Donderdag 14 Octoloor 1897. 41ste Jaargang Ho. 3247. d Gemeente Sc hagen. NATIONALE MILITIE. FEUILLETON. Binnenlandsch Nieuws. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 et. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Sluiting Tapperijen. i k- k Laoil Bureau: SCHAGKH, liaan, I) 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. WIKKEL. B e k e n d m ak i n gr e n. LOTIKG BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente SOHAGEN Brengen, ter voldoening aaD het tweede gedeelte van Art. 28 der Wet op de Na tionale Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), voor de tweede maal ter kennisse van de belanghebbenden, dat de loting van de in 1897 voor de Na tionale Militie ingeschrevenen, overeenkom stig de ontvangene aanschrijving van Zijne Excellentie den Heer Commissaris dezer Provincie, dato 2 September 1897, No. 8/2146 M. 3., zal plaats hebben op den lSden October a. s., des namiddags ten 12% ure, ten Raadhuize dezer gemeente, en worden zij, welke daaraan moeten deel nemen, gelast, om op den bepaalden tijd aldaar tot dBt einde aanwezig te ziin, of, bij verhindering, zich aldaar door hun va der, moeder of voogd te doen vertegen woordigen. Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34 van gemelde Wet, dadelijk na de trekking van het Nummer, de redenen van vrijstel ling, welke de Ingeschrevene mocht heb ben, moeten worden opgegeven. Indien hij vermeent, vrijstelling te kunnen erlangen wegens Broeder- dienst of op grond van te zijn een i- ge wettige zoon, zil hij op Vrijdag den 22 October a.s., des voormiddags ten 10 ure, in het Gemeentehuis moeten ver schijnen, vergezeld van twee bij den Bur gemeester bekende en ter goeder naam en faam staande meerderjarige ingezetenen, die de vereischte getuigenis kunnen af leggen en het aldaar op te maken ge tuigschrift onderteekenen. Wanneer hij aanspraak maakte op vrijstelling wegens b r o e d e r d i e n s t, zal hij mede voor zien moeten zijn van zijne geboorte-acte en van de geboorte-acten van al zijne nog in leven zijnde broeders, alsmede van de zakboekjes of paspoorten van gediend heb- Situviitji van M. J. Mordlmann. 9. „Zeer gaarne,* zeide Caecile op de haar gedane uitnoodiging. „Maar wie zal de bla den voor mij omslaan Ge weet, Ellen, dat ik het vorig jaar mij daarmede eenmaal heb vergist, toen heeft mijnheer Müller mij zoo slecht geholpen waarachtig, daar staat bij reeds weder." „Gij zult voor vandaag tevreden zijn, bet nichtje van mijnheer Gerard zal n vanavond helpen, en die zal geene fouten maken.* „Het jonge meisje, dat daar in de mnziek bladert P* „Ja, die; zij is vandaag voor de eerste maal in gezelschap en daarom wat verlegen. Maar wanneer zij muziek boort, vergeet zij alles om zich heen.* Juanita knikte blozend, toen zij aan juf frouw Caeoiie werd voorgesteld en beant woordde de vriendelijke vraag der trotsche schoone met een schuchter en geflais- terd gezegde. „Wat een schoon gelaat I" Dat waren de onuitgesproken gedachten van beiden, die hier voor de eerste maal in haar leven met elkander in aanraking kwamen, met dit onderscheid evenwel, dat de be wondering van Juanita met geen vreemd gevoel vermengd was, terwijl Caecile de ge dachte maar niet van zieb verwijderen kon, dat het haar aangenamer geweest was, wanneer een ander naast haar aan de piano had plaats genomen, met wie zg de bewondering harer toehoorders niet zon behoeven te deelen. Caecile speelde een dier schitterende en zwa re salonstukken, in welke haar meesterschap het beste aan den dag kwam, een nocturne van Chopin, en geen enkele maal was Juaoita ontijdig met het omslaan. Toen het stok ten einde was, oogste Cae cile een warmen bijval. Onder de heeren, die haar kwamen complimenteeren, was ook mijnheer Gerard. Hij liet zich aan mejuf frouw Friedricheen voorstellen, en aan zijne roemende, maar tcch seer deugdelijke op merkingen bemerkte Caecile ras, dat zg met een degelijk muziekkenner had te doen. „Ik hoop n ook eenmaal in mijn hnis te kannen begroeten,* zeide hij galant. „Het is wel is waar het hol van een vrijgezel, die door allerlei gedierte bewaakt wordt, is 't niet waar, Juanita?* bende broeders. Bij overlegging van laatstgenoemde stok ken zullen door den Burgemeester bij den Kommandant van het korps, waarbij zijn broeders dienen of gediend hebben, wor den aangevraagd de bewijzen van werkelij- ken dienst of een uittreksel uit het Stamboek. 8chagen, den 11 Oct. 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. De Burgemeester der gemeente Schageo Overwegende, dat bij gelegenheid der lo ting voor de Nationale Militie in den re gel veli lolelingen zich schuldig maken aan het misbruik van sterken drank dat dientengevolge twistpirtijen ont staan, die de orde verstoren, en hartstoch ten worden gevoed, die slechts schade doen aan lichaam en geest Maant bij dfcze belanghebbenden aan om op den dag der loting voor de Nationale Militie, zijnde maandag 18 October a. s., geen sterken drank te schenken tot des namiddags 2 uuren znlks ter voorkoming van de noodzakelijkheid, dat door hem Burgemeester, krachtens art. 11 der algemeene politieverordening, de tijdelijke sluiting van Koffiehuizen en Tapperijen zou moeten worden gelast. Schagen, 11 October 1897. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestunr der gemeente Schagen, brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen dier ge meente, dat het kohier No. 3 der Perso- Dede belasting voor het dienstjaar 1897 op den 9en dezer door den Heer Direc teur der Directe Belastingen te Amster dam, is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe be- lasliugen binnen deze gemeente ter invor dering is overgegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoe- „Door een mooien hond en eenige kanarie vogels,* zeida Juanita en met een schuw lachje de donkerblauwe oogeu tot Caecile opslaande. „Maar ratten en muizen zijn er tenminste bij ons niet,* ging Gerard voort, „die heb ik met mijn jammerlijk gekras op den cello voor goed verjaagd. Het zou aardig zijn, als ga eans met uw heerlijk pianospel ons gejammer kwaamt afbreken, en de buisgenooten eens hoorden, dat er ook nog andere dan valsche noten gespeeld kunnen worden.* Caecile had de vraag op de lippen, of Jua- ni'a ook speelde, maar zij sprak die vraag niet nit. „De cello is een reer mooi instrument,' merkte zij op, „eD ik boor niets liever, wanneer hg door een meesterhand wordt bespeeld.* „Zoo goed zult ge het bij mij niet vin den. Mijn buis staat gelukkig midden in den tniD, anders zouden de buren mij spoe dig een ketelmuziek als tegenserenade bren gen. Uw broer moet n eens bij ons bren gen, opdat we eens goede muziek booreD.* „Oom Gerard speelt even goed op den cello als gij piano,* zeide Jaanita, en een lichte trots was in haar stem merkbaar. Caeeile knikte baar met vriendelijke neer buigendheid toe, maar antwoordde niet want bij Gerard's laatste woorden was bet haar ingevallen, dat hij een der directeuren der firma Mauvillon en Co. was, waaraan zij zooveel te danken had. „Ach, mijnheer Gerard,* zeide zij met een harer meest betooverende lachjes, „ik was nog zoo in mijn mnziek verdiept, dat ik een plicht geheel beb verzuimd den plicht der dankbaarheid.* „Tegenover Juanita, omdat zij voor u heeft omgeslagen P Daarvoor behoeft ge geen dank te betoigen, daarop is zg zoo trotsch als een sneeuwkoningin.* „Dat bedoel ik niet maar juffrouw Ju anita heeft zonder eenige fout omgeslagen ik geloof, sg heeft bet mij in de oogen ge zien, wanneer ik een pagina ten einde bad gelezen, zoo nauwkeurig trof zij steeds het riebtige oogenbhk.* Juanita zweeg en verried met geen enkele beweging, dat dit genadige woord haar aan genaam was. Caecile begreep, dat in het meisje, bij de beteende schuchterheid, toch een zeker zelfbewustzgn aanwezig was. Zij wendde zicb daarom tot Gerard en voer voort Ik beb u, deelhebber eener fi-ma, voor bet vele goede, dat ge voor mijn broer hebt gedaan, te danken. Gerard trok mot eene galanterie, die men niet bij bem zou gezocht hebben, de band, die Caecile hem bood, aan de lippen en ning van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, teneinde slle gerechtelijke vervol gingen, welke uit nalatigheid zonden voort vloeien, te ontgian. Schagen, den 12 October 1897. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestem [voornoemd, S. BERMAN. Politieke rede, gehou den te Winkel, den 8 n October 1897, door den heer C. V. Gerritsen van Am sterdam. Een talrijk publiek was te ruim 7 uur des avonds aanwezig in de kolfbaan van den heer W. Smit. De bfjoenkomst werd ge opend door den heer J. PORTE, die er op wees, dat we in den loop van 't jaar, of liever de laatste twee maanden, onaange naam verrast zjjn geworden en wel door het overlijden van den afgevaardigde naar de 2o Kamer, den heer J. Zijp Kz., ten 2e door den korten tijd, dien de kiezers hebben, om in de vacature te voorzien. Er is bijna geen tijd voor de kiezers, om do candidaten te leeren kennen en men mag toch ook niet vergen, dat ze iemand stemmen, dien ze niet kennen. Het was daarom een goed idee, toen men den heer Gerritsen verzocht in de verschillende plaatsen van het district zijn politieke zienswijze te komen blootleg gen. En al is de tijd ook kort, toch twij felt de heer Porte niet, of er zullen meer sprekers komen, zoodat niet zal behoeven gestemd te worden op geheel onbekenden. Hierna verkreeg de heer Gerritsen het woord. Het is voor mi), zeide hjj, een hoogst aangename taak, voor de kiezers te verschijnen. Het is boven verwachting, dat de politiek der jong-liberalen, die zich in 1888 hebben afgescheiden, nu verwezenlijkt is in de troonrede, dat die politiek nu aanvaard wordt, zich uitende in het program der Liborale Unie. De jong liberalen, die door Nieuwe Rot terdammer en Handelsblad voor radicaal, dat een leeljjk woord was, werden geschol den, maar die den naam als een eerenaam aanvaardden, zien nu, datdegeheele liberale partjj in hun spoor is gekomende woord voerders der liberale en die der radicale partp steunen elkaar. Hierna volgde eene uiteenzetting der sociale politiek, geen sociaal-democratie, zooals spreker zeide, waardoor wanverhoudingen moeten worden weggeruimd, waardoor de klove tusschen de burgers moet verdwijnen, de zwakste antwoordde „Wij hebben eenvoudig orisen plicht godAao, juffrouw Friedriohsen, anders niets. Jtmraer, dat het niet zooveel geholpen beeft, als wij wel gehoopt hadden. Nu, wie weel wat de toekomst wellicht nog brengt. Laat ons niet wanbopsn. Denk er maar eens aan, met boeveel wederwaardigheden Wagner te kampen heeft gihad- Met doien hahbrekenden sprong kwam Gerard weer op sijn geliefd thema, de mnziek, en vond in Caecile daarvoor eene dankbare toehoorderes, zoodat Gerard over haar in de wolken was. Sedert de dagen in Tarifa had hij nog nooit een vrouwelijk wezen zoo boog vereerd. Toen bij met Jaanita naar huis reed, vroeg bij, hoe juf frouw Caecile baar bevallen was. „Zij ia zeer mooi,' luidde het aotwoord, „maar „Drommels 1 Een maarl Daar ben ik dan toch nieuwsgierig naar.' „Maar sij heeft bet stuk niet geheel zoo gespeeld als moest. Op de derde pagina weet gij, die mooie passage en sij neuriede sacbt een paar trekjes „heelt zij te lacgziam gespeeld.' „Dat hadt ge baar moeten zeggen.' „Die mooie, trotscbe dame! Dan zon sij mi) nog maar meer hebben gebaat.' „Kiod, ge droomt 1 Waarom sou zij u haten „Ik weet bet niet, maar zg mag mij niet lijden.* Gerard schudde geërgerd en ontevreden het hoold. Hij kende do vronwen te weinig, om de waai beid van Juanita'a beweren te kannen voelen. HOOFDSTUK YI. ONTGOOCHELINGEN. Op den dsg na het feestje bij mevrouw Delmar verscheen Dr. Zarnow weder bij de Friedricbsen. Hij had zijn beminde zijn be zoek aangekondigd, omdat bij gewichtige dingen met baar te bespreken had, die hij ODgaarne door besoek of huishoudelijke bezigheden onderbroken zag. „Wat zou Zarnow toch willeB vroeg Caecile, toen zij baar zuster bjj bet naar buis gaan meedeelde, boe Zarnow bijna op vrcolijken toon zijn bezoek op morgen bad aangekondigd. „Raadt gg het niet, Cili P* vroeg Helene wat verwonderd. „Ik kan mij zeer go d voorstellen wat bij wil.' „Dat wiide ik van u slechts booren. Gij znlt wel dezelfde gedachte bebben als ik.* HeLne lachte en zuchtte daarbjj. Wel gunde zij baar zuster bet geluk, maar tcch kon zij bg de onwillekeurige vergelijking party moet worden geholpen, zoodat ze niet ten ondergaat. Het oud liberale beginsel: vrijheid in bedrijf, beroep, vrijheid om in eigen onderhoud te voorzien, het individu alisme, zal moeten wijken voor het nieuwe beginsel, namelijk het tusschen-beide-treden door de regeering, die zich daarvan steeds onthouden heeft. Geen opeenhooping van kapitaal aan den eenen kant, armoede aan den anderen, maar aandeel in de winst voor ieder, die tot het behalen ervan bijdraagt. Achtereenvolgens werden nu de hervor- mingon aangeduid. Belastingwezen. Hiervan is in de troonrede 't minst gezegd, alleen belasting herziening. Een eerste eisch is, dat de lasten afgenomen, van de zwakke schouders en gelegd op sterke. Als voorbeeld haalde spr. aan de accijnzen en invoerrechten, die te zamen genoemd kunnen worden, omdat ze 't zelfde uitwerken. ZiJ bedragen ruim 60 millioen gulden, dat is meer dan de helft van ons staatsbudget. Nemen we hiervan af de 26 millioen, die voor jenever aan belasting wordt betaald, dan blijft er nog 25 millioer. over, geheven van verschillende levensbehoeften, als suiker, azijn, zout, vleesch, kleederen, petroleum. Nemen we aan den prjjs van 1 K. G. suiker 50 cent, dan wordt daarvan 29 cent belasting betaald. Deze vloeit uit den zak var den gebruiker in dien van den winkelier, die ze weer betaald aan den suikerkoopman, van wien den fabrikant ze ontvangt en uit wiens handen ze terecht komt in de schatkist. We kunnen aannemen, dat alle gezinnon 't zelfde bedragen, want wat een gezin aan eene stof, bijv. suiker, minder gebruikt dan een ander, zal 't aan een andere stof, bijv. petroleum, meer noodig hebben. Het aantal gezinnen op 1 millioen stellende, betaalt dus ieder f25 aan indirecte belasting. Yoor een arbeidersgezin, waarvan de inkom sten f 5 per week bedragen, en zoo zijn er duizenden in ons land, vertegenwoordigt deze belasting niet minder dan 10 percent van het inkomen, terwijl ze voor een gezin, dat over een inkomen van f 2500 per jaar beschikt, slechts 1 percent bedraagt. De zwaarste druk is hier dus op de kleinste inkomens. Afschaffing van alle accijnzen en belasting van het inkomen naar draag kracht is dus hoog noodig. Ook personeele, vermogens- en bedrijfsbelasting moeten zoo geregeld worden, dat niemand er in behoeft bg te dragen, die er niet toe in staat is. Onderw ijswetten, waarvan de ge- heele reeks met leerplicht vanzelf aan de orde zal komen. Te veel wordt door die wetten gezorgd voor de belangen der gegoeden, te lang is gewacht op de invoering van leerplicht, waarop voor 25 jaren reeds is aangedrongen. In ons land zjjn nog 60 duizend kinderen tusschen 6 en 12 jaren van baar beider ongelijk lot de droeve ga- dachten niet geheel weren. „Dat was ook niet zoo zwaar te raden,* meende «ij. „En wat znlt ge antwoorden P* Caecile bloosde eveo, want zjj sprak ee ne onwaarheid uit, terwijl zij antwoordde: „Is niet zijn wensch ook de m'jneP Waarom sullen wij nog lauger iets ver schuiven, waarvan de vervulling volkomen naar onzen sin is en in onse macht ligt?' Ia bet binnenste van baar hart wist sg, dat de wenrch, spoedig met Zarnow verbon den te zijn, slechts ten deele mocht worden toegeschreven aan hare liefde, overwegend was voor haar de minder aangename po sitie, waarin zij nu verkeerde. Heleue gaf hare zuster gelijk en onder drukte hare gedachten. Zij was niet meer overtuigd van de onbaatzuchtige liefde vau Caecile. Deze zou door een spoedig huwelijk de noodsakelijkheid ontgaan, om een plaats als gezelschapsjuffrouw te zoeken, wat anders bijna onmogelijk voor baar was. Want al kou eene der zusters niet ge mist worden in de huishouding van baar broer, 't was Diet mogelijk, dat beiden op dit zuinige inkomen teerden. Zjj waren het al reeds eens gewor den, dat Helene thuis zou blijven, omdat zij met Rudolf's eigenaardigheden bd liefheb bergen bet best op de boogie was, en ook, zooals Caecile bereidwillig toegaf, omdat «ij meer zelfverloochening bezat. Toen Zarnow kwam, verwijderde Helene zich, om de beide minnenden in hun ver trouwelijk gesprok niet te storen. Alleen gebleven zetten zij zich Daast elkander; Zaroow legde den arm om Caecile's taille en greep met sjjn vrije hand haar rechter. Op de tusschen geliefden gebruikelijke manier werd het gesprek ingeleid, waarte gen Zarnow, hoewel hij bet niet wilde be kennen, wel wat opzag. Caecile bedwong slechts met moeite baar ongeduld en zeide eindeljjk „Nu, jij dwaze man, wat hebt ge me ei genlijk mede te deelen P Of zijt ge alleen gekomen, om een uurtje met mij te praten P" „Zoudt ge boos zijn, wanneer dat slechts het geval ware?' vroeg bij schertsend. Zij scbndde lachend bet hoofd en duldde bet, dat hij dit voorwendsel te baat nam, om, in de wolken over deze ontkenning, baar nog eenmaal te kassen. Yervolgens zeide bij „NeeD, C»ecile, dat alleen is hetlochniel. Ik beb u veel te vertellen en in aansluiting daarm.de veel te vragen.* Caecile vlijde zich dichter tegen bem asn zjj twijfelde er niet meer aan, dat nu de vraag zou komen, waarvan al reeds zoo lang zonder onderwijs, waarvan 14500 geen plaats kunnen krijgen op de scholen. Zjj zjjn de kleine bedelaars, die men zooveel op t platte land en in de steden aantreft, die om zoo te zeggen opgroeien voor galg en rad. Uit de gerechtelijke statistiek blijkt, dat in 1896 5000 kinderen beneden 16 jaar voor den rechter werden gebracht, waarvan 2000 in do gevangenis kwamen en 4Ö0 zelfs voor de 2e, 3e en 4e maal, ja zelfs waren er 200 beneden 12-iarigen leeftijd. Bij den leerplicht moet ook het herhalingsonderwj)3 verplich tend worden gesteld tot 16-jarigen leeftijd, opdat de kinderen na den arbeid kunnen bijhouden, wat ze op school geleerd hebben, en dat anders o zoo licht wordt vergeten. Dan zal 't niet meer kunnen gebeuren, dat ploegbazen uit Duitschland kinderen van 12 tot 16 jaar uit de grensplaateen, vooral uit Gelderland, komen halen, om op de 40 k 50 steenbakkerijen te werken, en waar ze na dagen werkens van des morgens 3'/» tot des avonds 9, ja tot 11 uur, bjj elkander, jongens en meisjes, in een loods overnachten en voodsel en sterken drank ontvangen en na vijf traanden bedorven terugkomen. Als er verplichting is tot deelname aan 't herha- lingsonderwijs en als er goed toezicht op ge houden wordt, dan zullen geen duitschers onze kinderen meer kunnen misbruiken. Ook het ambachts- en vakonderwijs, zoolang verwaarloosd, dient noodzakelijk geregeld te worden en niet langer af te hangen van de particuliere liefdadigheid,gesubsidieerd door ijjk, provincie en gemeente. Vergelijken we dit met hooger-en middel baar-onderwijs, waarvan de kinderen der gegoeden profiteeren, dan blijkt dat voor vakonderwijs in groote steden voor 3000 kinderen wordt gegeven f 250.000 tegen 4 millioen gulden voor 13500 kinderen, tot 't ontvangen van hooger-en middelbaar-onder wijs. Onze werklieden kunnen niet concurree- ren met de werklieden uitEngeland, Frankrijk, België, Zwitserland, waar het vakonderwijs goed geregeld is. Plaatsvervanging, een bevoorrech ting van de gegoeden, die hoe eer hoe beter dient te verdwijnen. Doch niet alleen daar om, ook de toestand van 't leger zal er door verbeteren, als de dienstplicht niet meer kan worden afgekocht. Yan het dienen der gegoeden zal de volksklasse profiteeren en verbeteren Armenwet. Nu een politie-maatregel, waarbij rekening gehouden wordt met per soon en eigendom. Als die in gevaar zijn. kunnen gemeente-besturen helpen, in geval van onvermijdelijkheid mogen ze te gemoet komen. Armoede voorkomen is beter dan wachten tot ze is en ze dan lenigen. Dat begreep ook de kapitalist en' weldoener, de heer Jansen van Amsterdam, die een groote som besteedde tot het koopen van sprako was geweest, en hg haar du vragen zou, den dag te bepalen, waarop zjj zouden vereeoigd worden. Zij had juist geradeD, en daar sij er zelf verbeegd en gelukkig om was, waarom zou zg dan hem ook niet ge lukkig maken P „Nu, wat is het P1 vroeg zg. „Kunt ge besluiten, om heel spoedig mijn vrouw te worden P Dat is mjjo verzoek. Kunt gjj mijn vurigsten wensch vroeger ver vullen, dan wjj eigenlijk van plan waren P* zeide bg op een toon van verlangenden hartstocht, die baar ter harte ging. Caecile'z wangen werden door een gloeien- den blos overtogeD, en baar gelaal aan zijn schouder verbergend, fluisterde sij „Wanneer bet zjjn moet, lieveling. Gjj moet het weten.' „Ja, het moet gebanren. Want luister eens nu komen mijne gewichtige mede- deelingeu "hij wierp zich met heldenmoed in de dreigende branding en sprak haastig „ik reis naar Brazilië mjjn tegenwoordige betrekkiog ben ik kwijt en met October moet ik weg u echter neem ik mee.' Caecile was als door deu donder getroffen zij vertrouwde baar eigen ooren niet en achteruitdeinzend staarde zij Zarnow aan, als geloofde sg, dat hj) schertste. „Hos is dat mogelijk f' stamelde tij. „Gaal gij wegP Naar Brazilië? En uwe be trekking zijt ge kwijt P' „Kwijt, ja, dat wil seggen, ik heb er voor bed inkt. Ik heb gezegd, niet bet gods dienstonderwijs te kuuDen geven.' „Uwe geheele toekomst verloren I* „Ik kon onmogelijk bljjven.* „Waarom dan niet Tranen van onge duld tradeo in Caecile'z oogen en hare lippen beefden. Heeft men u dan het professors ambt niet aangeboden, dat nsen u be loofd had P' „O, daaraan ligt het niet," antwoordde Zarnow, die bet verdriet vau Caecile ver keerd begreep en het toeschreef aaD bare ge dachte, dat men bem gepasseerd had. „Het biog van mij zelf af, om met October leeraar in de tweede klasse te worden, met de sehooDS'e vooruitzichten in de toekomst. Maar ik wilde niet." „Gij wildet niet f4 Zg sloeg haar hand tegen bet voorhoofd. „Maar dat ia onzin! Hoe moet ik dat begrijpen P Droom ik of droomt gij P1 „Geen van baden, mijn hart. Gij snit spoedig hobbeD ingezien, dat ik Diet anders handelen kon. Men verlangde van mij een offer mjjner overtuiging." WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 1