Houten kleedingstuk-
Kleederen van hout zijn het nieuw
ste product van den nimmer rustenden
uitvindenden geest onzer eeuw. Het
denkbeeld, om kleederen van hout te
vervaardigen, lag vrijwel voor de hand,
als men weet, dat het web der spin,
dat toch zeer stevig en elastisch is,
uit niets anders bestaat dan uit het
hout van een plank of een balk, dat
door het insect fijngeknaagd en in de
fijn bewerktuigde maag verwerkt wordt.
Dat de houtvezels door hun stevigheid
zeer geschikt zijn tot de vervaardiging
van weefsels, bewijst het best de
omstandigheid, dat de bast van vele
boomsoorten gebruikt wordt als bind
touw, dat zeer sterk is.
Nu kan de mensch wel niet het
procédé der natuur op den voet vol
gen, doch met de wetenschap van he
den brengt hij 't al een heel eind.
Het spinnen van garen uit hout is
eerst in do laatste jaren in practijk
gebracht, nadat de ingenieur Claviez
te Leipzig patent had verkregen op
een procédé tot het verspinnen van
houtvezels. Dit aanmerkelijk verbeterde
en voltooide systeem wordt thans ge
ëxploiteerd door de Leipziger Kunstwe-
berei, Claviez Co en genoemde firma
is het, die op de Saksisch-Thüring-
sche Industrie- en Nijverheidstentoon-
stelling te Leipzig in een speciaal pa
viljoen de producten van haar fabrika-
tie exposeerde, welke terecht de ver
bazing van alle bezoekers wekten. De
vlag, die van dat paviljoen woei en de
kleederen, die de machinisten en we
vers der firma dragen, waren van
houtvezels gemaakt. Dat de gebruikte
stoffeD deugdelijk waren, leerde de
ondervinding, want de vlag bleek te
gen den storm en regen uitnemend
bestand en de kleedingstukken, die
herhaaldelijk gewasschen werden,
hielden zich zeer goed.
Een groot voordeel dezer stof, waar
van de vervaardiging en bewerking
aanschouwelijk werd voorgesteld, is
haar goedkoopte. Zoo heeft de mensch
dus van de onooglijke, verachte spin
iets geleerd. Is hij ook nog niet in
staat, haar weefsel industriëel te ge
bruiken, hij kan reeds de plantenvezels
volgens de methode der spin in garen om
zetten. Of er ook nog eens een tijd
zal komen, dat men de draden van
het spinneweb tot garen zal spinnen,
is moeilijk te zeggen. Maar met het oog
op de nieuwste veroveringen op het ge
bied der textiele industrie, lijkt deze
vraag lang niet meer zoo belachelijk
als vroeger wellicht.
De zijderups, die een even groote
geschiktheid in het voortbrengen van
fijne draden aan den dag legt als de
spin, heeft den mensch reeds in de
vroegste tijden op het denkbeeld ge
bracht, de beschermende draadomhul-
aels der pop, cocons genaamd, af te
wikkelen en daarvan de prachtigste
kleerstoffen te weven. De spinneweb-
ben, die men niet alleen in oude ge
bouwen, maar zelfs in bewoonde ver
trekken vindt, worden echter als vie
zigheden verwijderd. Om ze voor
indrustriëele doeleinden te bezigen,
daaraan beeft nog niemand gedacht.
En toch zijn de dunne draden, waar
van de mazen van het spinneweb ge
trokken zijn, niets anders dan opgeloste
houtvezels, zooals wij die thans voor
ons druk- en schrijfpapier in zulke
massa's gebruiken, dat daardoor een
ware woudverwoesting in 't leven ge
roepen wordt. Wie denkt er bij den
aanblik van prachtige zijden stoffen
aan, dat ze toch eigenlijk niets anders
zijn dan de door een rups verwerkte
bladvezels van den moerbezieboom
Zoo zullen ook in de toekomst de
menschen zonder er bij te denken hun
lichaam bedekken met kleederen, die
hun ontstaan te danken hebben aan
den afval uit zaagmolens, lucifers- eu
timmerwerkfabrieken.
Burgerlijke Stand.
Gem. Barsingerhorn.
Gem. Nieuwe Niedorp.
Gem. Anna Paulowna.
Geui. Wie ringen.
Gem. Haringcarspel.
men Lucien's lijkkist uit het huis droeg.
floe ik dat overleefde, weet ik Diei,
maar ook dien slag had ik gedragen.
Doch al heeft de dood hen van mij
weggenomen, in gedachten leeft hij met
mij voort. Ea daarom, mijn vriend, zal
ik nooit hertrouwen. Ik leef in de hoop,
hem eens weer te zien.
En waarom, zult gij vragen, waarom
volgt gij zijn voorbeeld niet F Dan is uw
wensch vervald, en gij zult met hem
vereenigd zijn.
Waarom Ik ben bevreesd, de moed
ontbreekt mij. Tweemaal heb ik op het
punt gestaan, de daad te volbrengen. En
tuch, er is iets dat mij weerhoudt, dat mij
aan het leven bindt.
Wanneer de zon zoo heerlijk schijnt
en allds om mij bloeit en groeit, dan kan
ik niet sterven, ik wil leveD, leven om
aan hem te denkeD, die stierf om met
mij te sterven. Dan komt er vrede in
mijn hart.
Dj geur der hyacinten bedwelmt mij
goeden nacht.
Wat eenechtgenootekost.
Een zonderlinge Engelschman, die on
langs zijn gouden bruiloft vierde, is op
het idee gekomen, om eens nanwkenrig
uit te rekenen, w»t zijn vijftig-jarig huwe
lijk zoo ongeveer heelt gekost. De man
had al, toen hij trouwde, ten vast inko
men van f 6Ü00 'sjaars; het was voor
hem dus niet noodig voor zich zelf of
zijn vrouw, om zich te bekrimpen, al kon
den zij er ook maar niet losjes op weg
leven.
De heer Jonet begint de optelling zijner
onkosten met de sommen, die hij reeds
als verloofde en bruidegom uitgaf voor
bloemen en andere bewijzen van teeder-
heid. Hierin is ook opgeteld de prijs van
den verlovingsring en de bijzondere uit
gaven, die hij in zijn verlovingstijd had,
als kosten van mooier kleeding, netter
schoeisel, mooier dassen, enz. Hij schat
dat alles op f 1200.
De kosten van zijn hnishouding bedroe
gen jaarlijks f 3000. Daarvan brengt hij
de helft voor zijn vrouw in rekening,
maakt in 50 jaar f 75.000. Aan kleeding
en linnen kostte het vrouwje hem onge
veer f 600 '8 jaars, voor geschenken op
verjaardag, huwelijksdagen, Kerstmis gaf hij
f 300 uit. Het echtpaar was niet vaak
ziek en zij gaven samen daaraan f 60, dus
voor ieder f 30 uit. Voor schouwburgen,
concerten en andere amusementen hadden
de lieden gemiddeld f 360 noodig, terwijl
de jaarlijksche badreis hem op f 1200
kw&m, kortom, in de vijftig jaren van hun
huwelijk kostte de vrouw aan den man
1 160.000 ongeveer. Een aardig ver
mogen inderdaad.
wat ik nu weet. Dat is toch niet onver
standig, niet waar f"
Niet in het minst, dat alles moogt ge doen,
en ge zult altoos nog veel geld overhouden."
„Ja, maar ik zou gaarne nog iels doen
„Eu dat is?"
Juanita lachte en antwoordde niet dade
lijk, maar met een wedervraag
„Zoudt ge het mij kwalijk nemen, wan
neer ik eigenlijk u toch niet tot voogd wil
de hebben
Hij zag haar verwonderd aai), maar ter
wijl bij haar gloeiend gezichtje zag, begreep
hij haar gedachtengang oogenblikkehjk.
„Ja, kwalijk nemen zon ik het u wel een
weinig," seide hij. ,,En het zon u toch tot niets
helpen, wanneer gij mg niet tot voogd badt.
Want de beide andere beeren zouden toch
niet willen hebben, dat ge dwaze scheukin
gen deedt. Juist omdat vrouwen in hare
goedhartigheid zoo onverS'andig zijn, beeft
het gereoht haar voogden gegeven
„Dan heb ik aan al dat geld niets,'1
pruilde Juanita. „Maar wanneer ik na
papa Gerard en oom Maavillon harte-
lgk smeekte, dat zij mij zouden toestaan, ia-
mand, die niet zooveel geld heeft als ik en
dien ik grooten dank schuldig ben, en dien ik
zoo gaarne, ja zoo recht gaarne lijden mag,
van mgn overvloed iets te geven, dan zonden
zij het mg zeker toestaan."
„Wellicht, lieve Juanita," antwoordde bij
ernstig. „Maar zoolang ik uw voogd ben,
zal ik het nooit toestaan. En dan weet ik
nog meer
,Ik ook!" viel Juanita hem in de rede.
„Ik weet het ook. De man, dien ik bedoel,
is trotscb en eigenwillig en zou met ver
achting terugstooten, wat ik hem geven wil.
Dan is Leo beter en veel beter hg neemt
alles met dank aan, wat ik hem geef. Niet
waar. Leo, gij neemt alles P"
Leo drukte met een paar knipoogjes en
het kwispelen met den staart zgne toestem
ming uit. Zarnow moest over de koddige
wendiDg van de zaak lachen en Juanita, die
zoo even werkelijk een boos gezicht getrokken
had, stemde half tegeo haar sin met dit
lachen in.
„Wees verstandig, Juanita
Ms3r gekheid.
Toontje V, een eeriame gasfitter te D.,
een kleine gemeente, waar onlangs een
comedietroep optrad, moest voor zijn pa
troon achter de coulissen eenig werk aan
de gasbniaen verrichten. Eensklaps, ter
wijl hij aan 't soldeeren was, wordt hij
door den directear van den troep bij den
arm genomeD.
Och, vriend, help ohb even, een der
acteurs is er nog niet. Hier, doe gauw
dat wambuis aan en ga dadelijk op het
tooneel. Kom, kom, het zat heel goed
gaan, je behoeft alleen maar dit te zeg
gen
„Kapitein, de vijand nadert de stads
poorten I"
Zeg bet eens na.
Toontje lei den aoldeerbont op de doove
kolen en zei: „Kapitein, de vijand nadert
de Btadspoorten
Uitstekend wacht nog even
juist nu nu is 't tijd.
De fitter stapte, in zijn wambuis, op
de planken.
Kapitein, riep hij, zoo hard alsof
hij brand 1 moest roepen kapitein, de
vijand nadert de stadspoorten 1
De acteur, die voor kapitein speelde,
deed twee passen achterwaart» en schreeuw
de, zooals zijn rol voorschreef, woedend
Je liegt, dat kan niet. Scheer ja
weg, ongeluksbode, of ik rijg je aan mijn
degen.'
Zeg, sprak Toontje zonder een voet
te verzetten, maakt oe nou mar nie dik.
't Is ommers mar gekheid 1
Kwaad is ie nie I riep een stem van
den engelenbak, en de geheele zaal barstte
in schaterlachen uit.
Snel trouwen.
De beroemde smid van Gretna Green
heeft in vroeger dagen jiarlijks duizenden
in 't huwelijk verbonden. Evenveel, zoo
niet meer trouwt er jaarlijks de protestant-
sche geestelijke W. H. Burrels in New-
York. Hij heeft in den tijd van 10
maandeD, van 1 Januari tot 1 November,
7400 paren in Hymen's ketens geklonken.
Onder deze waren er 2800 paren, die reeds
van weerskanten getrouwd en gescheiden
waren van hun echtgenootenterwijl bij
3000 bf de man of de vrouw gescheiden
was. Men geeft vooral daarom aan Bur
rels de voorkeur, omdat deze heer de
trouwlustigen niet met vele vragen lastig
valt en in nauwelijks vijf minuten een zeer
aangrijpende redevoering weet te houden.
Bovendien verlangt hij voor elke trou
werij maar 5 dollars. Toch maakt hij nog
een jaatlijksch inkomen van f 125.000.
TeKopenhagen heeft een
vrouw zich met hare vier kinderen uit
armoede van het leven beroofd.
„Wanneer dat verstandig is, dat men alles
voor zich alleen bezit, dan wil ik niet ver
standig zgn."
„Wie zegt dat, dat ge alles voor n alleen
behouden moet Maar aan mg moogt ge
niet denkeD, wanneer gg geschenken geven
wilt. Was ik arm, moest ik mg ontberingen
opleggen, dan was het een heel ander geval.
Wanneer ik werkelijk eenmaal in nood kom,
ioo zal ik mij om bnlp tot n wenden. Dat
beloof ik n. Maar daarmede moet ge daD
ook tevreden zgn."
„Ik moet wel," antwoordde zij terneer
geslagen. ,,Ik zie het wel in. Maar het
maakt mg niet gelukkig, als ik n niet ge
lukkig daardoor maken kan
„Gelukkig maken op de wijze, zooals gg
meent, niet. Maar gelooft ge niet, dat al
wat wg zooeven met elkander besproken heb
ben, genoeg is, om mij gelukkig te ma
ken
„Een weinig misschien." Zg zag bem
aan, haar gelaat kreeg weder een vroolijke
uitdrukking; maar dadelgk daarop voer baar
weer een gedachte door het hoofd, die
opoienw een duisteren trek over haar gelaat
bracht. „Nu moet ik u nog iets vragen,
Dr. Zarnow wanneer ik maar wist, dat
ge daarover niet boos zoudt worden.*'
„Ik zal niet boos zgn, praat maar gerust
vrg en openhartig
„Is er geen dame, van wie ge zoudt aan
nemen, wat ge mg weigeit P En is er nooit
een dergelyke geweest
„Neen, dat wil zeggen, niet in dien zin
Zarnow zweeg. Hg had een laDgwijlige
uitlegging moeten geven, om Jua
nita te verklaren, dat naar zgne
meeuing een huwelijk met een rgk
meisje iet» eigenaardigs was, maar wanneer
mea haar echter lief had, neoebt het ook
■iet van invloed zgn; daar armoede geen hin
dernis mocht zgn daD ook rijkdom n>et. Zulk
eene verklaring leek hem echter toch wel wat
gewaagd, men koD niet weten welk eene
uitwerking die zou hebben op het dankbare
gemoed van Juauita, en in welk een scheef
daglicht zou hg zich zelf daar plaatsen.
WOEDT VERVOLGD.
In de restauratie.
Bezoeker. Het spijt me wel, dat ik hier
niet vroeger beD komen eten....
Restaurateur (in zijn schik) Kotr, kom,
dat doet me pleizier....
Bezoeker. Ja, want dan zou deze viach
nog versch zijn geweest.
Een mijnongeluk.
Kaiserlautern, 1 Dec. Door een out-
pleffing van mijngas in de mijn „Franken-
holz" bij Hamburg in de Pfalz zijn vol
gens de Pfaltesche Ptesse dertig personen
gedood en veertig gewond.
jS i n d s wanneer rookt men
tabak?
Reeds lang voordat Ghristophorus Colnm-
bas Amerika had ODtdekt, werd in de
heete streken van dit werelddeel door in
boorlingen tabak gekweekt en verbroikt.
Toen Colombns in 1492 op Cuba en
Haïti landde, zag hij, dat de bewoners
dier eilanden tabaksrollen, met een maïsblad
omwikkeld, (sigaren dns in den meest pri
mitieven vorm), of ook wel fijn gesnedeD
tabak uit pijpen rookten. Ook Cortez vond
bij zgne verovering van Mexico, in 1019,
daar eetzellde gewoonte in zwang.
De naam tabak is, naar men meent,
afgeleid van dien van het eiland Tobago
of van de «iddel-amerikaansche provincie
Tabasco.
Spanjaarden brachten de tabak in 1511
nit Amerika Daar Enropa over.
Reeds in 1558 werd het eerste tabak-
zaad in Portugal gezaaid.
De Franschman Nicot, naar wien de
tabak ook Nicotiasnsch kruit gebeeten
wordt, waa de invoerder ervan in Frank
rijk.
In het begia werd de tabak niet ge
rookt, maar als geneesmiddel gebruikt.
Het rooken werd eerst in het midden
der 16e eenw in Spanje ingevoerd, terwijl
dit in Engeland in 't jaar 1586 plaatshad,
en wel door Francis Drake en Walter
Raleigb.
Turkije en Arabië maakten in het be
gin der 17e eenw met de tabak kennis.
Nadat in 1616 de eerste tabak in Neder
land was gekweekt, volgden weldra ook
Engeland en Daitschland.
De tabak werd reeds zeer vroeg, name
lijk in het 1601, naar Java overgeplant.
Ook bij de Chineezen is het tabak roo
ken in gebruik, zonder dat men de ou
derdom dier gewoonte aldaar beeft kun
nen vaststellen. Zooals men weet, beston
den er in Europa aanvankelijk zwaarwich
tige vooruordeelen tegen het gebrnik van
tabak en werden tabakrookers in Rusland
zelfs met de straf van bel afsnijden der
ooten en, bij herbaalde overtreding, met
den dood bedreigd. Ondanks dien tegen
stand nam het gebruik der tabak steeds
grootere afmetingen aan en mag tegen
woordig wel overal verspreid worden ge
noemd.
Laat ons ten slotte nog meldeD, dat
het de spaanscbe stad Sevilla was, waar
de eerste fabriek van snuiftabak werd op
gericht.
Uit HunsiDgo schrijft men:
Er wordt thans handel gedreven in
vleugels en veeren van zeevogels, die in
groote menigte op de noordkust van Neder
land gevouden worden. Een vogelvan
ger in Hunsingo heelt op zich'genomen,
een groot aantal vleugels te leveren. Een
gevolg daarvan is, dat de waarde der vleu
gels en veeren der zeevogels plotseling
rijst. De hoeden-industrie vraagt ze om ze
op de hoeden te plaatsen.
Blijft de vraag aanhouden, dan kan de
ze handel van beteekenis worden voor de
kustbewoners van ons land.
Het aantal zeevogels is groot boe meer
de fauna onzer kusten onderzocht wordt,
des te meer blijkt dat het aantal soorten
veelvuldjg is.
Een sensati e-w e k k e n d
proces. Meu schrijft uit Brussel aan
Het Centrum
Het is, alsof het voorbeeld van mevr.
Joniaux zoo hier van voorbeeld kan
sprake zijn aanstekelijk heeft gewerkt.
Sedert de veroordeeling dier beruchte
gifmengster, kwamen er in Belgis veel
vuldige vergiftigingen voor, bijzonder in
dit laatste halt jaar.
Op dit oogeublik staat voor het hof
vau gezworeaen te Brugge een zeker
heer Vauderauwera, kommaudant-majoor
der burgerwacht, terecht, onder betchul-
diging zijne vrouw de andere wereld te
hebben ingeholpen door haar gedurende
drie jarea brakingverwekkend potaech-
zuar toe te dieueD. Het vermeende
slachtoffer overleed in Maart 1896. Eerst
een vol jaar na dien had de opgraving
plaats, op aanwijzing van een vrouwsper
soon, waarmee de beschuldigde majoor
betrekkingen onderhield, tijdens het
leven zijner eebtgenoote.
De apotheek waar het vergif werd
gekocht is bokend.
De door de rechtbank benoemde schei
kundigen hebben sparen van dat vergif
gevonden in de ingewanden der overledene.
Het rechtsgebraik in ons land staat toe,
dat ook van de zijde des beschuldigden
deskundigeo worden aangewezen, wier
opdracht het is, om de conclusiën der
gerechtelijke expertise te ontzenuwen.
De beroemde Leuvensche professor Bruy»
lants, die indertyd door de ontleding der
overblijfselen vau de slachtoffers van mevr.
Joniaux naam verwierf, heeft geweigerd
zich ten dienste te stellen der verdedigers
van den Brngschen majoor. Ja, deze ge
leerde heelt ongevraagd verklaard, dat er
vergiftiging in 't spel is.
Vanderauwera is een rgk geworden
herbergier. Hij had een verzekering ge
sloten op het hoofd zijner echtgenoote ten
bedrage van 20.600 franken, welke hem
door de verzekeriDgmaatschappij zijn
uitgekeerd.
De beschuldigde wordt verdedigd door
den Btugschen advocaat Seresia en den
meer bekenden katholieken pleitbezorger
uit Brussel, Bonnevie.
Het proces, dat voor een paar dagen be
gonnen is, wordt heel België, door, met
spanning gevolgd.
Ingeschreven van 1 30 Nov. '97.
GeborenAnna, d. v. Klaas Groet en
van Aafje Rietvink.
Ondertrouwd Geene.
Getrouwd Simon Droog en Marijtje
Roggeveen. Cornelis de Graaf en Antje
Pool.
Overleden. Maarlje Mosk, oud 36 jr.,
ongehuwd. Jan Kater, oud 41 jr., echtge
noot van Gaurtje Wsiboer. Pietertje
Breed, ond 26 jr., ongehuwd, wonende
te Nieuwe Niedorp.
Ingeschreven van 1 80 Nov. 1897.
Geboreu Aafje, d. v. Pieter de Laoge
en Marijtje Bleeker. Maria, d. v. Gerrit
Meereboer en Kniertje Stoop.
GetrouwdJacob Spruit, weduwn. v.
Adriaantje Smit en Elisabeth Vos, wed.
v. Pieter Renooij.
Overleden Wilhelmina Christina Maria
Jansen, ongeh., d. v. Dirk Jansen en Dien-
wertje Schoorl, 18 jaren. Cornelis, z. v.
Cornelis Maars en Elisabeth van den
Abeele, 14 jaren. Jacob Schoorl, weduwn.
v. Neeltje Kok, 62 jaren.
Elders overleden: Pietertje Breed, ongeh.,
d. v. Cornelis Breed eu Elisabeth Dekker,
26 jaren.
Ingeschreven van 180 November 1897.
Geboren Pieter, z. v. J. v. Twuijver
en A. Raven. Henri Alexander, z. v. J.
Oost ra en S. H. Joachimsthal. Nicolaas
Pieter, z. v. M. v. d. Wel en A. de
Jong. Maartje, d. v. P. Vilten en L.
Los. Coruelis Wijtze, z. v. W. Nijdam
en N. Klomp. Rans, z. v. G. Brands en
M. Stapel.
Ondertrouwd 2 paren.
GetrouwdBsstiaau Looij en Grietje
Nieuwboer. Cornelis de Croos en Maartje
Kooij.
OverledenGeene.
Ingeschreven van 1 30 November '97.
GeborenMartinus, z. v. Hendrik
Knol en Petrooeila Vroone. Pieter, z. v.
Pieter Tijsen en Cornelia Staaltjes. Marie
Alida, d. v. Martinus de Haan, en Trjjn-
tje Luijt. Maartje, d. v. Simon Mulder
en Maartje Kleio. Lammert, z. v. Jan
Bregman en Neeltje Kooij.
Ondertrouwd: Elbert Lont en Anna
Lont.
GetrouwdNan Scheltus en Sijtje
Kooijman. Broer Kist en Trijntje Schel
tus. SimoD Mulder en Maartje Klein.
Cbristiaan Offringa en Adriane Kamman.
Elbert Lont en Anna Lont.
OverledenGeene.
Ingeschreven van 1 80 November '97.
Geboren: 4 Nov. Guurtje, d. v. Pie
ter Groen eu Maartje Hoedjes. 8 dito.
Alida, d. v. Dirk Plaatsman en Grietje
Kocmen. 15 dito. Muia, d. v. Jan Bur
ger en Jantje van Duin. 16 dito. Andries
Pieter, z. v. Jacob Wink en Maartje
Dezker. 17 dito. Klaas, z. v. Klaas
Rezelman eu Antje Hartman. 17 dito.
Maria, d. v. Johaunes Pronk en Geer
tje Komeo. 23 dito. Klaas z, v. Klaas
Bakker en Vrouwtje Droog.
Ondertrouwd eu Gehuwd Geene.
Overleden 3 Nov. Een als levenloos
aangegeven kind van hel vrouwelijk ge
slacht van Arie de Groot en Meinuwtje
Wit. 15 dito. Gerrit Brammer, oud 75
jr., echtgenoot van Maartje Rietveld, eer
der weduwn. van Neeltje Langedijk. 18
dito. Pieter Swager, oud 2 mnd., z. v.
Arie Swager eu Neeltje van Twujjver.