Donderdag 31 Maart 1898. 42ste Jaargang No. 3297. Jacht ilissclierij. I si Liel. en Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE RL AD. Bekendmakingen. GemeenteSchagen. Kiezerslijst. FEUILLETON. Geen geld geven. Koepok-inenting. PLAATSELIJK NIEUWS, WOEDT VERVOLGD- SCHAGER mum Sinus-. COURANT. Aimtsitit- Laillmllil. Bureau: SCHAGEN. Laan, D 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W1 Ai K E L, De BURGEMEESTER der gemeente SCHAGEN brengt ter kennis van de in gezetenen, dat de aanvragen ter bekoming van jacht- en viachacten, en van koste- looze vergunningen tot de uitoefening der visscherij voor het seizoen 1898/99, ter Secretarie voor de belanghebbenden ter invulling verkrijgbaar zijn, dagelijks, zon dagen en feestdagen uitgezonderd, deB voormiddags van 9 tot 12 ure. Schagen, 15 Maart 1898. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Burgemeester en Wethouders van Scba- gen brengen, ter voldoening aan art. 28 8de lid der kieswet, ter algemeene kennis, dat de door hen op 22 dezer vastgestel de kiezerslijst, benevens de lijsten, bedoeld in het 2de lid van dat artikel, vanaf heden tot en met 21 April a. S., eiken werk dag van 9 12 en van 1 4 uur, voor een ieder ter inzage liggen en tegen betaling der kostea in afschrift verkrijg baar zijn. Tot en met den 15den April 6. k. is een ieder bevoegd, bij het gemeente bestuur verbetering van de kiezerslijst te vragen, op grond dat hij zelf of een an der, in strijd met de wet, daarop voor komt, niet voorkomt ol niet behoorlijk voorkomt. De verzoeken om verbetering der kie zerslijst worden, met de bewijsstukken, dagelijks tot en met den 21sten April 0. k. voor een ieder op de secretarie ter inzage ncdergelegd en in afschrift, tegen betaling der kosten, verkrijgbaar gesteld. Een ieder is tot tegenspraak van het ii. HOOFDSTUK XIV. Gravin Edith zat voor haar schrijftafel en keek een aantal brieven door, welke haar bediende haar op een zilveren blad bad over handigd. De lentezon sebeen met ijle stralen in de elegant gemeubileerde kamer en gaf aan 't geheel een vriendelijker aanzien. Buiten in het park floot een vogel zijn lentelied krokussen, hyaointen en andere bontkleurige lentebloemen openden voor de zonnestralen hare kelken eD aan de bosschages en boomen kwamen kleine groene knopjes te voorschijn, die zioh openden en de fijne blaadjes open vouwden, om zioh door het zachte zonlicht te deen streeleo. Rijtuigen achter rjjtu'gen rolden over de laDgs de villa gelegen straat; vrooljjke menaohen drentelden pratend en lachend achter elkander aan, aller gemoed scheen zieh te verheugen over de nienwe lente. Edith had reeds eenige brieven gelezen, toen de porti&re, welke haar kamer van de volgende scheidde, werd teruggeschoven en graaf Sponeck binnen trad. „Mag ik in nw heiligdom komeD f" vroeg hjj lachend, waarbij «jjne heider-witte tan den van onder de coquet opgedraaide snor te voorschijn kwamen. Edith legde den brief, dien zg in de hand had, op tafel neder en zag op. „Is het reeds tjjd f" vroeg zij, „Ik ben met mijn toilet nog niet gereed." „Ik zie het. Neef Max waoht reeds se dert een nnr met smart op nwe verschij ning in het salon-" Een lachje gleed er over Edith's gelaat. ,Neef Max zal wel niet al te groot ver- laDgen naar mg hebben,* meende zij. „Gij doet den goeden jongen onreobt, Max is een groot vereerder van u. Maar wie dan ook niet 1 Het geheele gezelschap, waarmee wjj verkeereu, is verrukt over mijn gehoone vrouw, op wie ik zoo trolsch ben Edith stond op. Een poos stond zij met ineengevouwen hrnden, het oog zinnend voor zich oitgeriobt. ■Vervolgens zuchtte zij en in bare oogen lichtte plotseling een trofsche flikkering. Zg verzoek bevoegd. De tegenspraak wordt schriftelijk en uiterlijk den 23 April a. 8. bij het Ge meentebestuur ingediend. Schageu, den 28 Maart 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, 8. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. De zich noemende vereeniging tot bevor dering voor kleeding aan minvermogende kinderen van alle religies, heeft besloten, in deze gemeente op den 31 Maart a. s. eene collecte te houden ten bate harer instelling. Aangezien deze collecte niet veel beter is dan eene gewone bedelarij, doch moeilijk ge weerd kan worden, omdat de vereeniging zich weet te dekken door de artt. 7 en 13 der Armenwet, noodig ik de ingezetenen langs dezen weg dringend uit voor be doelde collecte geen penning af te zon deren. Schagen den 25 Maart 1898. De Burgemeester, S. BERMAN. Burgemeester en Wethouders van Scha gen brengen ter algemeene kennis, dat gelegenheid tot kostelooze inenting en herinenting zal worden gegeven op vrij dag 1 April e. k., des namiddags 31/, uur, in de Gemeenteschool door den heer A. C. Melehior gemeente-geneesheer alhier. Schagen, 28 Maart 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN, de Secretaris DENIJS. POLITIE. Ter secretarie dezer gemeente zijn inlich tingen te bekomen omtrent een achterge bleven kalf. Schagen, 30 Maart 1898. Onze afgevaardigde, de heer Mr. E. Fokker zal, binnenkort in het locaal Cérès op verzoek onzer kiesvereeni- gingAfd. Lib. Unie als spreker optreden. On derwerp: leerplicht. De afdeeling Schagen van het Ned.Onderwijzers Genootschap, de afdee ling Schagen van den Bond van Ned. had bereikt, waarnaar zij gestreefd had zij, die haar veracht en nitges'ooten had den, die baar om het verleden baars vaders zelfs haar geluk ontroofd hadden die lagen nu aan hare Toeten, hare schoonheid, haar geest, haar rijkdom huldigend. Zij reikte haar man de hand, die hij be leefd en ridderlijk aan zijne lippen bracht. .Wilt ge aan ons beider verzoek gehoor geven en ons naar Earlshorst vergezellen f vroeg hij. ,Neef Msx verheogt sich er reeds zoo over, zich in het zadel voor u te vertoonen, en ik beloofde mij van de paarden, die wjj uit uw vaderland hebben meegebracht, groote resultaten.* „Wel, dan zal ik u ook moeten verge zellen,' antwoordde zg lachend. „Het geldt na een strijd tnsschen Amerika en Europa....* „Amerika beeft Europa reeds overwon nen,* zeide hij met galante buiging. „Ik zal nog slechts even deze brieven doorzien, gij weet, ik zoek een gezelschaps juffer er hebben zieh maar liefst twintig jongedames aangemeld. Na een half aartje ben ik bij je, boorl* De graaf trok zieh terug en Edith nam hare bezigheid weer op. Doch de brieven boezemden haar geen belang meer in, zg waren alle op dezelfde wijze gesteldnaar de brieven te oordeelen, waren alle dames van gezelschap in kwestie ideale wezens. Editb's gedachten zweefden naar het verleden terug, zg steunde haar hoofd met de hand en zag mistroostig voor zich. Ondanks haar schitterende positie gevoelde zij zich eenzaam en verlaten. Om deze reden bad «ij den raad van baar man opgevolgd en een dame van gezelschap gevraagd. Na een poosje trad bet kamermeisje binnen. „Ja, ja, ik kom bet is tijd om mjj aan te kleeden ik weet 't wel," zeide Èdith ongeduldig. „Mevrouw de gravin „No, wat is er P* „Een jonge dame vraagt mevrouw de gravin hare opwachting te mogen maken.* „Een jonge dame Wie is zij wat wil zg „Hier is haar kaartje.* Een uitroep van verrassing ontsnapte er aan de lippen van Edith, toon tij op het kleine kaartje den naam las: ,Mariannevon Warnstedt.* Baar hand, welka bet kaartje vasthield, beefde zeer en eeo donkere gloed steeg haar nr-ar de wangeD. Deze naam riep bet verleden in al zijne heftigheid wakker. Wat voerde Marianne hier P Wist zij, dat gravin Sponeck de eenmaal zoo verachte, door haar en de ha Oudeiwijzers en de vereeniging Volksonder wijs te Winkel zullen namens ODze kiesvereeniging worden uitgenoodigd om deze vergadering bij te wonen. De Directeur der Rjjk8- landbouwwinterschool deelt ons mede, dat het stnk grond, achter het schoolgebouw gelegen, niet door het Rijk is aangekocht, maar dat het doot hetr, voor rekening v»n het Rijk en ten behoeve van de school, is gepacht, om te dienen voor het telen van ver schillende soorten en variëteiten van land bouwgewassen en grassen. De leerlingen der school en andere be langstellenden, die zich daartoe aanmelden, komen hierdoor in de gelegenheid, de meest verschillende gewassen nader te leeren kennen, door ze bij hunne ont wikkeling gade té slaan, terwijl het kweeken van verschillende variëteiten van hetzelfde gewas misschien zal kan nen leiden tot het vinden van variëtei ten, waarvan de t^elt voor den landbou wer bijzondere voordeelen kan opleveren. De vereeniging „Schagen* der Geheel-Onthouders gaf eene openbare uitvoering zondagavond j.1. in de kolfbaan van den heer D. i>. heuiver, alwaar dan, door de geheel-onthouders van Langedijk het toonetlsluk van H. Tiggelaar, Marit- Jeanne, of De vrouw uit de Volksklasse, werd opgevoerd. De avond werd geopend met een toe passelijk woord van den voorzitter der vereeniging „Schagen,* den heer 8. Bermau, burgemeester onzer gemeente. Spr. deed het genoegen, dat, daartoe in staat gesteld door de geheel-onthouders van Langedijk, eene tooneelvoorstelling kon worden gegeven. Dat geschiedde van den kant dar Lnngedijker onthouders met groote kosten. Het deed spr. evenwel goed, dat zij dit voor de goede zaak over hadden en hij hoopte, dat ook deze voor stelling mocht meêwerken om den heilloozen iuvloed van den alkohol tegen te gaan. De opvoerders deden het volgens spr. niet om eigen roem, zij waren geen tooneelspelers van professie; waarom spr. dan ook vroeg om een verschoooende critiek voor hun ren afgewezen en uitgestooten miss Edith wasP Zou zij Marianne ontvangen P Een oogenblik aarzelde zij dan beval zij bet meisje, mejuffrouw von Warnstedt, te laten binnenkomen. Groote opgewondenheid had zioh van haar meester gemaakt. Zij geloofde roet bet verleden afgesloten te hebben, dit bijna te hebben vergeteD, en nu zag zij, dat het diepe, onuitwischbare sporen in baar «iel, in bare herinnering, in haar hart bad ach tergelaten. Ze zette zieb zoo neer, dat het helder in de kamer strelende licht baar gelaat niet trof, maar juist zoo, dat zjj in de schaduw bleef, en zag met bange spanning de komst van de joDge dame tegemoet. Een slanke, in diepen ronw pekleedo gestal te trad binnen en boog eerbiedig. Het zon licht fonkelde op het blonde, rgke baar, dat als goud van onder den zwarten roawboed te voorsohijn kwam „Ik daok mevronw de gravin, dat ze mg heeft willen ontvangen,* zeide Marianne met haar week, eenigszina diep geluid, waarin de opgewondenheid sidderde. In het hart van Edith stegen trotsehe ge dachten op. „Wat voert u hierheen, mejuffrouw von Warnstedt P" vroeg sij kort. Met neergeslagen oogen stond Marianne daar. „Ik bid u om vergeving mevrouw de gravin zoekt een juffrouw van gezel- sohap." .En daarvoor komt ge tot mg tot mij, juffrouw von Warnstedt P* Edith lachte zoodat Marianne haar hoogst verwonderd aanzag. „Mevrouw de gravin „Herkent ge mg niet Edith deed een schrede zijwaarts, zoodat bet volle licht op haar gelaat viel. Een zachte kreet ontsnapte aan de lippen van Marianne. Doodsbleek werden hare wangen, als een bovenaardsehe verschij ning zag zij Edith aan- „Herkent gij mg nuP" herhaalde deze met een sporiach, zieh over de verrassing van Marianne verblijdend. „Mevrouw de gravin gij gij zijt „Ja, ik ben Edith Griswold, die gij eo nw standgenooten nwer niet waardig aobttet, met n te verkeerenDie Editb, die gij van n stiet, die gij beteedigdet 1 Dat ben ik, gravin Sponeok, waarvoor de gelijken van n zioh na haldigend buigen, en tot haar komt juffrouw von Warnstedt, om een plaats als ondergeschikte, Ab, ik veracht ik verafschuw n en de nwen!1 ■pel en er op wees, dat men allereerst moest letten op de strekking van het stak. Gehoor gevende aan de vraag van den voorzitter, znllen we ons dan ook van critiek onthonden, de verschillende debu tanten hebben loffelijk hnn best gedaan om aan te toonen, dat mitbrnik van sterken drank veel ellende tengevolge heeft. Na afloop der voorstelling betrad de voorzitter der vereen. Schagen het too- neel en seide Alvorens van hier te gaan, is het mij eene behoefte, de rederijkerskamer der geheel-onthouders aan den Langedijk harte lijk dank te zeggen voor de welwillend heid, waarmede zij eene tooneelvoorstel ling alhier voor dezen avond op zich heeft genomen en voor de wijze, waarop zij zich van hare taak gekweten heelt. Hiermede heeft zij niet weinig aan zich verplicht hare znater afdeeling te Schagen. Ik weet, en in myn openingswoord v<5ór de voorstelling heb ik het gezegd, niet om lauweren ten opzichte van het spel was het n te doen, maar om, ook langs den weg van het tooneel, harten te winnen voor de goede zaak die wij voorstaan. Zal n dat gelukt zij'd p Zult gij onder hen, die u volgden, harten veroverd heb ben medestrijders in den strijd, dien wij hebben aangebonden Ik wil het hopen. Doch zoo niet, laat het u niet ontmoedigenBlijft strijden en propageeren op uw wijze I Zaait voort het goede zaad, dan kan de wasdom niet uitblijven en op den wasdom volgt de oogst, Eu laat ik thans nog iets mogen zeg gen tot het publiek. „Marie-Jeanne*, toehoorders, is, gij zult het mg toegeven, aan het werkelijke leven ontleend. Een ernstige waarschuwing niet alleen, maar tevens een bittere aanklacht houdt het stuk in. Want al die akeligheid, al die ellende, al dat ongelukkig zijn, al dat mrnschen- lijden roept ieder uwer luide, toe „Ook gij zijt een dergenen, die medewerken tot in standhouding en vermeerdering van dit alles, want gij bevordert door het ge bruik het Mwbrnik. Het vlamde dreigend en toornig in bare oogen. Met een verachtelijk schouderophalen wendde zij zieh af. Onder dezen uitval had Marianne hare bedaardheid weder terug bekomen. Met kalme, hoewei nog eenigszins bevende stem antwoordde zij, terwijl zij een paar stappen terug deed „Mevronw de gravin ik begrjjp nwe opgewondenheid, o'schoon ik die nauwelijks rechtvaardig vind. Ik en de mijnen, zoo- als gij dien kring gelieft te noemen, waarin wjj elkander voor een jaar geleden ontmoetten, waren er zeer verre van, n te willen kwetsen of verachten. Docb gij gevoelt u beleedigd ik wil h daarover niet hard vaileD. Laat ik u evenwel zeggen, dat ik niet wist, dat miss Edith gravin Sponeck was, anders was ik zeker niet gekomen, om om deze plaata als juffrouw van gezelschap te verzoeken.* Zg boog niterst beleefd en wilde zich ver wijderen. Editb trad evenwel vlug op haar toe en legde de hand op Marianne's arm. Baar toorn was vervlogen, in haar hart gevoelde zij schaamte, dat tij zulke harde woorden bad gesproken, en het gevoel van sympa thie, dat zij eertijds voor Marianne had ge koesterd, trad weder op den voorgrond. „Ik geloof o, jnffronw von Warnstedt,* zeide zij zacht, „en ik bid n, de leelijke woorden als niet gezegd te beschouwen, vergeef mij mijo drift- Uw bezoek verras te mij. Ik geloofde u al reeds lang de ge lukkige echtgenoote van luitenant von Bressuitzen nn zie ik n in roowklee- ren voor mij staan, om een betrekking als ondergeschikte vragend. Geloof mij, lieve juffrouw, dat ik harteljjk deelneem in uw lot.* „Ik dank u, mevrouw de gravin,* ant woordde Marianne met neergeslagen oogen. „Ik heb een zwaar verlies geleden mgn vader stierf en ik sta alleen in de wereld.' „Uw vader dood P O, wat is dat jam mer En mijnheer von Bressnitsp" „Ik geloof, mevronw de gravin, dat n zich vergist in de gevoelens, die wij elkander wederkeerig toedragen wjj hadden el kander lief als zuster en broer." „Slechts als zoodanig?" Een plagend lachje gleed er over het ge laat van Edith Marianne bloosde lieht. „Wanneer dat eenmaal andera is geweest,* den ligt dat ver, zeer ver achter ons „Ah, ook zg ook zg „Mevrouw de gravin, ik bid „O, ik begrjjp u 1 Gij hebt hem in uw grootmoedigheid alles vergeven.Waar is hij P" „Mijnheer von fireunitz heeft weinige En daarom kom ik tot n met een paar vragen. Voor een aangename, doch kortstondige prikkeling van tong en verhemelte, of wel voor de gezelligheid, drinkt gij uw matig glas en noodigt gij anderen uit, dat met u mee te doen. Maar als nn aan dien prikkel en aan die gezelligheid zooveel tranen hangen, moogt gij er n dan aan overgeven f Zondt gij er toe willen blijven mede werken, om, door instandhouding van geestrijke dranken, tallooze zwakken van wil in staat te (tellen, hun maat te doen verliezen en hnn omgeving, die een he mel had kannen zijn, te veranderen in een hel Wilt gij door uw matig glaa sohnldig blijven aan zooveel huiselijken onvrede; ruwe en bittere taaltwiathaatmoord krankzinnigheid; afzichtelijke armoede; vreeselijk lichaamz- en zielelijden P Of zijt gij er van overtuigd, dat wjj hoofd aan hoofd ons best moeten doen, den drank, die zooveel diepe ellende over het menschdom brengt, de wereld nit te bannen dat we dit verplicht zijn aan onze kinderen, die door het proeven dronkaards kunnen worden, zooals tal van voorbeelden ons te zien gevendat wij buiten onze kicderen om, dit verplicht zijn aan de meriscbheid, omdat wij niet alleen leven voor ons zeiven, maar ook voor abderen dat wij dit behooren te doen als naamdra- gers en navolgers van den Christus, van den eenigen grooten menschenzoon, dien wij ons, krachtens de ons bekende over leveringen van zijne omwandeling op aarde, niet zouden kunnen voorstellen gelyk ds. Bax te Kolhorn, onlangs zoo terecht opmerkte met een glas sterken drank aan de lippen dat het in de macht van ieder onzer ligt om tenminste te pogen een berg van ongerechtigheid te doen verdwijnen en dat ons rusteloos voortwerken ons na derbij zal brengen tot ons doel, en ons het zalige bewustzijn schenkt aan het goe de te hebben meegewerkt, waarvoor een mensch nooit te veel kan over hebben Aan u het antwoord op deze vragen, dat, zoo ik hoop, nu of later mag leiden tot uwe aansluiting bij de geheel-onthou ding. maanden later afscheid genomen en is naar Amerika gegaan." ,Naar Amerika?" Haar hart kromp pijnlijk ineen. Zon hij haar dan toch gezocht hebben P Zon zjj te vlog aan hem getwijfeld hebben P Een warm gevoel doorstroomde haar zij zet te zieb neder en dacht na. Marianne ried hare gedachten. „Mijnheer von Bressnitz heeft zich bij eene wetenscbappelgke expeditie naar Mexi co aangesloten, zooals hij mij sehreef," ging zij voort. „Zijn oponthoud in Mexioo kan jaren dnren." „En hebt ge al eens berieht gehad P* „Neen, by heeft mij nooit meer geschre ven. Hg kan mgn adres niet weten, ik nam kort na zijn vertrek eene betrekking aan.* „Maar hoe komt het, dat gij, de dochter van een hoofdofficier, nn zolk een onderge schikte betrekking wilt gaan bekleedeD P* „Mevronw de gravin ik ben arm en tot werken gedoemd.* Edith stond op en sohreed de kamer op en neder. „Mag ik mij verwgderen, mevronw da gravin P' vroeg Marianne zacht. „Neen, dat moogt geniet, jnffrenw Mari anne 1* riep Edith, als plotseling een besluit nemend. „Gij solt by mg blgven gjj moet by mg blgven.* „Mevronw de gravin?' Verwonderd zag Marianne Edith aan. Een nitdrnkking van lioht gekrenklen trots lag op haar gelaat. „Ja, gg moet bij mij blgven,* ging Edith ijverig voort. „Niet als mjjn joffrouw van gezeltehap maar als mgn vriendin zie mg tooh niet zoo verwonderd, zoo ontsteld aan I Niet gjj zgt degene die verzoekt, niet gij zgt het die een gunst ontvangt, maar ik ik geheel alleen 1 Aeb, kon ik a maar alles, alias seggen.' Zuchtend strekte zy de armen nit als in naamloose vertwyfeling. Een gevoel van medelijden sloop het hart van Marianne binnen. Zg zag, dat Edith in al haar glans en rgkdom niets was dan een ongelukkige, in haar hoop, in haar Hel de b drogen vrouw. Maar tg voDd geen woord tot troost, stiliwygend boog tij en wilde ziob verwgderen.* „Marianne I Als een hulpkreet klonk dit van Edith's lippen en dat bewoog Marianne, staan te blijven. Ia bet volgende oogenblik had Edith bare banden gegrepen en haar met sich naar de sofa getrokken, haar met saeht geweld daarop neerdrukkend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 1