Donderdag 17 Maart 1398. 42ste Jaargang Ho. 3293. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: 8CHAWBI, liaan, II 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. WINKEL. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post i 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.2ö;iedere regel meer 6 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Zij, die zich met 1 A- pril a.s. op dit blad wen- schen te abonneeren, ont vangen de tot dien datum nog verschijnende nummers gratis. Bekendmakingen. Gemeente Schagen. Openbare vergadering van den Raad der gemeente Schagen, op Za terdag 19 Maart 1898, voormiddags te 10 ure. Punten van behandeling Kohier Belasting op de bonden. Idem Hoofdelijken Omslag. Verzoek om ontheffing van aanslag in den Hoofdelijken Omslag over 1897. Schagen, den 11 Maart 1898. De Burgemeester, S. BERMAN. Binnenlandsch Nieuws. Maarten FEUILLETON. SCHAGER Alisiüfl Nieuws-, COURANT. Aimleitie- k LiiMliL Jacht en Merij. Ds BURGEMEESTER der gemeente SCHAGEN brengt ter kennis van de in gezetenen, dat de aanvragen ter bekoming van jacht- en viscbacten, en van koste- looze vergunningen tot de uitoefening der visscberij voor bet seizoen 1898/99, ter Secretarie voor de belanghebbenden ter invulling verkrijgbaar zijn, degelijks, zon dagen en feestdagen uitgezonderd, des voormiddags van 9 tot 12 are. Schagen, 15 Maart 1898. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Men schrijft ons uit Sint Allen, die zaterdag 12 dezer onze ge 7. Diepe stilte heerschte in het hnis van den commandant. Toen Walter de trap opsnelde, kwam hem de zieketuster tegen. „Hoe ataat bet „Ik geloof, dat het efloopt, luitenant." Ia de kamer van den ouden beer trof Walter den dokter, die aan bet venster atond en met ernstig gelaat naar buiten keek. „Zoo, zijl gjj daar, manheer von Bressnitz," zeide de dokter, zich omwen dende. „Gij komt te laat." „Te laat? De dokter weea met de hand naar de open denr zij voerde naar de slaap kamer van den ouden soldaat, Walter vernam een onderdrukt snikken, hjj ging binnen en bleef diep geroerd staan. Op een eenvoodig veldbed, de gewone le gerstede van den ouden heer, leg deze uit gestrekt, nog in volle uniform, die op de borst geopend was. Aan den kant van het bed lag Marianne geknield, het gelaat in de banden begraven, terwijl een hevig snik ken hare gestalte deed sobokken. Op het bleeke gelaat van den oude lag een vriendelijke, bijne tevreden uitdrek- king. Men zon bijna geloofd hebben, dat bij rustig sluimerde, zoo kalm, zoo gelukkig waren de trekken van eijn smal, aristocra tisch gelaat. De eene hand hing slap ne der, de andere matte op de borst, juist daar, waar hjj het jjzeren kruis droeg, dat bjj in den laatsten oorlog bad verdiend. „Mariaoue fiuisterdo Walter, diep bewogen. Zy zag tot hem op. Haar gelaat toonde niet het diepe leed eener hopelooze ver- twyfeling, maar met oneindigen weemoed wees zg op den doode „Hg is dood, Walter," snikte zg, „gestor ven, «ooals hg het gewensoht heeft ala op het veld van eer HOOFDSTUK IX. De begrafenis van den commandant von WarnsUdt was afgeloopen. De knetteren de certscholen weten gelest, het gelui der meente bezochten, zal het zeker de aan dacht wel niet zijn ontgaan, dat nit iede re woning, ook uit het gemeentehuis, de vaderlandsche driekleur wapperde. Dtze niet-alledaagschheid had plaats ter eere van oneen algemeen ge»chten Secretaris der gemeente, den beer d. Fraijdie n.1. den dag mocht herdenken, waarop hij voor 25 jaren deze betrekking aanvaardde. Te 11 ure verscheen de jubilaris met zijne huisgenooten in de eenvoudig, doch net jes versierde kolfbaan van den heer Scher- merhornwsar de receptie tot des namid dags 4 uur plaats had en waarran door velen gebruik werd gemaakt. In een toespraak door den EdelAcht- baren heer Burgamaester Schermerhor waarbij ZEdAchtb. o. a. namens den Ge meenteraad er op wees, hoe zij de nauw gezette plichtsbetrachting, den ijveren de accuraatheid, bij de verrichting zijner werkzaamheden in die 25 jaren voor het heil der gemeente aan den dag gelegd, op hoogen prijs stelden, werd medegedeeld dat door heD in eene vergadeang was besloten,den jubilaris eene gratificatie te verstrekken. Vervolgens giDg spreker na den vriend- achappelijken en genoeglijken band, die er bestond tusschen hen en den Secretaris onderling; hiervan wilden zij niet alleen woordelijk, maar ook stoffelijk blijk geven; dit bestond uit een pendule met coupes en een barometer. Daarna bracht de WelEerw. heer Miihring, als- lid der commissie van acht ingezetenen, in hartelijke bewoordingen, namens de burgerij dank uit aan den S cretaris, voor de bereidwilligheid en hulpvaardigheid, in het meer genoemde tijdperk zoo ruimschoots bewezen. Altijd, ging spreker voort, stondt gij hen ten dienst, al was het 's morgens vroeg of 's avonds laat. Nimmer werd doorU eenig verschil gemaakt tusschen rijk en arm, jegens een ieder waart ge altijd even humaan en be leefd. De burgerij kon dan ook niet na laten, een bewijs harer dankbaarheid bij gelegenheid van dit jubileum te laten blij ken. Hierna werd het cadeau overhandigd, bestaande uit een paar huishoudelijke ar tikelen en een prachtig schrijfbureau, waar in de volgende inscriptie„Van de bur klokken bad opgehouden,de talrijke aanwezige officieren en andere bekenden van den o- verledene waren heengegaan, het muéiek- corps marcheerde met de eereoompagnie naar de stad terug en minant na miDunt werd de kleine grafhenvel boven het Igk van den ouden commandant, die geen enke len vgand op aarde bad achtergelaten, groo- ter en grooter. Walter en Arthur von Warnstedt, die uit zijn ver garnizoen was overgekomen om zgn vader te begraven, verlieten het laatst het kerkhot. De beide jonge offioieren liepen zwggend naast elkander voort. Arthur von Warn stedt was een weinig grooter dan Walier hjj geleek anders geenszins op zijn vader, maar moest de eenigszios voorovergebogen gestalte van zgne moeder geërfd hebben- Zijn gelaat tooide Diets van den goedmoe- digen humor vijns vaders of van den zschten ernst zgner zuster. Op zgn gelaat rustte veeleer een hoogmoedige trek, die door het eenigszins pedante voorkomen en de korte manier van optreden nog verhoogd werd. „Gg zult nu zeker eenigen tijd hier blgven, Artbor vroeg Walter na een poos. „Waarom P" „Nu, er is bg zulk een plotseling sterf geval toch altoos iets te regelen Artbur lachte spottend. „Hier is niets te n-gelen. Gjj weet im mers zelf, dat papa geen vermogen heeft na gelaten. Dat deel der genade, dat er nog mocht zgn, laat ik aan Mariaine over. De meubelen kan vg wel verkoopen." Dat alles klonk harteloos, zoodat Walter niet wist wat te antwoorden. Zwggend zag hg naar den grond. „Ik weet nog niet, hoe alles moet loopen," ging luitenant vou Warnstedt na een paar oogenblikken voort. „Hoe meent go dat?" Nu boe ik er zonder bijlage zal ko men. Hier in dit kleine nest mag dat gaan, maar in dat dare Koningsbergenik zal mg moeten laten verplaatsen naar Lyck of Jnowrazlaw of naar een ander gat aan de grenzengeschiedenis." Dat treft u nu zooals zoo menig ander kameraad. Ge zult u moeten inkrimpen." Inkrimpen 1 Natuurlijk da» was ge woonlijk ook papa's derde woord in lederen brief - dat houdt nu op - 't is toob drom mels plotseling - 't gaat verduiveld snel als 't eenmaal kom». Maar inkrimpen - hoe zal ik mg inkrimpen Ik zou bet wol eens willen weten!' „Uwe zuster is er nog erger aan toe. „Mariannedat arme kind gerij van Sint Maarten aan haren Secre taris'. Ook ontving de jubilaris nog eeui- ge, waaroüder fraaie, geschenken van fa milieleden en vrienden. 's Avondt werd het feest gezellig door familieleden en geuoodigden voortgezet en daar werd menig woord gesproken en zal er wel toe hebben bijgedragen, dat deze dag voor dtn jubilaris lang in dankbare herinne ring zal blijven. Nog zij vermeld, dat ook de heer H. Kvii bij deze gelegenheid zijn 25-jaiige ambtsvervulling als gemeentebode meevier de ook bij ontving menig blyk van be langstelling en werd door den Burgemees ter hartelijk toegesproken. Vrijdag 11 Maart had de laatste vergadering plaats van het Depar tement Wieringerwaard det M. t. N. v. 't A. De zaal van den heer Boon was letterlijk volvan de gewone toe gangskaarten was ditmaal bijzonder druk geprofiteerd.In verband daarmede meenen wij dit verslag te kunnen en moeten beginnen met een opmerking, die de voorzitter asn het slot maakte. Het Nut telt voor een plaats als TVieringerwaard bijzonder weinig leden, de kas is arm. Komt een spreker van elders, dan is de baan volaan be langstelling ontbreekt het dus waarlijk niet. En de woorden van den heer Smeenge liggen nog verscli genoeg in h&t geheugen het Nut moet als een dege lijke, verdienstelijke instelling blijven be staan. Dat deze laatste vergadering daar om velen moge opwekken, tot het Nut toe te treden en de vereeuiging krachtdadig te steunen. Als spreker trad op Bs. Bax van Zaan dam met het onderwerp „De anti-semieti- sche beweging dezer dagen.' Is het reeds een genot, den oudes, gemoedelijken heer Bax te hooren improviseeren, zooveel te meer nog, nu hij een onderwerp behandel de, dat meer dan eenig ander aan de or de van den dag is. Esn elk verlangde ts weten, welte beschouwing Bs. Bax in de zen zou zijn toegedaan. Welnu wij hadden wel gewenscht, dat Israëlieten zich in de zaal hadden bevonden. Stellig zou den zij den spreker voor zijn vurige pleit ja, dat doet mg bepaald leedzij moet naar familie, of eene betrekking zoeken." „Arthur IP" „Ja, jain netten kring natunrlgk ik ken meer officiersdochters, die gezel schapsdame of iets dergelgks zgn 't is geen bengdenzwaardig lot, maar wat helpt datl Ik kan haar van mgn schitterend in komen niet onderhouden. Wanneer ik maar eens een ryke party kon doen. Marianne schreef me laatst van een rgke Ameiikaan- aehe, drommels ja, Walter, waarom heb jg niet toegetast Een warme gloed steeg Walter naar de wangen. In de laatste smartelyke dagen had bg bgna zijn eigen leed vergeten, hy had zieh aan de waardigheid waarmede Marianne haar smart droeg, gespiegeld en gesterkt en voor zyn oog stond nog altoos bet vermanend beeld van den doode, zooals het stii en vredig op het leger had gelegen, trouw zgn plicht vervuld hebbende tot aan den laatsten dag zgns levens. De Inehtige opmerkingen van Arthur de den hem leed, bg veimocbt nauwelijks eeni- ge onverschillige woorden op de laatste vraag te antwoorden en nam daarom af scheid. „Ik spreek je van middag nog wel eens', zeide hg. „Marianne en gg zult nog wel het een en ander te bepraten hebben, waar bij een derde overbodig is. Adieu en groet Marianne." „Adien Met vlochtigen handdruk soheidden zg van elkaoder. De vroegere vriendschap tus schen hen scheen verbroken, de tyd had die uitgewisebt en se in onverschilligheid veranderd. Arthnr von Warnstedt ging iangsaam naar het huis zgne vaders. Marianne atond aan het venster en zag haar broeder reedz naderen. Zg haalde diep adem. Na gold het, al hare krachten te verzamelen, een zware daad wachtte haar. Zij ging naar de schrijftafel haars vaders en nam daar eeoige papieren en aanteeke- ningen van den gestorvene nit. Een door hem geschreven slak droeg het opschrift: mijn laatste wil". Vlog las Marianne de dicht in elkander geschreven regelen en tranen stegen haar in de oogen. Hartelijk drnkte lij bet pa pier tegen bare lippen. Hij had voor haar gezorgd, die goede vader, maar zg laa tus schen do regolen van dit testament, waarin bg zgn zpaarduiten aan sgne doohter vermaakte, een groote zorg van den overle dene, een ico'gen wenscb, dien zij in haar rede de hand hebben gedrukt. Na een historische inleiding, waarin de geloofsbe- schonwing der joden op duidelijke wijze werd ontvouwd, ging spreker over tot het eigenlijke onderwerp. Uil elk zijner woor den sprak innig medelijden met het ver strooide, vervolgde volk en heftig verwijt tegen zijn vervolgers. Wat de laatsten be weegt P Vrees, dat de idealen der joden eenmaal verwezenlijkt zullen worden af keer, eigenlijk alleen gegrond op onwetend heid of vooroordeel; jaloezie op de fiuan- ciëele macht. Alles behalve christelijke deugden dus. Neen, niet vervolgd, be schermd dient dit volk te worden door al len, die zich Christen achtenwant er bestaat van onze zijde een schuld, die be hoort te worden afgedaan. De Jood is lang genoeg vervolgd, lang genoeg het slacht offer geweest van domheid en vooroordeel hij onderscheidt zich gnnstig op gebied van kunst en wat het zwaarst weegt de voorganger der Chris tenheid was Israëliet. Spr. eindigde zijn schoone-boeiende improvisatie mat een uapotheose" - zouden wij bijna zeggen want duidelijker kon de Wandelende Jood ons moeilijk voor oogen zijn gesteld. Vervolgens reciteerde merrouw Sassen van Zaandam twee aandoenlijke verzen Het Jurkje, en Een lied van de Zee. Een wel niet daverend, maar toch niet minder welgemeend applaus beloonde haar voor de gevoelvolle voordracht. De voorzitter, de heer Zijp, gaf e8n piano-nnmmer ten beste en de zangvereeni- giag „Apollo', voor zoover tegenwoor dig, zong onder leiding van den heer Stadt een drietal liederen. Vervolgens draeg de heer Groneman voor: frHet Leven' van Schimmel. De heer Groneman behoeft ons compliment niethet applaas, reeds vóór hij optrad, was zeker meer dan iets anders het bewijs, dat zijn voordracht gevoeld wordt, zijn lievelingsverzen nog niet verouderd zijn. Tenslotte droeg Ds. Bax een fragment voor uit de schepping van Teo Kate. Moge ons allen, op zekeren leeftijd ge komen, nog een heilig vuur bezielen en een gave zijn geschonken als Ds. Bax aan den dag legde 1 hart en in baar ziel opnam. „Ik heb vertrouwen in myne dochter, in mgne lieve Marianne, dat tij alles doen zal, wat in haar macht is, om mgn zoon Ar thnr, haar broeder, te steunen en zijn loop baan te effenen. Mgn zoon kan ik slechts mgn naam en de eer van ons geslacht na laten. Dat mgn zoon daaraan steeds denke Met vlammend schrift stonden deze woor den in Marianne's ziel gegrift. Arthnr's stap weerklonk weldra in de voorkamer en haastig verborg zy het vel papier in haar kleed. Daarna ging ze baar broeder tegemoet. Deze reikte haar zwggend de hand; zy ieonde licht met haar hoofd tegen zgn Schonder, waarbij groote tranen op haar waogen biggelden. Vluchtig liefkozend streek hg haar over het hoofd, „Ge moet niet zooveel weeoen," zeide bg traag, alsof hem het reeds verveelde; „er is nu eenmaal niets aan te veranderen dikwyls hebben do dooden het beter dan de levenden." „Arthur I" ,Nu ja zg zgn vrg van de zorgen ik zeide maar zoomaar ween na niet zoo i* „Ik ween reeds niet meer I" Arthnr wierp zich in een stoel en staarde donker voor zich heen, terwyl Marianne stgf opgericht voor hem stond en hem op merkzaam aanzag. Zgn donkere blik werd niet veroorzaakt door smart over den dood zijns vaders een bitter gevoel sloop daar om haar harte binnen. „Hebt ge vaders papieren reeds doorgele zen P" vroeg hg na een poos. „ik ge loot, dat ge daar gisteren van spraakt I" „Ja, ik beb die papieren reeds doorgele zen vader heeft mg voor zgn dood dat opgedragen. Hg scheen er een voorgevoel rau te hebben, dat hij eensklaps zon ster ven en wilde niet, dat vreemde menschen „Goed, goedl" „Gg hadt nooit rechltydig hier kan nen zijn, bg zulk een verren afstand." Ja, ja de nalatenschap is zeker niet groot P Ik denk, dat wjj alles maar zullen verkoopen met uit sondering van Benige herinneringen en verdeden dan dat zal de eenvoudigste zaak zya." „Niet zoo eenvoodig, ais ge denkt.' „Wat ge zegt Hg lachte, zooalt hg dat gewoon was, voelde evenwel het onpasselijke daarvan en herstelde zich zoogoed hem mogelyk was. „Waarom ziet ge mg toch zoo strak aanf" vroeg hjj. P. Boos te Callantsoog heeft bij het omspitten van den grond een 7- tal, denkelijk spaansche, zilveren geldstuk ken gevondeo. Vijf daarvan zijn aan merkelijk grooter dan een rijksdaalder; een heeft de grootte van een rijksd. en een de grootte van eeo gulden. De esrste vijf hebben aan de eene zijde een vorstenhoofd en daaromheen als randschrift PHIL IIII D.G. HISP. ET. IN D J. Afi. R E X. Aan de andere «ijde is een wapsn, vastgehouden door 2 leeuwen, alles gedekt door een kroon en daarom heen ala randschrift :ARCHID. AV8T. D Y X. B V R G. BB A8. Twee zijn van het jaar 1636, een vso 1634, een van 1647 en een van 1650. Het volgende heeft aan de eene zijde tot randschriftLEOPOLD: D:G: ARGHIDVX: AYST. DVX: B V R ET: SAG: GAE8 M, en aan de andere zijde: RELIQ: ARGHD: GVBERNAT: PLEN: ET: COM: TI R O L. LAND: ALS, en is van het jaar 1623. Het kleinste beeft aan de eene zijde tot randschrift: ABIT DEI-^GRA- TI A. A L B E R T V 8 E T. E L 8., ter wijl het randschrift aan de andere zijd* onleesbaar is. België en het hollandsche rundvee. Het verslsg over de begrooting van landbouw en openbare werken van België, handelende over het gesloten blijven der grenzen voor hollandsch weid- en tok vee, bevat o. a. de volgende zinsneden, die een openen der grens in het verschiet stellenDe slui ting der grens was allernoodigst om ODzen veestapel voor algeheelo besmetting te vrijwaren, tn aar de grens magtoch niet gansch toe blijven. Over de grens zijn toch alle beesten niet besmet en wij moeten magere beesten hebben voor de kweek. Het engelsche stelsel zou hier te pas komen acht of tien dagen de inkomende beesten aan de grens ophouden, de gezon de magere beesten laten binnenkomen en de vette slachteD.' Tel, „Ik zou je wel iets willen vragen, Arthnr." „Ga je gang.» „Maar ge moet mg de waarheid zeggen." „Ja, maar wat beteekent datP" „Geef mij uw woord, dat ge mg de waar heid zult zeggen." „Maar waarvoor al die omslag? Doch wanneer ge 't weuscht ja, ik geef je mgn woord En na, er nit er mede." Artbur, gij hebt mg dikwgls over kleine ongelegenheden geschreven „Ah zoo, ja, Marianne, ge toch een verstandig meisje ge weet, dat een jong officier dergelyke dingen niet ont gaan kan." „Ik weet het en daarom heb ik n gehol pen, zooveel mg maar eenigszins mo gelijk was." Ja, dat hebt ge gedaanIk dank o daarom ook van ganscher harte." „O, niet zoo het was aleebts mgn plicht, en daarenboven, ik deed hel gaarne. Want, Arthur gg zgt de zoon, de eeoige zoon, gg zgt de drager van onsen naam, de eer van onzen vader, op u had bg al zijn hoop gevestigd, om uwentwille heeft bg menig offer gebracht, hjj wilde, dat ge oarrière in de militaire wereld zoadt maken." „Maar waarvoer dit alies t* vroeg Ar thnr, in zichtbare verlegeaheid. „Ik boop vader geen al te groot verdriet gedaas te hebben, ofschoon ik ook „Over die kleine dingen heb ik keen geholpen, zonder dat vader het te weten kwam- Hg mocht geen zorg koeltoren voor a. Nu echter, Arthnr, vraag ikn, en gg hebt nw woord gegeven, de waarheid te zullen zeggenhebt ge schalden, die nwe carrière in gevaar knnnen brengeo P „Maar Marianne wat gaat a dat aan P1' „Gg hebt mg beloofd, de waarheid te sullen zeggen." „Yoor den duivel dan, j«, ik heb schul den, De toelage, die papa mij gaf, was zoo klein Koningsbergen ia een zeer dnur garnizoen de schulden zgn niet di rect gevaarlgk voor mgn loopbaan, maar hoe dat in de toekomst worden aal, wan neer ik geen toelage meer ontvang dat weet de duiveldat weet ik niet I* barstte hg nit. Hg was opgesprongen en stapie in groote opgewondenheid de kamer op en neder. Marianne waa seer bleek gewordeo. Wat «ij reeds lang had gevreesd, dat was waar heid geworden, en sg aarzelde geen oogen- blik dat te doen, wat zij voor haar plioht hield, wat xy bg het lijk haars vaders be loofd had. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 1