\l- k LaillOTlM Donderdag 7 Octoter 1897. 41ste Jaargang No. 3245. NATIONALE MILITIE. Binnenlaridsch Nieuws. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTLEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. fiSurean: 8CHAGKI, liaan, O 4. Uilgever: P. TRAPMAN. MedewerkerJ. WINKEL. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60, Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct, Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. GemeenteSchagen. Bekendm ak i ii gr e n. FEUILLETON. 7. Moord in de Zandstraat te Rotterdam. j POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente worden inlichtingen verzocht omtrent een verloren parapluie en een gouden me daillon. LOTING- BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente SCHAGEN Brengen, ter voldoening aan het tweede gedeelte van Art, 28 der Wet op de Na tionale Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), voor de eerste maal ter kennisse van de belanghebbenden, dat de loting van de in 1897 voor de Na tionale Militie ingeschrevenen, overeenkom stig de ontvangene aanschrijving van Zijne Excellentie den Heer Commissaris dezer Provincie, dato 2 September 1897, No. 8/2146 M. 3., zal plaats hebben op den lSden October a. s., des namiddags ten 12a/s ure, ten Raadhuize dezer gemeente, en worden zij, welke daaraan moeten deel nemen, gelast, om op den bepaalden tijd aldaar tot dat einde aanwezig te zijD, of, bij verhindering, zich aldaar door hun va der, moeder of voogd te doen vertegen woordigen. Alsmede dat, overeenkomstig Art. 84 van gemelde Wet, dadelijk na de trekking van het Nummer, de redenen van vrijstel ling, welke de Ingeschrevene mocht heb ben, moeten worden opgegeven. Indien hij vermeent, vrijstelling te kuuneD erlangen wegens Broeder- dienst of op grond van te zijn eeni- ge wettige zoon, zal hij op Vrijdag den 22 October a.s., des voormiddags ten 10 ure, in het Gemeentehuis moeten ver schijnen, vergezeld van twee bij den Bur gemeester bekende en ter goeder naam en faam staande meerderjarige ingezetenen, die de vereischte getuigenis kunnen af leggen en het aldaar op te maken ge tuigschrift onderteekenen. Wanneer hij aanspraak maakte op vrijstelling wegens broederdienst, zal hij mede voor zien moeten zijn van zijne geboorte-acte en van de geboorte-acten van al zijne nog in leven zijnde broeders, alsmede van de zakboekjes of paspoorten van gediend heb bende broeders. Bij overlegging van laatstgenoemde stuk ken zullen door den Burgemeester bij den Kommandant van het korps, waarbij zijn broeders dienen of gediend hebben, wor den aangevraagd de bewijzen vaD werkelij- ken dienst of een uittreksel nit het Stam boek. Schagen, den 28 Sept. 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. SHEIVlitjl van M. J, Mordimann. Caecile had hem goed gadegeslagen. Zij had een scherp oog voor de zwakheden, die haar zelve aankleefden, wanneer die bjj andere mensehen voorkwamen, en zij door zag Paal geheel, als zag zij door een glas helder water. Onverdragelgk scheen haar de gedachte, dat Helene zoo kond en straf feloos verlaten zou worden door iemand, die haar feitelijk niet waard was, en daarom had een zonderling deckbeeld zich van haar meester gemaakt. „Hebt ge de jonge dame gezien, die spoedig nadat gij gekomen waart, is heen gegaan F" vroeg zij. „Ja juffrouw Resehnitz, niet waar F „Juffrouw Acna Resehnitz kent gjj haar niet F* „Ik herinner mjj niet, haar ooit te voren gezien te hebben.*' „Dat is toeval. Zij komt dikwijls genoeg bjj ons. Adds is een hartelijke, lieve meid. Jammer genoeg, dat zij niet mooi is." „Inderdaad, zoo schijnt het," antwoordde Pan), nauwelijks de geringe belangstelling ver bergend, die juffrouw Resehnitz hem eigen lijk inboezemde. „Doe toeh niet, alsof het u zoo onver schillig is. Dat is de partij, die ik voor u op het oog heb. Ofschoon rjj werkeljik niet mooi is „Nscd, waarachtig niet „Zoo heeft zij toch zeer veel geld." ZHo „Ik weet het zeker, zij heeft een jaarljjksch inkomen van 10.000 mark." „Drommels!* Paul was zeer opmerkzaam geworden. „Tienduizend mark dat be- teekent een vermogen van twee- tot drie honderdduizend mark." „Zoo ongeveer. Maar zij en hare tante, bjj wie zij inwoont, maken er een geheim van, omdat zij volstrekt niet willen, dat Anna het offer van eene zekere speculatie zal worden.* Paul bloosde onwillekeurig „Zeer verstandig,* mompelde hij, „juist omdat zij leelijk is. Hij durfde een vraag niet nit te spreken, die hem op de lippen lag, maar Caecile begreep hem. Den lOden October a. s. zal te Barsingerhorn, in het lokaal, vroeger bewoond door den heer J.Ootjers, nu door den heer Sloteinaker, een turndag worden gehouden doer de 5 bekende gyamastiekvereenigingen uit den omtrek. Het aansteken der straat- lantaarns te Kolhorn werd voor het winterseizoen 1897/98 (28 Sept. bij open- brre inschrijving aanbesteed) aangenomen door C. Herman aldaar. In de maand September werd te Kol horn in de Rijkspostspaarbank ingelegd f 1082.79 in 65 inlagen, Eén nieuw boekje werd uitgegeven. Alles wil hoogeiop. Als curiositeit diene vermeld, dat door den tuinier J. Bekkers te VENRAAY bij 't aard- appelrooien een struik gevonden is, waarbij de vrucht niet in den grond, maar aan de stengels groeide. Alles wil tegenwoordig hcogerop 1 tee kent de L. Koerier hierbij aan. Niet zeer welwilend. Toen in de vorige week de minister van Waterstaat in Drente vertoefde, wenschte hij per telefoon uit ODOORN naar zijn logement te E m m e n een bericht te zenden. De ambtenaar S. van het tele- „De tante moet ge immers nog lesren kenneD," zeide zij, altijd met dezelfde bereke nende kalmte. „Het is mevrouw Delmar." „De weduwe van den schepenmaker F" „Dezelfde. De oude Delmar was meer dan eenmaal millioncair. Dat was de groot vader van Anna." „Maar hoe kan dat nu F Zij heet tocb Resehnitz F" „Juffrouw Delmar huwde met een mijnbeer Resehnitz de zaak is toch zeer eenvoudig Ziet ge, dat was nu eens eeD vrouw voor u. Denk er evenwel vooral om, haar niets te verraden, dat ge weet, dat zjj zooveel geld heeft,4 „'t Verwondert mi), dat ik joffrouw Reseh nitz nooit eerder heb ontmoet. Mevrouw Delmar en bare dochters heb ik bier en daar al eens gezien, maar hare nicht Anna was nooit daarbij." „Zij was den vorigen winter op een pensio naat in Zwitserland.* .Zoo, zoo is dat de reden.* Paul stond op, om afscheid te nemen. In gedachten schreef hij reeds een afscheids brief aan Helene en was 't volgende oogen- blik al bezig met mejnffrouw Resehnitz. Helene was niet in 't minst verrast toen tij den volgenden dag een brief ontvirgvan acht zijdjes laDg. „Wat heeft hij zich een moeite getroost, die goeie jongen 1* riep zjj haar zuster toe, twee punten van het papier tusschen de vingertoppen, en het zoo boven haar hoofd houdend. „En wat schrijft de ezel F* vroeg Caecile. „Dat is mjj veel te lang. Wilt gjj het lezen F Neen F Na, ik ook niet. Het eind is mjj genoeg. Zie eens hier.* En met een komisch pathos las zjj „Zoo kunnen wij dan, tot betere tjjden komen, goede vrienden bljjven. Bewaar van injj eene vriendelijke herinnering en doe mij niet de smart aan, bjj eeD gelegenheid als ge hulp noodig hebt, mij voorbij te loopen, maar denk dan in de eerste plaats aan uw trouwen, ODgelukkigen Paul Mau- villon.* Helene nam het gedenkwaardige stolt tusschen duim en vinger, droeg het naar de keuken en wierp het daar in het vuur, waarna zij zeer zorgvuldig bare handen ging wasschen. Zij bad Paul ncoit lief gehad. foonkantoor te Odoorn was afwezig, tengevolge waarvan Z. Ex. aan diens vrouw voorstelde zelf het bericht te ver zenden, waarbij hij meedeelde, dat het de minister was, die met haar sprak. Het vrouwtje bleef echter halsstarrig weigeren en antwoordde: »'t Helpt niks, meneer mag er niet ankommen Ia den uaeht van zaterdag op zondag heeft in deze beruchte buurt, het Witechapel van Rotterdam, een bloedig drama plaats gehad. In deze straat vol danshuizen en loge menten van het minste gehalte, waarin gewoonlijk de zeelieden den avond en den nacht doorbrengen, wandelde een troepje zeelieden van het engelsche stoomschip Milljfeld, liggende in de Rijnhaven. Als gewoonlijk bevond zich ook een bende opgeschoten straatslijpers op dat uur in de Zandstraat, die gaarne met een ieder twist zoeken en dan hun slag slaan met zakkenrollen en dergelijke. Niet zoodra was men de engelsche ma trozen gewaar geworden, of er ontstond een botsing tusschen hen en eenige dier straatslijpers, en werd een der Engel- scheo, de stoker F. L.tegen den grond gestompt en door een der Rotterdammers met eeu mes een steek toegebracht in het liokerdijbeen, ter hoogte van de heup. In bewusteloozen toestand werd hij naar het politiebureau der le afdeeling van de Groote Pauwesteeg gebracht en vandaar per brancard naar het Ziekenhuis gedra gen. Hier bleek zijn toestand levensge vaarlijk te zijn in de eerste plaats door het groote bloedverlies, daar door den mes steek vermoedelijk een slagader getroffen was. Zondagmiddag is hij aan de bekomen wonde overledeD. De dader, gebruik makende van de menigte, die op het geroep van moord van alle zijden was toegestroomd, had zich intusschen weten te verwijderen, ter wijl de verdenking viel op andere opge schoten jongens, die ter plaatse gearresteerd werden. Door den commissaris van politie, den heer J. W. C. Strang, werd nog denzelf- HOOFDBTUK V. HET GEZELSCHAP OP DONDER DAGAVOND. De ïd Hamburg heerschende crisis had ook in Noord-Amerika, vaDwaar zij oor spronkelijk gekomen was, talrijke vermo gende lieden geruïneerd. Bij den val van een der in New-York wo nende bankiers verloor ook mevrouw Del mar zoo'n aanzienlijk deel van baar vermo gen, dat zij onmogelijk op den grooten voet, waarop zij tot dusver geleefd bad, kon blij ven doorleven. Niet dat zij nu straatarm was, o neen, de onde Delmar had er voor gezorgd, dat het vermogen van zijn zoon, den man van mevrouw Delmar, voor een goed deel in solide papieren belegd werd. Maar het deel, dat aan het ametikaaosche bankiershuis was toevertrouwd, ging verloren. Mevrouw Delmar riep hare beide dochters tot zich, om haar mededeelicg van den slag te doen. De meisjes droegen baar verlies nogal kalm, ijj hadden al zooveel dergelijke tijdingen van anderen gehoord, dat zij, die maar een deel verloren, haar verlies, bij de gelukkige gedachte, nog veel over te heb ben, kalm konden dragen. Door den gang van het gesprek gerust gesteld eindigde mevrouw Delmar met te zeggen „Wij behoeven geene ontberingen te lij den, maar zullen ons alleen wat moeten in krimpen. En zoodoende heb ik gemeend een goed begin te maken, wanneer wij ons bezoek voor den volgenden donderdag af leggen.* „Dat zou ik niet doen, mama,* zeide le vendig de oudste dochter Ellen. „Ten eer ste is het niet zoo kostbaar, en teD tweede kan het zeer sleoht zijn en menigeen af schrikken zij wierp een ietwat spot- tenden blik op haar jongere en knappere zuster Alice. Deze nam strijdvaardig den haar toegewor pen handschoen op. „Maak je niet bang, Ellen", antwoordde zij. „De visch zit vast aan den angel en rukt sich niet meer los.* „Hoe kant ge na zoo ordinair spreken, knorde de moeder. „Die manieren, die voor een jong meisje verre van passend zijn, moet ge n afwennen-* „Maar waarom F Ik vind het zeer aan genaam, en wat in Amerika veroorloofd is, kan Lier toeh niet verboden zijn.' „Men is bier strenger, dat zult ge toch wel weten. Het heeft mg al reeds dik wijls leed gedaan den nacht en zondag een gestreng onder zoek ingesteld en gelukte het in den loop van den dag deu werkelijken dader, een 16-jarigen knaap, te arreateeren, die na eeu scherp verhoor bekende, den moord gepleegd te hebben met een acheermes, dat hij bij zich droeg. Het slachtoffer is de 30-jarige onge huwde stoker Frederic L., in Engeland woonachtig, die voor het esrrt de haven van Rotterdam binnenliep. De engelsche consul is met bet misdrijf in kennis ge bracht. De jengdige moordenaar is ter beschik king der jastitie gesteld. Op het grostal voor de verkiezing van een lid voor de Tweede Ka mer der Stalen-Generaal (vacature Zijp) zijn door de leden der Centrale Liberale Kiesvereenigiug uitgebracht de volgende stemmen: J. J. Winkel 486, J. Breebaart 201, A. Roodhuizen 181, C. "V. Gerritsen 158, J. Baron 142, A. Kool 131. Daar dus geen der Candidaten de vol strekte meerderheid verkreeg, zal een tweede vrije stemming moeten worden gehouden. Op het grostal voor de verkiezing van een lid voor de Provinciale Staten in Noordholland (vac. Zijp) zijn uitgebracht de volgende stemmenH. J. K. v. d, Steen 619, C. Wijdenes 250, J. Zijp Hz. 98, zoodat de heer H. J. K. v. d. Steen, Burgemeester te Spanbroek, gekozen is tot Candidaat der Centrale Kiesvereni ging voor de Provinciale Staten. Onderlinge hulpvaardig heid is gelukkig de wereld nog niet uit. Dat moge blijken uit het volgende bericht uit HEUMEN Muziek en aardsppelsrooieo, een zonder linge combinatie 1 Eu toch is het zoo. Wat is n.I. het geval? Voor eenigen tijd heeft de timmerman-fanfarist A. P., toen hij op de fiets huiswaarts keerde, te Mal den het ongeluk gehad te vallen en zijn been te breken. De anders ijverige werk man is nu tot eeD gedwongen rust ge doemd eu moet zelfs het noodzakelijke werk 5f laten liggen 5f door anderen la ten verrichten. Dit konden zijne broeders in de pret, de fanfaristen, niet aanzien. „Dat wij zoolang bij grootpapa geleefd hebben," viel Ellen hare moeder zeer oneer biedig in do rede. „Dat hebt gij reeds dik wijls gezegd, maar 'I wordt daardoor toch niet anders.* „Jammer, wanneer ik denk, hoe gij vroe ger „Maar mama, laat dat eeuwige gepreek nu toch eens achterwege,* deed Alice zich hooreD. „Wij hebben nu aan andere din gen te denken. Wanneer gij uw donder- dagavondjo afzegt, dan vrees ik, dat daarme de kwaad geslicht zal worden.* „Hoe dan F Zeg toch, wat gij bedoelt.* „Ja, mijn hemel, weet ik nu, of ge daar aan ook weer geen aanstoot zult vinden, wanneer ik de dingen bij hnn waren naam noem?" Mevrouw Delmar tuchtie; haar doitsoh ge moed kon de zakelijke manier, waarop alles werd behandeld, die hare dochters zicb in Ame rika hadden eigen gemaakt, niet verdragen en toch was zij te zwak, daar erostig te gen te velde te trekken. Zoo was zij bij de kleine schermutselingen, die er immer het gevolg van waren, steeds de lijdende partij. „Laat dan maar hooren, wat gij bedoelt,* zeide zij onderworpen. „Het zou voor ons een groot gelnk zijn, wanneer Anna trouwde, niet waar F" vroeg Alice- „In zekeren zin, ja,* antwoordde de moeder. „Maar ik zou haar ongaarne zien heengaan.* „Nu ja", gaf Alice geërgerd en ongeduldig ten antwoord, „wij weten na eenmaal, dat zij uw ideaal is, omdat ge bij haar aantreft, wat ge bij ons tevergeefs zoekt. Maar gij kunt haar tcch niet altijd bij u hondeD?» „Wanneer zij niet trouwt, waarom niet F" Dat is het joist. Er is een ridder op komst. De jonge Mauvillon houdt zieh op eene in het oog loopende wijze met haar besig gij kent bem wel, den neef van de firma. „Paul Mauvillon? Onmogelijk." „Waarom onmogelijk?' „Hij is immers met Helene Friedrichsen verloofd F* „Geweest, mami. De zaak is afgespron gen, natuurlijk doordat Helene geeD geld meer heeft.' „En Anna F* „Hg zal gelooven, dat zg geld heeft." „Zoo, dan moet men hem nit den droom heipad." „Beste mama, gg zgt eigenlgk vreeselgk in uwe zoogenaamde ten hemel opziende gemoedelijkheid. Wanceer de jonge man om gold "trouwt en bg is later bedrogen, dan kiijgt bij alleen zgn verdiende loon. Die twee moeten bg elkaar worden ge- Zij namen een kloek besluit, dat weidra tot uitvoering kwam. Onder het spelen vaa een vrooljjkea marsch, trokken zij met den drietand op den schouder te velde. Eenige behulpza me jonge dochters hadden zich als raap- sters bij den stoet aangesloten. Eer de a- vond viel, Ireeg de aan zijn kamer ge kluisterde P. zijn aardappels thuis. Verslag van het verhan- delde in den RAAD der gemeente Sillt Maarten, op maandag den 4 Oc tober 1897 afwezig waren de heeren Kt. Blem en P. Jonlter. 1. Na voorlezing der notulen van de vorige vergadering worden dezelve goed gekeurd en gearresteerd. Tot toelichting dier notulen wordt door den voorzitter aan den Raad kenbaar ge maakt a. dat hij zich tot Zijne Excellentie den heere Commissaris der Koningin had ge wend, diens medewerking verzoekende ter verkrijging eener subsidie uit 's Rijks kas, naar aanleiding van Art. 49 der Onder wijswet. Eu hoewel Zijne Excellentie afwezig was, vermeende de heer Griffier op de medewerking van heeren Gedepu- teeide Staten wel te kunnen rekenen, doch hij wees op de moeilijkheden ten deze bij het Rijk. b. dat hij al mede bij den heer Deken van Schagen was geweest ter bespreking over eene tegemoetkoming in de kosten van geneeskundige hulp, verstrekt aan behoefiige ingezetenen dezer gemeente, nit de fondsen van het R. C. Parochiaal Armbestuur alhier, waarover ZijuEdele zich niet gunstig had uitgelaten en c. dat de timmerman Klerk tot zondags van kermis verzuimd had, de veiligheids borden te plaatsen, en het zich toen her innerende, er slechts één had gezet. 2. Is men overgegaan tot het formee- ren van een Suppletoir Kohier van den Hoofdelijken Omslag over dit jaar, betrek kelijk personen, welke na het opmaken van het primitief Kohier daarvoor in aan merking komen. Na regeling van gedacht Kohier wordt hetzelve vastgesteld tot een bedrag van f 12. 8. Wordt onderzocht de begrooting van bracht en daarom moeten de luidjes don derdag even goed komen." „Zg kunnen ook op een andere maoier elkaar aantreffen." „Maar niet zoo goed. En bg ons kan nen wg hot 't beste zoo inrichten, dat zij ongestoord big ven.* Beide zusters droegen zooals altijd de zege weg. Maar ditmaal was de zege al leen voor het uiterlgke waar, want me vrouw Delmar was vast besloten, het feestje van donderdagavond geheel anders dienstbaar te maken, dan het plan harer dochters was. Bg haar stond het besluit vast, dat Paul niet bedrogen mocht wor den. Zij zou er op letten, wat er van de ge zegden harer dochters waar was, en dan door een scherpe waarschuwing een flinke afkoeling bewerkstelligen. „Ge hadt mama niets moeten verraden," zeide Ellen, toen hare moeder de kamer verlaten had. „Gg kent hare zoogenaamde solide tdeeëo." „Ja, maar de avond van donderdag was in gevaar," verdedigde Alioe, „Daarom moest bet zwaarste geschut wel aan gerukt worden." „Dat was in geheel niet noodig geweest," hield Ellen vol. „Paal Mauvillon sou zonder ons ook wel gelegenheid hebben gevonden, om Anna te naderen." „Hoe langer hg haar ziet, des te minder aantrekkelgk zal zg hem vooftomen." „Nu dan wat kan dan de donderdag avond daar aan doen F" Alice brak in een toornig lachen nit. „Werkeljk, Ellen, ik zou bgna wanhopig om n worden 1* riep zg. „Gg weet dus niet, hoe salontoiietten op de meeste mannenwer ken F Ik zoa wel durven wedden, dat niet de helft van al de huwelgken op de wereld lot stand gebracht werden, waaneer de hee ren hunne uitverkorenen slechts alleen in haar huisjapon zagen." „Mama heeft volkomen galgk, Alice, gg zgt zeer cynisch. Ik mag u zoo niet hoo ren spreken." „Anna is niet mooi", ging de andere voort; „maar zg heeft een sehoonen wit ten hals en een zgden japon staat haar prachtig. Dat zal mgnheer Paal Mauvil lon niet te veel afschrikken." Ellen moest onwillekeurig lachen. Zg gaf haar wereldwgze zuster evenwel gelgk beiden vonden de practische manier, waarop zg da zaken behandelden, zoo natnor- lgk, dat zg voor de klain-burgerlgke be denkingen barer moeder Diets dan een me delijdend schouder-ophalen over hadden. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 1