Marktberichten. a SPRANKELS. Burgerlijke Stand. Gem. Oudkarspel. gij gat duizenden uit aan geschminkte jchoonen uit café-chautauts, hoewel hij 1 och onder de voorname dames genoeg schoonen kon vinden, die zijn vereeriug «eüschien. Dikwijls verrichtte hij de on- einnigste, gevaarlijkste toeren te paard, dan weer gedroeg hij zich als een lafaard. In gezelschap van dames glimlachte hij meer dan hij sprak, en ik beo er van overtuigd, dat hij zelf er het meest over verbaasd was, toen hij aan zijn vinger den kleinen ring zag, waarin de voorlet ters van den naam van Dora von Lutzau wareo gegraveerd. Zij waren nu reeds sedert een half jaar verloofd. Gedurende dezen tyd onthield hij zich, waarschijnlijk door de bekoring, die Dora op hein uitoefende, van drinken en het baccaratspeJ. Op de laatste soirée van het officieren-casino rntusschen speel de hij weer en verloor den geheelen nacht. Den volgenden avond ontving Dora een bezoek van haar neef, een Hinken jongen mau, die eveneens officier was. Deze verliet zijn nicht met deze woorden „Ik geloof, dat Heinrich vannacht het u toegedachte bruidsgeschenk heelt verloren." Dor» verbleekte, maar antwoordde on verschillig Hij beeft gelijk. Ik heb geen geschen- ken noodig Toen zij evenwel alleen was, kwam er een groole schitterende traan in haar oo- geu. Haastig bracht zij haar zakdoek naar h.ar gelaat en begon in de kamer op en neer te loopeu. Weldra vernam zij een zacht, onzeker kloppen aan de deur. Heinrich trad bin nen. Hij stamelde wat halfluid en on hoorbaar. In zijn geheele houding lag iets buileugewoon kinderachtigs. Hij ging zitten. Op zijn gelaat stond de vraag te lezen of Dora reeds alles wist. Onbeholpen kus te hij haar koude, witte hand. U l»nr» VAfff; Hij naar nuuuc, „Ik heb u reeds lang rerwacht", zeide Dora zacht. Heinrich wilde zich verontschuldigen, maar Dora wenkte hem toe. „Zeg maar ik weet alles." Toen wendde zij zich vastbesloten tot hem. «Gij hebt niets Ulj uiwi» weer kaart gespeeld? Heinrich gaf geen antwoord. Het meisje ging nog dichter bij hem staan. „Hebt gij verloten Langzaam, alsof 't hem moeilijk viel, het te erkennen, bracht Heinrich eindelijk uit „Ja, ik heb verloren*. „Veel En met ingehouden adem, voor overge- bogen hoofd eu sombere oogen zag zij hem vast aan. „22,000 gulden.* Er trad een lange, pijnlijke pauze in. Dors liet haar hoofd zakken en begon toen met snelle, korte passen het vertrek op en neer te loopen. V^ak streek zij met ha8r hand zenuwachtig over haar lokken en drukte haar zakdoek tegen het voor hoofd. Toen zag zij Heiniich met treuri- gen blik aan. „En wat wilt gij nu doen Heinrich haalde zijn schoudets op en schudde het hoofd eeDS. Met starende oo gen zag hij naar de vergulde rozet in het plafond. „Ik weet het niet", begon hij met hui lerige stem. „Ik weet het heusch niet. Ik heb alle hnlpbroDnen reeds uitgeput. De door de verkooping mijner bezitting verkregeu 25000 gulden heb ik als cautie voor ons huwelijk gedeponeerd*. Een oogenblik werd het schoone, bleeke aangezioht log meer bewolkt, een oogen- blik later evenwel straalde het van trot- sche vreugde. „Dat is werkelijk een geluk. Gij neemt morgen de cautie terug en kunt binnen 48 uur de gebeele schuld betalen. De wereld en mijn vader, wiens denkwijze gij kent, zullen niets ie weten komen" Heitirich schrikte op. „En dan Dora werd door die vraag eenigsziDs verrast. „Dan En zij verhief haar stem „O, wees maar niet bang, Heinrich I Ik zal n daarom niet verlaten, ik bemin o niet om uw uniform. Ik ben eD blijf de uwe; gij hebt goede connnles en zult wel spoedig een betrekking vinden.* Op het gelaat van Heinrich kwam een trek van schrik en vertwijfeling. Dora drnkte zich tegen hem aan, legde haar hand op zyn schouder en zag hem fflet dien liefdevollen blik aan, welkeD be halve Heinrich nog niemand bii haar had gezien. „Draalt gij "Valt het n zoo zwaar, van die paar sterretjes afstand te doen Die heide gouden sterretjes waren niet uw gelukkige sterren zij waren dwaallichtjes voor n. Ook ik hond van schitteren, maar j}°g meer bemin ik bet geluk. Ook ik had dfoomen de koningszoon uit de sprook jes veranderde zich bij mij in den loop der tyden tot het ideaal van «en echtge noot. Nu evenwei wil ik geen kroon meer, slechts een liefhebbend hart. Ik doe af- stand van mijn droomeD, ofschoon het Moeilijker is hiervan afstand te doen dan v>n de werkelijkheid. Ik geloof, dat ook 8'J van iets afstand moet doen." Dora zag hem aaD. Toen trad zij op een8 terug en hief zich hoog op. Het 'cheen alsof haar slanke gestalte in dit ®°genblik wel een voet gegroeid was. Een beangstigende somberheid klonk uit haar V'ste stem »Nu goed, verlaat den dienst dan niet. Ik zal u helpen. Hem, dien ik tot bruide gom koos, wil ik ook de eer redden," en daarmede verdween zij met haar eigenaar- digen, zwevenden gtng uit de kamer. Na eenige minuten keejde zij terug met een klem, bruin, met een zilveren wapenschild versierd koffertje in de hand terug. Hein rich liet een zachten kreet hooren, alsof hij iets vreeselijks zag, „De diamanten 1* Ja, de diamanten, in wier glans zij in zoovele heerlijke zoete avonden zich had den vermeid, de prachtige steenen, die bij haar vaak uiet bevende hand om haar prachtigen hals had gelegd. Dora antwoordde met va9te eD rustige slem „Ja, deze 1 Ik ken er de waarde van. Als gij ze verkoopt, krijgt gij er zeker 25000 gulden voor. Gij kuut daarmede alles in orde brengen." De deksel van het kastje ging open en uit de rood-pluche bekleeding schitterde het als een straal licht, die eensklaps het donker der kamer verhelderde. Heinrich sloeg de handen voor de oogeD, alsof hem de plotselinge glans verblindde. Zijn borst ging zwoegend op en neer. „Wanneer de borgstelliug moet blijven staan, dan kunt gij hiermede uit uw schul den geraken. Gij hebt zelf gezegd, dat al uwe hulpbronnen zijn uitgeput. Neem deze cassette 1" Heinrich verroerde zich nog steeds niet, zijn hand hing slap naar beneden. Het meisje volgde elk zijner bewegingen. Haar lippen openden zich half, haar oogen staarden hem aan. Eindelijk drukte zij hem de cassette met een opgewonden be weging in de hand en riep ongeduldig „Spoedig dan 1 Morgen wacht ik u." Bedeesd, dralend nam de man het kistje, werktuiglijk nam hij zijn pet op en ver wijderde zich snel. Met zijn gewone lichte schreden kwam hij den volgenden dag weer, de eeuwig glimlachende, verwijlde soldaat. Dora lag op een divan en beefde, toen hij binnentrad. Heinrich legde met een vroolijk gezicht de mahoniehouten cassette op tafel. „Zij is leeg", zeide hij tevreden. „Nu, wat hebt gij gedaan?" „Wat gij mij hebt aangeraden?" „De cautie „De diamanten." Dora stond langzaam en ernstig van haar plaats op. Zij scheen na te denken. Haar gelaat was vtrschrikkelijk bleek, en haar oogen zagen somber. Toen lachte zij op eens schril en gedwongen. „Ik ben er dus nog goed aan toe, dat ik in plaats van mij zelve mijn diamanten heb gegeveD. Het is overigens mogelijk, dat gij er eveneens goed bij vaart. Neem behalve de juweelen ook dezen ring nog; iu ruil verzoek ik u den mijne. Gij koost de gouden sterren, mogen zij u steeds goed voorlichten. Ik wil er niet mede wedijveren. En op deze wijze ben ik voor u ook Diets meer dan een zeer geduldige en toegevende schnldeischeres. God zij met n, Heinrich." En zoo stond zij voor hem, trotsch en rechtop; uit baar oogen kwam een even beangstigend licht, als de juweelen gister van zich gaven. Ileinrich wankel de, bij wist niet hoe, de deur uit. Een, twee dagen was hij zeer neerslachtig en liep met een vertwijfeld gezicht rond in zijn café zweeg hij, totdat hij op een avond, een kameraad ontmoetend, dezen in een hótel een souper met champagne gaf. Het giDg nog van de diamanten. Den vol genden dag liet hij zich naar een ander re giment overplaatsen. Dora evenwel loopt eiken avond in haar kamer op en neer. Zij ziet lang naar bui ten, staart in de gele vlammen der gaskro nen, en ik geloof, dat zij niet haar diaman ten betreurt, De volgende vermakelij- ke parodie op duitsche woordvorming verhaalt de Waidmann, een te Dresden verschijnend blad. De Hottentotten in Zuid-Afrika stop pen de buidelratten, die zij vangen, in kooien (Kotter), uit latjes gevormd (Lat- tenzitter). De kooien worden, omdat zij hoofdzakelijk dienen tot bescherming te gen het weder, Lattenzitterwetterkotter genoemd en het beest, dat er in zit, Lattenzitterwetterkotterbeutelratte "Wacht evenHet mooie woord komt nog Op zekeren dag werd iemand in hech tenis genomen (een Attentater dus) die een hottentotsche vrouw (Hottentotten- mutter) had gedood. En aangezien die vrouw moeder was van twee stotterende kinderen, noemde men haar moordenaar te recht Hottentottenstrottelmutteratten- tater... ....Neen, dit is nog lang niet het mooie woord.... De moordenaar werd in een van de bovenbedoelde kooien gestopt, zoodat de Hottentottenstrottelmutterattentater op gesloten was in de Beutelrattenlattenzit- terwetterkotter. Hij ontsnapte echter, maar werd weer gevangen door een Hottentot, die bij den duitschen politiebeambte zulks kwam aangeven „Ik heb de Beutelratte", zei hij, waar schijnlijk om een grapje te maken. „Welke?" vroeg de politieman. De Attentiiterlattenzitterwetterkotter- beutelratte". „Van welken Attentater spreekt gij?" „Van de Ilottentottenstrottelmutterat- tentilter". „Drommels kerel, waarom maak je dan zooveel omslag P Zeg dan dadelijk de Hottentottenstrottelmutterattentater- lattenzitterwetterkotterbeutelratte 1" Dit is het mooie woord. Maar het _mooiste is nog, dat er in Zuid-Afrika heelemaal geen buidelratten voorkomenHbld. Het rotsblok. Keizer Dom Pedro II van Brazilië is in vele takken van wetenschap ervaren en een groot begunstiger van talenten, die iets voor de toekomst beloven. Eens kwam bij hem een jong ingeni eur op audiëntie, die hem eene nieuwe manier om een locomotief te doen stop pen, voorlegde. De Keizer begreep de zaak en zeide, er ook een proef van te willen nemen. „Overmorgen," zoo sprak hij, „staat gij met uw machine gereed en koppelt mijn salonrijtuig er aan, en dan rijden wij er op los. Onderweg zal ik onverwachts het sein geven om stil te staan, en dan zullen wij eens zien, of uw toestel goed werkt." En zoo geschiedde het. Op den be paalden tijd steeg de Keizer in zijn rij tuig en de ingenieur op zijn locomotief, en daar rolden zij heen. Reeds waren ze een heel eind ver, zonder dat hot halte-signaal gehoord werd, hetwelk den uitvinder zeer verdroot, daar hij meende, dat de Keizer misschien in slaap gevallen was. Nu kwam de trein opeen gedeelte van deu weg, dat tusschen twee rotsen door liep en een scherpe krom ming hadjuist was hij deze kromming voorbij, en daar zag de ingenieur plot seling een stuk rots op de rails liggen, dat zoo pas naar beneden gerold scheen te zijn. Hij schrikte hevig, nochtans be hield hij de tegenwoordigheid van geest om de kruk van zijn toestel om te draaien en de machine kwam nog eenige me ters voor het gevreesde rotsblok tot staan. Toen keek de Keizer uit het raamp je van zijn rijtuig en vroeg, waarom er gestopt was. De ingenieur, die ter stond van de machine was afgesprongen, wees hem het stuk rots. Hierop lachte de Keizer hartelijk en riep den ingeni eur toe„schop dat ding maar op zij 1" Toen deze in zijne ontsteltenis blinde lings gehoorzaamde en met den voet er tegen aan stiet, vloog het als Btof in de lucht. Het was een kunstmatig stuk rots, dat de Keizer van stijfselmeel had laten vervaardigen en op de rails leggen, om de goede werking van het toestel te be proeven, zonder dat er gevaar zou kun nen ontstaan voor den trein, indien de lo comotief er eens tegen aan ware gereden. Genootschappelijk gedre- ven boerderijen. Sedert 1869 bestaan er dergelijke boerderijen bij Woolwich. De vereeni- ging bezit twee boerderijen van ieder 26 H.A., waarop alleen groenten verbouwd en varkens en gevogelte gehouden worden. Leden van die vereeniging zijn kleine beambten, geëmployeerden en arbeiders. Yoor eigen gebruik wordt alleen die groente verbouwd, die men anders duur betalen moetzoodoende is het moge lijk dat de helft van den geheelen oogst in Londen tegen goede prijzen wordt verkocht. De leden van de vereeniging zijn practische lieden en hebben ook eene verbruiksvereeniging opgericht, waarvan in no. 47 van de Genossen- schafter het volgende wordt medege deeld In het jaar 1895 telde de vereeniging meer dan 8000 leden en verkocht in 1894 voor f 1.760.000 aan waren. Ze bezat destijds een hoofd- en een afdee- lingsdepót en het bouwterrein voor twee nieuwe depots. Zoowel het hoofd- als het afdeelingsdepöt zijn ingericht naast de magazijnen en voorzien van gezel schapskamers, vertrekken voor onder wijs en bibliotheken. Deze worden druk bezocht. In het hoofddepöt is alles te verkrij gen wat men gewoonlijk noodig heeft, doch alleen tegen contante betaling. Na bij het depót bevindt zich de gemeen schappelijke bakkerij. Daar worden in 18 bakovens, waarvan slechts 2 voor fijn gebak zijn bestemd, wekelijks 4 waggonladingen meel verbakken. Het dagelijksch gebakkene wordt met 12 voertuigen bij de klanten te huis ge bracht. De inrichting der bakkerij is onberis pelijk, zoowel wat betreft de machines als de practische inrichting en de zinde lijkheid. Uitmuntende wasch- en badka mers, wier gebruik onder strenge con trole staat, evenals alle inrichtingen, daar aanwezig, maken dat het brood zeer graag wordt gegeten. Daar koude voeten voor de gezondheid zeer nadeelig zijn, kan dit eenvoudig middel dit ongemak goed voorkomen. Een schoorsteen inge stort. Naar uit Thionville gemeld wordt, is dezer dagen te Knutange de schoorsteen van een hoogoven, een ge vaarte van 21 meter lengte, ingestort, waardoor 6 arbeiders gedood en 3 zwaar gekwetst werden. Roet uit schoor steenen. Roet uit schoorsteenen, kachels enz. is een meststof, die aandacht verdient. Maar men moet er zooveel doenlijk op letten, dat men goed roet heeft, d. i. met niet te veel asch gemengd, of ook wel met andere dingen, want er is zelfs vervalscht roet in den handel. Vooral goed is roet, dat boven uit schoorsteenen is verzameld. Boven het einde van de kachelpijp bevat roet het meeste asch, door de asch uit de kachel, die met het roet wordt meegevoerd. Negen deelen roet met één deel zout keukenzout) gemengd, geven een voor- treffelijkcn mest voor tuinen. Bestrooit men zaadbedden voor groen ten in den laten herfst met een meng sel van roet, zout en (liefst) houtasch, dan blijven zij van ongedierte, speciaal van aardvlooien, verschoond, en de jon ge planten ontwikkelen zich welig. Voor bieten, peen enz. is er in het algemeen geen beter mestmiddel dan schoorsteen- roet. Grasperken, bij regenachtig weder met een weinig roet bestrooid, geven een diep donkeren, overvloedigen gras- groei. Ook op vruchtboomen werkt een in den winter gebezigde roetbemesting zeer voortreffelijk. Men verzamele dus het roet, om het ter bemesting te kun nen gebruiken en geve, noch werpe het weg. [Mbl. t. d. Verv.) De fortuin begunstigt niet immer weldoordachte handelingen. Wie in de liefde alleen genoegen rerwacht is erenah het kind, dat in een ingewikkeld mechanisme slechts een stak speelgoed ziet. De meusch moet iets hoogers, iets goddelijks in zich en boven zich erkennen. Zonder dien blik opwaarts valt hij roor- over en loopt h(j op vier beenen. Hamerling. Wis nimmer oprecht lief had, kent de waarde van dit leren niet. Een gosde daad moet hei besluit er toe niet achterna hinken, doch er onmid dellijk op volgen. Wie hel goede weet en het niet doet, is dubbel schuldig. Iedereen beweert, de vrijheid lief te hebben, doch de meesten voegen er zacht jes aan toe, „zooals ik die versta". SCHAGEN, 6 JAN. 1898. Aangev. 4 Paarden f 125.— a 160.- Veulens Ossen Stieren In den nacht van woens dag op donderdag brak te Ciply, in He negouwen, de dijk van een metphosphaat- afval en fabriekwater gevulde groote groeve door, en de vloeistof stroomde met vervaarlijke kracht den weg op, dwars door de rivier de By heen, alles op zijn weg omverwerpende en meesleu rende. Een jonge boer, die bezig was met het bemesten van de dijken, werd mee gesleurd en verpletterd. De stroom plof te tegen een huis aan en wierp het om ver een meisje in het huis, de zuster van den boer, werd verstiktde gehee le stal met vier paarden werd vernield en de oogst in den omtrek verwoest. De velden zijn heinde en ver met een dikke, witte brij bedekt, de boomen ont worteld, de weg is versperd, en in de By drijven massa's phosphaat. Voor twee jaar was een dergelijk on geluk gebeurd, maar minder ernstig. De groeve was 35 meter diep en had een oppervlak van honderden vierkante me ters. De dijken waren door den regen ondermijnd. Vier kinderen verbrand. In de Londensche voorstad Deptford zijn vier kinderen verbrand. De moeder had de kleinen een oogenblik alleen ge- liteD, terwijl zij een boodschap deed. Bij haar terugkomst zag zij een dikken rook uit haar woning komen er was brand uitge broken in de kamer, waar de kinderen waren. De moeder drong de brandende ka mer binnen en bracht de kinderen één voor één naar buiten, man het was reeds te laat zij waren dood. Ombaar pop te redden. Terwijl op Nieuwjaarsdag in het stadje MoDtlc^on een zware vrachtwagen door de straten reed, kwam een driejarig meisje uit een huis loopen met eeu pop op den aim,wtlke men baar als Nieuw jaarsgeschenk had gegeven. Ongelukkig liet het kind de pop val len, welke onder het rijtuig terecht kwam. Wanhopig en vreezend, dat haar schat zou worden verbrijzeld, wierp het kind zich onder den wagen, met het gevoig dat de arme kleine verpletterd werd. a a „170 a 225— „130;— a 150— a a 7— a 18.— 21— a 22.— Meester. Ja, jongens, de Nieuw-Zeelanders zijn onze tegenvoeters en daarom gaan, als jullie opstaan, die menschen naar bed, terwijl zij opstaan als gij naar bed gaat. Jongen (ter zijde). He wat prettig om dan zoo'n Nieuw-Zeelander tot meester te hebben. De kapper N. vertelt zijn klanten altijd zulke verschrikkelijke geschiedenissen, dat hun de haren te berge rijzen. De slimmerd kan dan na tuurlijk veel gemakkeljjker knippen. Tegenkoude voeten in den winter. Een middel hiertegen moet zijn een voudig, maar toch zeer doelmatig. Men snijdt ter grootte van den voet uit fla nel een zool, die met paardenharen wordt belegd en deze legt men onder in de kousdaar het haar de warmte zeer slecht geleidtkan de koude van den grond niet tot den voet doordringen. Wanneer gij luistert, oordeelt of ge ^unt gelooven. Kleinigheden teekenen de huisvrouw gaan iu eene woniDg de klokken gelijk, zoo regeert daar een zorgzame geest. Te verontschuldigen zijn de verdruk ten en ongelukkigen, wanneer zij kwaad spreken wie kwaadspreekt uit lust tot babbelen is verachtelijk. Eéu slechts blijft bij alle wisselin gen van tijden onveranderdéén slechts is onvergankelijk éen slechts, de grond van alle beweging, heeft rust. Verlegenheid bestaat in den wensch, te behagen, en de vrees, daarin niet te zullen slagen. Waarachtige vrienden zijn als para- plnieswanneer men die noodig heeft, als het stortregent zijn zij moeilijk te vinden. Hondt voor uw hart de wacht als voor den zorgelijksten post, want daar ontspringen des levens wellen. Prnys van der Hoeven. - Wie zich zelf in waarheid kent, kan ook de aandoeningen des harten by an deren en onder andere omstandigheden begrijpen en juist beoordeelen. Auerbach. De wereld vertoont zich mei de kleur, welke het hart er aan verleent. Andersen. 8 Vette Koeien 2 Kalfkoeien Vaarzen Oraskalveren 15 Nuchtere Kalveren 3 Rammen Soüapen (magere) a 50 Idem (vette) 16.— a 22. 200 Overhonders 14.— a 23. Bokken en Geiten a 31 Varkens (magere) 11.— a 13.— 14 Idem(vette) per K.G. —.38 a —.44 45 Biggen 7.— a 10.— 60 Konijnen —.40 a —.80 80 Kippen .40 a 1.10 70 Eenden .80 a 1.20 Ganzen a 450 Kilogr. Boter —.95 a 105 125 Kaas —.20 a -30 5000 Kipeieren 3.50 a 4. Eend-Eieren a HOORN, 6 JAN. 1898. Kleine Kaas, hoogste prijs f 26.50. Com missie f24.50. Middelbare f22Hooikaas f aangev. 29 stapels, wegende 4178 Kilo. ZAANDAM, 6 JAN. 1898. Aangevoerd 3 stapels kleine Kaas, prijs t 24.—. EDAM, 6 JAN. 1898. Aangevoerd 131 stuks Boter, per 5 Hg. f .60 a f —.62V,. Kipeieren f 4.25 a f 4.75 per 100 stuks. ENKHUIZEN, 5 JAN. 1898. Heden werden aangevoerd stapels kaas, prijs f per 50 K.G. De prijzen der zaden waren als volgt Karwijzaad f 9.75 a 110.— Mosterdzaad f 14.— a f 14.50 Maanzaad til.— a i 11.50 Groene erwten f 8.a 9.25. Vale erwten f 10.25 a 13.25. Wijker Vale f 9.25 a 9.50. Grauwe erwten f 10.50 f 13.—. Bruine boonen f 6.75 h 8. Paardenboonen fö.~ a 6.Platte boonen f—a- Gerst! 3 50 h 4.50, Haver f 3.— a 3.75. Aangev.: Vette Varkens 1.18 a .22 per Vt KG. Magere Varkens f 14.— (21.— p. st. Biggen f7.- a 10.Scha pen f 14.— a 22.Geiten f 4 50 a 26 Konijnen 10.40 af 1.10. 22 Kippen f—.65 al.30 per stuk. Eieren f 4.— a f 4.50 per 100 stuks. Boter f 0.55 a f 0.57® per kop. Eenden f .75 a f ALKMAAR, 7 JAN. 1898. Aangev.: Granen H.L. als 2 H.L. Tarwe 7.50 a f 9 HL. Rogge, f 5.50 a f HL. Gerst f a f 12 H L. id. ohev. f 5.40 a f316 HL Haver f 2.75 a f 3.15. 30 BL. boonen Paarden- f 5.—a f 7.35; Brnine id. 17. a f 7.35. Citroen- 1 7.50 a f Duiven f af -.—.Witte- f—a HL. Kanaries. f H.L. Mosterd zaad rood, fafHL. geel 1 a HL. Karwijzaad f a HL. Blauw Maanzaad f a HL. Erwten; Groene f a t Grauwe f a f Vale f a f ALKMAAR, 7 JAN. 1898. Kaas Aangevoerd 210 stapels, wegende 81.000 K.G. Prijs voor kleine t 27. Commissie f 25.50 Middelbare f 27.— Handel over het geheel vlug. Ingeschreven van 1 31 December 1897. GeborenJohannes, z. v. Jan Kampen en Elisabeth Kraakman. Guurtje, d. v. Arie Kuiper Jbz. en Dieuwertje Hoekman, Ondertrouwd: Geene. GetrouwdJohannes Klomp, jm., oud 26 jaren, van Heilo, en Wijntje Swager, jd. oud 27 jaren. Overleden: Klaas Borst, wedn. van Roe- lofje Rezelman, oud 64 jaren. Loop der bevolking over 1897. Mn. Vr. ToL Op 31 Dec. 1896 805 760 1565 In 1897 geboren 13 13 26 Ingekomen 46 47 93 864 15 820 10 1684 25 819 46 810 59 1659 105 803 751 1554 684 Mn. 673 Vr. 119 78 In 1897 overleden Vertrokken Op 31 Dec. 1897 Waarvan in de kom Buiten de kom Als boven 803 Mn. 751 Vr. Levenloos aangegeven 2 Mn. 17 huwelijken voltrokken als: 16 tusschen jongm. en jongd., 1 tusschen weduwn. en wed. Godsdienstige gezindheid: Ned. Herv. 1194 R.-Cathol. 314 Lutherschen 4 Doopsgez. 21 Geref. gezindh. 16 Chr. geref. 3 Waalsch 1 Geen gezindh. 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 3