Zaterdag 1 Januari 1898. 42ste Jaargang No. 3271. Polltiet overzicht ier weel Bureau: SCMACiJKW, Laan, 1» 4. Uilgever: P. TRAPMAN. Medewerker,1. W1NKËL. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer twee bladen. bestaat uit NIEUWJAAR. 1898 zij voor ons allen een jaar, HoIland8che Maatschappij van Landbouw. SCHAKER Aliemm Njcdis- i COURANT. AlurisitiE- k LuiliivlUi Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en l a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. hEBSTE BLAD. 1897/1898. Alweer een jaar voorbij met al zijne wisselingen, mot al zijne oogenblikken Tan droefheid en vreugde. Alweer een jaar voorbij, waarin veel ia geleden, waarin veel geluk ten deel is gevallen, waarin veel is gehoopt, veel is verkregen, maar ook Yele wenschen ,nvervuld zijn gebleven. Alweer een jaar voorbij, waarin veel 3 gedaan, maar waarin ook nog veel gedaan had kunnen worden. Alweer een jaar voorbijzoo zouden wij nog een menigte zinnetjes aan elkander kunnen spinnen en nog geen voldoend beeld gegeven hebben van hetgeen een afgeloopen jaar met zich mede ten grave neemt, wat er in een afgeloopen jaar is gewrocht en is ontstaan. Wanneer wij straks, een ieder in zijn familiekring, het jaar, dat over enkele uren den laatsten adem zal uitblazen, overdenken, dan komt er wellicht menig oogenblik, dat ons een traan in het oog perstmenig oogenblik, dat aan onze borst een zucht ontwringt, maar ook menig oogenblik, dat ons een glim lach om de lippen brengt en ons gemoed met groote dankbaarheid vervult. Laat dan ook het vele, hetwelk ons ontmoet heeft in dit jaar 1897, ons tot leering zijn geweestlaat het vele, dat ons te dragen is gegeven, ons nadenkend en ernstig stemmen en laat de voorspoed, welke ons deel is geweest, een prikkel te meer zijn, voort te gaan met onze krachten in te spannen dankbaar, maar vol ijver. zeker niet zonder zorgen, niet zonder strijd, maar een jaar, dat de creditzijde van ons mensch-zijn met een paar flinke posten zal aanvullen. Gaan wij den algemeenen toestand on- zes lands na, dan mogen wij tevreden zijn, als wij ook eens elders onze aandacht schenken en in onze gedachteneen ver gelijking maken. Waar wij ginds met afschuw het oog slaan op ontzettende krijgstooneelen en al hun schrikkelijken aanhang waar wij met ontzetting staren op de ijselijkste gevolgen van pest en andere moorddadi ge ziekten, daar kunnen wij in onze omgeving vrede en rust aanwijzen, vrij- lom van moorddadige ziekten consta- teeren. Hooren wij daar van de grootsehe, maar toch angstwekkende natuurtafe- reelen, die duizenden het leven hebben gekost, hier schijnen zelfs de ele menten er voor terug te deinzen, in die groote mate slachtoffers te durven ei- schen. Meldt men van elders van de vele bemoeiingen, die staatslieden zich moe- ten getroosten om het roer van het f chip van staat recht te houden en I \or de opgezweepte politieke zee dat chip behouden heen te voeren, hier kunnen wij de toekomst met gerustheid tfwachten. f- Ismen in andere landen gedwongen maat- egelen van geweld te gebruiken, mannen vanéén land, mannen van één nationaliteit tegenover elkander te plaatsen, om den volke te leeren, dat de verandering der verschillende zeden en gewoonten niet met een bombardement van steenen is te verkrijgen, hier mogen we roemen np een zekere rust, slechts enkele ma len afgebroken door een rumoerige vergadering. Zeer zeker vele redenen om tot dank baarheid te stemmen. Ja, hoor ik mij toeroepen, maar het is hier ook niet alles botertje tot den boom ik zie mij wijzen op de stormen, die onze visscbersvloot hebben geteis terd en vele menschenlevens hebben ge- ëiBchtmen vestigt mijn aandacht op die gevallen, waar de eene burger den ander besteelt, de ee ne mensch den anderen van het leven ik zie mij aantoonen de vele misstanden, die nog rondom ons bestaan, en ik moet dit alles beamen, ik moet bekennen, hoe noode ook, dat 1897 ons niet heeft gebracht die ideale toestanden, welke ik zoo gaarne verwezenlijkt zou hebben gezien. Maar Goddank, naast dat niet goede, mogen wij veel goeds plaatsen de op offeringen van den eenen burger tegeno ver den anderen, het wagen van het leven van den eenen mensch voor den anderen, het Yele, dat is gewrocht op gebied van kunst en nijverheid, het trachten van velen om rondom ons het verkeerde te verbeteren en vele misstanden op te heffen, dat alles moge de balans ten goede doen overslaan. De toestand van landbouw, veeteelt en nijverheid is, trots tegenspoed, voor uitgaande en bevredigend. Een ruimer kiesrecht is ons gebracht, een nieuw ministerie is aan het be stuur gekomen, de sociale nooden en verbeteringen worden meer het punt van bespreking, en 1898 zal wellicht ook in dit opzicht Yele onzer wenschen in vervulling brengen. Leerplicht, af schaffing van plaatsvervanging, dat alles zal het volgend jaar, zoo wij hopen, voor ons in zijn schoot verbergen, maar ook het afgeloopen '97 zal daaraan het zijne hebben gedaan, aan de wording dier zaken hebben meegewerktdus ook daarpast ons tevre denheid, maar daarnaast het wacht woord voorwaarts. Onze gemeente heeft, hoewel haar maar een kleine rol is toebedeeld op het groote schouwtooneel, ook geluk- heefi hare kige tegenspoeden, ook hare oogenblikken gehad dagen aan te wijzen, dat zij beeft ont vangen, heeft oogenblikken gekend, dat heeft verloren. maken, dat het leven van den mensch alleen waarde heeft, als hij leeft niet voor zichzelven, maar voor zijne mede- menschen. Dan zal die '//egenwenseh niet meer zijn de uit sleur opgezegde of uit slaafschheid toegezegde formule, maar dan zal die zegenwensch te be schouwen zijn als een verbond van den eenen mensch met den ander, om el kanders levenslot zooveel mogelijk te verbeteren en te veraangenamen, en zal men meer en meer doordrongen worden van bet bewustzijn, dat een ieder is Zijns Broeders Hoeder. Dan ook Yeel Heil en Zegen in 't nieuwe jaar. Biiitealandsch JVieuws. ZIJ Hebben we verloren mannen, die voor ons Schagen groot en nuttig zijn geweest, zijn er zaken aan de orde gekomen, waarvan men grooter verwachtingen had gekoesterd, of die voor sommigen geen gunstig gevolg hebben gehad we mogen toch ook wij zen op het feit, dat onze gemeente dit jaar is gespaard gebleven voor die schokverwekkende oogenblikken, die in ons gemeenteleven zulk een diepen in druk achter laten dat geen groote ram pen ons dorp hebben geteisterddat ons marktwezen, de hoofdbron van ons bestaan, verkeert in een bloeien- den toestanddat onze gemeente in de Landbouwwinterschool een nut tige inrichting rijker is geworden, waar on ze jonge boeren kennis en wetenschap zul len kunnen vergaren en welke inrich ting ook voor de gemeente rente-ge vend belooft te worden wemogen den vreemdeling, die onze gemeente bezoekt, wijzen op ons schoon kerkgebouw met toren wij kunnen getuigen, dat kunst ook binnen de palen van onze ge meente beoefenaars en beschermers vindt zeer zeker voldoende redenen, dat ook voor ons Schagers 1897 een jaar is geweest, dat heeft gebracht niet alles, toch veel, dat we hadden gehoopt. etooftik hoor mij toeroepen de vele l*e Dwr ■andere euveldaden, die door burgers van j 'ka staat Nederland zijn gepleegd Aanstonds zal het laatste uur van dit jaar zijn aangebrokende zestig minuten zullen zich ten einde spoeden de laatste seconde zal daar zijn geweest, en 1897 behoort tot het verleden. Yelen zullen met moed, anderen met blij de verwachting dezen met bange vrees, genen met wroeging dit jaar ingaan. Aan dit verschil in positie is nu een maal, als onverbiddelijk gevolg der oor zaak, niets te veranderen, al wenschen wij elkaar van het eerste een rijk deel toe, van 't tweede zoo <^iin mogelijk. Doch mogen wij allen bezield zijn of worden met bet heilig voornemen, het reine na te streven, bet goede te willen betrachten, dan zal ieder voor zich met vertrouwen kunnen verwachten, dat 1898 ook voor hem de schoonste kans aan biedt een gezegend jaar te worden. Ter wijl dat pogen en arbeiden ten goede van allen, samenvloeiende, voor heel de maatschappij zal zijn een bron van ze- gen. In dezen gedachtengang krijgt de ge bruikelijke zegenwensch: „Veel Heil en Zegen in 't nieuwe jaar" eene ernstige, eene blijvende beteekenis. Dan zal dio wensch worden een levensdevies, waar van kracht uitgaat. Dan zal die wensch het elk duidelijk Wij willen den ouden gang volgen en bij het einde van het jaar een overzicht trachten te geven van hetgeen er in den loop van 1897 op politiek gebied heeft plaats gehad. Men zal zich herinneren, dat reeds iu het begin des jaars zich donkere wolken samenpakten boven Zuid-Oost Europa. Op Kreta vervolgden de Mohammedaan sche en Christen-on derdanen van Z. M. Abdoel Hamid el kander op menschonteerende wijze. Grie- kenland;dat de kans schoon meende te zien, om het gewenschte eiland in bezit te ne men, zond daarop kolonel Yassos met een bezettingsleger naar Kreta. De europee- scbe mogendheden hadden echter anders besloten. Een internationale vloot werd naar de wateren van Kreta gezonden, met het doel, om door eene strenge blokkade de Grieken te dwingen, naar hun land terug te trekken. Daarop volgde de samentrekking van turksche en grieksche troepen aan de grenzen. De geheime politieke vereeni- ging, de Ethnike Hetairia, deed met hare benden, onder beveleu van in actie ven dienst zijnde grieksche of ficieren, een inval in Macedonië, wat der turksche regeerÏDg aanleiding gaf om Griekenland den oorlog te verklaren. Van 20 April tot half Mei duurde den kortstondigeu krijg. In dien tijd was het grieksche leger op alle punten verslagen, hadden de Turken Thessalië bezet en lag de weg naar Athene voor hen open. Het „tot hier toe en niet verder" van Europa stuitte de turksche troepen, een wapenstilstand werd geslo ten, waarop voor enkele dagen de vrede is gevolgd. Griekenland had tijdens den oorlog zijne troepen van Kreta terug geroepen, waarna op het eiland de voor naamste kustplaatsen door internationale troepen werden bezet. In dit stadium van de crisis verkeert de kran ke Oosterling nog. Werkelijke beter schap is eerst te verwachten, wanneer de zes doktoren, die al zooveel maanden in consult doorbrachten, het over het toe te dienen geneesmiddel eens zijn gewor den, doch dit zal nog wel eenigen tijd duren. Op een anderen oosterschen zieke worden sedert eenige dagen met veel succes de jongste ontdekkingen in de chirurgie toegepast. De europeesche chirurgijns zijn druk bezig om door operaties aan het ziekelijk bestaan eeu einde te ma ken. Duitschland is druk bezig om uit het chineesche rijk een Indië voor zich te houwen. Het heeft bezit genomen van een kustgebied van honderd mijlen lengte, met een achterland dat slechts op de nijvere ontginners wacht, om een maal de rjkste vruchten op te brengen. Rusland heeft zich mede een deel van het chineesche gebied toegeëigend. Het heeft de hand gelegd op Port Arthur, dat weldra het eindpunt van den sibe- rischen spoorweg zal zjn. Wanneer dit reuzenwerk voltooid is, zal men van Londen Japan in veertien dagen kun nen bereiken. Met bezorgdheid neemt men in Enge land den toenemenden invloed van Rus land in Azië waar. Wel gaarne zou het, in verbinding met Japan en de Yereenigde Staten, voetangels en klem men op den weg van den russischen beer plaatsen, doch het schijnt dat de gewenschte bondgenooten nog geen lust gevoelen, om de kastanjes voor John Buil uit het vuur te halen. Alleen den boel op te knappen gaat nietvooral ook, omdat er op verschillende plaatsen werk aan den winkel is. De Afridis in het noorden van Britsch- Indië gaven Engeland maanden lang handen vol werk en ten slotte is het met zijne legers uit de bergstreken moe ten terugtrekken, na ruim 1300 man schappen verloren te hebben. In Afrika had het egyptisch-engelsche leger meer succes. Berber werd op de Soedaneezen veroverd door de overname van Kassa- la van Italië kwam de Nijl-expeditie in verbinding met de kust, wat voor de ba- hoeften van het leger van groot gewicht is. In den zomer van 1898 zal de tocht naar Khartoem worden voortgezet. In het Negergebied betwisten Engeland en Frankrjk elkander gewichtige streken, waardoor de verhouding tusschen die twee landen soms tot ongerustheid aan leiding gaf. Tusschen de kabinetten van beide rjken wordt thans druk onderhan deld om de geschillen vreedzaam op te lossen. Scheen een vredebreuk in 't begin van 1897 tusschen Engeland en de Zuid-Afrikaansche Republiek bijna on vermijdelijk, toch heeft men door weder- zjdsche inschikkeljkheid eene botsing weten te voorkomen. Te hopen is het, dat Chamberlain met het betaalde leer geld eindelijk tevreden is. De Republiek verkeert thans in eene verkiezingsperiode. De uitlanderspartj zou gaarne de plaats van Paul Krüger ingenomen zien door iemand, van wien de inwilliging van een deel harer wen schen was te verwachten, doch het laat zich niet aanzien, dat haar haan koning zal kraaien. Ia den loop van '97 sloot de Zuid- Af rikaansche Republiek eene militaire conventie met den Oranje-Vr jstaat, waar in beide Boerenstateu elkander in voor- en tegenspoed houw en trouw beloven. Een overeenkomst in geljken geest werd tusschen Frankrjk en Rusland aange gaan. De hoopom met behulp der russische kozakken Elzas eu Lotharin gen te herwinnen, bljkt met den dag een fata-morgana te zju. Het laat zich vrj zeker aanzien, dat binnen de eerste jaren geen europeesche oorlog is te verwachten. De parjsche tentoonstelling in 1900 doet in dezen dienst als verzekeringspo lis op den vrede. De binnenlandsche aangelegenheden van Frankrjk leverden in 't verloopen jaar meermalen stof tot eene ernstige critiek op. Het Panama-schandaal stak opnieuw den drakenkop boven water en uit de verklaringen van den beluchten Ar- ton vernamen wj, dat de uit- stekendste mannen uit de ka mer van afgevaardigden zich aan omkooping hebben schuldig gemaakt. De afloop van het proces, evenals de uit komst der onderzoekingen in de Dreyfus- Esterhazy-zaak zjn aan 1898 voorbe houden. Madagaskar eischte van het bezettingsleger meermalen een krachtig optreden. Wanneer de bevolking een maal in 't bezit der moderne wapens is gekomen, belooft het de rol van Cuba in de politiek te zullen spelen. De Cu banen willen tot heden van Sagasta al evenmin weten als van Canovas. Zj willen vrj zjn en daar de spaansche regeering nog niet genegen is, de auto nomie in die mate te erkennen, zullen er van land en volk nog meerdere ofiers in goed en bloed gevraagd worden. Wj vreezen, dat voor Spanje tevens nog een tjdperk van binnenlandsche verwikke lingen zal aanbreken, dat de dynastie van het regeerende vorstenhuis iu ern stig gevaar kau brengen. De rebellen op de Philippj'nen hebben het hoofd in den schoot gelegd. Als de priester- en monniken-regeering nu maar niet op wraakmiddelen bedacht is, want daardoor zouden de vervolgde mulatten zeker op nieuw naar de wapens grjpen. Het tweede rjk op het Pyreneesche schiereiland, Portugal, gat in 1897 geene aanleiding tot velerlei besprekingen. Het land verkeert evenwel in eene financiëele crisis, die tot politieke botsingen aanlei ding kan geven. Engeland zou gaarne in 't bezit van de Delagoabaai komen. Reeds heeft het aan Portugal eene belangrjke som voor de douane-rechten gedurende 15 jaar ge boden. Of de europeesche mogendheden met den afstand der haven, ot den ver koop van genoemde rechten, genoegen zouden nemen staat te betwjfelen. De politieke brandstof, die in zoo hooge ma te op de schiereilanden van Zuid-Europa van Noord Europa. Dat daar niet zoo nu en dan een rosse vlam door de dichte rookkolommen komt flikkeren, kan men gerust op de rekening vau den volksaard stellen. De verhouding tus schen Zweden en Noorwegen deed meer malen het ergste vreezen. Na de over winning van de republikeinsoh-radicale partj in Noorwegen zal de strjd tusschen Zweden en Noren zeker een nog ernsti ger karakter aannemen. Denemarken deed in de laatste dagen van zich spreken. Het bezit in den west- indischen archipel de eilanden Sint Tho mas, Sint John en Sint Croix, die het niet ongenegen schjnt, in klinkende munt om te zetten. Men zegt, dat Frank rjk, de Yereenigde Staten en Duitsch land elkander de eer van het bezit be twisten. De toestanden in Oostenrj'k werden nog in onze jongste verslagen breed voerig besproken. Men spreekt thans van een politieken wapenstilstand tus schen Duitschers en Czeclien, die tot eene oplossing der geschillen zou kun nen leiden. Als baron Gautsch dit kunst je verstaat, maakt h j' zich voor den twee- lingstaat bepaald verdiensteljk. Binnenlandsch Nieuws. Woensdagmiddag werd in Kraanapohky door de II. M. v. L., onder leiduig van den heer P. J. A. de Bruine, de 65e al- gemeene vergadering gehouden. Op deze vergadering waren vertegen woordigd 41 afdeelingen, uitbrengende met de leden van het hoofdbestuur 373 stem men. Na de opening deed de voorzitter ee nige mededeelingen omtrent de fiuacciëele gevolgen van de landbouwtentoonstelling, te 's-Gravenhage gehouden hieruit bleek, dat er een batig slot was vau f 250, zoodat no h het ere liet, door den minister van W., H. en N. gesteld, behoefde te worden gebruikt, nbeli het waarborgfonds der maatschappij zelve. Daarna bracht de heer Keestra, zuivclconsulent voor Noord— Holland, rapport uit van zijn werkzaamheden. Hierop kwam aan de orde het voorstel tot herziening van att. 22 der wet van de maatschappij. In dit herziene artikel worden de verplichtingen en de verantwoordelijkheid van den secretaris- penningmeester omschreven o. a. wordt er in bepaald, dat hj geen salaris geniet. Iu de memorie vtn toelichting op dit voorstel wordt er op gewezen, dat bepaald is, dat de maatschappij om de vijf jaar een algemeeue tentoonstelling zal houden ouder leiding van het hoofdbestuur. De secretaris-penningmeester zou hier door bureau-arbeid krijgen en tegelijk ook voortdurend moeten samenwerken met het hoofdbestuur. Het eerste zal minder uit gaven vorderen dan vroeger, omdat de jaarlijksche tentoonstellingen met haar talrijke bemoeiingen vervallen, terwijl men met het oog op den zich wijzigen den werkkring moet trachten een persoon te vindeD, die de betrekking als zoodinig waardeert. De betrekking van secretaris-penning meester zal niet meer zijn die van be zoldigd ambtenaarhij zal de gelijke zijn van het hoofdbestuur. De vrijvallende gelden zullen nuttig gebruikt, kunnen wordeu H et hoofdbestuur adviseert tot aanneming van het voorstel. Voor dat de discussie over dit voorstel werd geopend, werd de mededeeling ge daan, dat als lid van het hoofdbestuur voor Noord-Bolland, in plaats van wijlen den heer J. Zijp Kz., is gekozen mr. P. B. J. Eeif. Genoemde heer werd eveneens benoemd tot lid-plaatsvervanger ?.ls afgevaardigde der maatschappij bj het Nederlandsch Landbouw-Comité. Een vrij uitvoerige discussie werd ge voerd over de al of niet bezoldiging van den secretaris-penningmeester. Het voor stel wordt tenslotte ongewijzigd aangeno men. Hierop wordt het hoofdbestuur nog gemachtigd zich andermaal tot de regee ring te richten met een rekest in den geest van dat op 1 November 1895 ge zonden, hetwelk bepleitte de afschaffing, vermindering of wijziging van den vleesch- accijns, wsarna de openbare vergadering aanwezig is, ontbreekt evenmin op die overging in eeu huishoudelijke.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 1