Donderdag 17 Februari 1398.
42ste Jaargang No. 3284.
Het leven eeiier
edele vrouw.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: SCHIGKN, JLaan, D 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WINKEL.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60.
Aizonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
hom aangenomen.
VORLT VERVOLGD.
SGHAGËR
AlltllEI lïillTt
COURANT.
AimttiliB- k Laidbonhlal
Onze gemeente zal op maandag 21 Februari a. s.
de eer genieten, een bezoek te ontvangen van «enige
hooggeplaatste heeren, onder welke de Commissaris
der Koningin en de Directeur-G«neraal van Landbouw
als representant vau zijne Excellentie, den heer Minis
ter van Binnenlandsche Zaken, en dat wel met het
oog op de plechtige inwijding van het gebouw der
Bjjkslandbouwwinterscbool.
Als een bewijs van onze ingenomenheid met dit
bezoek en van onze belangstelling in eene inrichting,
waar wij anderen met trots op kunnen wijzen, en die
niet slechts voor den landman, doch ook voor
onze gemeente van groot belang genoemd mag worden,
noodig ik de ingezetenen uit, op bovengemelden dag
te willen vlaggen.
Schagen, 12 Februari 1898.
De Burgemeester,
S. BEKMAN".
In het lokaal van den heer C. Kieft te
Winkel waren op vrijdag 11 Februari 1898
zooveel menschen bijeen, dat velen zich met
een staanplaats moesten vergenoegen.
Het lokaal was geheel gevuld, zoodat het
aantal op wel 300 personen kon worden
geschat. De heer Schermerhorn van
Nieuwe Niedorp heette de aanwezigen welkom
en vond het aangenaam, dat zoovelen waren
opgekomen. Het doel van deze vergadering
was ieder, die de Schager Courant gelezen
had, bekend en nu werd zij niet gehouden,
omdat in Winkel meer wordt gedronken
dan in andere plaatsen, maar omdat er
evengoed als in andere plaatsen wordt ge
dronken en wij moeten, zeide spreker,o v e r al
menschen hebben, die met ons strijden. Hij
hoopte, dat allen zouden luisteren als ern
stige menschen, die niet vragen, hoe wordt
gesproken, maar wat, die vragenwaar is
de waarheid Moet worden voortgegaan met
diinken of is drinken slecht? De heer Mel-
c h e r s Yan Zuidscharwoude besprak nu den
strijd tegen de verderfljjke drinkgewoonte,
dien ieder moet aanbinden, die de ellende,
door den drank ontstaaD, kent. Hü toonde
aan, hoe het verleden, het heden en de
toekomst op elkander invloed uitoefenen en
hoe goede of slechte gewoonten der ouders
overgaan op de kinderen. Onderwijzers in
de steden weten ze aan te wijzen de kinde
ren der dronkaards, kenbaar niet alleen
15.
„Ik beb die lok bewaard," antwoordde
de verpleegster, na een oogenblik te hebben
gezwegen en al haar best doende, om er
onbevangen nit te zien- „Ik dacht, dat
de gewonde er naar zon kannen verlangen,
wanneer hjj in leven bleef.*
„Ge zijt als altijd even zorgzaam, en denkt
aan alleB.* De toon was goedig, evenals
altijd, maar een guitige plagerij was daarin
toch te bespeuren.
Zjj snelde weg, minder nit verlangen om
het gevraagde te balen, dan om nit de nabjjheid
van den ouden dokter weg te komen.
„Gg hebt mij lang laten wachten," zeide
de oude heer, toen ug met het verlangde
terugkeerde.
„Ik kon de lok niet dadelijk vinden."
„No, het wachten wordt eenigszins ver
goed. Wat een pracht," bij hield het haar
tegen het lioht. „Hoe lang, hoe zacbt en
welk een soboone kleur. Nu kan ik het
den armen schelm niet kwalijk nemen, dat hij
haar niet wilde missen. Maar weet ge," ging
hjj voort, en nu fonkelden de grijze oogen
met een guitige uitdrukking van aohler de bril-
leglazen, „het haar gelgkl op dat van n als
de eene droppel water op den anderen.
Merkwaardig, heel merkwaardig." Vervolgens
lachte hij voor zich been, zooals gewoonlijk
aijne gewoonte was als hjj recht verheugd
was en streelde baar daarbjj de wangen en
ging heen.
HOOFDSTUK XX.
Den volgenden dag gaf de arls den kran
ke het verlorene en deae dankte hem daar
zoo vurig voor, als bad hij hem het dier
baarste wedergegeven. Eenigo degen
werkte het teruggekregene kalmeerend op
den zieke, ja men zag, hoe bij dagelijks be
ter werd. Doch dat duurde niet laDg. De
onde onrast trad weder in, dia zich bijna
tot koortsachtige opgewondenheid vererger
de. Hem pijnigde iets. Hg scheen iets te
verwachten, iets wat gebeuren moest. Zoo
dikwijls de dear openging, hief hg hot hoofd
op met eene uitdrukking van verwachting,
om het vervolgens znehtend en teleurgesteld
weder te laten zakken. Dikwgls informeer
de bg bg de non naar tgn vorige verpleeg
ster, die nu, sedert bg genas, den drempel
van zgu oei niet meer overschreed.
aan de havelooze kleeding, maar ook aan
hun stompzinnigheid, hun idiotisme. Spreker
heeft 't gezien, hoe eene vrouw voor een
kroeg stond te Amsterdam, haar man smee-
kende, mede te gaan, en als antwoord een
trap ontving. Hoe is die man, die eens
zooveel liefde had voor zjjne vrouw, zoo
geworden Door den drank. Zou hjj haar
mishandeld hébben, toen hg nuchter was?
Van al die ellende is de drank de schuld.
En waarom blgft ge dan toch drinken?Niet
voor verwarming, niet voor afkoeling, maar
omdat ge den drank zoo graag lust. Het is
er mee als met een Amsterdammer, een heel
netten mgnheer, die, als hg met de boot
naar Zaandam ging, en dat gebeurde vaak,
steeds een cognacje moest hebben voor
zgn koude voeten.
De man had altgd koude voeten, om een
reden te hebben tot drinken. Wg strgden
niet tegen den vorm, waarin de alco
hol gebruikt wordt, maar tegen den al
cohol zelf, die de kracht, het gevoel,
de zelfbeheersching aantast en de
spieren verlamt. Geef een hond ster
ken drank, hg zal hem voor de tweede
maal niet nemen, doch de mensch wel, niet
tegenstaande hg de uitwerking ervan weet.
Het gebruik van alcohol is de oorzaak van
'/s der bevolking van de krankzinnigenge
stichten en 70 percent van de bevolking der
gevangenissen. Drinken verderft. "Wilt ge
rein zgn, drink dan niet meer, wilt ge het
volk voor sufheid bewaren, werk dan mede,
dat 't den borrel laat staan. Jarenlang heeft
men gepredikt matigheid, afschaffing, en
toch zgn er in ons land nog 60 duizend
dronkaards. En wat zullen hunne kinderen
worden Als men ouders meedeelde, uw
kind zal een dronkaard worden, dan zouden
zg vragen, wat te doen om dat kwaad te
voorkomen Er is maar één antwoord
onthouding. Geen afschaffing van sterke
dranken en de bierellende laten bestaan:
matigheid en alcohol gaan niet gepaard,
evenmin als sneeuw en zonnewarmte. Een
matige drinker wordt een stevige drinker,
een pimpelaar, zegt men in Amsterdam.
Hét gaat o zoo geleidelgk, vooral door dat
aanmoedigen alsop één been kan je niet
loopen. De drinkgewoonte bestaat, heeft
burgerschap gekregen. Daarom moet er naar
middelen omgezien worden om die hand over
hand toenemende gewoonte tegen te gaan.
Door de drinkgewoonte gaat 't geslacht
achteruit, wordt zwakker. Wilt ge dat,
drink dan, maar dan is 't ook uw schuld.
Wilt ge dien achteruitgang, die verzwakking
niet, breek dan met de drinkgewoonte, doe
er niet meer aan mee. Ge weet het allen,
dat rattenkruit een zwaar vergif is en met
eenige huivering zoudt ge het in uw handen
nemen. En ook de alcohol is vergif.' Hebt
ge liefde in uw hart voor anderen, wacht u
Zuster Martha zeide, dat er eenige zeer
zware zieken in het klooster waren en daar
zuster Charitas het hoogste vertrouwen ge
noot, kreeg zij altoos ook de gevaarlijkste
patiënten ook ging zij zeer veel naar de
in de nabijheid liggende pachthoeven en land
huizen, om daar de zieken te bezoeken.
Op een zekeren dag vroeg de gewonde
den dokter, wie de lok in bewaring had gehad.
„Eeno van de zusters," gaf dese tot ant
woord.
De dokter was niet zonder verlegenheid.
Hjj wist, dat het meisje onbekend wilde blij
ven. Hij kende de redenen van deze han
delwijze niet, maar het karakter van bet
meisje genoeg, om die redenen te eerbiedi
gen zonder dat hij ze kende.
„Lnister nog eenige minnten naar mjj 1*
verzocht de jonge man en richtte zijne don
kere oogen vorschend op het gelaat van den
dokter, „is het mogelijk, dat wij in eene
ziekte, als alle onze zinnen met een dichten
nevel omhuld zgn, van iets een half besef
kuonen hebben en dit pont vasthouden on
der alle ellende, die onze ziekte met zieh
brengt, ja het als de eerste gedachte met
ons nieuw bewnstzyn medebrengen
„Wanneer het een gedachte is, die vóór
ons ziek worden het geheele zieleleven
bebeersobt, dan behoort zoo iets niet tot de
onmogelijkheden," antwoordde de dokter,
wiens belangstelling bij de vraag van den
zieke weer was verlevendigd.
„Dan heb ik bet ook niet gedroomd f*
riep de jonge man, overtuigd en zeker.
„Waarover spreekt geP" vraagt de onde
heer.
„Gij zult het weten, dokter," zeide de
vreemde na een poos stil te hebben nage
dacht, „want eenmaal moet het lioht om mij
heen worden, wil ik big ven leven. Ik zocht
sedert vier jaren een meisje
zonder het (e kannen vinden.
Dat doel deed mg den dienst myns keizers
verlaten, ik ben oostenrgksoh officier en
wilde aan den oorlog deelnemen want ik
dacht, waar zelfopoffering en edelmoedigheid
worden geëiBoht, is zg, en wellicht zal een
gunstig toeval mg met haar samenvoeren.
En zie,' ging de jonge man voort en syne
bleeke wangen kleurden zioh, „den eersten
dag dat ik hier lag, bad ik een flauw besef
van hare nabgbeid.
„Legden nevelen zieh om mgn geest, joeg
een gloeiend vunr mij door het hart, be
angstigden de sehrikkehjkste gestalten
mij, altoos zag ik hare trekken, nu eens
flauw en onduidelijk, dan weder helder
maar bot bleet loch altoos haar gelaat. En
eenmaal, toen mijn lijden het hoogst
waa, toen een razerny mij aangreep,
toen voelde ik heel duideljjk den straal van
er dan voor elkaar dat vergif aan te bieden.
Hoopt ge, dat een volgend geslacht
gelukkiger zal zjjn met minder strijd en
minder zorg, neemt dan de groote aanleiding
tot het kwaad weg. En zoo ge vader zijt,
drink dan nooit een glas in 't bijzijn van
uw kind, want 't kind denkt; wat vader doet
is goed. Doet daarom allen deze daad, de
daad, die binnen uw bereik valt, wordt
onthouders. Applaus!
Prof. Van Rees besprak de wetenschappe
lijke zijde van het vraagstuk en toonde aan,
dat de alcohol verderfljjk op 't lichaam
moet werken, waarbij 't weinig verschil
maakt in hoeveelheid, of hij in wijn, bier,
jenever, enz. in 't lichaam komt. Bier is
tienmaal verdund, maar wordt ook gebruikt
in tienmaal grootere glazen dan jenever.
Vele gegoeden drinken dagelijks flesch
wjjn, volstrekt niet om den dorst te les-
schen, evenmin als de bierdrinkers. Alcohol
verbrandt in 't lichaam. De lichaamswarmte
is in den zomer en in den winter en overal
dezelfde, §7" Celsius. Veel verandering in
temperatuur kan 't lichaam niet velen zonder
schade36" is heel koud, een koorts van
40", 41° doet 't sterven. Dat 't lichaam
warm blijft als 't vriest, komt door 't voed
sel, dat 't in zich opneemt, welk voedsel een
verandering ondergaat, evenals de brandstof
fen inde kachel, het verbrandt, maar zonder
vlam. Als 't lichaam honger lijdt, verbrandt
't zich zelf, 't wordt magerder. Het gaat
met alcohol in 't lichaam, als met stroo in
een kachel, de verbranding is hevig, geeft
veel hitte, maar voor een oogenblik, goede
voeding werkt als brandstof in een vulkachel,
die 24 uur kan branden, gelijkmatig. Voor
die verbranding is noodig zuurstof, die on
geveer V« van de dampkringslucht uitmaakt,
waarvan het overige hoofdzakelijk stikstof is.
Die zuurstof wordt in het lichaam gebracht
door de ademhaling. Er ontstaat een ver
binding van koolstof en zuurstof, is kool
zuur, schadelijk voor 't lichaam, dat door de
uitademing ervan bevrijd wordt. De ver
branding van den alcohol is zoo hevig, dat
de ademhaling geen voldoende hoeveelheid
zuurstof kan toevoeren, zoodat de verschil
lende weefsels, die voor hun verrichtingen
zuurstof noodig hebben, in hun werking
worden belemmerd. Gebrek aan zuurstof j
in de fijnste deelen der hersenen brengt
stoornis in 't denken, 't voelen, maakt ein
delijk bewusteloos. Alcohol, zegt men, ver
warmt, maar dat is zelfbedrog, want door
den alcohol is de bloedstroom naar de huid
grooter, die huid wordt dus warmer, doch
't lichaam koeler. Menschen, die zwaar
werk moeten verrichten, nemen een borrel
om kracht te krijgen, zij meenen, dat ze
daardoor geen moeheid voelen, doch de al
cohol verdooft het gevoel van moeheid en
de nadeelen blijven niet uit. Beter is het,
haar oog, boorde in mijn geest bet zacht
gefluisterd„Wees rurtig, ik ben bg u."
Eq ik werd rustig. Mg was het, als verjoeg
een lieflgke band al die verschrikkingen,
mgn wild, bruisend bloed vloeide weldra kal
mer door mgn aderen en een verkwikkend
iets legde sieh op myne zinnen, daarna
verdween alles."
De jonge man zweeg nitgepnt. Hij leunde
achterover en sloot een oogwenk de oogen.
„Heb ik gedroomd, dokter, of niet?"
vroeg hg daarna zacht.
Deze was bewogen, niet slechts zijne be
langstelling als dokter was opgewekt, ook
zgn braaf, menschlievend hart klopte vol
medegevoel voor dezen arme. Hem roerde
ds grootheid en diepte in die liefde en hoe
vol gebeurtenissen en emoties zgn leven ook
was geweest, roo iets was hem nog nooit
voorgevallen. Ed toch antwoordde bg ont
wakend
„Dat kan ik niet weten. Ik sprak van
de mogelgkheid in 't algemeen. Of dat bg
het geval is geweest, kan ik niet weten,
daar ik het meisje niet ken, dat ge zoekt."
„Is er geen enkele onder de verpleegsters
die Elisabeth Werner heet P* Zijne stem
beefde, toen hg dien naam uitsprak.
„Wg kennen van de meesten slechts de
voornamen, ook veranderen velen die,wanneer
zg dit beroep aanvaarden. Er zgn hier
eenige zusters, die Elisabeth heelen. Het
getal der verpleegsters is groot, doch sy
zgn niet allen in bet klooster werkzaam
Velen zgn in boerenhuizen of dergelyke ge
bouwtjes, die voor lazaretten zgn ingericht.
Mijn raad voor n is deze, mijnheer," ging
hg hartelgk voort, terwgl bg opstond. „Tracht
vooreerst gezond te worden en verban alle
opwindende gedachten, die de genezing
kunnen verhinderen. Wanneer gg weder
gezond zyt, kunt gg er u zelf van over
tuigen, ol de dame, die gg zoekt, hier of in
een andere inrichting is, of niet."
HOOFDSTUK XXI.
Dagen met meer dan drnkke bezigheden
en beslommeringen volgden elkander op. Er
waren eenige zeer ernstige zieken in het
klooster en andere behuizingen. Het was
niet een bloote uitvlucht van den dokter
geweest, toen bg wees op de bezigheid der
zusters ook buiten bet klooster. Het was
waarlijk zoo. Tyd en opmerkzaamheid der
dokters werd geheel door hun ambtsbezig
heden ingenomen, zoodat er goen tgd was
voor andere zaken. Eindelgk kwam er een
kentering, een paar vrije dagen volgden en
ook het nur, waarop de dokter Elisabeth
Werner alles, wat bg met den zieke had
gesproken, kon mededeelen.
een glas suikerwater te nemen, of nu en
dan een klontje suiker, zooals fietsrijders
dat doen.
Proefnemingen hebben aangetoond, dat 't
gebruik van alcohol de krachten doet ver
minderen en dat 't denkvermogen er door ach
teruitgaat. Maar vooral is ook een groot
kwaad, de bedwelming van den zedeljjken
mensch. Wie nuchter is, gunt zich den tijd
om zijn woorden te wikken en te wegen,
voor hjj ze uit, na het gebruik van alcohol
neemt hjj het niet zoo nauw, vandaar de
naam moedwater voor jenever. Het
meeste kwaad wordt gedaan na 't gebruik
van alcohol, de aardigheden van een treurig
gehalte, die men zich, nuchter zjjnde, aan de
ontbjjttafel inden familiekring zou schamen,
worden dan zonder blozen geuit. De dronk
aard went aan den borrel, hjj went aan de
koolzuurbedwelming evenals wjj heden ge
wend zjjn aan het koolzuurgehalte in deze
zaal, waarin een vogel, plotseling uit de
frissche buitenlucht komende aanvliegen,
zeer waarschjjnljjk zou nedervallen. Het
bierdrinken in ons land, 't moge dan niet
zoo erg zjjn als in Engeland, België Duitsch-
land, vooral Beieren, neemt toe en het
bierdrinken leidt tot jeneverdrinken. In
München wordt het drinken van 5 tot 7 L.
bier per dag matig genoemd, ja een gebruik
van 10 L. per dag door één persoon komt
daar veel voor.
In een ziekenhuis was daar van de 4 over
ledenen 1 tengevolge van biermisbruik en
die een was toch geen erkend dronkaard.
Met 't toenemen van 't alcoholgebruik
neemt 't aantal krankzinnigen toe. En de
geneesheeren doen nog te weinig mee in
den strjjd, slechts een 35 tal heeft zich aan
onze zjjde geschaard. Spreker hoopte, dat
als de geneesheer alcohol bij een patiënt
noodig oordeelt, hjj er mede handelen zal
als met rattenkruit, dus volgens recept, en
hjj hoopte van harte, dat de alcohol door
de aanwezigen niet meer als een vriend zou
worden beschouwd. Applaus I
De heer Schermerhorn deelde mede,
hoe zjj, onthouders, veel ellende vernemen,
hoe den aanwezigen de haren te berge zouden
rjjzen als ze vernamen, wat hun dikwjjis
wordt meegedeeld. Hjj schilderde 't leven
van de vrouw des dronkaards als een door
loopenden angst en ongerustheid, hij toonde
aan, dat de matige drinker 't meeste kwaad
doet, de zoogenaamde fatsoenljjke mensch,
die zegt: niet mjj moet je hebben, ik ben
matig, braaf, maar hem, dien drinker. En
juist die matige drinker houdt 't drinken
aan den gang, hjj is de verleider in de
maatschappjj.
Een dronkaard navolgen, men zou het
niet willen, maar een fatsoenlijken drinker
wel, en de fatsoenljjke drinkers kunnen niet
matig big ven.
Zij was zeer aangedaan.
„Hoe is het mogelgk!" riep zg buiten
ziohzelve.
„Bij de grootheid en sterkte van zulk een
gevoel is niets onroogelyk. Hoed mij niet
voor bemoeiziek. Ware belangstelling voor
u doet mg zoo spreken. Want ik weet alles
nit zgn mond. Hij zooht u reeds sedert
vier jaren. De gedachte aan u doed hem
deelnemen aan dezen oorlog. Bij zulk
een sterk gevoel zgn die ziektever-
schgnselen niets bijzonders. Doch gij stelt
geen belang in dit geneesknndig geval, voor o
is van meer waarde de gedachte, dat gg hier
geen oogenblik zeker zijt. Hg kon in een
onbewaakt oogenblik zgn oei verlaten en n
ontmoeten."
„Wat te doen, lieve God, wat te doen P"
Zg scheen niet te weten, wat zg moest
beginnen.
Hjj nam haar vriendelgk bij de hand.
„Wilt gg vertrouwen in mg stellon P Gg
zeidet mg eens, voor maanden terog, dat
ge wees waart, daar ge als laatsten bloed
verwant uw oom verloort. Ziet ge, lief kind,
ik bad ook vroow en kind en heb beide
na een kort gelnk aan den dood moeten af
staan, Mgne dochter zou van uw leeftijd
zgn, als zg nog leefde. Ik ben een onde
man, alleen op de wereld, die tot dusverre
alleen voor zijn beroep heeft geleefd, nadat
hij die beiden had verloren. Gg hebt mgn
bart wederom verwarmd, een nienw leven
gegeven. Dank na, dat een lieihebbende
vader n ter zyde staat en stel vertrouwen
in mg. Wilt ge
„Ik wil 1" Zg gaf hem vast en innig de
hand.
„Waarom legt ge dien jongen man dit
offer opP"
„Omdat geene gelukkige oplossing te ho
pen is. Daar n alles weet, keet ge ook bet
verschil in stand tusscben ons. Hg is van
onden hongaarscben adel, graaf; ik ben een
meisje van burgorafkomst."
„Een neiging als de zgne zal heel ge
makkelijk in staat zyn, deze zwarigheid te
overwinnen."
„Ik gaf zijne moeder de belofte, hem nooit
weer te zien en ik zal mgn woord
honden."
„Hoe kont ge dat P Wat heeft n er toe
bewogen, zoo grootmoedig tegenover de moe
der en zoo wreed tegenover den zoon te
zgn
„Zij zwoer op den dag te
sterven, waarop ik de vrouw van baar toon
werd, en ik wist, dat zg woord honden zou,
Kon ik mg tot zulk een prys mgn ge
lnk koopen f*
„Dat mocht ge niet." Hg legde diep
bewogen de band op haar hoofd. „Maar
Er is geen drinkvr jjheid, maar drinkdwang.
Een voorbeeld. Ik stel me voor bjj iemand
te gast te zjjn gevraagd. Er komt drank
op tafel. Men wil inschenken. Dank u, ik
drink niet. Hè, drinkt u niet?? Neen, ik
ben onthouder. En men vindt 't gek, 't
niet drinken. Het eten wordt opgebracht,
aardappelen, appeltjes enz. Ik bedank voor
appeltjes, daar houd ik niet van. En nie
mand vindt 't gek, dat ik geen appeltjes
lust, niemand zal mjj pressen tot 't eten
van appeltjes, wat met den borrel wel 't
geval is. Men heeft zich er over verwonderd,
dat ik niet dronk, hjj heeft een goed trak
tement en hjj drinkt niet eens, zei men.
Dat is de drink-dwang. En die is in
Winkel evengoed als elders. Gjj allen weet
het, dat alcohol een verderf is en wat reden
hebt ge dan, om te bljjven drinken? De
gewoonte Onderwerp u gerust aan een
gewoonte, maar dan moet ze een goede zjjn.
Dan zjjt ge een zegen voor de maatschappij.
Stel u voor een maatschappjj zonder drank,
wat een slagboom voor de beschaving zou
den weg zjjn, wat een zee van ljjden zou
dan niet meer bestaan, wat een groot aan
tal gelukkige gezinnen zou er dan zjjn. Eén
zandkorrel vermag niet veel,maar duizenden
vormen duinen, die de zee keerën. Zoo ook
met de onthouders, 't Aantal moge nog
niet groot zgn, slechts 20.000 in ons land,
maar we winnen. En zoo zjjn we ook vol
vertrouwen in Winkel gekomen, Het is een
moeiljjke post, een vesting, die met kracht
moet bestormd worden, maar we komen na
dezen tweeden aanval nog wel eens weer en
we hopen menschen te vinden, tot wier
harten we kunnen spreken, wier harten
geopend zjjn tot den heiligen strjjd. Applausl
Yan de gelegenheid tot 't doen van vragen
werd door niemand gebruik gemaakt, zoodat
deheerMelchers met een hartelijk woord
van opwekking tot 't streven naar geluk
door te doen, wat onder ieders bereik is, de
bijeenkomst sloot.
De vroeger zoo bekende
Rederijkerskanaer te Sint Maarten be
gint weer teekenen van leven te geven.
Vele vroegere krachten hebben zich ver-
eenigd en met jongere verbonden tot een
nieuwe vereeniging, die reeds met Paschen
a. s. een tooneelwerk denkt op te voeren
naar ons wordt miegedeeld het vroeger
zoo geroemde: »De sleutel der Secretaire."
De heer P. R. A. v. Meurr, candidast te
Breda, heeft het beroep naar Barsinger-
juist 't geen wat gg niet mocht, maakte n tot
wat ge zg't. Wist ge, dat hg naar n
zocht P" vroeg hg daarna.
Zg ontkende. „Ik hoorde gedurende ja
ren niets van hem. De ziekte van mgn
oom riep mg in da lente naar huis, daarna brak
de oorlog nitsedert dien tgd heb ik mg
aan deze roeping gewyd."
„Wellicht hebben na dien tijd de om
standigheden zich veranderd," sprak de
dokter, zelf door hoop vervuld. „Wellicht
leeft de trotsche vrouw niet meer, of wan
neer ze leeft, heeft haar noon haar wellicht fot
andere gedachten gebracht. Een moederhart
kan niet lang weerstand bieden, al is het nog
zoo wederspannig en trotscb. Is hg de
eenige zoon P*
„De eenige. De vader stierf voor lange
jaren als het slachtoffer van bincenland-
sobe woelingen. De eenige dochter der gravin
werd haar vroeg ontrokt. Zij vluchtte met een
jonkman van bnrgerafstand en stierf in den
vreemde, jong en in de diepste ellende."
„Zeker een hoogst zeldsaam noodlot, dat
deze familie vervolgt. Is dat op uw besluit
van invloed geweest
„Neen, mgn vriend, het was de vreeselg-
ke prijs, dien de gravin stelde.
Daarby voelde ik ook medelgden.
Hoezeer ik ook hare vooroordeelen veraf
schuwde, wilde ik toeb niet degene zgn, dia
de oude, zware beproefde vronw den laatsten
slag toebraoht."
„Mijn lief kind," antwoordde de dokter,
na langen tgd gezwegen te hebben. „Trots
alles, wat ge mg gezegd hebt, blgft mg alleen
over, n hierop te wg;en:de scheiding nog
langer te doen doren, is niet alleen on
rechtvaardig, maar gruwelyk en onnatuur
lijk. Ik wil niet spreken van datgene, wat
tot dosverre is gebeurd. Ieder mensch draagt
zyn bewustzyn van recht in zich en de
maat daarvan richt zich er naar, of het
individu als mensch hooger of lager staat.
Gg bebt der moeder baar zoon doen be
houden. Ik geef o de verzekering, dat zgne
genezing een wonder Ie noemen is, en dit
wonder is door uwe nabgheid bewerkt. Maar
ook al oyferi ge dit weg, is bet een gruwel
daad, den jongen man in dezeD bem martelen
den toestand te laten. Zoolang niet vervuld
wordt wat hg verlangt, van nnr lot aar,
van dag tot dag verwacht, zal bij niet meer
gezoni worden. Jz, men kan feiteiyk niet
weten, welke gevolgen deze pgnlgke toestand
van voortdurende verwaobting op het prik
kelbaar gestel van den patiënt kan hebben,
Mijn raad ias Gun bem bet wedersien en
laat het verdere aan de wgia
voorzienigheid over."