Binnenlandsch Nieuws. Rijmzeewering Callantsoog. Callantsoog. Aan de laatst Vergadering der afdee- ling Waard en Groet ran de Hol- landsche Maatschappij van Land bouw van woensdag 15 December j. K ten huize van den heer P. Haringhuizen te Nienwe Niedorp. De voorzitter, de heer K. Breebaart Jz., verheugt zich over de betere opkomst der leden dan gewoonlijk het geval is en o- pent de vergadering met den wensch, dat met deze bijeenkomst de rij van talrijk bezochte vergaderingen weder geopend is. De hierop door den secretaris, den heer Berkenbosch, gelezen notulen der laatste vergadering worden met dank goedgekeurd Voor kennisgeving wordt aangenomen 1. Een missive van het Ministerie van Bionenl. zaken a. d. 9 Nov. j. 1. No. 46, waarbij toegezegd wordt een subsidie van f 260 ten behoeve van den winterlandbouw- cursus van 1897/98 te Winkel. 2. Een schrijven van den heer J). Spoor te Bodegraven, ten geleide van een 80-tal prijscouranten, benevens eenige ar- I tikelen uit zijn magazijn van landbouw- en. zuivelbereidings-benoodigdheden, die de heer Spoor aan de aideeling cadeau doet om ouder de leden te verloten. Den heer Spoor zal namens de afdce- ling dank worden betuigd voor deze zen ding. Verder is ingekomen een schrijven van een commissie, waarvan de heer K. Bree baart Jz. voorzitter en de heer Billrotb, Rijksveearts te Boom, secretaris is, (als de verslaggever htt goed heeft begrepen) en die zich ten doel stelt de oprichting van een associatie tot het aanschaffen en tot dekking beschikbaar honden van en kele Olden burger dekhengsten, waarin genoemde commissie sanspoort tot het ne men ran één of meer aandeeleo van f 25 in het kapitaal, geheel groot f 10.000. De voorz., die natuurlijk deze aanspo ring ondersteunt, licht nog toe, dat reeds 250 van de 400 aandeelen geplaatst zijn, zoodat 2 hengsten gekocht kuDnen wor den; tot aankoop van den derde is het echter noodig, dat de 400 aandeelen ge plaatst zijn. De heer W. C. Pisser acht de paar denfokkerij een overwegend belang, doch het is meermalen gebleken, dat de kas niet bij machte was, andere, ook belang rijke zaken te slennen, waarom spr. deze f 25.zou willen bewaren voor eventn- ëele nuttiger onderwerpen, waarbij het geld niet, zooals nn, als een dood- of vaststaand kapitaal behoeft te worden be schouwd. niet meer. Die heldere gedachten, welke bij nn heeft, zijn het teeken van den dood. Na zijn ontwaken zal zijn verstand nog min der verward zijn, dan echter kan hij ook ieder oogenblik sterven. Langer dan vier en twintig oor leeft bij onder geen enkel geval. Friedrichsen deelde Zarnow en Ana- tole dete uitspraak mede. Zij zaten zacht sprekend bjj elkander, in die onaangename spanniDg, waarmede altijd het komen van den dood wordt afgewacht- Anderhalf nur waren verstreken, dan ver roerde Fracgois zich en dadelijk daarna was hij volkomen wakker. Hij zag verwonderd rondom zich, «treek met de hand langs het voorhoofd en wilde zich oprichten; maar het reeds verzwakte liobaam ontzegde hem den dienst- Hij zagJosephine en Anatole aan en strekte de handen naar hen ait- Vergiffenis," stamelde hij vergiffe nis." Josephine bedekte de handen haars vaders met kussen. Anatole zeide met tranen in de stem „Mijn arme broeder, gij hebt zwaar ge boet het is "waarlijk voldoende Han u gestraft, wat ge tegenover ons hebt misdre ven En het geld van den markies de Velez- Rubio is teroggevonden; ik zeg het u, opdat ge het znlt weten.' „Teruggevonden P" De stervende richtte ■ich met inspanning van al zijne krachten op. „Waar P* „Op de Donna Louisa." „Wonderbaar." Frargois keek onrustig om zich heen en scbeen iels te soeken. Zarnow ried zijn gedachten. Hjj boog zich over hem been en fluisterde hem in het oor: „Het kind is gered, het leeft, woont te Hamburg en is zoo deugdzaam als een engel.* Frabgoia sloot de oogen en boog het hoofd, als tot gebed, de handen vouwende. Toen hjj zieh met een diepen zucbt weder oprichtte, vroeg Anatole hem „Hoe is het, broer, wil ik om een geesle- Ijjke zenden f" Een zwak lachje werd op bet nog sporen van schoonheid vertoonende gelaat van Frargois merkbaar. „Neen, Anatole,* telde bjj. „Ik heb ge- Na opmerking van den beer Jb. ran der Stokdat de toestand van de kas geen bezwaar oplevert, en van den voorz., dat het bedrag niet weg, of dood kapitsal is, daar de hengsten, ofschoon verminder de, toch waarde behouden, en bovendien een der leden van de afdeeling het recht bekomt, zijn paarden door de hengsten te laten dekken, wordt besloten, door het nemen van een aandeel het streven der associatie te steunen. Hierna wordt aan de orde gesteld „De groentenmsrkt*, wat volgens den voorz. had moeten zijn r Bespreking der middelen ter uitbreiding en bevordering van den groentenbouw». De heer D. Kuilman d:elt mede, dat deze kwestie in vergaderingen van het gemeente- en armbestuur te N. Niedotp reeds in den breede is besproken, en dal als gevolg daarvan door spreker een plan van kanalisatie in en langs de gemeente is ontworpen, hetwelk, eenmaal uitgevoerd, als een verbetering der zoo noodzakelijke toe gangswegen te water, als zoodauig, door spreker wordt beschouwd als het meest bevorderlijk aan de groentencultnnr. De heer J. Koomen Hz., op wiens ver zoek dit onderwerp op de convocatie was gebracht, noemt als eerste vereischte voor een groentenmarkt groentenverbonw. Het is niet mogelijk een markt te vestigen, als men niet weet, dat op die markt ge noegzaam groenten worden gebracht, en daarom zou spreker gaarne zien, dat en te Winkel èa te N. Niedorp toezegging werd gedaan van een bepaald aantal H. Aren, dat men voor de groententeelt wil bestemmen. Voorts wenschte de heer Koomen ia deze vergadering een commis sie benoemen, die onderzocht wat noodig en nuttig is voor de vestiging van een bloeienden, winstgevende!! groentenhandel. Veel en door meerdere personen wordt Over dit punt gesproken. De heer J. Breebaart Dt. acht Lutje winkel de beste plaats voor een groenten- markt, doch er wordt op gewezen, dat be paling van de plaats der markt niet aan de orde is de voorz. wil een circulaire aan de landbouwers zenden, met de vraag welke en hoeveel groenten zij ter markt willen bren gen de heer J. Breebaart Kz. is daar voor, maar wenscht tevens vooral aan dacht te wijden aan de verbeteriug der vaartende heer W. C. Visser begrijpt den werkkring der commissie niet en meent, dat algemeen bekend is, wat de commissie ter onderzoek zal worden opgedragen, hetgeen de heer Koomen niet aanneemt. De som van alle deze mreningen is ten slotte de benoeming van een commissie als door den heer Koomen bedoeld, aas leefd zonder mg om de kerk te bekomme ren, zoo wil ik ook sterven. Ik ben een groot zondaar geweest, maar nooit lafhar tig. Ik wil nn zelf nnjn scbnld aan God bekennen hij zal mij rechten.* ,God is rechtvaardig, maar ook goederlie ren,* waagde Zarnow te zeggen. „Hij zal o de straf, die u reeds op aarde is opgelegd, in mindering brengen." „Ik reken op zijne barmhartigheid." Een poos zwegen allen. Josephine reikte baar vader een glas wijn toe, dat hem op nieuw eenigen geest scheen te geven. „Ik wil biechten," zeide hij. „Maar niet aan een priester. Aan u allen. Luistert naar mij.* „Waar is Williams P" vroeg Zarnow ang stig en zacht aan Josephine. „Hij mag niet hooren wat nw vader vertelt.* „Williams is in zijn kamer en slaapt de deur staat aan.* „Zoudt ge de dear niet in het slot doen P" „Dan zou ik hem niet kannen hooren, als hij riep, zjjn stem is zoo zwak. Maar wij sullen het dadelijk bemerken, als bij op staat." Frargois begon zijn biecht. Hij vertelde, hoe hjj Joanita Williams had Ieeren kennen en liefhebben, en hoe da schoone spaansche al zijne zinnen had beneveld. Dit deel zjjner mededeeling had voor zij ne hoorders niets nieuws; zij vulde aaD of bevestigde slechts, wat de anderen reeds wisten, deels met zekerheid vermoed had den. Toen de ongelukkige tijd voor de za ken der gebroeders Des'oudre aaD brak en de markies de Yelez-Rnbio hem zjjn vermogen toevertrouwde, werd de verzoeking, om ter wille van het geld tegenover zijn broeder Anatole, en ter wille der schoone Joanita tegenover zijne vrouw, die toenmaals nog leefde, een verrader te worden, hem te sterk. Hij en Jaanita besloten naar Ameri ka te vluchten en zij zouden hun toenmaals ses-jarig dochtertje, de vrucht hunner zon de, medenemen. „Het kind was in hel klooster Nuestra Senbora da Punta Marroqui, waar eene oud tante mijner Juanita abdis was De stem van den stervende klonk merk- wdke commissie allereerst de samenstel ling en rondzending van een circulaire wordt opgedragen, ter wijl zij van hare bevindingen in de Februari-vergadering der afdeeling rapport zal uitbrengen. Tot leden dier commissie worden gekozen de heeren K. Breebaart JzJ. Koomen Ilz., I). Kuilman, IV. C. Visser en J. L. Strijbis welke laatste bij eventueel bedanken, zal worden vervangen door den beer Krüse. Vervolgens moet worden benoemd een afgevaardigde naar de algemeene vergade ring der H. M. v. L. op 29 Dec. a. s. in „Krastiapolsky," aau welken afgevaardig de wordt opgedragen te stemmen vóór de wetswijziging betreffende de salariëering van den algemeenen secretaris, zooals die door enkele heeren wordt voorgesteld voor een herhaald aandringeD bi; de re geering op gelijkstelling van den vleesch- accijnsbij de verkiezing van een lid van het hoofdbestuur iu de plaats van wijleD den heer J. Zijp Hz. (dus slechts zitting hebbende voor 1 jaar) te steunen de can- didatuur van den heer P. B. J. Ferf voor plaatsvervangend lid van het land- bouw-comitd, die van den heer W. C. Visser. Na twee vrije stemmicgfn worden de hee ren W. C. Visser en K. Breebaart Jz. tot afgevaardigden benoemd. Bij acclamatie wordt de heer Berken- bosch herkozen als secretaris en lid van het bestuur der afdeeling, terwijl in de plaats van den heer H. Waïboer (niet her kiesbaar) de heer J. Stammes als be stuurslid wordt gekozen. Bij monde vau den heer Porte wordt door een vroeger benoemde commissie ver slag uitgebracht van de resoltaten van eenige bemestingproeven, wat aanleiding geeft tot een bespreking van bemestiDg- zaken, waarbij de voorzitter ten slotte dank brengt aan dan heer Porte en overi ge commissieleden voor hunne bemoeiingen. Nadat de heer Porte zich nog had be reid verklaard, in de a. s. Febraari-vergade- ring een lezing te honden over de ver schillende groenteusoorten en hare ei- schen, worden als laatste werkzaamheid der vergadering de goederen van deu heer Spoor verloot, waarna de voorzitter de ver gadering slnit. Ongeluk. Te BROEK OP LANGENDIJK had een treurig ongeval plaats. Een jongetje van 8 jaar was aan 't blindemannetje spelen en geraakte daarbij te water. Een onder zusje sprong hem na, doch kon hem niet meer redden. Het jongetje verdronk, ter wijl het meisje nog met veel moeite werd gered. waardig helder en krachtig en ook de ma nier, waarop hij vertelde, droeg geen enkel spoor neer van zijne verstandsverbijs tering. Slechts twee dingen deden zjjn hoorders zeer onaangenaam aan en den naderenden dood vermoeden. Zijne oogen zagen strak voor zich nit en geen enkele maal keek hjj een der aanwezigen aan en bee verder hij in zjjne vertelling kwam, des te merkbaarder ontzegden zijne ledema ten hem eiken dienst; de beenen bleven stijf on zonder beweging, de armen hing slap langs het lichaam. Niemand lette er op, dat de deur van de zijkamer een weinig verder werd geopend en daar achter den kier een onbeweeg lijke luisteraar stond. „Dadelijk reeds,'* zoo vertelde Frasgois verder, „hadden wij reeds bet eerste loon voor onze euveldaad in ontvangst te ne men. Het kleine meisje wilde van ons, ha re ouders, niets weten. Het kind wilde van de goede nonnen niet zebeiden en al odzb vleierijen, al onze liefkozingen bleven zon der uitwerking op haar. Toen wij baar ten laatste met geweld medenamen, vloei den haren tranen ruim en wilde zjj zich niet laten troosten.* „Dat begrijp ik," dacht Zarnow. „Het ver klaart ook, waarom Juanita iedere herinne ring aan hare ouders verloren heeft." Over luid zeide bij„Dat had zich mettertijd wel veranderd, maar gjj hebt haar niet laDg bij u gehad." „Neen, slechts weinige dagen en in de ze weinige dagen hechtte zij zich noeh aan hare moeder, noch aan mij. Maehielooa stonden wij tegenover hare stomme onver schilligheid. Op onze vragen gaf zij korte, schuwe antwoorden vrijwillig richtte zjj nooit het woord tot ons. Zjj bleef ons vreemd, ja, ik geloof dat zij ons haatte." Zarnow knikte bevestigend. Het moeBt wel haat geweest zijn. Want schuw was de kleine nooit geweest, daar zij met de grootste vertrouweljjkbeid kapitein Loren- zen een hand gegeven had en zich ook la ter bjj Gerard dadeljjk had thnis gevoeld. Frangoiz vertelde verder; „Wjj scheep ten ons te Gibralter op de „Glaneur* in, Tei voldoening aan het verzoek om in lichting betreffende de schade aan de Rijkszeewering vóór Callantsoog zijn aaD de Tweede Kamer in aittreksel of in af schrift, overgelegd de rapporten van den hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat in het 9de district, d.d. 1 en 4 dezer, waar uit van de geleden schade aan die zeewe ring blijkt tot na den stormvloed van 29 November j.1. Blijkens een nader rapport van dien hoofdambtenaar is de zeewering door de stormen van 7, 8 en 9 dezer niet verder afgenomen, zoodat ook thans nog voor oogen blik kei ijk gevaar geen vrees behoeft te bestaan. Aan bedoelde rapporten is het volgende ontleend De toestand na den storm van 28/29 Nov. was Dabij strzndpaal 10 zeer bevre digend te noemer, nabij strandpaal 13 was echter een groot gedeelte van den duinvoet weggenomen, zonder dat evenwel het eigenlijke lichaam der wate'keering nog was aangetast. Door den avondstormvloed is nog 3 h 4 meter van den duinvoet weggeslagen. Voor den zuidelijken der beide Rjjks- zanddijken is daardoor de steile kant hooger geworden, hoewel aldaar nog een beteekenend gedeelte van den duinvoet aanwezig is. Voor den noordelijken der Rijkszand dijken is de duinvoet thans juist in zijn geheel verdweüen. Aldaar is dus in totaal door den storm van 28/29 November 1.1., 11 meter breedte, gemeten op het strand, verloren gegaan. Juist aan het noordelijk eind van den noordelijken Rijkszanddijk begint de af schuiving van het buitenduinbeloop. De afschuiving is het belangrijkst bij strandpaal 13. Zij eindigt reeds een weinig benoorden dien paal, zoodat vóór de verzwaring op 440 meter benoorden Callantsoog nog een flink gedeelte duinvoet is behouden ge bleven. Edelmoedig. De loting voor de nat. militie in de gemeente BAARDERADEEL werd wegens een onder het oog van den burgemeester gepleegde informaliteit van onwaarde ver- klaaid. Aan hen, die bij de eerste loting waren vrijgeloot en bij de zaterdag gehouden nieuwe loting een dienstplichtig Dummer trokken, werd door den burgemeester me degedeeld, dat voor zijn rekening een nummerverwisselaar zal worden gesteld. die op weg van Smyrna naar Hamborg was. Op den Atlantisehun Oceaan werden wjj door een hevigen storm overvallen, die ons schip spoedig den ondergang nabij braebt. Het was een goed schip, maar bij ons ver trek uit Gibraltar was bet even aan den grond geraakt, ofschoon de reis evengoed werd voortgezet, toen er bjj onderzoek bleek, dat de romp geene schade had geleden. Maar bij het geweldig beuken van de zee kregen we toch een lek. De pom pen konden het indringende water niet meer zoo spoedig wegvoeren, en in den scheepa raad werd dan besloten, het vaartuig te ver laten. Het weer was droevig door de zwaar neerhangende wolken en de „Donna Louisa* was reeds heel dicht bjj ons, eer wij haar bemerkten. De Gla neur zonk langzaam naar den kelder en wij zonden ons allen nog goed kunnen redden. De eerste tocht met de boot, waarin ik het koffertje met guinjes en Juanita de diaman ten borg, liep ook goed af. Maar toen da boot voor de tweede maal den tocht tus- schen de beide schepen deed, sloeg zij om en allen die daar in zaten, verdronken. Aan boord van de Donna Lonisa werden wjj zeer gust vrij ontvangen, wat niet alleen het gevolg was van reine menscblievend- heid wjj waren der spaansche bemanning zeer welkom, daar die slechts uit weinig manschappen bestond en dezen door de gepas seerde stormachtige nachten zeer vermoeid en afgemat waren. Die lnidjes boezemden mjj zeer weinig vertrouwen in en de gedachten omtrent hen zouden zeer spoedigwordtn be waarheid. De atorm hield den ganschen nacht eD den volgenden dag aan; legen den avond werd de wind zwakker, nam echter tegen midder nacht toe, totdat hjj weldra met de kracht vau een orkaan blies. En nu ontstond plot seling op het schip een ontzettende paniek, die het gevolg was van een botsing, die het vaartuig volgenB de matrozen met een an der scbip moet bebben gehad. Dat was, rooals ik bepaald weet, niet bet geval wat het eohter msg geweest zijn is mjj onbekend." „Kan het niet de groole boot van de Gln- Men schrijft: Wal door de landbouwers in de bietenverbonwende stnek van bet van Noord-Brabant h</t vorige j„ar*e*^ speld was, woidt bewaarheid. Ton/0* snikerfabrikanten meenden voor de 1 5 campagne niet meer dan f 8.5o duizend kilo wortelen te kunnen beste/' verzwaard nog door allerlei nieuwe waarden bij de levering, hebben de h"*"' verklaard slechts nood gedrongen te o/f"1 teeren, daar hun landerijen de eige„ ge voorbereiding en krachtige bem/t reeds hadden ondergaan, die weli, voor een vruchtbaren bietenoogst zakelijk is, maar daarom juist schad°r' voor andere zomergewassen, die on i een toebereiden grond veel te weeld zonden groeien en niet de gewensc^ vrachten voortbrengen. Een volgend j zoo werd geredeneerd, zouden zij j voor oppassen, om zieh niet op dfIew? manier zelf aan banden te leggen, t0Qf niet wanneer de prijs der tarwe bet vei bon wen van dit gewas maar eenioszin loonend zou maken. Werkelijk heeft de ietwat verhoogd tarweprijs zich tot nn toe gehandhaafd hebben de kleiboeren gretig gebruik maakt van de mogelijkheid, om dit 4ot hen iD allerlei opzichten zoo gewenscht prodact dezen herfst weder uit te z„j(t in veel grooter hoeveelheid dan in de laatste jaren gebruikelijk was gewordet In verband daarmede is veel miDdet land voor bieten bestemd, terwijl het zM is ingericht, dat het desverkiezende ooi met andere zomergewassen kan wordei bezaaid, indien de prijs te laag ol dt voorwaarden te bezwarend worden bevonden, Meende eeu flinke boer, de qaaliteit ei gesteldheid van zijn grond ia aanmerkine nemende, vroeger b. v. 40.000 kilo pet hectare te zullen trekken, dan zal hij zich, hij weet dit, thans op dit land moeten tevreden stellen met b. v. 80.000 kilo, en bij deze overtuiging zal hij dit jaar das niet overgaan tot het zaaien van beetwortelen, indien de prijs niet in even redigheid zooveel hooger isanders zaait hij wat andersde toestand van zijn land staat hem daarbij niet iD den weg, alhier gehouden klopjacht werd door personen als jagers deelgenomen. Gescho ten werden 13 hazen, 15 fazanten, 4 hout snippen en 5 konijnen, een bewijs, dat de duinen van den heer Previnaire niet slecht van wild voorzien zyn. Hernoemd tot Regent dei Algemeene Armen te CallantSOOg de heer Cornelis Hoegschagen Cz. neur geweest zjjn P" vroeg FriedricheeD. „Die dreef op de zee rond en werd den volgenden dag door kapitein Lorenzen ont dekt.* „Dat ia niet onmogelijk in elk geval, ik weet er geene verklaring voor. Het mag dan geweest zijn wat het wilde, de schrik beroofde de reeds moedelooze matrozen van de rest hanner bezinning en deed alle diacipline ophouden te bestaan. De ka pitein kon zieb geen geboorraambeid meer verschaffen, de man aan het roer verliet sijn post en het aan zijn lot overgelaten schip legde zieh, door de golven opgezweept, soo op sjjde, dat wjj geloofden, dat het zich niet meer zou oprichten. De boot werd te water gelaten en alles sprong daarin. Ik was op het eerste alarm naar bet dek ge sneld en stormde nu naar de kajuit terug om de vrouwen te halen. Ik wekte Juanita en riep haar toe: „Snel naar boven 1 Wij zinken.* Vervolgens greep ik den koffer bjj wss mij te swaar ik rukte hem heen en weer, wierp het geod er nit en riep als een waan zinnige„help dan toch, help!* Maar nie mand hoorde mij, en ik wilde toch wat van het goud redden maar de kapitein, de eeni ge aan boord, die tjjne zinnen bij elkander had, greep mij bij den kraag, zette mÜ met een smak op mjjne beenen en sleepte mij bij de kajuitstrap op, zeggende„Ben je gek P Laat dat verd geld toch liggen Hij bad wel gelijkreeds op dat oo genblik moeten mijne hersenen beneveld aijn geweest. Toen ik op het dek kwam, lag Joanita bewusteloos uitgestrekt; ik tilde haar met de krsebt der vertwijfeling op en droeg baar naar die zjjde van het schip, waar de boot op de schuimende golven heen en weder danste; Jnanita werd naar beneden gelaten en daarna spreng ik zelf naar benedenal» laatste volgde mij de kapitein. Het kind was reeds in de boot, die voor ons was we88*8aaD> zeide men mjj, toen ik nog eens terog wilde om het te halen. Wij roeiden voort. Juanita, aan myne voe ten liggend, kwam weder tot hare bezin ning en haar eerste vraag gold haai centiaren. IN. iNieuorp, iNovemuei 1897. I IIIIJU iiiiiinni

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 6