Te laat. en de praatjes van de menschen er bij komen, om eene ten onrechte uitgesproken beschuldiging te maken tot een kwelduivel, die het levensgenot vergalt van hem ol haar, die onschuldig veroordeeld wordt. Vele menschen hebben liever, dat men hnn hun geld, dan dat men hun hun goeden naam ontrooft, en zoolaDg zich dit gelukkig verschijnsel nog voordoet, doet men zeker wel, met bij iedere verdenking zich de vraag le stellen „Als het eens Diet waar was, wat dan V oor de huismoeder Om meubeleD, die door dampen enz. aangeslagen zijn, weder te doen glimmen gis waren ze fonkelnienw, is het volgende uitstekend. Neem de meubelen af met een zachten doek, gedoopt in zeepsop, en daarna met spons en zeem. Laat ze vervol gens pl. m. een half unr staan om kurk droog te worden en boen ze ten slotte met flanel en boenwas (liefst zeer weinig), vu ge zult over het resultaat voldaan zijn. Jongetje in de kerk tot zijn mama Wat hebt u in het zakje ge daan, moe Mama Een kwartje. Waarom vraagt je dat Zoonlief (gapend)U moet niet zoo veel geven, dan preekt de dominé zoo lang 1 Kracht der gewoonte. Loopjongen. „U hebt me geroepen, mijnheer#. Patroon. Ja, jongen hier heb je een Nieuwjaarsfooi. Loopjougen. Dank u, meneer. Anders niet Verzachtende omstandig- heid. Verdediger. Ik verzoek u, heeren, den toestand van beklaagde in aanmerking te willen nemen, daar hij zoo doof ls, dat hij niet de stem van zijn geweten kan hoo ien. Er Eit andere niets voor hem op. Moeder (ongeduldig)„Wimpje, je moet mama niet in de rede vallen, als ze spreekt." Wim (wrevelig): Maar ik kan toch niet altijd den mond houden. Iemand, oDgeveer 200 p o n d wegende, roept in een restaurant: Jan, breng me ten paar couranten. Die zijn enkel boven op de leeszaal le krijgen, mijnheer, was het antwoord. Breng mij dan naar de leeszaal, klonk het gehod. Deze ichodde van neen. Het was vier unr en tijd, dat men zieh voor het middag maal gereed maakte. Zij beval Datka, met de kinderen vooruit te gaan. „Ik wilde n nog iets zeggen, juffrouw Weroer,* sprak de gravin, opstaande. „Uwe manier van met kinderen om te gaan, bevalt mij zeer goedmaar ik zon toch wel eene opmerking willen maken. Ik wil dadelijk in het eerste oor de verhouding geregeld en geordend hebben.In het grove lijk slot Esillagi worden de kinderen met „rr* aangesproken." Elisabeth stond een oogenblik daar met neergeslagen wimpers, vervolgens sloeg zjj hare oogen open en vestigde ze rnstig op bet gelaat der troteohe vrouw, en duide lijk en vast klonk haar stem, toen zij zei- de „Zoo moet ik n vragen, mevrouw de gravin, daarmede wat mjj betreft eene uit zondering te maken. Het kind, dat ik loe ren en opvoeden moet, dat zich geheel aan mijn wil onderwerpen moet, kan ik niet als gelijke behandelen en met „u" aanspreken." „Ik vind uw antwoord zeer vreemd,juf frouw Werner," deed de slotvronwe hooren, terwijl er in haar kond en scherp gelaat na toch wat beweging kwam. „Gjj hoodt van openhartigheid, mevronw, ik niet minder," ging bet meisje voort. „Wat zon het n baten, als ik ja zeide en mg in 't geheim tegen o* bevel verzette, waar en wanneer ik kon f Het zon twee spalt ten gevolge hebben en voor kinderen en onderwijzeres zeer nadeelig worden; 't zon huichelarij en onwaarheid worden en daar van kan men geen goede vrnohten verwach ten. Dus zeg ik n openlijk, aan dat ver zoek kan ik niet voldoen, daartegen komt mijn waarde alz onderwjjseres op." In dit oogenblik werd de deur van het aangrenzend vertrek bijna opengerukt en de graaf stormde haastig en opgewonden binnen. Zijn gelaat was rood van toorn en zijne oogen zagen zijne moeder doordringend aaD. „Juffrouw Werner beeft volkomen gelijk," r'ep hg op zgn brnske manier. „Ik be- 8rUp niet, hoe n zoo iets eischen kant. Of ®e juffrouw is bekwaam, waarvoor gij haar geroepen hebt, bt sjj is het niet. Is zjj het, Hij zag haar iederen dag eu telkens werd baar beeld hem dieper in het hart geprent, zoosls zjj nu voor hem zat met het zeldzaam schoone gelaa', omlijst door lichtblonde haren, de donkere oogen vol verlangen het leven inziend. Ademloos, met gespannen aandacht, luis terde hij naar haar wenschen, haar idealen. Koningin van haar omgeving te zijn, aangebeden door allen, gevierd door het leven gedragen te worden. „Hij# zou haar echtgenoot worden, die haar zulk een toekomst bereiden kon. //Hem" zou ze haar liefde, haai vurige, hartstochtelijke liefde geven, die,- zelf be roemd, haar schoonste illasiëu tot werke lijkheid zou maken. Toen was bij heengegaan, de kleine gebochelde Jonathan, nadat hij veelbetee- keneud haar had aangezien en een vlnch- tigen kus op de mooie, blanke hand ge drukt had. Niemand hoorde meer wat van den on- beteekenenden, gebrekkigen jongen, nie mand had zich zijner ooit aangetrokken gevoeld. De kleine wereld, die hem had gekend, vond in zijn verdwijnen niets bijzonders en vergat hem. Ook Leonie miste den kleinen, leelijken mismaakte niet, die spoedig door een ande ren vereerder werd vervangen. Steeds mooier wordend, zich meer en meer van meisje tot vrouw ontwikkelende, werd het aantal van Leonie's aanbidders steeds grooter. Menigeen, die, het hart gebroken, zich terugtrok uit den drom, menigeen, die de schoone trotsche oogen haatte, omdat ze hem koel aanzagen en zijne liefde tartten, menigeen, die haar had willen wegvoeren tn haar, buiten het bereik van allen, voor zich had willen verbergen Een lachje, als van een zilveren klokje, klonk hnn in de ooren, de kleine mond plooide zich spottend en zij bleef alleen. Eindelijk was hij gekomen, de prins uit het tooversprookje, die haar hart had wakker gekusthij was gekomen, schoon, flink van bouw, moedig de oogenscbijnlijk onneembare vesting aanvallende met vn- rige liefde, haar overwinnende, tot hjj het meisje met steeds sterker wordende macht tot zich trok. „Mijn Leonie# klonk het zachtvloeiend van zijne lippen. Haar hoofdje rnstte op den schouder van den man, die haar ten steun zou zijn en nogmaals klonk het „Mijne Leonie mijne vrouw." Zij had haar doel bereikt. Haar naam zweefde op ieders lippen. Want het was de naam van den meest gevierden acteur van zijn tijd, dien zij droeg. Hoe klopte haar het hart, als zij met schitterende oogen zijn spel volgde, ieder woord van zijn lippen opvangend, hoe trotsch gevoelde zij zich, als zij dacht „bij is mijn eigendom, bij, de lieveling van het publiek." Zijn roem deelend, zijn kransen kussend, leefde zij naast „hem" voort, die haar het leven gegeven had, zooals zij het zich gedroomd had. Ea ver van haar af werd een strijd om het bestaan gestreden, een strijd, zwaar genoeg om hem, welke dien streed, neer te vellen. De strijder was echter moedig, volhar dend, zijn oogen gericht op het doel, dat hij wilde bereiken. Op een klein dakkamertje, bijna zonder licht, waar het verschil van zomer en winter zich slechts kenmerkte door brandende hitte of verstijvende koff, zat hij, met koortsachtig schitterende oogen, omringd door papieren en schreef, schreef altijd door, zich ternauwernood tijd gun nende om te eten of te drinken. Menigmaal vonden de flauwe lichtstra len var. den aanbrekenden dag den ver moeide, het hoofd neergezonken op zijn werk, terwijl de lamp was uitgegaan, zon der dat hij het wist. Met eindeloos geduld alle moeilijkheden trotseerend, alle teleurstellingen het hoofd biedend, werkte hij voort aan het groote werk. Elke dag bracht hem een stap nader, tot hem eindelijk het geluk de hand zon reiken en hem het tooverland zou binnen leiden, waarvan „zij# koningin zou zijn. Kleine bijdragen in tijdschriften brachten hem genoeg op om te blijven leven voor het eeuige, steeds meer en meer naderende doel. Zijn drama ontwikkelde zich langzamer hand, voller, boeiender wordend, als een schuchtere knop, die, eenmaal ontloken, zijne volle pracht ten toon spreidt. Als heldin had hij zich de vrouw gekozeD, wier beeld hem kracht gaf tot het ver richten van het uiterste, wier aandenken hem moedig deed voortgaan. „Leonie" was het wachtwoord, dat hem wekte uit de korte, onrustige sluimeringen, waarin zelfs zijn geest doorwerkte en hem aanschouwelijk maakte hetgeen hij te vo ren schreef. „Leonie" was het woord, dat hem be hoedde voor neerzijgen, wanneer de moe de beenen hem bijna niet meer konden drageD. „Leonie", altijd Leonie, tot in den dood altijd haar narm. De avond, zoo oneindig ver af geweest, was daar. Met geestdrift bezield, speelden de ar- tisten de hun toevertrouwde rollen* Het scheen, als was de geest van den kleineB gebochelden en toch zoo rijk be gaafden schrijver in hen gevaren. Met elk bedrijf steeg de triomf met donderend applaus riep men de spelenden terug, terwijl bloemen in weelderigen over vloed het tooneel bedekten. Achter in een der loges verborgen zat, met angstig spannenden en toch zoo zali gen, bezielden blik eeD kleine gedaante. Daar trof zgn oog de tegenover hem gelegen loge. Een dame, trotsch als een koningin, het beeldschoone gelaat met gloeienden geest- drilt bezield, onafgewend naar hel tooneel gericht, trok hem eensklaps onweerstaan baar aan. Bliksemsnel greep zijn band in den borstzak en zenuwachtig vergeleek hij het onbeschrijflijk schoon gelaat tegenover hem met de lieflijke jongemeisjestrekken op het kleine beeld in zijn hand. Den voor hem zittende even aanstoo tend, vroeg hij met trillende stem „Pardon, mijnheer die dame „Is mevrouw Leonie de vrouw van onzeQ eersten artist." Zonder om te zien, was het antwoord gegeveD. Óp hetzelfde oogenblik was het gordijn gedaald voor de laatste maal opge haald nog eens gedaaldweer opgehaald „De schrijver...de schrijver!" klonk het luid en dringend onder het aanhou dend handgeklap. „De schrijver, de schrijver Een hand opende de deur van de loge, waar de kleine, gebrekkige man zat - maar Doodsbleek met strak gelaat, het kleine portret in de reeds verstijfde handen ge klemd, was hij achterover' gezonken heengegaan ter rusteA. Ct. De duiker-boot Argonant. De New-York Herald geeft de afbeel ding van een onderzeesche boot van een nieuwe constructie, de Argonaut, die wel voornamelijk bij het duiken zal moeten dienen en werkzaamheden op den bodem van niet al te diep water inderdaad veel gemakkelijker zou maken als alles waar is wat men er van vertelt. Iu tegenwoordigheid van duizenden, zoo meldt bet amerikaansche blad, heeft dezer dagen de Argonaut, door Simon Lake gebouwd, haar proeftocht gedaan. Mtn liet de boot in twintig voet water zinken, en ze is vier uur op den bodem van de Patapasco gebleveD. Al wal de uitvinder van de boot en haar verrichtingen voorspeld had, kwam nit. Twee proeven werden genomen lusschen Ferry Bar en Fort Mc.Henry. Na een kleinen tocht aan de oppervlakte was de Argonaut in twee minuten gereed om te dalen, eu toen ze tot op den bodem was geraakt, maakte ze op haar groote wielen nog een tochtje onder water. De men schen, die in gezelschap van den nitviuder den tocht maakten, hadden geenerlei on aangename gewaarwordingen, alleen was het trillen vrij hevig, toen de boot op harden bodem voortrolde. Vervolgens kwam men in een modderig gedeelte moeilijk vooruit, maar het ging toch. Terwijl de boot op den bodem der rivier stilhield, verliet een duiker een der luchtdichte compartimenten, en ging naar buitende passagiers daarbinnen konden hem duidelijk volgen, terwijl hij op den bodem heen en weer ging, precies als de passagiers van Jules Verne's Nautilis 't de den, waarmede deze Argonaut wel een fa milietrek vertoont. Liter, bij den tweeden proeftocht, daal den eenige anderen meê af, en allen waren er voldaan over. Men zegt, dat de boot tot een diepte van honderd voet zinken kan. Ouder water ademen de passagiers de lucht in, die samengeperst in buizen om de boot heen bewaard wordt. Op ge ringe diepten kunnen de masten gebruikt worden, die dan nog boven water uitste ken en hol zgn, zoodat de versche lucht, door den eenen mast ingezogen, door den anderen uitgeperst wordt. De Argonant lijkt vrij veel op een metalen walvisch, maar ze kan op reusachtige wielen rusten. Te Christiania is een groote drukkerij verbrand. Het personeel (120 menschen) werd gelukkig gered. Er ger ging het met de kopj, In dezen tijd, kort voor Kerstmis, waren er verscheiden boeken in druk, waaronder zeer belangrij ke. Al deze kopy is verbrand. Van enkele redde men de drukproeven. Van den prof. Torp en den docent Falck verbraudde een gemeenschappelijk werk over geluidleer, de arbeid van ver scheidene jaren, van mevr. Carborg een boek over huishoudkunde. Het ergste mis schien is 't verlies van het werk van Djalmar Johanseu, den koenen metgezel van Nansen, dit handelt over hun beider tocht over het ijs. Indien hij de notities, waar 't werk op gebouwd is, vernietigd heeft, is het het verlies ontherstelbaar. In het gunstigste geval moet hij van voren af aan beginnen. Bij spoorwegongelukken. Naar aanleiding van het spoorwegonge luk in Zuid-Frankrijk wordt in de Figaro geopperd, eiken trein vergezeld te doen gaan van een breed rijwiel, met vier ra deren die op de spoorstaven loopen en voorzien zijn van duidelijke signalen en roepers. Daarmee zou bij een ongeluk, of als een trein gedwongen stilstaat, met groote snelheid een aankomende trein kun nen worden gewaarschuwd of bulp uit een nabijgelegen station worden gehaald. .Terwijlde bevolking in Irankrijk ongeveer dezelfde blijft, neemt het gebruik van tabak er toch zeer toe. In den loop van het jaar 1896 gebruik ten de Franschen ongeveer 20000 ton tabak. Commissaris van politie: Dus u erkent, dat n het hnis van den getuige hedenmorgen te half drie bent binnengedrongen door de huisdeur Ja. Wat hadt u daar op dat uur te doen P Ik dacht, dat het mijn eigen huis was. Maar waarom bent u dan, toen deze dame naderde, uit het venster gesprongen, in den waterbak geklommen en hebt n daar verborgen gehouden P Ik dacht dat het mijn vrouw was. Eenige kapitalisten uit GeDave en Zü- rich hebben besloten, op de wereldtentoon stelling van 1900 le Parijs een zwitsersch dorp te laten bouwen, met AlpeDpanora- ma's enz. De bedelaar aan de kerk der Madeleine te Parijs, die onlangs rijk gestorven is, zooals velen mis schien wel weten, oefende zijn beroep staande nit. In Berlijn is thans een aal moesvrager, die zijn bedrijf per rijwiel winstgevend tracht te maken. Zoodoende verplaatst hij zich sneller, natuurlijk in de welgestelde buurten der hoofdstad, en ontloopt hij de politie, die bedelaars ni<jt altijd zeer menschlievend behandelt. Voor eenige jaren huwde een Amerikaansche van 24 j*ar met een knaap van 14 jaardoch korten tijd later sloot een circusdirecteur van 82 jaar een huwelijk met een jonge dame van 15 jaar. Een ambtenaar uit Londen verhaalt, dat hij eens een paar huwde, waarvan ieder reeds zes keer gehuwd was geweest. Een nog merkwaardiger huwelijk was dat van mistress Corvin uit Indiana in 't jaar 1894. Dit huwelijk was haar negende, doch van haar vorige acht echtgenooten was geen enkele gestorven, maar allen hadden zich laten scheiden. Tot slot dezer opsomming van zeldzame huwelijken willen wij nog mededeelen, dat in 't jaar 1890 een man van 92 jaar met een vrouw van 50 huw de, en het zeldzaamste hiervan was, dat deze vrouw zijn eerste was. De oneerlijke man. „George, papa is failliet „Net wat j'e van hem kondt verwachten 1 Ik heb je immers al lang gezeid, dat hij alles zou doen om ons trouwen onmogelijk te maken? Ik groet u, juffrouw.# Tweeërlei opvatting. Zij„Ik wou liever, dat je maar niet zong." Hij „En ik dacht, dat je zooveel van muziek hieldt Zij„Juist daarom." Een 'nótelrekening. Gast„Je noteert hier een kwartje voor papier, terwijl ik het toch in het ge heel niet gehad heb." Kellner: „Ik vraag wel excuus, 't is voor dit papier hier, waarop nw rekening staat." Boertje in Botterdam: Kak 'k docht dèt 'k hier te recht was maar 't zijn m a n n e factoren, en 'k mot wèt veur de vrouw hebben. de onder wij eeres der kinderen en nwe ge zelschapsdame, dan bant gij haar ook niet gelijk stellen met de dienstboden, met Misko, Zelka of Sanna." De gravin zag haar zoon sprakeloos aan van verrassing; znik eene inmenging van zijne zijde was zij niet gewoon. Was zij verstandig genoeg om in te zien, dat zij te ver gegaan was, of was het met het oog op haar zoon, voor wiens opvliegendheid ook zij vrees koesterde f Wat de reden ook mocht zijn, zij gaf haar tegenstand opmaar toch was zij den bediende dankbaar, die haar meldde, dat de tafel gedekt stond. HOOFDSTUK IV. Het slot lag in een smal dal, dat zieh naar het zniden breed, naar het noorden eebter immer nanwer en nauwer uitstrekte. De achtergrond werd gevormd door de Karpaten, een machtig gebergte, welks geweldige toppen aan drie zijden den horizon begrensden en met eeuwige sneeuw bedekt wareD. Aan een zijde was bet nitzioht evenwel open endaar stroomde in groote, majestnense bochten een breede rivier, de Waag. Zij kwam nit het wond, dat achter het kasteel lag en zich orenver langs het gebergte uitstrekte, en stroomde daarna verder door het dal, het stadje T. voorbij. Hot slot bestond nit twee gedeelten, het onde en nienwe gebouw, welke door een smallen tnin waren verbonden. Het onde gebonw zag er grauw en bijna als een rooversnest nit. Dat was het dan ook ei genlijk het was bet stamslot van den graaf, dat nog dateerde nit de elfde eenw en dat als heilige herinnering wss bljjven staan zooals het was. De maren waren door den ouderdom bijna zwart en hadden vele sehenren en gatenkleine, ronde ven sters, hoeken en vooruitgebouwde gedeelten gaven bet een rnw, ongelijkmatig aanzien; aan bet niterste einde verhief zich een hooge, ronde toren, van waaruit men den ganschen omtrek kon overzien. WORDT VERVOLGD. Éénmaal had men hem gevondeD, be wusteloos ineengezonken, de pen in de hand, het hoofd op zijn werk. Hij was ziek geweest en een geheim zinnige macht had hem tegengehouden verder te gaan. Het was hem als werd hem, iets ont nomen, als dreigde zgn hart te breken onder groote, ongekende smart. Arme Jonathan, hoe kondt ge ook ver moeden, dat het Leonie's trouwdag was? Het was een donkere, stormachtige nacht Geen maanlicht keek vriendelijk door het kleine venster, geen sterretje begroette den schrijver met zijn eigenaardig ge flonker De regen gutste langs de dakpannen. Hoe duidelijk kon hij dat hooren. Weemoedig stemde hem het geloei van den steeds sterker wordenden wind. En toch had hij reden gelukkig te zijn, overgelukkig, want Ondenkbaar snel krast de pen over het papier, nog te langzaam om den snel stroomenden gedachtengang te volgen. Een zenuwachtig getrokken streep en met zijn trouwe pen in de gevou wen handen, het hoofd gebogen over zijn zooeven geboren kird, smeekte Jonathan Gods zegen af voor de levensreis, die het zon aanvangen, kracht voor de gevaren, die het zou moeten doorstaan. Zijn vurig gebed was verhoord. Het volgend tooneelseizoen zou zijn stuk opge voerd worden. Groote verwachtingen werden er van gekoesterd. Men was bijna zeker ze vervuld te zien, een schrijver als Jonathan, bijgestaan door den grootsten man uit de tooneel wereld, moest aller harten veroveren. -v-,i in, i jjj :i:Ü_ .U

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 7