MM overzicht Jer weet. INGEZONDEN. Buitenlandse!) Nieuws. Gemengd Nieuws. Het proces-Zola. heeft gekweten, maar zij ondervond dan ook van alle kanten medewerking. Ei erschte °P dit pont zoo'n volkomen eenegezindheid, als bijna nooit wordt aan getroffen. j ^ön verslaggever nog evea ver gund, zijn dank te brengen aan de hee ren W ethouders, die hem steeds een zoo uitstekend plaatsje verleenden in hun lij- tuig. B ij den heer IJ. Best n a b ij 'ie Schagerbrug heeft een vaars 3 levende kalveren ter wereld gebracht. Zeer zeker wel een hoogst z Idzaam geval. Woensdagavond veroor- ziakte hst kortstondige onweer te 't Zand brand in den molen van den heer J.Stam Het zoogenaamde krnlbord stond reeds ia braad. Met veel moeite wist men den brand ge lukkig meester te worden en zoodoende eeu groot onheil te voorkomen. Zeker arbeider te BERGUM moet roet Mei e. k. zijne woning verlaten. Ten einde beter een nieuwe woning te kunnen huren, gaat hij naar den eigenaar van haf tegenwoordige huis en verzoekt beleefdelijk van dezen eene verklaring, dat hij de huur heeft betaald. Met zoo'n be wijs hoopt hij het noodige vertrouwen bij een «nder verhuurder te kunnen vinden, althans zoo wendt hij voor. De gevraagde quitantie wordt hem bereidwillig verstrekt, doch het plakzegel ontbreekt er op. Oo- genblikkelijk gaat hij met het betalings bewijs naar de bevoegde autoriteit. DeZ9 constateert natuurlijk ontduiking der wet en eischt van den verhuurder f 50. Een verzoekschrift aan den betrokken minister had gelukkig tengevolge, dat de man, die zoo argeloos ia de val was geloopeu, f 45 terugkreeg en alzoo met f5 zijn eigen dienstvaardigheid heeft beboet. (S. C.) De zaak-Hoogerhuis. In de Soc. Bemdeelt de heer Troel stra mede, dat hij zich bij zijn verhoor voor den rechtercommissaris heeft kunnen overtuigen, dat het onderzoek in zake de klacht wegens meineed tegen Haitsma feitelijk neerkomt op eeu nieuw onderzoek aangaande de vraag, wie de inbraak heb ben gepleegd, de gebroeders Hoogerhuis of Allard Dijkstra c. s. Ook een opkomst. Maandagavond trad te AMERSFOORT op de rederijkerskamer „Bemard ter Haar* van Baam.Op 't spel de acteurs was niets aan te merken.Men ging zeer voldaan huiswaarts. Het publiek bestond uit4 personen, waaronder 3 genoodigden. De voorjaars-vergade- ring der Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwar tier zal gehouden worden op woensdag 2 Maait 1898, des voormiddrgs half elf ure, in het //H e e r e n h u i s" te Midden- Beemster. Punten van beschrijving: 1. Mededeeliugen van verschillenden aard. 2". Ingekomen stukken. 3. Jaarverslag der Vereeniging (art. 3 der statuten). 4. Rap port der financiësle commissie, betrtffende de rekening en verantwooiding over 1897. 5. Verslagen a. van de vergadering der Vereeniging „het Nederlandsch Paarden stamboek." Uit te brengen door den heer "W. Teengsb. van de werkzaamhe den van den zuivelconsulent over 1897 c. van de werkzaamheden der paclitcom- missiën over 1897. 6. Benoeming van a. drie leden van het bestuur, wegens pe riodieke aftreding van de heeren G. Won der, G. Groot en G. H. Geerligsb. een voorzitterc. een afgevaardigde naar de vergadering van de Vereeniging „het Ne- derl. Paarden-Stamboek." 7, Bepaling van de plaats, waar de algemeene vergadering in November 1898 zal worden gehouden. Voordracht van het BestuurZaandam, 8. Voorstellen van het Bestoura. tot het uitschrijven van eene prijsvraag voor eene beknopte handleiding in zake vee- verloskunde. In !e leiden door den heer G. Groot; b. tot verbetering der schapen fokkerij. In te leiden door den heer Cb. Oortman Gerligsc. tot het zoeken van nieuwe bronnen voor den afzet van ons rundvee. In te leiden door den heer K. Jonkerd. tot bevordering van het aan leggen van melklijsten. In te leiden door den heer Dr. K. H. M. van der Zaude e. óm f 800.beschikbaar te stellen voor het uitschrijven van de volgende prijsvraag: De Vereeniging, van meening, dat over het algemeen de noordbollandsche kaas- fabrieken zoowel wat de inrichting als wat de regeling van het bedrijf betreft, niet vol doen aan de eischen, die tegenwoordig ge steld mogen worden, verlangt: a. Eene nauwkeurige beschrijving van eene zaivel- fabriek, ingericht voor de bereiding van Edammer kaas, tweeman! per dag uit vol le melk, met opgaaf van alle benoadigde werktuigen en gereedschappen, benevens «ene schets van de inrichting van het ge- heele bedrijf (hieronder is niet bedoeld ee ne beschrijving van de methode van be reiding). Het antwoord moet vergezeld gaan van eene raming van kosten en van de noodige schetsteekeningen, die zoodanig moeten zijn, dat een bouwkundige daar naar bestek en teekening kan vervaardigen. In de fabriek moet dagelijks 5000 K. G. ttelk verwerkt kunnen worden, b. Een plan als boven beschreven van een fabriek, waar de melk éénmaal per dag uit gedeel telijk geroomde melk tot Edammer kaaB wordt verwerkt, met dien verstande echler, dat de melk zoowel des avonds als des morgens aan de fabriek wordt geleverd. Wanneer een der plannen volledig is uit gewerkt, kan bjj het andere daarnaar wor den verwezen. In te leiden door den heer A. J. Peeck. 9.Mededeeliugen omtrent plan nen tot inzending van een collectie rund vee op de Int rnvtiouale Tentoonstelling te Parijs in 1900, door den Heer H. A ijQ Hz. 10. Vaststelling der begrooting. 11. Besprekingen van verdere werkz amheden. Tegen overmaking van den kostenden prijs (7J/2 ets. per stuk) zijn blanco inclkhjsten, elk voldoende voor zes koeien, bij den Secretaris verkrijgbaar. Dc rekening over het jaar 1897 sloot in ontvangsten of f 5111.621/2 in uitgaven op f 2973.81 batig slot f 2137.811/2- Da begrooting werd opgemaakt in ont vangst en uitgaaf op f 3843.811/2. Mr. Sickesz, direcleur-ge- neraal van landbouw, vergezeld van den inspec'eur van landbouw, den heer Löhnis, 6D de leden der commissie van toezicht op de proefstations in Noord-Holland, hebben een bezoek gebracht aan het proef station te HOORN. Naar wordt vernomen staat dit bezoek in verband met de oprichting van eene proef- zuivel-boerderij, waarvoor de gemeenteraad indertijd reeds een stuk land aan het Rijk heeft aangeboden. Een kassier te ASSEN moest dezer dagen iemand eeu bedrag van tien gulden uitbetalen, doch in plaats van een rolletja kwartjes te geven, zooals hij meen de, overhandigde hij een rolletje gouden tientjes. Op de vergissing, welke een scha de van f 390 ten gevolge had, attent ge worden, werd onderzoek gedaan bij de personen, die dien dag ten kantore waren geweest, daar men zich niet herinneren kon, aan wien dal bedrag te veel was be taald. Alles was echter tevergeefs. Eenige dagen later kwant nit de gemeente Odoorn echter bericht, dat men zich Diet ongerust behoefde te maken. Daar was de bezitter van het te veel gegevene te vinden, het welk zou worden gerestitueerd. Landbouwcom ité. Het Nederlandsch Landbouwcomité ver gaderde donderdag. De voorzitter, de heer Bultman, herdacht het verlies der waar dige leden van het comité, do heeren Wal deck en Fontein de Jong. Verder deelde voorz. mede, dat de heer Sickesz voortaan als adviseerend lid deel zal uitmaken van het comité. Behandeld werd allereerst het rapport in zake do maatregelen tot verkrijgen van bo ter afgeronde eigendommen. De conclusie van het rapport strektle. dat voortdurende vordeeling van grondeigen dom zoo verspreide ligging der perceelen ten gevolge heeft gehad, dat deze in vele deelen des lands der rationeele ontwikkeling van het landbouwbedrijf ernstig in den weg staat; 2e. de mogelijkheid bestaat zonder ingrijpende wetswijziging of invoering van nieuwe rechtsbeginselen te geraken tot be tere verdeeling door bij de aanstaande her ziening der onteigeningswet daarmede reke ning te houdon en de vorming van grond- vereenigingen (syndicaten) civiel-rechterlijk mogelijk te maken; 3e. deze aangelegenheid der regeering ernstig ter overweging aan te bevelen. Na toelichting door den voorzitter der commissie, den heer Löhnis, en gedachten- wisseling, werden de conciusiën aangeno men met machtiging van het bestuur om het rapport over te leggen aan de Regeering en aan te dringen op voldoening aan de wenschen der commissie. Aan de conclusie in zake rijkssubsidie voor de paardenfokkerij, (aandrang tot verhooging subsidie en wijziging reglement omtrent toekenning subsidiën) is bereids door dag. bestuur uitvoering gegeven. Aan de orde is het rapport in zake het landbouwkrediet. De voorzitter deelde mede, dat de heer Pierson ten gevolge van zijn optreden als minister van financiën zijn ontslag heeft genomen als voorzitter der commissie, in wiens 'plaats gekomen is jhr. mr. W. H. de Savornin Lohman. De heer De Savornin Lohman lichtte hierop nader toe de door de commis sie voorgestelde conciusiën. Die conciusiën strekken om het bestuur te machtigen te bevorderende tot-standkoming van districts comités voor het landbouwkrediet en den wensch uit te drukken, dat die comités hun invloed zullen aanwenden tot oprichting en daarna tot onderlinge samenwerking van coöperatieve vereenigingen. De rapporteur jhr. mr. De Savornin Lohman wees er op,dat het rapport zich aansluit bij het beproefde middel tot verbe tering van landbouwkredietde Raiffesensche banken, en beoogt de traagheid der platte landsbevolking te overwinnen. Het beste middel om deze kredietinstelling bij hot volk er in te krijgen, is toekenning daar aan van het karakter van vereenigingen, die zich beiasten met aankoop van benoodigd- heden voor landbouw en veeteelt ten be hoeve harer leden Na warm debat wordt goedgekeurd 1 van de conciusiën, luidende: Het Nederlandsch Landbouwcomité mach tigt zijn bestuur om het tot stand komen te bevorderen van districtscomités voor het landbouwkrediet, zich uitstrekkende (naar dat het in elk bijzonder geval wenscheRjk zal blijken) tot een geheele provincie, tot een deel daarvan, of tot gedeelten van meer dan een provincie. De conclusie omtrent de heffing van buitengewone opcenten op invoerrechten, voorstel C o o 1 e n, wordt aangehouden. Daar ia geen volk, buiten Europa, dat meer aan grootheidswaanzin lijdt, dan dat van China. De meest afdoende be wijzen daarvan worden door land en volkenkundige reizigers in grooten ge tale geleverd. De uitslag van den oor log met Japan en het daaruit voort vloeiende verdrag van Semoniseki werden den volke als volgt medegedeeld „De japansche dwergen zijn in menig te door honger en ellende gedreven naar hier gekomen, om onzen genadigen hij- stand iu te roepen. Wij hebben onze soldaten bevolen, het pad aan de dwer gen vrij te laten, daar wij niet wensch- ten, dat den ongelukkigen overlast zou worden aangedaan. Uit medelijden hebben wij hun een afgelegen eiland en zekere sommen afgestaan, om daardoor hun ellende eenigszius te verlichten. De eigenaardige wedstrijd tusschcn Engeland en Rusland, om het Hemolsche Rijk de noodige geldmiddelen te ver schaffen, geven aan dezen fantastischeii eigendunk opnieuw voedsel. China heeft geld uoodig, om aan Japan den eersten termijn der oorlogsschatting te kunnen betalen. Genoemde rijken zien in deze leening niet alleen een uiterst Bolide geldbelegging, want de chineesche bodem ia duizendvoudig zijn crediet waard, maar tevens eene schoone gelegenheid om hunnen invloed in China to verster ken. Waar zooveel goede gunsten van verschillende zijden worden aangeboden, weet zelfs de Chinees niet, van wien bij het opgedrongen aanbod moet aanvaar den. Ook thans weer ziet hij in den europeeschen naijver slechts eene ver heerlijking van zijne eigenwaarde, die zich in hocgst karakteristieke opvattin gen uit. Naar aanleiding van de verklaring van den russischeu diplomatieken agent in den Tsung-li-Jamen, dat als China geld leende van Engeland, Rusland erop zou gaan aandringen, dat China evenveel geld van de russische regeering leenen moest, maakt thans de keizerlijke regeering be kend, „dat de Barbaren zoo blij zijn geld aan China te mogen leenen, dat ze er haast om gaan vechten, aan wien die gunst zal worden toegestaan." Met al die vergulde grootheid zit de Zoon des Hemels te Peking toch duchtig in de klem. Broksgewijze worden hem de beste deelen des Rijks afgenomen, bij elke nieuwe overeenkomst worden zijne rechten ingekort, wordt zijn alleenheer schappij beperkt. De dood van den dnitschen matroos Schulze, den matroos, die in de nabijheid van Kiau-tchau door Chineezen vermoord werd, heeft Duitschland aanleiding ge geven nieuwe eischen te stellen. Die eischen zijn thans weder door den Tsung-li-Jamen, den chineeschen kroon raad, ingewilligd. De duitsche gezant heeft voor de duitsche regeering het recht op eene spoorweg-concessie gekre gen. Oi de familie van den armen Schulze, wiens dood het vaderland zulke rijke vruchten afwierp, tevens eene scha deloosstelling ontving, is ons onbekend. De nieuwe rechten aan Duitschland hadden tevens concessies aan Engeland ten gevolge. Aan dit rijk werd het recht verleend, den spoorweg uit Birma door te trekken door Junnan. Yan Rusland wordt in de berichten niet gesproken, dit land zal zeker wel voor zichzelf zorgen. In Frankrijk zal men over deze spoor wegconcessie niet bijzonder gesticht zijn. Een versterking van den invloed van Engeland in Zuid-China be neemt aan Frankrijk de kans, om uit het aangrenzende Tonkin ter gelegener tijd werkelijke of vermeende aanspraken te doen gelden. Een ernstig verzet tegen China's beschikkingen valt echter op dit oogenblik van den kant van Frankrijk niet te verwachten. Zijn bui- tenlandsche politiek is op dit oogenblik beslist passief, hetgeen grootendeels wel te wijten zal zijn aan de schommelende binnenlandsche toestanden, die geheel de aandacht van het ministerie in beslag nemen. Een orkaan van hartstocht, godsdienst haat en rassen-vooroordeel stormt over Frankrijk. In zijn vernielende kracht poogt hij de hechtste bolwerken van staat en maatschappij omver te werpen, terwijl zij, die aan zijne onstuimigheid weer stand trachten te bieden, met ondergang en verderf worden bedreigd. Dreyfus Zola, Clémenceau, Picquart, Labo- ri, e. a., ze toonen slechts de kracht van den wind. Zij pogen tegen dien storm op te werken, hem te weerstaan, doch het gevaar bestaat, dat zij weldra in den maalstroom van hartstochten zullen on dergaan. Straks werpt een dapper, doch heersch- zuchtig generaal zich tot dictator op, en aan het bestaan der republiek, die de laatste jaren slechts een toonbeeld van zedelijk verval was, is voor onbepaalden tijd een einde gemaakt. Antisemieten, clericalen en revolutionnairen werken saam vereend om dit doel te bereiken, terwijl ieder voor zich hoopt, den besten buit in het troebel water te kunnen vangen. Woeling en strijd hier, daar en overal. De quaestie tusschen Zweden en Noor wegen is sedert eenige dagen een nieuw en ernstiger stadium ingetreden. De schitterende overwinning, die de ra dicalen in den herfst van 1897 op de Uniemannen behaalden, heeft koning Os car gedwongen, een beslist radicaal met de samenstelling van het noorsche mi nisterie te belasten. Het is de heer Steen, reeds eenmaal met de leiding van het bestuur in Noorwegen belast, doch die door de veto's van den koning in 1893 genoodzaakt was, zijn ontslag aan te vragen, die thans opnieuw als ka binetsformeerder is opgetreden. De constitutioneele strijd zal dus weder met nieuwe woede beginnen. De opper machtige linkerzij zal opnieuw aandrin gen op een eigen minister van buiten- landsche zaken, op eigen consuls, op het gebruik der noorweegsche vlag zonder het Unie-teeken, op de invoering van algemeen kiesrecht in Noorwegen. De conservatieve zweedsche jonkerpartij, ge steund door een zeer kleine minderheid in Noorwegen, zal zich tegen deze ont bindende voo: stellen op alle mogelijke wijzen verzetten, tot wellicht eene bot sing tusschen de aanverwante staten on vermijdelijk is. Meer en meer wint de overtuiging veld, dat ook een botsing tusschen de Yereenigde Staten en Spanje onvermij delijk is. Een paar ernstige inciden ten hebben den toestand sinds een paar dagen zeer verergerd. De gezant van Spanje te Washintong, de heer Dupuy de Lome, heeft in een particulier schrijven aan een vriend te Havana den president der Unie duch tig onder handen genomen. Dit schrij ven is, op welke manier is nog duister, der amerikaan8cho regeeriDg in handen gespeeld, die daardoor hoogelijk ont stemd is. De gezant heeft reeds zijn ontslag aangeboden, doch hiermede schijnt Mac Kinley niet tevreden te zijn. Hij eischt, dat de spaansche re- geering tevens hare verontschuldiging zal aanbieden, die echter meent voor de particuliere daden van haren gezant niet verantwoordelijk te zijn. Terwijl dat ge schil nog hangende is, komt het vreese- lijk bericht van Cuba tot ons, dat de amerikaansche kruiser Maine op de rede van Havana in de lucht is gevlogen, bij welk ongeluk 238 manschappen en officieren om het leven kwamen. Het ergste is echter, dat de ontploffing aan een torpedo wordt toegeschreven. Bij den afdruk van ons overzicht had de op gewondenheid te New-York en andere amerikaansche centra een onrustbaren de hoogte bereikt. Mocht het uit het ingestelde onderzoek blijken, dat de Maine werkelijk door een torpedo is getroffen, dan is een oorlog bijna on vermijdelijk. (Niet geplaatste ingezonden stukken worden nimmer teruggegeven Mijnheer de Redacteur Beleefd verzoek ik u wat ruimte voor het volgende Uw berichtgever, die woensdagmor gen aan de Yennik getuige was van de ontvangst van deu nieuw-benoemden Bur gemeester van Oude Niedorp had schijn baar wat veel haast om zijn opnemingen nog voor de Donderdagsche gereed te maken en lette dientengevolge niet op eenige onjuistheden. Nu zou ik niet zoo bij de hand zijn om deze te verbeteren, want in de eer ste plaats houd ik er niet van, het werk van een collega te kammen (uit vrees voor een goeden takkenbezem van zijn kant) en ten tweede schrijf ik niet graag als er niets meê te verdienen is, maar men plaagt mij als den overdreven ijverigen correspondent. Zie, mijnheer de redacteur, het was mijn bedoeling te constateeren, dat niet ik de schrijver van het bericht was. Eerstens is niet de heer P. Wonder Az., maar A. Wonder Pz. nieuw-benoemd Bur gemeester en voorts is de heer J. Koe- meester sedert het vorig jaar geen raads lid meer, doch vervangen door den heer Hil/e van Zijdewind, die wegens zijn ij verige deelname aan de feestregeling waarlijk wel had mogen worden genoemd, evenals de heer W. Semeijns van Yerlaat, terwijl de heer II. Kooij geen lid van de commissie was. Met beleefden dank voor plaatsing, UEd. Dw. dn. W. Kuilman. N. Niedorp, 18 Eebr. 1898. Véér de opening van de zitting van woensdag j. 1. gebeurde er niets bijzonders. Het hof verwierp de door de verdedi gers gestelde conclusiëu. Men hoort nu generaal De Pellieux Hij ontleedt het borderel. Nooit, zegt hij, zou een infanterie-cfficier het borderel heb ben kunnen schrijven, want hij weet niets van hetgeen er in staat. Er blijft van het heele toestel (van Dreyfus' vrienden) niet veel over, en toch beschuldigt men officieren van op bevel veroordeeld te hebbeD. Ik kan, vervolgt De Pellieux, geen gemeenheden steunen. Het is misdadig, het leger zijn vertrouwen in zijn chefs te ontnemen. Wat zouden zij doen in de ure des gevaais, dat meer naderbij is dan men gelooft 1 (Be,weging.) Het zou oaar een slachting zijn, mijneheeren gezworenen, dat men uw zonen zou leiden. (Langduri ge beweging.) Zola zou een overwinning hebben behaald voor het aangezicht van Europa, waaruit Frankrijk ware wegge vaagd. Wij zouden gelukkig zijn, als Dreyfus vrijgesproken was, want dan zou geblekeD zijn, dat er geen verrader in het leger was. De generaal wordt door een warm ap plaus begroet. Mr. Labori roept uit: „Met het wetboek in de hand vraag ik het woord om te zeggen, wst ik te ant woorden heb op de verklaringen van den getuige. D>t is mijn onbetwistbaar recht." De president (levendig). „U hebt niet het woord. Neem conclusies.* Mr. Labori: „Dat zal ik doen, maar vooraf heb ik iets tot de jury te zeggen. „Heeren gezworenen, gij hebt daarjuist gehoord eert waar rtquisitcir, dat niet onderbroken is. „Men belet de advocaten te manifestee- ren; waarom mag men een officier der artille rie in uniform wel toejuichen P „Wij willen licht. Als gij mij het woord ontneemt, zd men zeggen, dat ge neraal De Pellieux zonder hinder een half uur lang heeft kunnen spreken, ter wijl de verdediging geen geluid heeft kun nen geven". Tot De Pellieux ro. pt mr. Labori uit „Op deu d g des gevechts weegt mijn bloed tegen het uwe op. Ik heb minder gjltns, maar tnijn moed tg den uwe waard..." Tot den president, die op conclusies aandringt r „Al zou het debat zes maan den duren, de waarheid utoet aan hel lichtAls u mij het woord wilt ontne men doe het." Scheurei-Kestucr wijst Teysoitntères, den schriftkundige, op eenige door hem gemaak te onnauwkeurighedeu iu zijne verkla ringen. Tcysonnières erkent dit, waarover Laboii zijn bevreemding uitspreekt. Ook de heer Trarieux wijst met nadruk op het dubbelzinnige optreden van Ttyaonnières. De officiëele deskundige Conard bestrijdt de niet officiëele schriftkundigen. Hij verklaart, dat het schrift van het borderel van Dreyfus is. In de zitting verklaarde De Pellieux zich voor overlegging vbd het borderel en voor de openbaarmaking van het schrift kundig onderzoek van 1898, In de zitting van donderdag zeide prof. Moriaud, die zijn stelsel, gegrond op zeer scherpzinnige redeneeringen en afleidingen, uiteenzette, dat het borderel van de hand van Esterhazy is, dezelfde hand, die de letters schreef van den brief, waarin het woord „Uhlan" voorkomt. „Niet alleen schreef hij dien brief, maar ik zeg zelfs, dat hij dien niet op nieuw iu denzelfden graphischen vorm kon schrijven, want hij is geschreven in bijzondere levensomstandigheden, in een oogenblik van groote opgewondenheid, bij na krankzinnigheid. „Ik daag eiken schriftkundige uit, mij het tegendeel te bewijzen." Generaal De Pellieux vertelt de omstandigheden, waaronder het bedoelde, document in zijn handen gevallen is. Gery, hoogleeraar aan de „Ecole des Chartes," zegt, dat de gelijkenis van het schrift vau het borderel met dat van Es terhazy in het oog vallend is. Generaal De Pellieux, generaal Gonse en kolonel Picquart voerden een zeer bon dig debat over de mogelijkheid, dat Esterhazy de stukken, in het borderel ge noemd, heeft gekend. Generaal Gonse ver klaarde, dat het borderel dagteefceride van Augustus 1894, kolonel Picquait meent, dat het van April 1894 is. Mr. Labori las een deel van het rapport van majoor d'Oimescheville, waaruit blijkt dat het van April 109 i is. Na dc hervatting der zitting vraagt gene raal De Pellieux lift woord en zegt „Tot dusver zijn wij binnen de wettige perken gebleven, maar nu de verdediging heeft gesproken over het rapport van ma joor d'Ormescheville (den rapporteur in het proces-Drtyfus) zal ik het kenschet sende woord van kolonel Henry„Men wil lieht, voorwaarts dan" tot het mijne maken. (Beweging.) „Toen de afgevaardigde Castelin zijn iu- terpeliatie indiende, had men aan het mi nisterie van oorlog het volstrekte bewijs vin de schuld van Dreyfus en ik heb dat bewijs gezien. Wij hadden toen een nota ontvangen, aldus luidende„Zeg nooit welke betrekkingen wij met dien jood ge had hebben." Deze nota was niet getee- kend, maar voorzien van een visitekaar tje, waarop een overeengekomen woord, hetzelfde dat op het stuk stond. Gene raal De Boisdeffre zal deze feiten bevesti gen. (Levendige toejuichingen). Mr. L a b c r i„Dat is een geheel nieuw feit, dat in het debat wordt gebracht." Generaal De Pellieux: „Gij hebt het rapport van majoor d'Ormescheville goed gelezen." Mr. Labori: „Over alle stukken moet gedebatteerd wordeD, zullen ze waarde heb- tben. Over een eerste geheim dossier, dat de vetoordeeling tengevolge had, werd niet gedebatteerd, noch werd het ter kennis gebracht van den beschuldigde of zijn ad vocaat. „Er bestaat dus nu een tweede dossier. Waarom zoudea wij dit niet bespreken? De ontroering in den lande groeit aan, wij hebben het recht licht te eischen en de herziening is thans onvermijdelijk ge worden. (Gerucht. Toejuichingen). Laat men ons dat stuk toonen en als Dreyfas schuldig is, zullen wij ons er bij neder- leggeD en tot onzen arbeid terugkeeren." Generaal Gonse verklaart de woorden, door generaal De Pellieux gesproken, goed te keuren, maar zegt niet te gelooven, dat men het bedoelde stuk zou kunnen over leggen. Generaal De Pellieux: „Men spreekt over een geheim stuk, maar men beeft niet bewezen, dat het bestaat. Ik verzoek, dat de generaal De Boisdeffre worde gehoord." Hij geeft aan een kapitein het bevel generaai De Boisdeffre te gaan roepen. Inmiddels wordt majoor Esterhazy als getuige opgeroepen. (Beweging). Mr. Labori dringt erop aan, dat eerst generaal De Boisdeffre zal worden gehoord aaugezien het incident te ernstig j8> De zitting wordt geschorst te midden van een levendige ontroering. Na heropening laat de president gene raal De Boisdeffre oproepen. Daar deze nog niet aanwezig is, wordt de zitting tot den volgenden dag verdaagd. De onthulling van generaal De Pellieux bracht groote ontroering te weeg. De verdediging wilde aa;itoonen, dat het door generaal De Pellieux bedoelde schrjjven

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 2