doen. Binnenlandsch Nieuws. Vergiftiging? Voor eenige dagen stierf te LISSE plotseling, onder verschijnselen, die ver giftiging deden vermoeden, een werk man, Van Diest genaamd. Eene operatie en onderzoek op het lijk brachten dan ook aan het licht, dat de patiënt arsenicum had gebruikt. Ge volg hiervan was, dat de officier van justitie uit Haarlem met andere heeren een onderzoek kwamen instellen. Van uit Sassenheim is een zekere Van Kam pen door de politie gehaald en in ver hoor genomen. Van Kampen was 's avonds bij een zij ner slachtoffers, n. 1. van Diest (want nu schijnt men ook den dood zijner vrouw, die voor eenigen tijd is gestorven, aan on natuurlijke omstandigheden toe te schrij ven) en droeg diensl4-jarig dochtertje op, om melk te halen, waarop hij echter zeide „wacht, ik zal met je mee gaan 1" De melk wordt gehaald en in het teruggaan zal van Kampen de kan wel dragen. Het meisje zag echter, dat hij iets daarin deed, maar vermoedde niet, wat het kon zijn. Thuis zijnde zeide Van Kampen nog tegen het meisje „kom, neem ook een kopje melk !8 maar zij weigerde, zeggende„neen, het is melk van mijn vader 1" Toen nu de justitie ook in deze woning kwam en de moeder wilde ar- reateeren, verklaarde het meisje te zullen zeggen, wat zij wist, wanneer haar moe der niet werd meegenomen, want zjj was onschuldig. Daarop volgde het be zwarende verhaal van het meikhalen. De overledene van Diest was sedert eenige dagen ijjdende aan influenza en daarvoor onder behandeling van dr. Metzlar. Dewijl hij bijna geheel was hersteld, bezocht de dokter hem niet meer. Toen hij nu in den bewusten nacht bij den overledene geroepen werd en de vreeselijke benauwdheden zag, terwijl hulp niet meer kon baten, rees het vermoeden van vergif tiging, dat hij den burgemeester mede deelde. Na gedachtenwisseliug viel de verdenking op M. v. Kampen, te Sas senheim, die den zieke den vorigen avond een langdurig bezoek had ge- bracht. Daarop werd hij door 2 veld wachters van zijn werk gehaaid en dadelijk te Sassenheim in verhoor ge nomen, dat te Lisse werd herhaald en der justitie aanleiding gaf hem ge boeid naar Haarlem te laten brengen. Huiszoeking heeft plaats gehad te Sas senheim en Lisse, waar een en ander verzegeld is, terwijl de woningen voor- loopig door de justitie zijn gesloten. De negen kinderen van v. Kampen, wiens vrouw ongeveer een maand ge leden was overleden, zijn bij familie leden of medelijdenden onder dak ge bracht. Tot beschuldiging van vrouw v. Diest schijnt geen aanleiding te be staan zij heeft haar vrijheid behouden, doch mag niet in haar woDing komen. De officier van justitie ging weer naar Sassenheim en beval de opgraving van het lijk van de in December laatstle- de overleden echtgenoote van M. v. Kampen. Dat lijk werd eveneens ter onderzoek naar het academisch zieken huis te Leiden overgebracht. Een zoontje van den te Lisse onder zoo geheimzinnige omstandigheden o- verleden van Diest is naar het acade misch ziekenhuis te Leiden gebracht, omdat het vermoeden bestaat, dat de jongen, hoe dan ook, eveneens vergif heeft binnengekregen. Gemengd Nieuws. Een grappenmaker. De nog onbekende grappenmaker te Parijs, die reeds meermalen gezeten burgers van onbesproken gedrag tot speelbal maakte van een aantal teleur gestelde leveranciers, huurkoetsiers of gasten, heeft weder van zich doen spre ken. Een rentenier in de Rue de Clichy, die voor zijn zilvereD bruiloft een vrij groot aantal vrienden en kennissen had uitgenoodigd, ontving tot zijne verwon dering „bedankjes" van verschillende lieden, die hij niet genoodigd had maar hij ontgaf het zich. De groote dag kwam. Zijne woniDg schitterde van licht. In de eetzaal stond de fraai versierde tafel ge dekt. Maar zie, behalve de genoodigdeD daagden ook tal van ongevraagden op.Een eindeiooze reeks van rijtuigen vulde de straat. Allerlei dames en heeren in gala traden binnen, voor wie in de verste verte geen plaats was, menschen, die de ren tenier in zijn leven wel eens had ont moet, maar aan wie hij voor zijn feest zelfs niet gedacht had. In zijn wanhoop ging de gastheer boven aan de trap staan om een aanspraak te houden. Hij legde uit, dat hij het slachtoffer moest zijn van een boozen spotvogel en ver klaarde de zaak bij de politie te doen aangeven, wat hij dan ook deed. In welko stemming de ongevraagde gas ten huiswaarts keerden, behoeft men niet te vragen. Dekamervan landbouw voor Silezië heeft zich met een rekest aan den pruisischen minister van land bouw, aangesloten bij het verzoek van verschillende andere kamers en agra rische vereenigingen om de holland- sche grenzen voor den invoer van vee gesloten te houden wegens de ziek te, die nog altijd in Nederland onder het vee heerscht. Honderd getuigen. Een turksche proces-geschiedenis wordt door Kolmar Freiherr v. d. Goltz in zijn „Anatolischen Ausflügen8 verhaald. Een rijk man was in een zeer ge wichtig proces om een groote bezitting gewikkeld. Het geval was echter nog al lastig en op zekeren dag verklaarde de rechter hem Gözüm (mijn oog), uw zaak staat er slecht bijik kan slechts een beslissing te uwen gunste nemen, wanneer ge mij honderd geloofwaardige getuigen meebrengt, die verklaren, dat gij de rechtmatige eigenaar zijt van de bezitting, waarover de quaestie loopt. De eischer gemakshalve noemen wij hem Ali Effendi ging heen, sloeg peinzend de hand aan het voor hoofd en dacht na, wat de rechter wel kon hebben bedoeld, want de Ooster ling zoekt steeds, zelfs achter het een voudigste gezegde, naar een bijgedachte. Plotseling ging bem een licht op Maar wij herhalon hetnoodig is het met, al doet Dr. Kuyper het in zijn ar tikelen nog zoo sterk voorkomen, alsof mj de hand maar behoefde uit te ste ken, om het ministerie omver te wer pen. i® voorloopig slechts anti-revolu- tionnaire geurmakerij. In het lokaal „de Prins M a u rits" van den heer P. Haringbui zen te Nieuwe Niedorp vergaderden woensdagnamiddag j. 1. de leden van de op te richten vereeniging tot bevordering der grosntencaltnur, binevens eenige be langstellenden in dien tak van nijverheid, daartoe opgeroepen door de commissie, in der tijd door de atdeeling „Waard en Groet8 van de H. M. v. L. benoemd, en die naar aanleiding der vergaderingen te N. Niedorp op 5 en te Winkel op 8 Januari een ontwerp der statuten voor de vereeniging had opgemaakt, hetwelk in de ze vergadering zou worden vastgesteld. De heer D. Kuilman, als voorzitter, opende met een krachtig woord de bijeen komst, wijzende op het nut, zoo niet de noodzakelijkheid van zich te vereenigen en hopende, dat de beraadslagingen den bloei dezer omgeving bevorderlijk zouden zijn. Alvorens tot de aitikelsgewijze behan deling der ontwerp-statuten over te gaan, werden deze in haar geheel gelezen, om over de algemeene strekking te beraadsla gen. Het stelseléén groote vereeniging met een Hoofdbestuur en weer verdeeld in afdeelingen met hare besturen vond be strijding 1. bij den heer K. Fries, die meer heii verwachtte van één bond, zoodat geen gevaar bestond, dat de afdeelingen onderling zouden trachten op de algemeene vergade ringen elkander een vlieg af te vangen, wat voorzeker aan de eendracht geen goed zou doen, terwyl spreker dien algemeenen bond een hoogst ervaren practicus wilde laten aanstellen, die op bepaalde dagen inlichtingen verschafte betreffende bouw en verzending van groenten 2. bij den heer Poriedie vreesde, dat de zaken en voorstellen een te groo- ten omweg moesten maken om bij het Hoofdbestuur te komen, waardoor een spoe dige behandeling daarvan werd belemmerd. Tegen deze bezwaren werd aangevoerd 1. door den heer J. Koomen Hz., dat de commissie, deze kwestie overwegende, had gemeend, dat de belangen van een be- paarden joegen in razende snelheid over de hobbelige, donkere straat, rukten de koets hotsend en stootend achter zich aan, die dan ook al spoedig uit de rechte richting ge rakend, geweldig heen en weergeslingerdwerd. Wat wilde de ongelukkige man F Hij kende siehzelf niet meer. Het was hem, als werd hjj door een donker, duister iets gedreven te vernietigen, te verpletteren haar, zichzelf, alles! Altoos razender werd de loop der dieren, immer heftiger het atooten, immer wilder en woester het ge raas; Elisabeth dreigde haar zinnen te verlieten. Plotseling een ruk, een vreese- Ijjk gekraak en het rijtaig lag verbrijzeld aan den kant van het bosch. Op het lawaai volgde een onheilspellende stilte. Men hoorde niets dan het snuiven der dieren, die trillend en met schuim be dekt naast het gebroken rijtaig stonden. Heer en dienaar waren zeker een heel eind ver weggeslingerd geworden, maar zij hadden geen ander leed bekomen dan dat zij na eenige duikelingen een weinig hard in de sneeuw werden neergeploft. Na den ongelukkigen afloop kwam de graaf tot zichrelf, hem scheen het toe, als ont waakte hij uit een ontzettenden, benauwden droom. Met het bewustzijn ontwaakte ook de gedachte aan haar. Waar was lij gebleven Een waanzinnige angst greep hem aan, in groote sprongen rende hy het korte eindje terug. Daar leg zij onder het verpletterde rijtuig, alleen haar boven lichaam vrij. „Elisabeth,8 rirp bij met halfverstikte stem. Geen antwoord, alleen een zacbt trillen. Metbebnip van Misko beproefde hij de over blijfselen van he> rijtuig overeind te zetten. Het dnnrde bijna tien minuten en zjj hadden de handen vol, om bet zware voertuig weer overeind en verwjjderd te krijgen. Een trede en de raderen waren haar over de borst gegaan, zoodoende lag zjj met het bo venlichaam vrij en het geheele gewicht van den zwaren wagen restte op haar beenen. Voor geheele verplettering had de wjjde groote mantel haar beschermd. Toen hy zich over haar hees boog, om baar paald gedeelte van het district beter zou- detv worden behartigd door een daarvoor aangewezen bestuur, dan door de leden, ter wijl die belangen evengoed bij het hoofd bestuur zouden worden ter sprake ge bracht door de uit de aideeliDgen benoem de leden, die in het hoofdbestuur zitting baddeD; 2. door den heer W. C. Visser, dat de vereeniging één geheel wasgeleid door het hoofdbestuur; maar dat de zoo wijd uiteen- loopende locale aangelegenheden een afzon derlijke regeling noodzakelijk maakten, en S. door den voorz., dat kosten zouden kunnen worden bespaard, als de aideelingan voor hare rekening b. v. schuiten, ponten enz. in gebruik namen, terwijl een man als door den heer Fries bedoeld evengoed kon worden aangesteld. Den heer J. Breebaart J)z.t die de vereeniging niet wilde versnipperen, maar b.v. in drie afdeelingenO. Niedorp, N. Niedorp en Winkel, verdoelen, werd mee gedeeld, dat de vereeniging was en bleef één geheel en dat waar de belangen van twee of meer afdeelingen gelijk waren, samengaan niet zou uitblijven. Den heer J. B. Willeen werd op zijne desbetreffende vraag verzekerd, dat een lid der vereeniging niet verplicht was, ook lid van een afdeeling te zijn en dit mocht zijn van welke afdeeling hij wilde. Op verzoek van den heer 3b. Kuilman werd hierna overgegaan tot artikelsgewijs behandeling. In art. 1 vond reeds dadelijk de naam „Niedorper Kogge8 en de zetel „Nieuwe Niedorp" bestrijding bij ie heeren C. Meurs en K. Fries en nog enkele Win- keler heeren, die den naam Waard en Groet8 wensc'nten, omdat de vereeniging was ontstaan door tusschenkomst van „Waard en Groet", en als zetel om de zelfde reden „Winkel", althans niet, „N, Niedorp" enkel omdat dit in het centrum lag. Namens de commissie bepleitte de heer W. C. Fisser het behoud van „Niedorper Kogge8, wijl deze naam het gebied om vatte, waar de vereeniging zou trachten te werken, terwijl „Waard en Groet" vaak aanleiding tot verwarring zou geven wet de afdeeling der H. M. v. L. van dien uaam. Ook was de zetel „Nieuwe Nie dorp" als middelpunt van de „Niedorper Kogge8 gerechtvaardigd. Artikel 1 werd dan ook zonder wijzi ging vastgesteld. Na zeer uitgebreide discussiëD, waaraan door vele leden werd deelgenomen en die tengevolge hadden, dat o. a. art. 13, waarin werd bepaald, dat de leden van het hoofdbestuur dadelijk na aftreding op te heffen, leide zij zacht, zwak en nauwe lijks hoorbaar„Boer mij niet aan, want liever wil ik sterven, dan door u geholpen te worden.8 Toen stortte Graaf Geza voor haar op de kuieëu en met een stem, die door merg en been ging, met een stem, waarin devreese- lijkste vertwijfeling lsg, riep bij „In naam der eeuwige barmhartigheid, laat mij u red den 1 Haat en veracht mij, als een wild dier, maar neem nu mijn bulp aan, wan neer ge niet wilt, dat ik myielf voor uwe oogen zal dooden.8 Hij kon niet verder spreken; wat men niet voor mogelijk tou hebben gebonden, gebeurde een luid snikken ontwrong zioh aan de borst van den wilden man. Yoor deze vreeselijke smart, deze groote vertwijfeling verdween de toorn uit baar hart. „Ik heb mij niet zoo bezeerd, als ge ge looft,8 zeide zij. Hoe/eer zjj zich ook dwong,rustig te spreken, men merkte duidelijk, dat baar stem van opgewondenheid beefde. „Ik kan mij niet bewegen en mijn beenen doen zoo'n pijn. „Wilt ge mij oprichten P" vroeg zij. .Wellicht wordt bet my daardoor gemakkelijker.' Hij tilde haar op, Het door Misko een ge deelte van het gebroken rjjtnig tot zitplaats inrichten, spreidde den pelsmantel daarover uit en liet haar daarop plaats nemen. „Ziet ge, bet gaat al weder heel goed," zeide zij met zelfverloochening. Haar stem klonk mat en siddering op siddering deed haar lichaam beven. Hij nam zijn mantel van de schouders en wikkelde haar daarin. Hij kon door het vele leed niet spreken, de keel was hem als dichtgesnoerd. De zelfverachting en de toorn tegen tich. zelf brandden als een verterend vnnr in zijn hart en bij had zich het liefst een kogel door den kop gejasgd. Misko sparde een der paarden uit, sprong daarop en wilde van het s'ot holpgaan ba len. De vermaning van zijn beer, om haast te maken, hoorde by nauwelijks meer. Hy was spoedig in de duisternis verdwenen en men hoorde in de stilte van den nacht den ra- herkiesbaar waren, op voorstel van den I beer 3. Porte zoodanig weid gewijzigd, dat deze bepaling alleen geldt voor den voorzitter, secretaris en penningmeester; en art. 30, nevens het hoofdbestuur en een afdeeliog, ook aan 10 leden het recht gaf, wetswijziging voor te stellen wtrd ten slotte het geheele ontwerp, bestaande uit 32 artikelen, vastgesteld. (Onderlusschen hadden velen de verga dering reeds verlaten). Vervolgens werden bij stemming en niet, zooals de heer Onnekes had gewild, bij acclamatie) de commissieleden, de hee ren K. Breebaart 3z., 3. Koomen Hz-, 1F C. Fisser, D. Kuilman en 3. L. Slrijbis tot hoofdbestuurders benoemd, terwijl ook de heeren 3. Porte en 3. O. van Eden als zoodanig gekozen werden. Een schrijven van den heer P. Schaap te Winkel betreffende het aanleggen vau proefvelden zou in een volgende, meer complete vergadering behandeld worden. Hierna sloot de voorzitter de bijeen komst, met dank voor opkomst en belang stelling, dank ook aan de commissie die te Winkel het ledental zoo had uitge breid en met goede hoop voor de toe komst. zenden galop van zijn paard. Geza stond zwijgend voor Elisabeth. Zijn handen waren ineen geprest en een leed, een vertwijfeling was hem in het hart, dat by geen woorden kon vinden om zich uit te drukken. Onafgebroken viel de regen neder, nevels verborgen de wolken aan ban oog. Geen ster, die hen een vriendelijken groet zond. Alles zwart, duister, onaangenaam, geen ge luid werd gehoord dan nu en dan een en kele windstoot of een schrille kreet van een naohtvogel. Hij voelde niets van de natte konde, die hem door alle leden moest dringen, niet den snijdenden wind, die om zijn onbedekt hoofd woei, want de mats was hem van het hoofd ge vallen en het was hem nog niet in de gedachten gekomen er naar te zoeken. Minuut opminuut ging voorbij, ieder scheen voor hem een eeuw gelijk te zijn. Eindelijk kon hy het niet langer verdragen. Iedere minuut, lan ger doorgebracht op het vrije veld, in sneenw en regen, door den wind vrjj begroet, ver meerderde bet gevaar. Hij wilde baar in zijne armen naar het slot dragen. Als by zich over haar heenbeog, bemerkte hij, dat zij in onmacht lag, Hij deed geen uitroep, hij sprak geen woord, maar hy deed zichzelf den eed: wan neer zij dcod was, zou de komende morgen hem ook niet levend meer zien. Hij wik kelde haar zorgvnldig in haar mastel, tilde haar in zijne armen en begon naar boven te klimmen. Hij was een sterke man en in dit oogenblik weiden zijne krachten als vertior.dubbeld. De steile weg, die near den heuvel voerde, was evenwel met ijs en sneeuw bedekt, bij iedere sobrede gleed hij uit of zonk een kniehoog in de losse massa. Zijne slapen en polsen klopten en hamerden en bet koude zweet bedekte zjjn gelaat. Einde)j)k bad hy de landstraat bereikt. Eenige oogenblikken leunde by, diep adem halend en met gesloten oogen, tegen een boom, vervolgens schreed hy verder. Of bij het ten einde ron brengen P Hy twijfelde er dikwijls zelf aan, wanneer zijn stap langzamer en langzamer werd, zijn knieën begonnen te knikken, de adem raoeilyk en zwaar zijn borst deed op en neder gaan en bij soms midden op den straatweg moest blijven staan. Maar telkens weer verzamelde bij zijne krachten en schreed verder met don onboweeglijken last op de schouders, en die last scheen telkens en telkens zwaarder te worden. Wat hem bij alle wilde gedachten, die door zijn brein stormden, een soort van doffe ge ruststelling gaf, was bet vaste besluit, haar niet te znllen overleven. Geen macht der aarde kon hem dwingen, haar dood slechts maar een nur te betreuren. Zoo kon er ongeveer een nor zijn verloopen. Hem soheen het een eindelooie tijdbij wist naowelyks meer, waar hjj begonnen was en boe lang het reeds geduurd had. Hij hield baar als een kind in de armen en haar hoofd rustte op zijn borst. Zijne ledematen begonnen te beven en sidderen en een nevel lag weldra voor zijne oogen- Hij bed het gevoel, als sluimerde hij zachtkens in, stil en zonder pijn 1 Daar klonk eeDklaps in de verte bet gedruis van raderen 1 Geta spande zijn laatste krachten in en luisterde. Het was geene zinsbegooche ling, het kwam immers nader en met ra- zenden spoed. Daar flikkerde het licht der lantaarns reeds op in de veite. De graaf deed nog eenige schreden en zonk met zijn last neder juist toen het rütnig bij hem stil hield. Sanna en nog een bediende waren meege komen, ook dekens en kuBseos had de gra vin meegestuurd. Men legde Elisabeth warmen zacht neder zij had er geen denk beeld van en bemerkte niets maar ook de graaf bevond zieb in een verdoofden toestand. Men moest hem in bet rijtaig belpen, daar zonk bij in halve bewusteloosheid in elkaar. Langzasm en voorzichtig reed Misko, de bediende ging met een fakkel voorop om den weg aan te geven, en de morgen sche merde reeds toen zjj op het slot aankwamen. HOOFDSTUK XV. IJs en sneenw waren gesmolten, zonne stralen hadden dat doen verdwjjnen ook had de rivier zich weder van hare boeien ver lost, die nu helder en vrooljjk in het lente- licht voortstroomde. De toppen der Kar paten hadden zich in glanzende kleuren ge kleed violet, roodbruin, blauw en grijs schemerden dooreen, terwyl van de hoogste foppen de eenwige sneeuw lichtte. Op de velden liet het jonge saad de voort brengselen reeds aanschouwen, de bladbnop- pen der boomen hadden de bruine, harige kelken doen springen en blad op blad kwam uit zyn oei te voorschijn en ont plooide zich, het zonlicht begroetend. Het was reeds lang lente geworden, en in het slot worstelde nog altoos een jong menschenleven met de schaduw des doods, en die mensch had geen denkbeeld achter de neer gelaten gordijnen van zon of lente. Een zwa re hersenziekte was het gevolg by Elisa beth geweest van den verschrikkeliikennaeht en wekenlang wist zij niets van de wereld en wat daarop was. De ziekte was met znlk een hevigheid opgetreden, dat de arls bijna alle hoop opgaf, en toen haar krachtige na tuur eindelijk toch de overwinning behaalde, noemde hij 't een geschenk des hemels. E- lisabeth genas, maar zeer langzaam; maar niet slechts deze ziekte was te overwinnen, want ook hare beenen hadden door den val veel geleden, een zwakfe en loomheid was daarin achter gebleven, die haar lang het gaan belette. Gravin Helene wist, wie het ongeluk had veroorzaakt, maar niet, waardoor het was ontstaan. Misko, die do woordenwisseling in het rij tuig bsd gehoord en ofschoon den inhoud niet begrijpende, die zaak toch op zyn wys zioh voorstellende, zweeg daarover als het graf, Hy zeide slechts, dat de graaf gereden had en het rijtuig van den weg was gestort. De gravin kon haar zoon in *t geheel niet daarover ter verantwoording roepen, hy was de eerste dagen zelt in een toestand, die eveneens het doorbreken van een zwa re ziekte liet verwachten. Dat gebeurde evenwel niei, zyn natuur was te krachtig; ook was het meer een stoornis in zjjn zielstoestand geweest, dan een verkeerd verschijnsel in syne gezond heid, en ofschoon deze wel eenigssins was gesohokt, was dat toch weder spoedig in or-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 6