TBIJDAGATOND i. S.
Dondercla^O December 1897.
41ste Jaargang Ho. 3270.
Het leven eener
edele vrouw.
F
W.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer eenlaatst
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger
Bureau: ICHAGKN, liaan, O 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WINKEL.
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Vanwege Nieuw
jaar, zal het ZATER
DAG AVONDNUMMER nu verschij
nen
In dat nummer, dat zich daartoe
zoo bij uitstek leent, bestaat gele
genheid tot het plaatsen van Nieuw-
jaarwensclieïl a 25 cent per adver
tentie.
Uitgever.
m£d*en er onze
Lezeressen en Lezers op
attent, dat in dit nummer een aan
vang wordt gemaakt met het
boeiende feuilleton, getiteld
zeer
Wij kunnen allen aanraden, deze
geschiedenis met aandacht te lezen,
daar de verschillende personen en
gebeurtenissen fraai en naar waarheid
•zijn geteekend en verteld.
Uitgever.
De Secretaris
DENIJS.
Binnenlandsch Nieuws.
Algeicsi Wiems-
COURANT.
Alrateitifi- k Lulliiitli
gemeente Schagen.
Bekend makiugre n.
Burgemeester en Wethouders van SC HA
GEN herinnereu de ingezetenen aan het
bepaalde bij alinea 4 van art. 122 der
Algemeeue Politieverordening voor die
gemeente, luidende als volgt
»Onderprivat«n, geplaatst boven vaarten,
glooien of wateringen, moet bij eene uit
gestrektheid van minstens 1 M8. eene wa
terdiepte van minstens 0.5 M. aanwezig
„zijn."
Een onderzoek of deze bepaling be
hoorlijk wordt nagekomen, zal worden
ingesteld in de eerste dagen van de maand
Maart des volgenden jaars. Nalatigheid
is strafbaar met eene geldboete van ten
hoogste f 25.of hechtenis van ten
hoogste zes dagen.
FEUILLETON.
1.
Het was eene eenzame, woeste plaats, dat
station der Presaborger-T.-sche paarden-
trambasD. Op den achtergrond een dioht
woud, eigenlijk een op een wond gelijkend
park, achter welks booge boomkruinen de
hnizenzee der west-hongaarsche stad Presz-
burg geheel en al verscholen bleefnaar
alle sijden niets dan vlak land, door hetwelk
de sleeht onderhouden straatweg zich kron
kelde, en aan de grens van dat vlakke land
geweldige bergkegels, welke als evenzooveie
reusachtige wallen aan den horizon het
open terrein omzoomden.
Het was op een konden Decemberavond;
in wilde, korte stooten blies de wind uit
het noorden; de sneeuwvlokken dwarrelden
in duizelingwekkende snelheid om het kleine
wachterzhniaje met het besneeuwde dak en
tegen de in lood gezette vensterruiten, door
welke een helder licht naar buiten stroomde.
Voor dit gebouwtje hield een huurrijtuig
stil, waaruit eene dame steeg. Als zij
den drempel wilde overschrijden, bleef zij
aarzelend staan. Gezang, geschreeuw, woest
getier klonk haar tegen.
,Ooh, dat is niets, beste juffrouw,* zeide
de koetsier, die op haar gelaat den angst las
,bet zijn boeren en soldaten, die ook met
den tram mede moeien.*
,Dan blijf ik soolaog buiten,* antwoordde
zij ras besloten.
«Dat kan de juffrouw niet, de wind gooit
de juffrouw om. Maar er sijn daar twee
kamers; de heerenkamer is alleen voor de
fijne mensohen bestemd. Ik zal de juffrouw
den weg wijzen.*
De goedhartige koetsier giog haar voor en de
.m® *olf?d9 zwijgend, want een hevige
windvlaag bad haar juist bijna den hoed van
het hoofd gerukt De kamers, van welke
de koetster sprak, lagen op korten afstand
van elkaar en de deuren van beide stonden
wyd open. Io de eerste kamer gaten boeren
en soldaten, drinkend, zwetsend, twistende.
Kook, walm en brandewgnstank vervulden
het vertrek dicht bij de denr was een nit
fuwe planken vervaardigd buffat en daarin
••°°den de waard en de waardin met vuur-
roode gezichten en druk in de weer om aan
do gasten het begeerde te verstrekken.
SchageD, 14 Dec. 1897.
Bargemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
Burgemeester en Wethouders van SCHA-
GEN;
Gezien art. 97 der Algemeene Politie
verordening voor die gemeente;
Bevelen den eigenaars, vruchtgebrui
kers of beheerders van binnen of aan de
grens van de kom der gemeente gelegen
slooteu of wateren, die te doen uitbagge
ren of te doen slooten op eene diepte van
0.80 Mr. en bodembreedte van 0.90 Mr.,
en zulks vóór den len Maart 1898.
Belanghebbenden worden herinnerd, dat
nalatigheid ten deze strafbaar is naet eene
geldboete van ten hoogste f 25.of
hechtenis van ten hoogste zes dagen, on
verminderd de bevoegdheid van Burge
meester en Wethouders tot het doen uit
baggeren of slooten ten koste van eige
naar, vruchtgebruiker of beheerder.
Schagen, 14 December 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Do Burgemeester van Schagen brengt ter
kennis van de ingezetenen, dat het aanbieden
van en het rondgaan met zoogenaamde
Nieuwjaarwenschen, hetzij gedrukt, hetzij
geschreven, langs de huizon niet zal worden
toegelaten; alsmede dat de verschillende
armbesturen eene inzameling van vrijwillige
giften langs de huizen zullen houden, ten
einde uit de opbrengst bij het einde dezes
jaars eene buitengewone bedeeling van
levensmiddelen aan de minvermogenden te
kunnen houden.
Schagen, 21 December 1897.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
Op den arond van den eer-
sten Kerstdag had te Winkel in 't kerk
gebouw der Herv. Gemeente een gods
dienstige bijeenkomst plaats, waarbij door
het zanggezelschap Crescendoeenige
De slanke gestalte der dame huiverde
zij wendde zich dadelijk om en begaf zicb
naar de tweede kamer. Vjjf of zes officie
ren zaten in levendig gesprek rondom een
tafel. Er bleef baar geen keuze over. Een
flinke fooi beloonde den koetsierdaarna
trad zij de kamer binnen en zette zioh in
een der hoeken neder, terwijl zij plaid en
reistasch voor zich op een tafeltje plaatste.
Haar binnentreden stoorde natuurlijk de
jonge mannen in hun onderhoud nietzjj
keken naar baar cd fluisterden elkaar toen
allerlei opmerkingen toe. Of rij mooi dan
wel leelgk was kon niemand weten, daar
een groote voile haar gelaat verborg. Dat
zij jong was verrieden de slanke, buigza
me lichaamsvormen, het lieftallige harer
versohjjning.
De kellner kwam en vroeg haar eerst in
het bongaarsch, en daar zij hem blijkbaar
Diet verstond, daarna in het duitsch, naar haar
begeeren. Zij bestelde thee. Daar hare slem
helder en zeldzaam welluidend klonk,
wendden de officieren zich naar haar om en
keken kaar aan.
Het duurde lang, eer de kellner de thee
brachtintusachen zat de vreemde dame
zw|jgend bij bet kleine venster en staarde
in de duisternis. Daar klonk sabel-geram-
mel voor de deur en nog een officier trad
binnen, door de anderen met luid gojubel
begroet.
De binnentredeode was een groot, sterk,
breedgeschouderd, jong mao, met een groot
hoofd, hetwelk met kort, kroes-baar be
dekt was. De gelaatstrekken vau het le3-
lijke gezicht waren scherp, bijna ruw in
hanue onregelmatige, forsche teekeniog.
Ouder zware wenkbrauwen schitterden de
oogen vurig, zelfs brutaal.
De duivel hale zulk hondenwcêrl* zeide
hn'luid en schudde zich ontstuimig, soodat
de sneeuw van igu ruitersmantel door de
kamer vloog. .Goeden avond, Andre, boe
komt gij bier?' vroeg hij daarna aan een
iong slank man met een schoon, vriende
lijk gelaal, dien hjj hartelijker dan de an-
'Tk
woordde de majoor, graaf Andre Palsy-
En ik ga met verlof*, merkte Geza op.
En de andere heeren hier?* vroeg hg,
terwijl hij zich tot hen wendde.
Wij waren iu Presibarg op manoeuvre.
*Eu zilt allen veroordeeld, met dien ver
vloekten paardentram naar buts te rgden,
zeide Geza. „Dtn mag men noodig eenige
versterkiDg gebruiken. De kameraden
drinken bier, ik zal wat warms bestellen.
hé, Julko I* n«P h9 me' eene 8lem'
toepasselijke liederen werden gezongen. Is
het niet de gewoonte, vsti een godsdienst
oefening verslag te geven in een courant,
ons dunkt dat deze zooveel afwijkends ver
toonde, dat dtarop een uitzondering kan
worden gemaakt.
Een talrijke menigte, waaronder ook
van andere phstsen, was in 't kerkgebouw
aanwezig, weinig zetels waren onbezet.
Het programma beslond uit 12 nommers.
Het le was orgelspel, 't 2e een korte
inleiding. De predikant, de weleerwaarde
heer A. J. Onneket, heette de gemeeDte
voor de 2e maal op dien dag welkom te
dien plaatse. Voor 't zelfde doel, zeide
hij, als dezen morgen zijn wij hier bijeen
gekomen, alleen de vorm is eenigszins
anders. Trad in de morgen-godsdienstoefe
ning het woord op deu voorgrond en nam
het lied een bescheiden plaats in, nu zou
het woord minder, het lied daarentegen
grootendeels trachten dezelfde stemming
op te wekken, een stemming van dank
baarheid aan God, van waardeering van
Jezus en een opwekking tot samenwer
king, opbouwing en stichting, ten eiode
dezen dag tot een dag van Kerstvreugde
en zegsn te maken. Op deze inleiding
volgde 3 Gezang 117 door de Gemeente
4Danklied, door de zangvereeniging ge-
zoDgen, 5 Toespraak, waarin de spreker
de aandacht vestigde op de beoefening
der scboone kunsten, voortvloeiende uit
de behoefte der menschelijke natuur. Hij
schetste het maken der beelden in ouden
tijd, die in de heiligdommen geplaatst, de
verschillende goden en helden voorstelden
en waarmee de kunst eigenlijk een aan
vang neemt. Hij wees er op, dat de kunst
allengs haar arbeidsveld op ruimer gebied
zocht dan dat der zichtbare afbeelding,
hoe zij als dochter van 't gevoel niet al
leen wilde afbeelden, maar als 't ware de
gedachte ook tastbaar maken. Eu hoe
edeler, reiner de gedachte wordt, des te
schooner, aangrijpender, bezielender zijn de
vormen, waaronder de kunst haar openbaar
maakt. Welk een verschil bijv. tusschen
het ruwe afgodsbeeld van den Heiden en
de heerlijke Madonna vau Rafaël. Ginds
de kunst iü haar grove, soms misvorm
de omtrekken, hier in haar idealen,
schier volmaakten vorm. Toch ligt aan beide
dezelfde behoefte len grondslag, de zucht
om de indrukken weer te geren
die het hart gevoelt. En altijd was hel
iu de eerste plaats de godsdienst, die de
kunst te hulp riep om de gedachten der
meDsehea af te beelden, eerst door het
zichtbare beeld, vervolgens ia dicht, lied
en spel. De laatste vooral waren het, die
een voornaam deel van de godsdienstige
plechtigheden innamen. Een schets, een
korte schets zelfs, te geven van hetgeen
de kunst op 't gebied van godsdienst en
kerk gedaan heeft, achtte spreker te uit
voerig en daarom bepaalde hij zich tot
enkele grepen uit de geschiedenis van
Israël en de Christelijke kerk. In Israël
stonden zang en snarenspel hoog aange
schreven De lofzang van Debora nit het
tydperk der Richteren is o. a. een der
schoonste gedenkstukken uit de oude
Joodsche letterkunde, Israëls grootste
koning, David, wordt tevens Isrsël's groot
ste dichter en zanger genoemd. Hij
voerde een plechistatigen eeredieust in,
waarbij het godsdienstig gezang, door ba
zuin, luit eu snarenspel begeleid, tot booge
ontwikkeling kwam. Gaf eerst zulk een
lied alleen de gemoedsstemming des dichters
weer, in tydeD van druk, bijv. kort voor
en tijdens de babylonische bdliagschap,
werd het de uitdrukking der godsdien
stige gezindheid van eeo geheel volk, van
zijn vreugde en zijn smart, zijn voorspoed
en vernedering. De godsdienstig» liederen,
in het Oude Testament opgeteekend, ver
plaatsen ona in verschillende tijden van
Israëls geschiedenis van de hoogste oud
heid tot ongeveer 3 eeuwen voor Chr., en
zij doen ons als het ware medeleven
in de lotgevallen van dat dikwijls zoo
rampspoedige volk.
Hierna volgde 6 Gezang 229, vers 1
en 7, door de zangvereeniging7 Orgel
spel 8 Boven de Sterren, door de zang
vereeniging ;9 vervolg der toespraak.
Hierin deelde de spreker mede, dat ook
in de Christelijke kerk de muziek eD in
zonderheid de zang al vroeg in hooge eere
kwam, ja vóór den val van het westersch
romeinsche Keizerrijk aan 't eind der 3e
eeuw waren godsdienst en muziek onaf
scheidelijk en was muziek behalve asn de
vorstelijke hoven alleen bij den godsdienst
verre donder door do kamer rolde. .Eenige
flesscbeu grog en schoooe glazen eu alles
binnen tien minuten op tafelGij kent mij,
ik behoor niet tot de geduldigen on ook niet
tot de zsohfaardigen-*
Dat bij niet tol de laatsten behoorde, toonde
de beweging, waarmede hij zicb op zijn plaats
neerzettedreunend en log cd juist zoo, dat
hij de vreemde dame den rug toedraaide,
zonder baar in 't minst eenige aandacht te
schenken hij had baar blijkbaar niet bemerkt.
„Hoe maakt mjjne moeder bet, André?
Ge sijt zeker thuis op het slot geweest?'
„Uwe moeder gaat het, de swakte harer
oogen buiten rekening latend, heel goed t ik
sprak baar gister- Dat ge verwacht wordt,
daarvan boorde ik niets, Geza, tenminste nwe
moeder heeft mij daarvan geen woord ge
zegd.'
„Ik word ook niet verwacht, ik kom,
sooals gewoonlijk, geheel onverwacht.'
„Maar op het slot Esillagi wordt een an
der persoon verwacht. Heeft nwe moeder
u daarover niets geschreven
Geza sag den majoor aan.
„Een gouvernante voor Tiaza en lama,
T. spreek! er over.*
„En waarom dat?'
„Het is een duitsche, uit Leiptig geloof
ik. Heeft uwe moeder u daarover dan wer
kelijk niets geschreven
„Eene gouvernante; welk eene gewichtige
gebeurtenis, om aan mij mee te deelen,'
zeide Geza op geringschattenden en min
achtenden toon.
.Sinds wanneer sijt ge zoo onbelangstel
lend f" weende Aodré plagend. „Wanneer sjj
jong en mooi ia, zal die gebeurtenis u ge
wichtig geaoeg toeschijnen.*
.Jong on mooi, dat is het juist,* riepen
de'her ren lachend. .Mijnheer de ritmeester
weet maar al te goed, dat mevrouw de gra
vin geen jonge en mooie dame ic het aiot
zal halen; daarvoor is het regiment van
mijnheer haar zoon haat toch nog te dioht
bij, ofschoon de afstand daarvan eenige do
zijnen mijlen bedraagt.*
„Wie weet, wat voor een oud, uitgediend
exemplaar het is,* meende er een.
.Met een houterige taille en bleeke lip
pen.*
,Met hoog opgemaakt haar en langen
Verschoon mij van een verdere beschrij
ving seide graaf Geza balf lachend, half
geërgerd, „ik heb eeu afschuw van leelijke
vrou-en,maar wat drommel, waar
die kellner loch blijft? He, Juiko! Drom
mels!
Julko verscheen. Hfl was m de kamor
gekomen vóór nog Geza zijn lieflijke be-
naaiing had kannen uitspreken. Hij droeg
een groot blad, waarop flesschnn, gluzen en
ook een kop thee stonden. Hoe dichter bij
bij de tafel der heeren kwam, hoe onzeker
der werden zijne bewegingen, want hij zag
de bliksemende oogen van den ritmeester
op zich gevestigd. En waarlijk, toen b;j
vlak bij do tafel kwam, maakte hij een ver
dachten draaiflesschen en glazen wer-
don gered, de naastbijzittenden grepen daar
naar, maar de kop met tbee stortte om
en de hee'e inhoud werd over de noiform
van den ritmeester nitgegoteD.
Het eerste, wat de kellner als beloonicg
kreeg, was een klinkende oorvjjg. „Stom
merik,* riep de toornige officier opspringend
en weldra bulderde hij den bovenden knecht
toa .Wie heeft er tbee besteld?'
„Die vreemde dame daar,* zeide de on
gelukkige kellner en wees naar het andere
einde der kamer.
Graaf Esillagi draaide zien om. De dame
had de voile opgeslagen, want bet was
zeer warm in de kamer maar de hand, die
het hoofd onderatennde, beschaduwde het
gelaat, zoodat de trekken niet te onderschei
den waren.
„Wie is die dame vroeg hij Palsy op
zichten toon. Deze wist hel evenmin als
de andere heeren. Zij was spoedig na hen
binnen gekomenstil eD sonder op h6n te
leiten was zij in baar hoekje gebleveD, zon
der selfs het hoofd om te draaien.
„Zij is zeker heel leelgk,* zeide de rit
meester in het duitsch en zoo leid, dat de
vreemde het hooren moest. „Mooie vrouwen
laten gaarne haar gelaat aien, in 't bijzonder
wanneer zich daarvoor zuik eene gomtige
gelegenheid aanbiedt als hier. André,
op nw gelukkige thuiskomst,* riep hij ver
volgens, schonk zijn glas vol, en stiet met
den vriend en de anderen aan.
„En nn, kameraden, wat Dieuws ia er
vroeg de ritmeester, de beenen wijd voor
zioh uitstrekkende en met de hand op zijn
sabel steunend, „ik b9U in een vol jaar niet
thuis geweest eu dan moet er toch wel iets
nieuws sijn voorgevallen.
„Nieuws?* meende eeu der officieren.
„T- is zoo vervelend, dat er niet eens een
steen van den anderen verwijderd wordt.*
„Wat verstaat gij onder nieuws vroeg
9en ander. „Geboren worden, een vrouw
nessen, of sterfgevallen Dat gebeurt er zooals
oreral. Van geweldige gebeurtenissen weten
wij hier in de omgeving der Karpaten zeer
weinig.*
„He, he, niet zoo beslist dat zeggen zeide
André „wij hebban hier zelden onweer,
in gebruik. Uit den Isrsëlietischen eere-
dienst zijn vela liederen in den Christelij-
ken overgegaan en werden niet zelden als
beurtzangen gezongen, maar ook de Chris
tenen zeiven hebben, volgens den geschied
schrijver Ensebius, van den beginne af
liederen opgesteld.
De zang werd in de Chr. kerk de eigenlijke
ziel der godsdienstoefeningen, zoodat later in
de katholieke kerk zelfs de muziek meer
gold dan het woord. En wat gezongen
werd kreeg een zeker cachet van heilig
heid, zoodat men sprak van gewijde en
ongewijde, of kerktlijke en wereldsche lie
deren. Jammer is het, dat bijna alle lie
deren uit den eersten tijd van het Chris
tendom zijn verloren gegaan. Enkele
brokstukken ervan kunnen in het N. T.
nog worden aangewezen. In de middel
eeuwen kwamen bij 't gezang de orgels
in het gebruik. Gezangen uit de 12de,
13Je en 14de eeuw zijn beroemd gewor
den en worden nog heden ten dage ge
zongen in de R. K. kerk.
Dat de muziek in de R. C. kerk meer
gold dan 't woord ging eindelijk zoover,
dat ze het cschet van heiligheid weer
verloor en een meer wereldsch karakter
aannam. Dit was ic het oog van velen
een gruwel, zoodat op het concilie van
Treute, 15451563, het voorstel gedaan
werd de muziek bij de godsdienstoefenin
gen af te schaffen.
Toeu schreef de groote toonkunstenaar
Palestina een zijner wereldberoemde
missen, die bij de opvoering zulk een
indruk maakte, dat men de onmisbaar
heid vau kerkmuziek bij de godsdienst
oefeningen gevoelde en het voorstel introk.
Maar de muziek bij de godsdienstoefenin
gen werd van hare wereldsche bestand-
deelen ontdaan.
Nog heden wordt er, gelijk men. weet,
in de R. C. kerk door koorgezang als
anderszins veel meer werk van kerkmu
ziek gemaakt dan in de protestantsche
kerken.
Thans werd, als No. 10 van 't program
ma, door de zangvereeniging het 2de vers
gezongen van gezang 7 sn met de ge
meente samen het eerste vers, waarna de
predikant in zijn slotwoord wees op 't
betrekkelijk weinig werk, dat in de pro-
maar wanneer bet echter losbreekt, zoo
woed: hat verderflijker dan in wilke land
streek ook. Maar ik weet eeu nieuwtje, Ge
za, dat u wellicht in'eresseeren zalbaron
Nadasdy is verloofd."
„Zoo en met wie dan
„Met een burgermeisje," z-.ido André
rustig Daarbij sprong Goza zoo heftig op,
dat zijn Eries omviel en in duwend stukken
brak. „Nadnsdy, is hij gek?!"
„Verliefd is hij, Geza, en dat komt wel op
hetzelfde neer," meendo majoor Palsy
lachend. „Gij behoeft niet zoo buiten u
zelf te sijn," ging hij daarna voort. „Hat
is niet het eerste voorbeeld, dat een ge
wone tak op een edelen stam geiet wordt,
vooral bg ons in de omstreken niet."
„Des te meer moet er tegen gowaakt
worden."
„Dat komt slechts daardoor, dat de adel zich
niet meer zoo afgezonderd hondt als vroe
ger jaren," viel de majoor hem in de re
de. „Men moet niet in burgerhuizen ver-
keeren, wanneer men voor dergelijke geval
len bespaard wil blijven."
„Ja, maar hoe komt men daartoe 1" riep de
ritmeester op zijn ruwe, uitgelaten manier.
„Voor kussen, spelen en drinken is mjj iedere
van dat soort goed genoeg; eer ik echter een
van den bnrgerstand mijn vriend noem, of eene
burgerlijke mijn naam geven ral, eer jaag ik
mij een kogel door den kop
Op hot gelaat van de dame aan het venster
lag eene eigenaardige uitdrukking half af
schuw, balf ontstelteniswant daar het on
derhoud in het duitsch gevoerd werd,
had tij ieder wootd verstaan.
Nu verscheen Julko met een anderen kop
thee. Maar was het, dat haar gelaat hem
in de war bracht, of dat de schrik hem
nog zoo in de beenen zat, of dat de buiging te
diep was, die hij maakte, een verdacht
rinkelen deed zich hooren, en toen hij voor
baar stond, goot hij den inhoud vau den kop op
den grond en de dame sprong, om haar japen
te beschermen, haastig op.
„Gjj moet n daarover niet zoo ontstellen",
zeide zij met haar rein, melodieus geluid,
en een vriendelijk lachje, zoo helder als
zonneschijn, verspreidde zich over baar
gelaat, toen zij de ontsteltenis van den
ongelukkigen kellner zag.
Als betooverd hingen de oogen der jonge
mannen aan haar gelaat, dat zeldzaam be
koorlijk en aanvallig wis-
Zij ging weder sitten eu zeide tot Julko,
dat, wanneer er nog tijd was, hij een ander
kop tbee voor haar kon halen -
WORDT VERVOLGD.