Leerplicht.
Zondag 10 April 1398.
42sts Jaargang No. 3300.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatste
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: iCHAGüI. Laan, B 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W1 Af 11E L.
Prijs per jaar f 3.—. Eranco per post f 3.60,
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.26;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit
drie bladen.
EERSTti HL AD.
Bekend ona ki is se n.
Gemeen teSchagen.
Het standpunt van den vijand.
Rirmenlandsch Nieuws.
WIERINGERWAARD,
SGHAGER
Alicien Riim-
COURANT.
llrotniii- Lawliiiililai.
Burgemeester en Wethouders van Scha-
gen;
gelet op art. 265 der Gemeentewet,
brengen ter kennis van belanghebbenden,
dat het door Heeren Ged. Staten op den 80
Maart j.1. goedgekeurde kohier van den
hooideltjken omslag dezer gemeente en dat
voor de belasting op de honden, dienst 1898,
gedurende vijf maanden ter Secretarie der
gemeente voor een ieder ter lezing is ne-
dergelegd.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen binnen
8 maanden na den dag der uitreiking van
het aanslagbiljet, bij den Raad, op ongeze
geld papier, worden ingebracht.
Schagen, den 8 April 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERM AR.
de Secretaris,
DENIJS.
IV.
Sedert wij aan het slot van ons vorig
artikel mededeelden, dat wij in eene laat
ste beschouwing over het wetsontwerp
het standpunt van den vijand in een
paar hoofdlijnen van meer nabij zouden
bezien, is onze blik, dank zij den goe
den kijk, welken de artikelen der cleri-
cale bladen ons verschaften, met den dag
helderder geworden, en het is ons thans
volkomen duidelijk, dat men in het cle-
ricale kamp vermoedelijk eerst het ont
werp zal bestrijden van een zuiver prin-
cipiëel standpunt, om daarna, wanneer
't mocht blijken, dat de wet, hoe dan
ook geamendeerd, kans loopt aangeno
men te worden, voor het confessioneel
onderwijs de grootst mogelijke voordee-
len te kloppen.
Dit blijkt reeds dadelijk uit de katho
lieke bladenDe lijd, De Gelderlander
De MaasbodeDe Limburger Koerier, De
Noord-Brabanter en de Maas- en Roerbode.
De laatste houdt vol, „dat het recht der
opvoeding een specifiek ouderlijk recht
is, een recht, dat op zich zelf de ingrij
ping van elke andere macht, buiten de
kerkuitsluit" dat zij eiken leerdwang
verwerpt zoolang men niet de noodzake
lijkheid van dezen hatelijken maatregel
kan aantoonenalle verklaren principi
eel niet mede te willen gaan. Daarente
gen zegt het orgaan van dr. Schaepman,
Het Centrumdat het in zake onderwijs
niet zoozeer bevreesd is voor dwang.
Want, schrijft dat demoeratisch-katho-
liek orgaan, „dwang kan nuttig, ja nood
zakelijk zijn en dus het hatelij
ke van zijn beteekenis verliezen.
De ouders, die het juiste besef heb
ben van hun faak, zullen er in elk ge
val niet door worden gehinderd, dat een
der verplichtingen, welke de natuur hen
oplegt, in de wet wordt gesanctioneerd.
Slechts een klein getal onwilligen zal e-
ventueel worden getroffen".
In het algemeen is Het Centrum dus
leerplicht principieel niet vijandig ge
zind. Het laat het wetsontwerp zelf voor-
loopig nog intact, maar wijst er toch
reeds dadelijk op, dat de kosten der
confessioneele scholen, bij invoering van
leerplicht, zooveel hooger zullen zijD
dan vroeger en het blad, of wel de
staatsman die er uit spreekt, schijnt het
wel op een accoordje te willen gooien,
als de regeering den voorstanders van
kerkelijk onderwijs door een veel hoog ere
subsidie den strijd met de openbare
school nog wat gemakkelijker wil ma
ken, dan zij 't tot nog toe reeds gedaan
heeft.
In de kleine anti-revolutionnaire bladen
vinat men het stelsel van loven en bie
den niet zoo rondborstig op den voor
grond gesteld, als dit door [let Centrum
gedaan is. Zij gebruiken meer groote
woorden. De Proteslantsche Noordbraban
der verwijt het Ministerie, dat het in het
wetsontwerp het revoluiionnaire beginsel
verwezenlijkt „dat al zooveel onheil in
ons vaderland heeft gesticht". De Drie
Provinciën meent,dathet wetsvoorstel „keu
rig past in de rij van directe en indirec
te dwangmaatregelen, waarmee ons volk
van liberalistische zijde sinds 1848 gere
geerd isde Overijsselsche Boodschapper
zegt, dat de ouders worden onder cura-
teele gestelden voorspelt alsof de
pacificatie van de zijde der clericalen
ooit eerlijk zou zjjn nagekomen
„een hernieuwing van den schoolstrijd."
De Hollander bespreekt op kalmer toon
uitvoerig de vraag, of de invoering
van wettelijken leerplicht noodig is, en
komt dan tot een beantwoording in ont-
kennenden zin. Het blad acht leerplicht
in de huidige omstandigheden niet
meer te zijn een maatschappelijke, maar
wel een politieke quaestie, bij denjong-
sten stembusstrijd op den voorgrond ge
schoven, daarbij echter vergetende dat
leerplicht sinds jaar en dag op het pro
gram der Liberale Lnie stond. De Hol
lander herinnert aan de motie-GoE-
man Borgesius omtrent invoering van
leerplicht, bijde wet-mackay ingediend, en
ziet nu in het wetsontwerp dezelfde
politieke beteekenis. De a-r. Nederlan
der maakt van de gelegenheid gebruik
om zich ook een principieel tegenstan
der te verklaren, maar laat toch door
schemeren dat, als men aan Nederland
maar de gvrije schoolzou willen schen
ken, waarop bij de behandeling der be
grooting in de Tweede Kamer zoozeer
is aaugedrongen, zoodat de openbare
school slechts als hooge uitzondering zou
blijven bestaan, er toch nog wel met de
anti-revolutionnairen te praten zou wezen!
Dr. Kuyper heeft in De Standaard
drie artikelen aan leerplicht gewijd, ook
„De vrijstellingen" behandeld.
In zijn eerste artikel, dat voorkomt
in het nummer van 23 Maart jl., er
kent hij de mogelijkheid, die, na het
geen hij in October van het vorig jaar
schreef, voor hem niet meer te ontken
nen zou zijn, dat de overheid geroepen
kan wezen om, waar de ouders hun
macht misbruiken, „het kind physisch
en psychisch laten ondergaan", waar
borgen van voeding tegen uithongering
te eischen en door het waarborgen van
opvoeding tegen algeheele verstomping
te beveiligen.
Nu, hierop heeft de minister m zijn
Toelichting ook gewezen toen hij herin
nerde aan de bepalingen van het Bur
gerlijk Wetboek, maar wanneer men nu
zou denken, dat dr. Küyper, evenals
Het Centrumzich niet principieel vijan
dig zou stellen tegenover het wetsont
werp, dan heeft men het mis. Daarin,
meent hij toch, dat een geheel ander
standpunt is ingenomen. Door aan alle
ouders voor te schrijven, in welk jaar
de schoolopvoeding moet beginnen en
hoe lang die moet duren, door tevens
de reeks van vakken te bepalen, in
wier onderwijzing het zevenjarig onder
richt zal moeten bestaan, worden, vol
gens De Standaardde zedelijke bevoegd
heid en de zedelijke verantwoordelijk
heid der ouders geheel te niet gedaan en
overgebracht op de overheid.
„Wat (le ouders zeiven, als van Godswege
daartoe gehouden en gerechtigd, te volbrengen en
te beslissen bebben, wordt bnn van Staatswege
en onder strafbepaling opgelegd en voorgeschreven.
Hun eigen oordeel heeft niets meer te zeggen. De
overheid oordeelt voor ben.
„Hier staat alzoo theorie tegenover theorie,
principieele overtuiging omtrent ouderplicht en
Staatsbevoegdheid tegenover een lijnrecht daarmee
strijdige overtuiging. Deswege moet bij ieder,
die aan de ordonnantiën Gods vasthoudt, tegen het
nu voorgestelde pertinent conscientie-bezwaar be
staan
Yan anti-revolutionnair standpunt is
dit mooi gezegd, maar wij, die omtrent
de ordonnantiën Gods in zake leerplicht
in volslagen duisternis verkeeren, kun
nen ons toch moeilijk een wet op den
leerplicht voorstellen zonder een bepa
ling, in welk jaar de schoolopvoeding moet
beginnen en hoe lang die moet duren.Over
den aanvang en het aantal jaren kan
men van opinio verschillen, maar de
wet zou een volkomen wassen neus
worden, wanneer men een en ander
aan de ouders overliet.
Het eerste artikel was echter noodig,
om het tweede kracht bij te zetten.
Wel acht Dr. Kuyper daarin nog wel
het ouderrecht en het huisrecht beide
aangerand, als de overheid zich bemoeit
met de opvoeding van alle kinderen des
lands en zelfs in eigen woning de wet
komt stellen, maar toch vraagt hij ter
loops, of, als het vrije onderwijs „oprech-
telijk" verklaart, de meerdere uitgayen
niet te kunnen doen, die de invoering
van de leerplichtwet zal vorderen,
„de overheid dan het totaal dezer
meerdere kosten, den bouw, ver
bouwing, onderhoud, tractements-ver-
meerdering, tractementsverhooging en
schoolbehoeften van rijkswege zal ver
goeden" en daar nu ook de Drie Pro
vinciën in haar laatste nummer erop
wijst, dat de voorstanders van het bij
zonder onderwijs nu weer met een
tweesnijdend scherp zwaard in hun beurs
worden geraakt en de toezegging van
de minister omtrent de tegemoetkoming
zeer vaag noemt, komt het ons voor, dat
van anti-revolutionnaire zijde het bekende
spreekwoord wordt toegepast„beter
hard geblazen dan den mond gebrand
En als dan ook Dr. Kuyper zijn derde
artikel als volgt eindigt„het dwangsfel-
sel, waar dit wetsontwerp van uitgaat,
hoort, ook al heeft men voor het voet
licht de politie er buiten gehouden,
thuis niet in een land van vrije bur
gers, als Nederland, maar in den hier te
lande tot dusver onbekenden Politiestaat
dan vinden wij dit slot wel heel mooi
als het knaleffect van een demagogische
rede in een volksvergadering, maar wij
houden het met Uet Centrumdat rond
uit verklaart, dat ouders, die het juiste
besef hebben van hun taak, van de wet
geen last zullen hebben en dus van dien
„Politiestaat" niets zullen bemerken.
De Amsterdamsche politieverordening
schrijft Dr. Kuyper voor, dat hij twee
maal in het jaar zijn schoorsteenen moet
laten vegen; hiermede is ook zijn „huis
recht" aangerand, en toch hebben wij
nooit gehoord, dat hij voor overtreding
vau dit artikel door den kantonrechter is
veroordeeld.
Dat de twee artikelen, met het hoofd
„De vrijstellingen", waarvan het laatste
in De Standaard van 4 April jl. ver
scheen, natuurlijk wijzen op een „aan
randing onzer burgervrijheid" en deze
door allerlei exceptioneele voorbeelden
trachten te bewijzen, sluit volkomen aan
bij de positie, die Dr. Kuyper in deze
heeft ingenomen. Hij vergeet geheel en al,
dat de wet niet voor de goeden, maar
voor de kwaden is gemaaktdat onze
geheele wetgeving,tot zelfs de Amsterdam
sche politieverordening, is een „aanranding
onzer burgervrijheid", die wij echter, met
of zonder ordonnantiën G-ods, gewend
zijn zoodanig op te vatten, dat het al
gemeen welzijn vordert een gedeeltelijk
opofferen dier vrijheid, opdat de gemeen
schap zelve daarvan de heilrijke gevol
gen kan ondervinden.
Het schoolverzuim is groot; 15.000
kinderen ontvangen in het geheel geen
onderwijs, het betrekkelijk schoolverzuim
is met geen cijfers te benaderen. De
gemeenschap vraagt nu een opoflering,
die voor de goedgezinden slechts in the
orie bestaat, omdat zij reeds, gedreven
door plicht en geweten, doen, wat de
wet vordert, en daar komt nu Dr. Kuy
per, die ons gaarne een Zondagswet wil
schenken, waarbij ook de niet-geloovige
door uiterlijk vertoon tot Zondagsheili
ging zou worden gedwongen, ons in zake
leerplicht aan boord met een „aanran
ding onzer burgervrijheid" 1
Dr. Kuyper mobiliseert dus zijn
troepje.
Het groote doel is, om, met behulp
der belastingpenningen van alle Neder
landers, de confessioneele school in staat
te stellen, den strijd tegen de openba
re door te zetten, en met meer vrucht
dan dit sinds 1889 het geval is geweest,
deze leeg te pompen. De groote leuze
is„de vrije school regel, de openbare
uitzondering".
Yan vrijzinnige zijde moge men, ook
bij de invoering van leerplicht, de paci
ficatie van 1889 eerlijk gestand doen
maar er is een grens.
Liever geen wet op den leerplicht,
dan dat wij door dezen zouden spelen
in de kaart der eonfessioneelen en op
het hellend vlak zouden gaan glijden,
dat uitloopt op den ondergang der openba
re school.
Aan groote woorden dus geen gebrek
maar zoo hier en daar blijkt het
toch, dat de principieele onverzoenlijk
heid niet zoo groot is, of men zal in het
clericale kamp tot onderhandelen rog
wel geneigd zijn. Het is weer het oude
stelsel van do ut desik geef wat,
opdat gij ook over de brug komt. De
principieele krijgsleuze, tegen dit ministe
rie aangeheven, is op stuk van zaken
niets anders, dan een „je beurs ot je
leven" en daar nu Dr. Kuyper welwil
lend verklaard heeft, het ministerie tot
na September het leven te laten „als
het kan" daar spreekt het van zelf,
dat hij voorloopig met de beurs wel te
vreden zal wezen.
In De Standaard van 31 Maart j.1.
klaagt hij dan ook op jammerlijke wijze
over de „aanzienlijke kosten" van de
„vrije school" te Amsterdam hij dringt
aan op verhooging der uitkeering en als
het wetsontwerp wordt doorgedreven,
dan zal men zien „dat niets dan volslagen
nood tol het ernstigste vèrzet prikkelen
zal". Het zal dan opnieuw worden een
wezenlijke struggle for life".
In het vorige nummer riep hij De Unie
vereeniging voor de School met den
Bijbel, op, om op de aanstaande jaarsver
gadering er op bedacht te zijn, het be
stuur zoo aan te vullen, dat het in alle
opzichten gereed zal zijn voor de taak
die het wacht.
Verslagvan de vergadering van
den Raad der gemeente
gehouden den 6 April 1898, des voormiddags ten
10 nre.
Afwezig de heer V. Bakker Jz. wegens ongesteld
heid.
De Voorzitter, de heer G. T)z. Uezelman, Burge
meester, kan tot zijn genoegen mededeelen, dat steeds
gunstige berichten omtrent den toestand van den
heer Bakker inkomen. Met den wensch, dat deze
weer spoedig hersteld in hun midden zal plaats
nemen, opent hij de vergadering.
De notulen van de vorige bijeenkomst worden
voorgelezen en zonder op- of aanmerkingen goedge
keurd.
Mededeeling wordt gedaan
1. dat goedgekeurd van H. H. Ged. Staten zijn
terugontvangen het besluit tot opname van kasgeld
en de suppletoire begrooting, regelende deze leening
2. dat den 4 Maart j.1. bericht is ingekomen van
H. H. Ged. Staten, dat zij de Algemeene Politie
verordening dezer gemeente hebben ontvangen.
Naar aanleiding hiervan is binnen den door de wet
bepaalden termijn tot de afkondiging overgegaan;
3. dat in overleg met den heer Van Gastel te
Schagen door den heer L. F. W. Volcke te 's-Gra-
venhage een contract is geteekend, waarbij deze zich
verbindt uiterlijk op den 15 Mei a. s. het torenuur
werk te zullen plaatsen.
Het contract wordt voorgelezen.
4. dat blijkens proces-verbaal, den 26 Maart j.1.
kasverificatie is gehouden bij den heer ontvanger en
overeenkomstig boeken en bescheiden zich in kas
bevond een som van f 673.63';
5. wordt voorlezing gedaan van een beredeneerd
verslag van den toestand van het onderwijs over 1897.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
Vervolgens brengt de voorz. ter tafel
6. Een adres van de kiesvereeniging te Haren
karspel, houdende verzoek adhesie te schenken aan
haar adres in zake een locaaldienst op de lijn Alkmaar-
Helder.
B. en W. achten het door de kiesvereeniging
beoogde doel niet in het belang dezer gemeente en
stellen een afwijzende beschikking voor.
De heer Groneman maakt de opmerking, dat het
voor de ingezetenen niet geheel van belang is
ontbloot. Zij toch, die aan de halte te Oudesluis
instappen, moeten vanaf Anna Paulowna betalen,
terwijl zij niettegenstaande die betaling bij de terugreis
niet mogen doorgaan tot Anna Panlowna. In dat
opzicht kan spreker met het adres meegaan. Wat
echter den locaaldienst betreft niet. Uit goede bron
nen vernam ZEd., dat het plan bestaat een sneltrein
te laten loopen van HelderAlkmaar, tot denkelijk
rechtstreeks Haarlem. Van dezen trein zal door ons
geen gebruik gemaakt kunnen worden. Wanneer nu
de overige treinen in locaaldienst worden veranderd,
zal het verkeer groote vertraging ondervinden.
Met het loopen van een aparten locaaltrein, eens
per dag heen en terug, kon spreker zich wel vereeui-
gen. Echter niet met de strekking van het adres
zooals het thans luidt.
De heer Zijp verklaart, dat in de vergadering van
Burg. en Weth. de opmerking over het in- en uit
stappen aan Oudesluis is gemaaktdat zij echter
niet met de geheele strekking konden meegaan en
een adhesie-betuiging voor slechts één punt niet
gewenscht achtten.
Wordt besloten afwijzend te beschikken.
8. Een adres van de afdeeling Schagen en omstre
ken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, om
een subsidie van f 10.'s jaars voor het houden
van keuringen van wolvee.
Ook wat dit adres betreft, stellen Burg. en Weth.
een afwijzende beschikking voor, omdat het niet op
den weg van het gemeentebestuur ligt, deze zaak te
steunen en deze voldoende kan worden bevorderd door
belanghebbenden, afdeelingen en Maatschappijen van
Landbouw.
De heer Groneman is het hiermede eens en voor
ziet, dat, als deze subsidie wordt toegestaan, ook
andere afdeelingen dergelijke aanvragen kunnen doen.
Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
9. Een schrijven van den heer Commissaris der
Koningin om advies in zake het toevoegen van Wie-
ringerwaard aan een te Anna Paulowna te vestigen
ontvang-kantoor, of aan dat te Schagen, of wel om
den bsstaanden toestand te behouden.
Burg. en Wethouders zijn tot geen bepaalde con
clusie gekomen en brengen hel onderwerp in alge
meene bespreking.
De heer Zijp oordeelt een overplaatsing van Scha-
gerbrug naar Schagen of Anna Paulowna goed. Een
keuze tusschen beide laatstgenoemde gemeenten acht
hij zeer moeilijk. Voor velen is Schagen zeer ge
schikt met het oog op het bezoeken der markten.
Voor anderen, wat afstand betreft, is echter Anna
Paulowna te verkiezen.
Om deze redenen acht hij het het best, aan de
Regeering over te laten naar vrije verkiezing deze
gemeente te voegen bij één der kantoren.
De heer Groneman geeft Schagen de voorkeur
de zitdag blijft bestaan. Wordt deze echter verzuimd,
of heeft men andere zaken, dan kan men gemakkelijk
in Schagen terecht, wanneer men er toch moet zijn.
Naar Anna Paulowna is men verplicht een extra reis
te maken.
Wel gaat ieder ingezetene niet naar Schagen, maar
die heeft in den regel ook niet anders, dan om belas
ting te betalen den ontvanger noodig, waarvoor een
trouw gebruik wordt gemaakt van de zitdagen.
Een bezwaar kan zich echter voordoen voor inge
zetenen, grondbezitters in Anna Paulowna, wanneer
de belasting voor beide gemeenten aan twee ontvang
kantoren moet worden voldaan. In dat opzicht is
het brengen van die beide gemeenten onder één kantoor
we u schel ijk.
De heer Sleutel verklaart zich voor Schagen.
Wordt besloten, met vermelding van de bezwaren,
tot toevoeging aan Schagen te adviseeren.
De Voorzitter deelt mede, dat de heer Bakker
tijdelijk afwezig zal blijven wegens ongesteldheid
en zijn plaats als wethouder alzoo ledig is.
De Raad besluit, voorloopig geen plaatsvervanger
te benoemen.
Verder deelt de Voorzitter mede, dat op bet voerstel
yan den Raad aan Gedeputeerde Staten, om ds
jaarwedden van den Burgemeester en Secretaris elk
met f 100.— en die van den Ontvanger met t 35.
te verhoogen, bericht is onvangen, dat eerstgesoemde
jaarwedden elk met f 50zijn verhoogd, terwijl
die van den Ontvanger blijkbaar niet in aanmerking
komt.
Deze regeling wekt bij heeren raadsleden bevreemding
op. Vooral omdat men in andere gemeenten zelfs het
omgekeerde heeft zien gebeuren.
Thans wordt aan de orde gesteld de benoeming
van een stembureau en tot leden gekozen de heeren
JD. Schenk en Bk. Kooij Jbz. Overige leden plaats
vervangers.
Voorts wordt overgegaan tot vaststelling van het
kohier voor de Hondenbelasting ad f 220.50 en dat
voor den Hoofdelijken Omslag op f 3264.
Niets meer aan de orde, sluit de voorz. onder
dankzegging voor de opkomst en medewerking, de
vergadering.
Naar wij uit goede bron
vernemen, bestaat te Schagerbrug het
voornemen, eene gereformeerde (dolee-
rende) kerk te bouwen. Reeds is men
met iemand in onderhandeling getreden
om van dezen een stuk grond te koo-
pen, waar alsdan de kerk verrijzen zal.
Het bestuur van den Kost-
verlorenpolder, behoorende tot de
Niedorper Kogge, heeft in zijne vergade
ring ven woensdag j. 1. besloten, gelden
beschikbaar te stellen tot verbetering
der waterwegen, indien de kanalisatie
plannen van de Tuinbouw vereeniging
Niedorper Kogge ten uitvoer worden
gebracht.
Deze vereeniging wenscht de bestaan
de waterwegen te verbeteren en, waar
het noodig is, nieuwe kanalen te graven,
die alle in verbinding met den boezem
van de Niedorper Strijkmolens, de Mient,
gebracht zullen worden.
Het bedrag der kosten dier kanalisa
tieplannen is beraamd op 13000 gld.
Daardoor zullen de tramstations Lut
jewinkel, Winkel en Nieuwe Niedorp
van de lijn SchagenWognum onmid
dellijk aan afvoerkanalen komen te lig
gen.
Het bestuur van de deze
week te Nieuwe Niedorp definitief
opgerichte zuivelfabriek „De Yolharding"
bestaat uit de heeren J. B. W i 1 k e n,
directeur, en de heeren CL Yeldman
Gz., H. Schoorl, J b. de Yries en
J. Bakker J z., commissarissen.
Het gebouw eveneens genaamd „De
Volharding", voorheen eigendom van den
heer W. C. Visser, zal tot kaasfabriek
worden ingericht.
Landbouwverslag.
Bij de uitgevers Van Weelden
Mingelen te 's GRAVENHAGE is ver
schenen het eerste gedeelte van het Ver
slag over den Landbouw in Nederland
over 1894 en 1895, opgemaakt op last
van den minister van waterstaat, han
del en nijverheid.
Dit verslag is opgemaakt door het
Dagelijksch Bestuur van het Nederlandsch
Landbouwcomité, dat nog niet sedert
lang met deze taak belast is. Daaraan
is het toe te schrijven, dat dit zoo laat
verschijnt. Het comité (de heeren II. F.
Bultman, voorzitter, en mr. A. Ferf,
secret.) hoopt thans de belangrijkste be
zwaren te hebben overwonnen en spreekt
het vertrouwen uit, dat het eerste ge
deelte van het verslag over 1896/97 nog
in den loop van dit jaar zal verschijnen.
Wie het lijvige deel met al zijn sta
ten openslaat, zal trouwens inzien, dat het
bewerken daarvan maar niet in een om
mezientje kon geschieden.
VENHUIZEN, 7 April.
Er heeft zich thans een comité gevormd
ter bevordering van den aanleg van eene
stoomtramlijn door dit gedeelte van West-
Friesland naar Hoorn. Tot leedwezen
van velen heeft het lid van de Tweede
Kamer in dit district, de beer A. Kool,
burgemeester van Schellinkhout, bezwaar
gemaakt zitting te nemen in het comité.