Donderdag 17 Februari 1398. 42ste Jaargang No. 3284. Het leven eeiier edele vrouw. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: SCHIGKN, JLaan, D 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. WINKEL. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60. Aizonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. hom aangenomen. VORLT VERVOLGD. SGHAGËR AlltllEI lïillTt COURANT. AimttiliB- k Laidbonhlal Onze gemeente zal op maandag 21 Februari a. s. de eer genieten, een bezoek te ontvangen van «enige hooggeplaatste heeren, onder welke de Commissaris der Koningin en de Directeur-G«neraal van Landbouw als representant vau zijne Excellentie, den heer Minis ter van Binnenlandsche Zaken, en dat wel met het oog op de plechtige inwijding van het gebouw der Bjjkslandbouwwinterscbool. Als een bewijs van onze ingenomenheid met dit bezoek en van onze belangstelling in eene inrichting, waar wij anderen met trots op kunnen wijzen, en die niet slechts voor den landman, doch ook voor onze gemeente van groot belang genoemd mag worden, noodig ik de ingezetenen uit, op bovengemelden dag te willen vlaggen. Schagen, 12 Februari 1898. De Burgemeester, S. BEKMAN". In het lokaal van den heer C. Kieft te Winkel waren op vrijdag 11 Februari 1898 zooveel menschen bijeen, dat velen zich met een staanplaats moesten vergenoegen. Het lokaal was geheel gevuld, zoodat het aantal op wel 300 personen kon worden geschat. De heer Schermerhorn van Nieuwe Niedorp heette de aanwezigen welkom en vond het aangenaam, dat zoovelen waren opgekomen. Het doel van deze vergadering was ieder, die de Schager Courant gelezen had, bekend en nu werd zij niet gehouden, omdat in Winkel meer wordt gedronken dan in andere plaatsen, maar omdat er evengoed als in andere plaatsen wordt ge dronken en wij moeten, zeide spreker,o v e r al menschen hebben, die met ons strijden. Hij hoopte, dat allen zouden luisteren als ern stige menschen, die niet vragen, hoe wordt gesproken, maar wat, die vragenwaar is de waarheid Moet worden voortgegaan met diinken of is drinken slecht? De heer Mel- c h e r s Yan Zuidscharwoude besprak nu den strijd tegen de verderfljjke drinkgewoonte, dien ieder moet aanbinden, die de ellende, door den drank ontstaaD, kent. Hü toonde aan, hoe het verleden, het heden en de toekomst op elkander invloed uitoefenen en hoe goede of slechte gewoonten der ouders overgaan op de kinderen. Onderwijzers in de steden weten ze aan te wijzen de kinde ren der dronkaards, kenbaar niet alleen 15. „Ik beb die lok bewaard," antwoordde de verpleegster, na een oogenblik te hebben gezwegen en al haar best doende, om er onbevangen nit te zien- „Ik dacht, dat de gewonde er naar zon kannen verlangen, wanneer hjj in leven bleef.* „Ge zijt als altijd even zorgzaam, en denkt aan alleB.* De toon was goedig, evenals altijd, maar een guitige plagerij was daarin toch te bespeuren. Zjj snelde weg, minder nit verlangen om het gevraagde te balen, dan om nit de nabjjheid van den ouden dokter weg te komen. „Gg hebt mij lang laten wachten," zeide de oude heer, toen ug met het verlangde terugkeerde. „Ik kon de lok niet dadelijk vinden." „No, het wachten wordt eenigszins ver goed. Wat een pracht," bij hield het haar tegen het lioht. „Hoe lang, hoe zacbt en welk een soboone kleur. Nu kan ik het den armen schelm niet kwalijk nemen, dat hij haar niet wilde missen. Maar weet ge," ging hjj voort, en nu fonkelden de grijze oogen met een guitige uitdrukking van aohler de bril- leglazen, „het haar gelgkl op dat van n als de eene droppel water op den anderen. Merkwaardig, heel merkwaardig." Vervolgens lachte hij voor zich been, zooals gewoonlijk aijne gewoonte was als hjj recht verheugd was en streelde baar daarbjj de wangen en ging heen. HOOFDSTUK XX. Den volgenden dag gaf de arls den kran ke het verlorene en deae dankte hem daar zoo vurig voor, als bad hij hem het dier baarste wedergegeven. Eenigo degen werkte het teruggekregene kalmeerend op den zieke, ja men zag, hoe bij dagelijks be ter werd. Doch dat duurde niet laDg. De onde onrast trad weder in, dia zich bijna tot koortsachtige opgewondenheid vererger de. Hem pijnigde iets. Hg scheen iets te verwachten, iets wat gebeuren moest. Zoo dikwijls de dear openging, hief hg hot hoofd op met eene uitdrukking van verwachting, om het vervolgens znehtend en teleurgesteld weder te laten zakken. Dikwgls informeer de bg bg de non naar tgn vorige verpleeg ster, die nu, sedert bg genas, den drempel van zgu oei niet meer overschreed. aan de havelooze kleeding, maar ook aan hun stompzinnigheid, hun idiotisme. Spreker heeft 't gezien, hoe eene vrouw voor een kroeg stond te Amsterdam, haar man smee- kende, mede te gaan, en als antwoord een trap ontving. Hoe is die man, die eens zooveel liefde had voor zjjne vrouw, zoo geworden Door den drank. Zou hjj haar mishandeld hébben, toen hg nuchter was? Van al die ellende is de drank de schuld. En waarom blgft ge dan toch drinken?Niet voor verwarming, niet voor afkoeling, maar omdat ge den drank zoo graag lust. Het is er mee als met een Amsterdammer, een heel netten mgnheer, die, als hg met de boot naar Zaandam ging, en dat gebeurde vaak, steeds een cognacje moest hebben voor zgn koude voeten. De man had altgd koude voeten, om een reden te hebben tot drinken. Wg strgden niet tegen den vorm, waarin de alco hol gebruikt wordt, maar tegen den al cohol zelf, die de kracht, het gevoel, de zelfbeheersching aantast en de spieren verlamt. Geef een hond ster ken drank, hg zal hem voor de tweede maal niet nemen, doch de mensch wel, niet tegenstaande hg de uitwerking ervan weet. Het gebruik van alcohol is de oorzaak van '/s der bevolking van de krankzinnigenge stichten en 70 percent van de bevolking der gevangenissen. Drinken verderft. "Wilt ge rein zgn, drink dan niet meer, wilt ge het volk voor sufheid bewaren, werk dan mede, dat 't den borrel laat staan. Jarenlang heeft men gepredikt matigheid, afschaffing, en toch zgn er in ons land nog 60 duizend dronkaards. En wat zullen hunne kinderen worden Als men ouders meedeelde, uw kind zal een dronkaard worden, dan zouden zg vragen, wat te doen om dat kwaad te voorkomen Er is maar één antwoord onthouding. Geen afschaffing van sterke dranken en de bierellende laten bestaan: matigheid en alcohol gaan niet gepaard, evenmin als sneeuw en zonnewarmte. Een matige drinker wordt een stevige drinker, een pimpelaar, zegt men in Amsterdam. Hét gaat o zoo geleidelgk, vooral door dat aanmoedigen alsop één been kan je niet loopen. De drinkgewoonte bestaat, heeft burgerschap gekregen. Daarom moet er naar middelen omgezien worden om die hand over hand toenemende gewoonte tegen te gaan. Door de drinkgewoonte gaat 't geslacht achteruit, wordt zwakker. Wilt ge dat, drink dan, maar dan is 't ook uw schuld. Wilt ge dien achteruitgang, die verzwakking niet, breek dan met de drinkgewoonte, doe er niet meer aan mee. Ge weet het allen, dat rattenkruit een zwaar vergif is en met eenige huivering zoudt ge het in uw handen nemen. En ook de alcohol is vergif.' Hebt ge liefde in uw hart voor anderen, wacht u Zuster Martha zeide, dat er eenige zeer zware zieken in het klooster waren en daar zuster Charitas het hoogste vertrouwen ge noot, kreeg zij altoos ook de gevaarlijkste patiënten ook ging zij zeer veel naar de in de nabijheid liggende pachthoeven en land huizen, om daar de zieken te bezoeken. Op een zekeren dag vroeg de gewonde den dokter, wie de lok in bewaring had gehad. „Eeno van de zusters," gaf dese tot ant woord. De dokter was niet zonder verlegenheid. Hjj wist, dat het meisje onbekend wilde blij ven. Hij kende de redenen van deze han delwijze niet, maar het karakter van bet meisje genoeg, om die redenen te eerbiedi gen zonder dat hij ze kende. „Lnister nog eenige minnten naar mjj 1* verzocht de jonge man en richtte zijne don kere oogen vorschend op het gelaat van den dokter, „is het mogelijk, dat wij in eene ziekte, als alle onze zinnen met een dichten nevel omhuld zgn, van iets een half besef kuonen hebben en dit pont vasthouden on der alle ellende, die onze ziekte met zieh brengt, ja het als de eerste gedachte met ons nieuw bewnstzyn medebrengen „Wanneer het een gedachte is, die vóór ons ziek worden het geheele zieleleven bebeersobt, dan behoort zoo iets niet tot de onmogelijkheden," antwoordde de dokter, wiens belangstelling bij de vraag van den zieke weer was verlevendigd. „Dan heb ik bet ook niet gedroomd f* riep de jonge man, overtuigd en zeker. „Waarover spreekt geP" vraagt de onde heer. „Gij zult het weten, dokter," zeide de vreemde na een poos stil te hebben nage dacht, „want eenmaal moet het lioht om mij heen worden, wil ik big ven leven. Ik zocht sedert vier jaren een meisje zonder het (e kannen vinden. Dat doel deed mg den dienst myns keizers verlaten, ik ben oostenrgksoh officier en wilde aan den oorlog deelnemen want ik dacht, waar zelfopoffering en edelmoedigheid worden geëiBoht, is zg, en wellicht zal een gunstig toeval mg met haar samenvoeren. En zie,' ging de jonge man voort en syne bleeke wangen kleurden zioh, „den eersten dag dat ik hier lag, bad ik een flauw besef van hare nabgbeid. „Legden nevelen zieh om mgn geest, joeg een gloeiend vunr mij door het hart, be angstigden de sehrikkehjkste gestalten mij, altoos zag ik hare trekken, nu eens flauw en onduidelijk, dan weder helder maar bot bleet loch altoos haar gelaat. En eenmaal, toen mijn lijden het hoogst waa, toen een razerny mij aangreep, toen voelde ik heel duideljjk den straal van er dan voor elkaar dat vergif aan te bieden. Hoopt ge, dat een volgend geslacht gelukkiger zal zjjn met minder strijd en minder zorg, neemt dan de groote aanleiding tot het kwaad weg. En zoo ge vader zijt, drink dan nooit een glas in 't bijzijn van uw kind, want 't kind denkt; wat vader doet is goed. Doet daarom allen deze daad, de daad, die binnen uw bereik valt, wordt onthouders. Applaus! Prof. Van Rees besprak de wetenschappe lijke zijde van het vraagstuk en toonde aan, dat de alcohol verderfljjk op 't lichaam moet werken, waarbij 't weinig verschil maakt in hoeveelheid, of hij in wijn, bier, jenever, enz. in 't lichaam komt. Bier is tienmaal verdund, maar wordt ook gebruikt in tienmaal grootere glazen dan jenever. Vele gegoeden drinken dagelijks flesch wjjn, volstrekt niet om den dorst te les- schen, evenmin als de bierdrinkers. Alcohol verbrandt in 't lichaam. De lichaamswarmte is in den zomer en in den winter en overal dezelfde, §7" Celsius. Veel verandering in temperatuur kan 't lichaam niet velen zonder schade36" is heel koud, een koorts van 40", 41° doet 't sterven. Dat 't lichaam warm blijft als 't vriest, komt door 't voed sel, dat 't in zich opneemt, welk voedsel een verandering ondergaat, evenals de brandstof fen inde kachel, het verbrandt, maar zonder vlam. Als 't lichaam honger lijdt, verbrandt 't zich zelf, 't wordt magerder. Het gaat met alcohol in 't lichaam, als met stroo in een kachel, de verbranding is hevig, geeft veel hitte, maar voor een oogenblik, goede voeding werkt als brandstof in een vulkachel, die 24 uur kan branden, gelijkmatig. Voor die verbranding is noodig zuurstof, die on geveer V« van de dampkringslucht uitmaakt, waarvan het overige hoofdzakelijk stikstof is. Die zuurstof wordt in het lichaam gebracht door de ademhaling. Er ontstaat een ver binding van koolstof en zuurstof, is kool zuur, schadelijk voor 't lichaam, dat door de uitademing ervan bevrijd wordt. De ver branding van den alcohol is zoo hevig, dat de ademhaling geen voldoende hoeveelheid zuurstof kan toevoeren, zoodat de verschil lende weefsels, die voor hun verrichtingen zuurstof noodig hebben, in hun werking worden belemmerd. Gebrek aan zuurstof j in de fijnste deelen der hersenen brengt stoornis in 't denken, 't voelen, maakt ein delijk bewusteloos. Alcohol, zegt men, ver warmt, maar dat is zelfbedrog, want door den alcohol is de bloedstroom naar de huid grooter, die huid wordt dus warmer, doch 't lichaam koeler. Menschen, die zwaar werk moeten verrichten, nemen een borrel om kracht te krijgen, zij meenen, dat ze daardoor geen moeheid voelen, doch de al cohol verdooft het gevoel van moeheid en de nadeelen blijven niet uit. Beter is het, haar oog, boorde in mijn geest bet zacht gefluisterd„Wees rurtig, ik ben bg u." Eq ik werd rustig. Mg was het, als verjoeg een lieflgke band al die verschrikkingen, mgn wild, bruisend bloed vloeide weldra kal mer door mgn aderen en een verkwikkend iets legde sieh op myne zinnen, daarna verdween alles." De jonge man zweeg nitgepnt. Hij leunde achterover en sloot een oogwenk de oogen. „Heb ik gedroomd, dokter, of niet?" vroeg hg daarna zacht. Deze was bewogen, niet slechts zijne be langstelling als dokter was opgewekt, ook zgn braaf, menschlievend hart klopte vol medegevoel voor dezen arme. Hem roerde ds grootheid en diepte in die liefde en hoe vol gebeurtenissen en emoties zgn leven ook was geweest, roo iets was hem nog nooit voorgevallen. Ed toch antwoordde bg ont wakend „Dat kan ik niet weten. Ik sprak van de mogelgkheid in 't algemeen. Of dat bg het geval is geweest, kan ik niet weten, daar ik het meisje niet ken, dat ge zoekt." „Is er geen enkele onder de verpleegsters die Elisabeth Werner heet P* Zijne stem beefde, toen hg dien naam uitsprak. „Wg kennen van de meesten slechts de voornamen, ook veranderen velen die,wanneer zg dit beroep aanvaarden. Er zgn hier eenige zusters, die Elisabeth heelen. Het getal der verpleegsters is groot, doch sy zgn niet allen in bet klooster werkzaam Velen zgn in boerenhuizen of dergelyke ge bouwtjes, die voor lazaretten zgn ingericht. Mijn raad voor n is deze, mijnheer," ging hg hartelgk voort, terwgl bg opstond. „Tracht vooreerst gezond te worden en verban alle opwindende gedachten, die de genezing kunnen verhinderen. Wanneer gg weder gezond zyt, kunt gg er u zelf van over tuigen, ol de dame, die gg zoekt, hier of in een andere inrichting is, of niet." HOOFDSTUK XXI. Dagen met meer dan drnkke bezigheden en beslommeringen volgden elkander op. Er waren eenige zeer ernstige zieken in het klooster en andere behuizingen. Het was niet een bloote uitvlucht van den dokter geweest, toen bg wees op de bezigheid der zusters ook buiten bet klooster. Het was waarlijk zoo. Tyd en opmerkzaamheid der dokters werd geheel door hun ambtsbezig heden ingenomen, zoodat er goen tgd was voor andere zaken. Eindelgk kwam er een kentering, een paar vrije dagen volgden en ook het nur, waarop de dokter Elisabeth Werner alles, wat bg met den zieke had gesproken, kon mededeelen. een glas suikerwater te nemen, of nu en dan een klontje suiker, zooals fietsrijders dat doen. Proefnemingen hebben aangetoond, dat 't gebruik van alcohol de krachten doet ver minderen en dat 't denkvermogen er door ach teruitgaat. Maar vooral is ook een groot kwaad, de bedwelming van den zedeljjken mensch. Wie nuchter is, gunt zich den tijd om zijn woorden te wikken en te wegen, voor hjj ze uit, na het gebruik van alcohol neemt hjj het niet zoo nauw, vandaar de naam moedwater voor jenever. Het meeste kwaad wordt gedaan na 't gebruik van alcohol, de aardigheden van een treurig gehalte, die men zich, nuchter zjjnde, aan de ontbjjttafel inden familiekring zou schamen, worden dan zonder blozen geuit. De dronk aard went aan den borrel, hjj went aan de koolzuurbedwelming evenals wjj heden ge wend zjjn aan het koolzuurgehalte in deze zaal, waarin een vogel, plotseling uit de frissche buitenlucht komende aanvliegen, zeer waarschjjnljjk zou nedervallen. Het bierdrinken in ons land, 't moge dan niet zoo erg zjjn als in Engeland, België Duitsch- land, vooral Beieren, neemt toe en het bierdrinken leidt tot jeneverdrinken. In München wordt het drinken van 5 tot 7 L. bier per dag matig genoemd, ja een gebruik van 10 L. per dag door één persoon komt daar veel voor. In een ziekenhuis was daar van de 4 over ledenen 1 tengevolge van biermisbruik en die een was toch geen erkend dronkaard. Met 't toenemen van 't alcoholgebruik neemt 't aantal krankzinnigen toe. En de geneesheeren doen nog te weinig mee in den strjjd, slechts een 35 tal heeft zich aan onze zjjde geschaard. Spreker hoopte, dat als de geneesheer alcohol bij een patiënt noodig oordeelt, hjj er mede handelen zal als met rattenkruit, dus volgens recept, en hjj hoopte van harte, dat de alcohol door de aanwezigen niet meer als een vriend zou worden beschouwd. Applaus I De heer Schermerhorn deelde mede, hoe zjj, onthouders, veel ellende vernemen, hoe den aanwezigen de haren te berge zouden rjjzen als ze vernamen, wat hun dikwjjis wordt meegedeeld. Hjj schilderde 't leven van de vrouw des dronkaards als een door loopenden angst en ongerustheid, hij toonde aan, dat de matige drinker 't meeste kwaad doet, de zoogenaamde fatsoenljjke mensch, die zegt: niet mjj moet je hebben, ik ben matig, braaf, maar hem, dien drinker. En juist die matige drinker houdt 't drinken aan den gang, hjj is de verleider in de maatschappjj. Een dronkaard navolgen, men zou het niet willen, maar een fatsoenlijken drinker wel, en de fatsoenljjke drinkers kunnen niet matig big ven. Zij was zeer aangedaan. „Hoe is het mogelgk!" riep zg buiten ziohzelve. „Bij de grootheid en sterkte van zulk een gevoel is niets onroogelyk. Hoed mij niet voor bemoeiziek. Ware belangstelling voor u doet mg zoo spreken. Want ik weet alles nit zgn mond. Hij zooht u reeds sedert vier jaren. De gedachte aan u doed hem deelnemen aan dezen oorlog. Bij zulk een sterk gevoel zgn die ziektever- schgnselen niets bijzonders. Doch gij stelt geen belang in dit geneesknndig geval, voor o is van meer waarde de gedachte, dat gg hier geen oogenblik zeker zijt. Hg kon in een onbewaakt oogenblik zgn oei verlaten en n ontmoeten." „Wat te doen, lieve God, wat te doen P" Zg scheen niet te weten, wat zg moest beginnen. Hjj nam haar vriendelgk bij de hand. „Wilt gg vertrouwen in mg stellon P Gg zeidet mg eens, voor maanden terog, dat ge wees waart, daar ge als laatsten bloed verwant uw oom verloort. Ziet ge, lief kind, ik bad ook vroow en kind en heb beide na een kort gelnk aan den dood moeten af staan, Mgne dochter zou van uw leeftijd zgn, als zg nog leefde. Ik ben een onde man, alleen op de wereld, die tot dusverre alleen voor zijn beroep heeft geleefd, nadat hij die beiden had verloren. Gg hebt mgn bart wederom verwarmd, een nienw leven gegeven. Dank na, dat een lieihebbende vader n ter zyde staat en stel vertrouwen in mg. Wilt ge „Ik wil 1" Zg gaf hem vast en innig de hand. „Waarom legt ge dien jongen man dit offer opP" „Omdat geene gelukkige oplossing te ho pen is. Daar n alles weet, keet ge ook bet verschil in stand tusscben ons. Hg is van onden hongaarscben adel, graaf; ik ben een meisje van burgorafkomst." „Een neiging als de zgne zal heel ge makkelijk in staat zyn, deze zwarigheid te overwinnen." „Ik gaf zijne moeder de belofte, hem nooit weer te zien en ik zal mgn woord honden." „Hoe kont ge dat P Wat heeft n er toe bewogen, zoo grootmoedig tegenover de moe der en zoo wreed tegenover den zoon te zgn „Zij zwoer op den dag te sterven, waarop ik de vrouw van baar toon werd, en ik wist, dat zg woord honden zou, Kon ik mg tot zulk een prys mgn ge lnk koopen f* „Dat mocht ge niet." Hg legde diep bewogen de band op haar hoofd. „Maar Er is geen drinkvr jjheid, maar drinkdwang. Een voorbeeld. Ik stel me voor bjj iemand te gast te zjjn gevraagd. Er komt drank op tafel. Men wil inschenken. Dank u, ik drink niet. Hè, drinkt u niet?? Neen, ik ben onthouder. En men vindt 't gek, 't niet drinken. Het eten wordt opgebracht, aardappelen, appeltjes enz. Ik bedank voor appeltjes, daar houd ik niet van. En nie mand vindt 't gek, dat ik geen appeltjes lust, niemand zal mjj pressen tot 't eten van appeltjes, wat met den borrel wel 't geval is. Men heeft zich er over verwonderd, dat ik niet dronk, hjj heeft een goed trak tement en hjj drinkt niet eens, zei men. Dat is de drink-dwang. En die is in Winkel evengoed als elders. Gjj allen weet het, dat alcohol een verderf is en wat reden hebt ge dan, om te bljjven drinken? De gewoonte Onderwerp u gerust aan een gewoonte, maar dan moet ze een goede zjjn. Dan zjjt ge een zegen voor de maatschappij. Stel u voor een maatschappjj zonder drank, wat een slagboom voor de beschaving zou den weg zjjn, wat een zee van ljjden zou dan niet meer bestaan, wat een groot aan tal gelukkige gezinnen zou er dan zjjn. Eén zandkorrel vermag niet veel,maar duizenden vormen duinen, die de zee keerën. Zoo ook met de onthouders, 't Aantal moge nog niet groot zgn, slechts 20.000 in ons land, maar we winnen. En zoo zjjn we ook vol vertrouwen in Winkel gekomen, Het is een moeiljjke post, een vesting, die met kracht moet bestormd worden, maar we komen na dezen tweeden aanval nog wel eens weer en we hopen menschen te vinden, tot wier harten we kunnen spreken, wier harten geopend zjjn tot den heiligen strjjd. Applausl Yan de gelegenheid tot 't doen van vragen werd door niemand gebruik gemaakt, zoodat deheerMelchers met een hartelijk woord van opwekking tot 't streven naar geluk door te doen, wat onder ieders bereik is, de bijeenkomst sloot. De vroeger zoo bekende Rederijkerskanaer te Sint Maarten be gint weer teekenen van leven te geven. Vele vroegere krachten hebben zich ver- eenigd en met jongere verbonden tot een nieuwe vereeniging, die reeds met Paschen a. s. een tooneelwerk denkt op te voeren naar ons wordt miegedeeld het vroeger zoo geroemde: »De sleutel der Secretaire." De heer P. R. A. v. Meurr, candidast te Breda, heeft het beroep naar Barsinger- juist 't geen wat gg niet mocht, maakte n tot wat ge zg't. Wist ge, dat hg naar n zocht P" vroeg hg daarna. Zg ontkende. „Ik hoorde gedurende ja ren niets van hem. De ziekte van mgn oom riep mg in da lente naar huis, daarna brak de oorlog nitsedert dien tgd heb ik mg aan deze roeping gewyd." „Wellicht hebben na dien tijd de om standigheden zich veranderd," sprak de dokter, zelf door hoop vervuld. „Wellicht leeft de trotsche vrouw niet meer, of wan neer ze leeft, heeft haar noon haar wellicht fot andere gedachten gebracht. Een moederhart kan niet lang weerstand bieden, al is het nog zoo wederspannig en trotscb. Is hg de eenige zoon P* „De eenige. De vader stierf voor lange jaren als het slachtoffer van bincenland- sobe woelingen. De eenige dochter der gravin werd haar vroeg ontrokt. Zij vluchtte met een jonkman van bnrgerafstand en stierf in den vreemde, jong en in de diepste ellende." „Zeker een hoogst zeldsaam noodlot, dat deze familie vervolgt. Is dat op uw besluit van invloed geweest „Neen, mgn vriend, het was de vreeselg- ke prijs, dien de gravin stelde. Daarby voelde ik ook medelgden. Hoezeer ik ook hare vooroordeelen veraf schuwde, wilde ik toeb niet degene zgn, dia de oude, zware beproefde vronw den laatsten slag toebraoht." „Mijn lief kind," antwoordde de dokter, na langen tgd gezwegen te hebben. „Trots alles, wat ge mg gezegd hebt, blgft mg alleen over, n hierop te wg;en:de scheiding nog langer te doen doren, is niet alleen on rechtvaardig, maar gruwelyk en onnatuur lijk. Ik wil niet spreken van datgene, wat tot dosverre is gebeurd. Ieder mensch draagt zyn bewustzyn van recht in zich en de maat daarvan richt zich er naar, of het individu als mensch hooger of lager staat. Gg bebt der moeder baar zoon doen be houden. Ik geef o de verzekering, dat zgne genezing een wonder Ie noemen is, en dit wonder is door uwe nabgheid bewerkt. Maar ook al oyferi ge dit weg, is bet een gruwel daad, den jongen man in dezeD bem martelen den toestand te laten. Zoolang niet vervuld wordt wat hg verlangt, van nnr lot aar, van dag tot dag verwacht, zal bij niet meer gezoni worden. Jz, men kan feiteiyk niet weten, welke gevolgen deze pgnlgke toestand van voortdurende verwaobting op het prik kelbaar gestel van den patiënt kan hebben, Mijn raad ias Gun bem bet wedersien en laat het verdere aan de wgia voorzienigheid over."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 1