Het leven eener edele vrouw. Donderdag 6 Januari 1398. 42ste Jaargang No. 3272. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a 1 e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Dirkshorn. Melasse als veevoeder. AGER Alititei Nitm-, COURANT. Aimtmiic- LiitknvlliL Bureau: SCBAtHSW, liaan, D 4. UilgeverP. TRAPMAN. SledewerkerJ. WIKKEL. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. y ergaderirig vau den RAAD der gemeente ZIJ F* £2, gehouden op dinsdag 4 Januari 1898, des morgens ten 10 ure. Aanwezig alle leden. Na opening der vergadering lezing, en goedkeuring der notulen, deelt de voorzit ter uiede dat de Nieuwjaarseollecte heeft opge bracht f 459.40 en dat aan 305 gezinnen f 1.50 is kunnen worden uitbetaald. Spr. brengt vervolgens dank aan die hesren raadsleden, die assistentie hebben verleend. Was ingekomen machtiging van Ged. Staten om eene regeling te treffen met de gemeente Anna Paulowna, wat de school gaande kinderen uit de gemeente A. P. betref». De Verordening van die overeenkomst, voorgelezen, wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Tevens was van Ged, Staten eene mis sive ontvangen, waarin eenige bezwaren tegen de verordening op de inning van den Hoofdelijken omslag werden te berde gebracht. Op voorstel des voorzitters werd besloten, nogmaals de commissie, bestaande uit de beeren Feitter, Nieuwland en Nebelte verzoeken, de verordening te veranderen en alsdan in den geest, zooals door Ged. Staten werd verzocht. Genoemde heeren verklaarden zich daartoe bereid. Van Mejuffrouw M. Eeeen was ingeko men een adres, waarin werd verzocht, het haar in de vorige vergadering verleende eervol ontslag in te trekken, daar door haat was verzuimd te verzoeken een ver klaring van den beer districts-schoolop- ziener en van Ged. St., dat zij wegens ge zondheids redenen ongeschikt was verder hare betrekking waar te nemen. Door dit verznim zou zij haar recht op pensioen verliezen. Daar beide verklaringen waren ingeko men, trok de raad ten eerste het gegeven eervol ontslag in en verleende dit daar na wederom. Daarna niets meer te behandelen zijnde sloot de voorzitter de vergadering. 3. Kon men het eene deel van het kasteel vergelijken met een stokoude vrouw, met grijse lokken en rimpels in het gelaat, zoo was bet tweede gedeelte meer te verge leken bij een jonge vronw, die zich met al le mogelijke middelen zoo schoon mogelijk heeft gemaakt. Dat was een trotseh, fier gebouw, in re- naissance-stijl, rijk met ellerlei beeldhouwwer ken opgesierd, met vergolde balcons en groote, booge vensterruiten, van waaruit men een prachtig vergezicht had over de trot- scbe bergen-massa. Wanneer Elisabeth in de eerste dagen door het venster zag, beefde zij bij het zien van de zoo overweldigende grootheid der natunr, die zich aan alle zijden om haar heeD ontplooide. En zjj dacht, dat mensohen, die tosaoben zooveel grootheid en pracht waren opgegroeid, aan geen kleine diogen konden denken groot en machtig als de Da tuur moesten ook de bewonors zijn, en toch had zij by baar intrede in deze wereld znlk een Biechten indruk ontvangeD. De gravin was op haar eerste bedenken niet terng ge komen en Elisabeth begon zioh el reeds spoedig in haar nieuwe betrekking tbnis te gevoelen. De grootsche natunr bniten, die haar imponeerde, en de aanminnige karak ters der kinderen veraangenaamden haar verblijfwerkten opbeurend op haar geest, deden haar warm gemoed nieuwe gevoelens koesteren. Ook de gravin scheen haar, on danks haar teruggetrokkenheid en trots, niet onaangenaam. Zij was een welopgevoe de dame, hoogst practisoh in haar gansche optreden en, waar haar adeltrots niet in ge vaar kwam, verstandig en eerlijk. In het slot heersohte een streng geregel de levenswijze. De gravin verkeerde met byna niemand het was als eene gebenrtenis op te teekenen, als er iemand in bet slot op bezoek kwam, en tooh word de gravin Biet gemeden, integendeel, men bewees baar eer en beleefdheid, welke men alleen betoont aan degenen, wier leven een grootsche daad heeft aan te wijzen. Qraaf Goza placht geregeld onaangemeld Ihnia te verschijnen, want hg wiBt, dat syne moeder, wanneer zjj van zgn kornet op de Deelden we eenigen tijd geleden mede, dat de heer J. Zeeman te Lutjewinkel een begin had gemaakt aan de werkzaamheden ter verkrijging van brongas, de eerste werkzaamheden hadden niet het gunstige gevolg, dat men ervan gekoesterd had. Wel kreeg men een wel, maar de hoe veelheid water was te gering. Na eeni- gen tijd van stilstand werd op een andere plaats opnieuw een buis geslagen tot op een diepte van 158 voet en daar heeft men den 30 December een wel getroffen, die 60 Liter water per minuut geeft. Al les wordt thans voor de verlichting in gereedheid gebracht en de heer Zeeman twijfelt er niet aan, of die óéne wel zal voldoende gas leveren voor zijn bedrijf en huiselijk gebruik. Tot onderwijzeres te UtUtjewinkel is door den raad der gemeente Winkel in zijne verga dering van 81 December 1897 benoemd mejuffrouw A. Koseen te Koog a. d. Zaan. Het nieu wejaar heeft zich voor de braudweer van Harsinger- horn en aanboorige wijken goed inge zet. Men had juist nog gelegenheid gehad, om gezellig (fvan't oud in 't nieuw" te zitten en uit te slapen, meer ook niet, toen de brandspuit moest uittrekken naar de Kreil, waar het huis aan den dijk, bewoond door de gezinnen van Jan Kleier en C. Koning, in brand stond. Het duur de niet lang, of van het oude gebouw was niet veel meer over dan een woonvertrek, waarvan de gewone afsluiting door deur en venster was opgeheven. De inboedels der bewoners waren verzekerd, en de wind was gunstig, zoodat het onheil zich tot dit eehe perceeltje bepaalde't had al licht erger kunnen zijn. De brand was ontstaan in de woning van Koning. Aan htt hulpkantoor der Posterijen ta Dirkshorn werd gedurende 1897 in de Rijkspostspaarbank ingelegd f 8647.275 in 1018 inlagen en werden 144 terugbetalingen gedaan tot een bedrag van f 6289.84. Uitgegeven werden 33 nieuwe boekjes. hoogte was, eenige maatregelen van voorzich tigheid nam, die hem zeer mishaagden zjj ont sloeg voor een tijd lang alle jonge vrouwe lijke dienstboden, die slechts maar eeoige aanspraak op bekoorlijkheden kon den maken en zoodoende wemelde het slot, wanneer hij naar hnis kwam, van on- de en leelgke gezichten, zooals Geza zich geërgerd placht uit te drukken. Ook het strenge, bijna eentonige leven, gedurende welk een ieder zijn plicht deed, en de eene dag op den anderen geleek als een paar droppels water, was volstrekt niet naar den zin van den beer zoon, en zoodoende heersohte er bij zijn komst gewoonlijk een buitengewone levendigheid in bet slot. Hoe onaangenaam de gravin dit leven ook vond, geen enkel verwijt daarover kwam haar evenwel over de lippen. Wilde zij baar zoon zijn verlof niet vergallen, of wist zij, dat de jonge man zich niet aan banden liet leggen f De bedienden verheugden zieb zeer over de veranderde levenswijze. Dan kreeg men fooien in menigte. De straffe tengels der orde en tocht werden wat gevierd en ofschoon men menigmaal kennis maakte met de rijzweep van den heer graaf, zoo had dat toch geen invloed op hunne gevoelens voor hem; hij was vrijgevig en hij vergold rijkelijk den slag, dien by had toegediend maar niet slechts de bedienden, ook do boeren waren ban wilden, dollen graaf, zooals hij overal genoemd werd, goed gezind, want ofschoon zijn toorn hem alle grenzen deed vergeten, was zijne vrijgevigheid ook tegen over hen zeer groot. Ditmaal was echter met het bezoek van denjongen graaf niet die rumoerigheid meegekomen. Eeni ge bevriende officieren, onder wie Pal- sy, waren in de eerste dagen verschenen om Geza te begroeten, maar geen verdere nitnoodigingen tot jachtpartijen of anderszins waren gevolgd- De gravin, op de aangenaamste wijze door deze verandering verrast, wist niet, waaraan zjj dat had toe te schrijven. Was hg ern stiger gewordenzioh meer bewust van zij ne positie, als laatste nakomeling van een der ondste, rijkste en beroemdste geslachten liet werd ook tjjd, want hij was zeven-en- twiotig jaar en op bem rustte den pliobt, voor eene nakomelingschap te zorgen. En hij behoefde slechts te willen, want zijo naam had zulk een klank, dat zelfs een vorstendochter hem haar hand niet zou wei geren- Het trotache hart der gravin meende de oplossing daarin te moeten vinden j te meer giDgen hare gedachten dien kant oit, om dat zjj het zoo gaarne wilde. Dat de re- D en 30 en December brak er des avonds omstreeks 7 nar bij den heer C. K. iu het Westeind, te Winkel een binnenbrand nit. Men hoorde de brand- horess, doch van den brand zag men niets, doordat de Brandweer in een mini- mnm van tijd op de plaats van den brand aanwezig was en het vnur wist te bedwin gen. Hierdoor zal de waterschade licht grooter zijn dan de brandschade, maar een groot onheil is door de Brandweer voor komen. I n o n s n o. v a n 30 Dec., be vittende het verslag der godsdienstige bij eenkomst op den avond van den len Kerst dag te Winkel, gelieve men in plaats van „den val vau 't Westersch romeinsche Keizerrijk aan 't eind der 3e eeuw" te lezen „den val enz. aan 't eir.d der 5e eeuw" en voor „do groote toonkunstenaar Palestina', de groote toonkunstenaar P a- 1 e s t r i n a. De heer Jan Sluit van Am sterdam zal op zondag den 6den Fe bruari a.s. een concert geven in de kollbaan van den heer D. Kist te Kolhorn. Evenals vroeger op andere plaatsen zal hij worden bijgestaan door de talentvolle pianiste Mej. Aafje Slikker. Daatbij hebben we alle kans, dat twee heeren te Kolhorn tot afwisseling een paar gedichten en voordrachten ten beste zul len geven. We twijfelen niet, of ook deze mede werking wordt in 't algemeen zeer op prijs gesteld en zal zeker veel bijdragen tot het welslagen van den avond. Een gelukkig schot. Een zeldzaam gelukkig schot werd maandag j.1. gedaan door den jager V. L, in de gemeente Harenkarspel. Terwijl v. L. op de snippenjucht was en tot dat doei langzaam en voorzichtig nabij Dirkshorn in de ringvaart langs den breedeo rietschoot voer, zag hij op korten afstand den kop van een otter. Aan te leggen en te vnren was voor den goeden schut ter het werk van een oogenblik, maar groot was zijne verbazing, toen het hem, naderbij gekomen, bleek, dat hij met één den van dit alles ergens anders lag, daar van bad zjj geen denkbeeld; dat schaamte voor het vreemde meisje onwillekeurig haar zoon zoo deed bandelen, dat wist zij niet. Zjj was het eerste oogenblik getroffen ge weest bi) het zien harer gezelschapsdame. Zjj keode zoo goed de lichtvaardigheid van haar zoon en zijne voortvarendheid in der- geljjke dingen. Zij was onaangenaam ver rast, want zjj had een ond meisje, een uitgediend exemplaar, zooals de officieren eicb lachend hadden uitgedrukt, meenen te krjjgenin plaats daarvan trad haar een heèrljjk wezen tegemoet. Maar ditmaal was haar vrees zonder reden geweest. Geza gedroeg zieb, zooals het aan zyn stand paste tig nam geen notitie van het meisje, ja, zijn optreden ging zelfs zoo ver, dat hjj bjj- na vergat, baar gewone beleefdheden te be- wjjzen. Dat haar wilde, lichtvaardige zoon geen blik, nauwelyks een groet tot het meis je durfde te richten, wist zjj niet, even zoomin de oorzaak van deze schuwheid. Dat er in het wezen van Elisabeth eene ongenaakbaarheid lag, in bare reine, knisehe verschijning een adel zetelde, die op het rnwste gemoed niet zonder uitwer king bleef, kwam de gravin na en dan wel eens in gedachten en deed haar werkeljjke achting voor haar juf koesterenmaar zjj was in haar echte aristocratische levensop vatting er verre van, daaraan de rechte waarde te hechten. Op een zekeren dag kwam de gravin ge durende het ondarwjjs in do kinderkamer. Elisabeth had kleine lama op schoot, en het kind had haar armpjes om den hals van Elisabeth geslagen. Dese was besig de kleine gerost te stellen, terwjjl Tisza met een hoogst ernstig gezicht matig aan baar voeten zat. ,Gjj hebt zekor een sprookje verteld," zeide de gravin, „anders zon Tisza niet zoo kalm op zjjn plaats blijven. Maar de klei ne Isma is zeer opgewonden, zjj weent 1 Isma, wat is er, wat soheel» je f* „Ik heb aan mjjn arme mama gedacht, die ook gestorven is, evenals de mama van de kleine prinses,* antwoordde het kind zacht, maar hartstochtelijk weenend, „en zjj was zoo lief en goed." „Ik was nit onbekendheid met do familie omstandigheden zeer ongelukkig in de kenze myner vertelling," verontschuldigde Elisa beth zich, „de herinnering was nog te versoh „Zjj heeft haar moeder nooit gekend lij was nauwelijks vijf maanden oud, toen sg haa r moeder verloor," sprak de gravin op korten, afgebroken toon. „Ik weet schot twee otters had gedood, terwijl een derde otter, de grootste, aangeschoten bleek te zijn. Daarvoor gebruikte hij het tweede schot van zijn dubbelloop en doodde ook dezen. Behalve de drie huiden, die, zooals be kend is, een aardig gommetje waard zijn, zullen den jager ook nog de premiën ten deel vallen, die door het waterschap ge steld zijn op het dooden van otters. Hengstenkenring. Door Gedeputeerde Staten in deze pro vincie is beDoemd tot voorzitter der com missie van de verplichte hengstenkeuring de heer G. C. Hulst, Zijpe, tot secretaris de heer W. Teengs, te Alkmaar. De o- verige leden der commissie zijn de kap- teins K. D. Punt, 'sHage en Quadekker te Haarlem, en de heeren C. Oudijk, Waddiux- veen en J. M. Billroth, Hoorn. Schermerboezem. Volgens de N. R. Ct. zal in Holland's Noorderkwartier eene adres-beweging in het leven worden geroepen, om te be werken, dat het peil in het college der oitwaterende sluizen worde verlaagd. Thans gebeurt 't meermalen, dat Schermerboe zem op sommige punten zóóveel wordt opgezet, dat gevaar voor doorbraak ontstaat, zooals nog dezer dagen geschiedde. En, hoe kort is het nog maar geleder), dat de kaden bezweken van de „Schardammer- koog" en van het heemraadschap Mijzen, waardoor aan velen groote schade berok kend werd. Een ontaard vader. In de gemeente T1ETJERKSTERADEEL (Fr.) komt een geval voor, dat veel van zich doet spreken. Onder het behoor van Ber- gum is nl. ontdekt, dat een landbouwer zijn eenige dochter als een beest opgesloten hield in een hol onder het hooi, waarin zij zich ternauwernood kon bewegen. Verondersteld wordt, dat zij daar zoowel bij dag als bij nacht moest verblijvenhst hol was afgesloten door een dichte schutting met zware grendels. Aan de gemeente-politie is het te dan ken dat deze zaak, die aan het ongelooflijke grenst, aan het licht is gekomen. VaDwege de justitie is de opname van het half verwildeide kind gelast in een gesticht. Tegen den vader, dia aldus kon hande len tegenover zijne 26-jarige dochter, dia alleen in hare verstandelijke vermogens moet zjjn gekrenkt, doch overigeas niet kwaadaardig of gevaarlijk was, is proces verbaal opgemaakt. Over do waarde en bruikbaarheid van melasse als toevoegsel tot het gewooe vee voeder loopen de meerlingen nog zeer uit een. En dit onderwerp is nu te meer van belang, omdat de melasseprijzen voortdurend dalen en dus een grooter verbruik van melasse als veevoeder hierin eenige ver andering zou kunnen brengen. De wijze, waarop de melasse aan het vee gevoederd wordt, loopt zeer uiteen. ooreerst kan men haar op zichzelf ge- brnikeD, doch veelal heeft vermenging plaats met andere stoffen, zooals turf, palmkoekmeel, en uitgeloogde snijdsels, da aardappelenpnlp der zet meelfabrieken, ene. Door dr. Ramm werden in het sfgeloo- pen jaar proeven genomen op koeien, ten einde de voedingswaarde van melasse in elk der bovengenoemde vormen vast te stellen. Vooreerst werd zoogenaamd melas- se-lurfmeel beproefd, bestaande nit een mengsel van 20 deelen turf en 80 dselen melasseaan deze voedingstof wordt dik wijls bijzondere waarde toegekend, omdat door de vrije hnmuszuren van de tnrf de potaschzonten van de melasse geneutrali seerd worden. Verdar werd e»D mengsel gebruikt, bestaande uit gelijke deelen palm koekmeel en melisse, in de derde plaats een gedroogd mengsel van aardappelpulp en melasse door een zetmeelfabriek gele verd ten vierde snijdsels, die met melasse verzadigd en daarna gedroogd waren. Tsf vergelijking werd tevens gevoederd met enkel gerstemeel en palmkoek van gemid delde qualiteit. Bovendien kregen alle koeien hooi en uilgelorgde snijdsels, vermengd met stroo. De volgende resultaten werden verkregen 1. De koeien verbruikten dagelijks gemiddeld 8 Kgr. melasse per 1000 Kgr. levend gewicht. Alle mengsels van me- wel, hoe dat kind zoo onnoodig opgewonden komt," voegde zij er bijna toornig aan toe, „die onverstandige oude, die zioh aan geen verbod stoort Zij tilde het kind van den schoot van Elisabeth en trachtte het gerust te stellen; maar er lag zooveel haast en ongeduld in hare bewegin gen, dat het Elisabeth toesoheen, alsof er haar meer aan gelegen was, het besprokene van het tapjjt te brengen, dan de smart van het kind te stillen. En daar de kieiue in tegenwoordigheid harer grootmoeder zeer schuchter was, zoo hield zij dadelijk op, ja, deed zij al baar beat hare zenuwen te be dwingen en hare lipjes te doen glimlachen. Elisabeth begreep, dat een zeer wonde plek in de familie was aangeroerd geworden. Zg had nog geen enkel woord over de moe der van het kind hooren spreken over de moeder niet, maar ook over den vader niet geen woord werd aan de herinnering dier beiden gewgd. De gravin gaf Tisza het bevel, den koet sier te zeggen, dat er ingespannen moest worden- Het was een mooie dag, de kin deren moesten naar bniten. „Hoe gaat het mat het duitsche onderricht?" vroeg zg vervolgens, daarbij een blik wer pend op het meisje voor haar. Elisabeth antwoordde, dat de kinderen zeer gemakkelijk leerden, vooral Tisza, of schoon hun niet anders dan spelend onder wijs mocht worden gegeven. Da gravin, die, zeer tegen hare gewoonte in, zeer spraakzaam was, vertelde, dat het een zeker opzien in den omtrek had gebaard, toen bet bekend werd, dat zy een duitsche en geen bongaarsehe als onderwijzeres had genomen, want de tegenzin in al wat duitsch heette was daar even groot als in Frankrijk. „Ik ben het ten opzichte nwer natie niet met mijne landgenooten eens," ging de gra vin voort. „Ik heb als meisje eenige jaren op een duitsche school doorgebraoht, in Leipzig, bjj juffrouw Sohmidt, en heb daar alle aohting gekregen voor het duitsche onder- wijswezen. Uw omgang met mg, juffrouw Wer- ner, is dus voor mg een berinnering aan het verleden, Myne kleinkinderen zullen door bet leeren van het dnitseh zich, hoop ik, eveneens eigen maken dat rnstigo in het karakter, dat mij zoo aangenaam is." Elisabeth meende, dat elk land zgn sohoone karaktertrekken had en dat sg hier eenige bad gevonden, die zg by hare landsliéden miste. „En welke zgn dat?" „Een open karakter, vertrouwelijkheid en goedmoedigheid." ,Gg hebt die eigeoschappan spoedig ent- dekt," meende Gravin Helene. „Waarvan een natie doordrongen ia, dringt zioh in het eerste oogenblik aan ona op," gaf Elisabeth ten antwoord. „Gy bedt een groote openhartigheid, daar gij dit alles zoo ronduit zegtmen loeft niet gaarne een vreemd land." „Mevrouw heeft toch ook aan mjjn vader land recht doen wedervaren." „En das meent ge mg dat Ie moeten ver gelden." Een zwak lachje gleed er over de strenge trekken der gravin. „Ik ben er van overtuigd, mevrouw, daarom heb ik bet gezegd," antwoordde Elisabeth eenvondig. „Dia uitdrukking, ge daan, om een raden zooals a vermeende, soa huichelarij zgn, evenals iedere andore. Mevronw zegt, dat men niet gaarne een vreemd land prjjst; die uitdrukking zou ik liever een weinig versachtenman hoort niet gaarne zijn eigen land veraehtan." „Dat tai wel het geval zya met allee, wat een mensoh bezit zeide de gravin na een oogenblik, met diepen «reet, „en dit zooveel te meer, hoe dierbaardoz ons datgene is. „Ik geloof nauwelijks, dat er verstandige moeders zgn, die de gebreken harer kinda ren niet kennen. Sleehts vao anderen willen zg daarop niet attent gemaakt worden, en dit des te minder, zooveel te vaster zjj van de gebreken overtuigd sgn— Was dit met een zeker opzet geiegd Kon de trotsche vronw de gebreken van haar zoon De boodschap, dat het rjjtuig was ingespannen, maakte aan het gesprek oen einde en Elisabeth maakte zioh klaar, om met de kinderen nit rgden te gaan. HOOFDSTUK V. Het was een dag, waarop men in het slot veel gasten zag. De geboortedag van den graaf was daar en de gravin was gewoon, wanneer haar zoon tbnis was, dien dag te vieren, en daar zg in den ganschen omtrek by hare atandgenooten zeer hoog in aan zien stond, zoo haastte een ieder zich, zgne vriendschap te bewgzen, wanneer de gele genheid daartoe zich voordeed. En zoodeen- de hadden de adellijke familiën nit den om trek, de officieren nit het naast bijl jjnde garnizoen en de hoogere beambten nit het stadje T. bon komst aangekondigd. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 1