijs J. Breebaait Kz., Winkel.
Wijker vale erwten le prijs J. Bree-
baartKz,, Winkel.
Grauwe erwten (bestuursprijs.) 2e prijs
J. Breebaart Kz., Winkel.
Paardenboonen, groot soort3e prijs J.
Breebaart Kz., Winkel.
Karwijzaad le prijs J. Breebaart Kz.,
Winkel, 2e prijs A. Sleutel Dz., Wieiin-
van M. J. Mordlmann.
3.
Mauvillon liet de hand, die den brief had
vastgebonden, zakken en zag de beide an
dere beeren vragend aan, terwijl zjjne lippen
zenuwachtig trilden. Daar noch Hartmaan,
noch Gerard iets seide, merkte hij na een
poosje met sidderende stem op„75 pro
cent 1 Dat heeft mij den gansehen middag
onaangenaam gestemd. Yan vier menschen
sterven er drie-*
Hij richtte zijne oogen naar een portret,
dat tegenover hem aan den wand hing en
een jongen man van ongeveer dertig jaar
voorstelde. Vervolgens ging bij voort, meer
tot tichzelf dan tot de anderen „Alexan-
derHoe gelijkt Paal op hem. Nadat de
jongen de sobool bezocht beeft, beeft hij
mij dikwijls aan Alexander herinnerd, hoe
wij, beiden jongens, van St. George, thuis
kwamen met onze ransels, bij met dat
frissche, blozende gelaat."
Manvillon veegde zich langs zijn gelaat
Hartmann nam een snuifje van levensgevaar
lijken omvang en Gerard bromde: „Wan
neer die dnivelsche hengel maar niet zoo'n
doordraaier geworden was. Die paarden en
die vrouwen! Binnen vijf jaar zijn gan-
sche erfdeel door den schoorsteen gejaagd.
Wat valt den lnmmel in, om zich in Afrika
door de olifanten te laten opelen f
„Olifanten eien geen menschen, waag
de Hartmann op te merken.
„Ach, wat weet zoo'n bnismasch als jg
van de gewoonten en hebbelijkheden van
wilde dieren riep Gerard loornig uit.
„Ge kent geen onderscheid tussehen
een olifant en een paling. En in allen ge
valle ia het een groote ezelachtige streek,
zich te laten opkauwen, of het dan door de
leeuwen of olifanten, of door de koorts ge
daan wordt.*
«Daarin heeft mijnheer de patroon vol
komen gelgk,* gaf 'Hartmann toe.
»Nn dan 1 Ziet 1 Daarom moet Paul ook
niet naar Afrika gaanl*
„Laat het zoo goed zjjn, Philip 1* zeide
Mauvillon, die zijn goed huasenr had terog-
gekregen. „Ten slotte is het zoo toch maar
bet beste. Wanneer Paul in Parijs blijft,
dan wordt hij door de nitspattingen opge
geten, en dan heb ik nog liever, dat hij
sneuvelt door de koorts. En wie weet...P"|
ger waard.
Kanariezaad2e prijs J. Breebaart Kz.
Winkel.
Bruin mosterdzaad 38 prijs J. Bree
baart Kz., Winkel.
Verzameling akkerbouwgewassen, dooi
landbouwers zelf geteeld le prijs J. Bree
baart Kz., Winkel.
Ruw-arige roode wintertarwe: 3e prijs
J. Breebaart Kz., Winkel.
Witte zeeuwacbe wintertarwe, geteeld op
klei- of zavelgronden le prijs J. Bree
baart Kz., Winkel, 2 pr. J. H. Berken-
boscb, Winkel, 8 pr. A. Sleutel Dzn., Wie-
ringerwaard.
Witte zeeuwsche tarwe, geteeld op
zwarte gronden le prijs J. Breebaart Kz.,
Winkel.
Chevalier gerst: 2e prijs J. Breebaart
Kz., Winkel.
Korte haver: le prijs J. Breebaait Kz.,
Winkel.
Deensche of Probsteier haver, geteeld op
klei- of zavelgronden 1 prijs J. Breebaart
Kz., Winkel, 2e prijs A. Sleutel Dz., Wie-
ringerwaard.
Vijf stuks Noord-Hollandgcbe Edam
mer kleine kaas van ongeveer 2 KG.,
gemaakt in Mei of Juni '97, 2e pr. G.
Wonder, Wieringerwaard.
Vijf stuks idem, het meest geschikt
yoor export, 2e pr. Kaasfabriek „De Vol
harding/ Wieringerwaard, (maker W.
Veerman.)
Vijf stuks Edammer kleine kaas, ge
maakt in een fabriek, 2 pr. De Volharding,
Wieringerwaard. 8 pr. C. Over, Oudcarspel.
Ia de afd. Stieren en Koeien vielen de
volgende onderscheidingen
Melkgevende koe, geb. in 1894, die voor
15 Mei '97 haar tweede kalf heeft gewor
pen 2e prijs G. Claij, Haringhuizen.
Melkgevende vaars, geboren in '95, ge
fokt op zware gronden 2e prijs G. Claij,
Haringbuizen.
Rijstieren, geb. in '95, van inlandsch ras,
»Melkvorma le prijs W. Immink Dz.,
Schagerbrug2e prijs K. Blaanboer, Scha
gen.
Rijstieren, geb. in '95, van inlandsch ras,
melk en vleeschvorm le prijs G. Claij,
Ja, wie weet P* herbaalden Hartmannen
Gerard. Daarna zwegen alle drie en de
scherpe spotter had het niet over zicb kannen
verkrijgen, bot vrome geloof der wakkere
mannen te verstoren, die nog altijd vast
hielden aan de boop, dat de door zijn lie
derlijken levenswandel zedelijk diep gezon
ken man, die bet zwarte schaap zijner fami
lie was geworden, toch nog zon blijken de
kracht te bezitten, zieb op te werken nit dat
zedelijk moeras.
„Hoeveel wilt n hem toezenden vroeg
Hartmann, het stilzwjjgen verbrekende.
Gerard keek Masvillon, en deze zijn zwa
ger aan, en elk schaamde zich de som te
noemen, welke zij wilden zenden, daar ieder
voor zieh de edelmoedigheid nog verder
wilde uitstrekken.
„Na, een millioea kannen we hem niet
zenden,* riep Gerard nit, „en met tien gal
den kannen we hem niet helpen. Das ik
denk zoo, dat we hem maar de hoogste som
moesten zenden welke bjj vraagt.*
„Natuurlijkdat is volkomen in orde 1* be
vestigde MauvilloD. „Misschien kan bij zicb
met 3000 galden redden- Laten wij hem
das zooveel zenden.*
Hartmann en Gerard stemden onmiddellijk
toe, en geen een dacht er aan, althans
scheen er aan te denken, dat Panl op zijn
boogst maai 2000 golden had gevraagd.
Er werd aan de deur geklopt. Hartmann
ging heen, om de denr te openen en wis
selde eenige woorden met den wachtenden
leerling.
„Kapitein Lorenzen is op het kantoor en
vraagt, of hij den heeren gelegen komt P*
„Hij komt juist van pas. Laat hem maar
binnen I*
„Ik kan en wel beengaan P*
„Dat is goed, Hartmann 1 Laat ons wat
port brengen en vergeet niet, bei geld aan
Paal op te zenden 1*
Lorenzen trad binnen en met hem, zon
der eenig spoor vsn kinderlijke verlegen
heid, een klein meisje met zuidelijk ge
laatstype zij richtte de groote, donkere
oogen vragend op de beide beeren, liep
toen bet eerst naar Gerard, gaf hem de
hand, begroette toen Mauvillon en ging
daarna naar den kapitein terng, tegen
wien zij zich met vertrouwelijke teederheid
De beide kooplieden begroetten bunnen
kapitein hartelijk, noodigden hem nit, plaats
te nemen, en schonken hem een glas port.
Nog eens welkom thuis, kapitein 1" rie
pen zjj° hem toe, terwijl zij klonken.
„Dat is dus de kleine Jnanita vroeg
Gerard, terwijl hg het kind met een be-
wonderenden blik aanzag, Sakkerloot, wat
eeo oogen 1 Als van een bergfee too diep
en blanw I En wat een prachtig baar!'
Manvillon gaf hem den brief over. „Dat
bad ik bijna vergeten,* zeide hij. „De
brief is san n. Hartmann en ik hebban
hem gelezen wij konden er niet nit wijs
worden.*
Gerard nam den brief on las dien, ter
wijl zijn compagnon en kapitein Lorenzen
eenige opmerkingen wisselden over de laat
ste reis der „Antje Gesina.*
Tweemaal las Gerard den brief door;
daarna wenkte bij Jnanita tot zieh en
vroeg haar in het Bpaansch„Zeg eens,
kind, hebt gij nog andere namen dan Ju-
anita
De oogen der kleine schitterden van
verrukking, toen zij in baar moedertaal
werd aangesproken. Zjj knikte en zeide
trots„Maria Carmen Emanuela Jusnita
Mitena."
„Gij heet das niet Williams P*
Jnanita keek hem verwonderd aan.
„Neen,* antwoordde zij, „dat is een man
nennaam.*
„Hoe heette dan uw papa P*
„Dat weet ik niet heb bem nooit ge-
sien. Ik was altijd bij znster JuaDa,
en van daar heeft mama mij afgehaald,
toen wij op schip gingen.'
Gerard keek het meisje peinzend aan en
sloot haar bsndje in de zijne. „Wilt gij
bij mij blijven, beste meid, tot uw papa n
komt halen vroeg hij.
Jnanita keek kapitein Lorenzen eens aan,
en hare mondhoeken verrieden, dat het hui-
len zeer na stond. Gerard zag dit gevaar
voorspellend verschijnsel en giDg voort, ter
wijl hij het hoofdhaar van het kind streelde;
„Ja, gij zoudt wel liever bij den kapitein
willen bljjven* zij knikte „maar dat
gaat niet. Die zwalkt altijd op zee rond,
en kleine meisjes moeten thais blijven en
leeren.'
De kleine krolde pruilend de lippen
zij zag er volstrekt niet naar nit, dat zij
het met de door Gerard genomen beschik
king eens was.
„Hondt ge van muziek P*
Juanita knikte.
„Aha, dan tollen wij het samen wel vin
den. Ik hond er ook vaD. Bij mij wordt
veel muziek gemaakt l"
„Veel muziek P" vroeg Jnanita met schitte
rende oogen.
„Veel muBiek bevestigde Gerard. „En
dan heb ik ook nog een grooten tuin
„Met bloemen?"
„Met bloemen en vruchten. En in hnis
beb ik tien kanarievogels
„Ah 1*
„En voor n zal ik een aap koopen, en..*
„En een twee duiven.*
Hatingbnizen.
Pinkstieren, geb. in '904e prijs G.
Claij, Haringbuizen.
Naar men verneemt beeft
de beer Btirens, ingenieur en secretaris
der ontbonden Staatscommissie voor de
droogmaking der Zuiderzee,
van den minister van Waterstaat in op
dracht gekregen bet opmaken eener me
morie van toelichting voor een eventueel
voorstel tot het maken van een dam tot
afsluiting der Zuiderzee.
Interessante wedder-
scbap 1
De beer D. Kluifhoofd, burgemeester
van NUMANSDORP, heeft met den heer
B. Zwarenstein, koopman, aldaar, om een le
vend, volwassen schaap gewed, dat de tram
van Nnmansdorp naar Rotterdam nog niet zal
rijden op I Mei 1898. Op dien datum
zal de burgemeester 's morgens 7 nar den
heer Zwarenstein plechtig afhaleD, om
met de noodige getuigen te constateeren,
of de tram rijdt. Is dat het geval, dan
ontvangt de heer B. Zwarenstein het le
vende, volwassen schaap tot zijne vrije
beschikking. Waarvan bij deze acte ver
leend, gedrukt, zwart op wit. N H.W.
Een stoomboot gezonken.
Op de Zuiderzee, 10 min. stoomens ten
W. N. W. van URK, is vrijdag een
stoomboot gezonken, genaamd Onderne
ming, een geheel nieuwe boot, komende
van Leiden, met ijzer en bloemmeel bela
den, bestemd voor Groningen en Grouw.
De ondernemer van de postboot Minister
Havelaar, die pas van Urk was vertrokken
naar Kampen, het ongeval bemerkende,
stoomde er dadelijk heen en smaakte de
zoldoening, den in het want zittenden kapt.
W. Heemskerk, den loods A. van Eijken
en den zoon van den ondernemer behou
den op de Havelaar te krijgen en nam
dezen vervolgens mee naar Kampen.
De machinist Sirer, van Leiden, was
door Urker visschers gered.
De ondernemer B. Fontein, van Leiden,
is bij het onheil verdronken. Het water
moet volgens de geredden in de machi
nekamer zijn gedrongen.
„Vier duiven zult ge hebben.*
„Maar katten willen wij niet hebben. Die
zijn wel mooi, maar zij vreten de kleioe
vogels op, niet waar
„Neen, de katten jagen wij weg. Maar
ik heb een praohtigen grooten hond, die tot
uw schouder komt.*
Jnanita klapte in de bandentnsscben
haar en deD barren Gerard, voor wien anders
kinderen altijd onuitstaanbare meubels wa
ren, was eensklaps een verwonderlijk goede
verstandhouding ontstaan.
„Leest den brief nog eens*, zeide h§ tot
Manvillon en Lorenzen. „Ik ben dadelijk
terug.*
Hij nam Juanita bij de hand en vertrok
met haar. m
De brief, welken de achtergeblevenen nog
eens lazen, lnidde
„Mijn beste vriend I Op het pont, mij in
eene onderneming te steken, welke mij ge-
ink of dood brengen zal, weet ik niet, aan wien
ik mijne kleine Jnanita zal toevertronwen
en er valt mij niemand anders in, dan n.
Zult gij na zoovele jaren n mijner nog
herinneren, gelgk ik mij ower P Ik stel mij
nw gezicht voor, gelijk gij toenmaals waart,
en het boezemt mij nog altijd het vertrou
wen in, dat men op n rekenen kan. Daar
om zend ik n Juanita voor eenigen tijd toe.
Wanneer ik na een jaar niets meer van
mg hooren laat, dan moogt gij aannemen,
dat ik dood ben. En den zendt ge, wan
neer gij geen beter beslnit weet te nemen,
Juanita naar het klooster van Nuestra
Senhora da Pnnta Marrcqui, bij Tarifa,
waar zg opgenomen zal worden. Dan hebt
gij den kleinen dienst, welken ik n eens
bewees, meer dan vergolden. Williams.*
Gerard kwam terng.
„Ziezoo," riep hij nit, „na kunnen wij
nog een kwartiertje praten. Ik heb Hart
mann last gegeven, met het feeën-kind
eenige centenaars bonbons en eboeolade te
koopen. Na, wat zegt gij wel van den
brief P«
Manvillon verklaarde, dat het schrijven
voor hem nog onverklaarbaar wasLoien-
zc-n ging er dieper op in.
„Wanneer ik mij veroorloven mag, mjj-
ne meening oit te eprekeD,* meende hij,
„dan zon ik zeggeD, dat de brief geschre
ven is als introductie voor iemand, die al
het verdere mondeling zal niteenzetten. Die
andere kan natuurlijk niet onze Jnanita
zijn, maar bare moeder, die na belaas dood
is. En daarom meen ik, dat mijnheer
Gerard de eenige is, die van betgeen hij
weet, een sleutel tot oplossing kan maken.'
„Gij denkt dn», dat Juanita's moeder
werkelijk de vrouw geweest soa zijn, die
met haar aan boord der „Donna Louisa"
De school en d r a n k m i s-
brnik
De minister van binnenlsndsche zaken
wil (waarschijnlijk te beginnen met 1 Ja
nuari 1898), aan de rijksnormaallessen
onderricht laten geven over den invfoed
van alcoholische dranken op het lichaam,
en over de gevolgen ten opzichte der
maatschappelijke toestanden.
Een drietal schee psjagers
van 088ESLUIS, die zaterdag van D e
W ij k (Drente) terugkeerden naar Hooge
veen, kregen twist en gingen elkander te
lijf, zoodat de scheepsjager J. Hulst met
een stuk hout doodelijk werd getroffen.
De Asser Ct. meldt, dat de scheepsja-
gers Jan Hulst en Albert Achteres nit
Hoogeveen zaterdagnamiddag rnzie kregen
niet ver van de Ossesluis, in de gemeen
te De Wijk. Achteres schijnt reden ge
had te hebben, om den scheepsjager Wil
lem Brinkman (met wien Hulst 's mor
gens ook reeds ruzie had gehad) te hnlp
te rotpen tegen Hulst, die het ook hem
lastig maakte. Deze kwam daarop naar
Hnlst toe en gaf hem een slag met een
evenaar, ^eventer" of ^eemter" genaamd,
waardoor Hnlst viel en liggen bleef. De
beide andere personen verwijderden zich,
zonder verder naar hem om te zien, in
de meening, dat hij wel weer zoude oj>-
stian. Hoe zij dit kouden denken, daar
door den slag, zooals later bleek, de
geheele achterhoofdschedel letterlijk was
verbrijzeld en verder in den schedel zich
een breuk bevond tot bij hel voorhoofds
been, is een raadsel.
De dader, die in hechtenis is genomen,
heeft reeds bekend.
De personentrein No. S 2
van de Hollandsche Spoor, komende van
Rotterdam, is Zaterdagmiddag op onge
veer 400 M. voor het station 's GRA—
VENHAGE gederailleerd. De machine, de
tender en een goederenwagen werden bui
ten de rails geworpeD, de personenwagens
bekwamen geen schade. Er zijn geen per
soonlijke ongelukken voorgevallen.
Een belofte.
Indertijd werd gemeld, dat een veehon-
was vroeg Manvillon twijfelend.
„Zeker. Juanita zegt bet immers zelve
ook.*
„Dat bewijst niets. Het zon zeer goed
kunnen zijn, dat zij zicb vergiste. Mij
schijnt het onmogelijk, dat eene moeder
haat kind zoo zon verlaten, gelgk geschied
is.*
Gersrd baalde ongeduldig de schouders
op. „Spaansche vrouwen 1 Die moet men
kennen, beste Ernst 1 Die hebben wel tien
duizend duivels in het lijf, maar niet één
atoom liefde tot hare kinderen Ik ken dis
soort
Manvillon was nog niet overtuigd. „Zie
Jnanita maar eens aan," aeide hij. „Waar
is bij haar de smart over het verlies van
haar moeder P Zg sobgnt het verlies
zich niet eens bewast."
„Dat is gemakkelijk te verklaren. Zij
heeft bare moeder ternauwernood gekend.
Het kind was voor baar lastig; zij deed
het daarom in het nonnenklooster en beeft
het eerst teruggehaald, toen Williams bei
den naar ons wilde zenden."
„Wat gij daar opmerkt, is volkomen
juist", merkte Lorenzen op. „Met de liefde
tussoben ouders en kinderen is het daar
ginds niet schitterend gesteldbij de vroa-
wen spelen altijd alleen de mannen de
hoofdrol. Maar toch zon ik nog wel iets
willen opmerken: de vrouw kan ten slotte
aan het verlaten vaa haar kind wel eens
dood onschuldig blijken. Stel n den toe
stand maar eens voor. Het is eeu donkere
nacht, bij een hevigen storm. Door eenige ge
beurtenis ontstaat op het sobip een paniek
Het zijn spaansche zeelui I Het sohip
zinkt en na vliegt alles naar de booten. De
vroow wordt gewekt, in de boot geworpen,
en weg sijn ze. Zij roept misschien om
haar kind, maar de doodsangst maakt
immers den menscb tot een beest en zij
varen at. Maai zie, allen moeten ellendig
verdrinken, en de arme, kleine verlatene
blijft behouden.*
„Juist zoo, kapitein,* bekrachtigde Gerard.
„Gij slaat den spijker op den kop. Maar
maar,* hij nam naden brief ter hand
en schertsend dreigend wnifde hij er mede
bovea ban hoofd, „wat zijt ge toch slaap
koppen I Wie zijn oogen in zijn sak steekt,
kan zeker de zon aan den hemel niet zien I
Ik vond den brief dadelijk el vreemd en de
geheele geschiedenis komt mij verdacht
voor, en daarom beb ik het kind nitge-
aoord. Na, ten slotte zit er wel eenig ver
band in. Maar waarom de brief zoo zonder
ling is, dat hebt gij niet eens opgemerkt. Gjj
zijt slimme kerels
WORDT VERVOLGD.