te beelden, en evenzeer, als men zich
blij gemaakt had met Claudius Civilis,
te worden gedegradeerd tot voetknecht
van een prins of iets dergelijks. Nog
eens, ik hoop dat het zonder stribbe-
ling zal afloopen en dat noch Willem
de Zwijger, noch Piet Hein, noch Clau
dius Civilis in verzet komen. Het zou
monsterachtig onhistorisch wezen, deze
groote mannen in de contramine tegen
een optochtcommissie te zien. Ik hoop,
dat de teleurgestelden zich zullen
troosten met de spreuk, dat de kleeren
den man niet maken, 't Is een schra
le troost, maar in de gegeven omstan
digheden toch een troost.
GEMENGD NIEUWS.
Schetsen van Mark Twain.
D.
Uit mijn schetsboek van Parijs.
Een Parijzenaar weet niet veel, hij kent
alleen zijn moedertaal, leest alleen fran-
sche litteratuur en is daarom zéér eenzijdig
en met zichzelf ingenomen. Maar, we moe
ten eerlijk wezen, er zijn ook Pranschen,
die vreemde talen spreken, de kellners
namelijk. Onder anderen kennen zij ook
Engelsch, dat wil zeggen, zij kunnen het
spreken, maar niet verstaan, op europee-
sche wijze. Zonder veel moeite maken zij
zich verstaanbaar, maar het is onmogelijk,
een engelschen zin zoo aan te kleeden,
dat zij in staat zijn, de beteekenis ervan
te vatten. Zij gelooven, dat zij u verstaan,
zij beweren het ook, maar 't is toch
niet het geval.
Volgend onderhoud had ik eens met
één dezer wezens, ik schreef het dadelijk
op om het precies volledig te bewaren.
Ik: Dat zijn mooie sinaasappelen, waar
komen ze vandaan
Hij: Nog eenige. Zeker, ik zal ze dade
lijk brengen.
Ik: Neen, breng er géén meer, ik won
alleen maar weten, vanwaar ze zijn, waar
ze gegroeid zijn gegroeid P
Hij: (zeer ernstig) Zóó.
ïk: Ja, Kunt ge me het land noemen,
vanwaar ze komen P
Hij: (zeker, met hoogen loon sprekend)
Zóó.
Ik: Ze zijn heel goed.
Hij: Goede nacht, (buigt en gaat
hoogst tevreden heen.)
Deze jongeling zou uitmuntend Engelsch
geleerd hebben, wanneer hij zich eenige
moeite gegeven had, maai hij was Fransch-
man en dus deed hij dat niet.
Hoe anders is ons volk, elke gelegen
heid die zich voordoet, grijpt het aan.
Er zijn in Parijs eenige fransche pro-
ontroofde mij man en kind- Grauw en
droevig wbb de dag, waarop ik op weg naar
Preszborg ging, om den smaadvollen dood van
het hoofd van mijn man af te wenden en
droef en stormachtig was de dag, waarop
ik mijn dochter naar hnis bracht vanaf het
kleine kerkhof in Zevenburgen."
Zij sprak niet luid, maar heftig, hare
handen bleven evenwel onbeweeglijk; zij
lagen rustig ineengesioten op haar schoot,
zoo rustig en vaat, als hadden zij zich in
krampachtige smart srOmgewrongen; znlk
een akelig wee lag er tevens over haai
gelaat verspreid.
„Ik heb er een voorgevoel van, dat de
dag van heden mij ook een kwade tijding
zal brengen. Wie weet, waar mijn zoon ge
vallen en in welke onbekende streek hij
begraven is."
„O mevrouw, waarom znlke droeve ge
dachten Onze jonge heer zal terogkomen,
gezond en sterk, mijn bart zegt het mij."
De oude was opgestaan, was voor de gra
vin neergeknield en 6treelde haar handen
en kleeitn, evenals zij een opgewonden
kind zon hebben gerustgesteld.
„Hij is in den oorlog, de kogels kunnen
hem tri fltn evenals ieder ander. In den
oorlog voor een volk, dat niet het zijne is,
voor een zaak, die hem niets aangaat. Dcch
hij werd niet gedreven door zijne belang
stelling voor dat vreemde volk, maar bij
werd gedrongen door hartstocht. O, dat
meisje, dat meisje 1*
De oode stond zwngend voor haar, haar
gelaat toonde, dat zij inwendig strijd voerde
met een besluit, dat zjj jarenlang met zich
had omgedragen, zonder den moed gevonden
te hebben, om het uit te spreken.
„Mevrouw de gravin," begon zij haastig
en haperend, als weid zij er plotseling toe
gedwongen. „De juffrouw was lief en goed."
Eerst werden de oogen van baar gebiedster
op haar gericht met een uitdrukking van
groote verbazing. De Ijjnen om den mond
werden dieper, terwijl een harde, dreigende
uitdrukking op haar gelaat trad. Dat duurde
evenwel maar een paar seconden lang, de
oogleden werden neergeslagen, de tiek om
den mond werd minder scherp en er lag
testanten die bonwden zich een mooi
kerkje iu een der grooten avenuën, otn
daar de rechte leer op de rechte wijze in
hunne edele fransche taal te hooren pre
diken en zalig te worden. Maar zij hebben
geen kans, dit doel te bereiken. Want mijn
landgenooten zijn zondags geregeld vóór
hen ter plaetse en nemen de geheele be
schikbare ruimte in beslag. En als de
geestelijke den kansel bestijgt, is het ge
bouw vol vrome buitenlanders, die alle vol
verwachting ueerzitteD, in da hand een
klein boek naar 't uiterlijk een gebon
den bijbel. Maar ook alleen naar 't uiter
lijk, want in werkelijkheid is het het uit
muntende engelsch-fransche woordenboek
van Bellow, dat er naar formaat en band
als een bijbel uitziet die lui zijn daar
om Fransch te leeren. Het gebouw heeft
den bijnaam„Kerk voor gratis onder
richt in het Fransch,"
Deze vlijtige lieden krijgen er waarschijn
lijk meer taalkennis daD algemeene kennis
door, want een fransche preek doet als el
ke fransche redevoering, zij noemt nooit
een historisch feit, zij zegt alleen den da
tum, zonder meer, en als men dus in de
data niet thuis is, begrijpt men van geen
van beide iets. Een fransche redevoering
lnidt ongeveer zoo
Kameraden, medeburgers, broeders,
edele leden van de eenig verheven en vol
maakte natie, wij zullen nimmer vergeten,
dat de 21ste Januari onztn keten brak
dat de 10de Augustus ons van de schan
delijke tegenwoordigheid van vreemde spi
onnen verloste dat de 5de September zijn
eigen rechtvaardiging voor hemel en aarde
wasdat de 18de Brumaire de kiem
van zijn eigen straf in zich droeg; dat de
14de Jnli de machtige stem der vrijheid
was, die de onderdrukte volkeren der aar
de opriep naar het goddelijk aanschijn van
Frankrijk te zien en te leven en hier
willen wij onzen eeuwigen vloek tegen den
man van den 2den December herhalen en
met donderende stem, de eeuwig-eigea stem
van Frankrijk, verklaren, dat zonder hem
de wereldgeschiedenis geen 17den Maart
gekend zou hebben, geen 12den October,
geen 19den Januari, geen 22sten April,
geen löden November, geen SOsten Sep
tember, geen 2den Juli,geen 141en Februari,
geen 29sten Juni, geen 3Lsten Mei, dat
zonder hem Frankrijk,, het reine, het heer
lijke, het eenige Frankrijk heden een on
beschreven kalender bezat.
Ik hoorde eens een fransche preek, die
op de volgende wonderlijke, maar gloedvol
le wijze bosloten werd
Mijn aandachtige toehoorders, wij
hebben een droeve zaak te gedenkeD, het
geval van den man van den ISden Januari.
eoovee! zaebtbeid in haar sttm, toen zij sprak,
dat Sanne verwonderd was.
„Wat is dat, Sanne, en hebt ge allen znlk
een goede meening van haar P"
„Ja, ja 1" riep de oude uit en vouwde bij
na eerbiedigde handeD. „Wij zouden allen,
zonder niizondering, voor haar door een vnnr
gaan. Hoe dikwijls heeft Miskogrzegd.dat,
wanneer de jonge heer de juffrouw weer
vond en n gaaft uwe toestemming, hij dan
gaarne een paar jaar van zjjn leven zou
geven."
De trotsche vrouw was zeer bewogen. Zij
wist, dat de bedienden baar tronw waren,
want de meeslen waren al reeds lang bij
haar en eenigen, zooals Datka en Misko, had
zij nit baars vaders hnis meegenomen. De
grootheid ven een dergelijke genegenheid ver
raste haar evenwel.
Wat was hsar zoon voor den grijzen koet
sier geweest P Niet eens een gced heer.
Slechts omdat bij hem van jongs af aan ge
kend had, omdat hij zijn meester, de zoon
zijner gebiedster was, het hoofd van de fa
milie, wier belangeD met zijn ond hart wa
ren ss&mgeweven, daarom aprak hij zoo. En
zij wist, dat bet geen holle woorden wa
ren; die menechen waren te eenvoodig van
gemoed om anders te voelen, dan zij spra
ken; en zooals zij wisten, was van een der
gelijke uitdrukking eer het gevolg, dat zij
straf kregen dan Toon.
„Gravin," begon Datka na een pcos we
der, maar nu bespraakter dan de eerste
maal. Het bad baar niets bezorgd, zooals
zij verwaeht bad, ja niet eens een standje
wakker geroepen. Dos dan maar verderop
den betreden weg. „Mevronw de gravin,
gij waart een vorstendochter en de zalige
beer slechts een graaf, dat is ook nog on
derscheid en gij waart toch de gelukkigste
vrouw in het gansche land."
„De gelukkigste trouwt" antwoordde de
gravin zacht. De groote, onvergetelijke lief
de tot baar echtgenoot klonk uit de laatst
gesproken woorden. Zij herhaalde ze nog
eens en streek daarna met de hand langs
de oogeü.
„Dat begrijpt ge zoo niet, Sanne," teide
cjj na een ccgenblik. „Het geslacht van
De gevolgen van de ongehoorde misdaad
van den 13den Januari staau in juiste
verhouding tot de grootte dier daad zelf.
Zonder die iemand was er geen 30ate
October geboren welk treurig schouw
spel De afgrijselijke misdaad van den
löden Jnni ware zonder haar niet ge
beurd en den man van den löden Juli
was niet geboren. Deze wandaad alleen is
de oorzaak ven den 13den September, van
den droevigen 12den October. Zullen wij
dus dankbaar wezen voor den 13den Janu
ari met zijn doodsgerochel in de ooren van
ons en van gllen die leven? Ja, mijn
vrienden, want hij schonk ons ook, wat
zonder hem en hem alleen nimmer geko
men zou zijn, den gezegenden 25sten
December
Miascbien is een verklaring van deze
redevoering hier op haar plaats, vele mij
ner lezsrs zullen die anders niet begrij
pen. De man van den 13deo J»nuari is
Adam, de misdaad van dezen dag was het
eten van den appel het treurige schouw
spel van den 30sien October wa3 ds ver
drijving uit het Parijdijsde afgrijselijke
misdaad van den löden Juni was de
moord van Abelde 13de September was
den vlucht van Kaïn naar het land Nod
zooals mijn bijbelvaste lezers weten is
Kaïn daarheen gevlucht en op den
12den October verdwenen de laatste
bsrgtoppen onder den Zondvloed.
Als men in Frankrijk naar de kerk
gaat, moet men een kalender meenemen
een met opmerkingen.
Japan telt zeer vele onde
lieden. Er ziju thans 15 mannen en
vrouwen die 100 jaar, mannen en 3ö
vrouwen die 102 jaar, een man en een
vrouw die meer dan 111 jaar oud zijn.
Een standbeeld van p a-
pier. Een kolossaal standbaeld vanKoningin
Victoria zal op de aanstaande interna
tionale tentoonstelling te Glasgow geplaatst
worden. Het beeld, dat geheel van papier
maché vervaardigd zal worden, zal 4 meter
hoog zijn en zal met zijn voetstuk twintig
duizend kilogram wegen. Wij gelooven, dat
dit wel het eerste standbeeld in dat
genre zal zijn,
Voorzorgmaatregel.
Een nieuwe keukenmeid vraagt aan de
linnenmeid, hoe ze over „de lui" denkt.
Mijnheer is niet kwaad, je kunt
met hem doen wat je wiltMaar me
vrouw net een vaatje baskruit
altijd vuar en vlam
Zoo, 't is goed dat ik het weet, dan
zal ik zorgen, dat ik altijd een brand
weerman in de keuken heb.
nw heer is het oudste en beroemdste van
het land."
,En wanneer de graaf, uw overleden ge
maal, slechts een eenvoudig edelman was
geweest, een van heel jongen adel, van wie
er zooveel hier in den omtrek zijD, hadt ge
hem dan nw band geweigerd en al zijne
levensdagen ongelukkig gemaakt P"
„Sanne, wat waagt ge P" Toornig en
dreigend klonk de stem. Doch het was te
laat, de oude vrouw binnen de strenge gren
zen terug te wijten.
Sedert jaren daartoe voorbereid, was op
dit oogenblik bij de oude alle vrees gewe-
keu.
„O, Jlonkem 1" riep ze, de gravin bij
baer naam noemend, en viel voor baar
op de knieën. „Uw en rijn ellende knaagt
mjj aan bet bart. Ik heb n met mijn harte-
bloed gevoed, n op mijne handen gedragen.
Gij bebt mji nw eersten liefdesdroom toever
trouwd eerder dan aan uw vader en uwe
moeder. Ik heb uwe kinderen op mijn arm
gewiegd en re groot gebraebt evenals u-
zelf, ja uwe kleinkinderen eveneens.
„Ik beb ieder leed met u gedeeld en mag
nu tot u spreken. Onderdruk hunne liefde
niet, zij komt ven den hemel zeiven. En
evenmin als ge twee bergen, twee stroonen
kunt scheiden, evenroomin vermoogt ge
twee meuscbenbarten te rebeiden, die bij
elkaar behooren. Deck aau de ongelukkige
Isma, en laat n overreden." "Wat
zult ge nw gemaal zeggen, als hij n vraagt,
waarom vijne kinderen op tulk een jeugdigen
leeftijd ten grorde gingen P O, Jlonkem, heb
mcdelijdtn, geef toe en Iaat er ellende genoeg
zijn geweest."
De gravin verkeerde in een gemoedstoe
stand, dien men tevergeefs in woorden
zon trachten uit te drukkeD. Hsar gansch
innerljjk evenwicht was verloren. "Was bet
toorn, ontsteltenis over deze ongehoorde
koenheidP Was bet verwondering, verwarring?
Had de oude baar herhaald, wat z.jj «icb-
zelve reeds dikwijls genoeg had voorgepraat P
Zon baar man, die zijne kinderen zoo af
godisch lief bad, ook ioo streng gebleven
sijn en hen liever ten gronde hebben zien
gaen, den voorcoidetlen op te geven P Zou J
Miss Elisabeth Cooper
Prnyn, een van de rijkste meisjes uit
Albuy in den staat New-Yotk, hsd alle
genoegen verloren, deel te nemen aan liet
lsveu in de groote wereld, aan dans en
liefdesbetuigingen. Zij had zich in het
hoofd gezet, zich door prsctischen arbeid
een verinogen te verschaffen. De jonge,
zeer verstandige dame trad als bescheideu
boekhoudster in een van da grootste ma
nufactuurwinkels in New-York in dienst.
Meer dan een jaar was het standvsstige
meisje als Miss Coop r daar werkzaam en
letfie, evenals haar vrouwelijke collega's,
in een eenvoodig pension, steeds streven
de met haar salaris toe te komen. Wel
dra stelde de fabrikant een vol vertrouwen
in zijn buitengewoon bekwame boekhoud
ster, die met fijne aristocratische manie
ren de moeielijkste zaken tot een goed
eind wist te brengen.
Oülangs knoop'e de jonge heer Mitchell
Harrisson, zoon van den bekenden million-
nair te Philadelphia, die eveneens fabri
kant is, met de New-Yorker firma betrek
kingen aan. Besprekingen over zaken brach
ten hem dikwijls met Miss Cooper in aanra
king en Weldra was hij door de schoone, leven
dige en handige boekhoudster in het hart
gewond.
In plaats van voorstellen over zaken,
deed hij haar op een goeden dag een lief
desverklaring en was uitermate verheugd,
toen het schoone meisje vroolijk „ja" zei-
de. Hoe verbaasd was hij echter, toen hij
den waren Daam van zijn vei loofde ver
nam, die hem een vermogen medebracht,
dat het zijne ver overtrof. Bovendien mag
Miss Cooper Brnyn beschouwd worden als
een zeer voorname partij, want hare fa
milie stamt af van de z.g.n. „pelgtims-
vaderen", de eerste emigranten van de U-
nie. Zij wordt daarom naar de amerikaan-
sche begrippen als van adel beschouwd.
De New-Yorker dameswereld gevoelt zich
aangenaam aangedaan over dezen liefdes
roman van een echte Amerikaansche.
Bij 't vertoonen van licht-
beelden weigert het toestel, en plotseling
blijft 't geheel donker, 'n Jongmensch
uit het publiek roept
„Dit stelt vooreen gevecht van negers
in een tunnel!"
In de kazerne. B ij de in-
spectie van een instructie-cursus doet de
generaal een vraag aan een der miliciens.
Als deze echter het antwoord schuldig
blijft, schreeuwt de sergeant-instructeur
woedend „Ezelskop, kan je den generasl
zelfs op zoo'o stomme vraag geen antwoord
geven P I"
bij dal hebben kunnen doen, hij, die voor
zijn volk gestorven is P Kon en nioeht er
na den grooten vrijheidsdood van baar man,
snik een diepe kloof tusschen zijn geslacht
en het volk zijn P Want bij had zich niet
alleen opgeofferd voor de zaak van den adel,
maar vooral voor bet volk. En dan verder:
dit meisje zelve P Mocht een dame van
adellijk geslacht zoo voor een burger
meisje onderdoen, zich zoo laten overtreffen in
ware hoogheid van hart en adel van gemoed P
Als gelijken sfODden zij voor elkaar, zij, de
moeder met alle rechten, bet meisje
met jongere, maar wellicht niet minder
sterke. En zij had van haar verlangd, hare
rechten op te geven. Had van haar verlangd,
liefde, aanzien, rijkdom, alles vaarwel te
zeggenEn bet meisje had in haar groote
goedheid van bart dit offer gebracht, zij was
voor de moeder teruggetreden. Zij hield
hrar woord met eene waarachtigheid en tronw,
die ven den trotscben, maar nobelen zin van
de gravin achting afdwoDg. Ja, geen enkele
wist, hoeveel beschamends juist in dat be
wustzijn lag en boe dit meer dan al het
andere baar trotsche ideeën ondermijnde
en meer aan bare edellike principes schudde
dan iets anders ook, boe machtig dit ook
zijn mecht.
Na een poos boog zij zich tot de wee-
rende Sanne en zeide goedig
,Ik ken nw trouw bart en ben niet boos
smeek aan God, dat uw heer moge terug-
keeren en
Zij eindigde baar zin niet, luid en dreu-
neid reed een wagen het slotplein op.
HOOFDSTUK XXIII.
Waren zij niet zoo zeer in haar gesprek
verdiept geweest, too hadden zij, trots storm
en onweer, bet rollen vsn de raderen ge
boord; nu klonk het haar plotseling luid en
dreunt nd in de ooreD.
De gravin sprong op: „Heilige God, wie
kan dat zijn P"
Als een hinde wbb Datka opgesprongen en
reeds buiten.
De gravin kon geen stap doen, haar ge
laat was doodsbleek, fttwjjl een heftig
sidderen hsar gansche lichaam deed beven.
Machinaal melken.
„Ons Belang* weet het volgende mee te
deelen
In het kleine vorstendom Waldeck,
dicht bij Wildurgen, bevindt zich een
klein dorp, genaamd Ziischen, dat de be
woners, Ö02 in aantal, eene stad noemen.
Het ligt aan de Elbe, niet de statige ri
vier, die door Diesden en Hamburg naar
zee stroomt, maar een snelvlietend beekje
van gelijken naam, dat onder andereD een
zaagmolen in beweging brengt en ook de
kracht levert voor de electrische verlich
ting eeuer zeer groote boerderij, welke in
eigendom toebehoort aan den heer Garven,
een zeer vermogenden basculefabrikant nit
Hanuover, die bij Züschen een prachtige
villa laat bouwen en zich veel aan de
zuivelbereiding laat gelegen liggen.
In den koestsl bevinden zich een hon
derdtal prachtige koeien en de heer Gar
ven laat nog een tweeden stal bouwen,
die er evenveel bevatten kan.
De wijze, waarop deze koeien gemolken
wordeD, trok dezen zomer de bijzondere
aandacht der vele bezoekers der badplaats
Wildungen, die dsn ook in grooten getale
den stal des heeren Garven gingen be
zoeken, om 's morgens ten elf of 's na
middags ten 5 uur bij het melken tegen
woordig te zijn.
De Elbe brengt namelijk eenen electri-
schen motor in beweging, die met een
luchtpomp in verbinding is gebracht,
waardoor he.t melken plaats heeft.
Er worden steeds twee koeien tegelijk
gemolken. Om elke der 4 spenen wordt
een gnttapercha cylinder aangebracht, zoo
groot als het dikste gedeelte van een hal
ve wijnflsschdeze cylinders loopen in
een gutta-percha slang uit; die 4 slangen
loopen in één slang samen, die in verbin
ding staat met een glazen cylinder, die
hermetisch sluit in den melkemmer. Door
een huisleiding staat de luchtpomp in ver
binding met den melkemmer. Wordt nn
de luchtpomp in beweging gebracht en de
vier cylinders aan de spenen geplaatst, dan
zuigen de cylinders aanstonds aan den uier
vast en door het doorzuigen wor
den de koeien gemolken. In weinige
minuten is het melken afgeloopen en uit
het zeer rustige staan der koeien is duide
lijk te zien, dat haar deze melkwijze aan
genaam is.
Zindelijk is ze en ze gaat vingtwee groo
te voordeelen voor het product. Zij vor
dert weinig personeel, wat een voordeel ia
is voor de exploitatie.
Da heer Garven, die zeer minzaam de
vele vreemdelingen te woord staat, die
zich met hem in gesprek begeven, heeft
deze wijze van melken, naar men mede-
Op de trap werd bet levendigeen ver
ward dooreenloopen, een gebrom van stem
men, en daarna luide, vroolijke uitroepen.
De stemmen en schreden kwamen naderen
nader; nn hoorde zjj de stem van Datka;
zi) sebeen baar zoo zonderling veranderd
toe, nauwelijks te herkennen. Was dat vreug
de of ontzetting P
Daar eindelijk een welbekende stap en
een stem.
„Geza 1' ontwrorg zich aan hare lippen.
Zij breidde de armen nit en stortte in de
juis'e richting voorwaarts en „Geza, Geza
riep zij nog eens, en toen de deur openging
en de toon vlug binnentrad, had bij nog
juist tjjd genoeg, om zijne moeder in zijne
armen op te vangen.
Nooit bad de gravin haar zoon zoo mee-
nen lief te hebben dan toen vjj hem
verloren bed. Nu had zij hem weder 1 Zij
had tot nu toe de smart sleobta in groote
mate leeren kennen, in dil uur onder
vond zij na jaren een gevoel van groote
vrengde. Zij streelde, zij koste hem, zij
was onstuimig in haar vreugde.
De graaf droeg nog den arm in een
doek, maar op aanraden van Eliaabeth had
hij dien nu afgelegd, om zijne moeder daar
mede in het eerste oogenblik niet te doen
Schrikken.
Het uiterlijke feeken van zijn lijden bad hjj
voorzichtig kunnen verbergen, dat van het
wedergevonden geluk niet. Hij was in zulk
eeD zalige stemmiDg, zoo doordrongen van
zijn geluk, dat zij niet zijne moeder had
moeten zijn, om te welen, dat het raad
sel was opgelost, dat hg niet meer
behoefde te zoeken-
Hoe had ook Geza, ving en vorig als hg
was, kunnen zwijgen P En was dit niet bet
best gekozen oogenblik Zoo bnitengewooB
in hare vrengde hsd bij zijne moeder nog
nooit gezien en zoo toegankelijk voor zijn
verlangen zon bjj haar zeker nooit vinden.
Naast haar zitlend en hare handen in de
sjjne, vertelde hij haar alles van zijne zware
verwonding, de lange, kopelooze ziekte, van
zjjn verpleging en redding, van haar weg
bleven nadat het gevaar voorbij waa en
»{jn bewuatsjjn waa teruggekeerd. Hg be-