Donderdag 14 Octoloor 1897.
41ste Jaargang Ho. 3247.
d
Gemeente Sc hagen.
NATIONALE MILITIE.
FEUILLETON.
Binnenlandsch Nieuws.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 et.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Sluiting Tapperijen.
i
k- k Laoil
Bureau: SCHAGKH, liaan, I) 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WIKKEL.
B e k e n d m ak i n gr e n.
LOTIKG
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
der gemeente SOHAGEN
Brengen, ter voldoening aaD het tweede
gedeelte van Art. 28 der Wet op de Na
tionale Militie van den 19den Augustus
1861 (Staatsblad No. 72), voor de tweede
maal ter kennisse van de belanghebbenden,
dat de loting van de in 1897 voor de Na
tionale Militie ingeschrevenen, overeenkom
stig de ontvangene aanschrijving van Zijne
Excellentie den Heer Commissaris dezer
Provincie, dato 2 September 1897, No.
8/2146 M. 3., zal plaats hebben op den
lSden October a. s., des namiddags ten
12% ure, ten Raadhuize dezer gemeente,
en worden zij, welke daaraan moeten deel
nemen, gelast, om op den bepaalden tijd
aldaar tot dBt einde aanwezig te ziin, of,
bij verhindering, zich aldaar door hun va
der, moeder of voogd te doen vertegen
woordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34
van gemelde Wet, dadelijk na de trekking
van het Nummer, de redenen van vrijstel
ling, welke de Ingeschrevene mocht heb
ben, moeten worden opgegeven.
Indien hij vermeent, vrijstelling te
kunnen erlangen wegens Broeder-
dienst of op grond van te zijn een i-
ge wettige zoon, zil hij op Vrijdag
den 22 October a.s., des voormiddags ten
10 ure, in het Gemeentehuis moeten ver
schijnen, vergezeld van twee bij den Bur
gemeester bekende en ter goeder naam en
faam staande meerderjarige ingezetenen,
die de vereischte getuigenis kunnen af
leggen en het aldaar op te maken ge
tuigschrift onderteekenen. Wanneer hij
aanspraak maakte op vrijstelling wegens
b r o e d e r d i e n s t, zal hij mede voor
zien moeten zijn van zijne geboorte-acte
en van de geboorte-acten van al zijne nog
in leven zijnde broeders, alsmede van de
zakboekjes of paspoorten van gediend heb-
Situviitji
van M. J. Mordlmann.
9.
„Zeer gaarne,* zeide Caecile op de haar
gedane uitnoodiging. „Maar wie zal de bla
den voor mij omslaan Ge weet, Ellen,
dat ik het vorig jaar mij daarmede eenmaal
heb vergist, toen heeft mijnheer Müller mij
zoo slecht geholpen waarachtig, daar staat
bij reeds weder."
„Gij zult voor vandaag tevreden zijn, bet
nichtje van mijnheer Gerard zal n vanavond
helpen, en die zal geene fouten maken.*
„Het jonge meisje, dat daar in de mnziek
bladert P*
„Ja, die; zij is vandaag voor de eerste
maal in gezelschap en daarom wat verlegen.
Maar wanneer zij muziek boort, vergeet zij
alles om zich heen.*
Juanita knikte blozend, toen zij aan juf
frouw Caeoiie werd voorgesteld en beant
woordde de vriendelijke vraag der trotsche
schoone met een schuchter en geflais-
terd gezegde.
„Wat een schoon gelaat I"
Dat waren de onuitgesproken gedachten
van beiden, die hier voor de eerste maal in
haar leven met elkander in aanraking kwamen,
met dit onderscheid evenwel, dat de be
wondering van Juanita met geen vreemd
gevoel vermengd was, terwijl Caecile de ge
dachte maar niet van zieb verwijderen kon,
dat het haar aangenamer geweest was, wanneer
een ander naast haar aan de piano had
plaats genomen, met wie zg de bewondering
harer toehoorders niet zon behoeven te deelen.
Caecile speelde een dier schitterende en zwa
re salonstukken, in welke haar meesterschap
het beste aan den dag kwam, een nocturne
van Chopin, en geen enkele maal was Juaoita
ontijdig met het omslaan.
Toen het stok ten einde was, oogste Cae
cile een warmen bijval. Onder de heeren,
die haar kwamen complimenteeren, was ook
mijnheer Gerard. Hij liet zich aan mejuf
frouw Friedricheen voorstellen, en aan zijne
roemende, maar tcch seer deugdelijke op
merkingen bemerkte Caecile ras, dat zg met
een degelijk muziekkenner had te doen.
„Ik hoop n ook eenmaal in mijn hnis te
kannen begroeten,* zeide hij galant. „Het
is wel is waar het hol van een vrijgezel,
die door allerlei gedierte bewaakt wordt,
is 't niet waar, Juanita?*
bende broeders.
Bij overlegging van laatstgenoemde stok
ken zullen door den Burgemeester bij den
Kommandant van het korps, waarbij zijn
broeders dienen of gediend hebben, wor
den aangevraagd de bewijzen van werkelij-
ken dienst of een uittreksel uit het Stamboek.
8chagen, den 11 Oct. 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester der gemeente Schageo
Overwegende, dat bij gelegenheid der lo
ting voor de Nationale Militie in den re
gel veli lolelingen zich schuldig maken aan
het misbruik van sterken drank
dat dientengevolge twistpirtijen ont
staan, die de orde verstoren, en hartstoch
ten worden gevoed, die slechts schade
doen aan lichaam en geest
Maant bij dfcze belanghebbenden aan
om op den dag der loting voor de
Nationale Militie, zijnde maandag 18
October a. s., geen sterken drank te
schenken tot des namiddags 2 uuren znlks
ter voorkoming van de noodzakelijkheid,
dat door hem Burgemeester, krachtens
art. 11 der algemeene politieverordening,
de tijdelijke sluiting van Koffiehuizen en
Tapperijen zou moeten worden gelast.
Schagen, 11 October 1897.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestunr
der gemeente Schagen, brengt bij deze
ter kennis van de ingezetenen dier ge
meente, dat het kohier No. 3 der Perso-
Dede belasting voor het dienstjaar 1897
op den 9en dezer door den Heer Direc
teur der Directe Belastingen te Amster
dam, is executoir verklaard en op heden
aan den Heer Ontvanger der directe be-
lasliugen binnen deze gemeente ter invor
dering is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang
heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoe-
„Door een mooien hond en eenige kanarie
vogels,* zeida Juanita en met een schuw
lachje de donkerblauwe oogeu tot Caecile
opslaande.
„Maar ratten en muizen zijn er tenminste
bij ons niet,* ging Gerard voort, „die heb
ik met mijn jammerlijk gekras op den cello
voor goed verjaagd. Het zou aardig zijn,
als ga eans met uw heerlijk pianospel ons
gejammer kwaamt afbreken, en de
buisgenooten eens hoorden, dat er ook nog
andere dan valsche noten gespeeld kunnen
worden.*
Caecile had de vraag op de lippen, of Jua-
ni'a ook speelde, maar zij sprak die vraag
niet nit.
„De cello is een reer mooi instrument,'
merkte zij op, „eD ik boor niets
liever, wanneer hg door een meesterhand
wordt bespeeld.*
„Zoo goed zult ge het bij mij niet vin
den. Mijn buis staat gelukkig midden in
den tniD, anders zouden de buren mij spoe
dig een ketelmuziek als tegenserenade bren
gen. Uw broer moet n eens bij ons bren
gen, opdat we eens goede muziek booreD.*
„Oom Gerard speelt even goed op den
cello als gij piano,* zeide Jaanita, en een
lichte trots was in haar stem merkbaar.
Caeeile knikte baar met vriendelijke neer
buigendheid toe, maar antwoordde niet
want bij Gerard's laatste woorden was bet
haar ingevallen, dat hij een der directeuren
der firma Mauvillon en Co. was, waaraan zij
zooveel te danken had.
„Ach, mijnheer Gerard,* zeide zij met een
harer meest betooverende lachjes, „ik was
nog zoo in mijn mnziek verdiept, dat ik een
plicht geheel beb verzuimd den plicht der
dankbaarheid.*
„Tegenover Juanita, omdat zij voor u
heeft omgeslagen P Daarvoor behoeft ge
geen dank te betoigen, daarop is zg zoo
trotsch als een sneeuwkoningin.*
„Dat bedoel ik niet maar juffrouw Ju
anita heeft zonder eenige fout omgeslagen
ik geloof, sg heeft bet mij in de oogen ge
zien, wanneer ik een pagina ten einde bad
gelezen, zoo nauwkeurig trof zij steeds het
riebtige oogenbhk.*
Juanita zweeg en verried met geen enkele
beweging, dat dit genadige woord haar aan
genaam was. Caecile begreep, dat in het
meisje, bij de beteende schuchterheid, toch
een zeker zelfbewustzgn aanwezig was. Zij
wendde zicb daarom tot Gerard en voer voort
Ik beb u, deelhebber eener fi-ma, voor
bet vele goede, dat ge voor mijn broer hebt
gedaan, te danken.
Gerard trok mot eene galanterie, die men
niet bij bem zou gezocht hebben, de band,
die Caecile hem bood, aan de lippen en
ning van zijnen aanslag behoorlijk acht te
geven, teneinde slle gerechtelijke vervol
gingen, welke uit nalatigheid zonden voort
vloeien, te ontgian.
Schagen, den 12 October 1897.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestem
[voornoemd,
S. BERMAN.
Politieke rede, gehou
den te Winkel, den 8 n October 1897,
door den heer C. V. Gerritsen van Am
sterdam.
Een talrijk publiek was te ruim 7 uur des
avonds aanwezig in de kolfbaan van den
heer W. Smit. De bfjoenkomst werd ge
opend door den heer J. PORTE, die er op
wees, dat we in den loop van 't jaar, of
liever de laatste twee maanden, onaange
naam verrast zjjn geworden en wel door
het overlijden van den afgevaardigde naar
de 2o Kamer, den heer J. Zijp Kz., ten 2e
door den korten tijd, dien de kiezers hebben,
om in de vacature te voorzien. Er is bijna
geen tijd voor de kiezers, om do candidaten
te leeren kennen en men mag toch ook
niet vergen, dat ze iemand stemmen, dien
ze niet kennen. Het was daarom een goed
idee, toen men den heer Gerritsen verzocht
in de verschillende plaatsen van het district
zijn politieke zienswijze te komen blootleg
gen. En al is de tijd ook kort, toch twij
felt de heer Porte niet, of er zullen meer
sprekers komen, zoodat niet zal behoeven
gestemd te worden op geheel onbekenden.
Hierna verkreeg de heer Gerritsen het
woord. Het is voor mi), zeide hjj, een
hoogst aangename taak, voor de kiezers te
verschijnen. Het is boven verwachting, dat
de politiek der jong-liberalen, die zich in 1888
hebben afgescheiden, nu verwezenlijkt is in
de troonrede, dat die politiek nu aanvaard
wordt, zich uitende in het program der
Liborale Unie.
De jong liberalen, die door Nieuwe Rot
terdammer en Handelsblad voor radicaal,
dat een leeljjk woord was, werden geschol
den, maar die den naam als een eerenaam
aanvaardden, zien nu, datdegeheele liberale
partjj in hun spoor is gekomende woord
voerders der liberale en die der radicale
partp steunen elkaar. Hierna volgde eene
uiteenzetting der sociale politiek, geen
sociaal-democratie, zooals spreker zeide,
waardoor wanverhoudingen moeten worden
weggeruimd, waardoor de klove tusschen
de burgers moet verdwijnen, de zwakste
antwoordde
„Wij hebben eenvoudig orisen plicht godAao,
juffrouw Friedriohsen, anders niets. Jtmraer,
dat het niet zooveel geholpen beeft, als wij
wel gehoopt hadden. Nu, wie weel wat
de toekomst wellicht nog brengt. Laat ons
niet wanbopsn. Denk er maar eens aan,
met boeveel wederwaardigheden Wagner te
kampen heeft gihad-
Met doien hahbrekenden sprong kwam
Gerard weer op sijn geliefd thema, de
mnziek, en vond in Caecile daarvoor eene
dankbare toehoorderes, zoodat Gerard over
haar in de wolken was. Sedert de dagen
in Tarifa had hij nog nooit een vrouwelijk
wezen zoo boog vereerd. Toen bij met
Jaanita naar huis reed, vroeg bij, hoe juf
frouw Caecile baar bevallen was.
„Zij ia zeer mooi,' luidde het aotwoord,
„maar
„Drommels 1 Een maarl Daar ben ik
dan toch nieuwsgierig naar.'
„Maar sij heeft bet stuk niet geheel zoo
gespeeld als moest. Op de derde pagina
weet gij, die mooie passage en sij neuriede
sacbt een paar trekjes „heelt zij te
lacgziam gespeeld.'
„Dat hadt ge baar moeten zeggen.'
„Die mooie, trotscbe dame! Dan zon sij
mi) nog maar meer hebben gebaat.'
„Kiod, ge droomt 1 Waarom sou zij u
haten
„Ik weet bet niet, maar zg mag mij
niet lijden.*
Gerard schudde geërgerd en ontevreden
het hoold.
Hij kende do vronwen te weinig, om de
waai beid van Juanita'a beweren te kannen
voelen.
HOOFDSTUK YI.
ONTGOOCHELINGEN.
Op den dsg na het feestje bij mevrouw
Delmar verscheen Dr. Zarnow weder bij de
Friedricbsen. Hij had zijn beminde zijn be
zoek aangekondigd, omdat bij gewichtige
dingen met baar te bespreken had, die hij
ODgaarne door besoek of huishoudelijke
bezigheden onderbroken zag.
„Wat zou Zarnow toch willeB vroeg
Caecile, toen zij baar zuster bjj bet naar
buis gaan meedeelde, boe Zarnow bijna op
vrcolijken toon zijn bezoek op morgen bad
aangekondigd.
„Raadt gg het niet, Cili P* vroeg Helene
wat verwonderd. „Ik kan mij zeer go d
voorstellen wat bij wil.'
„Dat wiide ik van u slechts booren. Gij
znlt wel dezelfde gedachte bebben als ik.*
HeLne lachte en zuchtte daarbjj. Wel
gunde zij baar zuster bet geluk, maar tcch
kon zij bg de onwillekeurige vergelijking
party moet worden geholpen, zoodat ze niet
ten ondergaat. Het oud liberale beginsel:
vrijheid in bedrijf, beroep, vrijheid om in
eigen onderhoud te voorzien, het individu
alisme, zal moeten wijken voor het nieuwe
beginsel, namelijk het tusschen-beide-treden
door de regeering, die zich daarvan
steeds onthouden heeft. Geen opeenhooping
van kapitaal aan den eenen kant, armoede
aan den anderen, maar aandeel in de winst
voor ieder, die tot het behalen ervan bijdraagt.
Achtereenvolgens werden nu de hervor-
mingon aangeduid.
Belastingwezen. Hiervan is in de
troonrede 't minst gezegd, alleen belasting
herziening. Een eerste eisch is, dat de lasten
afgenomen, van de zwakke schouders en
gelegd op sterke. Als voorbeeld haalde spr.
aan de accijnzen en invoerrechten, die te
zamen genoemd kunnen worden, omdat ze
't zelfde uitwerken. ZiJ bedragen ruim 60
millioen gulden, dat is meer dan de helft
van ons staatsbudget. Nemen we hiervan
af de 26 millioen, die voor jenever aan
belasting wordt betaald, dan blijft er nog
25 millioer. over, geheven van verschillende
levensbehoeften, als suiker, azijn, zout,
vleesch, kleederen, petroleum. Nemen we
aan den prjjs van 1 K. G. suiker 50 cent,
dan wordt daarvan 29 cent belasting betaald.
Deze vloeit uit den zak var den gebruiker
in dien van den winkelier, die ze weer
betaald aan den suikerkoopman, van wien
den fabrikant ze ontvangt en uit wiens
handen ze terecht komt in de schatkist.
We kunnen aannemen, dat alle gezinnon 't
zelfde bedragen, want wat een gezin
aan eene stof, bijv. suiker, minder gebruikt
dan een ander, zal 't aan een andere stof,
bijv. petroleum, meer noodig hebben. Het
aantal gezinnen op 1 millioen stellende,
betaalt dus ieder f25 aan indirecte belasting.
Yoor een arbeidersgezin, waarvan de inkom
sten f 5 per week bedragen, en zoo zijn er
duizenden in ons land, vertegenwoordigt
deze belasting niet minder dan 10 percent
van het inkomen, terwijl ze voor een gezin,
dat over een inkomen van f 2500 per jaar
beschikt, slechts 1 percent bedraagt. De
zwaarste druk is hier dus op de kleinste
inkomens. Afschaffing van alle accijnzen
en belasting van het inkomen naar draag
kracht is dus hoog noodig. Ook personeele,
vermogens- en bedrijfsbelasting moeten zoo
geregeld worden, dat niemand er in behoeft
bg te dragen, die er niet toe in staat is.
Onderw ijswetten, waarvan de ge-
heele reeks met leerplicht vanzelf aan
de orde zal komen. Te veel wordt door die
wetten gezorgd voor de belangen der
gegoeden, te lang is gewacht op de invoering
van leerplicht, waarop voor 25 jaren reeds
is aangedrongen. In ons land zjjn nog 60
duizend kinderen tusschen 6 en 12 jaren
van baar beider ongelijk lot de droeve ga-
dachten niet geheel weren. „Dat was ook
niet zoo zwaar te raden,* meende «ij. „En
wat znlt ge antwoorden P*
Caecile bloosde eveo, want zjj sprak ee
ne onwaarheid uit, terwijl zij antwoordde:
„Is niet zijn wensch ook de m'jneP
Waarom sullen wij nog lauger iets ver
schuiven, waarvan de vervulling volkomen
naar onzen sin is en in onse macht ligt?'
Ia bet binnenste van baar hart wist sg,
dat de wenrch, spoedig met Zarnow verbon
den te zijn, slechts ten deele mocht worden
toegeschreven aan hare liefde, overwegend
was voor haar de minder aangename po
sitie, waarin zij nu verkeerde.
Heleue gaf hare zuster gelijk en onder
drukte hare gedachten. Zij was niet meer
overtuigd van de onbaatzuchtige liefde vau
Caecile.
Deze zou door een spoedig huwelijk de
noodsakelijkheid ontgaan, om een plaats als
gezelschapsjuffrouw te zoeken, wat anders
bijna onmogelijk voor baar was.
Want al kou eene der zusters niet ge
mist worden in de huishouding van baar
broer, 't was Diet mogelijk, dat
beiden op dit zuinige inkomen teerden.
Zjj waren het al reeds eens gewor
den, dat Helene thuis zou blijven, omdat
zij met Rudolf's eigenaardigheden bd liefheb
bergen bet best op de boogie was, en ook,
zooals Caecile bereidwillig toegaf, omdat «ij
meer zelfverloochening bezat.
Toen Zarnow kwam, verwijderde Helene
zich, om de beide minnenden in hun ver
trouwelijk gesprok niet te storen. Alleen
gebleven zetten zij zich Daast elkander;
Zaroow legde den arm om Caecile's taille en
greep met sjjn vrije hand haar rechter.
Op de tusschen geliefden gebruikelijke
manier werd het gesprek ingeleid, waarte
gen Zarnow, hoewel hij bet niet wilde be
kennen, wel wat opzag. Caecile bedwong
slechts met moeite baar ongeduld en zeide
eindeljjk
„Nu, jij dwaze man, wat hebt ge me ei
genlijk mede te deelen P Of zijt ge alleen
gekomen, om een uurtje met mij te praten P"
„Zoudt ge boos zijn, wanneer dat slechts
het geval ware?' vroeg bij schertsend.
Zij scbndde lachend bet hoofd en duldde
bet, dat hij dit voorwendsel te baat nam,
om, in de wolken over deze ontkenning,
baar nog eenmaal te kassen.
Yervolgens zeide bij
„NeeD, C»ecile, dat alleen is hetlochniel.
Ik beb u veel te vertellen en in aansluiting
daarm.de veel te vragen.*
Caecile vlijde zich dichter tegen bem asn
zjj twijfelde er niet meer aan, dat nu de
vraag zou komen, waarvan al reeds zoo lang
zonder onderwijs, waarvan 14500 geen
plaats kunnen krijgen op de scholen. Zjj
zjjn de kleine bedelaars, die men zooveel op
t platte land en in de steden aantreft, die
om zoo te zeggen opgroeien voor galg en
rad. Uit de gerechtelijke statistiek blijkt,
dat in 1896 5000 kinderen beneden 16 jaar voor
den rechter werden gebracht, waarvan 2000
in do gevangenis kwamen en 4Ö0 zelfs voor
de 2e, 3e en 4e maal, ja zelfs waren er 200
beneden 12-iarigen leeftijd. Bij den leerplicht
moet ook het herhalingsonderwj)3 verplich
tend worden gesteld tot 16-jarigen leeftijd,
opdat de kinderen na den arbeid kunnen
bijhouden, wat ze op school geleerd hebben,
en dat anders o zoo licht wordt vergeten.
Dan zal 't niet meer kunnen gebeuren, dat
ploegbazen uit Duitschland kinderen van 12
tot 16 jaar uit de grensplaateen, vooral uit
Gelderland, komen halen, om op de 40 k 50
steenbakkerijen te werken, en waar ze na
dagen werkens van des morgens 3'/» tot
des avonds 9, ja tot 11 uur, bjj elkander,
jongens en meisjes, in een loods overnachten
en voodsel en sterken drank ontvangen en
na vijf traanden bedorven terugkomen. Als er
verplichting is tot deelname aan 't herha-
lingsonderwijs en als er goed toezicht op ge
houden wordt, dan zullen geen duitschers onze
kinderen meer kunnen misbruiken. Ook
het ambachts- en vakonderwijs, zoolang
verwaarloosd, dient noodzakelijk geregeld te
worden en niet langer af te hangen van de
particuliere liefdadigheid,gesubsidieerd door
ijjk, provincie en gemeente.
Vergelijken we dit met hooger-en middel
baar-onderwijs, waarvan de kinderen der
gegoeden profiteeren, dan blijkt dat voor
vakonderwijs in groote steden voor 3000
kinderen wordt gegeven f 250.000 tegen 4
millioen gulden voor 13500 kinderen, tot 't
ontvangen van hooger-en middelbaar-onder
wijs. Onze werklieden kunnen niet concurree-
ren met de werklieden uitEngeland, Frankrijk,
België, Zwitserland, waar het vakonderwijs
goed geregeld is.
Plaatsvervanging, een bevoorrech
ting van de gegoeden, die hoe eer hoe beter
dient te verdwijnen. Doch niet alleen daar
om, ook de toestand van 't leger zal er door
verbeteren, als de dienstplicht niet meer
kan worden afgekocht. Yan het dienen der
gegoeden zal de volksklasse profiteeren en
verbeteren
Armenwet. Nu een politie-maatregel,
waarbij rekening gehouden wordt met per
soon en eigendom. Als die in gevaar zijn.
kunnen gemeente-besturen helpen, in geval
van onvermijdelijkheid mogen ze te gemoet
komen. Armoede voorkomen is beter dan
wachten tot ze is en ze dan lenigen. Dat
begreep ook de kapitalist en' weldoener, de
heer Jansen van Amsterdam, die een groote
som besteedde tot het koopen van
sprako was geweest, en hg haar du vragen
zou, den dag te bepalen, waarop zjj zouden
vereeoigd worden. Zij had juist geradeD,
en daar sij er zelf verbeegd en gelukkig om
was, waarom zou zg dan hem ook niet ge
lukkig maken P
„Nu, wat is het P1 vroeg zg.
„Kunt ge besluiten, om heel spoedig mijn
vrouw te worden P Dat is mjjo verzoek.
Kunt gjj mijn vurigsten wensch vroeger ver
vullen, dan wjj eigenlijk van plan waren P*
zeide bg op een toon van verlangenden
hartstocht, die baar ter harte ging.
Caecile'z wangen werden door een gloeien-
den blos overtogeD, en baar gelaal aan zijn
schouder verbergend, fluisterde sij
„Wanneer bet zjjn moet, lieveling. Gjj
moet het weten.'
„Ja, het moet gebanren. Want luister
eens nu komen mijne gewichtige mede-
deelingeu "hij wierp zich met heldenmoed
in de dreigende branding en sprak haastig
„ik reis naar Brazilië mjjn tegenwoordige
betrekkiog ben ik kwijt en met October
moet ik weg u echter neem ik mee.'
Caecile was als door deu donder getroffen
zij vertrouwde baar eigen ooren niet en
achteruitdeinzend staarde zij Zarnow aan,
als geloofde sg, dat hj) schertste.
„Hos is dat mogelijk f' stamelde tij. „Gaal
gij wegP Naar Brazilië? En uwe be
trekking zijt ge kwijt P'
„Kwijt, ja, dat wil seggen, ik heb er
voor bed inkt. Ik heb gezegd, niet bet gods
dienstonderwijs te kuuDen geven.'
„Uwe geheele toekomst verloren I*
„Ik kon onmogelijk bljjven.*
„Waarom dan niet Tranen van onge
duld tradeo in Caecile'z oogen en hare lippen
beefden. Heeft men u dan het professors
ambt niet aangeboden, dat nsen u be
loofd had P'
„O, daaraan ligt het niet," antwoordde
Zarnow, die bet verdriet vau Caecile ver
keerd begreep en het toeschreef aaD bare ge
dachte, dat men bem gepasseerd had. „Het
biog van mij zelf af, om met October leeraar
in de tweede klasse te worden, met de
sehooDS'e vooruitzichten in de toekomst.
Maar ik wilde niet."
„Gij wildet niet f4 Zg sloeg haar hand
tegen bet voorhoofd. „Maar dat ia onzin!
Hoe moet ik dat begrijpen P Droom ik of
droomt gij P1
„Geen van baden, mijn hart. Gij snit
spoedig hobbeD ingezien, dat ik Diet anders
handelen kon. Men verlangde van mij een
offer mjjner overtuiging."
WORDT VERVOLGD.