Het leven eener
edele vrouw.
Donderdag 27 Januari 1898.
42ste Jaargang ITo. 3278.
KIESWET.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
GemeenteSchagen.
Bekendmakingen,
PLAATSELIJK NIEUWS.
Ingekomen stukken
WORDT VERVOLGD.
SCHAGER
Alieino Nieiws-
j
COURANT.
AiTBrtEitie- k Laiiliiillai.
Bureau: SCHAOSSTtf. Laan, D 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
SledewerkerJ. W1 Si R E L.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
der gemeente Schagec, brengt bij deze ter
kennis van de ingezetenen dier gemeente,
dat het kohier No. 5 van de Ptrsoneele
Belasting, dienstjaar 1897, op den 21
Januari jl. door den Heer Direcleur der
Directe Belastingen te Amsterdam, is
executoir verklaard en op heden aan den
Heer Ontvanger der directe belastingen
binnen dezo gemeente ter invordering is
overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang
heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoe
ning van zijneu aanslag behoorlijk acht te
geven, teneinde alle gerechtelijke vervol
gingen, welke uit nalatigheid zouden voort
vloeien, te ontgaan.
SchageD, den 25 Januari 1898.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd,
S. BEEMAN.
De B U R Gr E M E E S T E R der gemeente
Schagen
Gelet op de artikelen 11, 12 en 13 der
"Ueswet ("Wet van den 7den September
J96, Staatsblad No. i54);
Noodigt de mannelijke inwoners dezer
Gemeente uit om, zoo zij in eene andere
Gemeente over het volle laatstverloopen
dienstjaar in eene derRjjks directe
belastingen zijn aangeslagen, wat de
grondbelasting betreft in eene andere
Gemeente of in meer Gemeenten te zamen,
tot een bedrag van ten minste één gul
den, daarvan door overlegging der, overeen
komstig het bepaalde bij artikel la der
Kieswet, voor voldaan geteekende aan
slagbiljetten vóór den löden Februari
a. s. te doen blijken. Deze aanslagbiljetten
worden na de vaststelling der kiezerslijsten
aan belanghebbenden teruggegeven.
Nog worden de mannelijke inwoners, die
op grond van het bepaalde bij het derde lid
van artikel 2 der voormelde wet aanspraak
meenen te kunnen maken om geplaatst te
worden op de kiezerslijst, uitgenoodigd daar
van vóór den 15den FEBRUARI a.'s
aangifte te doen.
De bewijsstukken, bij zoodanige aangifte
over te leggen, waartoe moeten behooren
het aanslagbiljet, of een door den Ontvanger
gewaarmerkt duplicaat daarvan, eene opgaaf
van het bedrag van het aandeel in den aan
slag en de noodige bescheiden ten bewijze
van het gemeenschappelijk bezit, worden
na de vaststelling der kiezerslijsten aan be
langhebbenden teruggegeven.
Tevens worden de mannelijke inwoners
dezer Gemeente, die krachtens artikel lb
derzelfde wet aanspraak meenen te kunnen
maken om geplaatst te worden op de kie
zerslijst, uitgenoodigd daarvan vóór den
15d en FEBRUARI a.s. aangifte te doen.
Wie tot deze aangifte bevoegd zijn, blijkt
uit de artikelen 1 en 2 der Kieswet, luidende
Artikel 1.
De leden van de Tweede Kamer der Sta-
ten-Generaal worden gekozen door de man
nelijke ingezetenen des Rijks, tevens Neder
landers, die den leeftijd van vi)f-en-twintig
jaren hebben bereikt, voor zoover zij over
het laatstverloopen dienstjaar in eene ef
meer der Rijks directe belastingen zijn aan
geslagen, het te dier zake verschuldigde voor
of op den lsten Maart voldaan hebben, en
a. over het volle laatstverloopen dienstjaar
zijn aangeslagen in de grondbelasting
voor een bedrag van ten minste een
gulden, in de vermogensbelasting, in de
belasting op bedrijfs- en andere inkom
sten of naar een of meer der v\jf eerste
grondslagen van de personeele belasting,
zooals die is geregeld bij de Wet van
16 April 1896 (Staatsblad No. 72)of
b. indien zij niet overeenkomstig het be
paalde sub a zijn aangeslagen, voldoen
aan eene der volgende voorwaarden
l». dat zij als hoofden van gezinnen of als
alleen wonende personen op den 31sten
Januari sedert den lsten Augustus van
het vorige jaar hebben bewoond,
krachtens huur,achtereenvolgens in
dezelfde gemeente niet meer dan twee
huizen of gedeelten van huizen, voor elk
waarvan, met of zonder bijbehoorenden
grond of lokalen en bijgebouwen, niet
ter bewoning bestemd, de werkelijke
huurprijs, per week berekend, ten min
ste heeft bedragen de som, voor de ge
meente of het gedeelte der gemeente
waar het huis gelegen is, vermeld in de
bij deze wet gevoegde tabel;
of, krachtens eigendom, vruchtge
bruik of huur, eenzelfde vaartuig van
ten minste 24 kubieke Meter,-
2". dat zij op den 31sten Januari sedert den
lsten Januari van het laatstverloopen
jaar bjj dezelfde persoon, onderneming,
openbare of bijzondere instelling in
aienstbetrekking ol als inwonende zoon
in het bedrijf of beroep der ouders werk
zaam zijn en als zoodanig over dat jaar
een inkomen hebben genoten als voor
de gemeente of het gedeelte der ge
meente, waar zij wonen, is vermeld in
de by deze wet gevoegde tabel
of dat zij op den lsten Februari in
het genot z\jn van een door eene open
bare instelling verleend pensioen van
gelijk bedrag;
met dien verstande, dat voor hen,
die in beide gevallen verkeeren, zoo
noodig, ter bereiking van het vereischte
bedrag, het inkomen en het pensioen
worden samengeteld;
3°. dat zij op den lsten Februari sedert een
jaar den eigendom met recht van vrije
beschikking hebben van ten minste
f 100.—, (nominaal), ingeschreven in de
Grootboeken der Nationale Schuld of
van ten minste f 50. ingelegd in de
Rijkspostspaarbank
4«- dat zij hebben voldaan aan de eischen van
FEUILLETON.
9.
Elisabeth zoo dos naar bet feest gaan en
daaraan medewerken. Hoeveel strjjd bet
gekost had, totdat de beide vrienden Geza
en André bet hadden klaar gespeeld om
baar in de rij der optredenden te doen plaats
nemen, daarvan had Elisabeth gelukkig geen
denkbeeld. Alle blaowbloedige medewer
kenden waren er tegen geweest en het meest
de znster van André, die de koningin van
bet feest zijn wilde. De vrienden hadden
bet eebter doorgezet, want zjj waren er
zeker van, dat, ondanks alle moeite, die
anderen zich zonden getroosten, Elisabeth
den eerepalm zoo wegdragen.
Elisabeth zelve merkte niets ervan, dat
lij ala een indringster werd beschouwd,
want de aangeboren gastvrijheid liet niet toe,
dat men haar kond en koel ODtviDg. Zij
was eene genoodigde gast en voor dit feit
moest elk ander gevoel ter zijde worden
gezet. Men begroette haar hartelijk, bijzonder
de moeder van André, die sprekend bet
evenbeeld van baar zoon was. De majoor
was een en al vriendelijkheid en hulpvaar
digheid, en zelfa gravin Vilma, André's znster,
die er trotseh en ongenaakbaar nitzag, gnnde
haar eenige vriendelijke woorden.
En de gasten, bijzonder de heeren, die
veel te ridderljjk van natuur waren, richtten
zich geheel naar de gastvrouw en haar
familie. Het was anders ook geheel on
mogelijk, eene verschijning als die van Eli
sabeth onvriendelijk tegemoet te komen.
Ofschoon zij zich onderscheidde van de dames
door den grooten eenvoud van haar toilet, zoo
stelde zg allen in de schaduw door den adel
van haar wezen. In den beginne gevoelde
zjj zich niet op haar gemak. Haar sin
hechtte meer waarde aan stille grootheid van
ziel, en daarom bad zjj meer op met eenvoud
van' kleeding. De rijkdom en glans, die hier
rondom baar heersebten, verblindden en ver
warden haar bgna. Zg geloofde zich eerst
in een tooverwereld verplaatst. Welk een
uitgelezen pracht in de zalen en niets dan
goud en zijde bjj boeren en dames
Een enkele zwarte rok was een weldoend
rustpunt voor baar oogen geweest, maar in
plaats daarvan schitterden verschillende
kleuren en nuaoceeringen dooreen.
Zelfs de bedienden droegen livrei, behan
gen en versierd met zilveren kwasten en
tressen. De vele zalen waren reeds gevuld
met gasten en toch nog rolden telkens nieuwe
equipages voor. Het programma voor dezen
avond was zeer uitgebreid: voordrachten,
declamatie, rang, spel, en de laatste uren
zouden met dansen worden doorgebracht.
Om negen uur begonnen de voordrach
ten. Zg werden in de hongaarscbe taal
gehouden en Elisabeth kon er bjjna niets
van verstaan wat haar daarbij interesseer
de, was het levendige gebarenspel van haar
of hem, die de voordracht hield, het vuor
en de kracht,waarmede de verschillende denk
beelden werden geuit. Eveneens ging het
bjj bet declameereD. Het waren gedichten,
betrekking hebbende op roemrjjke vader-
landscbe feiten cd andtre groote oogenblik-
kenmaar boe welluidend en streelend,
wat een vuur lag er in die vreemde woor
den zij roeiden de ziel op zeldzame wijze.
En de belangstellende aanblik, dien het pu
bliek bood, de bliksemende oogen, de vuri
ge bewegingen, het krachtig bravo-geroep
na iedere bijdrageHierna zong gra
vin Vilma een borgaarseh lied. Zjj was
een klein, sierlijk figuurtje, in wit atlas, met
rood afgezet, gekleed; door bloemen en dia
manten als bezaaid. Zooals zjj tong, moes
ten eens de sirenen hebben gezongen, toeD
zjj, aan den onheil brengenden afgrond zit
tende, OdysseuB met zjjn volgelingen lokten.
Zinsbetooierend, vol zinnelijken gloed en
hartstocht, klonk baar stem en bet applaus.dat
zij verwierf, was luid, stormachtig en lang
durig.
D<tarna trad Elisabeth op. Welk eene
tegenstellingI Hoe weldoend in gerust
stellend deed die edele verschijning aant
In een eenvoudige, zwartrijden japon, het
kleed hoog tot aan den bals dicht, de dikke,
goudblonde vlechten als een krans rondom
bet bcofd gelegd, geen enkel sieraad dan
een bosje vergeet-mjj-nietjes op den boe-
aem, (dat de gravin haar tbuia gegeven
bekwaamheid, door of krachtens de wet
gesteld voor de benoembaarheid tot eenig
ambt, voor de vervulling van eenige
betrekking of voor de uitoefening van
eenig bedrijf of beroep.
Artikel 2.
Onder hen, die den ieeftjjd van vijf-en-
twintig jaren hebben bereikt, verstaat deze
wet hen, die dien leeftijd hebben bereikt
vóór of op den löden Mei.
De aanslag der vrouw in de Rijks directe
belastingen geldt voor haren man; die van
minderjarige kinderen wegens goederen,
waarvan hun vader het vruchtgenot heeft,
voor hunnen vader.
Aanslagen in de grondbelasting wegens
onroerende goederen eener onverdeelde na
latenschap gelden ookvoor den mede-eigenaar,
wiens naam niet b(j den aanslag in het
kohier is vermeld, mits zijn aandeel in dien
aanslag ten minste één gulden bedraagt.
Door den aanslag in de grondbelasting, in
art. 1 vermeld, worden de hoofdsom en de
Rijks-opcenten verstaan.
Aanslag in de vermogens- of in de bedrijfs
belasting geeft geene aanspraak op kiesrecht,
indien hij het gevolg is van eene met de
waarheid strijdige aangifte.
B;j de berekening van den werkelijken
huurprijs wordt maandhuur tot weekhuur
herleid door deeling met 4, jaarhuur door
deeling met 50.
Bjj de berekening van het inkomen, bedoeld
in art. 1 b, 2o., eerste lid, worden vrije
woning of inwoning en vrije kost en inwoning
gerekend op het bedrag, voor de gemeente
of het gedeelte der gemeente, waar zij genoten
worden, vermeld in de bij deze wet gevoegde
tabel; enkel vrije kost op het bedrag, ver
meld in de laatste kolom, verminderd met
dat, vermeld in de voorlaatste kolom dier
tabel. Overigens komt alleen geld in aan
merking.
Indien het inkomen, bedoeld in art. 1 b,
2o., als vast week-, veertiendaagsch, maand-
of jaarloon is genoten en dit loon-wegens
ziekte of verwonding gedurende ten hoogste
twee maanden niet of ten volle is ontvangen,
wordt het geacht tot het normale bedrag te
zijn genoten.
Indien gedeelten eener Gemeente in de
bij deze wet gevoegde tabel afzonderlijk
worden genoemd, wordt de grens tusschen
die gedeelten door Ons, Gedeputeerde Staten
gehoord, bepaald en wanneer verandering
van omstandigheden daartoe aanleiding
geeft, gewijzigd.
Yan deze besluiten wordt mededeeling
gedaan in de „Staatscourant", met bijvoeging
van de adviezen van Gedeputeerde Staten,
voor zoover bij de besluiten van die adviezen
is afgeweken.
Volgens artikel 20 der wet is voor hen,
die krachtens vroeger gedane aangifte op
de loopende kiezerslijst voorkomen, her
nieuwde aangifte o n n o o d i g, indien de
plaatsing op die lijst berustte op:
1°. bewoning van een huis of gedeelte
van een huis of van een vaartuig, mits
zij op 31 Januari alsnog hetzelfde huis
of eer. gedeelte van hetzelfde huis of
hetzelfde vaartuig bewonen;
2°. genot van pensioen;
3°. bezit van eene inschrijving in de
bad met de opmerking, d-»t eene jonge da
me zich in tnlk gezelschap zonder eenige
versiering niet mocht laten zien.) stond
zij daar en do indruk, dien gravin Vil
ma had achtergelaten, verdween geheel, en
was zij naast het duilscbe meisje gaan staan,
zij ware in 't niet verdwenen, evenals
een waspoppetje, overladen met allerlei
schitterende voorwerpjes, naast een grootsch
en indrukwekkend standbeeld. En even ver
schillend als het uiterlijk, waren ook zangen
spel.
Het waren Mendelssohn's liederen, die Eli
sabeth speelde. Als een reine priesteres der
kunst stond zjj daar boven. Wat een heer
lijk licht lag er over haar gelaat I En hoe
verhieven die tonen zich evenals een
ruischende geest, verzoenend, opheffend en
tegelijk de zielen in haar diepste hoekjes doen
de sidderen. Voor zulke tonen verdween al bot
gewone en lage eD slechts warme gevoelens
vol edele aandoeningen bleven in 's men-
schen borst achter.
Geen bravo-geroep volgde op den laatsten
toon, zooals bij gravin Vilma het geval
was geweest. Toen Elisabeth geëindigd had,
was bet stil, zoo stil, dat men een speld
bad konnen hooren vallen. Het scheeD,
alsof men in de kerk was. En toen later bet
applaus weerklonk, geschiedde het onwillekeu
rig, als een uiting der stemmiDg, waarin ie
dereen verkeerde, bgna aarzelend.
Er volgden nog eenige voordraohfen, maar
bij de meesten was daartoe de lost
voorbij.
Men Terdeelde zich in de verschillende
zalen en bleef daar tot het souper. Elisabeth
was het middelpont geworden,want velen kwa
men tot haar en spraken hun dank uitmaar
tot een opgewekt onderhoud kon meu loeh niet
komen, daar de meesten maar zeer slecht
duitsch bonden spreken.
Aan tafel was de oude graaf Palsy Elisa-
beth's tafelbuur. André had pliobten te ver
vullen tegenover een jonge nieht en Gesa
bood zich Diet aan, hg bield zich den ganachen
avond zoo ver mogelijk van Elisabeth ver
wijderd en zij was daar zeer blijde over. Sedert
de oude Sjdds haar do geschiedenissen bad
verteld, gunde zij Goza geen vriendelijk woord
meer. Maar ondanks dut, kon zij, nu zij ti gen-
over bem aan tafel zat, een zeker gevoel van
medelijden niet onthouden. Zjjn gelaat droeg
Grootboeken der Nationale Schuld of
van een inleg in de Rijkspostspaar
bank;
4°. aflegging van een examen.
Daarentegen is hernieuwde aangifte w 1
noodig voor hen, wier plaatsing op de
ljjst berustte op:
1*. bewoning van een huis of gedeelte
van een huis of van een vaartuig,
indien zij niet meer op 31 Januari
hetzelfde huis of een gedeelte van
hetzelfde huis of hetzelfde vaartuig
bewonenof
2». genot van inkomeD in dienstbe
trekking, of als inwonende zoon, in
het bedrijf of beroep der ouders werk
zaam, hetzij met of zonder genot van
pensioen.
Aan hen, die verkeeren in het laatste
onder No. 2 vermelde geval, wordt door den
Burgemeester een aangifte-biljet ter invulling
toegezonden.
In de tabel, bedoeld in de artikelen 1 en
2 der Kieswet, is, voor zoover de Gemeente
Schagen betreft, het volgende bepaald:
Gemeente
of deel der
Gemeente.
3=P
P4
V-C
3
G
w
S a
a a
'p O
B M
S .2
o .a
G
O
O
s? w
a q
O
c
Bedoeld in Artikel
lb, 1°. lb, 2°. 2. 2.
Schagen.
fl.-
f300.-
f 37.50
f200—
De formulieren tot het doen van aangifte
zijn kosteloos verkrijgbaar ter Secretarie
der Gemeente.
De ingevulde formulieren kunnen kos
teloos per post aan den Burgemeester
worden toegezonden, mot inachtneming van
het volgende voorschrift:
d a t de o m s la g e n met aangiften
en stukken moeten dragen boven
aan de voorzijde het opschrift
„Vrij van briefport, ingevolge art 50 der
Kieswet" en in den linkerbeneden
hoek de vermelding van den naam
e n d e woonplaats van den afzender, g e-
waarmerkt door zijne handteeke-
ning.
Schagen, den 25 Januari 1898.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
Schagen, 26 Januari 1898.
V argadering van den RAAD
der gemeente Schagen, gehouden op
dinsdag 25 Januari 1898, des morgens
ten 10 ure.
Afwezig de heer J. v. d. Maaien.
Voorzitter de heer <S. Berman.
Na opening der vergadering zegt de
voorzitter het volgende
Het verheugt mij, Mijne Heeren, zelf
Sporen van een groote, werkelijke zielesmart,
en zij moest zichzelve bekennen, dat, ondanks
de onregelmatige trekken, he* hoofd van Geza
iets imponeerends had naast de fijobesneden
gelaatstrekken der overige heeren.
Men zat ongeveer een paar nar aan tafel
en toen men met dansen begon, was het
reeds lang na middernacht.
Elisabeth hield niet van dansen en bo
vendien wilde zij, ondanks alle vriendelijk
heid, die men haar bewees, niet langer blij
ven, dan noodig was.
André deed het leed, maar toen hij zag,
dat het haar bepaalde wil was, zweeg bij.
Hij droeg een bediende op, den koetsier te
waarschuwen, en terwijl alles naar de dans
zaal strcorrde, verwijderde zij ziob, door
niemand bemerkt en slechts door André
begeleid, en ging naar de kleedkamer om
baar goed te halen, dat zjj daar had afge
legd. Doch iemand was haar reeds voor
geweest. Graaf Geza stond haar wachtende,
in een reismantel, eveneens iot vertrek
gereed en een warmen pelsmantel over den
arm, dien hij haar zwijgend overhandigde.
„Neem mij niet kwalijk, heer graaf,* zei-
de zjj, „maar dit is mijn mantel niet.'
„Ik weet het,* luidde het korte antwoord,
„ik heb dezen hier voor n doen bezorgen,
nadat ik er mij van overtuigd had, hoe
weiDÏg beschatting gij voor de koude hadt
meegenomen.*
Zij was toch getroffen, dankte natunrlgk
vriendelijk eD met meer hartelijkheid, dan
sedert weken het geval geweest was en liet
zich dan zwjjgeod den mantel om de schou
ders hangen.
„Gij wilt toch niet reeds heengaan f*
vroeg de majoor verwonderd. „Nn begint
de dans en gi) behoort tot de commissaris
sen van orde.*
„Verontschuldig mij bij de anderen, An
dré. Mjjne moeder is, zooals Misko mij ver
telde, niet wel, anders was zg ook wel hier
geweest. Ge begrijpt dus, dat het lijd is
om naar hnia te gaan.*
Daartegen was niets in te brengen en zoo
doende nam André op de trap afscheid van
hem, foen Let rijtuig reeds voorgereden
was. Geza hielp Elisabeth instijgen, bij zelf
echter sprong bjj Misko op den bok.
weêr de leiding der Raadsvergadering op
mij te mogeD nemen.
Betrekkelijk onschuldig als de mazelen
zijn, wist deze ziekte mij echter lang ge
noeg opgesloten te honden, en ver
droot mij dat te veel, om niet oprecht te
verlangen, dat ik nimmer meer met een
dergelijke plaag in mijn leven hoop ken
nis te makeD.
De in den tijd van mijne afwezigheid
vervolde Wethoudersvacature geeft mij
aanleiding, hem, die door u met die
waardigheid werd bekleed, ook van deze
plaats met een enkel woord te feliciteeren.
Hartelijk wensch ik u, Mijnheer Vader
met de eervolle onderscheiding, u ten deel
gevallen, geluk. Ik heb alle reden te on
derstellen, dat gij uwe nieuwe functie
«onder eenige zucht tot zelfverheffing,
zoo nauwgezet mogelijk zult vervnlleD, en
niets zal mij daarom liever zijn, dan dat
het gewichtige ambt van Wethouder nog
tal van jaren aan uwe leiding moge zijn
toevertrouwd.
Het is mij voorts aangenaam, Mijne
Heeren, n bij deze eerste vergadering van
het jaar mijne bests wenschen aan te
oieden voor den bloei der gemeente, en
de hoop uit te spreken, dat gij en uwe
gezinnen een gelukkig tijdperk zijt inge
treden en dat onze werkzaamheden Schagen
tot zegen zullen gedijen.
Hierna volgt lezing der notulen door
den heer Jb. Denijs Jt., secretaris, en na
lezing worden deze zoDder aanmer
kingen onmiddellijk goedgekeurd.
Goedgekeurd terugontvangen Suppl.
Kohieren Hoofdelijken Omslag en Honden
belasting.
Goedgekeurd bij Kon. besl. het blijven
heffen van 30 opcenten op de personeele
Belasting.
Ingekomen een brief aan den burgemees
ter van den hoofdadministateur der Hol-
landsche spoor, als antwoord op het verzoek
onzer Landbouwafdeelittgdat markttrein
131 op nader vast te stellen datum zal
beginnen te loopen vanaf Amsterdam, 's
morgeus 4.47 (Tot dusverre liep deze
markttrein donderdags vanaf Uitgeest.)
Het verzoek om den markttrein 188
van Schagen tot Amsterdam te doen gaan,
werd geweigerd, dus blijft deze van Scha
gen tot Uitgeest gaan.
In het provinciaal blad werd meldiDg
gemaakt, dat de heer C. Bijpost als zetter
der directe belastingen was benoemd.
Proces-verbaal kasverificatie, waarbij de
HOOFDSTUK XIV.
Het was in Maart en ofschoon er over
dag eau niet al te scherpe wind had ge
waaid, was het nu in het nachtelijk uur
snijdend koud en de fijne motregen drong
door alles heen. Elisabeth hulde zich dichter
in den mantel en daarbij dacht zij aan den
graaf, die eveneens uit de warme zaal ge
komen was en nu in zijn dunnen ruiterman-
tel' gestoken, geheel aan de gunrheid van
het weer wss blootgesteld. Hoe gemakke
lijk ton bij zich zoo een ziekte op den hals
kunnen halen.
Hg had zoo trouw voor haar gezorgd en
het rijtuig behoorde immers hem Eli
sabeth verkeerde nooit laog in twjjfel over
hetgeen haar te doen stond, als zij van de
rechtvaardigheid van de een of anderezaak
overtuigd was. Indien zij had geweten, hoe
alles dieD nacht zou eindigen, tij zou dan
nog liever zelf op den bok zjjn gaan zitten,
of te vcet naar het kasteel zijn gewandeld, dan
langer den toestand te doen blijven, zoo
als hij nn was. Zij had dus alras het ig-
tuigvenster geopend en den graaf verzocht,
bij baar te komen zitten, en hij liet zich
dit geen tweemaal zeggen. Zij schikte ter
zgde, maar hij ging ver in den hoek, om
maar zoo min mogeljjk plaats in te nemen
en haar niet lastig te zgn.
„Rijd nn langzaam, opdat wjj in de duis
ternis en op den slechten weg geen ongeluk
krijgen,* zeide de graaf.
Die aanmaning tot voorzichtigheid wss
overbodig naar het idéé van den onden, grij
zen koetsier, die in al de jaren, dat bij bij
de familie Esillagi in dienst wss, geen en
kel ongeluk had gehad.
Het was dan ook iets anders, wat zijn heer
zoo spreken deed, en de onde begreep maar
al te goed, wat het was. Hjj wist, dat zijn
heer de mooie joffronw gaarne mocht lijden
en geheel andere dingen met haar voor had,
als tot dusverre het geval met andere meis
jes was geweest. Een vrouw te achten was
tot dusverre voor zgn heer een vreemd ge
voel geweest. Hij bad de lichtvaardigheid
in liefdeszaken tot hot uiterste gedreven en
zijn persoon, zijn stand en zgn positie had
den bem den weg daartoe zeer gemakkeljjk
gemaakt.