Politie! overzicht der ml WIERINGEN. WIERINGEN. Buitenlandsch JMieuws. kwamen voor rekening van de h, h. Evenwel en v. d. Meer. Nu hebben wij hier als onze over tuiging uitgesproken, dat de jaarwedden der onderwijzers voldoende geregeld zijn in deze Gemeente, zeker, maar die over tuiging belet ons niet, te huldigen de stelling„de paarden, die de haver ver dienen, krijgen ze wèl", wij blusschen daardoor het heilig vuur niet uit, en weten, dat bij eventueele vacatures ge rekend kan worden op hunne plichtsbe trachting en pver. Hij stelt daarom aan den Voorzitter voor, den Raad in overweging te geven, het bedrag der wedde, over het tijdvak der vacature aan den heer Evenwel niet uitgekeerd, alsnog te betalen, en wel in drie gelijke deelen, aan mej. Vrendenberg en de h. h. Evenwel en v. d. Meer. De Gemeente lijdt hierbij geen fioan- ciëele schade, geeft den keizer, wat des keizers is, en heeft het directe voordeel, zich ook voor de toekomst verzekerd te hebben van den pver en trouw harer ambtenaren. De voorzitter zegt, dat na het overlij den van den heer v. d. Wonde de onder wijzers Evenwel en v. d. Meer bij hem zijn geweest en verklaard hebben, dat zij met behulp van de aan de school ver bonden onderwijzeres het onderwijs zoo danig konden regelen, dat meerdere hulp overbodig was en dat zij gaarne zouden zien, dat één hunner werd aangesteld tot tijdelijk hoofd der school. De heer Evenwel is daarop als zoodanig benoemd. De gang van het onderwijs heeft tijdens de vacature, zooals de heer Kluijver te recht opmerkt, de schoolcommissie rede nen tot tevredenheid gegeven. Maar mocht men van 3 onderwijzers voor een getal van ongeveer 135 kinderen dat ook niet verwachten De onderwijswet acht immers voor zooveel kinderen dat getal onderwijzers voldoende Wie der onderwijzers meer werk heeft gehad tijdens de vacature is de onder wijzer Evenwel. De onderwijzer v. d. Meer had evenwel als voorheen slechts 2 klassen. De onderwijzeres had wel een klas meer, maar haar diensturen zullen wel niet grooter geweest zijn. De heer Evenwel heeft als waarnemend hoofd der school het tractement genoten, dat aan de betrekking van hoofd der school was verbonden, hetgeen hem een voordeel gaf van +f 120. De gemeente heeft door de vacature in kas gehouden het tractement van den onderwijzer Evenwelmaar had te beta len de kosten voor de wedervervulling der vacature, wat ook nog een aardig bedrag uitmaakte. Spreker acht het daarom, indien men het een en ander nagaat, volstrekt niet on billijk, dat het overblijvende in kas ge houden is. De heer Kluijverhoewel van een te gengesteld gevoelen, trekt zijn voorstel, dat door geen der andere heeren onder steund wordt, weder in. Hierna sluiting der vergadering. Dinsdag 15 Maart was het voor 't Departement Willkel der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen een feestavond. Het vierde zijn 50-ja- rig bestaan, opgeluistord door muziek van Winkels Fanfarecorps. Te acht uur ongeveer was de net versierde kolfbaan van den heer A. Wil met feestgenooten gevuld en werd 't feest met een toe passelijke toespraak geopend door den voorzitter, den heer P. Vries. De secretaris, de heer J. E. Bergman las een brief voor, die van 't Hoofdbe stuur was ingekomen, en waarin de bes te wenschen voor 't Departement waren uitgedrukt. Hierna betrad de heer Berg man als feestredenaar 't spreekgestoelte. Op de hem eigen keurige wijze deelde hij mede 't voornaamste, dat met 't De partement sedert zijn oprichting, 15 Maart 1848, had plaats gehad, hoe 32 leden tot de oprichting hadden besloten, waar van nog 5 in leven zijn, n.1. de heeren E. W. Melchior, IJ. BoodP. A. Earre- bom.eeN. Zwaan en 11. J. G. Mos. Van die vijf waren twee aanwe zig, n. 1. de heeren Bood en Zwaanaan wie door den feestredenaar daarvoor hulde werd gebracht. Voor zeker, 't doet goed nog eens te hooren, hoe gedurende 50 jaren door hen, die reeds zijn heengegaan en door hen, die nog met ons verkeeren, gewerkt is aan vooruitgang en beschaving, 't doet goed, die mannen te hooren verheerlijken, voor alles wat ze in 't algemeen en plaatse lijk belang gedaan hebben en we stem men van harte in met de beste wen schen, voor den bloei van 't Departe ment Winkel geuit. Een zeer aandachtig en dankbaar gehoor had de heer Bergman en we kunnen ons zoo voorstellen, dat hij bij velen van de oudere le den aangename herinneringen zal hebben opgewekt, want we weten het, 't is aangenaam, zoo enkel nog eens met onze gedachten in 't verledene te ver toeven en vooral, wanneer dat verledene op een wijze wordt voorgesteld, als de heer Bergman dat deed. Op de feestrede volgdeDe Afwezige, Drama in één bedrijf, in verzen, naar het fransch van E. Manuel, door J. L. Wertheim. Het stuk, spelende in een dorp in den tegen- woordigen tijd, werd zeer verdienstelijk opgevoerd en de medewerkende personen verdienden dan ook ten volle het applaus, dat hun bij 't einde ten deel viel. Het programma vermeldde verder bijdragen door verschillende leden en naar gehoopt werd door vele gasten, alles afgewisseld door muziek van blaas- en strijkinstru menten, met en zonder piano-begeleiding. Aan bijdragen was geen gebrek toen de leden, die zich tot het leveren ervan verbonden hadden, het hunne tot ver aangenaming der bijeenkomst hadden gedaan, mochten we het genoegen smaken, den heer Greneman van Wieringerwaard te hooren en mejuffrouw G. Spaansvan Barsingerhorn. Heeft de eerste het departement door zijn keurige voordrach ten zeer aan zich verplicht, ook dit moet gezegd worden van mej. Spaans, die meer dan eens haar heldere stem door de zaal liet klinken. En tusschen dit alles was er ook gelegenheid voor hen, die gaarne mededeelden, wat hun hart hun ingaf en zij maakten er een flink gebruik van aan toasten was geen gebrek. Tot laat in den nacht bleef men gezellig bijeen en toen 't tijd was om te vertrekken, werd dit door velen zeer noode gedaan. Het Departement Winkel, in 1848 door 33 leden opgericht, telt thans weder 32 leden. Het is veel sterker geweest, doch de hoop is niet ongegrond, dat 't getal weer zal toenemen, nu de contributie zoo verminderd is, dat 't betalen daarvan voor menigeen geen beletsel meer behoeft te zjjn. Gaarne besluiten we dan ook dit verslag met den wensch, door eene der dames geuit, dat het getal 32 binnen een niet zeer langen tijd moge aangegroeid zijn tot 64. De sociëteit ,0 n s Genoe gen" te Winkel is niet meer. De 16 leden van de 50, die ze geteld heeft, hebben besloten haar te ontbinden. De heer Joh. F. Morra, h a n- delaar in kunstmeststoffen te Schager- brug, heett, om te spoediger aan de vele aanvragen te kunnen voldoen, een stoomboot, met kunstmest bevracht, op verschillende plaatsen in het Noord- Holl. Kanaal j. 1. donderdag in lossing gehad. Zeker wel een practisch idéé, om op deze wijze de landlieden in de Zijpe en in Koegras op de minst kost bare wijze en in den kortsten tijd van het gewilde product te voorzien. De WelEerwaarde heer Ds. J. P. Smidtsdoopsgezind predikant alhier, heeft voor het beroep naar de Gemeente Den lip bedankt. Tot opzichter der kapen, dienende tot peil der scheepvaart, is in de plaats van wijlen den heer/. Koster benoemd de heer E. J. Ealfweeg. En in de plaats van wijlen den heer P. D. Kooij, baken- meester der tonnen en boeien op de Zuiderzee om Wieringen, is benoemd de heer 8. Kooij P./Jz. De heer A. Wonder Pz., burge meester van Oude Niedorp en tevens door den Raad benoemd tot secretaris dier gemeente, is bij koninkl. besluit in laatstgenoemde functie erkend. Ten overstaan van den notaris L.lop te Bergen is in het lokaal van den heer P. Vet te Broek op Langendijk geveild 10.37.60 H.A. wei land, hetwelk f 10232 heeft opgebracht en 1.33.55 H.A. bouwland voor f 5352.50. De werkzaamheden op den akker zijn aan „de Streek" we der in vollen gang. Honderden rietscher- men worden geplaatst, ter beveiliging der pas geplante aardappelen, welker teere spruiten allicht door de nachtvorsten wor den beschadigd. Enkele zeer vroege soorten durven zich al met het kopje boven de aarde vertoonen, een waaghal zerij, welke dezen in één nacht gevoelig te staan kan komen. Men schrijft ons: Op verschillend gebied wordt in den tegenwoordigen tijd de decoratiekunst meer en meer toegepast en eigenaardig weet men door goed aan gebrachte versieringen aan betrekke lijk kleine inrichtingen een tamelijk groot aanzien te geven. Yindt men in AMSTERDAM groote zalen, welke door natuur en kunst als in bloementuinen zijn herschapen, ook op andere wijzen wordt getracht, op groote wandopper- vlakken eenig vergezicht te ver krijgen. Op^eigenaardige wijze is dit laatste toegepast in de koffiezaal van den heer C. Kos Pz., hotelier op het Damrak te Amsterdam. De vlakke, naakte wanden zijn aldaar beschilderd met schetsen van verschil lende aardige plekjes uit Schagen, Nieu we Niedorp, Alkmaar en andereplaatsen en waarlijk is daarmede een zeer aardig effect verkregen. Aan den kunstschilder, den heer Jb. Oudes, 2de van Zwindenstraat, Amster dam, is het gelukt, door zijn penseel de bezoekers te verplaatsen naar straat- en landgezichten in onze omgeving en van aardige vergezichten te doen genie ten. Men meldt uit BAARN Bij het onderzoek der justitie om trent de administratie van den geschor sten gemeente-ontvaDger is o.a. geble ken, dat de heer B. in 't begiD van Ja nuari een bedrag van omstreeks f1000 had geïnd, en niet verantwoord. Tot de ze ontdekking waren B. en W. ook reeds gekomen en de ontvanger wist daaromtrent geen verklaring te geven. Ook de kassen der waterschappen de Pijnenburger Grift en do Drie Zielen, waarvan de heer B. penningmeester was en die eveneens in de gemeentelij ke brandkast waren bewaard, zijn ver dwenen. Het eerste waterschap lijdt daardoor een schade van f1150 en het tweede eene van f 200. In het Utrechtsch Nieuwsblad leest men uit het programma voor in- huldigingsfeesten te MAARSBERGEN o. a. „Een os te slacnten en dien onder de armen der gemeenten te verdoelen. Op den dag van het feest zal die os wor den versierd en op het terrein worden rondgeleid en zoo kunnen deelon in de algemeene feestvreugde." San José-schildluis. Bjj de Tweede Kamer, ia door de ministers van Binnonlandscho Zaken en van Financiën ingediend een wetsontwerp, houdende bepalingen tot wering van voor den land-, tuin- of boschbouw schade lijke dieren en van plantenziekten. Het heett de strekking om in het algemeen, onder nadere goedkeuring van de Statec-Generaal, aan de Regee ring de bevoegdheid te geven om, bij alle voorkomende gevallen, bij algemee- nen maatregel van bestuur verbodsbe palingen van invoer in het leven te roepen, ten einde van onzen land-, tuin- of boschbouw dreigende gevaren af te weren. De Regeering wijst er o. a. op, dat thans onzen landbouw opnieuw een gevaar dreigt, grooter naar het zich laat aanzien dan door coloradokever en phyl- loxera, en wel door de San José-Schild- luis (Aspidiotus perniciosus) een insect dat, waarschijnlijk uit Chili naar Colo- rado overgebracht, zich van daar over een groot deel van de V. S. van Noord- Amerika heeft verspreid en voorname lijk in de ooftboomgaarden groote ver woestingen aanricht. De omstandigheid, dat in de laatste jaren steeds meer versche vruchten, voornamelijk appels en peren, uit Ame rika in Europa, speciaal ook in Neder land, worden ingevoerd, maakt het plicht der Hegeering om zoo spoedig mogelijk 'tegen overbrenging van het gevaarlijk insect in ons land te waken. Wijzende op de .tegen dit insect reeds in Duitschland genomen maatregelen, acht de Regeering het dringend noodig, dat ook hier met kracht worde opge treden, totdat volkomen zekerheid zal zijn verkregen in hoeverre het in Ame rika voorkomend insect in ons klimaat en op onzen bodem leven en voortte len kan. Behalve dat bij het veelvuldig invoe ren van versche vruchten uit Amerika ons reeds dadelijk gevaar zou dreigen, zoo laat het zich aanzien, dat Duitsch- lands maatregelen tengevolge zullen hebben, dat de zendingen, die in Duitsch land niet, of niet dan na streng onder zoek worden toegelaten, naar onze ha vens zullen worden gezonden. Behalve dat daardoor het gevaar van over-brenging van het insect grooter wordt, is. het bovendien te verwach ten, dat Duitschland spoedig zijn gren zen voor uit Holland komende boomen, planten enz. sluiten zou en den toevoer van vruchten zou bemoeilijken, wanneer wij onze grenzen geheel open lieten. Het is plicht om tegen dit dubbele gevaar zoo spoedig mogelijk maatregelen te nemente meer, daar de vruchtencultuur hoe lan ger zoo meer beteekenis voor ons land verkrijgt. Dit gevoelen der Regeering wordt volkomen gedeeld door de Nederl. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde. Art. 2 van het ontwerp bepaalt, dat de Volksvertegenwoordiging in de ge legenheid zal wezen om, zoodra zij dit wil, door verwerping van een wetsvoor stel (behelzende de in den maatregel van bestuur vervatte voorschriften en dat tegelijkertijd bij uitvaardiging van dien maatregel zal worden aanhangig gemaakt) de Regeering te noodzaken onverwijld de vereischte stappen te doen tot intrekking van de genomen maatregelen. In de Tweede Kamer is het ontwerp zonder hoofdelijke stemming aange nomen. Als b ij zonderheid meldt men, dat in de j.1. woensdag te OOST HUIZEN gehouden openbare verkooping van landerijen enz., voor een perceel weiland in den Beemster nog f 2000 het morgen (85 Aren) werd gegeven. Ze ker een hooge prijs voor den tegenwoor digen tijd. Een drietal woonhuizen en verschillende perceelen weiland, de laag ste ter gezamenlijke grootte van 88 H.A., brachten tezamen f68755 50 op. Wanneer is de haan overbodig Wenscht men de te wachten eieren niet te doen uitbroeden, maar ze slechts te verkoopen voor de consumptie, dan is een haan bij de hennen niet alleen onnoodig, maar zelfs overdaad. Want gedane proeven hebben aangetoond, dat 1°. de kosten van eieren in een kip penhok, dat acht hennen zonder haan tot woning verstrekte, ongeveer 30 pro cent minder waren dan in een kippen hok met evengroot aantal hennen en bovendien een jongen haan, en 2°. dat de productie van eieren door het ont breken van een haan niet in het minst geschaad wordt. Zölfs werd waarge nomen, dat in kippenhokken zonder haan, de hennen 1 2 maanden vroe ger met eierleggen aanvingen dan in hokken, waarin wel een haan aanwe zig was. Tevens werd waargenomen, dat in de kippenhokken zonder haan evenveel hennen broedziek werden als in die met een haan. Men kan dus even tueel in kippenhokken zonder haan het aantal kippen aanhouden en vermeer deren door broedeioren te koopen en die door broedzieke kippen laten uit broeden. (Landb. Cour.) —Rood licht en pokken Naar aanleiding van een bericht in de indische bladen over behandeling van pokkenlijders met rood licht, schrijft dr. C. H. van Herwerden, arts te BER- LICUM, het volgende in de Pr. Noordbi en 's-Eert. Cour.: De „opzienbarende ontdekking", daar in bedoeld, dateert reeds van 1893 en is afkomstig van den jeugdigen deen- schen geleerde Niels Finsen. Buiten Scandinavië werd zij eerst bekend door bet artikel van Finsen in de Semaine médicale van 30 Juni 1894. De eerste gelegenheid, deze methode aan de praktijk te toetsen, deed zich reeds in 1893 te Bergen (Noorwegen) voor, daarna volgde de aanwending van rood licht bij pokkenlijders te Kopenha gen, Gothenburg en Parijs. Prof. Finsen deelde mij onlangs bij mijn bezoek aan zijn „Licht-Instituut" te Kopenhagen mede, dat hij in 1896 reeds beschikte over 70 ziektegeschiedenissen van pokkenlijders, die in het roode licht waren behandeld en dat slechts bij één dezer zeventig de goede invloed van 't roode licht aan twijfel onderhe vig was. Mag ik aan bovenbedoeld bericht toe voegen, dat de verrassend goede in vloed van het roode licht berust op het feit, dat door de roode omgeving de blauwe, violette en ultra-violette licht stralen belet worden de huid van den pokkenlijder te bereiken en dat het juist onder den nadeeligen invloed van deze (zoogenaamde „chemische") stra len is,dat de pokken blaasjes gaan etteren. Blijkens de talrijke waarnemiogen in Europa en volgens bedoeld bericht nu ook in Oost-Indië heeft deze behande lingsmethode, mits nauwkeurig toege past, ten gevolge dat 1 nagenoeg geene of geen litteekens achterblijven 2°. de beruchte etterkoorts wegblijft of althans in mindere mate optreedt. Daarmede is echter nog niet alles voor een lijder gedaan, en daarom stelt prof. Finsen in een zijner publicaties dan ook voorop „Mijne metbode sluit een andere be handeling, welke de geneesheer voor doelmatig houdt, niet uit, maar geeft gelegenheid, deze gelijkmatig toe te passen." Het doel van mijn schrijven is in de eerste plaats den uitvinder der geniale methode te noemen, en ten tweede zijne hierboven aangehaalde woorden onder de oogen van uwe lezers te bren gen, opdat men niet in de veronder stelling verkeere, in het vervolg nu wel zelf zonder geneeskundige hulp zijn pokkenlijders te kunnen behandelen. Niet alleen zouden dan de uit de Loc. aangehaalde woorden „Men heeft niets te doen dan te zorgen, dat geen ande re dan roode lichtstralen tot den patiënt doordringen", gevaarlijk voor toekom stige pokkenlijders kunnen worden, maar zij zouden tevens een groot ge vaar voor de gemeenschap opleveren. Met gunstig gevolg werd door Mej. M. Boon te WIERINGER WAARD examen afgelegd voor de le klasse der Rijksnormaallessen te Helder. Tot de lessen aande Nor maalschool te Alkmaar is toegelaten Guurtje Plaatsman te Waarland en voor die te 's-Gravenhage Anna Raap te Dirkshorn. Een scheidsgerecht in alle internationale geschillen. Ziedaar een utopie, het einde onzer eeuw waardig. Doch wij vreezen, dat het bij wenschen zal blijven, al zijn er ook millioenen, die dit de meest menschwaardige oplossing van de poli tieke moeilijkheden zouden vinden. Arbitrage in het Westen, arbitrage in het Oosten vormen de schering en in slag der jongste berichten. De kwestie tusschen Amerika en Spanjo wenscht men aan het oordeel van den Paus te onderwerpen. Invloedrijke vrienden van beide partijen wenden alle pogingen aan, om langs dezen weg tot een bevredigen de oplossing te komen. Reeds eerder heeft men getracht door bemiddeling van den Paus de cubaan- sche kwestie op bevredigende wijze op te lossen, doch toen kon men van spaansche zijde niet in een zoodanig voorstel tre den. Te Madrid meende men, dat van eene overeenkomst met de cubaan- sche opstandelingen door tusschenkomst van derden geen sprake kon zijn, daar rebellen zich slechts konden onderwer pen. Thans heeft de quaestie een ander aanzien gekregen, 't Is niet meer een geschil tusschen Spanje en eene zijner volksplantingen, maar de zaak heeft door de verwikkelingen met Ame rika veel grooter en uitgestrekter af metingen aangenomen. Of de Paus zich als arbiter in deze zaak zal willen leenen, staat nog te bezien. Alleen wanneer Z. H. van beide zijden wordt aangezocht, dus weet men ons uit fransche bron te vertellen, dan zou hij geneigd zijn, als bemidde laar op te treden. In Spanje schijnt men de zaken nog al niet bijzonder donker in te zien. Men meent redenen te hebb'en, dat de mogendheden in beginsel zijn véér het behoud der spaansche heerschappij op Cuba, en tegen de onafhankelijkheidsver klaring of de anexatie door de Vereenig- de Staten. Ia 't bijzonder schijnt men in de ure des gevaars op de tusschen komst van het Drievoudig Verbond te rekenen. Mag men eene uitlating van het adres van den keizer van Duitschland gelooven, dan zou Z. M. op een parti culier diner verklaard hebben, niet te zullen gedoogen, dat Amerika beslag op Cuba zou leggen. Afgescheiden van deze wel wat fantastische verklaring, ligt het voor de hand, dat Oostenrijk en Italië zich voor Spanje geïnteresseerd gevoelen. Er zijn zooveel banden, die de vorstenhuizen dezer landen aan dat van Spanje verbinden, dat een tusschen komst hunnerzijds zeer verklaarbaar is. Wel zijn er stroomingen in Spanje, die zich liever bij Frankrijk aangesloten nadden, doch deze zijn grootendeels van anti-parlementairen aard, zoodat ze al thans voorloopig op de toenadering van Spanje tot de middel-europeesche Staten van geen invloed zullen zijn. De meer gunstige berichten, die wij sedert een paar dagen uit het verre Westen ontvingen, zullen wel de gevol gen van „vriendschappelijke" wenken zijn. Indien men in Washington be merkt, dat Spanje in een oorlog niet al leen zal staan, bestaat er kans, dat de kwestie scheidsrechterlijk wordt uitge maakt. De geheime werkingen en in vloeden, welke thans in 't spel zijn, zullen echter den geschiedschrijver van later jaren eerst geopenbaard worden. De oost-aziatische quaestie zal men ook al door een scheidsgerecht willen uitma ken. Nog liever echter willen En geland en Japan, dat eene inter nationale conferentie met do regeling der geschillen wordt belast. In Rusland schijnt men van dit idéé niet geheel afkeerig te zijn, althans de „Nowoje Wremya" laat zich in denzelfden geest uit. Een gemeenschappelijk overleg tus schen Frankrijk, Rusland, Engeland en Duitschland tot regeling der oost-aziati sche quaestie, zoude goedkeuring der russische regeering kunnen wegdragen, doch altijd in dien zin, dat bij de rege ling ook Duitschland betrokken zou zijn. Of Duitschland op dit plan zal ingaan, is niet te verwachten. Eerstens zal het van zijne verkregen bezitting niet gaarne weer afstand doen en dan nog zal bet niet gemakkelijk te vinden zijn, om een geschil tusschen Rusland en Engeland op te lossen. Eene verzwakking van een der par tijen, zoo mogelijk van beide, kan slechts voordeel voor Duitschland opleveren. Dat Engeland gaarne op eene eenigs- zins fatsoenlijke manier de zaken zou willen regelen ligt voor de hand. De engelsche troepen hebben hun tocht langs den Nijl voortgezet en Berber be reikt. Nu mag de veldtocht tot heden weinig bezwaren hebben opgeleverd, dat neemt niet weg, dat de expeditie nog wel aan heel wat gevaren het hoofd kan te bieden hebben. Het britsch- egyptische leger ligt over duizend mijlen langs den Nijl en het is heel wel mogelijk, dat enkele posten uit de flank, dus van uit de woestijn, door de Soedaneezen worden aangetast. Een verbreking van de communicatielijn zou voor het leger zeer noodlottig kunnen worden. Een oorlog met Rusland zou mede voor den egyptischen veldtocht wrange vruchten kunnen opleveren. Abessynië staat on der russischen invloed en de Negus zou ter wille van zijn vriend aan de oevers van de Newa, gaarne bereid gevonden worden, om de Engelschen in Soedan te bestoken. De troepen van den Negus hebben bij Adoea bewezen, van welk eene voortref felijke qualiteit ze zijq; te verwonderen is het dus niet, dat een strijd met A- bessynië op dit oogenblik voor Engeland al zeer ongewenscht zou zijn. Ook de oorlog, die straks ter wille van het pres tige aan de noordgrenzen van Indië hervat zal moeten worden, dwingt En geland in zijne geschillen met Rusland tot groote voorzichtigheid. Er zal van Engeland eene groote krachtsinspanning geëischt worden, om de krijgshaftige berg stammen te onderwerpen. Hoe men de zaken ook moge verbloemen of ver draaien, een feit is het, dat Engeland in den laatsten krijg tegen de Afridis een nederlaag leed en dat wel met een leger tweemaal grooter dan dat, waarover Wel lington bij Waterloo het commando voerde. Blaffende honden bijten niet, zegt een bekend spreekwoord. De groote woorden van enkele ministers, de scherpe resoluties van het Huis der Gemeenten, de schet terende artikels in de pers, zijn, indien wij ons niet bedriegen, uitingen, die veel overeenkomst met het wof, wof van genoemde honden hebben. Dit zal Rusland reeds lang hebben doorzien, en het zal zich dan ook niet door Engeland van zijn doel laten afleiden. De tweelinghavens Port Arthur en Talien- wan, die Peking van de zeezijde beheer- schen, zijn en blijven russisch. Mants- joerije met zijn rijke steenkolenbekkens en ijzermijnen, onschatbare hulpmiddelen voor den toekomstigen beheerscher der noor delijke Stille Zuidzee, wordt een russi sche provincie. Dit bezit, benevens de spoorweg naar Wladivostok, met een zij tak naar het Liao-tung-schiereiland ge ven Rusland een machtigen voorsprong in de toekomstige worsteling om Oost- Azië.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 2