AllEICEI SillfJ-
AlTETtEitiE- LailloiilM
Het leven eener
edele vrouw.
Donderdag 13 Januari 1898.
42ste Jaargang Ho. 3274.
n't blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
e r d a f a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
nVPRTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst
^GEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
„Gy weet ook, Geza, na hoeveel stryd ik
daarin eerst toegestemd heb, en dat er jaren
voor noodig zyn geweest, eer ik aan dat gezicht
I
SCHAKER
COURANT.
Bureau: SCHAGftiN, liaan, D 4.
Uitgever: P. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WINKEL.
QgfjicGntP Schagen.
Bekendmakingen.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
jjurgöuj 5 (jer gemeentewet;
Bréngen tor 'kennis van belanghebbenden,
J het door Heeren Gedeputeerde Staten
Bon 22 Dec. j. 1. goedgekeurde suppletoir
0Pv.-fr van den Hoofdeljjken Omslag on dat
r dn belasting op de honden, dienst 1897,
VXrende vff maanden ter secretarie der
voor een ieder ter inzage is ne-
Rnéwaren tegen den aanslag kunnen tan-
„fln 3 maanden na den dag der uitreiking
!an hét aanslagbiljet b« den Raad op on
gezegeld papier worden ingebracht.
Schagen, 7 Januari 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
B S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Zeemilitie.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
brengen, naar aanleiding van art. 150 der
m tiewèt, ter kennis van de lotelingen de
zer gemeente, dat zy, die genegen zyn om
bii de Zeemilitie te dienen,zich daartoe
moeten aanmelden ter Secretarie alhier,
vóór den len Februari a.s.
SCHAGEN 7 Januari 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
8 S. BERMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
Op de bovenzaal van den
heer W. Smit te Winkel werd zaterdag
8 Januari de tweede vergadering gehou
den van belangstellenden in een op te
richten groentenmarkt. Aan de vele uit-
noodigingen per circulaire en advertentie
was maar matig voldaan, daar slechts een
40-tal personen aanwezig was. Maar die
er wareD, toonden zooveel belangstelling,
dat we gerust durven zeggende zaak
komt tot stand. Evenals te Nieuwe Nie-
dorp werd de vergadering geopend en ge
leid door den heer D. Kuilman van Nieu
we Niedorp en werden door hem en de.
5.
Toen Elisabetb den anderen morgen na
een korten, maar kraebtigen slaap ontwaakte,
herinnerde «ij zich dadohjk, haar medaillon
niet afgelegd te hebben.
Zij greep naar beur hals, maar het was
weg. Zij doorzocht do kamer, maar vond
Wniet. zij moest het in de zaal verloren
hebben. Dit sieraad had voor haar groote
waarde; daarin bevonden «ich de portretten
larer ouders. Vlug en haastig kleedde zij
ilc° 8811 ging naar het salon.
Toen zij binnentrad stond de ritmeester
>fl een der open vensters en bezag iets in
«gn hand. Toen hij haar ontwaarde, trad
hg op haar toe.
„Gij droegt gister een medaillon, dat wel
op dit geleek.*
„Het is bet myne, ik heb het gister ver-
oren zeide zij en greep met een vroolyk
gelaat er naar.
.Het ontbrak aan nw hals, toen ge gister-
oud do taal verliet,* zeide hij, zonder
mm aan te zien.
Zij dacht na, waar hij haar had kunnen
,88' z9 hem in 't geheel niet had op-
g merkt. Dooh door het groote getal gasten,
i*n, Wle 88 «fsoheid moest nemen, was het
0 J>oed mogelijk, dat zij in hem geen
«g had gehad.
ȕk ging gisteravond nog naar de zaal
•ru8 ®n vond het op de piano liggen,*
sDg bij voort. „Gisteravond kon ik het o
meer ter hand stellenen daarom waoht-
dat 80 morgeD, omdat ik begreep,
ik "u eefs,e 88D8 hierheen «on sijn, en
wilde niet, dat gij n noodeloos angstig
«ondt maken.*
2jj was tooh getroffen door deze opmerk
zaamheid. En hoe kalm en bescheiden was
D agn optreden.
„Ik dank n, mijnheer de graaf,* zeide zij
B8 een oogenblik.
Hg zag haar aan. „Dat woord zal n ze-
e:' heel zwaar vallen.*
«Wanneer ik opreoht zijn moet, ja."
Een pauze ontstond. Hij had zich afge
wend en knaagde in wilden toorn aan «jjn
Onderlip. Zyn onde natuur streed maehtig
•egon iets nieuws, onverklaarbaars.
■Uw vertrouwen aan mijn boter ik moet
heeren J. Koomen HzW. C. Visser en
K. Breebaart Jz., mededeelingen gedaan
van groentenbouw en groentenmarkten te
Bovenkarspel, Grootebroek en 't Westland,
Broek op Langendijk en St. Pancras, Oos-
ter-Blokker en Opperdoes, naar welke
plaatsen zij hadden geschreven om inlich
tingen, die behalve van Ooster-Blokker,
vanwaar men liever mondeling een en an
der wilde mededeelen, zeer uitvoerig wa
ren verstrekt.
De aanwezigen gaven na elke mede-
deeling door applaus hun ingenomenheid
te kennen met da werkzaamheden, door
ieder commissielid in het belang der zaak
verricht. De heer W. C. Visser deelde
mede, dat men te Nieuwe Niedorp een
eigenaardig succes heeft gehad door de op
richting eener vereeniging op voorstel van
een der aanwezigen, wat oorspronkelijs
niet 't plan was geweest. Ean 70-tal per
sonen had zich terstond als lid laten op
schrijven, tegen een contributie, die waar
schijnlijk niet meer dan 50 cents per jaar
zal bedragen. En op deze vergadering
volgde men dat voorbeeld89 personen
sloten zich aan, zoodat de vereeniging
reeds over de 100 leden telt. De heer
Visser deelde nu mede, hoe door veran
dering van cultuur de waarde der lande
rijen stijgt en hij wees daarbij op Uit
geest de streek, die men doorreist als
men van Haarlem naar Leiden spoort
Broek op Langendijk en Zwijndrecht, door
den verslaggever van de vergadering te
Nieuwe Niedorp ia het No. van 9 Janu
ari reeds in cijfers medegedeeld. Een
speciale cultuur brengt welvaait in de ge-
meeuten, 't gebrek aan werk neemt
er door af, dus, zeide de heer Visser,
is 't ieder aan te raden te gaan
in de richting door den tram aan
geboden en de welvaart in deze streek is
verzekerd. De heer J. Koomen Hz. wijst
op de boomgaarden ia deze streek en
toont aan, dat de vruchten, die nu voor
een te lagen prijs verkocht mosten worden,
door markt en tram zeer in prijs zullen
stijgen. Dit zal ook 't geval zijn met
bessen, vooral kruisbessen en aardbeziën,
op welker teelt men zich daar meer zal
toeleggen en die voordeeliger zal zijn dan
gras onder de boomen. De heer Visser
oiet groot zijn," zeide hij vervolgens, zicb
langiaam tot haar wendend. „Ik ben de
zoon, de heer des huizes, ik kan uwe positie
hier zeer moeilijk maken, tot ondraaglijk
toe,* voegde hij er toornig aan toe.
„En ik kan iederen dag gaan, mijnheer
de graaf, niets en niemand hondt mij
hier.*
Hij ontstelde en werd doodsbleek.
„Neen, neenl Gij hebt niets te vreezen.
Het was niet zoo gemeend. Ik ben
een ondraagljjk mensoh, wanneer ik opge
wonden ben I juffrouw Werner!"
ging bij voort, en zijn toon werd bijna
smeekend, „hoe zal ik n tot de raeening,
brengen, dat ik niet zoo'n verdorven mensoh
ben, als waar gij mij voor houdt P
„Wat is u aan mijne meening gelegen,
heer graaf P* zeide zij na een poos. „Ik
zal n een nwer oordeelvellingen in de ge
dachten terugroepen, niet om mij te wreken,
dat gevoel is mij goddank onbekend, temeer
Dog was het gezegde mij te klein, om mij te
kunnen beleedigenik doe het dus slechts
om u aan uwe grondstellingen te her
inneren. „Een gouvernante, welk eene ge
wichtige gebenrtenis om mij mede te doe
len," hebt ge toenmaals uitgeroepen, en nw
gezegden over ons, bnrgermensebjes, zal ik
maar Diet herhalen, dat vind ik beneden
myne waardigheid als vrouw." Daarna
maakte Elisabetb eene bniging en verliet
het salon.
Hy staarde haar sprakeloos na, vervol
gens sloeg hij zich voor het hoofd.
„Het is waar, het is waar, zij heeft te
veel tegen mjj I 't Is alsof ik toenmaals door
den duivel bezeten was I*
En in wilde woede liep hij het salon
op en neder. „Wat wil ik eigenlyk F"
vroeg hij plotseling en bleef staan.
„Zon zioh de vloek nog eenmaal herha
len I Neen, neen. het is slechts de
onde geschiedenis, een nieuw mooi gezicht
je. Ik zal maar eens uitrjjden.*
Hjj ging naar den stal en liet zijn vurigst
paard zadelen.
Was hy te opgewonden, om in den zadel
te springen, of zat deze scheefgenoeg,
hij schoof bijna over het paard heen, toen
hij ia den zadel sprong.
„Hond!* riep by den staljongen loe. „Hoe
hebt ge het paard gezadeld en getoomd P*
„Als altijd, genadige heer.*
„Als altijd P Daar, dat hebt ge voor nw
„als altijd 1" En reeds gierde de rijzweep
door de lucht en kwam op het gelaat van
den jongen neer. Zjj kwam ditmaal echter
maar eenmaal neder; toen bij voor de tweede
maal de hand ophief, draaide zjjn oog, als
waagt zich aan een kleine becijfering ten
opzichte van Nieuwe Niedorp. De groot
te der landerjjen bedraagt daar 1550 H.
A. Geen der aanwezigen, zeide hij, zal
't tegenspreken, als ik beweer, dat een
slechte behandeling van 't land de op
brengst met f 50 per H. A. vermindert,
een goede behandeling daarentegen die op
brengst met i 50 per H. A. vermeerdert,
ja, dat die getallen nog wel laag genoeg
zijn gesteld. Toch een verschil van f 100
per H. A. of voor één gemeente van
1550 H. A., 155 duizend gulden. Wat
een verschil in een jiar, door een wijzi
ging te brengen als wij thans op 't oog
hebben. Die meer ontvangt kan meer
uitgeven en daardoor zullen de inkomsten
jazr op jaar toenemen. De heer Kuilman
vraagt nu, hoeveel grond beschikbaar kan
worden gesteld voor groenten- en vruchten
teelt, w»t den heer Porte de vraag ontlokt
gaat 't niet wat hard van stapel op 't
oogenblik Als er soms niets van de
markt mocht komeo, is men dan toch
aan de opgaaf gehouden De heer Visser
Neeo, de bedoeling is alleen om bij be
nadering 't aantal H. A. te weten, dus
een leiddraad te hebben.
De heer C. Brugman Pz. meent, dat 't
ook van belang zal zijn, zich vooraf van de
geuegenheid der kooplieden om te ko
men te verzekeren, de heer J. Korjj is
van oordeel, dat de plaats, waar de markt
wordt gehouden, veel tot 't welslagen zal
afdoen.
De heer Visser dankt den heer C. Brug
man voor den wenk en zegt, dat de markt
zal moeten komen in de onmiddellijke na
bijheid van een station in Nieuwe Niedorp
of Winkel, waar meu van alle kanten va
rende kan komen. In Nieuwe Niedorp acht
men daarom een algemeens kanalisatie door
Banne- en Gemeentebestuur wenschelijk,
overeenkomstig een aangeboden plan. Thans
wordt door ieder medegedeeld, hoeveel
land hij beschikbaar weuscht te stellen,
waardoor men komt voor Winkel lot een
totaal van 26^2 H. A., makende met de
70 H. A. van Nieuwe Niedorp bijna 100
H. A. Dit getal is te klein, maar 't zal
ongetwijfeld grooter worden, als maar ie
der 't nnt van den groentenhandel inziet,
als meerderen zich opgewekt gevoelen om
door een magneet daarheen getrokken, naar
het raam van Elisabeth's kamer. Deze open-
de juist bet venster, om de koude morgen
lucht binnen te laten. Als verlamd zonk
zjjn arm neder.
„Verdoemd,mompelde bij tosschen de
tanden, ,'t is, of zij mjj altjjd zien moet,
wanneer mjj de duivel regeert." Hjj drukte
bet paard de sporen in de zjjden en joeg
als een stormwind de slotpoort nit.
„Heeft de genadige beer een boozen geest
gezien, dat ik den tweeden slag niet kreeg F*
vroeg de staljongen, ziob de plek op de
wang wrjjvend.
„Of een goeden geest," meende Misko, de
grjjze koetsier. „Daarboven staat de blonde
juffrouw voor het veuBter; kan men slaan,
als men baar oogen op zich gevestigd
weet
Het dorp, dat by het riddergoed behoorde,
was niet ver verwjjderd, nauwelijks ecu
half uur, maar de rit in de scherpe mor
genlucht deed den graaf goed. Voor het
eerste hnis van het dorp, een ond,
vervallen gebouwtje, dat half onder de
sneeuw was verborgen, stond een menigte
menschen, die lnid babbelden en schreeuw
den. Geza stuurde zjjn paard die richting
uit en de mensehen weken eerbiedig ach
teruit en maakten plaats voor bem.
„Nu zal er wel geholpen worden, mjjn-
heer de graaf is daar," boorde meu den een
tegen den ander zeggen.
„Wat gebeurt hier vroeg Geza.
„Aoh, genadige heer, het is een jammer
hier," antwoordde een oude man. „De be
lastingbeambten willen den armen Janek
zjjn koe afnemen. Het is zjjn eenige, de
kinderen zjjn ziek, zjj hebben melk noodig
en hy verdedigt zyn beest."
Voor de deur van zjjn huis stond do
boer en bield aan een jjzeren ketting de
koe vast, die twee beambten bem tever
geefs traehtten afhandig te maken. Zyn
vrouw en vier halfnaakte kinders stonden
weenend om de mannen van het gereoht.
„Gjj krijgt haar niet, of ik moet eerst
hier dood neervallen," boorde men Janek
luid roepen.
Geza schoot het bloed naar bet gelaat.
„Terng I" donderde by en reed midden tus-
sohen de groep, zoodat de beambten verschrikt
ter zyde traden. „Probeert bet eens, dien
man zyn koe te ontnemen I Breng het dier
naar den stal terng," gebood by Janek. „En
gy, vrouw, ga met de kinderen in huis. Da
koe moogt ge bonden. Eu daar is iets
voor kledren en brood." Hij opende zyn
portefeuille en gaf de vrouw een aanmerke
lijk bedrag.
de vergaderingen bij te wonen, ten einde
zich door de ijverige commissieleden
van 't groote belang der zaak ta laten
overtuigen. Op de vraag van den heer
K. Brugman Pz., wanneer de tram klaar
zil zijn, antwoordt voorzitter schertsend
't behoort tegelijk met de nieuwe aardap
pelen, doelende oo de belangen der bou
wers, doch hij meende, dat de baan einde
Maart en de gebouwen Juni klaar moeten
zijn. Op voorstel van den heer P. Sehaap
wordt besloten, een commissie te benoemen,
ten einde niet—aanwezigen te bewegen, lid
te worden en door 't beschikbaar stellen
van land 't asntsl H. A. te vergroolen.
Op verzoek van den voorzitter verklaren
zich bereid om als leden dier commissie
te fungeeren, de heeren K. Brugman en
C. Meurs voor Winkel, J. Nieuwpoorl en
J. Mooijen voor Langereis, P. Schaap en
L. Reinierse voor Groetpolder en J. Bree
baart Dz. en J. Korff voor Lutjewinkel
en Weere. Over 14 dagen zal weder een
vergadering worden gehoudeu, waarin een
concept reglement zal worden ter tafel ge
bracht. Op een vraag van den heer H.
van Heerikhuizen,ol\ niet wenschelijk zou
zijn, ia verschillende deelen der gemeenten,
dus ook te Lutjewinkel, Weere, Langereis,
Moerbeek, enz. te vergaderen, antwoordde
de heer J. Koomendat 't vormen vin af-
deelingen met een Hoofdbestuur overwe
ging verdient. Die afdeelingeu kunnen dan
op zichzelf vergaderen ter plaatse, waar ze
gevestigd zijn en afgevaardigden zenden naar
te houden vergaderingen van de vereeni
ging. Met een woord van dank aan de
aanwezigen voor hun opkomst en betoon
de belangstelling en aau de haeren, di« 't
lidmaatschap der commissie voor 't wer
ven van leden op zich genomeD hebben,
sluit de voorzifter de vergadering.
De afsluiting en droog-
making der Zuiderzee.
Op Zaterdag 8 Januari 1898, des avonds
7 uur, trad in 't lokaal van den heer
D. D. Lont te Wieringen op de heer
BeekmanOud-Ingenieur der Genie te
Schiedam, met het onderwerpyde af
sluiting en droogmaking der Zuiderzee
De voorzitter der afdeeling Wieringen der
Zuiderzee-Vereeniging, de heer jOs. Smidts,
opende de vergadering met een hartelijk
De arme vrouw wilde spreken, maar zij
kon niet. De gelukkige, eensklaps gekomen
verandering was te groot. De tranen
sproogen baar in de oogen en lnid weenend
bracht zy de kinderen in hnis.
„Mijnheer de graaf, hoe durft ge 't wa
gen, zoo tegen ons op te treden f" zeide
een der beambten.
„Wat wagen f" De graaf reed zoo diebt
op hem toe, dat de kop van het paard de
borst van den man aanraakte. „De Staat
zal niet te gronde gaan, wanneer de koe
de zieke kinderen van den man nog eenige
weken van melk voorziet. Hoe hoog is bet
verschuldigde bedrag F"
„Tien gulden", antwoordde de beambte,
een brief nit den borstzak halend.
„Om tien onnoozele guldens zal dien man
zyn koe ontnomen worden, zjjn laatste ba-
ve en goed F" Hjj nam een tiengnldensbank-
noot nit zjjn portefeuille en wierp bet den
beambten toe. „Vooruit, maakt nu dat ge
weg komt."
„Mijnheer de graaf mag niet vergeten,
dat wij onzen plioht hebben gedaan," zeide
de andere beambte, „en als soldaat moet
n weten, wat dat beteekent."
De graaf was van plan geweest, weg te rij
den bij deze woorden keerde hjj om. „Uw
plicht F Gij hebt gelijk, de beambte heeft,
evenals de soldaat, slechts te gehoorzamen.
Hier," Hij reikte hem vyf galden. „Drink
maar eens voor den schrik, dien mjjn paard
en ryzweep bij u veroorzaakt hebben." Daar
op haalde hy de tengels aan en reed in ga
lop weg, om zioh aan den dank der boeren
te onttrekken.
HOOFDSTUK VIII.
Naden drukken dag had het kasteel zijn
gewoon rustig aanzien weer gekregen. Ieder
ging weer zjjn dageljjksehen weg, Da gra-
vin was een strenge meesteres en had over
alles het oppertoezicht.
De slotvoogd regelde alles en zorgde voor
een goed beheer der goederenmaar de man
moest zyn zaken uitstekend en accuraat beharti
gen, want eike rekening ging door de han
den der gravin, die van de minste kleinig
heden op da hoogte was.
Nu, daar hare gezondheid een weinig ge
schokt waa, had zy een deel der aangele
genheden op de schouders harer gezelschaps
juffrouw gelegd. Elisaboth voerde hare cor
respondentie waar er sprake was van zakeljj-
ke aangelegenheden want de gravin had
wydvertakte zakelyke verbindingon, daar zy
de rykste veestapel en graansohnren nit den
omtrek bezat.
Geza was soldaat en had weinig zin
woord van welkom aan het in grooten ge
tale opgekomen publiek, en gaf daarna het
woord aan den heer Beekman. Spreker
behandeelde hierna
le. eenige overzichten van de natuur-
lijke gesteldheid der Zuiderzee;
2e een overzicht van de gemaakte
plannen
3e. den stand der Zuiderzee-zaak, met
haar voor- en nadeelen.
Over het le punt wees spreker op den
toestand der Zuiderzee vanaf 't begin onzer
jaartelling en haalde verscheidene stormen
aan. Bij de behandeling van punt 2 bracht
spreker in herinnering het door den heer
Van Diggeltn in 1848 geschreven werk
en dat van den Minister Rochussen, die in
1865 het Zuiderzee-vraagstuk onder veler
aandacht brachttevens de plannen van
de Ingenieurs Beijerink en Stieltjes, met
de vraagmoeten particulieren de zaak
aanvaarden, of de Staat? In 1877 kwam
't Ministerie Heemskerk met een ontwerp
tot gedeeltelijke droogmaking, doch dit
werd later door den Minister Cappijne
weder ingetrokken.
Spr. schetste de groote pogingen, ge
daan door den heer Buma, nit Friesland,
en een zoon van den heer van Diggelen,
door wie aan da voornaamste mannen
circulaires werden gezonden in 1885 en
noemde de groote vergadering, in 1886
ta Amsterdam gehouden, die de oprichting
dar Zuiderzee-vereeniging ten gevolge had,
met het doel, om een financieel en tech
nisch onderzoek in te stellen naar de
drooglegging van de Wadden, de Lau
werzee en de Zuiderzee. Eenige groote
kaarten versierden de wanden van 't lo
kaal, doch deze dienden niet tot versie
ring, doch tot aanduiding van de plannen
der drooglegging
Door de indijking van 't Wieringer-
meer en de droogmaking daarvan zoa
een oppervlakte ontstaan van 208.000
H. A. vruchtbaren grond, waarvan, na
aftrek van de grootte der kana
len, tochten, wegen, enz, zou overblijven
194.000 H. A., die zouden kunnen wor
den bestemd voor allerlei doeleinden. Het
IJselmeer bleef water, door de uitwatering
van den IJsel. De afsluitdijk van Piaam
(Friesland) naar Wieringen en van Wie-
in deza dingen bewezeo. Hy troostte na
en dan zijne moeder wel eens met bet uit
zicht op later. Met deu overgang der goe
deren op bem zou ook de zorgen bedaard
heid wel komen. En de gravin voegde
zicb, zooals in alles, ook bier-naar.
Wij hebbeD reeds meegedeeld, hoe de
ritmeester anders zyn verlof doorbracht;
ditmaal was het heel anders. Hjj reed e-
veneens veel nit, na eens ter jacht, dan
naar T. of naar een naburig slot, en de
overige tijd giDg om bijna zonder dat
hy zelf wist hoe. Het grootste deel van
den dag was hjj toosohouwer en toehoorder,
want hy liet geen oogenblik ongebruikt,
wanneer Elisabelh by zyne moeder of
de kinderen was, om in haar gezelschap te
zyn. En het was merkwaardig, hoe de
wilde, onrustige man nu urenlang rustig op
één plek kon blyven, zjjn sigaar rookend
of de courant lezend, wanneer hy haar
maar in zyne nabjjheid wist.
Toen de gravin eens daarover hare vroo-
lijke verwondering te kennen gaf, antwoord
de Geza, dat hij veel kalmer geworden was,
de tyd was ook niet ver meer, waarop hy dertig
zon worden. Hy had zioh evenwel afge
wend, om zijn moeder den blos niet te doen
zien, dien zyn gelaat by deze woorden aan
nam. „Zyt ge daar boos over, moeder F*
vroeg hy vervolgens, een schertsenden toon
aanslaande.
„Boos, Geza F* Een smartlyk lachje
gleed over haar gelaat, „Gy weet niet,
welk een zwaar veidriet, hoeveel slapeloozo
nachten nw onstuimig leven my gekost
hebben, boe dikwyls ik in stilte gedacht
heb, dat de zoon de eenige zoon
van zulk een heerljjken, maar ongel ukkigen
vader toeh anders van karakter moest zyn.8
„Aan vader moet ge my niet doen den
ken, moeder," antwoordde de jonge man
byna met heftigheid. „Want wanneer ik
aan hem denk, dandan zon ik niet
eens deze uniform mogen dragen-"
gewoon wasMyn wenseh was
n san myne zjjde te weten en alleen le
vend, als aandenken van nw'grooten vader,"
zeide de gravin.
Beiden swegen na, de herinneringen aan
die vroegere gebenrtenissen schenen maoh-
tig en groot.
WORDT VERVOLGD.