Marktberichten.
a
SPRANKELS.
Burgerlijke Stand.
Gem. Oudkarspel.
gij gat duizenden uit aan geschminkte
jchoonen uit café-chautauts, hoewel hij
1 och onder de voorname dames genoeg
schoonen kon vinden, die zijn vereeriug
«eüschien. Dikwijls verrichtte hij de on-
einnigste, gevaarlijkste toeren te paard,
dan weer gedroeg hij zich als een lafaard.
In gezelschap van dames glimlachte hij
meer dan hij sprak, en ik beo er van
overtuigd, dat hij zelf er het meest over
verbaasd was, toen hij aan zijn vinger
den kleinen ring zag, waarin de voorlet
ters van den naam van Dora von Lutzau
wareo gegraveerd.
Zij waren nu reeds sedert een half jaar
verloofd. Gedurende dezen tyd onthield
hij zich, waarschijnlijk door de bekoring,
die Dora op hein uitoefende, van drinken
en het baccaratspeJ. Op de laatste soirée
van het officieren-casino rntusschen speel
de hij weer en verloor den geheelen
nacht.
Den volgenden avond ontving Dora
een bezoek van haar neef, een Hinken
jongen mau, die eveneens officier was.
Deze verliet zijn nicht met deze woorden
„Ik geloof, dat Heinrich vannacht het u
toegedachte bruidsgeschenk heelt verloren."
Dor» verbleekte, maar antwoordde on
verschillig
Hij beeft gelijk. Ik heb geen geschen-
ken noodig
Toen zij evenwel alleen was, kwam er
een groole schitterende traan in haar oo-
geu. Haastig bracht zij haar zakdoek naar
h.ar gelaat en begon in de kamer op en
neer te loopeu.
Weldra vernam zij een zacht, onzeker
kloppen aan de deur. Heinrich trad bin
nen. Hij stamelde wat halfluid en on
hoorbaar. In zijn geheele houding lag
iets buileugewoon kinderachtigs. Hij ging
zitten.
Op zijn gelaat stond de vraag te lezen
of Dora reeds alles wist. Onbeholpen kus
te hij haar koude, witte hand.
U l»nr» VAfff;
Hij naar nuuuc,
„Ik heb u reeds lang rerwacht", zeide
Dora zacht.
Heinrich wilde zich verontschuldigen,
maar Dora wenkte hem toe. „Zeg maar
ik weet alles." Toen wendde
zij zich vastbesloten tot hem. «Gij hebt
niets
Ulj uiwi»
weer kaart gespeeld?
Heinrich gaf geen antwoord. Het meisje
ging nog dichter bij hem staan.
„Hebt gij verloten
Langzaam, alsof 't hem moeilijk viel,
het te erkennen, bracht Heinrich eindelijk
uit
„Ja, ik heb verloren*.
„Veel
En met ingehouden adem, voor overge-
bogen hoofd eu sombere oogen zag zij
hem vast aan.
„22,000 gulden.*
Er trad een lange, pijnlijke pauze in.
Dors liet haar hoofd zakken en begon
toen met snelle, korte passen het vertrek
op en neer te loopen. V^ak streek zij
met ha8r hand zenuwachtig over haar lokken
en drukte haar zakdoek tegen het voor
hoofd. Toen zag zij Heiniich met treuri-
gen blik aan.
„En wat wilt gij nu doen
Heinrich haalde zijn schoudets op en
schudde het hoofd eeDS. Met starende oo
gen zag hij naar de vergulde rozet in het
plafond.
„Ik weet het niet", begon hij met hui
lerige stem. „Ik weet het heusch niet.
Ik heb alle hnlpbroDnen reeds uitgeput.
De door de verkooping mijner bezitting
verkregeu 25000 gulden heb ik als cautie
voor ons huwelijk gedeponeerd*.
Een oogenblik werd het schoone, bleeke
aangezioht log meer bewolkt, een oogen-
blik later evenwel straalde het van trot-
sche vreugde.
„Dat is werkelijk een geluk. Gij neemt
morgen de cautie terug en kunt binnen
48 uur de gebeele schuld betalen. De
wereld en mijn vader, wiens denkwijze
gij kent, zullen niets ie weten komen"
Heitirich schrikte op.
„En dan
Dora werd door die vraag eenigsziDs
verrast.
„Dan En zij verhief haar stem
„O, wees maar niet bang, Heinrich I
Ik zal n daarom niet verlaten, ik bemin
o niet om uw uniform. Ik ben eD blijf
de uwe; gij hebt goede connnles en zult
wel spoedig een betrekking vinden.*
Op het gelaat van Heinrich kwam een
trek van schrik en vertwijfeling.
Dora drnkte zich tegen hem aan, legde
haar hand op zyn schouder en zag hem
fflet dien liefdevollen blik aan, welkeD be
halve Heinrich nog niemand bii haar had
gezien.
„Draalt gij "Valt het n zoo zwaar, van
die paar sterretjes afstand te doen Die
heide gouden sterretjes waren niet uw
gelukkige sterren zij waren dwaallichtjes
voor n. Ook ik hond van schitteren, maar
j}°g meer bemin ik bet geluk. Ook ik had
dfoomen de koningszoon uit de sprook
jes veranderde zich bij mij in den loop
der tyden tot het ideaal van «en echtge
noot. Nu evenwei wil ik geen kroon meer,
slechts een liefhebbend hart. Ik doe af-
stand van mijn droomeD, ofschoon het
Moeilijker is hiervan afstand te doen dan
v>n de werkelijkheid. Ik geloof, dat ook
8'J van iets afstand moet doen."
Dora zag hem aaD. Toen trad zij op
een8 terug en hief zich hoog op. Het
'cheen alsof haar slanke gestalte in dit
®°genblik wel een voet gegroeid was. Een
beangstigende somberheid klonk uit haar
V'ste stem
»Nu goed, verlaat den dienst dan niet.
Ik zal u helpen. Hem, dien ik tot bruide
gom koos, wil ik ook de eer redden," en
daarmede verdween zij met haar eigenaar-
digen, zwevenden gtng uit de kamer. Na
eenige minuten keejde zij terug met een
klem, bruin, met een zilveren wapenschild
versierd koffertje in de hand terug. Hein
rich liet een zachten kreet hooren, alsof hij
iets vreeselijks zag,
„De diamanten 1*
Ja, de diamanten, in wier glans zij in
zoovele heerlijke zoete avonden zich had
den vermeid, de prachtige steenen, die bij
haar vaak uiet bevende hand om haar
prachtigen hals had gelegd.
Dora antwoordde met va9te eD rustige
slem
„Ja, deze 1 Ik ken er de waarde van.
Als gij ze verkoopt, krijgt gij er zeker
25000 gulden voor. Gij kuut daarmede
alles in orde brengen."
De deksel van het kastje ging open en
uit de rood-pluche bekleeding schitterde
het als een straal licht, die eensklaps het
donker der kamer verhelderde. Heinrich
sloeg de handen voor de oogeD, alsof hem
de plotselinge glans verblindde. Zijn borst
ging zwoegend op en neer.
„Wanneer de borgstelliug moet blijven
staan, dan kunt gij hiermede uit uw schul
den geraken. Gij hebt zelf gezegd, dat al
uwe hulpbronnen zijn uitgeput. Neem deze
cassette 1"
Heinrich verroerde zich nog steeds niet,
zijn hand hing slap naar beneden. Het
meisje volgde elk zijner bewegingen. Haar
lippen openden zich half, haar oogen
staarden hem aan. Eindelijk drukte zij
hem de cassette met een opgewonden be
weging in de hand en riep ongeduldig
„Spoedig dan 1 Morgen wacht ik u."
Bedeesd, dralend nam de man het kistje,
werktuiglijk nam hij zijn pet op en ver
wijderde zich snel.
Met zijn gewone lichte schreden kwam
hij den volgenden dag weer, de eeuwig
glimlachende, verwijlde soldaat.
Dora lag op een divan en beefde, toen
hij binnentrad. Heinrich legde met een
vroolijk gezicht de mahoniehouten cassette
op tafel.
„Zij is leeg", zeide hij tevreden.
„Nu, wat hebt gij gedaan?"
„Wat gij mij hebt aangeraden?"
„De cautie
„De diamanten."
Dora stond langzaam en ernstig van
haar plaats op. Zij scheen na te denken.
Haar gelaat was vtrschrikkelijk bleek, en
haar oogen zagen somber. Toen lachte
zij op eens schril en gedwongen.
„Ik ben er dus nog goed aan toe, dat
ik in plaats van mij zelve mijn diamanten
heb gegeveD. Het is overigens mogelijk,
dat gij er eveneens goed bij vaart. Neem
behalve de juweelen ook dezen ring nog;
iu ruil verzoek ik u den mijne. Gij
koost de gouden sterren, mogen zij u
steeds goed voorlichten. Ik wil er niet
mede wedijveren. En op deze wijze ben
ik voor u ook Diets meer dan een zeer
geduldige en toegevende schnldeischeres.
God zij met n, Heinrich."
En zoo stond zij voor hem, trotsch en
rechtop; uit baar oogen kwam een
even beangstigend licht, als de juweelen
gister van zich gaven. Ileinrich wankel
de, bij wist niet hoe, de deur uit.
Een, twee dagen was hij zeer neerslachtig
en liep met een vertwijfeld gezicht rond
in zijn café zweeg hij, totdat hij op een
avond, een kameraad ontmoetend, dezen in
een hótel een souper met champagne gaf.
Het giDg nog van de diamanten. Den vol
genden dag liet hij zich naar een ander re
giment overplaatsen.
Dora evenwel loopt eiken avond in haar
kamer op en neer. Zij ziet lang naar bui
ten, staart in de gele vlammen der gaskro
nen, en ik geloof, dat zij niet haar diaman
ten betreurt,
De volgende vermakelij-
ke parodie op duitsche woordvorming
verhaalt de Waidmann, een te
Dresden verschijnend blad.
De Hottentotten in Zuid-Afrika stop
pen de buidelratten, die zij vangen, in
kooien (Kotter), uit latjes gevormd (Lat-
tenzitter). De kooien worden, omdat zij
hoofdzakelijk dienen tot bescherming te
gen het weder, Lattenzitterwetterkotter
genoemd en het beest, dat er in zit,
Lattenzitterwetterkotterbeutelratte
"Wacht evenHet mooie woord
komt nog
Op zekeren dag werd iemand in hech
tenis genomen (een Attentater dus) die
een hottentotsche vrouw (Hottentotten-
mutter) had gedood. En aangezien die
vrouw moeder was van twee stotterende
kinderen, noemde men haar moordenaar
te recht Hottentottenstrottelmutteratten-
tater...
....Neen, dit is nog lang niet het mooie
woord....
De moordenaar werd in een van de
bovenbedoelde kooien gestopt, zoodat de
Hottentottenstrottelmutterattentater op
gesloten was in de Beutelrattenlattenzit-
terwetterkotter.
Hij ontsnapte echter, maar werd weer
gevangen door een Hottentot, die bij den
duitschen politiebeambte zulks kwam
aangeven
„Ik heb de Beutelratte", zei hij, waar
schijnlijk om een grapje te maken.
„Welke?" vroeg de politieman.
De Attentiiterlattenzitterwetterkotter-
beutelratte".
„Van welken Attentater spreekt gij?"
„Van de Ilottentottenstrottelmutterat-
tentilter".
„Drommels kerel, waarom maak je
dan zooveel omslag P Zeg dan dadelijk
de Hottentottenstrottelmutterattentater-
lattenzitterwetterkotterbeutelratte 1"
Dit is het mooie woord.
Maar het _mooiste is nog, dat er in
Zuid-Afrika heelemaal geen buidelratten
voorkomenHbld.
Het rotsblok.
Keizer Dom Pedro II van Brazilië is
in vele takken van wetenschap ervaren
en een groot begunstiger van talenten,
die iets voor de toekomst beloven.
Eens kwam bij hem een jong ingeni
eur op audiëntie, die hem eene nieuwe
manier om een locomotief te doen stop
pen, voorlegde. De Keizer begreep de
zaak en zeide, er ook een proef van te
willen nemen. „Overmorgen," zoo sprak
hij, „staat gij met uw machine gereed
en koppelt mijn salonrijtuig er aan, en
dan rijden wij er op los. Onderweg zal
ik onverwachts het sein geven om stil te
staan, en dan zullen wij eens zien, of uw
toestel goed werkt."
En zoo geschiedde het. Op den be
paalden tijd steeg de Keizer in zijn rij
tuig en de ingenieur op zijn locomotief,
en daar rolden zij heen. Reeds waren
ze een heel eind ver, zonder dat hot
halte-signaal gehoord werd, hetwelk
den uitvinder zeer verdroot, daar hij
meende, dat de Keizer misschien in slaap
gevallen was. Nu kwam de trein opeen
gedeelte van deu weg, dat tusschen twee
rotsen door liep en een scherpe krom
ming hadjuist was hij deze kromming
voorbij, en daar zag de ingenieur plot
seling een stuk rots op de rails liggen,
dat zoo pas naar beneden gerold scheen
te zijn. Hij schrikte hevig, nochtans be
hield hij de tegenwoordigheid van geest
om de kruk van zijn toestel om te draaien
en de machine kwam nog eenige me
ters voor het gevreesde rotsblok tot staan.
Toen keek de Keizer uit het raamp
je van zijn rijtuig en vroeg, waarom
er gestopt was. De ingenieur, die ter
stond van de machine was afgesprongen,
wees hem het stuk rots. Hierop lachte
de Keizer hartelijk en riep den ingeni
eur toe„schop dat ding maar op zij 1"
Toen deze in zijne ontsteltenis blinde
lings gehoorzaamde en met den voet er
tegen aan stiet, vloog het als Btof in de
lucht.
Het was een kunstmatig stuk rots,
dat de Keizer van stijfselmeel had laten
vervaardigen en op de rails leggen, om
de goede werking van het toestel te be
proeven, zonder dat er gevaar zou kun
nen ontstaan voor den trein, indien de lo
comotief er eens tegen aan ware gereden.
Genootschappelijk gedre-
ven boerderijen.
Sedert 1869 bestaan er dergelijke
boerderijen bij Woolwich. De vereeni-
ging bezit twee boerderijen van ieder 26
H.A., waarop alleen groenten verbouwd
en varkens en gevogelte gehouden
worden.
Leden van die vereeniging zijn kleine
beambten, geëmployeerden en arbeiders.
Yoor eigen gebruik wordt alleen die
groente verbouwd, die men anders duur
betalen moetzoodoende is het moge
lijk dat de helft van den geheelen oogst
in Londen tegen goede prijzen wordt
verkocht. De leden van de vereeniging
zijn practische lieden en hebben ook
eene verbruiksvereeniging opgericht,
waarvan in no. 47 van de Genossen-
schafter het volgende wordt medege
deeld
In het jaar 1895 telde de vereeniging
meer dan 8000 leden en verkocht in
1894 voor f 1.760.000 aan waren. Ze
bezat destijds een hoofd- en een afdee-
lingsdepót en het bouwterrein voor twee
nieuwe depots. Zoowel het hoofd- als
het afdeelingsdepöt zijn ingericht naast
de magazijnen en voorzien van gezel
schapskamers, vertrekken voor onder
wijs en bibliotheken. Deze worden
druk bezocht.
In het hoofddepöt is alles te verkrij
gen wat men gewoonlijk noodig heeft,
doch alleen tegen contante betaling. Na
bij het depót bevindt zich de gemeen
schappelijke bakkerij. Daar worden in
18 bakovens, waarvan slechts 2 voor
fijn gebak zijn bestemd, wekelijks 4
waggonladingen meel verbakken. Het
dagelijksch gebakkene wordt met 12
voertuigen bij de klanten te huis ge
bracht.
De inrichting der bakkerij is onberis
pelijk, zoowel wat betreft de machines
als de practische inrichting en de zinde
lijkheid. Uitmuntende wasch- en badka
mers, wier gebruik onder strenge con
trole staat, evenals alle inrichtingen,
daar aanwezig, maken dat het brood zeer
graag wordt gegeten.
Daar koude voeten voor de gezondheid
zeer nadeelig zijn, kan dit eenvoudig
middel dit ongemak goed voorkomen.
Een schoorsteen inge
stort. Naar uit Thionville gemeld
wordt, is dezer dagen te Knutange de
schoorsteen van een hoogoven, een ge
vaarte van 21 meter lengte, ingestort,
waardoor 6 arbeiders gedood en 3
zwaar gekwetst werden.
Roet uit schoor steenen.
Roet uit schoorsteenen, kachels enz.
is een meststof, die aandacht verdient.
Maar men moet er zooveel doenlijk op
letten, dat men goed roet heeft, d. i.
met niet te veel asch gemengd, of ook
wel met andere dingen, want er is zelfs
vervalscht roet in den handel. Vooral
goed is roet, dat boven uit schoorsteenen
is verzameld. Boven het einde van de
kachelpijp bevat roet het meeste asch,
door de asch uit de kachel, die met
het roet wordt meegevoerd.
Negen deelen roet met één deel zout
keukenzout) gemengd, geven een voor-
treffelijkcn mest voor tuinen.
Bestrooit men zaadbedden voor groen
ten in den laten herfst met een meng
sel van roet, zout en (liefst) houtasch,
dan blijven zij van ongedierte, speciaal
van aardvlooien, verschoond, en de jon
ge planten ontwikkelen zich welig. Voor
bieten, peen enz. is er in het algemeen
geen beter mestmiddel dan schoorsteen-
roet. Grasperken, bij regenachtig weder
met een weinig roet bestrooid, geven
een diep donkeren, overvloedigen gras-
groei. Ook op vruchtboomen werkt een
in den winter gebezigde roetbemesting
zeer voortreffelijk. Men verzamele dus
het roet, om het ter bemesting te kun
nen gebruiken en geve, noch werpe het
weg. [Mbl. t. d. Verv.)
De fortuin begunstigt niet immer
weldoordachte handelingen.
Wie in de liefde alleen genoegen
rerwacht is erenah het kind, dat in een
ingewikkeld mechanisme slechts een stak
speelgoed ziet.
De meusch moet iets hoogers, iets
goddelijks in zich en boven zich erkennen.
Zonder dien blik opwaarts valt hij roor-
over en loopt h(j op vier beenen.
Hamerling.
Wis nimmer oprecht lief had, kent
de waarde van dit leren niet.
Een gosde daad moet hei besluit er
toe niet achterna hinken, doch er onmid
dellijk op volgen. Wie hel goede weet en
het niet doet, is dubbel schuldig.
Iedereen beweert, de vrijheid lief te
hebben, doch de meesten voegen er zacht
jes aan toe, „zooals ik die versta".
SCHAGEN, 6 JAN. 1898. Aangev.
4 Paarden f 125.— a 160.-
Veulens
Ossen
Stieren
In den nacht van woens
dag op donderdag brak te Ciply, in He
negouwen, de dijk van een metphosphaat-
afval en fabriekwater gevulde groote
groeve door, en de vloeistof stroomde
met vervaarlijke kracht den weg op,
dwars door de rivier de By heen, alles
op zijn weg omverwerpende en meesleu
rende.
Een jonge boer, die bezig was met
het bemesten van de dijken, werd mee
gesleurd en verpletterd. De stroom plof
te tegen een huis aan en wierp het om
ver een meisje in het huis, de zuster
van den boer, werd verstiktde gehee
le stal met vier paarden werd vernield
en de oogst in den omtrek verwoest.
De velden zijn heinde en ver met een
dikke, witte brij bedekt, de boomen ont
worteld, de weg is versperd, en in de
By drijven massa's phosphaat.
Voor twee jaar was een dergelijk on
geluk gebeurd, maar minder ernstig. De
groeve was 35 meter diep en had een
oppervlak van honderden vierkante me
ters. De dijken waren door den regen
ondermijnd.
Vier kinderen verbrand.
In de Londensche voorstad Deptford
zijn vier kinderen verbrand. De moeder
had de kleinen een oogenblik alleen ge-
liteD, terwijl zij een boodschap deed. Bij
haar terugkomst zag zij een dikken rook uit
haar woning komen er was brand uitge
broken in de kamer, waar de kinderen
waren. De moeder drong de brandende ka
mer binnen en bracht de kinderen één
voor één naar buiten, man het was reeds
te laat zij waren dood.
Ombaar pop te redden.
Terwijl op Nieuwjaarsdag in het
stadje MoDtlc^on een zware vrachtwagen
door de straten reed, kwam een driejarig
meisje uit een huis loopen met eeu pop
op den aim,wtlke men baar als Nieuw
jaarsgeschenk had gegeven.
Ongelukkig liet het kind de pop val
len, welke onder het rijtuig terecht kwam.
Wanhopig en vreezend, dat haar schat zou
worden verbrijzeld, wierp het kind zich
onder den wagen, met het gevoig dat de
arme kleine verpletterd werd.
a
a
„170 a 225—
„130;— a 150—
a
a
7— a 18.—
21— a 22.—
Meester. Ja, jongens, de
Nieuw-Zeelanders zijn onze tegenvoeters
en daarom gaan, als jullie opstaan, die
menschen naar bed, terwijl zij opstaan
als gij naar bed gaat.
Jongen (ter zijde). He wat prettig
om dan zoo'n Nieuw-Zeelander tot
meester te hebben.
De kapper N. vertelt zijn
klanten altijd zulke verschrikkelijke
geschiedenissen, dat hun de haren te
berge rijzen. De slimmerd kan dan na
tuurlijk veel gemakkeljjker knippen.
Tegenkoude voeten in
den winter.
Een middel hiertegen moet zijn een
voudig, maar toch zeer doelmatig. Men
snijdt ter grootte van den voet uit fla
nel een zool, die met paardenharen wordt
belegd en deze legt men onder in de
kousdaar het haar de warmte zeer
slecht geleidtkan de koude van den
grond niet tot den voet doordringen.
Wanneer gij luistert, oordeelt of ge
^unt gelooven.
Kleinigheden teekenen de huisvrouw
gaan iu eene woniDg de klokken gelijk,
zoo regeert daar een zorgzame geest.
Te verontschuldigen zijn de verdruk
ten en ongelukkigen, wanneer zij kwaad
spreken wie kwaadspreekt uit lust tot
babbelen is verachtelijk.
Eéu slechts blijft bij alle wisselin
gen van tijden onveranderdéén slechts
is onvergankelijk éen slechts, de grond
van alle beweging, heeft rust.
Verlegenheid bestaat in den wensch,
te behagen, en de vrees, daarin niet te
zullen slagen.
Waarachtige vrienden zijn als para-
plnieswanneer men die noodig heeft, als
het stortregent zijn zij moeilijk te vinden.
Hondt voor uw hart de wacht als
voor den zorgelijksten post, want daar
ontspringen des levens wellen.
Prnys van der Hoeven.
- Wie zich zelf in waarheid kent, kan
ook de aandoeningen des harten by an
deren en onder andere omstandigheden
begrijpen en juist beoordeelen.
Auerbach.
De wereld vertoont zich mei de
kleur, welke het hart er aan verleent.
Andersen.
8 Vette Koeien
2 Kalfkoeien
Vaarzen
Oraskalveren
15 Nuchtere Kalveren
3 Rammen
Soüapen (magere) a
50 Idem (vette) 16.— a 22.
200 Overhonders 14.— a 23.
Bokken en Geiten a
31 Varkens (magere) 11.— a 13.—
14 Idem(vette) per K.G. —.38 a —.44
45 Biggen 7.— a 10.—
60 Konijnen —.40 a —.80
80 Kippen .40 a 1.10
70 Eenden .80 a 1.20
Ganzen a
450 Kilogr. Boter —.95 a 105
125 Kaas —.20 a -30
5000 Kipeieren 3.50 a 4.
Eend-Eieren a
HOORN, 6 JAN. 1898.
Kleine Kaas, hoogste prijs f 26.50. Com
missie f24.50. Middelbare f22Hooikaas
f aangev. 29 stapels, wegende
4178 Kilo.
ZAANDAM, 6 JAN. 1898. Aangevoerd
3 stapels kleine Kaas, prijs t 24.—.
EDAM, 6 JAN. 1898. Aangevoerd 131
stuks Boter, per 5 Hg. f .60 a f —.62V,.
Kipeieren f 4.25 a f 4.75 per 100 stuks.
ENKHUIZEN, 5 JAN. 1898. Heden
werden aangevoerd stapels kaas, prijs
f per 50 K.G.
De prijzen der zaden waren als volgt
Karwijzaad f 9.75 a 110.—
Mosterdzaad f 14.— a f 14.50 Maanzaad
til.— a i 11.50 Groene erwten f 8.a
9.25. Vale erwten f 10.25 a 13.25. Wijker
Vale f 9.25 a 9.50. Grauwe erwten f 10.50
f 13.—. Bruine boonen f 6.75 h 8.
Paardenboonen fö.~ a 6.Platte boonen
f—a- Gerst! 3 50 h 4.50, Haver
f 3.— a 3.75.
Aangev.: Vette Varkens 1.18 a .22
per Vt KG. Magere Varkens f 14.—
(21.— p. st. Biggen f7.- a 10.Scha
pen f 14.— a 22.Geiten f 4 50 a
26 Konijnen 10.40 af 1.10. 22 Kippen
f—.65 al.30 per stuk. Eieren f 4.— a f 4.50
per 100 stuks. Boter f 0.55 a f 0.57® per kop.
Eenden f .75 a f
ALKMAAR, 7 JAN. 1898. Aangev.:
Granen H.L. als 2 H.L. Tarwe
7.50 a f 9 HL. Rogge, f 5.50 a
f HL. Gerst f a f
12 H L. id. ohev. f 5.40 a f316 HL
Haver f 2.75 a f 3.15. 30 BL. boonen
Paarden- f 5.—a f 7.35; Brnine id. 17.
a f 7.35. Citroen- 1 7.50 a f Duiven
f af -.—.Witte- f—a HL.
Kanaries. f H.L. Mosterd
zaad rood, fafHL. geel 1
a HL. Karwijzaad f a
HL. Blauw Maanzaad f a
HL. Erwten; Groene f a
t Grauwe f a f Vale
f a f
ALKMAAR, 7 JAN. 1898.
Kaas Aangevoerd 210 stapels, wegende
81.000 K.G. Prijs voor kleine t 27.
Commissie f 25.50 Middelbare f 27.—
Handel over het geheel vlug.
Ingeschreven van 1 31 December 1897.
GeborenJohannes, z. v. Jan Kampen en
Elisabeth Kraakman. Guurtje, d. v. Arie
Kuiper Jbz. en Dieuwertje Hoekman,
Ondertrouwd: Geene.
GetrouwdJohannes Klomp, jm., oud 26
jaren, van Heilo, en Wijntje Swager, jd. oud
27 jaren.
Overleden: Klaas Borst, wedn. van Roe-
lofje Rezelman, oud 64 jaren.
Loop der bevolking over 1897.
Mn. Vr. ToL
Op 31 Dec. 1896 805 760 1565
In 1897 geboren 13 13 26
Ingekomen 46 47 93
864
15
820
10
1684
25
819
46
810
59
1659
105
803 751 1554
684 Mn. 673 Vr.
119
78
In 1897 overleden
Vertrokken
Op 31 Dec. 1897
Waarvan in de kom
Buiten de kom
Als boven 803 Mn. 751 Vr.
Levenloos aangegeven 2 Mn.
17 huwelijken voltrokken als:
16 tusschen jongm. en jongd., 1 tusschen
weduwn. en wed.
Godsdienstige gezindheid:
Ned. Herv. 1194
R.-Cathol. 314
Lutherschen 4
Doopsgez. 21
Geref. gezindh. 16
Chr. geref. 3
Waalsch 1
Geen gezindh. 1